ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.VOOR ZEEUWSCH.VLAANDEREN
De man die lachte
No. 10.176
MAANDAG 10 FEBRUARI 1941
81° Jaargang
Feuilleton
Binnenland
De Burgemeester van Terneuzen
maakt bekend, dat diegenen, die inkwar-
tiering hebben en recht op kolenbonnen
kunnen doen gelden zich niet meer tot de
Ortskommandantur, doch rechtstreeks tot
het distributiekantoor, Vlooswijkstraat 34,
moeten wenden.
Terneuzen, 10 Februari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
Sabotage beteekent gebrek aan
verantwoordelijkheidsgevoel.
Tusschen hamer en aambeeld.
ABOINNHMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,20, overige landen /2,65 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2075.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,82y2 Voor elken regel meer 0,20%.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSOHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGA VOND.
Er hebben de laatste maanden in Neder
land herhaaldelijk daden van sabotage plaats
gevonden ten aanzien van eigendommen der
Dultscihe weermacht en herhaaldelijk ook zijn
van de zijde der Nederlandsche overheid
daartegen scherpe waarschuwingen uitge-
geven. Dat dit niettemin nog onvoldoende
gehoipen heeft, bewijst hoe diep de verkeerde
instinoten geworteld zijn. die daartoe aan-
zetten.
Ale wlj de eenvoudige vernielzucht uitslui-
ten een eigenschap, die onze jeugd niet
vreemd is dan worden deze daden veelal
bedreven uit een venkeerd begrepen gevoel
van ,,vaderlandsliefde" dat er toe aanzet de
eigendommen van het bezettende leger te
vernielen. Ongetwijfeld in de verwachting,
dat het Duitsche leger daarvao schade zal
ondei-vinden en in zijn actie belemmerd zal
worden.
Bezien wij eerst even deze zijde van de
zaak, dan valt het dwaze van dit denkbeeld
al dadelijk op. Een macht als waarover de
Duitsche weermacht beschikt, waartegenover
het georganiseerde verzet van het geheele
Nederlandsche leger het slechts enkele dagen
kon volhouden, zal van de speldeprikken,
welke deze sabotage-daden teweeg brengen,
in 't gebeel niets bemerken. Het zal wel zoo
zijn, dat zij die deze daden bedrijven, of er toe
aanzetten, daarbij geinspireerd worden door
wat ons volk in den tachtigjarigen oorlog ge-
presteerd heeft. Maar daarbij wordt ver-
geten, dat de verhoudingen toen geheel an-
ders lagen. In dien tijd had een guerilla nog
zin en kans van slagen, daar het verschil in
kracht tusschen het bezettende leger en de
aanvallenden enkeling niet zoo heel groot
was, temeer, daar het individu over een uit-
gebreider terreinkennis beschikte. Bovendien
ging de strijd toen tegen een legermacht, die
volkomen vreemd was aan ons klimaat en
aan de eigenaardigheden van cozen bodem en
onzen volksaard. In den tegenwoordigen tijd
echter, met zijn gemoderniseerde en geme-
chaniseerde legers, is dit verschil in kracht
zoo uitzonderlijk groot geworden, dat een
individueel verzet volstrekt hopeloos is, waar-
bij nog komt, dat het Duitsche volk langs onze
grenzen woont en ten nauwste met het
Nederlandsche verwant is.
Veel belangrijker echter dan dit argument
van de hopeloosheid van den strijd, dat wij
hierboven aanhaalden, is het moreele argu
ment. Het plegen van daden van sabotage
zal allereerst vrjjwel steeds tot gevolg heb
ben, dat onschuldigen er onder zullen moeten
lijden. En hoewel de Duitsche overheid zich
daartegen heeft trachten te wapenen, door de
bekende verordening, volgens welke de boete
kan worden opgelegd aan eenige personen, die
moreel verantwoordelijk geacht kunnen wor
den voor de mentaliteit waaruit de sabotage-
daden voortvloeien, zal dit toch niet kunnen
verhinderen, dat de werkelijke daders niet en
enkele anderen wel gestraft zullen worden.
Maar vender is de groote principieele vraag,
of met deze daden inderdaad een Neder-
Door
GERARD FAIRLIE.
Uit het Engelsoh door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
13) Vervolg.
,,Dat is jammer. Want, hoewel Scotland
Yard gerust met al zijn hulpmiddelen tegen
mij te velde mag torekken, beschouw ik jou of
je vriend Ackland niet als wettige tegen-
standers. Laat mij je zeggen waarom: mijn
mannen hebben de laatste paar maanden ge-
legenheid gehad de werkwijzen en het licha-
melijk uiterlijk van ieder lid van den staf van
Yard te bestudeeren. Ieder van deze kunnen
zij nu op een mijl afstands herkennen, voor-
namelgk onzen wederzijdschen vriend, den
met weinig verbeeldingskracht begaafden
Williams."
Vic bield met zijn verhaal op en glimlacbte
tegen Williams; deze laatste, een zeer be-
daard man, lachte terug.
,,Maar niet alien van hen kennen jou, en
nog veel minder je vriend. Jelui zijn, bij wijze
van spreken, neutralen. Als je dat wenscht
te blijven, zul je je niet verder met mijn
zaken bemoeien, en na het kleine lesje dat ik
je vanavond gegeven heb. Druk ik mij vol
komen duidelijk uit?"
,,Ik antwoordde dat ik hem duidelijk be-
greep."
,,Miooi zoo. Welnu, bedenk je nog eens, en
voornamelij'k wanneer je naar de woning van
Ackland teruggaat. Daar wacht je een ver-
rassing.Tusschen twee haakjes, mijn ge-
lukwenschen met het doorzien van mijn plan-
netje met dien lokvogel. Ik had last gegeven,
dat je slechts lichtelijk bewerkt moest wor-
landsch helang gediend wordt. Naar onze
meening allerminst. Het helang van Neder
land ligt onder de huidige omstandigheden
daarin, dat getracht moet worden met alle
krachten waarover ons volk beschikt, het
volk tot leven en ontwikkeling te brengen,
teneinde het weer een vooraanstaande plaats
te doen innemen in het groelende nleuwe be-
stel in Europa. Deze daden van sabotage
komen voort uit hetzelfde negativisme, dat
zcoveie kringen van ons volk ertoe brengt in
een lustelooze houding aan den kant van den
weg te blijven staan, waarlangs de anderen
opmarcheeren. En het aureool van moed en
heldhaftighedd dat de sabotage-plegers zich-
zelf om de slapen leggen, bestaat slechts in
schijn. Het is altijd veel gemakkelijker een
beroep te doen op de negatieve instincten
van een volk en in 't bijzonder van een
volk als het Nederlandsche, dat toch al een
sterke neiging heeft tot individueele daden
van kwajongensachtigheid dan om te
trachten door de lustelooze en afwijzende
houding heen te breken en positieven opbouw
te heginnen.
Wij hopen van harte, dat men in dit op-
zicht van de dwalingen zijns weegs terug zal
keeren. Want woekert deze ,,levenshouding"
voort, dan zal zij onvermijdelijk lelden tot
steeds duidelijker sahotagedaden en er ten
slotte in moeten resulteeren, dat de Duitsche
weermacht tot waarlijk ernstige maatregelen
haar toevludht zal moeten nemen, welke voor
een zeer langen tijd zoo niet voor goed
de Nederlandsoh-Duitsche verstandhouding
zullen verstoren. Waardoor de saboteurs dan
bereikt zullen hebben, dat van een inschake-
ling van Nederland in het Europeesch best el
niets zal komen, althans niet op zulk een
wijze, dat dit een Nederlandsche zaak zal
zijn.
Wij doen een beroep op alien, die over vol-
doende verantwoordelijkheidsgevoel beschik-
ken, om dit te helpen voorkomen.
(Nadruk verboden.)
In een dezer dagen te 's-Gravenhage ge-
houden vergadering heeft, schrijft de Haag-
sche Crt., zooals men in ons verslag heeft
kunnen lezen, de directeur-generaal voor de
voedselvoorziening, de heer Louwes, nog eens
nadrukkelijk gewezen op den thans in ons
land zoo moeilijken toestand ten aanzien van
de voedselvoorziening der bevoIking. ,,Aller
plicht zoo zeide hij o.m. is te zorgen,
dat het Nederlandsche volk aan het eten
blijft. Valt de organisatie in elkander, dan
doet de honger zijn intrede". Met deze ern
stige woorden deed hij een beroep op mede-
werking, waarbij hij zich voor goeden raad
en juiste critiek altijd openstelde.
Mien behoeft niet diep na te denken, over
de omstandigheden van nu en de mogelijk-
heden van de toekomst, om in te zien, van
welk een geweldigen erast deze zaak inder
daad is en hoe buitengewoon groot de ver-
antwoordelijkheid van hen, die door gebrek
aan medewerking, zelfs tegenwerking, of door
een niet-juiste, niet-zakelijke, of niet-opbou-
wende critiek het gevaar zouden scbeppen,
dat het gevreesde spookbeeld van den bonger
ons land zou binnentreden.
De woorden van ir. Louwes brengen de
pijnlijke positie in herinnering, waarin in dit
opzicbt bet bezette gebied verkeert en waar
op wij reeds vroeger hebben gewezen. En dan
gebiedt de waarheid, dat wij, zelfs met een
zekere dankbaarheid, erkennen, dat wij ten
aanzien van den toestand der levensmidde-
lenvoorziening nog niet zoozeer te klagen
hebben als wij het oog richten naar onze lot-
genooten in Belgie en in streken van Frank-
rijk. Hetgeen leden der Hoover-commissie
den. Een gebroken been of zooiets, begrijp
je, om je te dwingen rust te houden."
„Ik begrijip het," zei ik. „Het spijt me, dat
ik je goede voomemens heb laten mlslukken."
„Geen sprake van", zei de stem, ,,als het
moet kan het gemakkelijk op een anderen
tijd gebeuren. Enfin, wel te rusten. En om
je de moeite te sparen, probeer niet uit te
visschen van waar ik met je getelefoneerd
heb. Ik zal het je zelfs zeggen de publieke
telefooncel in het station Piccadilly van den
Ondergrondsche.
,,'Ik hoorde de verbinding afbreken, toen hij
den hoorn ophing en verliet de telefooncel,
door gedachten bestormd. Er viel hoege-
naamd niets te doen. De eerste ronde was
afgelegd, en er bestond weinig twijfel om-
trent wie haar gewonnen had.
„Ik keerde naar hier terug, en bij mijn
aankomst vertelde Smith mij van den armen
Anderson. Dat was blijkbaar de verrassing,
die de Octopus mij toegezegd had. Maar het
kwam mij voor, dat de moord een zeer bijzon-
dere beteekenis had, Jack, voor jou en voor
mij. Het was mij volkomen duidelijk, dat
Anderson louter vermoord werd om ons af-
schrik in te boezemen. Wij zijn beleefd en
met de meeste duidelijkbeid gewaarschuwd er
met onze handen af te blijven, en ik twijfel
niet of wij zullen van dit oogenblik af streng
in het oog gehouden worden, ten einde te
kunnen opmaken welken weg wij besloten
hebben in te slaan."
Vic nam zijn glas op en ledigde het. Ver-
volgens zag hij mij aan en glimlachte.
,,Prettig vooruitzicht, niet waar?"
'Voor het oogenblik sprak niemand; het
was inderdaad een prettig vooruitzicht voor
ons. Als iemand het van het standpunt van
den Octopus bekeek, waren wij nog niet zoo
slecht behandeld. 'Het zou een eenvoudige
zaak geweest zijn, inplaats van Anderson,
Vic of mij te vermoorden, en toch was de
Octopus daartoe niet overgegaan en had hij
zich tevreden gesteld met een zeer uitdruk-
kelijke waarschuwing, want ik twijfelde er
niet aan' of Vic had de beweegreden voor den
moord juist geraden.
een Amerikaansche commissde die plannen
heeft overwogen om de bevolking van de
meest nooddruftige deelen der bezette gebie-
den van het noodzakelijkste te voorzien), die
ook in ons land zijn geweest, over Belgie
hebben gerapporteerd schijnt zeer veront-
rustend te zijn, zeli.; voor een zeer nabije
toekomst.
Het Duitsche Rijk, zelf in de eerste plaats
doelwit van de scherpe Engelsche blokkade,
acht zich volkenrechtelijk, noch moreel ver-
plicbt, de voeding van de bevolking der be
zette gebieden te waarborgen als die voeding
in de verdrukking komt door het feit, dat
Engeland de blokkade uitbreidt over die ge
bieden, ongeacbt of het bondgenooten of ex-
bondgenooten betreft. Duitschland baseert
deze houding op de reeds herhaaldelijk van
Duitsche en ook van ahdere zijde geuite cri
tiek, volgens welke de Engelsche blokkade-
politiek in strijd is met volkenrecht en mo-
raal. De bevolking van de bezette gebieden
geraakt met dit al in de klem tusschen hamer
en aambeeld. Het is ia zekeren zin al mooi,
dat aan't Nederlandsche volk door den Rijks-
commissaris is toegezegd, dat 't in ejk geval
tijdens de bezetting economisch niet meer zal
hebben te lijden onder den oorlog dan het
Duitsche volk zelf, maar daarmede is men
in andere gebieden waar de nood zooveel
scherper is, niet gebaat. Het gaat hier niet
alleen om ons.
De goede plannen van het Hoover Relief
Committee om uit Amerika voedsel naar de
m'eest nooddruftige bezette gebieden te zen-
den, zijn tot dusver op niets uitgeloopen, ook,
al wil het comite waarborgen scheppen, dat
het gezondene werkelijk ultsluitend aan de
bevolking dier gebieden zal ten goede komen.
Engeland meent blijkbaar, dat deze plannen
niet in overeenstemming en in het belang
van zrjn oorlogvoening zijn. Het is niet verder
gegaan dan een schip van het Amerikaansche
Roode Kruis voor eenmaal toestemming te
verleenen voor het transport van vitaminen,
gecondenseerde melk en kinderkleertjes naar
Fransch gebied. En het is nog maar kort
geleden, dat een schip de „Mendoza" waar-
mee de Fransche regeering eenige zeer on-
misbare goederen uit Zuid-Amerika wilde be-
trekken, daarin door de Britsche vloot werd
verhinderd.
Bezorgd vraagt men sieh af, of daarin nu
werkelijk niets te veranderen is. De Engel
sche regeering heeft er geen enkel belang bij,
dat de aan de oorlogvoering onttrokken be
volking der door zrjn tegenstander bezette ge
bieden door het zwaard van den honger wordt
gekastijd, met alle ellende die daaraan vast
zit. Het heeft er natuurlijk alle belang bij,
dat die tegenstander eventueel niet zal pro-
fiteeren van hetgeen met Engelands goedvin-
den aan bedoelde bevolking zou worden ge-
zonden. In den vorigen oorlog bleek het
mogelijk, onder deze voorwaarde en onder
controle de noodlijdende Belgen te helpen,
zou er dan ditmaal niet een weg te vinden,
of althans te zoeken zijn, nu men van Duit
sche zijde toch heeft doen blijken, van zijn
bereidbeid om mee te werken? Zien wij met
name naar Belgie en Frankrijk, waar men
ten aanzien van de voedselvoorziening reeds
heel wat bedenkelijker dan in ons land tus
schen hamer en aambeeld is geraakt, dan
schijnt de tijd w£l te dringen.
GROENTETEELT VOOR PARTICLLIEKEN.
In verband met de tijdsomstandigheden
heeft de afdeeling NaardenBussum en om-
streken van de Ned. Maatschappij voor Tuin-
bouw en Plantkunde in haar gehouden ver
gadering een lofwaardig besluit genomen.
Daar vele particulieren thans hiertoe
,,En", zei inspecteur Williams plotselitig,
de stdlte verbrekende. ,,wat zijt gij beiden
voomemens nu te doen?"
Terwijl hij sprak, sloeg ik hem scherp gade,
en ik schepte er behagen in op te merken,
dat zijn gelaatstrekken een lichte onzeker-
heid en angst verrieden. Ik maakte hem
daar van geen verwijt; hij kende Vic niet zoo
als ik hem kende, en hij gaf zich degelijk
rekenschap. dat het verlies van zulk een
maehtigen bondgenoot zijn taak om den
Octopus te vatten dubbe] zou verzwaren.
„Te doen?" zei Vic. „Wat mij betreft zal
ik nog een glas bier nemen. en dan zal ik de
grjjze materie aan het werk zetteci om de
vemietiging van den Octopus te bepeinzen."
Williams loosde een zucht van verademing
en zag daama vragend naar mij. Ik merkte
op, dat Vic aandachtig naar mij keek.
„Voor zooveel mij aangaat," zei ik op vas-
ten toon, „ik heb den moord op mijn armen
vriend Anderson te wreken. Deze wreede
daad van den Octopus was slecht berekend;
als iets mij in deze zaak had kunnen mengen,
dari was het die daad van geweld. Maar er
is een ding, dat ik gaarme onder jelui beider
aandacht zou willen brengen, en het is dit
Je herinnert je zijn brief? Zijn opmerkingen
omtrent „met of zonde;' geweld, naar gelang
van persoonlijken smaak"? Welnu, wij weten
nu voldoende welk soort man hij is en dat hij
voor niets terugdeinst, zoodat ik niet geloof.
dat wij Jean mogen vergunnen eenig aandeel
in de zaak te nemen. Het is geen zaak voor
een vrouw; het is onbetwistbaar mannen-
werk, en mijn meening is dat het als zoo-
danig beschouwd moet blijven."
„Bravo! Bravo!" riep Vic.
Williams was in tweestrijd.
„Ik erken uw bezwaren, mijnheer Ackland,"
zei hij, ,,en kan niet anders zeggen dan dat
ge gelijk hebt. Maar ik geloof niet, dat haar
te Wiheen's Ditch eenig kwaad zou kunnen
overkomen, ziet ge, omd&t de Octopus haar
niet kent. Niets wat zij te doen heeft zal
haar aan hem bekend makem en zij zou ons
van buitengewonen dienst kunnen zijn. Wat
zegt gij er van, mynheer Caryll?"
genoodzaakt door het vraajgstuk der voedsel
voorziening zelf bun groenten verbouwen,
heeft de afdeeling Naarden-Bussum beslo
ten tot het organiseeren van een cursus voor
particulieren in eenvoudige groenteteelt. De
lessen zullen zich o.m. uitstrekken tot het
geven van inlichtingen over het te gebruiken
zaad, het indeelen der tuinen en over hetgeen
geschikt is voor de Gooische hooge gronden.
Naar gemeld wordt heeft de afdeeling Bloe-
mendaal ook een dergelijk besluit genomen.
HERVATTING LESSEN AAN DE
UNIVERSITEITEN EN HOOGESCHOLEN.
Het Nationale Dagblad meldt:
Dezer dagen zijn aan de universiteiten en
hoogescholen van Nederland ook aan die
te Leiden en Delft, die eind 1&40 op last der
Duitsche autoriteiten waren gesloten de
lessen en examens weer hervat.
DE WINTERHULPACTIE HEEFT TOT
NOG TOE BUNA DRIE MILLIOEN
OPGEBRACHT.
Naar aanleiding van het feit, dat de stich-
ting Winterhulp Nederland thans ongeveer
drie maanden bestaat, heeft een verslaggever
van het A.N.P: een onderhoud gehad met
een van de naaste medewerkers van den
heer Piek, over den gang van zaken en over
de resultaten gedurende deze periode.
IHieraan wordt het volgende ontleend:
Toen Winterhulp Nederland eind October
1940 werd opgericht, was er geen enkele
organisatie op dit gebied, terwijl daarbij nog
kwam, dat dit mooie soeiale werk hrj de
groote massa van onze bevolking nagenoeg
nog geen bekendheid genoot en de meeste
Nederlanders hiervan slechts op de hoogte
waren door de steeds in succes stijgende
resultaten van de Winterhilfe in Duitschland.
Doch thans is dit reeds anders geworden.
Ook in Nederland heeft de gedachte van de
Winterhulpactie weerklank gevonden en ge-
leidelrjk heeft het Nederlandsche publiek
zich meer en meer en in steeds breeder lagen
met dit werk vertrouwd gemaakt en er zrjn
sympathie aan gegeven.
Dit blijkt ook wel duidelijk uit de tot dus
ver behaalde resultaten. Want bij een be-
schouwing van de binnengekomen gelden kan,
zonder op de juiste uitkomst vooruit te loo-
pen, gevoeglijk worden aangenomen, dat in
de afgeloopen drie maanden bet Nederland
sche volk niw geschat 3 millioen gulden heeft
bijeengebracht.
Daamaast is bet verbeugend te kunnen
constateeren, dat op dit oogenblik ongeveer
hetzelfde bedrag voor de behoeftige Neder
landers bescbikbaar is gesteld.
De directeur-generaal heeft zich n.l. op
het standpunt gesteld, dat in deze koude-
periode de belangen van de beboeftigen
voor moesten gaan en daarom heeft hij geen
moment geaarzeld in Januari alle ingekomen
fondsen direct voor uitkeering ter beschik-
king van de burgemeesters te stellen, natuur
lijk in het vaste vertrouwen, dat ook de vol
gende collecten deze gedragslijn ten voile
zullen rechtvaardigen, zoodat hij eveneens hij
de eerstkomende uitkeering in staat zal zijn
den dringenden nood zooveel mogelijk te leni-
gen. In dit verband moge de hoop worden
uitgesproken, dat dit vertrouwen niet zal
worden beschaamd en dit zal zeker niet ge
beuren, indien iedere Nederlander, die iets
kan missen naar vermogen zijn bijdrage
offert ten bate van zijn landgenooten, die in
minder gelukkige omstandigheden verkeeren.
Dit is een soeiale plicht, waarvan alien moe
ten zijn doordrongen, terwijl men bovendien
na het brengen van zijn offer de voldoening
kan smaken, dat mede daardoor opnieuw
een zonnestraal kan worden gebracht in vele
Vic dacht een oogenblik na; toen keerde hij
zich met een half verotitschuldigend glim-
iachje tot mij.
„Ik hen geneigd Williams gelijk te geven,"
zei hij. ,,Alles bijeen genomen, beste kerel,
kan ik je wensch haar buiten dit alles te hou
den volkomen billijken, maar toch, zij kan
van onberekenbaar nut zijn alleen door de
oogen geopend te houden, en door dat te doen
kan zij zich nooit aan den Octopus verraden.
Ik stel voor, dat het haar vergund wordt naar
Wheen's Ditch te gaan, min of meer te onzen
bate, zooals overeengekomen, en van dan af
moet zij volkomen buiten de zaak gehouden
worden."
Williams knikte ten teeken van instem-
ming, en ik ging op het voorstel in! Ik was
er niet geheel door bevredigd, maar niette
min voelde ik de kracht van hun argumenten,
en ik wist niet wat ik er verder aan moest
toevoegen. Jean zelve, de Hemel zegene haar,
had uit eigen beweging haar hulp aangebo-
den, de omstandigheden kennende.
,.Dus", zei Williams, ,,hoe zullen wij de
pogingen van den Octopus tijdens het feest op
Wheen's Ditch verijdelen?"
,,Is de hertog gewaarschuwd?" vroeg ik.
,,Ja. Er zijn voor bet bal extra kellners
gehiuurd en ik geloof, dat het gevaar daar
gezocht moet worden. In ieder geval, ten
einde alles zooveel mogelijk onder de oogen
te zien, heb ik daar vier van mijn bekwaam-
ste mannen, die op de gewene wijze onder de
extra's" gesmokkeld zijn."
,,Goed," zei Vic. ,,Ik zie niet in wat we
op 't oogenblik verder doen kunnen, maar om
te beginnen zou een goede nachtrust uitste-'
kend zfn. Ik stel dus voor, dat we ons mor-
genochtend alien naar het dorp begeven, ten
einde ter plaatse te zijn als het noodig is."
,,Dat is een verstandig woord," zei Wil
liams.
..Afgesproken dus" Vic stond luid geeu-
wende op. ,,Mijn hoed en mijn stok, gedien-
stlge geest! Ik ga naar bed. Maar ik wensch
van harte, dat ik iets verzinnen kon om dien
Octopus in den waan te brengen, dat wij over-
gezinnen, welke tot dusver helaas dergelqke
warmtestralen veelal moesten ontberen.
Moge daarom de komende collecte op 14
en 15 Februari staan in den zin van het vol
gende rijm:
Geeft wat ge kunt
Voor arme landgenooten,
Hun zij gegund,
Wat gij reeds hebt genoten.
iSchenkt daarom mild,
Om 't lflden te verzachten,
De nood zij dan gestild
Vervuld het blij verwachten.
Opbrengst en uitkeering.
In het onderhoud kwam verder ter sprake
de vraag, hoe het mogelijk is, dat gemeenten
een grooter bedrag voor uitkeeringen ont-
vangen dan de opbrengst van de collecten in
de desbetreffende gemeente is. Hierbij moet
in het oog worden gehouden, dat er naast de
opbrengst der collecten ook nog een aan-
zienlijk bedrag aan giften binnenvloeit. Zoo
werd b.v. in November ontvangen 800.000
gulden van de collecte en 600.000 gulden aan
giften. Hiervan is toen in December 900.000
gulden uitgekeerd', terwijl bet overgebleven
gedeelte in Januari gevoegd is bij het nadien
ontvangen bedrag aan collecten en giften,
als gevolg waarvan de meeste gemeenten in
Januari meer hebben kunnen krijgen dan de
laatste opbrengst der collecte.
Uit bet voorgaande blijkt voorts wel duide
lijk, dJt en zulks in tegenstelling met
allerlei wilde geruchten in de groei-periode
van Winterhulp Nederland al bet door de
Nederlanders bijeengebrachte geld voor be
hoeftige Nederlanders is besteed.
In dit verband moge er nog even aan wor
den herinnerd, dat in het begin der Winter-
hulp-actie bij een deel van bet Nederlandsche
publiek het bezwaar bestond, dat de bezet
tende overheid behulpzaam is geweest bij de
oprichting der stichting. Uit de besteding
van de gelden kan men echter zien, dat er
een Nederlandscb belang mee is gediend en
aan bet eind van deze eerste drie maanden
werken mag tocb wel worden geconstateerd,
dat de bulp, welke de bezettende macht bij de
oprichting van deze soeiale installing heeft
verleend, allerminst laakbaar, doch integen-
deel te waardeeren is geweest.
Verder kan worden vastgesteld, dat bet
hiervoor genoemde resultaat van de Winter-
hulp-actie is bereikt ondanks het aanvanke-
lijk ontbreken van eenige organisatie.
De geheele last van het werk heeft de
eerste twee maanden na de oprichting gerust
op de schouders van den beer Piek en van
een klein aantal vaste medewerkers benevens
op die van de commissarisen van de pro-
vincies en van de burgemeesters.
Eerst omstreeks Kerstmis zijn de werk-
zaamheden van de provinciale bureaux van
Winterhulp Nederland begonnen, welke
bureaux een groot gedeelte van het organi-
satorisch werk op zich hebben genomen.
Het goed functionneeren van de inzame-
lingen en van de uitdeeling aan de beboef-,
tigen zal echter eerst kunnen geschieden,
wanneer de geheele organisatie, welke dan
voor 99 procent door vrjjwillige medewer
kers zal worden gedragen, tot stand is ge-
komen. Maar inmiddels mochten de behoef
tige Nederlanders niet op dezen opbouw van
de organisatie wachten en daarom is gedu
rende de afgeloopen drie maanden het werk
zoo goed en zoo kwaad als het ging ten uit-
voer gebracht.
Geleidelijk is echter de opbouw voltooid en
van nu af komt het aan op den inzet van
hen, die zich als vrrjwillige medewerkers be-
schikbaar hebben gesteld.
En de rest van het Nederlandsche volk zal
zich moeten realiseeren, dat het door het
brengen van zijn offer het belangrijkste deel
van het werk op zich moet nemen.
eenkomstig zijsi wenschen niet langer de hand
in het spel hebben!"
HOOFDSTUK VT.
Den volgenden morgen bij mijn ontwaken
golfde het zonlicht mijn kamer binnen. Toen
ik de eerste oogenblikken stil bleef liggen om
langzamerhand tot mijn voile bewustzijn te
geraken, verwonderde het mij eerst waarom
de gebruikelijke kop thee niet op het tafeltje'
naast mijn bed stond. Toen stond de naakte'
waarheid opeens voor me, en de gebeurtenis-
sein van den vorigen avond keerden in mijn
geheugen terug. Ik zat in een wip overeind
en keek op mijn armband-horioge. dat op het
tafeltje lag. Het was vijf minuten over
negen.
Ik sprong mijn bed uit, verontwaardigd dat
ik mij zoo lang verslapen had, toen een be-
scheiden kloppen op de deur terstond gevolgd
wend door het binnenkomen van Smith met
een kannetje warm water.
„Goeden morgen, mijnheer," zed hij, vrij
verlegeci, naar het mij voorkwam. ,,Neem me
niet kwalijk, mijnheer, maar ik kon niet
overweg met het warmwatertoestel, zoodat
ik maar wat warm water in een kannetje
boven gebracht heb, opdat ge u zoudt kunnen
scheren."
Goeden morgen, Smith. Hoe laat ben je
hier teruggekomen
.Kort nadat ge naar bfd gegaan waart,
mijnheer. Ik loste den agent af, en was zoo
vrrj mij op den divan in uw kamer te slapen
te leggen, ten einde bij de hand te zijn. als
er getelefoneerd werd."
Ik lachte.
,.Ik hoop dat je lekker gelegen hebt. Is er
iets in huis voor het ontbijt, Smith, of moe
ten we uit gaan en elders ontbijten?"
..Goede genade, neen, mijnheer! Ik heb
wat spek en een paar eieren gevonden
daarvan kan ik iets lekkers klaar maken,
mijnheer. Is u over een paar minuten ee-
reed
..Binnen een oogenblik, Smith. Dank je
voor het scheerwater."
(Wordt vervolgd.