ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.VOOR ZEEUWSCH.VLAANDEREN De man die lachte No. 10.176 MAANDAG 10 FEBRUARI 1941 81° Jaargang Feuilleton Binnenland De Burgemeester van Terneuzen maakt bekend, dat diegenen, die inkwar- tiering hebben en recht op kolenbonnen kunnen doen gelden zich niet meer tot de Ortskommandantur, doch rechtstreeks tot het distributiekantoor, Vlooswijkstraat 34, moeten wenden. Terneuzen, 10 Februari 1941. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. Sabotage beteekent gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel. Tusschen hamer en aambeeld. ABOINNHMENTSPRIJS: Binnen Terneuzen 1,42 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,73 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,60 per jaar Voor Belgie en Amerika 2,20, overige landen /2,65 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: N.V. Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2075. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,82y2 Voor elken regel meer 0,20%. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 52 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSOHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGA VOND. Er hebben de laatste maanden in Neder land herhaaldelijk daden van sabotage plaats gevonden ten aanzien van eigendommen der Dultscihe weermacht en herhaaldelijk ook zijn van de zijde der Nederlandsche overheid daartegen scherpe waarschuwingen uitge- geven. Dat dit niettemin nog onvoldoende gehoipen heeft, bewijst hoe diep de verkeerde instinoten geworteld zijn. die daartoe aan- zetten. Ale wlj de eenvoudige vernielzucht uitslui- ten een eigenschap, die onze jeugd niet vreemd is dan worden deze daden veelal bedreven uit een venkeerd begrepen gevoel van ,,vaderlandsliefde" dat er toe aanzet de eigendommen van het bezettende leger te vernielen. Ongetwijfeld in de verwachting, dat het Duitsche leger daarvao schade zal ondei-vinden en in zijn actie belemmerd zal worden. Bezien wij eerst even deze zijde van de zaak, dan valt het dwaze van dit denkbeeld al dadelijk op. Een macht als waarover de Duitsche weermacht beschikt, waartegenover het georganiseerde verzet van het geheele Nederlandsche leger het slechts enkele dagen kon volhouden, zal van de speldeprikken, welke deze sabotage-daden teweeg brengen, in 't gebeel niets bemerken. Het zal wel zoo zijn, dat zij die deze daden bedrijven, of er toe aanzetten, daarbij geinspireerd worden door wat ons volk in den tachtigjarigen oorlog ge- presteerd heeft. Maar daarbij wordt ver- geten, dat de verhoudingen toen geheel an- ders lagen. In dien tijd had een guerilla nog zin en kans van slagen, daar het verschil in kracht tusschen het bezettende leger en de aanvallenden enkeling niet zoo heel groot was, temeer, daar het individu over een uit- gebreider terreinkennis beschikte. Bovendien ging de strijd toen tegen een legermacht, die volkomen vreemd was aan ons klimaat en aan de eigenaardigheden van cozen bodem en onzen volksaard. In den tegenwoordigen tijd echter, met zijn gemoderniseerde en geme- chaniseerde legers, is dit verschil in kracht zoo uitzonderlijk groot geworden, dat een individueel verzet volstrekt hopeloos is, waar- bij nog komt, dat het Duitsche volk langs onze grenzen woont en ten nauwste met het Nederlandsche verwant is. Veel belangrijker echter dan dit argument van de hopeloosheid van den strijd, dat wij hierboven aanhaalden, is het moreele argu ment. Het plegen van daden van sabotage zal allereerst vrjjwel steeds tot gevolg heb ben, dat onschuldigen er onder zullen moeten lijden. En hoewel de Duitsche overheid zich daartegen heeft trachten te wapenen, door de bekende verordening, volgens welke de boete kan worden opgelegd aan eenige personen, die moreel verantwoordelijk geacht kunnen wor den voor de mentaliteit waaruit de sabotage- daden voortvloeien, zal dit toch niet kunnen verhinderen, dat de werkelijke daders niet en enkele anderen wel gestraft zullen worden. Maar vender is de groote principieele vraag, of met deze daden inderdaad een Neder- Door GERARD FAIRLIE. Uit het Engelsoh door Jhr. R. H. G. NAHUYS. 13) Vervolg. ,,Dat is jammer. Want, hoewel Scotland Yard gerust met al zijn hulpmiddelen tegen mij te velde mag torekken, beschouw ik jou of je vriend Ackland niet als wettige tegen- standers. Laat mij je zeggen waarom: mijn mannen hebben de laatste paar maanden ge- legenheid gehad de werkwijzen en het licha- melijk uiterlijk van ieder lid van den staf van Yard te bestudeeren. Ieder van deze kunnen zij nu op een mijl afstands herkennen, voor- namelgk onzen wederzijdschen vriend, den met weinig verbeeldingskracht begaafden Williams." Vic bield met zijn verhaal op en glimlacbte tegen Williams; deze laatste, een zeer be- daard man, lachte terug. ,,Maar niet alien van hen kennen jou, en nog veel minder je vriend. Jelui zijn, bij wijze van spreken, neutralen. Als je dat wenscht te blijven, zul je je niet verder met mijn zaken bemoeien, en na het kleine lesje dat ik je vanavond gegeven heb. Druk ik mij vol komen duidelijk uit?" ,,Ik antwoordde dat ik hem duidelijk be- greep." ,,Miooi zoo. Welnu, bedenk je nog eens, en voornamelij'k wanneer je naar de woning van Ackland teruggaat. Daar wacht je een ver- rassing.Tusschen twee haakjes, mijn ge- lukwenschen met het doorzien van mijn plan- netje met dien lokvogel. Ik had last gegeven, dat je slechts lichtelijk bewerkt moest wor- landsch helang gediend wordt. Naar onze meening allerminst. Het helang van Neder land ligt onder de huidige omstandigheden daarin, dat getracht moet worden met alle krachten waarover ons volk beschikt, het volk tot leven en ontwikkeling te brengen, teneinde het weer een vooraanstaande plaats te doen innemen in het groelende nleuwe be- stel in Europa. Deze daden van sabotage komen voort uit hetzelfde negativisme, dat zcoveie kringen van ons volk ertoe brengt in een lustelooze houding aan den kant van den weg te blijven staan, waarlangs de anderen opmarcheeren. En het aureool van moed en heldhaftighedd dat de sabotage-plegers zich- zelf om de slapen leggen, bestaat slechts in schijn. Het is altijd veel gemakkelijker een beroep te doen op de negatieve instincten van een volk en in 't bijzonder van een volk als het Nederlandsche, dat toch al een sterke neiging heeft tot individueele daden van kwajongensachtigheid dan om te trachten door de lustelooze en afwijzende houding heen te breken en positieven opbouw te heginnen. Wij hopen van harte, dat men in dit op- zicht van de dwalingen zijns weegs terug zal keeren. Want woekert deze ,,levenshouding" voort, dan zal zij onvermijdelijk lelden tot steeds duidelijker sahotagedaden en er ten slotte in moeten resulteeren, dat de Duitsche weermacht tot waarlijk ernstige maatregelen haar toevludht zal moeten nemen, welke voor een zeer langen tijd zoo niet voor goed de Nederlandsoh-Duitsche verstandhouding zullen verstoren. Waardoor de saboteurs dan bereikt zullen hebben, dat van een inschake- ling van Nederland in het Europeesch best el niets zal komen, althans niet op zulk een wijze, dat dit een Nederlandsche zaak zal zijn. Wij doen een beroep op alien, die over vol- doende verantwoordelijkheidsgevoel beschik- ken, om dit te helpen voorkomen. (Nadruk verboden.) In een dezer dagen te 's-Gravenhage ge- houden vergadering heeft, schrijft de Haag- sche Crt., zooals men in ons verslag heeft kunnen lezen, de directeur-generaal voor de voedselvoorziening, de heer Louwes, nog eens nadrukkelijk gewezen op den thans in ons land zoo moeilijken toestand ten aanzien van de voedselvoorziening der bevoIking. ,,Aller plicht zoo zeide hij o.m. is te zorgen, dat het Nederlandsche volk aan het eten blijft. Valt de organisatie in elkander, dan doet de honger zijn intrede". Met deze ern stige woorden deed hij een beroep op mede- werking, waarbij hij zich voor goeden raad en juiste critiek altijd openstelde. Mien behoeft niet diep na te denken, over de omstandigheden van nu en de mogelijk- heden van de toekomst, om in te zien, van welk een geweldigen erast deze zaak inder daad is en hoe buitengewoon groot de ver- antwoordelijkheid van hen, die door gebrek aan medewerking, zelfs tegenwerking, of door een niet-juiste, niet-zakelijke, of niet-opbou- wende critiek het gevaar zouden scbeppen, dat het gevreesde spookbeeld van den bonger ons land zou binnentreden. De woorden van ir. Louwes brengen de pijnlijke positie in herinnering, waarin in dit opzicbt bet bezette gebied verkeert en waar op wij reeds vroeger hebben gewezen. En dan gebiedt de waarheid, dat wij, zelfs met een zekere dankbaarheid, erkennen, dat wij ten aanzien van den toestand der levensmidde- lenvoorziening nog niet zoozeer te klagen hebben als wij het oog richten naar onze lot- genooten in Belgie en in streken van Frank- rijk. Hetgeen leden der Hoover-commissie den. Een gebroken been of zooiets, begrijp je, om je te dwingen rust te houden." „Ik begrijip het," zei ik. „Het spijt me, dat ik je goede voomemens heb laten mlslukken." „Geen sprake van", zei de stem, ,,als het moet kan het gemakkelijk op een anderen tijd gebeuren. Enfin, wel te rusten. En om je de moeite te sparen, probeer niet uit te visschen van waar ik met je getelefoneerd heb. Ik zal het je zelfs zeggen de publieke telefooncel in het station Piccadilly van den Ondergrondsche. ,,'Ik hoorde de verbinding afbreken, toen hij den hoorn ophing en verliet de telefooncel, door gedachten bestormd. Er viel hoege- naamd niets te doen. De eerste ronde was afgelegd, en er bestond weinig twijfel om- trent wie haar gewonnen had. „Ik keerde naar hier terug, en bij mijn aankomst vertelde Smith mij van den armen Anderson. Dat was blijkbaar de verrassing, die de Octopus mij toegezegd had. Maar het kwam mij voor, dat de moord een zeer bijzon- dere beteekenis had, Jack, voor jou en voor mij. Het was mij volkomen duidelijk, dat Anderson louter vermoord werd om ons af- schrik in te boezemen. Wij zijn beleefd en met de meeste duidelijkbeid gewaarschuwd er met onze handen af te blijven, en ik twijfel niet of wij zullen van dit oogenblik af streng in het oog gehouden worden, ten einde te kunnen opmaken welken weg wij besloten hebben in te slaan." Vic nam zijn glas op en ledigde het. Ver- volgens zag hij mij aan en glimlachte. ,,Prettig vooruitzicht, niet waar?" 'Voor het oogenblik sprak niemand; het was inderdaad een prettig vooruitzicht voor ons. Als iemand het van het standpunt van den Octopus bekeek, waren wij nog niet zoo slecht behandeld. 'Het zou een eenvoudige zaak geweest zijn, inplaats van Anderson, Vic of mij te vermoorden, en toch was de Octopus daartoe niet overgegaan en had hij zich tevreden gesteld met een zeer uitdruk- kelijke waarschuwing, want ik twijfelde er niet aan' of Vic had de beweegreden voor den moord juist geraden. een Amerikaansche commissde die plannen heeft overwogen om de bevolking van de meest nooddruftige deelen der bezette gebie- den van het noodzakelijkste te voorzien), die ook in ons land zijn geweest, over Belgie hebben gerapporteerd schijnt zeer veront- rustend te zijn, zeli.; voor een zeer nabije toekomst. Het Duitsche Rijk, zelf in de eerste plaats doelwit van de scherpe Engelsche blokkade, acht zich volkenrechtelijk, noch moreel ver- plicbt, de voeding van de bevolking der be zette gebieden te waarborgen als die voeding in de verdrukking komt door het feit, dat Engeland de blokkade uitbreidt over die ge bieden, ongeacbt of het bondgenooten of ex- bondgenooten betreft. Duitschland baseert deze houding op de reeds herhaaldelijk van Duitsche en ook van ahdere zijde geuite cri tiek, volgens welke de Engelsche blokkade- politiek in strijd is met volkenrecht en mo- raal. De bevolking van de bezette gebieden geraakt met dit al in de klem tusschen hamer en aambeeld. Het is ia zekeren zin al mooi, dat aan't Nederlandsche volk door den Rijks- commissaris is toegezegd, dat 't in ejk geval tijdens de bezetting economisch niet meer zal hebben te lijden onder den oorlog dan het Duitsche volk zelf, maar daarmede is men in andere gebieden waar de nood zooveel scherper is, niet gebaat. Het gaat hier niet alleen om ons. De goede plannen van het Hoover Relief Committee om uit Amerika voedsel naar de m'eest nooddruftige bezette gebieden te zen- den, zijn tot dusver op niets uitgeloopen, ook, al wil het comite waarborgen scheppen, dat het gezondene werkelijk ultsluitend aan de bevolking dier gebieden zal ten goede komen. Engeland meent blijkbaar, dat deze plannen niet in overeenstemming en in het belang van zrjn oorlogvoening zijn. Het is niet verder gegaan dan een schip van het Amerikaansche Roode Kruis voor eenmaal toestemming te verleenen voor het transport van vitaminen, gecondenseerde melk en kinderkleertjes naar Fransch gebied. En het is nog maar kort geleden, dat een schip de „Mendoza" waar- mee de Fransche regeering eenige zeer on- misbare goederen uit Zuid-Amerika wilde be- trekken, daarin door de Britsche vloot werd verhinderd. Bezorgd vraagt men sieh af, of daarin nu werkelijk niets te veranderen is. De Engel sche regeering heeft er geen enkel belang bij, dat de aan de oorlogvoering onttrokken be volking der door zrjn tegenstander bezette ge bieden door het zwaard van den honger wordt gekastijd, met alle ellende die daaraan vast zit. Het heeft er natuurlijk alle belang bij, dat die tegenstander eventueel niet zal pro- fiteeren van hetgeen met Engelands goedvin- den aan bedoelde bevolking zou worden ge- zonden. In den vorigen oorlog bleek het mogelijk, onder deze voorwaarde en onder controle de noodlijdende Belgen te helpen, zou er dan ditmaal niet een weg te vinden, of althans te zoeken zijn, nu men van Duit sche zijde toch heeft doen blijken, van zijn bereidbeid om mee te werken? Zien wij met name naar Belgie en Frankrijk, waar men ten aanzien van de voedselvoorziening reeds heel wat bedenkelijker dan in ons land tus schen hamer en aambeeld is geraakt, dan schijnt de tijd w£l te dringen. GROENTETEELT VOOR PARTICLLIEKEN. In verband met de tijdsomstandigheden heeft de afdeeling NaardenBussum en om- streken van de Ned. Maatschappij voor Tuin- bouw en Plantkunde in haar gehouden ver gadering een lofwaardig besluit genomen. Daar vele particulieren thans hiertoe ,,En", zei inspecteur Williams plotselitig, de stdlte verbrekende. ,,wat zijt gij beiden voomemens nu te doen?" Terwijl hij sprak, sloeg ik hem scherp gade, en ik schepte er behagen in op te merken, dat zijn gelaatstrekken een lichte onzeker- heid en angst verrieden. Ik maakte hem daar van geen verwijt; hij kende Vic niet zoo als ik hem kende, en hij gaf zich degelijk rekenschap. dat het verlies van zulk een maehtigen bondgenoot zijn taak om den Octopus te vatten dubbe] zou verzwaren. „Te doen?" zei Vic. „Wat mij betreft zal ik nog een glas bier nemen. en dan zal ik de grjjze materie aan het werk zetteci om de vemietiging van den Octopus te bepeinzen." Williams loosde een zucht van verademing en zag daama vragend naar mij. Ik merkte op, dat Vic aandachtig naar mij keek. „Voor zooveel mij aangaat," zei ik op vas- ten toon, „ik heb den moord op mijn armen vriend Anderson te wreken. Deze wreede daad van den Octopus was slecht berekend; als iets mij in deze zaak had kunnen mengen, dari was het die daad van geweld. Maar er is een ding, dat ik gaarme onder jelui beider aandacht zou willen brengen, en het is dit Je herinnert je zijn brief? Zijn opmerkingen omtrent „met of zonde;' geweld, naar gelang van persoonlijken smaak"? Welnu, wij weten nu voldoende welk soort man hij is en dat hij voor niets terugdeinst, zoodat ik niet geloof. dat wij Jean mogen vergunnen eenig aandeel in de zaak te nemen. Het is geen zaak voor een vrouw; het is onbetwistbaar mannen- werk, en mijn meening is dat het als zoo- danig beschouwd moet blijven." „Bravo! Bravo!" riep Vic. Williams was in tweestrijd. „Ik erken uw bezwaren, mijnheer Ackland," zei hij, ,,en kan niet anders zeggen dan dat ge gelijk hebt. Maar ik geloof niet, dat haar te Wiheen's Ditch eenig kwaad zou kunnen overkomen, ziet ge, omd&t de Octopus haar niet kent. Niets wat zij te doen heeft zal haar aan hem bekend makem en zij zou ons van buitengewonen dienst kunnen zijn. Wat zegt gij er van, mynheer Caryll?" genoodzaakt door het vraajgstuk der voedsel voorziening zelf bun groenten verbouwen, heeft de afdeeling Naarden-Bussum beslo ten tot het organiseeren van een cursus voor particulieren in eenvoudige groenteteelt. De lessen zullen zich o.m. uitstrekken tot het geven van inlichtingen over het te gebruiken zaad, het indeelen der tuinen en over hetgeen geschikt is voor de Gooische hooge gronden. Naar gemeld wordt heeft de afdeeling Bloe- mendaal ook een dergelijk besluit genomen. HERVATTING LESSEN AAN DE UNIVERSITEITEN EN HOOGESCHOLEN. Het Nationale Dagblad meldt: Dezer dagen zijn aan de universiteiten en hoogescholen van Nederland ook aan die te Leiden en Delft, die eind 1&40 op last der Duitsche autoriteiten waren gesloten de lessen en examens weer hervat. DE WINTERHULPACTIE HEEFT TOT NOG TOE BUNA DRIE MILLIOEN OPGEBRACHT. Naar aanleiding van het feit, dat de stich- ting Winterhulp Nederland thans ongeveer drie maanden bestaat, heeft een verslaggever van het A.N.P: een onderhoud gehad met een van de naaste medewerkers van den heer Piek, over den gang van zaken en over de resultaten gedurende deze periode. IHieraan wordt het volgende ontleend: Toen Winterhulp Nederland eind October 1940 werd opgericht, was er geen enkele organisatie op dit gebied, terwijl daarbij nog kwam, dat dit mooie soeiale werk hrj de groote massa van onze bevolking nagenoeg nog geen bekendheid genoot en de meeste Nederlanders hiervan slechts op de hoogte waren door de steeds in succes stijgende resultaten van de Winterhilfe in Duitschland. Doch thans is dit reeds anders geworden. Ook in Nederland heeft de gedachte van de Winterhulpactie weerklank gevonden en ge- leidelrjk heeft het Nederlandsche publiek zich meer en meer en in steeds breeder lagen met dit werk vertrouwd gemaakt en er zrjn sympathie aan gegeven. Dit blijkt ook wel duidelijk uit de tot dus ver behaalde resultaten. Want bij een be- schouwing van de binnengekomen gelden kan, zonder op de juiste uitkomst vooruit te loo- pen, gevoeglijk worden aangenomen, dat in de afgeloopen drie maanden bet Nederland sche volk niw geschat 3 millioen gulden heeft bijeengebracht. Daamaast is bet verbeugend te kunnen constateeren, dat op dit oogenblik ongeveer hetzelfde bedrag voor de behoeftige Neder landers bescbikbaar is gesteld. De directeur-generaal heeft zich n.l. op het standpunt gesteld, dat in deze koude- periode de belangen van de beboeftigen voor moesten gaan en daarom heeft hij geen moment geaarzeld in Januari alle ingekomen fondsen direct voor uitkeering ter beschik- king van de burgemeesters te stellen, natuur lijk in het vaste vertrouwen, dat ook de vol gende collecten deze gedragslijn ten voile zullen rechtvaardigen, zoodat hij eveneens hij de eerstkomende uitkeering in staat zal zijn den dringenden nood zooveel mogelijk te leni- gen. In dit verband moge de hoop worden uitgesproken, dat dit vertrouwen niet zal worden beschaamd en dit zal zeker niet ge beuren, indien iedere Nederlander, die iets kan missen naar vermogen zijn bijdrage offert ten bate van zijn landgenooten, die in minder gelukkige omstandigheden verkeeren. Dit is een soeiale plicht, waarvan alien moe ten zijn doordrongen, terwijl men bovendien na het brengen van zijn offer de voldoening kan smaken, dat mede daardoor opnieuw een zonnestraal kan worden gebracht in vele Vic dacht een oogenblik na; toen keerde hij zich met een half verotitschuldigend glim- iachje tot mij. „Ik hen geneigd Williams gelijk te geven," zei hij. ,,Alles bijeen genomen, beste kerel, kan ik je wensch haar buiten dit alles te hou den volkomen billijken, maar toch, zij kan van onberekenbaar nut zijn alleen door de oogen geopend te houden, en door dat te doen kan zij zich nooit aan den Octopus verraden. Ik stel voor, dat het haar vergund wordt naar Wheen's Ditch te gaan, min of meer te onzen bate, zooals overeengekomen, en van dan af moet zij volkomen buiten de zaak gehouden worden." Williams knikte ten teeken van instem- ming, en ik ging op het voorstel in! Ik was er niet geheel door bevredigd, maar niette min voelde ik de kracht van hun argumenten, en ik wist niet wat ik er verder aan moest toevoegen. Jean zelve, de Hemel zegene haar, had uit eigen beweging haar hulp aangebo- den, de omstandigheden kennende. ,.Dus", zei Williams, ,,hoe zullen wij de pogingen van den Octopus tijdens het feest op Wheen's Ditch verijdelen?" ,,Is de hertog gewaarschuwd?" vroeg ik. ,,Ja. Er zijn voor bet bal extra kellners gehiuurd en ik geloof, dat het gevaar daar gezocht moet worden. In ieder geval, ten einde alles zooveel mogelijk onder de oogen te zien, heb ik daar vier van mijn bekwaam- ste mannen, die op de gewene wijze onder de extra's" gesmokkeld zijn." ,,Goed," zei Vic. ,,Ik zie niet in wat we op 't oogenblik verder doen kunnen, maar om te beginnen zou een goede nachtrust uitste-' kend zfn. Ik stel dus voor, dat we ons mor- genochtend alien naar het dorp begeven, ten einde ter plaatse te zijn als het noodig is." ,,Dat is een verstandig woord," zei Wil liams. ..Afgesproken dus" Vic stond luid geeu- wende op. ,,Mijn hoed en mijn stok, gedien- stlge geest! Ik ga naar bed. Maar ik wensch van harte, dat ik iets verzinnen kon om dien Octopus in den waan te brengen, dat wij over- gezinnen, welke tot dusver helaas dergelqke warmtestralen veelal moesten ontberen. Moge daarom de komende collecte op 14 en 15 Februari staan in den zin van het vol gende rijm: Geeft wat ge kunt Voor arme landgenooten, Hun zij gegund, Wat gij reeds hebt genoten. iSchenkt daarom mild, Om 't lflden te verzachten, De nood zij dan gestild Vervuld het blij verwachten. Opbrengst en uitkeering. In het onderhoud kwam verder ter sprake de vraag, hoe het mogelijk is, dat gemeenten een grooter bedrag voor uitkeeringen ont- vangen dan de opbrengst van de collecten in de desbetreffende gemeente is. Hierbij moet in het oog worden gehouden, dat er naast de opbrengst der collecten ook nog een aan- zienlijk bedrag aan giften binnenvloeit. Zoo werd b.v. in November ontvangen 800.000 gulden van de collecte en 600.000 gulden aan giften. Hiervan is toen in December 900.000 gulden uitgekeerd', terwijl bet overgebleven gedeelte in Januari gevoegd is bij het nadien ontvangen bedrag aan collecten en giften, als gevolg waarvan de meeste gemeenten in Januari meer hebben kunnen krijgen dan de laatste opbrengst der collecte. Uit bet voorgaande blijkt voorts wel duide lijk, dJt en zulks in tegenstelling met allerlei wilde geruchten in de groei-periode van Winterhulp Nederland al bet door de Nederlanders bijeengebrachte geld voor be hoeftige Nederlanders is besteed. In dit verband moge er nog even aan wor den herinnerd, dat in het begin der Winter- hulp-actie bij een deel van bet Nederlandsche publiek het bezwaar bestond, dat de bezet tende overheid behulpzaam is geweest bij de oprichting der stichting. Uit de besteding van de gelden kan men echter zien, dat er een Nederlandscb belang mee is gediend en aan bet eind van deze eerste drie maanden werken mag tocb wel worden geconstateerd, dat de bulp, welke de bezettende macht bij de oprichting van deze soeiale installing heeft verleend, allerminst laakbaar, doch integen- deel te waardeeren is geweest. Verder kan worden vastgesteld, dat bet hiervoor genoemde resultaat van de Winter- hulp-actie is bereikt ondanks het aanvanke- lijk ontbreken van eenige organisatie. De geheele last van het werk heeft de eerste twee maanden na de oprichting gerust op de schouders van den beer Piek en van een klein aantal vaste medewerkers benevens op die van de commissarisen van de pro- vincies en van de burgemeesters. Eerst omstreeks Kerstmis zijn de werk- zaamheden van de provinciale bureaux van Winterhulp Nederland begonnen, welke bureaux een groot gedeelte van het organi- satorisch werk op zich hebben genomen. Het goed functionneeren van de inzame- lingen en van de uitdeeling aan de beboef-, tigen zal echter eerst kunnen geschieden, wanneer de geheele organisatie, welke dan voor 99 procent door vrjjwillige medewer kers zal worden gedragen, tot stand is ge- komen. Maar inmiddels mochten de behoef tige Nederlanders niet op dezen opbouw van de organisatie wachten en daarom is gedu rende de afgeloopen drie maanden het werk zoo goed en zoo kwaad als het ging ten uit- voer gebracht. Geleidelijk is echter de opbouw voltooid en van nu af komt het aan op den inzet van hen, die zich als vrrjwillige medewerkers be- schikbaar hebben gesteld. En de rest van het Nederlandsche volk zal zich moeten realiseeren, dat het door het brengen van zijn offer het belangrijkste deel van het werk op zich moet nemen. eenkomstig zijsi wenschen niet langer de hand in het spel hebben!" HOOFDSTUK VT. Den volgenden morgen bij mijn ontwaken golfde het zonlicht mijn kamer binnen. Toen ik de eerste oogenblikken stil bleef liggen om langzamerhand tot mijn voile bewustzijn te geraken, verwonderde het mij eerst waarom de gebruikelijke kop thee niet op het tafeltje' naast mijn bed stond. Toen stond de naakte' waarheid opeens voor me, en de gebeurtenis- sein van den vorigen avond keerden in mijn geheugen terug. Ik zat in een wip overeind en keek op mijn armband-horioge. dat op het tafeltje lag. Het was vijf minuten over negen. Ik sprong mijn bed uit, verontwaardigd dat ik mij zoo lang verslapen had, toen een be- scheiden kloppen op de deur terstond gevolgd wend door het binnenkomen van Smith met een kannetje warm water. „Goeden morgen, mijnheer," zed hij, vrij verlegeci, naar het mij voorkwam. ,,Neem me niet kwalijk, mijnheer, maar ik kon niet overweg met het warmwatertoestel, zoodat ik maar wat warm water in een kannetje boven gebracht heb, opdat ge u zoudt kunnen scheren." Goeden morgen, Smith. Hoe laat ben je hier teruggekomen .Kort nadat ge naar bfd gegaan waart, mijnheer. Ik loste den agent af, en was zoo vrrj mij op den divan in uw kamer te slapen te leggen, ten einde bij de hand te zijn. als er getelefoneerd werd." Ik lachte. ,.Ik hoop dat je lekker gelegen hebt. Is er iets in huis voor het ontbijt, Smith, of moe ten we uit gaan en elders ontbijten?" ..Goede genade, neen, mijnheer! Ik heb wat spek en een paar eieren gevonden daarvan kan ik iets lekkers klaar maken, mijnheer. Is u over een paar minuten ee- reed ..Binnen een oogenblik, Smith. Dank je voor het scheerwater." (Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1