ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD.VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
No. 10.169
VRIJDAG 24 JANUARI 1941
81eJaargang
DISTRIBUTE.
Eigenwaarde.
Binnenland
Buitenland
EERSTE BLAD
MEDEDEELING.
De Burgemeester der gemeente
ZAAMSLAG
TEXTIELKAARTEN
TEXTIELTOESLAGKAARTEN
BOTERKAARTEN
VETKAARTEN
Believe aan het bovenstaande stipt de
hand te houden I
Winterhulp Nederland.
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPR1JS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 6,— per jaar
Voor Belgie en Amelia f 2,10, overige l&nden 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Ultgeefster: Finns P, J. VAN DE 8ANDB
GIRO 38150
TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0.80 Voor elken regel meer f 0,20.
ki fivh ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
UIT BLAD VERSCHUNT IEDEREN MAAND AG-, WOENSDAG- EN VRIJDAG A V OND.
In verband met de gewyzlgde Omzet-
belasting, die met 1 Januari j.l. in working
is getreden, waardoor thans ook van abon
nementen op couranten en tijdschriften
Omzetbelasting verschuldigd is, zijn wij, in
verband hiermede, evenais andere bladen,
genoodzaakt den abonnementsprijs te ver-
hoogen. De prijs wordt thans voor 3
maanden
binnen de stad
buiten de stad
f 1,42
1,73
Daar bij het uitschrijven der jaarabonne-
mentcn geen rekening was gehouden met
deze thans in werking getreden Omzetbelas-
ting worden zij die v66r 20 JANUARI j.l.
hun abonnementsgeld voor 1941 voldeden,
verzocht ons 30 cent te doen toekomen.
Op advertenties wordt met ingang van
1 Januari 2'/2 Omzetbelasting berekend.
De Burgemeester van TERNEUZEN
maakt bekend, dat de uitreiking van boter
vetkaarten en textielkaarten zal geschieden
van 27 Januari t/m 29 Januari
1941, in't lokaal ..Bethel", van 9,30 u.
12,30 u. v m. en van 1,30 u. 5 u.
n.m. Hierbij dienen de distributie-stam-
kaarten van alle gezinsleden te worden
overgelegd.
De uitreiking geschiedt voor hen, wier
geslachtsnaam begint met
A t/m G op Maandag 27 Januari 1941
H t/m O op Dinsdag 28 Januari 1941
P t/m Z op Woensdag 29 Januari 1941.
Zij, dieopgrond van het gezinsinkomen
in aanmerking komen voor vetkaarten
en of toeslagkaarten textiel, dienen het
daartoe ingevuld formuher MD 100 over
te leggen met de noodige bewijzen, zooals
aanslagbiljet Inkomstenbelasting, loon-
boekje e.d.
Temeuzen, 24 Januari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
maakt bekend
Door den plaatselijken distributiedienst
worden tegen overlegging van de
distributie-stamkaarten aan belangheb-
benden uitgereikt nieuwe
en wel op de navolgende tijden
MAANDAG 27 Januari des v.m. van
9.3012.30 uur Wijk A nrs 1 t/m 150
n.m. van 1.304.30 uur nrs 151 333
DINSDAG 28 Januari des v.m. van
9.30—12.30 uur Wijk B nrs 1 t/m 120
n.m. van 1.304.30uurnrs 121 169
en van Wijk C nrs 1 120
WOENSDAG 29 Januari des v. m. van
9.3012.30 uur WijkCnrs 121 t/m 197
en van Wijk D nrs 1 80
n.m. 1.304.30 uur Wijk D nrs 81 169
Zij, die een aanvraagformulier textiel-
toeslagkaarten en vetkaarten hebben afge-
haald, moeten dit thans op de bovenge-
stelde tijden inleveren.
Zaamslag, den 23 Januari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
S. VAN HOEVE Jzn.
Men kan zich het bestaan van ecn men-
schelijk wezen zonder een zeker gevoel van
eigenwaarde bijna niet indenken. Er zijn
wel is waar zekere menschen, die lyden aan
een minderwaardigheidscomplex, doch dezen
vormen een kleine minderheid, die wy ge-
voeglij.k buiten beschouwing kunnen laten.
"Het is nu eenmaal een zeer natuurlyk iets,
dat wy gaame voor onszelf het gevoel heb-
n ben, dat wy door een of fandere eigenschap
steken bovai het algemeen. Wanneer dit
gevoel van eigenwaarde niet leidt tot het
maken van vergelljldngcii met anderen, zoo-
dat het meer den naam zou verdienen van
zelfverheffing, valt er niets tegen in te bren
gen. Het is alleen de zelfverheffing, waar-
tegen wy op onze hoede moeten zyn.
Het gevoel van eigenwaarde ontstaat, zoo
als wij ceeds opmerkten uit de overtuiging,
dat wij onszelf een zekere ondersoheiding toe-
kernen, omdat wy een bepaalde verdienste
hebben. Deze verdienste bestaat overigens
dikwijls slechts in onze eigen verbeelding.
Iemiand is bestihroomd, doch noemt deze
eigenschap „behoedzaamheid". Een ander is
te weinig doortastend, doch noemt zich vcor-
zichtig. Onbeschaamdheid wordt dikwijls op-
gevat als een bewijs van moed en onbe-
schaafdheid als vrymcedigheid.
Dit is natuurlyk valsche eigenwaarde.
Slechts de man van ware verdienste heeft
recht op een gevoel van eigenwaarde. Dat is
de man wiens nuttige hoedanigheden, hem
aanspraak geven op de achting van zyn mede-
menschen. En deze zal hem in hoogere mate
geworden, naarmate zijn verdienste meer ten
nutte komen van het algemeen.
Het groote gevaar, dat men loopt, is het
gevoel van ovccschatting, dat zich meester
maakt van vele menschen. Zij schatten zich
te hoog, hebben een overdreven gevoel van
eigenwaarde. Hierin schuilt een groot ge
vaar, want dan is het niet langer eigenwaar
de, doch trots.
Trots brengt mede, een nederzien op den
medemensch, boven wien men zich vecheven
acht. Men vindt zich beter dan de menschen
om zich heen. Trots, zelfverheffing, laatdun-
kendheid zijn de uitvloeisels van een gevoel,
dat, zooals wij zeidsn, op zichzelf uiterst
prijzenswaardig is: het gevoel van eigen
waarde. Wij moeten ons er zorgvuldig voor
hoeden, dat een van die uitwassen zich van
ons meester maakt.
De trots schept een socct menschen, met
wie het onmogelijk is, om te gaan. Zij ach-
ten zich boven alles en iedereen verheven en
maken het leven onaangenaam voor anderen
en voor zichzelf.
Dit is een klip, die wij moeten trachten te
ontzeilen. Voor de mcesten onzer is dit dan
•ook niet zoo moeilyk. Er behoort slechts een
weinig tact toe. En men zal den meesten
tijd zien, dat de menschen met de meest
parate kennis het bescheidenst zyn. Hun ge
voel van eigenwaarde doet hen het juiste
evenwicht bewarcn en behoedt hen voor laat-
dunkendheid, zelfverheffing en trots, zy
weten wat zij waard zijn en dat gevoel kan
niemand hun ontnemen.
Wde met dit gevoel gewapend door het leven
gaat, Is voorzien van het beste harnas. Nyd
en dom gepraat gaan aan hem voorby, zon-
der hem te kunnen deren. Als wy zelfrespect,
een gevoel van gepaste eigenwaarde hebben,
bezitten wy datgene, dat den gang door het
leven lichter maakt.
DE VOEDSELVOORZIENING VAN
ONS LAND.
Van bevoegde Duitsche zyde is op de Don-
derdag gehouden persconferentie te 's-Gra-
venhage ten aanzlen van de voedselvoorzie-
ning van ons land principieel het volgende
verklaard:
„Als in Nederland de verzorging inzake
sommige levensmlddelen, bijv. boter en
vleescb, tydeiyk nog niet zoo goed als in
Duitschland verloopt, vindt dit ten deele zyn
oorzaak hierin, dat de organisatorische onder-
bouw van 't verzorgingsapparaat in Duitsch-
het Duitsche buurland. Daar kan ieder op zyn
bonnen ook de desbetreffende levensmiddelen
volop krijgen. Voorts heeft men by den op-
bouw van 't verozrgingsapparaat in Duitsch-
land eeA voorbereiding van vele jaren en de
inmiddels reeds verkregen ervaringen zich
ten nutte kunnen maken, wat in Nederland
niet het geval is. Wegens de korte voorbe-
reidingsperiode kan de voed3elvoorziening in
Nederland organisatorisch derhalve nog niet
zoo precies verloopen als in het Duitsche
rijk. Aan de vervolmaking van het distribu-
tie-apparaat wordt echter voortdurend ge-
werkt, en er mag op worden gerekend, dat
binnenkort ook in Nederland de organisato
rische opbouw zoo sterk mogelyk met dien
in het rijk op gelijken voet zal komen.
Dat tijdelijk bovengenoemde moeilijkheden
zyn ontstaan, ligt echter grootendeels aan
den ontbrekenden goeden wil en aan het min
der juiste begrip der Nederlandsche bevolking
ten aanzien van de noodzakelijke maatrege-
len. De practyk toont, dat vooral de goede
bouding als staatsburgers en het algemeene
inzicht ontbreken, om by de doarvoering van
voor bet levensbestaan gewichtige maatrege-
len het voik als geheel tot de vanzelfspreken-
de medewerking te bewegen. Door deze on-
verstandige handelwyze schaadt het Neder
landsche volk zichzelf, want daarmee brengt
het de rechtmatige verdeeling in het eigen
land en vooral eigen bevolking in gevaar.
Het gevolg daarvan is, dat de materieel beter
gesitueerde kringen zich van al het noodige
voorzien kunnen, terwyl de financieel zwak-
kere kringen kunnen toezien. Op deze wijze
werd een volkomen onsociale toestand ge-
schapen, welken de Duitsche autoriteiten op
den duur niet langer kunnen dulden. In deze
ricbting liggen de reeds tegen het hamsteren
en tegen den prijswoeker gerichte bepalin-
gen, die de Duitsche autoriteiten met alien
nadruk tot doorvoering willen brengen.
Wanneer men ten slotte schijnt te meenen,
dat eventueele verschijnselen van schaarschte
de Duitschers in Nederland zouden kunnen
schaden, is dit geheel en al verkeerd gezien.
De toereikende verzorging van Nederland :s
verzekerd en dat wat door de Duitsche in-
stanties en door de Duitsche weermacht ge-
bruikt wordt, ware zonder moeilijkheden te
verschaffen. Hierbij wordt alleen nogmaals
een dringend beroep op de houding der Ne
derlandsche bevolking gedaan om rekening
te houden met de door den oorlog veroor-
zaakte omstandigheden.
DE NIEUWE UEENING.
De aankondiging van de nieuwe staatslee-
ning is in zooverre, schrijft de N. R. Crt.,
niet onverwacht gekomen, dat men tec beurze
reeds verleden jaar zomer kon hooren betoo-
gen, dat er spoedig een leening Nederland
komen moest. Men meende tocntertyd, dat de
redencn voor zulk een uitgifte voor de hand
lagen, daar de schatkist haar behoefte aan
middelen in toenemerde mate door het uit-
geven van schatkistpapier dekte.
iHet is duidelijk, dat de oorlogsomstandig-
heden omvangrijke financieele eischen aan de
Nederlandsche schatkist stellen, maar even
klaar is, dat eenige maanden geleden de tijd
nog niet rijp was om met een leening te
kemen.
Wil men bij de uitgifte van een leening
redelyke verwacht'ngen omtrent het welsla-
gen kunnen koesteren, dan dient, afgeschei-
den van de concrete voorwaarden, het aan-
fced aan beleggsrs te. geschieden, of in een
rustige sfeer, ofgepaaed gaande met aanzien-
lijke dwangmiddelen.
Bij de onderhavige leening, welke in ver-
schillende opzichten min of meer als een ex
periment kan worden beschouwd, heeft de
overheid gemeend, ecu sterken dwang te moe
ten oefenen door de aankondiging, dat, zou
de uitgifte niet slagen, een leening zal worden
aangebeden met belaugcijke ongunstiger
vcorwaarden, waarop dan zcu moeten worden
ingeschreven naar gelang \-an de bedragen,
waarvoor men in de vermogensbelasting is
aangeslagen.
Zal deze dwang noodzakelijk zyn om de
schatkist van de gevraagde middelen te
veorz'en? Ongetwijfeld zijn de voorwaarden,
zoowel wat rendemcnt als looptijd betreft,
gunstig te noemen, waarnaast de faciliteit,
dat de obiigaties kunneh worden aangewend
ter fcetaling van rechten van successie en van
schenking, een niet te veronachtzamen steun
aan den toekomstigen koers zal bieden. Het
Nederlandsche bedrijfsleven stelt bovendien
geen groote eischen aan de kapitaalmarkt.
Vele bedrijven zien zelfs vaak met leede
oogen hun ruime liquiditeitspositie aan.
Toch zijn er, ondanks deze en andere voor
het welslagen gunstige factored, ook wel
redenen aan te wijzen om een ,,stok achter
de deur" gereed te zetten. Hierboven werd
ceeds gezegd, dat de leening in zekeren zin
als een experiment kan worden beschouwd.
In de eerste plaats is in onze financieele ge-
ochiedenis nog nimmer een leening uitge-
geven tot een bedrag van ecn half milliard.
Weliswaar bedroeg het leeningsbedrag voor
de 33% pet. leening Nederland 1938 1672
millioen, maar de opbrengst diende toen tot
convecsie van loopende 4 pet. leeningen, zoo-
dat de totale nationale schuld er niet mede
werd verheogd.
In dit verband dient er op te worden ge-
wezen, dat thans de beleggers in Belgie,
Franknjk en Zwitserland automatisch van
deelneming zyn uitgesloten, daar kapitaals-
verkeer tusschen deze landen en het onze niet
mogelyk is. De col. welke de genoemde lan
den vroeger op enze beleggingsmarkt hebben
gespeeld, mag niet worden onderschat, al
sproot him deelneming in Nederlandsche
leeningen veelal meer voort uit het verlangen,
solide papieren te bemachtigen dan uit de
omstandigheid, dat het kapitaal van elders
vereischt was door kapitaalschaarschte ten
onzent. Verscheidene Nederlandsch-Indische
cudememingen kunnen evenmin, om dezelfde
reden, van de party zyn.
Betreft dit alles betrekkely'k een onzeker-
heid' van wat men zou kunnen noemen finan-
cieel-technische zyde, anderzyds moet in aan
merking weeden genomen, dat ons land alge
meen osconomisch en ook staatkundig in een
toestand van overgang en onbepaaldheid ver-
keert. Wij zien dezen overgang bij versch.il-
lende bedrijven, welke zich al op een conti-
nentale oeconomische ruimte hebben georien-
teerd en daardoor een gedeelte van de kapi
taal-in vestaties van het vroegece exportbe-
dryf als tischrij'ving op de leening zouden
kunnen aanwenden.
Zoowel het rendement alS' de geboden
zekerheid kunnen de nieuwe obiigaties een
aantrekkelijk bezit voor den beiegger maken.
De zekerheid ligt vcor een groot gedeelte in
de toe'komst besloten, een toekomst, waarin
oo.k de overheidafinancien den invloed eenec
gecrdende oeconomie. zirilen ondergaan, in
dier voege, dat conjunctuurschommelingen de
financieele positie van ddn staat niet meer of
in v.cel geringere msCe dto voorheen zUlleh
aantasten.
Wie zich een oordeei over - de schuldpositie
wil vormen, moet niet blijven stil staan brj de
absolute hoogte van de in eenigerlei Vocm
geleende bedragen, doch dient na te gaan, hoe
de nationale productie zich zal ontwikkelen
en tot welke hoogte de Nederlandsche arbeid
in dat proces zal worden ingescbakeld. Want
deze factoren vormen tenslotte de fundamen-
ten voor het oeccnomische beeld van ons
vaderland. Zoowel de nationale arbeid als de
nationale productie nu zullen zich in de conti
nent ale ruimte een belangrijke plaats weten
te veroveren, niet slechts omdat de kwalitelt
erven goed is, maar ook omdat er allerwegen
buiten onze landsgrenzen behoefte aan be-
staat.
Indien de nieuwe staatsleening, deze mobi-
lisatie van het kapitaal, in dit 11 CM wordt
beschouwd, dan kan men de in beurskringen
heerschende meening begrypen, dat de lee
ning slagen zaL
CENTRALE HOETINVOERCOMMl SSI E.
De Secretarls-Generaal van Handel, Ny-
verheid en Scheepvaart beeft een commissie
ingesteld onder den naam van centrale hout-
invoercommissie, welke tot taak heeft den
houtinvoer te bevorderen en het rijksbureau
voor hout te adviseeren en bij te staan in aan-
gelegenheden. welke met den invoer van hout
vertard houden.
In deze commissie zijn benoemd: tot lid en
voorzitter: F. B. J. Gips te 's-Gravenhage;
tot leden: W. Bruynzeel te Zaandam, Ir. W.
L. Ghijsen te Middelburg, F. H. Pont t.e Zaan
dam en A. van Riesen te Bergen op Zoom.
NEDERLANDSCHE VEREENIGING VOOR
ARMENZORG EN WELDADIGHEID.
Tot de commissie voor algemeene zaken
van de Nederlandsche vereenigintg voor
armenzorg en weldadigheid is alsnog toege-
treden mej. mr. C. Bloemarts te 's Graven-
hage, waardoor thans ook de centrale raad
voor kinderuitzending in de commissie ver-
tegenwoordigd is. Voorts heeft als nieuwe
vertegenwoordigster van de federatie van
christelijke vereenigingen van en voor vrou-
wen en meisjes in de commissie voor alge
meene zaken zitting genomen mevrouw
M. W. BijlJVliets te 's Gravenhage.
WEGWIJZER VOOR NEDERLANDSCHE
AKBEIDERS IN DUITSCHLAND.
Als uitgave no. 2 is van het rijksarbeids-
bureau een wegwijzer ver3chenen voor hen,
die in Duitschland gaan werken.
Na een aantal raadgevingen voor het ver-
blijf in Duitschland en een opsomming van
goederen, welke kunnen worden meegenomen,
volgt een aantal lessen met werkstukken,
waaruit de arbeider op zeer practische wyze
zich op vrijwel elk gebicd in de Duitsche taal
verstaanbaar kan weten te maken.
Ten slotte bevat het boekje woordenlijsten
voor verschillende beroepen.
NIEUWE REGELING INZAKE HET
DORSCHBEDRIJF.
Naar het ryksbureau voor de voed3elvoor-
ziening in oorlcgstijd mededeelt, kan, ten-
einde eenige ordening te brengen op het
gebied der beroepsdor3cher3, een nieuwe
regeling in zake het dorschbedrijf tegemoet
worden gezien. Deze regeling brengt onder
meer mede, dat slechts die personen of
lichamen als beroepsdorschers zullen kunnen
optreden, die als zoodanig erkend zijn door
de landbouw-crisis-organisatie. Slechts zy,
die over 1938 een bepaalden minimum omzet
kunnen aantoonen, komen voor erkenning in
aanmerking. Oprichting van nieuwe dorsch-
bedryven zal dus in bet algemeen niet moge
lyk zyn, al kan de secretaris-generaal van
landbouw en visschery in byzondere ge-
vallen uitzonderingen op dezen regel toe-
laten. Het dorschen in opdracht en voor
rekening van derden zal uitsluitend aan de
erkende beroepsdorschers zyn toegestaan,
met dien verstande evenwel, dat ook niet
erkende dorschers dit mogen doen, doch
slechts indien aangetoond kan worden, dat
zy ook in 1938 van het desbetreffende land-
bouwbedryf den oogst hebben gedorscht.
Belar.ghebbenden wordt aangeraden by de
oprichting van nieuwe dorschbedrijven en bij
de aanschaffing van nieuwe dor3chgamitu-
ren met deze bepalingen rekening te houden.
Te zijner tyd zullen nadere byzonderheden
worden bekend gemaakt.
MEN GEIDRAGE ZICH RUSTIG EN
CORRECT.
De burgemeester, dr. W. de Vlugt, heeft
den volgenden oproep tot de burgery van
Amsterdam gericht:
Op 11 Januari 1941 is een verordening van
den Rykscommissaris voor bet bezette Ne
derlandsche gebied verschenen betreffende
het opleggen van een verplichting tot scha-
devergoeding terzake van handelingen, welke
tegen de belangen van bet Duitsche volk of
van het groot-Duitsche ryk zijn gericht of
welke de openibare orde of het openbare
leven in het onder de bescherming van de
Duitsche troepen staande Nederlandsche ge
bied zouden kunnen verstoren.
Dat de verordening streng wordt gehand-
haafd, bleek reeds eenige dagen later. Immers
wij vonden in de dagbladen de mededeeling,
dat in verband met de beschadiging van drie
Nederlandsche vrachtauto's in gehruik bij de
Duitsche weermacht te 's-Gravenhage, aan
eenige personen van wie door de Duitsche
autoriteiten werd aangenomen, dat zij deze
handelingen hadden goedgekeurd of begun-
stigd, gezamenlyk een fcoste van 60.000 was
opgelegd.
Tot dusver is hier te Amsterdam niets ge-
beurd, dat tot een dergelyke strafoplegging
aanleiding gaf. Stemt dit tot erkentelykheid,
in een stad men ruim 800.000 in won era is de
kans, dat er in dit opzicht iets onrechtmatigs
plaats vindt. nooit geheel uitgesloten.
Daarom acht ik mij verplieht zij het ten
overvloede een duideiyke waarschuwing te
doen hooren. ESen verkeerde daad van een en-
keling kan zoowel voor enkelen onder ons als
voor de geheele burgery zeer emstige gevol-
gen hebben.
Ik wijs er dan ook met nadruk op, dat een
ieder zoowel ter wille van zichzelf als van
ons alien zich dient te onthouden van zelfs
de geringste sabotagehandeling of van eeni
gerlei poging daartoe. Het zal ieder duide-
lyk zijn, dat hij niet slechts voor zichzc..,
maar voor het geheel der bevolking een
groote verantwoordelijkhedd draagt. Men
neme zich daarom ten zeerste in acht en ge-
drage zich correct en beheerscht.
Uiteraard doet de Amsterdamsche over
heid meer dan alleen maar hopen. dat elkeen
zyn plicht in dezen zal verstaan. De politie
heeft opdracht, met groote gestrengheid op
te treden tegen hem of haar, die ons aller
belangen door onbesuisd of onrecbtmatig
handelen zou schaden. Niet geduld kan
worden, dat enkelingen bet in de hand zou
den hebben de burgerij voor hun ijlegaal op
treden te doen boeten. Tegenover dezulken
is het plicht, zich met alle kracht te ver-
weren.
Ik doe een emstig beroep op aller mede
werking, er voor te zorgen, dat de moeilijk
heden die er reeds zijn, niet door eigen
schuld of nalatigheid worden vermeerderd.
Niemand spele met vuur.
Wat ik hierboven opmerkte over sabotage-
handelingen, geldt evenzeer voor bet ver-
spreiden van allerlei geruchten of vlugschrif-
ten. Ook in dit opzicht zij men er aan in-
dachtig, dat elke medewerking hieraan tot
G. C. Endert
„Ons volk is altyd en terecht, gepre-
zen om zijn sporitane bereidvaardigheid
om te helpen, waar dit noodig 13. De
vele nooden van den komenden winter
vragen thans meer dan ooit om ltui-
gtng."
onverbiddelyke tegenmaatregelen van Duit
sche kant leidt.
Men onderschatte het gevaar niet.
Laat ieder onzer door een volstrekt waar-
dig optreden toonen, dat het hem emst is,
het goede te willen, ook voor de hoofdstad
van ons vaderland.
HET UITGAANSVERBOD EN DE
NACHTARBEID.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
Overeenkomstig de verordening van den
Rykscommissaris voce het bezette Neder
landsche gebied van 22 October 1940 Is bet
aan particulieren verboden zich tusschen 24
uur en 4 uur op straat te begeven. Dit heeft
tengevolge, dat zij, die gedeeltelyken nacht-
arbeid moeten vecricbten, eenige uren voor
den aanvang van het werk op het werk aaci-
wezig moeten zijn, of wel eenige uren moeten
wachten.
Het N.V.V. heeft zich tot het departement
van justitie gewend met het verzoek om aan
bakkers en dergelyken, die in bovenstaand
geval verkeeren, een bij zonder bewijs te doen
verstrekken, waardoor zy in staat zyn in de
verboden uren van en naar hun werk te gaan.
Het departement van justitie heeft mede-
gedeeld, dat aan bet verzoek zal worden vo>-
daan en dat zij, die voor een dergelyke ver-
gunning in aanmerking willen komen, zich
moeten wenden tot den districtsoommandant
der rijkspolitie van bet district, waarin de
woonplaats van den aanvrager is gelegen.
ONZE KUNSTMESTVOORZIENING.
Geleidelijk beginnen de beschikbare hoe-
veelheden kunstmest voor den land- en tuin-
bouw zich weer uit te breiden, nadat eerst
ernstig de moeilijkheden gingen dreigen.
Thans is vanwege het Centraal Bureau voor
de Kunstmestvoorziening medegedeeld, dat
in ons land in dit seizoen ongeveer 30.000 ton
kalkammonsalpeter en kalksalpeter zal wor
den geimporteerd uit Duitschland en Noor-
wegen. Het is niet zeker wanneer deze
kunstmest hier zal arriveeren, doch in elk ge
val zou nog deze maand met de verlading
worden begennen. Hoewel met deze leve
ring niet volledig in de behoeften kan wordep
voorzien, beteekent dit toch een aanvulling in
't tekort. Voorts zyn de noodige vergunnin-
gen ontvangen om uit Belgie de toegezegde
hoeveelheden Thomasmeel te gaan verzen-
den, terwijl is gebleken, dat geleidelijk de
productie van deze meststof werd opgevoerd.
Van de kalizouten is de aanvoer zoo ruim ge
worden, dat een derde toewijzing heeft kun
nen plaats vinden.
VERKLARING N.AMENS DE
NEDEItL.- INDISCHE REGEERING.
Domei meldt uit Tokio:
Naar uit Batavia wordt gemeld, heeft de
fungeerende perschef van de Nederlandkih-
Indische regeering, J. H. Ritman, ten over-
staan van huitenlandsche correspondenten
verklaard, dat een wyziging in de situatie in
EJuropa of in de Japansch-Amerikaansche he-
trekkingen geen invloed zou oefenen op de
handelsbesprekingen tusschen Batavia en
Tokio en voorts, dat de Japmsche voorotel-
len voor de kpmende handelsbesprakingen
terstond ter goedkeurinjg voorgelegd zullen
worden aan de Nederlandsche regeering te
Londen.
GRANATEN SUIZEN OVER HET
KA.NAAL
Dover door Diritsche knstbatterrjen
bestookt.
(Van onzen V-P.B.-correspondent.)
Reeds tijdens den wereldoorlog, in de
maand Februari 1918, was Dover bet doelwit
van de Duitsche artillerie op langen afstand.
Toenmaals waren Calais en Duinkerken niet
in handen der Duitschers, zooals thans. Wan
neer nu de Duitsche batteryen hun projectie-
len over het Kanaal zenden, beteekent dit
voor de Engelsche scheepvaart en ook voor
de haven van Dover een voortdurende be-
dreiging.
De haven van Dover dankt haar bestaan
niet aan 'n byzcoder gunstige gesteldheid van
de kust ter plaatse. Integendeel: aan weers-
zyden van deze stad in het Zuiden van Enge-
land verheffen zich steil en ontoegankelijk
de krijtrotsen. De havenwerken van Dover
vormen met de lange havenhoofden en pie-
ren een ver in zee vooruitgeschoven, kunst-
matig in het leven geroepen bolwerk.
De binnen- en buitenhaven hebben een
oppervlakte van niet minder dan 280 hectare.
De haveninrichtingen zyn meer dan twee
kilometer Iang en kunnen derhalve in nor-
male tijden bescherming bieden aan een
aanzienlyk aantal zeeschepen.
Reeds in den tijd van de Noormannen was
Dover sterk bevestigd. Thans bevinden zich
op de beide hoogten ter ziide van de stad
zware batterijen. Dit neemt niet weg, dat
deze Engelsche vesting op het nauwste punt
van het Kanaal reeds lar.g haar heteekenis
heeft verloren, nu de tegenoverliggende kust