HET BEPERKEN VAN WERK EN HET VERBOD VAN LOONSVERLAGING. kleiner dan normaal. De vraag van den han- del is editor zees' groot, veel grooter dan het aanbod ondanks liet feit, dat de Ned. Groen- ten- en Fruitcentrale den export van verschil- lende groenten tot de helft heeft terugge- bracht. Ben aantal groenten, n.L die, welke ge- exporteerd word en, is eciiter onderhevig aan eeti maximumprijsregeling. Zoo mag roode kool ter veiling niet duurder worden verkocbt dan voor f 5 per 100 kg, savoyekool voor niet meer dan /3,60 en spruiten (z.g. ongeschoom- de), voor maximaal 15 ct. per kg. Voor an- dere groenten geldt deze maximumprijsrege ling niet en de prijzen van deze soorten stjj- gen dan ook met den dag. Terwijl de onge- sdhoonde spruiten aan den maximumprijs van 15 ct. gebonden zijn, worden de gesohocnde, waarvoor de regeling niet geldt, reeds voor 40 ct. per kg verkoeht. Tegenover de knol- selderij, welke niet hooger dan 11 mag gaan, bereikt de prei, welke geen exportproduct en derhalve aan geen maximumprijs gebonden is, een peil van om en bij de 20, d.i. een prijs- stijging van ruim 200 pcocent met enkele weken geleden. Ook andere soepgroenten als peterselie en selderij, zijn aanzienlijk in prijs gestegen. Uien daarentegen mogen voor geen hoogeren prijs dan 4 worden verkocht. »E „SOEMBA" GEZONKEN. Het D.N.B. meldt uit New York: Het in dienst van Engeland varende Neder- landsche scbip „Soemba" (6718 br. reg. ton) is, geladen met staal, in den Atlantiscben Oceaan gezonken. Minstens 34 man van de bemanning zijn verdronken. De rest is in een Oost-Canadeesche haven aan land gezet. De „iSoemiba" is een scbip van de stoom- vaart mij. „Nederland'\ TENGEVOLGE VAN DE WEERSGESTELD- HEID WERKLOOS ZIJNDE ARBEIDERS KR1JGEN STEI N. De secretaris-generaai van het departe- ment van Sociale Zaken beeft aan de ge- meentebesturen een scbrijven gezonden, waar- in wordt medegedeeld, dat arbeiders, gedu- rende de periode, dat zij tengevolge van de weeragesteldbeid werkloos zijn en geen loon doorbetaald krijgen, ingevolge de steunrege- ling kunnen worden gesteund, mits zij aan alle terzake gestelde voorwaarden voor op- neming voldoen en indien bun namen voor- komen op de door de werkgevers samenge- stelde en via de betrokken arbeidsinspecties aan de gemeentebesturen gezonden lijsten. TJiteraard dient, alvorens tot steunverleening wordt overgegaan, te worden vastgesteld of de werknemer voor bet doormaken van een wacbttijd in aanmerking kan worden ge- bracbt. Voor wat betreft de landarbeiders wordt medegedeeld, dat Voor deze categorie van werknemers, indien zij in bovengenoemd ge- val komen te verkeeren, niet de eiscb beboeft te worden gesteld, dat bun naimen op de meergenoemde lijst moeten voorkomen. INDIJKING VAN DEN BIESBOSOH. Gelpc bekend beeft het Rijk bet voornemen over te gaan tot indijking van den Brabant- scben Bdesbosch en tot afsluiting van de mon- ding van Oude Maaaje en Donge. De plannen welke het Rijk hieromtremt beeft, waren oor- zaak, dat de ingelanden van bet waterschap ,,De Brabantscbe Biesboscb" dezer dagen in een vergadering waren bijeengeroepen. Het waterschapsbestuur beeft van de regeering de mededeelimg ontvangen, dat het plan tot indijking gereed ligt en het voor nemen bestaat ten behoeve van de uitvoering van dit werk alle gronden in dit 9000 ha groote gebied van de eigenaren te vorderen. Het toestuur wensehte aan de ingelanden een andere mogelijkbeid voor te leggen. Bij vordering door bet Rijk bestaat niet de zeker- heid, dat de eigenaren straks weer een ge- lijkmatig bezit kunnen terugkoopen. Het waterschap kan echter ook bij Ged. Staten ruilverkaveling aanvragen en daarmee wel- licbt de zekerheid behouden, dat de eigendom der ingelanden zal worden geeerbiedigd. Na gedacbtenwisseling en nadat Ir. Mesu, hoofd van den Cultuurtechnischen Dienst, een uiteenzetting had gegeven van het indijkings- plan, werd het bestuursvoorstel om bij Ged. Staten ruilverkaveling aan te vragen met al- gemeene stemmen aangenomen. BUjkens de uiteenzetting van Ir. Mesu komt het indijldngsplan in hoofdtrekken op het volgende neer: Vrijwel het geheele, 9000 ha groote, gebied van den Brabantsehen Bieschbosch zal wor den ingcpolderd en door een zeer zwaren dijk worden beschermd tegen stormvloed. Dit stemt due niet overeen met de oude plannen, welke slechts gedeeltelijke inpoldering en geen volkomen beveiliging tegen stormvloe- den beoogden. Ook het Oude Maasje en de Donge zullen worden afgesloten. Daardoor zullen de stormvloeden tot in verre omgeving hooger oploopen, hetgeen aanzienlijke verhooging der aijken in Noord-Brabant en Zuid-Holland over een groote lengte noodig zal maken. Met dit laatste moet uiteraard begonnen wor den v56r de afsluiting, zoodat de afsluiting zelf niet' voor over enkele jaren kan ge- schieden. Het plan voorziet in den aanleg van ver- scbillende doorgaande wegen o.a. een die van Keizersveer dwars door het gebied van den Bieschbosch loopt en een kcctere verbin- ding van centraal Brabant naar Dordrecht zal geven zoomede wordt voorzien in den aanleg van seheepvaartwegen. Het is de bedoeling, dat de Bieschbosch een geheel ander sociaal-economisch aanzien zal krijgen. Ongetwijfeld zullen er verscheiden dorpen komen. De bevolking van den Bies boscb, welke nu ongeveer acht per 100 ha •telt, zal kunnen vertienvoudigen. Vooral ook om dit doel te bereiken, is de regeering be- reid bier millioenen te investeeren Op vesti- gingsmogelijkbeden en goede sociaal-economi- sche toestanden zal speciaal worden gelet. It-. Mesu zette verder uiteen, dat voor de begrenzing der eigendommen de eenvoudig- ste methode is, dat het geheele gebied- wordt gevorderd. Minder eenvoudig is de tweede mogelijkheid, n.l. ruilverkaveling. Ook een tussohenvorm, b.v. een tijdelijke vordering van den eigendom, is mogelijk. Indien de weg van ruilverkaveling of tijdelijke vordering zou bewandeld worden, zal echter een groote mate van medewerking gedurende enkele seizoenen van de eigenaren moeten gevorderd worden. Ir. Mesu gaf ook voor de afwatering van het land van Altena nog eenige oplossingen aan. Bij de na deze uiteenzetting gevolgde gedach- tenwisseling werd door eenige aanwezigen opgemerkt, dat de landwinst bij indijking en waardevermeerdering van den grond niet mogen worden overschat. Reeds thans is de waarde aanzienbjk. Ook verklaarde een der aanwezigen zich tegen eventueele verkaveling van groote bedrijven. Ir. Mesu wilde in ant- woord hierop slechts zeggen, dat het R(jk vestigingsmogelijkheid voor tal van boeren nastreeft. Ook wanneer de ruilverkaveling wordt toegepast, kan het toch nog tot vorde ring ben aanzien van bepaaLde eigendommen komen. Ten slotte deelde hij mede, dat de indij- kingskosten worden begroot op veertien mil- lioen gulden. Zij zullen door dsn Staat wor den gedragen, evenwel met dien verstande, dat de pcovlncie met een subsidie van 25 pro- cent bijdraagt en de grondeigenaren 75 pro- cent van de waardevermeerdering van hun grond afstaan. (De Telegraaf.) HANDHAVING VAN MAXIMUMPRUZEN. Groot is sinds geruimen tijd het aantal klachten over de gebrekkige naleving van verscheidene prijsvoorschriften. Te verwonde- ren valt dit niet, aldus de N. R. Crt.; deze klachten ontspringen niet zoozeer aan een verheven verontwaardiging over bet feit, dat hierdoor overheidsmaatregelen worden tegen- gewerkt, als wel aan een zeer realistische verstoring van het budgetaire evenwioht der groote massa. Doch -ook de zoo openlijk be- dreven. verontachtzaming zelve van de prijs- stopteekens is verklaarbaar: minder uit de algemeen Nederlandsche geringsohatting voor alle verkeersregels dan wel uit de om- standigheid, dat schaarschte en prijszetting van nature nu eenmaal moeilijk harmonieeren. Dat het in den aanhef omsehreven ver- scbijnsel in dutobel opzicht verklaard kan wor den, mag natuurlijk niet tot vergoeilijklng daarvan leiden, iets, waaraan de overheid zich trouwens weinig pleegt te bezondigen, nu minder dan ooit. Terecht, waar zullke groote belangen als sociale reohtvaardigheid en de bevrediging van elementaire economische behoeften in het geding zijn. Uit dezen ge- zichtshoek moet men dan ook het onlangs aangekondigde plan tot centrale handhaving der prijsvoorschriften bezien. Het kan zijn nut hebben om vdordat het hier bedoelde besluit is afgekondigd een korte samenvatting te geven van de tot dusverre geldende sanctiebepalingen. Men komt dan uit de zeer verspreid liggende voorschriften tot bet volgende overzicht: a. voor koopprijzen van sommige agrari- sche producten bevat de Bandbouwcrisiswet 1933 als straffen: uitsluiting, hechtenis van ten hoogste 6 maanden of maximaal 10.000 geldboete (in geval van opzet gevangenis straf van ten hoogste 1 jaar of f 10.000) eventueel verbeurdverklaring en eventueel openbaarmaking der uitspraak; b. voor koop- en huurprijzen van andere roerende goederen bepaalt de Prijsopdrijvdngs- en hamsterwet 1939: inbezitneming door den burgemeester tegen ten hoogste 90 pet. scha- deloosstelling; bij veroordeeling eventueel verbeurdverklaring; ingeval van opzettetlijke overtreding van wettig vastgestelde maxi- mumprijzen ten hoogste 4 jaren gevangenis- straf of 10.000 boete, terwijl aan schuld te wijten overtreding ten hoogste 1 jaar gevan- genisstraf of hechtenis, subsidiair f 3000 boete tengevolge heeft; ontbreken dergelijke maximumprijzen dan wordt opzettelijke schending van het omstreeks 9 Mei 1940 gel dende prijspeil gestraft met maximaal 2 ja ren gevangenisstraf of 5000 boete, in den culpozen vorm met ten hoogste 6 maanden gevangenisstraf of hechtenis, subs, f 2000 boete. c. voor koopprijzen van agrarische onroe- rende goederen geldt het besluit inzake ver- vreemding van landbouwgronden (Verorde- ningenblad van 30 November 1940; hechtenis van ten hoogste 1 jaar of f 10.000 geldboete, terwijl het betrokken goed verbeurd kan wor den verklaard. Afwijking van geoorloofde pacbtprijzen brengt volgens het Pachtprijs- Opdrijvingsbesluit 1940 met zich mede, dat de pachter in dat geval geen pachtprijs of an dere vergoeding versohuldigd is, terwijl de verpachter met hechtenis van ten hoogste 1 jaar of geldboete van maximaal 5000 kan worden gestraft; d. voor koopprijzen van andere onroeren- de goederen bedreigt een in het Heeresgrup- pen-Verordnungsblatt van 10 Mei 1940 opge- nomen verordening van den Opperbevelhebber der Legergroep den overtreder met gevange nisstraf van ten hoogste 6 v^pken en 'n geld boete van ten hoogste RM. 30.000, of met 6dn dezer straffen, alsmede eventueel inbeslag- neming der betrokken goederen. Hierom- trent bestaat evenwel in zooverre onzeker- heid, dat deze verordening slechts krachtens den Duitschen tekst op onroerend goed be- trekking heeft, terwijl deze tekst, anders dan in het latere Verordemingehblad is bepaald, niet uitdrukkelijk als authentiek wordt aan- gemerkt; neemt men daarentegen den Neder- landschen tekst als uitgangspunt, zooals deze in de dagbladem van 17Mei j.l. is gepubli- ceerd, dan valt overtreding van het verhoo- gingsverbod voor de koopprijzen van onroe rend goed slechts onder een tweetal bekend- makingen d-.d. 17 Mei 1940, waarvan de sanc- tiemogelijkheid "niet vaststaat. Huurprijzen dezer goederen worden geregeld in de Prijs- opdrijvings- en hamsterwet 1939, waarvan de straffen reeds h-ierboven onder punt b zijn vermeld; e. omtrent loonen en salarissen vindt men de sanctie in het eerste uitvoeringsbesluit (Ned. Staatscourant van 2 December 1940) der desbetreffende verordening, t.w. hechte nis van ten hooogste 3 maanden of maximaal /3000 boete; f. voor hypotheekrenten geldt het desbe treffende besluit OVerordeningenblad van 27 December 1940)de straffen zijn als onder punt b, met uitzondering van de inbezitne ming door den burgemeester; g. voor andere renten (zooals bij v. verze- keringspremien) geldt de sub d bedoelde ver ordening met de daarin omsehreven straffen; hi. overtreding van de wettelijk goedge- keur-de tarieven van het vrachtautovervoer wordt met ingang van 13 dezer krachtens de Wet Gebruik Vervoermiddelen gestraft met hechtenis van ten hoogste 1 jaar of een boete van ten hoogste 10.000; i. voor andere diensten geldt weer de Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939; zie on der b. Vermelde-nswaard is hierbij, dat in de meeste gevallen zoowel degene, die een te hoogen koop- of huurprijs of een te hooge vergoeding bedingt of aanneemt, als hij, die deze belooft of betaalt, strafbaar is; vrijuit gaan in dergelijke omstandigheden slechts de pachter (zie onder c) en de werknemer (punt e). Uit de gegeven groepeering, welke vrijwel alle denkbare gevallen van prijszetting om- vat, blijkt duidelijk hoe gewenscht een nadere unificatie is, niet alleen ten aanzien van de geldingsbronnen, doch ook wat de strafmaat betreft. In hoeverre de op handen zijnde nieuwe regeling daaraan tegemoet komt, zal thans moeten worden afgewaoht. Vdlledigheidshalve worde in dit ver- band nog gewezen op de belasting, welke sinds 24 December j.l. krachtens het Besluit op de Waardevermeerderingsbelasting 1940 (Verordeningenblad van 12 December 1930) gebeven wordt in geval van waardevermeer dering bij vervreemding van onroerende goe deren en van sommige aandeelen, ofschoon het van een gebrek aan legislatieve elega-ntie zou getuigen, indien deze belasting ook wer- kelijk als sanctie op de ongeoorloofde prijs- verhooging in het leven was geroepen. De Staatscourant van Vrijdag bevat twee uitvperin-gsbesluiten van verordeningen van den Rij-kscommissaris. Het eerste is bet tweede uitvoeringsbesluit van den secretaris- generaal van sociale zaken ingevolge de ver ordening no. 8/1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied be- treffende het beperken van werk. Het tweede is het tweede uitvoeringsbesluit van den waamemend seoretaris-generaal van het departeiment van sociale zaken ingevolge de verordening no. 111/1940 van den Rijks commissaris betreffende het verbod van loo nen en salarissen. Bij deze besluiten is bepaald, dat burger- lijke rechtsvorderingen, welke voortvloeien uit niet-naleving van hetgeen in deze ver ordeningen van den Rijkscommissaris is be paald, worden geacht betrekkelijk te zijn tot een arbeidsovereenkomst. Dit beteekent, dat krachtens artikel 39 onder 3e van de Wet op de Rechterlijke Or- ganisatie de kantonrechter bevoegd is van deze rechtsvorderingen kennis te nemen. Beide besluiten treden in werking met in gang van den dag volgende op dien van af- kondiging. DE ZAKLANTAARNS. Na 15 dezer alleen voetgangers- lantaams of blauwe lampjes met 1.1,. 15. toegestaan. De Nederlandsche gloeilampenindustrie heeft deze week een zeer groot aantal door de rijksinspectie luchtbeschermingsdienst goedgekeurde blauwe gloeilampjes voor zak- lantaams in den bandel gebracht. Deze blauwe gloeilampjes, welke van het goedkeu- ringsteeken I.L.B. zijn voorzien en voor de gebruikelijke spanningen worden vervaar- di-gd, mogen in iedere beschikbare passende zaklantaam in de open lucht worden toege past, mits wordt zorggedragen, dat het licht daarvan niet naar boven schijnt en andere deelnemers van het verkeer er niet door wor den verblind, aldus deelt de Rijksinspecteur voor de bescberming van de bevolking tegen luchtaanvallen mede. In verband hiermede kan na 15 dezer slechts het gebruiken van door de rijksinspec tie luchtbescherming goedgekeurde en als zoodanig met het I.L.B.-teeken gewaarmerk- te voetgangerslantaarns van bijzondere con- structie, dan wel het gebruik van door de rijksinspectie goedgekeurde en als zoodanig met het I.LjB.-teeken gewaarmerkte blauwe gloeilampjes in beschikbare zaklantaams in de open lucht worden toegelaten. Met nadruk wordt men er op gewezen, dat voetgangerslantaarns welke niet in overeen- stemming zijn met de voorschriften der ver ordening of welke in strijd daarmee worden gebruikt, in beslag genomen en verbeurd verklaard kunnen worden. AANGIFTE VAN RADIOTOESTELLEN VOOR 27 JANUARI. Het is niet mogelijk gebleken de huis-aan- huis-bezorging van het aangifte-formulier voor een radio-ontvanginrichting zoo tijdig te doen plaats hebben, dat iedere luisteraar aan de verplichting tot aangifte v66r 15 dezer kan voldoen. In verband hiermede wordt voor hen, die de circulaire nog niet hebben ontvangen, de datum waarop de inzending van het aangifte-' formulier moet plaats hebben, nader vastge steld op Maandag 27 dezer. Iedere luisteraar blijft echter verplicht om na ontvangst van de circulaire het aangifte- formulier onverwijld in te zenden. RADIOLUISTERVERGUNNINGEN. Ohderteekieaien en betaJingswijze aangeven. Het blijkt, dat de aangifte-formulieren voor luistervergunningen dikwijls niet zijn onder- teekend; zij moeten dan worden teruggezon- den, hetgeen onnoodige moeite en opont- houd veroorzaakt. Dringend wordt derhalve verzocht het aan gifte-formulier nauwkeurig in te vullen en te onderteekenen. Tevens is het noodzakelijk, dat men duide lijk aangeeft op welke wijze men de luister- bijdrage wenscht te betalen. Geschiedt zulks niet, dan wordt aangenomen, dat de bijdrage door middel van radio-zegels zal worden vol- daan. DE ENGELSOHE LUCHTAANVALLEN OP NEDERLAND. Het A. N. P. meldt: Gebruik makend van het gunstige weer heeft het Engelsche luchtwapen in den nacht van Donderdag op Vrijdag een groot aantal Nederlandsche plaatsen aangevallen, waarbij vele brisant- en brandbommen zijn uitge- worpen. Het grootste gedeelte van deze bom- men kwamen buiten de bebouwde kommen neer. Bij de slordige wijze van bombardeeren welke de Engelsche vliegers toepasten, kon het niet uitblijven, dat tal van huizen, boer- derijen en schuren schade opliepen. Twee woonhuizen werden geheel vernield, ver scheidene andere zwaar beschadigd. In een gemeente werd de lichtleiding eenige uren buiten bedrijf gesteld. Er was ook veel glas- schade. Een klein aantal personen werd licht gewond. Het aantal slacbtoffers zou gering zijn ge- weest, indien niet in een plaats in het Zuiden des lands, welke bijzonder zwaar met brisantbommen werd bestookt, niet verschil- lende bommen waren gevallen op een roomsch-katholiek ziekenhuis. Zij vernielden een kapel, waar jui$t de zusters voor een godsdienstoefening verzameld waren. Drie zusters werden gedood, een zwaar gewond en een dienstmeisje licht gewond. Door lucht- druk werden naburige huizen beschadigd. Als een middel om de burgerbevolking te terroriseeren werd het feit gezien, dat mili- taire doelen nauwelijks zijn aangevallen en dat op verschillende bewoonde plaatsen mi- trailleurvuur is geopend. Zoo zijn bijvoorbeeld in Den Haag de woningen in de Tholensche straat, nrs. 59 en 61, door mitrailleurvuur getroffen. Een Engelsch vliegtuig is door een Duit schen jager neergehaald; de vier inzittenden zijn gedood. In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn de Engelsche vliegers boven Nederlandsch gebied minder actief geweest, dan in den vorigen nacht. Woonhuizen zijn niet direct getroffen, wel liepen in 46n plaats in het Zuiden des lands ongeveer een dozijn woningen door luchtdruk tamelijk zware schade op. Een man is gewond, een paard is gedood. O.MRGEPORGANISATIES ZULLEN WORDEN GELIQUIDEERD. Radio-tijdsellrlfteri zullen blijven be- stajaii. Bij de uitzendingen van reportages zal in positfeven zin wortden (geiverkt. De gemachtigde voor de concentratie van de Radio-Omroepvereenigingen in Nederland, Ir. Dubois, deelt het volgende mede: Ongetwijfeld zal men er belang in stellen iets naders te vememen omtrent de verande- ringen, welke in den Nederlandschen Omroep zijn geschied. In de eerste plaats dient men een scheiding te maken tusschen wat de om roep gaat bieden en de bijdrage, welke van de luisteraars wordt gevorderd. Deze bij drage, welke door iederen bezitter van een ontvangtoestel of abonne op een radio- centrale moet worden betaald, wordt ge'ind door het Staatsbedrijf der P.T.T. Uit het aldus ge'inde bedrag wordt aan dit Staats bedrijf een deel toegewezen voor de Verzor- ging van de zendapparaturen, de ontwikke- ling van de zendertechniek en dergelijke met den omroep verband houdende zaken. De rest, zijnde het overgroote deel, wordt toe gewezen aan den omroep voor het verzorgen der radio-programma's. Daar nu deze heffing van Staatswege met ingang van 1 Januari 1941 van kracht is ge- worden, boudt op dezen zelfden datum, ter voorkoming van dubbele betaling, het stor- ten van bijdragen aan de omroeporganisaties op. Zij, die reeds hun lidmaatschapsbijdrage of contributie hebben gestort, ontvangen deze terug, echter niet in contanten, doch volgens de beschikking van den directeur- generaal der P.T.T. in den vorm van radio- zegels, welke zullen kunnen dienen om de radioheffing, voor zoover deze zegels kunnen reiken, te voldoen. De aangekondigde veranderingen in wat men 'in het dagelijksche leven ,,den omroep" pleegt te noemen komen op het volgende neer: Gesticht wordf een staatsbedrijf, dat met uitsluiting van anderen de verzorging van den omroep ter hand zal nemen. Dit wil zeg gen, dat van het oogenblik af, dat dit bedrijf zijn taak zal beginnen de omroeporganisaties zullen ophouden te functionneeren. Tot zoo lang zal de omroep door de organisaties ver- zorgd blijVen. Dit wil echter niet zeggen, dat gedurende dien tijd alles onveranderd zal blijven. In den overgangstijd' zullen toch reeds wijziigingen in de programma-indeeling en -uitvoering worden voorbereid en uitge- voerd, zoodat* een harmonische aansluiting met den nieuwen toestand wordt verkregen. Daar er na het in werking treden van het Staatsbedrijf geen terrein van werkzaam- heid voor de omroeporganisaties overblijft, zullen deze worden geliquideerd en haar eigendommen zullen worden overgedragen aan het nieuwe bedrijf. Een andere oplossing is niet denkbaar, aangezien alleen op deze wijze gebouwen en apparaturen hun bestem- ming zullen kunnen blijven vervullen. De radio-tijAschriften De radio-tijdschriften, welke tot nu toe be- stonden, zullen kunnen blijven bestaan. Zij zullen behalve een algemeen gedeelte, waar- in belangrijke uitzendingen zullen worden toegelicht, hun aandacht kunnen blijven wij- den aan die uitzendingen, welke voor hun lezerskring van bijzonder belang zijn te achten. Wat nu het nieuwe bedrijf zelf betreft het volgende De ruimere geldmiddelen, waarover kan worden beschikt, omdat nu niet meer als voorheen de helft der Nederlandsche luiste raars zich aan het geven van een bijdrage aan den omroep kan onttrekken, zullen het bedrijf in staat stellen om den steeds groo- teren onkosten, welke de toenemende ver- volmaking eischt, het hoofd te bieden. Aldus zal het mogelijk zijn de lijn der artistieke en technische vervolmaking wederom krachtig te doen stijgen. Ook naar vorm en inhoud zal veel worden veranderd. De zelfstandige positie der om- roepvereenigingen leidde er toe, dat het programma, als geheel gezien, weinig een- heid toonde in opbouw in dien zin, dat geen der vereenigingen ook maar eenigermate rekening hield met wat de ander deed. Dat hierdoor het effect van het geheele program ma, als eenheid beizien, minder voldoening gaf dan mogelijk geweest zou zijn, behoeft geen betoog. Ook de sterke afhankelijkheid der vereenigingen van de gunst harer leden kwam niet steeds het peil der uitzendingen ten goede. Dit kan nu anders worden. Eenheid van opbouw, opvoering naar en handhaving van een hoogpeil is nu uitvoerbaar. Is aldus een grondslag gelegd voor een be- vredigenden toestand op het gebied van pro- gramma-opbouw, uit den inhoud zal men kunnen bemerken, dat de gevreesde opper- vlakkigheid en kleurloosheid niet haar in- trede zal doen. Integendeel. Met zorg zal er naar worden gestreefd, dat dat wat in alle groepen van ons volk leeft zijn uiting voor de microfoon zal krijgen. Dit zal echter die nen te geschieden onder vermijding van over- dreven particularisme en in positieven zin, dat wil zeggen zoekend naar datgene, wat ons vereent en niet naar wat ons verdeelt. Aldus zullen de door de thans bestaande om- roepvereenigingen vertegenwoordigende groe pen zich en elkaar op een hooger plan terug- vinden, waar door eendrachtige samenwer- king aan de handhaving onzer Nederlandsche cultuurgoederen en den opbouw van ons vaderland kan worden gewerkt. Ook in meer .directen zin zal de omroep werkzaam zijn. Door het geven van repor tages, het organiseeren van vraaggesprekken met beVoegde personen, zal de luisteraar in verbinding worden gebracht met het gebeu- ren om hem heen. Hierbij zal in positieven zin worden gewerkt en niet worden getracht door onthouding, moeilijkheden of wellicht beter, gewaande moeilijkheden. te omzeilen. TECHNIEK VAN DEN AUTO- BEV R A CHTIN GSDIEN ST In de persconferentie heeft dr. Joh. J. Han- rath administrateur Departement van Water- staat, chef van de afdeeling Vervoerwezen een referaat gehouden over „Techniek van den Autobevrachtingsdienst". Hieraan wordt het volgende ontleend: Aaiunelding der vervoerders. Wanneer op 13 Januari de Autobevrach tingsdienst in werking treedt, zullen de ver voerders, die op grond van de hun verstrekte vergunningen aan den autobevrachtingsdienst zijn onderworpen, zich moeten melden bij de agenten of sub-agenten van dezen dienst. Rittenkaarten. Hun wordt daarbij een gele rittenkaart A verstrekt, welke kan worden vergeleken met een identiteitsbewijs voor de auto, tegelijker- tijd wordt hun verstrekt 'n witte rittenkaart B, welke dient om de voor den A.B.D. (Auto bevrachtingsdienst) uit te voeren ritten te noteeren. Aajuneldiiig van vrachten. Van dit oogenblik af worden door den ver- voerder alleen die laddngen vervoerd, welke hem daartoe door den A.B.D. worden aange- wezen. Dit brengt mede, dat de te vervoeren vrachten in den vervolge door de verladers bij de agenten en sub-agenten van den A.B.D. zullen moeten worden aangemeld. Doet zich in den aanvang de omstandigheid voor. dat een vervoerder een lading aanbrengt bij den agent of sub-agent van den A.B.D. dan volgt daaruit nog niet, dat deze vervoerder ook in aanmerking komt de door hem aangebrachte lading te vervoeren. Bij de voreribedoelde melding ontvangt de vervoerder van den agent of sub-agent een meldingsbevestiiging, waarop worden aange- geven: plaats en tijdstip en eventueel tele- fooniTummer, waar de chauffeur van het voer- tuig bereikbaar is. Aanwijzing vervoerder. Moet nu een lading worden vervoerd van A naar B. dan beschikt de agent van den A.BJX in A of in de nabijheid daarvan over de noodige gegevens, welke vervoerder voor het uit te voeren transport kan worden aan- gewezen. Hij is tevens bekend met de plaats waar het betrokken voertuig zich bevindt en kan derhalve den chauffeur de noodige aan- wijzingen voor het vervoer geven. Oontrolefoewijs. Vervoer heeft alleen plaats, wanneer dit is gedekt door een contrblebewijs, afgegeven door den agent of, op zijn aanwijzingen, door den sub-agent. De aangewezen chauffeur moet zich derhalve b(j den agent of bij een door hem aan te wijzen sub-agent vervoegen tot het in ontvangst nemen van dit controle- bewijs. Op dit controlebewijs worden de noo dige aanwijzingen voor het vervoeren van die lading vermeld, o.m. de naam van den ver voerder, de naam van den opdrachtgever, het motorrijtuig, waarmede het vervoer plaats vindt, het gewicht van de lading, soort goe deren, van welke plaats het vervoer begint en waar het vervoer eindigt, de vrachtprijs en de provisie, welke door den vervoerder is Ver- schuldigd. Deze provisie moet door den ver voerder aan den agent of sub-agent worden betaald. Indien en voorzoover het bezwaren oplevert om langs het kantoor van den agent of suto- agent te rijden naar de laadplaats, is het natuurlijk niet uitgesloten, dat door den agent of sub-agent, een regeling wordt getroffen, waardoor eventueel hieruit voortvloeiende bezwaren kunnen worden opgeheven of al- thans verminderd. Het vervoer voor den A.B.D. geschiedt dus onder dekking van rittenkaart A. ritten kaart B en een contrdlebewijs, welke drie he- wijzen te alien tijde op het voertuig aan- wezig moeten zijn. Melding na loosing. Na lossing van de lading in B moet de ver voerder zich wederom melden b(ji het dichtst- bijzijnde kantoor van den agent of sub- agent van den A.B.D. Deze melding kan ook telefonisch geschieden. Hij ontvangt daar wederom een meldingsbevestiging en wordt door den agent ingeschreven in een register van ter beschikking staande voertuigen. De mogelijkheden gijn nu tweeerlei: df de ver voerder krijg't "door den A.B.D. een nieuwe vracht toegewezen, waarvoor dus op dezelflle wqze wordt gehandeld als hiervoor is uiteen- gezet, dan wel er is geen vracht aanwezig en de* vervoerder moet, om onnoodige onkosten te voorkomen met zijn ledig voertuig worden teruggezonden. Het zal geen betoog behoe- ven, dat dit laatste zooveel mogelijk moet worden voorkomen en dat z.g. ritten zonder lading tot het allernoodigste moeten worden beperkt. Doet zich deze omstandigheid voor, dan krijgt de vervoerder de desbetreffende opdracht van den agent of namens dezen van den sub-agent van den A.B.D. Ledige ritten verboden. Het is in elk geval verboden, dat de ver voerder deze ledige ritten op eigen initiatief onderneemt. Voor het uitvoeren van deze ledige ritten onvangt hij van den agent of namens dezen van den sub-agent een daartoe bestemde machtiging. De ledige rit is dus gedekt door de aanwezigheid in het voertuig van een rittenkaart A, een rittenkaart B en een machtiging, afgegeven door een agent of sub-agent van den A.B.D. Is de ledige rit uitgevoerd en dus in het algjemeen de ver voerder weder op zijn standplaats terugge- keerd, dan meldt hij zich ter plaatse weder bij den dichtsbijzijnden agent of sub-agent van den A.BJD., waama hij weder in aan merking komt voor een nieuwe vracht. Verrekoning vraahtpry*. In het bovenstaande is uiteengezet, dat voorloopig de provisie door den vervoerder aan den agent of sub-agent wordt volda&n. De verrekening van den eigenlijken vracht prijs blijft overgelaten aan vervoerder en ver- lader, waarbij voorshands de ABU. zijn be- middeling niet verleent. Het ligt intusschen in de bedoeling, dat binnenkort de verreke ning van den vrachtprijs zal worden geleid over de centrale administratie van den A.B.D., in dier voege, dat, onder handhaving van het in het derde uitvoeringsbesluit aan genomen beginsel, dat bij voorkeur franco zal worden vervoerd, de verschuldigde vrachtprijs door den verlader moet worden gestort op postrekening 398493 van den AJ3.D. Het aan den vervoerder toekomende, d.w.z. vrachtprijs minus provisie, wordt dan door de centrale administratie van den A.B.D. aan den vervoerder betaald, nadat de vervoerder aan den A_B.D. met de noodige bewijzen heeft aangetoond, dat het vervoer naar behooren heeft plaats gevonden. Invoering beurtvuart-Bdrew. Ten behoeve van dit" laatste ligt het in het voornemen, een beurtvaart-adres, bestaande uit drie deelen, in te voeren, waarvan 66n gedeelte (afleveringsbewijs) door den ver voerder, na afteekening van goede ontvangst door den ontvanger aan den A3.D. moet worden ingezonden als bewijs, dat de lading naar behooren is afgeleverd en betaling aan den vervoerder kan volgen. Aervoensplicjit. Met nadruk wordt er op gewezen, dat uit het Autobevrachtingsbesiuit voortvloeit, dat den vervoerders een vervoersplicht is opge- legd, m.a.w., dat zij den plicht hebben, de vervoeren uit te voeren, welke hun door den A.B.D. worden apgedragen. Geeft de uitvoe ring van een dergelijke vervoersopdracht reden tot ernstige of herhaalde klachten, dan stellen de vervoerders zich aan strafmaat- regelen bloot. Dit is eveneens het geval wan neer een aan den A.BJD. onderworpen voer tuig op den weg wordt aangetroffen, zonder dat de hiervoor benoodigde bescheiden op het voertuig aanwezig zijn. Tariefsy steetn Het ligt in de bedoeling, dat niet alleen wordt vastgesteld, met welken wagen een be- paalde zending goederen zal worden vervoerd, doch ook, dat in het algemeen de transport- voorwaarden worden vastgelegd. Daartoe is een tariefsysteem voor den Autobevrachtings dienst uitgewerkt. Dit tariefsysteem is ge- baseerd op de volgende grondslagen: Een onderzoek heeft plaats gehad naar de onkos ten, welke verbonden zijn aan het in bedrijf hebben van een auto en wel gesplitst in zg. vaste onkosten en variabele onkosten. Deze onderzoekingen leidden uiteraard tot een be paald bedrag per km, afhankelijk van het aantal km, dat met de auto wordt gereden en afhankelijk van het gebruikte type auto. Uit deze gegevens kon dus betrekkelijk een voudig worden berekend, hoe groot een rede- lij'ke vrachtprijs moet zijn, wanneer: a. wordt aangenomen een gemiddeld aantal km dat per auto zou worden gereden; b. werd uitge- gaan van een zekere verhouding tusschen volledig beladen ritten en ritten zonder lading; c. een zekere goederenclassificatie werd aangenomen, waarbij een parallel is ge- zocht met de goederenclassificatie van de

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 2