HET BEPERKEN VAN WERK EN HET
VERBOD VAN LOONSVERLAGING.
kleiner dan normaal. De vraag van den han-
del is editor zees' groot, veel grooter dan het
aanbod ondanks liet feit, dat de Ned. Groen-
ten- en Fruitcentrale den export van verschil-
lende groenten tot de helft heeft terugge-
bracht.
Ben aantal groenten, n.L die, welke ge-
exporteerd word en, is eciiter onderhevig aan
eeti maximumprijsregeling. Zoo mag roode
kool ter veiling niet duurder worden verkocbt
dan voor f 5 per 100 kg, savoyekool voor niet
meer dan /3,60 en spruiten (z.g. ongeschoom-
de), voor maximaal 15 ct. per kg. Voor an-
dere groenten geldt deze maximumprijsrege
ling niet en de prijzen van deze soorten stjj-
gen dan ook met den dag. Terwijl de onge-
sdhoonde spruiten aan den maximumprijs van
15 ct. gebonden zijn, worden de gesohocnde,
waarvoor de regeling niet geldt, reeds voor
40 ct. per kg verkoeht. Tegenover de knol-
selderij, welke niet hooger dan 11 mag gaan,
bereikt de prei, welke geen exportproduct en
derhalve aan geen maximumprijs gebonden
is, een peil van om en bij de 20, d.i. een prijs-
stijging van ruim 200 pcocent met enkele
weken geleden. Ook andere soepgroenten als
peterselie en selderij, zijn aanzienlijk in prijs
gestegen. Uien daarentegen mogen voor geen
hoogeren prijs dan 4 worden verkocht.
»E „SOEMBA" GEZONKEN.
Het D.N.B. meldt uit New York:
Het in dienst van Engeland varende Neder-
landsche scbip „Soemba" (6718 br. reg. ton)
is, geladen met staal, in den Atlantiscben
Oceaan gezonken. Minstens 34 man van de
bemanning zijn verdronken. De rest is in een
Oost-Canadeesche haven aan land gezet.
De „iSoemiba" is een scbip van de stoom-
vaart mij. „Nederland'\
TENGEVOLGE VAN DE WEERSGESTELD-
HEID WERKLOOS ZIJNDE ARBEIDERS
KR1JGEN STEI N.
De secretaris-generaai van het departe-
ment van Sociale Zaken beeft aan de ge-
meentebesturen een scbrijven gezonden, waar-
in wordt medegedeeld, dat arbeiders, gedu-
rende de periode, dat zij tengevolge van de
weeragesteldbeid werkloos zijn en geen loon
doorbetaald krijgen, ingevolge de steunrege-
ling kunnen worden gesteund, mits zij aan
alle terzake gestelde voorwaarden voor op-
neming voldoen en indien bun namen voor-
komen op de door de werkgevers samenge-
stelde en via de betrokken arbeidsinspecties
aan de gemeentebesturen gezonden lijsten.
TJiteraard dient, alvorens tot steunverleening
wordt overgegaan, te worden vastgesteld of
de werknemer voor bet doormaken van een
wacbttijd in aanmerking kan worden ge-
bracbt.
Voor wat betreft de landarbeiders wordt
medegedeeld, dat Voor deze categorie van
werknemers, indien zij in bovengenoemd ge-
val komen te verkeeren, niet de eiscb beboeft
te worden gesteld, dat bun naimen op de
meergenoemde lijst moeten voorkomen.
INDIJKING VAN DEN BIESBOSOH.
Gelpc bekend beeft het Rijk bet voornemen
over te gaan tot indijking van den Brabant-
scben Bdesbosch en tot afsluiting van de mon-
ding van Oude Maaaje en Donge. De plannen
welke het Rijk hieromtremt beeft, waren oor-
zaak, dat de ingelanden van bet waterschap
,,De Brabantscbe Biesboscb" dezer dagen in
een vergadering waren bijeengeroepen.
Het waterschapsbestuur beeft van de
regeering de mededeelimg ontvangen, dat het
plan tot indijking gereed ligt en het voor
nemen bestaat ten behoeve van de uitvoering
van dit werk alle gronden in dit 9000 ha
groote gebied van de eigenaren te vorderen.
Het toestuur wensehte aan de ingelanden
een andere mogelijkbeid voor te leggen. Bij
vordering door bet Rijk bestaat niet de zeker-
heid, dat de eigenaren straks weer een ge-
lijkmatig bezit kunnen terugkoopen. Het
waterschap kan echter ook bij Ged. Staten
ruilverkaveling aanvragen en daarmee wel-
licbt de zekerheid behouden, dat de eigendom
der ingelanden zal worden geeerbiedigd.
Na gedacbtenwisseling en nadat Ir. Mesu,
hoofd van den Cultuurtechnischen Dienst, een
uiteenzetting had gegeven van het indijkings-
plan, werd het bestuursvoorstel om bij Ged.
Staten ruilverkaveling aan te vragen met al-
gemeene stemmen aangenomen.
BUjkens de uiteenzetting van Ir. Mesu komt
het indijldngsplan in hoofdtrekken op het
volgende neer:
Vrijwel het geheele, 9000 ha groote, gebied
van den Brabantsehen Bieschbosch zal wor
den ingcpolderd en door een zeer zwaren dijk
worden beschermd tegen stormvloed. Dit
stemt due niet overeen met de oude plannen,
welke slechts gedeeltelijke inpoldering en
geen volkomen beveiliging tegen stormvloe-
den beoogden.
Ook het Oude Maasje en de Donge zullen
worden afgesloten. Daardoor zullen de
stormvloeden tot in verre omgeving hooger
oploopen, hetgeen aanzienlijke verhooging der
aijken in Noord-Brabant en Zuid-Holland
over een groote lengte noodig zal maken.
Met dit laatste moet uiteraard begonnen wor
den v56r de afsluiting, zoodat de afsluiting
zelf niet' voor over enkele jaren kan ge-
schieden.
Het plan voorziet in den aanleg van ver-
scbillende doorgaande wegen o.a. een die
van Keizersveer dwars door het gebied van
den Bieschbosch loopt en een kcctere verbin-
ding van centraal Brabant naar Dordrecht
zal geven zoomede wordt voorzien in den
aanleg van seheepvaartwegen.
Het is de bedoeling, dat de Bieschbosch een
geheel ander sociaal-economisch aanzien zal
krijgen. Ongetwijfeld zullen er verscheiden
dorpen komen. De bevolking van den Bies
boscb, welke nu ongeveer acht per 100 ha
•telt, zal kunnen vertienvoudigen. Vooral ook
om dit doel te bereiken, is de regeering be-
reid bier millioenen te investeeren Op vesti-
gingsmogelijkbeden en goede sociaal-economi-
sche toestanden zal speciaal worden gelet.
It-. Mesu zette verder uiteen, dat voor de
begrenzing der eigendommen de eenvoudig-
ste methode is, dat het geheele gebied- wordt
gevorderd. Minder eenvoudig is de tweede
mogelijkheid, n.l. ruilverkaveling. Ook een
tussohenvorm, b.v. een tijdelijke vordering van
den eigendom, is mogelijk. Indien de weg
van ruilverkaveling of tijdelijke vordering zou
bewandeld worden, zal echter een groote mate
van medewerking gedurende enkele seizoenen
van de eigenaren moeten gevorderd worden.
Ir. Mesu gaf ook voor de afwatering van
het land van Altena nog eenige oplossingen
aan.
Bij de na deze uiteenzetting gevolgde gedach-
tenwisseling werd door eenige aanwezigen
opgemerkt, dat de landwinst bij indijking en
waardevermeerdering van den grond niet
mogen worden overschat. Reeds thans is de
waarde aanzienbjk. Ook verklaarde een der
aanwezigen zich tegen eventueele verkaveling
van groote bedrijven. Ir. Mesu wilde in ant-
woord hierop slechts zeggen, dat het R(jk
vestigingsmogelijkheid voor tal van boeren
nastreeft. Ook wanneer de ruilverkaveling
wordt toegepast, kan het toch nog tot vorde
ring ben aanzien van bepaaLde eigendommen
komen.
Ten slotte deelde hij mede, dat de indij-
kingskosten worden begroot op veertien mil-
lioen gulden. Zij zullen door dsn Staat wor
den gedragen, evenwel met dien verstande,
dat de pcovlncie met een subsidie van 25 pro-
cent bijdraagt en de grondeigenaren 75 pro-
cent van de waardevermeerdering van hun
grond afstaan. (De Telegraaf.)
HANDHAVING VAN MAXIMUMPRUZEN.
Groot is sinds geruimen tijd het aantal
klachten over de gebrekkige naleving van
verscheidene prijsvoorschriften. Te verwonde-
ren valt dit niet, aldus de N. R. Crt.; deze
klachten ontspringen niet zoozeer aan een
verheven verontwaardiging over bet feit, dat
hierdoor overheidsmaatregelen worden tegen-
gewerkt, als wel aan een zeer realistische
verstoring van het budgetaire evenwioht der
groote massa. Doch -ook de zoo openlijk be-
dreven. verontachtzaming zelve van de prijs-
stopteekens is verklaarbaar: minder uit de
algemeen Nederlandsche geringsohatting
voor alle verkeersregels dan wel uit de om-
standigheid, dat schaarschte en prijszetting
van nature nu eenmaal moeilijk harmonieeren.
Dat het in den aanhef omsehreven ver-
scbijnsel in dutobel opzicht verklaard kan wor
den, mag natuurlijk niet tot vergoeilijklng
daarvan leiden, iets, waaraan de overheid
zich trouwens weinig pleegt te bezondigen, nu
minder dan ooit. Terecht, waar zullke groote
belangen als sociale reohtvaardigheid en de
bevrediging van elementaire economische
behoeften in het geding zijn. Uit dezen ge-
zichtshoek moet men dan ook het onlangs
aangekondigde plan tot centrale handhaving
der prijsvoorschriften bezien.
Het kan zijn nut hebben om vdordat het
hier bedoelde besluit is afgekondigd een korte
samenvatting te geven van de tot dusverre
geldende sanctiebepalingen. Men komt dan
uit de zeer verspreid liggende voorschriften
tot bet volgende overzicht:
a. voor koopprijzen van sommige agrari-
sche producten bevat de Bandbouwcrisiswet
1933 als straffen: uitsluiting, hechtenis van
ten hoogste 6 maanden of maximaal 10.000
geldboete (in geval van opzet gevangenis
straf van ten hoogste 1 jaar of f 10.000)
eventueel verbeurdverklaring en eventueel
openbaarmaking der uitspraak;
b. voor koop- en huurprijzen van andere
roerende goederen bepaalt de Prijsopdrijvdngs-
en hamsterwet 1939: inbezitneming door den
burgemeester tegen ten hoogste 90 pet. scha-
deloosstelling; bij veroordeeling eventueel
verbeurdverklaring; ingeval van opzettetlijke
overtreding van wettig vastgestelde maxi-
mumprijzen ten hoogste 4 jaren gevangenis-
straf of 10.000 boete, terwijl aan schuld te
wijten overtreding ten hoogste 1 jaar gevan-
genisstraf of hechtenis, subsidiair f 3000
boete tengevolge heeft; ontbreken dergelijke
maximumprijzen dan wordt opzettelijke
schending van het omstreeks 9 Mei 1940 gel
dende prijspeil gestraft met maximaal 2 ja
ren gevangenisstraf of 5000 boete, in den
culpozen vorm met ten hoogste 6 maanden
gevangenisstraf of hechtenis, subs, f 2000
boete.
c. voor koopprijzen van agrarische onroe-
rende goederen geldt het besluit inzake ver-
vreemding van landbouwgronden (Verorde-
ningenblad van 30 November 1940; hechtenis
van ten hoogste 1 jaar of f 10.000 geldboete,
terwijl het betrokken goed verbeurd kan wor
den verklaard. Afwijking van geoorloofde
pacbtprijzen brengt volgens het Pachtprijs-
Opdrijvingsbesluit 1940 met zich mede, dat de
pachter in dat geval geen pachtprijs of an
dere vergoeding versohuldigd is, terwijl de
verpachter met hechtenis van ten hoogste 1
jaar of geldboete van maximaal 5000 kan
worden gestraft;
d. voor koopprijzen van andere onroeren-
de goederen bedreigt een in het Heeresgrup-
pen-Verordnungsblatt van 10 Mei 1940 opge-
nomen verordening van den Opperbevelhebber
der Legergroep den overtreder met gevange
nisstraf van ten hoogste 6 v^pken en 'n geld
boete van ten hoogste RM. 30.000, of met 6dn
dezer straffen, alsmede eventueel inbeslag-
neming der betrokken goederen. Hierom-
trent bestaat evenwel in zooverre onzeker-
heid, dat deze verordening slechts krachtens
den Duitschen tekst op onroerend goed be-
trekking heeft, terwijl deze tekst, anders dan
in het latere Verordemingehblad is bepaald,
niet uitdrukkelijk als authentiek wordt aan-
gemerkt; neemt men daarentegen den Neder-
landschen tekst als uitgangspunt, zooals deze
in de dagbladem van 17Mei j.l. is gepubli-
ceerd, dan valt overtreding van het verhoo-
gingsverbod voor de koopprijzen van onroe
rend goed slechts onder een tweetal bekend-
makingen d-.d. 17 Mei 1940, waarvan de sanc-
tiemogelijkheid "niet vaststaat. Huurprijzen
dezer goederen worden geregeld in de Prijs-
opdrijvings- en hamsterwet 1939, waarvan de
straffen reeds h-ierboven onder punt b zijn
vermeld;
e. omtrent loonen en salarissen vindt men
de sanctie in het eerste uitvoeringsbesluit
(Ned. Staatscourant van 2 December 1940)
der desbetreffende verordening, t.w. hechte
nis van ten hooogste 3 maanden of maximaal
/3000 boete;
f. voor hypotheekrenten geldt het desbe
treffende besluit OVerordeningenblad van 27
December 1940)de straffen zijn als onder
punt b, met uitzondering van de inbezitne
ming door den burgemeester;
g. voor andere renten (zooals bij v. verze-
keringspremien) geldt de sub d bedoelde ver
ordening met de daarin omsehreven straffen;
hi. overtreding van de wettelijk goedge-
keur-de tarieven van het vrachtautovervoer
wordt met ingang van 13 dezer krachtens de
Wet Gebruik Vervoermiddelen gestraft met
hechtenis van ten hoogste 1 jaar of een boete
van ten hoogste 10.000;
i. voor andere diensten geldt weer de
Prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939; zie on
der b.
Vermelde-nswaard is hierbij, dat in de
meeste gevallen zoowel degene, die een te
hoogen koop- of huurprijs of een te hooge
vergoeding bedingt of aanneemt, als hij, die
deze belooft of betaalt, strafbaar is; vrijuit
gaan in dergelijke omstandigheden slechts de
pachter (zie onder c) en de werknemer
(punt e).
Uit de gegeven groepeering, welke vrijwel
alle denkbare gevallen van prijszetting om-
vat, blijkt duidelijk hoe gewenscht een nadere
unificatie is, niet alleen ten aanzien van de
geldingsbronnen, doch ook wat de strafmaat
betreft. In hoeverre de op handen zijnde
nieuwe regeling daaraan tegemoet komt, zal
thans moeten worden afgewaoht.
Vdlledigheidshalve worde in dit ver-
band nog gewezen op de belasting, welke
sinds 24 December j.l. krachtens het Besluit
op de Waardevermeerderingsbelasting 1940
(Verordeningenblad van 12 December 1930)
gebeven wordt in geval van waardevermeer
dering bij vervreemding van onroerende goe
deren en van sommige aandeelen, ofschoon
het van een gebrek aan legislatieve elega-ntie
zou getuigen, indien deze belasting ook wer-
kelijk als sanctie op de ongeoorloofde prijs-
verhooging in het leven was geroepen.
De Staatscourant van Vrijdag bevat twee
uitvperin-gsbesluiten van verordeningen van
den Rij-kscommissaris. Het eerste is bet
tweede uitvoeringsbesluit van den secretaris-
generaal van sociale zaken ingevolge de ver
ordening no. 8/1940 van den Rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche gebied be-
treffende het beperken van werk.
Het tweede is het tweede uitvoeringsbesluit
van den waamemend seoretaris-generaal van
het departeiment van sociale zaken ingevolge
de verordening no. 111/1940 van den Rijks
commissaris betreffende het verbod van loo
nen en salarissen.
Bij deze besluiten is bepaald, dat burger-
lijke rechtsvorderingen, welke voortvloeien
uit niet-naleving van hetgeen in deze ver
ordeningen van den Rijkscommissaris is be
paald, worden geacht betrekkelijk te zijn tot
een arbeidsovereenkomst.
Dit beteekent, dat krachtens artikel 39
onder 3e van de Wet op de Rechterlijke Or-
ganisatie de kantonrechter bevoegd is van
deze rechtsvorderingen kennis te nemen.
Beide besluiten treden in werking met in
gang van den dag volgende op dien van af-
kondiging.
DE ZAKLANTAARNS.
Na 15 dezer alleen voetgangers-
lantaams of blauwe lampjes met
1.1,. 15. toegestaan.
De Nederlandsche gloeilampenindustrie
heeft deze week een zeer groot aantal door
de rijksinspectie luchtbeschermingsdienst
goedgekeurde blauwe gloeilampjes voor zak-
lantaams in den bandel gebracht. Deze
blauwe gloeilampjes, welke van het goedkeu-
ringsteeken I.L.B. zijn voorzien en voor de
gebruikelijke spanningen worden vervaar-
di-gd, mogen in iedere beschikbare passende
zaklantaam in de open lucht worden toege
past, mits wordt zorggedragen, dat het licht
daarvan niet naar boven schijnt en andere
deelnemers van het verkeer er niet door wor
den verblind, aldus deelt de Rijksinspecteur
voor de bescberming van de bevolking tegen
luchtaanvallen mede.
In verband hiermede kan na 15 dezer
slechts het gebruiken van door de rijksinspec
tie luchtbescherming goedgekeurde en als
zoodanig met het I.L.B.-teeken gewaarmerk-
te voetgangerslantaarns van bijzondere con-
structie, dan wel het gebruik van door de
rijksinspectie goedgekeurde en als zoodanig
met het I.LjB.-teeken gewaarmerkte blauwe
gloeilampjes in beschikbare zaklantaams in
de open lucht worden toegelaten.
Met nadruk wordt men er op gewezen, dat
voetgangerslantaarns welke niet in overeen-
stemming zijn met de voorschriften der ver
ordening of welke in strijd daarmee worden
gebruikt, in beslag genomen en verbeurd
verklaard kunnen worden.
AANGIFTE VAN RADIOTOESTELLEN
VOOR 27 JANUARI.
Het is niet mogelijk gebleken de huis-aan-
huis-bezorging van het aangifte-formulier
voor een radio-ontvanginrichting zoo tijdig
te doen plaats hebben, dat iedere luisteraar
aan de verplichting tot aangifte v66r 15 dezer
kan voldoen.
In verband hiermede wordt voor hen, die
de circulaire nog niet hebben ontvangen, de
datum waarop de inzending van het aangifte-'
formulier moet plaats hebben, nader vastge
steld op Maandag 27 dezer.
Iedere luisteraar blijft echter verplicht om
na ontvangst van de circulaire het aangifte-
formulier onverwijld in te zenden.
RADIOLUISTERVERGUNNINGEN.
Ohderteekieaien en betaJingswijze
aangeven.
Het blijkt, dat de aangifte-formulieren voor
luistervergunningen dikwijls niet zijn onder-
teekend; zij moeten dan worden teruggezon-
den, hetgeen onnoodige moeite en opont-
houd veroorzaakt.
Dringend wordt derhalve verzocht het aan
gifte-formulier nauwkeurig in te vullen en te
onderteekenen.
Tevens is het noodzakelijk, dat men duide
lijk aangeeft op welke wijze men de luister-
bijdrage wenscht te betalen. Geschiedt zulks
niet, dan wordt aangenomen, dat de bijdrage
door middel van radio-zegels zal worden vol-
daan.
DE ENGELSOHE LUCHTAANVALLEN OP
NEDERLAND.
Het A. N. P. meldt:
Gebruik makend van het gunstige weer
heeft het Engelsche luchtwapen in den nacht
van Donderdag op Vrijdag een groot aantal
Nederlandsche plaatsen aangevallen, waarbij
vele brisant- en brandbommen zijn uitge-
worpen. Het grootste gedeelte van deze bom-
men kwamen buiten de bebouwde kommen
neer. Bij de slordige wijze van bombardeeren
welke de Engelsche vliegers toepasten, kon
het niet uitblijven, dat tal van huizen, boer-
derijen en schuren schade opliepen. Twee
woonhuizen werden geheel vernield, ver
scheidene andere zwaar beschadigd. In een
gemeente werd de lichtleiding eenige uren
buiten bedrijf gesteld. Er was ook veel glas-
schade. Een klein aantal personen werd licht
gewond.
Het aantal slacbtoffers zou gering zijn ge-
weest, indien niet in een plaats in het Zuiden
des lands, welke bijzonder zwaar met
brisantbommen werd bestookt, niet verschil-
lende bommen waren gevallen op een
roomsch-katholiek ziekenhuis. Zij vernielden
een kapel, waar jui$t de zusters voor een
godsdienstoefening verzameld waren. Drie
zusters werden gedood, een zwaar gewond en
een dienstmeisje licht gewond. Door lucht-
druk werden naburige huizen beschadigd.
Als een middel om de burgerbevolking te
terroriseeren werd het feit gezien, dat mili-
taire doelen nauwelijks zijn aangevallen en
dat op verschillende bewoonde plaatsen mi-
trailleurvuur is geopend. Zoo zijn bijvoorbeeld
in Den Haag de woningen in de Tholensche
straat, nrs. 59 en 61, door mitrailleurvuur
getroffen.
Een Engelsch vliegtuig is door een Duit
schen jager neergehaald; de vier inzittenden
zijn gedood.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag zijn
de Engelsche vliegers boven Nederlandsch
gebied minder actief geweest, dan in den
vorigen nacht. Woonhuizen zijn niet direct
getroffen, wel liepen in 46n plaats in het
Zuiden des lands ongeveer een dozijn
woningen door luchtdruk tamelijk zware
schade op. Een man is gewond, een paard is
gedood.
O.MRGEPORGANISATIES ZULLEN
WORDEN GELIQUIDEERD.
Radio-tijdsellrlfteri zullen blijven be-
stajaii. Bij de uitzendingen van
reportages zal in positfeven zin
wortden (geiverkt.
De gemachtigde voor de concentratie van
de Radio-Omroepvereenigingen in Nederland,
Ir. Dubois, deelt het volgende mede:
Ongetwijfeld zal men er belang in stellen
iets naders te vememen omtrent de verande-
ringen, welke in den Nederlandschen Omroep
zijn geschied. In de eerste plaats dient men
een scheiding te maken tusschen wat de om
roep gaat bieden en de bijdrage, welke van
de luisteraars wordt gevorderd. Deze bij
drage, welke door iederen bezitter van een
ontvangtoestel of abonne op een radio-
centrale moet worden betaald, wordt ge'ind
door het Staatsbedrijf der P.T.T. Uit het
aldus ge'inde bedrag wordt aan dit Staats
bedrijf een deel toegewezen voor de Verzor-
ging van de zendapparaturen, de ontwikke-
ling van de zendertechniek en dergelijke met
den omroep verband houdende zaken. De
rest, zijnde het overgroote deel, wordt toe
gewezen aan den omroep voor het verzorgen
der radio-programma's.
Daar nu deze heffing van Staatswege met
ingang van 1 Januari 1941 van kracht is ge-
worden, boudt op dezen zelfden datum, ter
voorkoming van dubbele betaling, het stor-
ten van bijdragen aan de omroeporganisaties
op. Zij, die reeds hun lidmaatschapsbijdrage
of contributie hebben gestort, ontvangen
deze terug, echter niet in contanten, doch
volgens de beschikking van den directeur-
generaal der P.T.T. in den vorm van radio-
zegels, welke zullen kunnen dienen om de
radioheffing, voor zoover deze zegels kunnen
reiken, te voldoen.
De aangekondigde veranderingen in wat
men 'in het dagelijksche leven ,,den omroep"
pleegt te noemen komen op het volgende
neer:
Gesticht wordf een staatsbedrijf, dat met
uitsluiting van anderen de verzorging van
den omroep ter hand zal nemen. Dit wil zeg
gen, dat van het oogenblik af, dat dit bedrijf
zijn taak zal beginnen de omroeporganisaties
zullen ophouden te functionneeren. Tot zoo
lang zal de omroep door de organisaties ver-
zorgd blijVen. Dit wil echter niet zeggen, dat
gedurende dien tijd alles onveranderd zal
blijven. In den overgangstijd' zullen toch
reeds wijziigingen in de programma-indeeling
en -uitvoering worden voorbereid en uitge-
voerd, zoodat* een harmonische aansluiting
met den nieuwen toestand wordt verkregen.
Daar er na het in werking treden van het
Staatsbedrijf geen terrein van werkzaam-
heid voor de omroeporganisaties overblijft,
zullen deze worden geliquideerd en haar
eigendommen zullen worden overgedragen
aan het nieuwe bedrijf. Een andere oplossing
is niet denkbaar, aangezien alleen op deze
wijze gebouwen en apparaturen hun bestem-
ming zullen kunnen blijven vervullen.
De radio-tijAschriften
De radio-tijdschriften, welke tot nu toe be-
stonden, zullen kunnen blijven bestaan. Zij
zullen behalve een algemeen gedeelte, waar-
in belangrijke uitzendingen zullen worden
toegelicht, hun aandacht kunnen blijven wij-
den aan die uitzendingen, welke voor hun
lezerskring van bijzonder belang zijn te
achten.
Wat nu het nieuwe bedrijf zelf betreft het
volgende
De ruimere geldmiddelen, waarover kan
worden beschikt, omdat nu niet meer als
voorheen de helft der Nederlandsche luiste
raars zich aan het geven van een bijdrage
aan den omroep kan onttrekken, zullen het
bedrijf in staat stellen om den steeds groo-
teren onkosten, welke de toenemende ver-
volmaking eischt, het hoofd te bieden. Aldus
zal het mogelijk zijn de lijn der artistieke en
technische vervolmaking wederom krachtig te
doen stijgen.
Ook naar vorm en inhoud zal veel worden
veranderd. De zelfstandige positie der om-
roepvereenigingen leidde er toe, dat het
programma, als geheel gezien, weinig een-
heid toonde in opbouw in dien zin, dat geen
der vereenigingen ook maar eenigermate
rekening hield met wat de ander deed. Dat
hierdoor het effect van het geheele program
ma, als eenheid beizien, minder voldoening
gaf dan mogelijk geweest zou zijn, behoeft
geen betoog. Ook de sterke afhankelijkheid
der vereenigingen van de gunst harer leden
kwam niet steeds het peil der uitzendingen
ten goede.
Dit kan nu anders worden. Eenheid van
opbouw, opvoering naar en handhaving van
een hoogpeil is nu uitvoerbaar.
Is aldus een grondslag gelegd voor een be-
vredigenden toestand op het gebied van pro-
gramma-opbouw, uit den inhoud zal men
kunnen bemerken, dat de gevreesde opper-
vlakkigheid en kleurloosheid niet haar in-
trede zal doen. Integendeel. Met zorg zal er
naar worden gestreefd, dat dat wat in alle
groepen van ons volk leeft zijn uiting voor
de microfoon zal krijgen. Dit zal echter die
nen te geschieden onder vermijding van over-
dreven particularisme en in positieven zin,
dat wil zeggen zoekend naar datgene, wat
ons vereent en niet naar wat ons verdeelt.
Aldus zullen de door de thans bestaande om-
roepvereenigingen vertegenwoordigende groe
pen zich en elkaar op een hooger plan terug-
vinden, waar door eendrachtige samenwer-
king aan de handhaving onzer Nederlandsche
cultuurgoederen en den opbouw van ons
vaderland kan worden gewerkt.
Ook in meer .directen zin zal de omroep
werkzaam zijn. Door het geven van repor
tages, het organiseeren van vraaggesprekken
met beVoegde personen, zal de luisteraar in
verbinding worden gebracht met het gebeu-
ren om hem heen. Hierbij zal in positieven
zin worden gewerkt en niet worden getracht
door onthouding, moeilijkheden of wellicht
beter, gewaande moeilijkheden. te omzeilen.
TECHNIEK VAN DEN AUTO-
BEV R A CHTIN GSDIEN ST
In de persconferentie heeft dr. Joh. J. Han-
rath administrateur Departement van Water-
staat, chef van de afdeeling Vervoerwezen
een referaat gehouden over „Techniek van
den Autobevrachtingsdienst".
Hieraan wordt het volgende ontleend:
Aaiunelding der vervoerders.
Wanneer op 13 Januari de Autobevrach
tingsdienst in werking treedt, zullen de ver
voerders, die op grond van de hun verstrekte
vergunningen aan den autobevrachtingsdienst
zijn onderworpen, zich moeten melden bij de
agenten of sub-agenten van dezen dienst.
Rittenkaarten.
Hun wordt daarbij een gele rittenkaart A
verstrekt, welke kan worden vergeleken met
een identiteitsbewijs voor de auto, tegelijker-
tijd wordt hun verstrekt 'n witte rittenkaart
B, welke dient om de voor den A.B.D. (Auto
bevrachtingsdienst) uit te voeren ritten te
noteeren.
Aajuneldiiig van vrachten.
Van dit oogenblik af worden door den ver-
voerder alleen die laddngen vervoerd, welke
hem daartoe door den A.B.D. worden aange-
wezen. Dit brengt mede, dat de te vervoeren
vrachten in den vervolge door de verladers
bij de agenten en sub-agenten van den A.B.D.
zullen moeten worden aangemeld. Doet zich
in den aanvang de omstandigheid voor. dat
een vervoerder een lading aanbrengt bij den
agent of sub-agent van den A.B.D. dan volgt
daaruit nog niet, dat deze vervoerder ook in
aanmerking komt de door hem aangebrachte
lading te vervoeren.
Bij de voreribedoelde melding ontvangt de
vervoerder van den agent of sub-agent een
meldingsbevestiiging, waarop worden aange-
geven: plaats en tijdstip en eventueel tele-
fooniTummer, waar de chauffeur van het voer-
tuig bereikbaar is.
Aanwijzing vervoerder.
Moet nu een lading worden vervoerd van
A naar B. dan beschikt de agent van den
A.BJX in A of in de nabijheid daarvan over
de noodige gegevens, welke vervoerder voor
het uit te voeren transport kan worden aan-
gewezen. Hij is tevens bekend met de plaats
waar het betrokken voertuig zich bevindt en
kan derhalve den chauffeur de noodige aan-
wijzingen voor het vervoer geven.
Oontrolefoewijs.
Vervoer heeft alleen plaats, wanneer dit is
gedekt door een contrblebewijs, afgegeven
door den agent of, op zijn aanwijzingen, door
den sub-agent. De aangewezen chauffeur
moet zich derhalve b(j den agent of bij een
door hem aan te wijzen sub-agent vervoegen
tot het in ontvangst nemen van dit controle-
bewijs. Op dit controlebewijs worden de noo
dige aanwijzingen voor het vervoeren van die
lading vermeld, o.m. de naam van den ver
voerder, de naam van den opdrachtgever, het
motorrijtuig, waarmede het vervoer plaats
vindt, het gewicht van de lading, soort goe
deren, van welke plaats het vervoer begint en
waar het vervoer eindigt, de vrachtprijs en de
provisie, welke door den vervoerder is Ver-
schuldigd. Deze provisie moet door den ver
voerder aan den agent of sub-agent worden
betaald.
Indien en voorzoover het bezwaren oplevert
om langs het kantoor van den agent of suto-
agent te rijden naar de laadplaats, is het
natuurlijk niet uitgesloten, dat door den agent
of sub-agent, een regeling wordt getroffen,
waardoor eventueel hieruit voortvloeiende
bezwaren kunnen worden opgeheven of al-
thans verminderd.
Het vervoer voor den A.B.D. geschiedt
dus onder dekking van rittenkaart A. ritten
kaart B en een contrdlebewijs, welke drie he-
wijzen te alien tijde op het voertuig aan-
wezig moeten zijn.
Melding na loosing.
Na lossing van de lading in B moet de ver
voerder zich wederom melden b(ji het dichtst-
bijzijnde kantoor van den agent of sub-
agent van den A.B.D. Deze melding kan ook
telefonisch geschieden. Hij ontvangt daar
wederom een meldingsbevestiging en wordt
door den agent ingeschreven in een register
van ter beschikking staande voertuigen. De
mogelijkheden gijn nu tweeerlei: df de ver
voerder krijg't "door den A.B.D. een nieuwe
vracht toegewezen, waarvoor dus op dezelflle
wqze wordt gehandeld als hiervoor is uiteen-
gezet, dan wel er is geen vracht aanwezig en
de* vervoerder moet, om onnoodige onkosten
te voorkomen met zijn ledig voertuig worden
teruggezonden. Het zal geen betoog behoe-
ven, dat dit laatste zooveel mogelijk moet
worden voorkomen en dat z.g. ritten zonder
lading tot het allernoodigste moeten worden
beperkt. Doet zich deze omstandigheid voor,
dan krijgt de vervoerder de desbetreffende
opdracht van den agent of namens dezen van
den sub-agent van den A.B.D.
Ledige ritten verboden.
Het is in elk geval verboden, dat de ver
voerder deze ledige ritten op eigen initiatief
onderneemt. Voor het uitvoeren van deze
ledige ritten onvangt hij van den agent of
namens dezen van den sub-agent een daartoe
bestemde machtiging. De ledige rit is dus
gedekt door de aanwezigheid in het voertuig
van een rittenkaart A, een rittenkaart B en
een machtiging, afgegeven door een agent of
sub-agent van den A.B.D. Is de ledige rit
uitgevoerd en dus in het algjemeen de ver
voerder weder op zijn standplaats terugge-
keerd, dan meldt hij zich ter plaatse weder
bij den dichtsbijzijnden agent of sub-agent
van den A.BJD., waama hij weder in aan
merking komt voor een nieuwe vracht.
Verrekoning vraahtpry*.
In het bovenstaande is uiteengezet, dat
voorloopig de provisie door den vervoerder
aan den agent of sub-agent wordt volda&n.
De verrekening van den eigenlijken vracht
prijs blijft overgelaten aan vervoerder en ver-
lader, waarbij voorshands de ABU. zijn be-
middeling niet verleent. Het ligt intusschen
in de bedoeling, dat binnenkort de verreke
ning van den vrachtprijs zal worden geleid
over de centrale administratie van den
A.B.D., in dier voege, dat, onder handhaving
van het in het derde uitvoeringsbesluit aan
genomen beginsel, dat bij voorkeur franco zal
worden vervoerd, de verschuldigde vrachtprijs
door den verlader moet worden gestort op
postrekening 398493 van den AJ3.D.
Het aan den vervoerder toekomende, d.w.z.
vrachtprijs minus provisie, wordt dan door de
centrale administratie van den A.B.D. aan
den vervoerder betaald, nadat de vervoerder
aan den A_B.D. met de noodige bewijzen heeft
aangetoond, dat het vervoer naar behooren
heeft plaats gevonden.
Invoering beurtvuart-Bdrew.
Ten behoeve van dit" laatste ligt het in het
voornemen, een beurtvaart-adres, bestaande
uit drie deelen, in te voeren, waarvan 66n
gedeelte (afleveringsbewijs) door den ver
voerder, na afteekening van goede ontvangst
door den ontvanger aan den A3.D. moet
worden ingezonden als bewijs, dat de lading
naar behooren is afgeleverd en betaling aan
den vervoerder kan volgen.
Aervoensplicjit.
Met nadruk wordt er op gewezen, dat uit
het Autobevrachtingsbesiuit voortvloeit, dat
den vervoerders een vervoersplicht is opge-
legd, m.a.w., dat zij den plicht hebben, de
vervoeren uit te voeren, welke hun door den
A.B.D. worden apgedragen. Geeft de uitvoe
ring van een dergelijke vervoersopdracht
reden tot ernstige of herhaalde klachten, dan
stellen de vervoerders zich aan strafmaat-
regelen bloot. Dit is eveneens het geval wan
neer een aan den A.BJD. onderworpen voer
tuig op den weg wordt aangetroffen, zonder
dat de hiervoor benoodigde bescheiden op het
voertuig aanwezig zijn.
Tariefsy steetn
Het ligt in de bedoeling, dat niet alleen
wordt vastgesteld, met welken wagen een be-
paalde zending goederen zal worden vervoerd,
doch ook, dat in het algemeen de transport-
voorwaarden worden vastgelegd. Daartoe is
een tariefsysteem voor den Autobevrachtings
dienst uitgewerkt. Dit tariefsysteem is ge-
baseerd op de volgende grondslagen: Een
onderzoek heeft plaats gehad naar de onkos
ten, welke verbonden zijn aan het in bedrijf
hebben van een auto en wel gesplitst in zg.
vaste onkosten en variabele onkosten. Deze
onderzoekingen leidden uiteraard tot een be
paald bedrag per km, afhankelijk van het
aantal km, dat met de auto wordt gereden
en afhankelijk van het gebruikte type auto.
Uit deze gegevens kon dus betrekkelijk een
voudig worden berekend, hoe groot een rede-
lij'ke vrachtprijs moet zijn, wanneer: a. wordt
aangenomen een gemiddeld aantal km dat
per auto zou worden gereden; b. werd uitge-
gaan van een zekere verhouding tusschen
volledig beladen ritten en ritten zonder
lading; c. een zekere goederenclassificatie
werd aangenomen, waarbij een parallel is ge-
zocht met de goederenclassificatie van de