zal niet worden. uitgesproken, dat de Neder landers in die tijden ndet een bijzonderen, eigen aard hadden, zooala die zich nu een- maal op grand van de substantie van bet ras en de barde levenservaringen aan de kusten der zee even zee r ontwikkeld beeft a Is bijvoor- beeld 'in de oostebjke- en de alpengouwen. Men kan ecbter rustig beweren, dat omstreeks de wisseling van de zestiende eeuw bet Neder landsche volk precies zoo als de overige volks- stamonen, die toen verbcnden waren in bet gemeanscbappeltjke rijk, heeft beschikt over de eigenschappen en voorwaarden om bij een ovsreenkomstige verdere ontwikkeling een element te worden van bet Duitsche volk, waartoe de in bet Rijk gebleven stammen in- tusschen zijn versmolten. Dit te const at ee- ren zegt ons, dat de Nederlanders en de Duit schers, gezien van bet standpunt van den nationalen staat ndet tot 66n volk zijn gewor- den, maar dat zy beschikken over dezelfde voorwaarden van ras en derhalve naar den bloede verwante volkeren zijn, in staat tot een steeds nauwere ge incense nap. De ontwikkeling, die ingeluid werd door de regeling der successie van Karel V in 1555, was van toen of verscbillend. Toen werden de Nederlanden uitgeleverd aan de Spanjaar- den. In den strijd tegcn de Spanjaarden en tegen het katholicisme verovorden de Neder landen bun comfessioneele en dynastieke vry- heid, welke tevens beteekent dat zij wegvie- len uit bet rijksverband, zij bet ook een ver- band dat op zich zelf eigenlijk reeds verbro- ken was. Men moet ecbter in bet oog bouden, dat de bedoeling der Nederlanden primair niet er op gericbt was bet Rijk te verlaten, maar turn volksehen aard te behouden tegen- over de Spanjaarden en bet katholicisme. En wij weten, dat Mamix van St. Aldegonde als vesrtegenwoordiger der Nederlanden, op den Rijksdag te Worms in 1578 in een door volk- scbe verantwoordebjkbeid gedragen redevoe- ring de Duitsche vorsten en stammen heeft bezworen, de Nederlanden in den strijd tegen de Spanjaarden ndet te verlaten, en met te dulden, dat deze landen uit bet rijksverband zouden worden gescheurd. Toen heeft bet rijk gefaald. Oonfessioneele en dynastieke belangen waren toomaangevend voor de besluiten der machthebbers, voiksche en nationale overwe- gingen telden niet mee. De voltrekking dezer ontwikkebng was het jaar 1648, dat voor de Nederlanders een jaar van blijde herinnering moge zijn, warxieer zij met den toen beginnen- den terugtocht uit bet kloppende leven van Europa en vooral van het Europeesche mid den, voor altijd tevreden willen zijn, een jaar van rouw voor alle Duitschers, aangezien bet de manifestatie vormde der ineenstorting van de rijksidee. Het Rijk van bet avcndland, zooals het door de Carolingers, Salesers en Staufen ge- grondvest en opnieuw gegrondvest was, be- rustte op de idee der ordening van het Euro peesche gebied, waarbij de stammen van Ger- mania de dragers en garanten van deze orde moesten zijn. Rondom deze machtskem scbaarden zicti zinvol de andere stammen en volkeren, om in de kracht en den ban des vredes van dit rijk het eigen geluk na te streven. Deze in laatste instantie, zij bet ook onbewust, op voiksche seleetie berustende idee is verdrongen door confessioneele en aynastieke belangen en bet Rijk, dat gedragen werd door deze idee, viel uiteen. Daarmee waren ecbter ook de banden der orde en van het harmoniscbe evenwicht losgemaakt. De randgebieden van het macbtsgebied, waartoe sedert 1648 met de afscheiding van het Rijk ook de Nederlanders waren gekomen, waren zonder gemeenschappelyk zwaartepunt en wijdden zich aan eigen taak. Waardeering voor de prestaties der 'Hollanders. punt van de macht naar de kusten van den Atlantischen Oceaan gericht was tegen de levensbelangen van het Duitsche volk. Vooral echter is deze toestand en de daarmee verbonden geesteshouding hoogst dubieus en misschien zelfs een gevaar voor de band- having van de ware kern des volks, op een oogenblik, waarop de krachtlijnen op het ter- rein der intemationale politiek, die door hun rust aan deze situatie bet aanzyn gaven eenigerlei wyziging ondergaan. Deze situatie leidde tot een geesteshou ding, waarvan wij Duitschers meenen, dat wij baar in bet belang van ons volk bebben overwonnen, namelijk tot het llberabsme, dat toegankelyk is voor en blootstaat aan Inter nationale gedachtenreeksen en banden. Dat- gene wat ons thans als de buidige cultuur in Nederland aan prestaties tegemoet treedt en het getuigenis vormt van de cultureele pres taties der laatste decennia, zooals wij dat ook bij ons konden waamemen, draagt hetzelfde stempel en vertoont hetzelfde uiterlijk als prestaties van dat genre in een willekeurig ander land van het liberalisme. Vierkante dobbelsteenen, die de laatste openbaring van de architectuur moeten voorstellen en slechts aan de stoffelijke wetten van de bouwstof onderworpen zijn en niet gevormd door de idee van den kunstenaar, staan hier in Neder land op dezelfde wijze als zij eens bij ons in Duitschland gebouwd zijn of in een ander land staan, waar een liberaal-intemationaal gedepraveerden geest onder Joodschen in- vloed de cultuur poogde te influenceeren het- zij in Frankrijk, Engeland, Amerika of den Orient. En op dezelfde wijze zijn ongetwijfeld ook nog vele andere levensuitingen onvolksch en derhalve on-Nederlandsch geworden, waar- aan de Nederlander thans gewend is en waar- in hi) niet wil worden gestoord. Erkend moet warden, dat de volkeren en stammen van deze randgebieden en daar- onder versta ik niet alleen de gebieden, die eens atfhankelijik geweest waren van het Rijk, maar ook die, welke zich ricbtten naar bet macbtszwaartepunt van het Rijk, zon der deelen te zijn geweest van dit belan- getigebied ui't de kracht van bun Ger- maansch voiksche substantie, buitenge- wome prestaties hebben vol'bracht. Wij her- inneren ons de even koene als geniale veld- tocbten van Karel XH en tot deze categorie van apreciatie beboort de kolonisatie van de Hollanders, voorts de prestaties op het gebied van den dijkbouw en van de waterbouwkunde in bet algemeen, van den scheepsbouw en ten- slotte ook hun prestaties in land- en tuin- bouw. Inidien wij hieraan nog bet unieke van de Nederlandsche schilderskunst en de belamg- rijke prestaties op wetenscbappelijk, vooral medisch gebied toevoegen, dan vormt zich voor ons, toeechouwers en buitenstaanders, het beeld van karakter en prestaties, dat wij als typosch Nederlandsch en Hollandsch kunnen qualificeeren, en dat de waarden in- houdt, die wij als waarlijk Nederlandsch ken- schetsen en die wij als een vecrijking van bet gebeele avcndland erkennen en niet willen miseen. 'Een kritisehe beschouwing juist van de koloniale prestaties en haar resultaten be- wijst ons evenwei hoe Holland door dezen rijkdom in afhankelijikheid geraakte. De voiksche basis, die ter bescfiikking van het Hollandsche en Nederlandiscbe volk stond, was te smal om deze afgelegen rijkdommen uit eigen kracht te bevedligen, was oorzaak diat Nederland uitkeek naar een beschermen- de mogelykheid, die zoo al niet juridiscb, dan toch in feite erkend werd en maakte de Nederlanders politiek, economisch en ten- slotte maatscbappelijk van Engeland afhan- kelijk. Dit Nederlandsche rijk, dat zichzelf niet kon verdedigen, moest zich geestelijk steeds meer op Internationale betrekkingen en banden orienteeren en belangbebbende bij een vresdespolitiek tot elken prijs worden. De rijke eoonoinische basis overzee leidde boven- dien in het moederland tot een zelfvoldaan- heid, die tenslotte tot stilstand leidt. Het kan zijn, dat de Nederlander in den Duitscher een element ziet, dat eeuwig be- roering, opwinding 'en anrust teweeg brengt, een die nooit tevreden, onvoltooid en steeds in wording is. De grenzen van bet Duitsche volk, die naar bijna alle zijden geografisch on- beschermd open lagen en bloot stonden aan het wortdurende opdiingen van volken van vreemd bloed, dwongen den Duitscher een strijder en disarmed® een eeuwig zoekende en strevend-3 te worden. De Nederlander, en vooral de Hollander, meende voor zijn eeuwenlange afscheiding een zelfvoldane veiligheid als het hem eigene te hebben gevonden. Indien deze toestand als van bijzondere waarde en als het wezen van den Nederlander gevoeld mocht worden, dan zal men begrijpen, dat het Duitsche volk hiervoor niet hetzelfde begrip kan toonen aia voor die eigenschappen van den Nederlander, waardoor deze hun kolonisatorische en cul tureele prestaties hebben volbracht. Wij be- zitten des te minder begrip voor dezen terug- tocht naar de idylle, omdat deze toestand voortvloeide uit een voor de Nederlanders gunstige situatie, die in haar grondslagen namelijk oplossing van de Europeesche machtskem en verlegging van het zwaarte- Tekortkotming in geesteshouding en leiding. Als ik spreek van een stilstand van dit volk, dan moet ik constateeren, dat juist de ervaringen en gebeurtenissen van 1015 Mei het bewijs leveren, dat dit volk niet in zijn substantie, maar in zijn geesteshouding en leiding een tekortkoming vertoonde op het gebied, waarop de kracht van een natie zich in de eerste plaats moet uiten, namelijk op het gebied van den strijd. .De Nederlandsche soldaten hebben goed gevochten en de Neder landsche bevolking heeft zich in deze strijd- periode behoorlijk gedragen, maar de leiding is volslagen tekort geschoten, want anders kon de weerkracht van een volk van negen millioen Germanen niet in zoo korten tijd bezwijken, ofschoon toch slechts een numeriek uiterst hescheiden, zij het ook kwalitatief superieur deel van de Duitsche weermacht tegenover haar stond. Ik vermeld deze bijzonderheden niet om in een of anderen Nederlander een bittere her innering of gewaarwording op te wekken, doch slechts omdat ik mij genoopt voel alle dingen, die hier op het spel staan, met waar lijk bezorgde belangstelling na te speuren. In ieder geval constateeren wij Duitschers, dat de Nederlanders over buitengewoon hooge innerlijke waarden beschikken, die wij ver- heugd als eigenschappen van hun Germaan- sche bloed begroeten, dat de Nederlanders als Germaansch randgebied op zichzelf aange- wezen buitengewone prestaties hebben vol bracht, dat zij echter als gevolg van de re sultaten dezer prestaties verzonken ztjn in een Idylle, die op sommige gebieden reeds een stilstand in de ontwikkeling van de levens- krachten der natie heeft beteekend. De ver- storing van deze idylle doet thans onaange- naam aan, maar zft mag niet geacht worden het Nederlandsche wezen in het nauw te brengen. De weg der geschiedenis, die eeuwen ge- leden na de verbrijzeling van het Europee sche ordenende gezag de macht heeft ver- plaatst naar de peripheric van dit wereld- deel en van den Atlantischen Oceaan, keert thans terug tot een nieuwe ordening van het gebied van Europa met de van nature ge- geven machtskem van 85 millioen Duitschers als het grootste radicaal en geestelijk uni- forme volk, dat op aarde bestaat, onder ge- lijkgerechtigde medewerking van de Ger- maansche volkeren in het gemeenschappelijk leefgebied. De weg der reorganisatie is de weg der eenwording van het Duitsche rijk. Hij leidt via de bevrijdingsoorlogen naar de jaren 1866, 18701871 en 19141918, en be- reikt juist op het oogenblik, waarop de vrjan- den van deze orde, vooral de Bngelschen en de intemationaal georienteerde krachten van Jodendom, vrijmetselaars en grootkapitaal, meenden deze kern definitief van haar macht te hebben beroofd, de doorbraak tot zjjn doel. Volgens de beschikking van het lot was blijk- 'oaar de ineenstorting van het jaar 1918 en de behandeling van de volgende jaren, die het volk van zijn waardigheid wilde berooven en zijn vemietiging wilde, noodig om het ge- heele Duitsche volk te laten oplaaien tot de grootste prestatie, gedragen door de geloo- vige bereidheid en strijdvaardigheid van het nationaal socialisme als slechts volken en menschen aangegrepen heeft in die tijdper- ken, die wij thans als tijdwende in de geschie denis aanmerken. Wij bespeuren deze op- dracht, gericht tot het Duitsche voik en het Germaansche bloed in ons, maar wij buigen ons in dank en deemoed voor het lot, dat ons als voorwaarde en waarborg voor onzen strijd en overwinning den Fuhrer heeft ge- geven. Want de combinatie van geloof aan zijn roeping en van den wil tot verwerkelij- king daarvan in de unieke verse nijning van Adolf Hitler is voorwaarde voor den opbouw van het nieuwe Europa, waarmee (vereld- geschiedenis wordt gemaakt. Ook in Nederland. Ook in het Nederlandsche volk zijn er man- nen geweest, die de nieuwe vorming van de voiksche gemeenschap voorvoelden en bereid waren zich hiervoor te geven, Wij weten evenwei, dat van het oogenblik af, waarop de beweging van den FUhrer in het Rijk aan de macht kwam en 21 Maart is de dag van Potsdam, waarop acht jaar geleden de strijd voor het recht van het Duitsche volk langs den weg van een legale ontwikkeling zijn constitutionneele uitdruaking heeft gevonden de nihilistische, intemationale Krachten fcenevens de voiksche vijanden van het Duit sche volk samengezworen hadden nooit mee: een nationaal socialistische beweging legaal te laten opkomen, doch met verloochening en vervalsching van de eigen spelregels, die het liberaal-democratische stelsel had opgesteld, met alle gewelddadige middelen de nationaal socialisitische partrjen te onderdrukken. Indien derhalve deze partijen in eenig ander land niet langs den weg van stemmenwer- ving en bereiking van een meerderheid aan de macht gekomen zrjn, dan pleit dit niet tegen het nationaal socialisme, maar bewijst slechts met welk een terreur de verdwijnende krachten haar stellingen hebben verdedigd. Juist wij uit de Ostmark weten dat, want ofschoon de overwegende meerderheid van het Duitsche volk in den voormaligen Bonds- staat Oostenrijk niets meer wilde weten van dit Oostenrijkerschap, waarvan tot vervelens toe gewaagd werd, doch nog slechts wilden temgkeeren tot het Rijk, hebben alle krach ten van intemationale en confessionneele groepeeringen zich tegen deze verwezenlijking van den volkswil verzet. Wij groeten al deze medestrijders voor een nieuwe, gelukkiger or dening van ons werelddeel, die vervuld zijn van de beteekenis en verplichting van de nationaal-socialistiscbe idee. Het Nederlandsche volk, dat in zijn meer derheid afzijdig bleef van de groote gebeur- tenis, die op de wereld voorbereid werd, liet zich ter handhaving van zijn idylle door de toenmalige leiders door de bank gezworen vijanden van het nieuwe Duitschland alles voorpraten, wat hoe dan ook tegen het Duitsche Rijk en tegen het nationaal-socialis- me pleitte. Het is in het geheel niet me°r noodzakelijk thans erbjj stil te staan, hoe on- neutraal deze houding destijds was en hoe het Nederlandsche volk duldde, dat bij alie gelegenheden, waar openlijk maar ook par- ticulier een meening geuit werd, het venijn van den haat door de vijanden van het Duit sche Rijk het volk werd ingegeven. Wr| zou den gaame willen gelooven, dat net Neder landsche volk op zichzelf in het geneei r.let zoo onder den indruk van deze dingen ver- keerde, maar dat het te zeer gewend was zrjn politieke meening door weinige enkelingen te laten vormen om voor de rest in zijn rust te kunnen volharden. De objectieve schuld blijft bestaan want voor ons nationaal-socialisten, die strijden voor de verwerkelijking van onze idee, heeft niet de meer of minder actieve onverschillig- heid van een meerderheid beteekenis, maar wel de van haat en vernietigingswil vervulde handelwijze dergenen, die voor deze meerder heid optreden. Met alien nadruk wijs ik op dit verschijnsel. Het heeft den schijn alsof thans weer een schaar verblinde, onverantwoordelijke stokers en schreeuwers de meening van het Neder landsche volk wil vormen en vertegenwoor- digen. Als de Nederlanders zich dat laten welgevallen zullen zij tenslotte nogmaals in hun geheel de gevolgen van een dergelijk op treden krijgen te dragen. Als in een duel op leven en dood iemand erbij staat, die door schampere en ook van haat vervulde opmer- kingen zijn afkeer jegens een der strijdenden tot uiting brengt, dan mag deze belangstel- lende toeschouwer zich niet verbazen, als deze strijder op het oogenblik, waarop hij daartoe gelegenheid en armslag heeft, dezen ge'interesseerden toeschouwer van het terrein van den strijd doet verdwijnen. Want het hoogste gebod, namelijk te zor- gen, voor het bestaan van het eigen volk, geeft ook de verplichting kansen op gevaar te doen verdwijnen, die uit de aanwezigheid van een zoo onneutralen waamemer kunnen voortvloeien. Dit geldt ook voor dezen strijd om het bestaan van het Duitsche volk, nog afgezien daarvan, dat wij de tastbare be- wijzen in handen hebben, dat onze vijanden zich hij hun plannen geenszins meer door de neutraliteit van Nederland gebonden achten en op Nederlandsch en bodem doodelijke samenzweringen tegen den Ftihrer en het Duitsche rijk pleegden en dat leidende per- soonlrjkheden in Nederland bewust bij dit streven toegezien en daaraan hun medewer king verleend hebben. Na den tlenden Mei. Zoo kwam het tot den tienden Mei en na de verbrijzeling van den tegenstand der Nederlanders tot invoering van het Rijks- commissariaat. Uit het feit, dat in de be- zette gebieden ten westen van de oude grens van het Duitsche rijk uitsluitend in Neder land een burgerlrjk bestuur werd ingevoerd, valt af te leiden, dat de Fuhrer Nederland niet in de eerste plaats behandeld wilde weten van het standpunt, dat het een door de Duitsche militaire macht bezet land is. Deze bedoeling kan verkeerd begrepen worden en dat geschiedt door velen, die onvoorwaarde- lijk in de rol van vijand van het Duitsche volk en Rijk willen blijven. Welaan, deze lieden kunnen wij helpen, maar de beslissing is reeds gevallen, want dan staan wij niet als vijanden tegenover elkaar, maar als overwinnaar en overwon- nene. De Duitsche bedoelingen. Met welke bedoelingen wij Duitschers hier gekomen zijn, is herhaaldelijk en voldoende verklaard. Reeds in den oproep bij de instel- ling van het Rijkscommissariaat hebben wij verklaard, dat het Nederlandsche recht zoo- veel mogelijk van kracht zal blijven en be stuur door de Nederlandsche instanties zal geschieden onder de toegevoegde voorwaarde, dat het Nederlandsche volk met begrip en beheersching de door de bezettende mogend- heid gegeven voorschriften zal opvolgen. Vooral echter werd den Nederlanders ver- kondigd, dat zij hun land en hun vrijheid voor de toekomst in veiligheid vermogen te stel- len, indien zij de taak, die uit het gemeen- schappelijke lot voorkomt, zullen vervullen. Deze verzekeringen van een genre, zooals zrj wel nooit eerder aan een overwonnen volk gedaan zullen zijn, hebben wij krachtens de ons bewuste verantwoordelijkheid voor het Germaansche bloed zelfs gegeven, al ont- breekt bij den hiermede begiftigde besef voor de beteekenis van deze drijfveer onzer handel wijze. Volgens deze beginselen is het bestuur en de leiding in Nederland ingericht en na de politieke situatie, zooals deze bestond, onderzocht en geconstateerd te hebben, heb ik 26 Juli in een rede voor het „Arbeits- bereich" in Den Haag verklaard, dat de poli tieke wilsvorming een zaak van de Neder landers is, doch dat wij Duitschers ons al naar den uitslag van deze wilsvorming ons standpunt zullen voorbehouden en dat wij in geen geval ooit zullen dulden, dat ooit toe- standen terugkeeren, die weer tot een tien den Mei 1940 zouden kunnen leiden, De vrij heid van politieke beslissing, die daarmee aan de Nederlanders gegeven is, zal slechts in zooverre beteekenis hebben, als de houding, die de Nederlanders in dezen beslissenden strijd van het Duitsche volk voor de toe- komstige vorming van Europa aaimemen, den doorslag zal geven bij de bepaling van de plaats der Nederlanders in de toekomst. Ik geloof, dat deze verklarlngen helder en dui- delijk zijn. Het is mij althans niet mogelijk In te zien hoe men nog duidelijker en hel- derder kan spreken. Ik heb het niet juist geacht in het ifervolg aan deze verklaringen ncg veel toe te voegen, want ik ben nog steeds besloten de Neder landers althans in groote meerderheid voor nuchtere, emstige wikkende menschen te houden, die in staat zijn woorden en hun eigenlijke beteekenis te begrijpen. Deze ver- klaring in herhaalde toespraken steeds weer te herhalen scheen mij voor de Nederlanders ongepast en onjuist in verband met den ernst van mijn woorden. Ik heb derhalve in de nieuwjaarsboodschap 1940 uitsluitend duide- lijk gemaakt, dat thans de teerling gewor- pen wordt, want de nieuwe opbouw van Euro pa is begonnen en ieder afzonderlijk is voor de beslissing gesteld: met ons of tegen ons tertium non datur. In de toekomst spre ken en gelden daden. Thans zijn reeele, doch harde handelingen verricht en er zal wel niemand meer zijn, die eraan twijfelt. dat de bezettende mogendheid, gedragen door de gtrtjdvaardige idee van het nationaal socialisme, besloten is haar, naar ik met nadruk verklaar, steeds tijdtg verkon- digde doeleinden en bedoelingen onverbidde- lijk te verwezenlijken. Dit verschaft thans gelegenheid de uiteenzettingen over de lots- gemeenschap van het Nederlandsche en het Duitsche volk, die weliswaar misschien nog hier en daar geloochend wordt, doch eigen lijk reeds een feit is geworden, voort te zet- ten en vooral de ervaringen met de reactie tot dusver na te gaan om naar ik althans voor mijn deel met nadruk betoog voor beide partijen nuttige conclusies te trekken. Hoe heeft het Nederlandsche volk gerea- geerd Vrijheid van politieke activitelt. Indien men geloof wilde slaan aan geruch- ten, die in het vijandelijke buitenland worden verbreid of door de vijanden in het neutrale buitenland in omloop worden gebracht, zou men moeten aannemen, dat in dit land hier hongersnood heerscht, dat de Nederlandsche arbeider door Duitsche politiemannen met de bajonet op het geweer naar zijn werk wordt gebracht, dat een wilde, moordende vijand- schap tusschen de Duitschers en de Neder landers in dit land bestaat en het Nederland sche volk zich in een staat van volkomen knechtschap bevindt. In dit land is sinds de bezetting nog geen mensch verhongerd. Het geval heeft zich ook nog niet voorgedaan, dat een Nederlander door politiemaatregelen in zijn hoogst per- soonlijk besluit werk aan te nemen of niet werd gedwongen. Ik geloof echter te kunnen zeggen, dat in dit land, als men in aanmerking neemt, dat het toch bezet gebied vlak bij het vjjandelrjke front is, een waarlijk ongeloofelijke vrijheid voor politieke activiteit bestaat, want de neerslag van dit leven in de politie be- richten, de toch het geheele politieke leven vormt, is groot genoeg. Tenslotte behooren bij vechtpartijen, ingegooide ruiten en derge- lijke uitingen van politiek leven toch altijd tenminste twee elkaar bestrijdende politieke elementen. Zij moeten er dus beide zijn en beide de mcgeltjkheid bezitten hun bestaan zoo drastisch te bewijzen. Het is derhalve ook neit juist, als de een of ander beweert, dat hier politieke bewegingen hun bestaan leiden op de punten van de Duitsche bajo- netten. Een dergelijke bewering getuigt van grondig gebrek aan kennis van de doeltref- fendheid der Duitsche bajonetten. Indien wij namelijk inderdaad de bedoeling hadden hier een politieke beweging onder bescherming der Duitsche bajonetten en met hun hulp te for- ceeren, dan zou er binnen weinige weken in dit land in het geheel niemand meer zijn, die het slechts kon of zou wagen in woord of ge- schrift of metterdaad een eenigszins opposi- tionneele houding tegenover deze zoogenaamd geprotegeerde beweging aan te nemen. p Politieke wilsvorming. Nog steeds geldt, dat wij den Nederlanders geen politieke overtuiging willen opdringen. Het spreekt echter vanzelf, dat de terroris- tische geest, die in alle liberaal-democratische landen tegen de nationaal-socialistische be wegingen losbrak op het oogenblik, waarop het nationaal-socialisme in het Duitsche rijk aan de macht was gekomen, in Nederland wordt gebroken. Dat de politieke strijd na een dergelijke periode van onderdrukking niet met glac6-handschoenen wordt gevoerd, valt niet te verwonderen en bezwaren tegen de hardheid van dezen strijd tellen by mij niet veel zwaarder dan de kreet „houdt den dief". Indien men my thans z»u tegenwerpen, dat slechts de nationaal-socialisten in forma- tie mogen marcheeren, dan zeg ik ,,dat spreekt vanzelf", want de nationaal-socialis ten hebben bewezen en bewijzen dagelijks, dat zij den weg van de lotsgemeenschap met het Duitsche volk willen gaan. Alle anderen zyn tot dusver niet geslaagd in de levering van dit bewys, velen hebben daartoe zelfs nog geen poging gedaan. Indien men aan deze krachten het recht zou geven formaties te vormen, zou dit niets an ders zijn dan den weg voor een nieuwen tien den Mei open te stellen. Zoo zal de politieke strijd in Nederland zijn loop nemen, voor- zoover de bezettende mcgendheid dit kan toe- laten met het oog op de noodzaak tot hand- having van de orde in dit land. Ik zelf geloof, dat de nationaal-socialistische beweging in reeds klaarder begrip voor haar politieke taak en beteekenis in toenemende mate haar bemoeiingen er steeds meer op zal richten om iederen Nederlandschen volksgenoot af zonderlijk van de juistheid van de politieke idee van het nationaal-socialisme voor het welzijn van het Nederlandsche volk te over- tuigen om zoo door het winnen van de poli- tiektoonaangevende lagen tot de dragende politieke beweging van het Nederlandsche volk te worden. echter het vastgesteld raritsoen vleesch slechts 200 gram en het ranlsoen vet 175 gram bedroeg. De in Nederland rijkelijk vloeienden br-;n van gruwelgerudhten moest natuurlijk ook op het gebied van de levensmiddelenvoorzie- ning en verdeeling tot uiting komen. Wat is er b.V. niet naar aanleiding van de vleesch- schaarschte verteld, welke hoeveelheden vleesch naar Duitschland gingen. Thans is van officieele Nederlandsche zijde reeds mee- gedeeld, hoeveel vee naar Duitschland is ge- gaan, een hoeveelheid, die in verhouding tot den geheelen veestapel en den normalen uit- voer in het niet zinkt, waarby nog in aan merking dient te worden genomen, dat als gevolg van het tekort aan veevoeder toch een zekere beperking van den veestapel zy het ook in de meest beperkte mate noodig was en dus deze verkoopen van levend vee aan Duitschland een mogelijkheid beteekenen, het boerenbedryf dfe schade te besparen, dit vee als slachtvee in Nederland te moeten ver koopen. De vleeschschaarschte, die men thans overwonnen heeft, was uitsluitend te wyten aan het gemis aan discipline van producers ten en consumenten. Wat wordt er al niet verteld over hetgeen van Duitsche zijde be- trokken wordt door het, laten wij zeggen on- bevoegd beschikbaar stellen van levensmid- delenbons. Ik zou het Nederlandsche volk slechts kun nen gelukwenschen als de uitdeeling der bans daar even precies geschiedde als by de Duit sche ambtelijke instelhngen en in het bijzon- der bij de Duitsche weermacht. Wat hier by uitreiking van levensmiddelen aan boos af- gegeven wordt en langs dezen weg weder naar de Intendanoe van de weermacht terug- vloelt, wordt met de meeste nauwkeurigheid verrekend tot op die rantsoenen, welke de Duitsche weermacht op grand van haar sterkte aan manscbappen in een bepaalde periode moet betrekken. En deze hoeveel heden worden ook weer nauwkeurlg ver rekend met de Nederandsche bureaux. De sluikhandei. Standpunt tegenover den bezet tings- toestand. Terwijl aldus de politieke krachten binnen de haar toegestane ruimte tot uiting komen en bewijzen kunnen, dat zij in staat zijn, lei ding te geven, hebben arbeiders, boeren en burgers door hun gedrag blijk gegeven van hun standpunt ten aanzien van den gegeven bezettingstoestand. Men kan zeggen, dat de Nederlanders over het algemeen afwachtend met een zekere terughouding doch voor het grootste deel belangstellend het heden be- schouwen en aan de toekomst denken. In het bijzonder uit arbeiderskringen hoo- ren> wij steeds vragen en stemmen, die de be langstelling voor het nationaal-socialisme be wijzen. Het is duidelijk, dat de invoering van de economische en persoonlijke beperkingen, die in verband met dlen oorlog nu eenmaal noodzakehjk zyn, niet de geschikte vorm is om den Nederlandschen arbeider te toonen, wat wij onder nationaal-socialisme en de re sultaten hlervan voor den arbeider verstaan. Ik ben er echter zeker van, dat de Neder landsche arbeider, zooals iedere andeie arbei der, zich door het feit van zulke beperkingen niet laat beinvloeden, daar by de onvermyde- lijkheid ervan inziet als hy maar weet, dat het erom gaat, de stabiliteit en gelijkmatig- hedd van de levensmiddelenvoorzienlng, juist voor den arbeider te verzekeren. Ofschoon Etigeland door de geniepige en onmenscheiyke wapen der blokkade zijn on- militaire en verraderlijke succes van het jaar 1918 wilde herhalen en het heden nog door den women Lord Halifax voor verkeerd be grepen menschelijkhedd laat verklaren, wan- neer eenige Amenikanen hongerlydende kin- deren in Belgie en Frankrijk kindervoeding willen zenden, heb ik verklaard, ernaar te zul len streven, dat de levensvocrwaarden van het Nederlandsche volk niet ongunstiger zullen zijn dan dlie van het Duitsche volk. Ook dient men te be den ken, dat die weekrantsoenen in Nederland budtegewocn gunstig afsteken by die, welke op het oogenblik in Belgie en Frankrijk verstrekt worden, en in hoofdzaak gelykgesteld zijn met de cantsoenen, die in Duitschland verstrekt worden. Ik kan eraan herinneren. dat de rantsoe nen, die hier thans aan brood verstrekt wor den. minstens. igelyk zyn aan de rantsoenen in Nederland in de jaren 1916 tot 1918, dat toen Een ding is zeker, dat de sluikhandei in grooten bloei verkeert. Dit is echter een aanigelegenheid voor de Nederlanders, daar immers het bestuur in handen van de Neder landers Ugt, waarby ik zou willen opmerken, dat dit bestuur zich In toenemende mate moeite geeft de dingen in orde te brengen. Vooral de prijscontrole treedt scherp op en heeft reeds gevoeliige straffen tot een bedrag van een kwart millioen gulden opgelegd. Het publiek en wel de zjg. hoogere en betere standen moet men wakker schudden en men moet een beroep doen op hun solidaritelt met het geheele Nederlandsche vo!k. Wie lydt ten slotte schade door den sluikhandei Hetgeen de Duitsche instanties krachtens de afspra- ksn met de bevoegde Nederlandsche instan ties moeten verkrijgen, zullen zy ontvangen tot de Laatste gram toe. Wanneer dus ge- bruiksartikelen alsgevolg van den sluikhandei aan de geregelde distributie onttrokken wor den, dan draagt ulteandelyk het Nederland sche volk daarvan de lasten. Ik zou het doel- matig achten, wanneer juist aan de kringem, die als opkoopers van de in den sluikhandei voorradlge goederen in aanmerking komen, op een verheugend duidelijke wyze gezegd zou worden, dat op dit gebied het Nederlandsche socialisme, waarover thans zoo vaak gespro- ken wordt, een bewijs kan leveren van zyn waarde, opdat er geen verkeerde indruk ont- etaat van hetgeen de Nederlanders willen ver staan onder vrijheid. Ik ben er zeker van, dat de Nederlandsche arbeider deze beperkingen als feiten begrijpt, er mee relcening hcudt, maar deze materleele dingen niet als zoo essentieel beschouwt, dat hy zijn besluiten en zyn houding daarvan af- hankelijk stelt. Ook de Nederlandsche arbei der zoekt naar de nieuwe opvertting van maat- schappij en gemeenschap, die hem niet meer als voorwerp van uitbuiting of liefdadigheid fcehandeit, maar dlie juist in den arbeider den volksgenoot ziet, die met eigen rechten en met deze rechten overeenkomende plichten in het geheel van de volks gemeenschap staat, niet een arbeider, die af en toe een gift ont- vangt, maar een persoon, die een werkelyk aandeel heeft in het resultaat van den arbeid der gemeenschap. De werkeloosheid De Nederlandsche arbeider heeft overigems positief zijn standpunt bepaald: hy is aan het werk gegaan. Een jaar geleden waren er in dit land ongeveer driehonderdduizend be- taalde werkloozen, waarby nog de niet inge- schreven werkloozen kwamen. Deze toestand bestond cndianks het feit, dat Binds 26 Aug. 1939 een buitengewoon groot aantal arbeids- krachten als gevolg van de mobilisatie uit het bedrijfsleven was weggenomen. Op 1 Decem ber 1940 waren er in dit land nog slechts 138.000 werkloozen, ondanks de byna itolko- men uitgevcerde demobilisatie, hetgeen dus wil zeggen: ondanks het afzwaaien van de arbeidskrachten, die dienst gedaan hadden in het leger. Vele honderdduizenden hebben dus den weg naar den arbeid gekozen en gevon den. De door seizoenomstandighedien antstane stijging van het aantal werkloozen gedurende de wintermaanden is thans reeds voor de helft ingehaald. Ruim 118.000 Nederlanders hebben week in Duitschland gevonden. Na tuurlijk zegt de gruwelpropaganda, dat dit ender dwang gebeurd is. Ik verklaar, dat nog geen enkele Nederlander in Duitschland door de politie naar zyn werk gebracht is. Wanneer in den tegenwoordlgen moeilyken tyd een verschil gemaakt wordt tusscher. iemand, die werkloos is buiten zyn sohuld, wien men een dienovereenkomstige steunuit- keering moet geven, en de werkwillige, dan mag men in dergelyke economische maatre- gelen eerier gezomde controle van het eigen bedryfsleven geen dlwang zien: Wlat nu het aanvaarden van werk in Duitschland bet reft, moet men niet gelooven, dat hierachter de nedging schuilt, de Nederlanders aan hun va- derland te onttrekken. Het betreft hier maat- t-egelen, die uit den noodtoestand van den tegenwoordigen tyd1 voortspruiten. In de eco nomische plannen voor het nieuwe Europa is niet alleen geen enkel voomemen aanwezlg om Jiet tndustrieele peil van Nederland om- laag te drukken, doch kan, integendeel, in een nieuw geordendi EUropa een krachtige bloed Vcrwacht worden van een geheele reeks van takken van Industrie en bedryven, welke In dit land aanwezig zijn. Juist om aan de Nederlanders hier in eigen land werk te geven was het ons streven, zulk werk in dien vorm van overgehevelde orders vocr Nederland te reserveeren, opdat ook de ondewiemers hun positie konden handhaven en een gunstig be gin konden maken met den overgang nkar de vredesindustrie, waardoor tevens weer wordt mogelijk gemaakt, dat Nederlandsche arbeids- krachten in eigen land kunnen blijven. Om redenen van geheimhoudimg is het my niet mogelyk den omvang van deze aan Ne derland verstrekte orders bekend te maken. fn ieder geval hebben meer Nederlanders als gevolg van door Duitschland overgehevelde orders hier werk gekregen of hun werk be houden, dan er Nederlanders in Duitschland werk gevonden hebben. (Wtordt veivoigd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 6