ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN
De man die lachte
No. 10.164
MAANDAG 13 JANUARI 1941
81e Jaargang
Binnenland
PUROL
Feuilleton
De Burgeme8Ster der Gemeante ZAAMSLAG
maakt bekend
dat door de plaatselijke distributiedienst
nieuwe BROOD-, BLOEM- en
VLEESCHKAARTEN enz.
zullen worden uitgereikt.
De uitreiking geschiedt uitsluitend op
vertoon van de distributie-Stamkaarten.
Belanghebbenden moeten zich ter ver-
krijging van bedoelde bonkaarten enz. ten
gemeente huize vervoegen op onderstaande
tijden
MAANDAG 13 Januari des v.m. van
9,30—12.30 uur Wijk A nrs 1 t/m 150
n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 151 333
DINSDAG 14 Januari des v.m. van
9.30—12.30 uur Wijk B nrs 1 t/m 90
n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 91 169
WOENSDAG 15 Januari des v.m. van
9.30—12.30 uur Wijk C nrs 1 t/m 100
n.m. vanl.30—4.30 uur nrs 101 197
DONDERDAG 16 Januari des v.m. van
9.30—12.30 uur Wijk D nrs 1 t/m 90
n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 91 169
Gelieve aan het bovenstaande stipt de
hand te houden.
Zaamslag, „den 10 Januari 1941.
De Burgemeester voornoemd,
S. VAN HOEVE Jz.
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
it.r t&r wrrrra
NEUZENSCHE
i SM*JJ, T71 f/v+ d rpo-ois f 0 80 Voor elken reg
ABONNEMENTSPRUSBinnen Tem*uzen 1,W per 3 maanden Buiten Te^eixzen
ner 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6, per jaar
Voo^Belgie en Amerika f 2,10. overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bti vooruitbetaling.
Ultgeefster:
Firma P. J. VAN DE BANDB
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f
kt.it.tne ARVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en click's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, ^twelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag
DIX BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOM).
DE TELEFOONGESPRiEKKEN, welke
NIET DOORGINGEN.
Het AJN.P. zendt het volgende radiopraatje
■De mededeeling, dat van Nederlandsche
zyde goedkeuring was gehecht aan het voe-
•sn van familiegesprekken met Indie in de
agen van Kerstmis en Oudejaar heeft velen
^n schreden doen richten naar ons kantoor
or het inwinnen van inlic'ntingen. En toen
-• igevolge van de weigering der Indische
aktoriteiten om tot het voeren van die ge-
.•prekken hun medewerking te verleenen, het
mooie, volkomen on-polit'ieke, alleen door
vaderlandsliefde en gemeenschapszin inge-
geven plan niet kon worden uitgevoerd, brach-
ten velen ons nog een tweede bezoek. Niet
dat wij nog iets voor hen konden doen; als
Indie niet meewerkt zijn wij machteloos; de
liefde kan niet van e6n kant komen. Maar
menigeen die eerst was gekomen om infor
matics, had ons deelgenoot gemaakt van in-
tieme gedachten, van zijn hoop en verlangen.
Zooiets schept een vertrouwelijkheid, waarop
men graag opnieuw een beroep doet wanneer,
na hooggestemde verwachtingen, de teleur-
stelling des te schrijnerder is.
Ook de Atjeher kwam ons dezer dagen
weer opzoeken. De Atjeher zoo hadden wij
hem al dadelijk genoemd. Want heel zijn
voorkomen, zijn stevige handdruk en zijn
conversatie, doorspekt met uitdrukkingen,
die aan het harde leven van weleer in de ben-
teng herinnerden, die rieden den oud-kolo-
niaal. Bn alsof dit nog niet voldoende was,
gaf het kleine draagkruisje op zijn jasopslag
te kennen, dat hij meer van Indie had gezien
dan alleen het passantenhuis van Meester-
Comelis. Toen het ijs eenmaal gebroken was,
hoorden wij hoe bijzonder Behrens had ge-
diend, hoe hij in Lho Seumawe in garnizoen
lag tijdens de roemrijke dagen, dat Swart
daar commandant was en hoe hij de zware
patrouilles had meegeloopen tegen de laat-
ste opstandige Oliebalangs. Hatdnekkige
malaria had hem voortydig ontslag uit den
dienst bezorgd. 'Hij was naar Holland terug-
gekomen, daar gebrouwd enleefde nu al jaren
rustig als huisbewaarder. Maar boven dit
vredig, onbekommerd, onbewogen bestaan
van allendag was de herinnering aan die
harde maar mooie tijden in het Atjeh van
weleer zrjn trots, zijn heldendicht. Indie was
de droom van zijn leven geworden, een droom
die nu eenige jaren geleden weer kleur en
klank had gekregen nu zijn dochter, zijn
eenigst kind, als echtgenoote van een han-
delsagent naar Indie was gegaan.
Haar brieven hadden oude herinneringen
weer tot leven gewekt. En fta de dood van
zijn vrouw, een jaar na het vertrek van zijn
dochter, waren die brieven ook de eenige
vaste mijlpalen, de eenige richtpunten in zijn
rustigen ouden dag. Twee jaar geleden was
hij grootvader geworden. Stralend, zooals
alleen een grootvader dat kan, liet hij ons
foto.'s zien. Al eenige keeren, met Oud en
Nieuw had hij met Indie getelefcneerd en hoe
had hij zioh al sinds de vorige keer ver-
heugd op de volgende jaarwisseling; als zijn
kleinkind misschien al dat kleine, dierbare
woordje .grootvader" in de hoorn zou kun-
nen kraaien. Eln nu plotseling was die hoop
vervlogen. De regelmaatman, met geen an
dere illusie in het leven meer dan de klank
van een kinderstemmetje, van die laatste
illusie te hebben beroofd. Die teleurstelling
was voor hem de heele beteekenis van den
oorlog. Van politiek en alles wat daarmee
samenhangt heb ik geen verstand, zoo ver-
klaarde hij mijn tijd zal het wel uitdlenen.
De heele oorlog was voor hem een schaduw,
gevallen over het blende hoofdje van een
kind.
En om die schaduw voor een kort oogen
blik weg te nemen bij hem en bij zooveel an-
deren, die in gelijke omstandigheden ver-
keeren, was besloten om, ondanks de oor-
logsomstandigheden, kerst- en nieuwjaars-
gesprekken tusschen verwanten en vrienden
toe te staan. Want al beleven we groote
tijden, de kleine mensch heeft toch zijn ver-
langens, verlangens die ontzien moeten wor
den door ieder, die de simpele grootheid van
het leven respecteerd. Zoo dacht men aan
Nederlandsche zijde en waarom het niet
te zeggen? zoo beaamde men van' Duit-
sche zijde. Maar helaas: Indie bleek van een
andere opvatting.
Bij zijn tweede bezoek aan ons kantoor
leek de Atjeher ouder geworden. Er was iets
gebogens in zijn houding gekomen. Ook zijn
handdruk was niet meer zoo veerkrachtig als
de eerste keer, toen blijde hoop hem vervulde.
Moe en moedeloos stonden zijn harde blauwe
oogen. Wij vertelden hem hoe de stand van
zaken was. Wij van onzen kant hadden alles
gedaan om de gesprekken met Indie mogelijk
te maker,. Maar Indie wilde niet, het bleef
Oost-Indisch doof. Toen vroeg de Atjeher of
hij daarvoor nu de beste jaren van zijn leven
voor Indie had geofferd en of hij daarvoor nu
het eenige dat hij nog op de wereld bezat
zijn kind en zijn kleinkind aan Indie had
afgestaan. Wij moesten op die vraag het ant-
woord schuldig blijven. Maar misschien wil
men haar te Buitenzorg beantwoorden.
Het goederenvervoer over de grens.
Het goederen- en vrachtverkeer over de
grenzen tusschen Duitschland1 en Nederland,
alsmede tusschen Nederland en Belgie mag
in de toekomst alleen dan nog geschieden,
wanneer een bijzondere schriftelijke goedkeu
ring van de bevoegde Nederlandsche ver-
keersinspecteurs of van de bevoegde Duitsche
of Belgische verkeersleidors is gegeven.
Hierbij beddent zij zich in de afzonderlijke
cistricten van agenten en subagenten.
Voorloopig zijn van de regeldng van den
A. B. D. uitgezonderd autobodediensten op
vaste trajecten en transporter die zioh uit-
strekken over een afstand van minder dan
15 km. Ook transporten van vee, versche
visoh, melk, groenten, fruit, aardappelen,
eieren, bloemen en planten, naar en van vei-
lingen hebben voorlooixig geen bijzondere ver-
Doos 30 cent.
IEen vergunning om met een vrachtwagen j nin noodig. Alle ondememers, onge-
or„T,a mjcraftir-iiflpn y.al alleen worden acht of voo;. het transport een vergun-
BFSPARING VAN VLOEIBARE
MOTORBRANDSTOF.
Bevoraering van het rijden op
anthraciet en turf.
In de Dondecdag gehouden persconferentie
heeft de gevolmachtigde van den rijkscom-
missaris voor het verkeer, Regierungsrat dr.
Pini mededeeling gedaan van een aantal be-
langrijke nieuwe verkeersmsiatregelen, welke
genomen moeten worden ter besparing van
mo to rb rands tof fen
Na overleg met het Departement van
waterstaat zoo zeide hij worden met in-
gang van Maandag 13 Januari a.s. de vol
gende, maatregelen genomen.
de grens te overschrijden zal alleen worden
verleend als er geen andere vervoergelegen-
heid (per trein of schip) bestaat en de te
vervoeren goederen voor de oorlogvoering of
in oeconomisch opzicht van belang zijn.
Er wordt onderscheid gemaakt tusschen
transporten over korten en over langen af
stand. Verkeer over korten afstand is ver
keer, dat zic'h over een afstand van niet meer
dan vvjftig kilometer hemelsbreed van de
grens gerekend afspeelt. Voor dit verkeer
komen dus plaatsen in aanmerking, welker
centrum op niet meer dan den genoemden af
stand van de grens verwijderd is. Voor dit
verkeer kan' de vrachtprijs hij vrije overeen-
l.omst worden vastgesteld, evenwel met in-
achtneming van de voorschriften inzake prijs-
opdrijving.
Onder het verkeer over den langen afstand
valt alle verkeer, over de grens, dat over een
grooteren afstand dan 50 kilometer loopt.
Voor dit verkeer gelden de prijzen van het
Duitsche Reic'hskraftwagecibetrieb en de af-
rekening van de vracht loopt, voor het ge-
deelte op Duitsch gebied, over het Reichs-
kraftwagen Betriebsverband. Voor alle
transporten van dezen aard is vergunning
van de rijksverkeersinspectie noodig. Boven-
dien moeten de chauffeurs zioh in Duitsch
land melden bij den Fahrbereitschaftsleiter,
omgekeerd melden zich chauffeurs, die uit
Duitschland komen bij de agenten of sub
agenten van de Nederlandsche verkeersin-
spectie om aanwijzinig te ontvangen over de
retourvracht, die zij hebben mee te nemen.
De Fahrbereitsohaftsleitung is bevoegd hen,
eventueel, met een dringend transport te be-
lasten, dat buiten bet bestek van hun reis
Ugt. v
Behalve het beroepsvervoer heeft ook het
eigen vervoer, d.w.z. hebben ook vradhtwagens
van firma's, waarmee eigen goederen dezer
firma's worden vervoefd, een vergunning
noodig om de grens te passeeren. Het is
zaak, dat men zich in dit opzicht aan de
voorschriften houdt en niet tracht zonder
vergunning de grens te overschrijden, daar
er aan gene zijde scherpe controle wordt uit-
geoefend en men rekening moet houden met
de mogelijkheid, dat men niet alleen straf
oploopt, maar dat bovendien de voertuigen in
beslag worden genomen.
De autobevrachtingsdienst.
Over de tarieven van het grensvervoer valt
nog te zeggen, dat vermoedelijk in de naaste
toekomst een eenheidstarief zal worden in-
gevoerd, niet alleen voor het Duitsche, maar
ook voor het Nederlandsche gedeelte van het
afgelegde traject, welk tarief gebaseerd zou
zijn op het Duitsche Reichskraftwagentarif.
Door dezen maatregel en de daarmede
samenhangende controle van het verkeer aan
de grenzen, wordt ook het verhuren of ver-
koopen van vrachtwagens over de grens ver-
hinderd.
Verder zal het departement van water-
staat met ingang van Maandag 13 dezer een
autobevrachtingsdienst (ABD) voor het bin-
nenlandsch verkeer in het leven roepen. Deze f
dienst heeft de taak het goederenvervoer
voor derden op de wegen te ieiden en is een
instelling van den staat.
De leiding is in handen van het departe
ment van waterstaat, de uitvoering berust bij
de rijksverkeersinspecteuren bij ieder van wie
een afdeeling van dezen dienst wordt opge-
richt. Deze afdeeling heeft tot taak bij be-
vrachtingen bemiddelend op te treden en
goedkeuringen te verstrekken.
nlng moeten hebben of niet, zijn verplicht
hun laadruimte tot ten minste 80 pet. te ge-
bruiken. Zij zullen ter verantwoording wor
den geroepen, wanneer zij meer dan 20 pet.
ledige ruimte hebben.
'Een onvoldoende gebruik van de laadruimte
of ledige ritten mogen 3lechts met scbrifte-
lijke toestemming van den rijksinspecteur van
het verkeer plaats hebben. Op de onder-
nemers rust voorts de verpliohting tot aan-
melding en tot vervoer; zij moeten de ladin-
gen vervoeren, welke hun van de zijde van
den autobevrachtingsdienst worden toege-
wezen. De verladers moeten zidh dus, voor-
zoover het niet gaat om de bovengenoemde
ui'tgezonderde goederen (vee, visch, melk,
enz.) voortaan wenden tot de organen van
den Autobevrachtingsdienst om transport-
ruimte te verkrijgen. De bepalingen van den
Autobevrachtingsdienst hebben voorloopig
.slechts betrekking op beroeps-transportonder-
nemingen en niet op eigen vervoer! de rijks
inspecteur van bet verkeer kan echter thans
reeds vrachtauto's van vervoerders voor eigen
bedrijf dwingen, zich na het lossen van de
lading onmiddellijk bij een agent van den
Autobevrachtingsdienst te melden en trans
porten aan .te nemen.
Bevordering van het rijden op
anthraciet en turf.
Naast een strafbare leiding van het ver
keer over de grens en van het binnenlandsch
verkeer, zal een besparing van motorbrand-
stof worden nagestreefd door het gebruik
van gasgeneratoren welker toepassing met
alle mogelijke middelen zal worden bevor-
derd; om dit te bereiken zijn de volgende be
palingen gemaakt:
a. Auto's, voorzien van een gasgenerator,
ontvangen van de rijksverkeersinspecteuren
zonder meer de toestemming tot rijden. Zrj
worden voor doeleinden voor de weermacht
niet aangekocht en blijven in het verkeer.
!b. Auto's met gasgeneratoren hebben bij
de toewijzing van banden de voorkeur.
c. De vroegere belastingverhooging is bij
het gebruik vstn een andere brandstof dan
benzine opgeheven.
Auto's, die op houtgas, op turf of anthra
ciet reden waren voor den oorlog in ons land
vrijwel onbekend. In de laatste zes maanden
zijn ongeveer 3200 auto's in gebruik gesteld,
waarvan ongeveer de kelft op houtgas, de
andere helft op anthraciet rijdt. Op het
oogenblik zijn er bovendien 700 vergunningen
verleend voor het verbouwen van vracht
wagens op het gebruik van andere brandstof
dan benzine of dieselolie. Hiervan zullen er
ongeveer 100 voor houtgas en de rest voor
anthraciet worden ingericht. Tenslotte zijn
er nog 800 aanvragen voor verbouwing van
auto's aanhangig. Men hoeft er niet meer
op te rekenen, dat men thans nog vergun
ning krijigt om zijn vrachtauto op houtgas in
te richten, want het aantal auto's, dat hier-
voor in aanmerking komt is in verband met
den beschikbaren voorraad brandstof beperkt
en met de reeds verleende vergunningen en
de nog aanhangig zijnde aanvragen uitgeput.
Anders is het met anthraciet, waarvan vol
doende voorraad is. Ook aanvragen voor
verbouwing voor turf kunnen nog in over-
weging worden genomen.
De aanvragen dienen te worden ingediend
bij de Rijksverkeersinspectie. Het is het Cen-
traal Instituut voor Industrialisatie, dat de
uiteindelijke beslissing neemt. Naar reeds
1
Door
GERARD PAIREIE.
Uit het Engelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
HOOPDSTUK I.
Het is, geloof ik, een algemeen erkend feit,
dat sommige menschen bezooht worden door
een opwindende gewaarwording, die met den
naam van voorgevoel betiteid wordt, en die
zeer nauw verwant moet zrjn met het tweede
geacht.
Op een vroegen lente-avond in dit jaar, ter-
w'ijl ik van mijn club naar mijn bescheiden
woning wandelde, ten einde mij voor het diner
te verkleeden, werd ik door juist zoo'n gevoel
bekropen, zonder dat ik er eenige aanleiding
voor wist te vinden. Ik bedoel een bijna
overweldlgende zekerheid, dat iets onver-
wachts, misschien verstrekkends in zijn ge-
volgen, gebeuren of spoedig gebeuren zou,
ten goede of ten kwade; een gevoel, dat mjj
ongerijmd leek, aangezien geen enkele terug-
werkende gedachte mij er een verklaring voor
aan de hand deed.
Ik moet eerlijk bekennen, dat ik tot dien
avond tot die tamelijk materialistische jonge
mannen behoorde, die een dergelijk voorge
voel met bekwamen spoed naar den duivel
gewenscht, en de oorzaak gezocht zouden
hebben in een overladen maag. Maar met
het oog op hetgeen gebeurde, ben ik gedwon-
gen te bekennen, dat mijtn materialisme een
geduchten schok ondergaan heeft, en dat ik,
als zulk een voorgevoel mij weer bekruipen
mocht, wat de Hemel verhoede, ik waar-
schijnlijk mijn schreden naar den eersten den
besten wapenwinkel zal wenden om er een
flinke revolver te koopen. Vervolgens zal Ik
een bezoek brengen aan een waarzegster en
mij van een paar amuletten voorzien, om ten
slotte naar huis te gaan, mij in mrjn hal ach-
ter een dozijn zandzakken secuur te barrica-
deeren en mijn knecht te zeggen, dat Victor
Caryll onder geen voorwendsel hoegenaamd,
tot mgn huis toegelaten mag worden.
Aan dergelijke aandoeningen dus, was ik
ten prooi, toen ik uit de Mall St. James'
Street insloeg, terwijl het wegdoezelende zon-
licht lange schaduwen wierp en Londen zich
vroolijk aan mij voordeed. Hetzij deze on-
welkome stemming aan een inwendige ver-
storing te wijten was of niet, dan wel aan de
naweeen van een korpsdiner, waaraan ik den
vorigen avond deelgenomen had, ik kwam tot
de overweging, dat niets anders dan een paar
cocktails, die mijn knecht, Anderson, zoo uit-
muntend wist te mengen, gevolgd door een
heet bad en het aanvoelen van schoon lin-
nengoed, mij weer zou kunnen opknappen. Ik
verhaastte mijn tred eenigszins en ademde
den welkomen geur in van dien verrukkelij-
ken avond, ten einde de voor genomen kuur
zoo spoedig mogelijk te kunnen volgen. Vast-
beraden wijdde ik mijn gedachten aan pro-
zaische onderwerpen.
Maar dat bewustzrjn dat iets stond te ge
beuren, dat iets mij boven het hoofd hing,
liet zich niet zoo gemakkelijk verjagen. Het
bleef mij bij, hoewel nu in geringere mate,
toen ik St. James' Place betreden had en mijn
huisdeur naderde. Zonderlimg genoeg, keer-
de het met verdubbelde woede terug, toen ik
mijn sleutel in het Yaleslot stak en de deur
opende. De plotselinge verschijning van An
derson, op zijn gewone bedaarde manier, be-
zorgde mij een schrik.
,,Neem me niet kwalijk, mynheer..." be-
gon hij.
In den eigenaarddgen, volkomen ongewonen
overspannen toestand van mijn zenuwen,
werd ik om de een of andere reden door de
bedaardheid van zijn stem geprikkeld. Ik
betrapte mij op het verlangen hem af te ros-
sen, maar deze opwelling was het volgende
oogenblik vergeten. Ik lachte.
„Ik neem je niets kwalijk," zei ik. ,,Wat
is er?"
„Boven, in uw kamer, mijnlieer, wacht een
heer. Hij weigerde zrjn naam te zeggen,
mijnheer. 'Hij zei alleen, dat hij kwam
wegens gewiohtige redenen en op u wachten
zou."
Ik fronste de wenkbrauwen.
,,Je kent mijn be velen," zei ik scherp.
Waarom liet je hem binnen terwijl ik uit
was?"
„Ik... ik kon er niets aan doen, mijnheer."
„Kon je er niets aan doen?"
,,'Neen, mynheer."
„Zoo. En waarom niet?"
Anderson had zichtbaar met een gevoel
van verongelijking te kampen. Ik herkende
de verschijnselen van beleedigde waardigheid.
,,Die heer, mijnheer," zei hij, ,,als ik hem
een heer noemen mag, stond reeds in de hal,
bijna voor ik de deur geopend had. Hij is
zeer forsch, mijnheer, maar verbazend vlug.
Hij vroeg of gij thuis waart. Toen ik hem
antwoordde ,,neen", zei hij,,Best. Dan zal
ik wachten. Breng mij een cocktail boven".
En hij liep doodbedaard de trap op, mijnheer."
Ik had om de gekrenkte ijdelheid van An
derson kunnen iachen, als ik zelf ook niet
eenigszins door zulk een vrijmoedig optreden
beleedigd was.
,,En dat deed je toch niet, hoop ik?"
,,Als u het mij vergeven kunt, ik deed het
wel, mijnheer."
Bracht je hem het gevraagde vroeg ik,
het haast niet kurtnende gelooven.
,,Ja, mijnheer. Hij was zoo... hij boezemde
zulk een ontzag in, mijnheer."
eerder is1 meegedeeld wordt er geen vergun
ning gegeven voor personenauto's.
Ten einde het verbouwen van vrachtwagens
voor het gebruik van generatorgas aan te
moedigen is o.a. ook bepaald, dat iemand, die
meer dan een auto in gebruik heeft en daar
voor een benzinetoewijzing heeft, bij verbou
wing van een gedeelte van zrjn wagenpaxk
voor generatorgas op dezelfde hoeveelheid
benzine zal kunnen rekenen als hij voorheen
kreeg, zoodat hij met de riiet-verbouwde auto's
een grooter kwantum benzine zal kunnen ver-
bruiken.
De door de verbouwing van vrachtauto's
voor generatorgas te bereiken besparing zal
ten goede kunnen komen aan openbare ver-
voermiddelen (taxi's en autobussen). Bij de
uiteenzetting van een en ander werd dank
gebracht aan de rijksverkeersinspectie voor
haar krachtige actie om tot besparing van
benzine te komen, zoowel als aan de onder-
nemers, die niet bij de pakken zijn gaan neer-
zitten, maar naar nieuwe wegen en midde
len gezocht hebben om zich bij den feitelij-
ken toestand aan te passen.
CUMUEATIE VAN WEDUWEN- EN
WEEZENPENSIOEN.
De staatscourant van Vrrjdag bevat een be-
schikking van den secretaris-generaal van
het departement van binnenlandsche zaken
betreffende cumulatie van weduwen- en wee-
zenpensioen.
Hierin wordt bepaald, dat, indien de wedu-
we en weezen van een ambtenaar of gewezen
amibtenaar in den zin van de Pensioenwet
1922 zoowel als zoodanig ten laste van het
algemeen burgerlijk pensioenfonds als uit
hoofde van den militairen dienst van haar
echtgenoot of van hun vader ten laste van
het rijk recht hebben op pensioen, het pen-
sioen ten laste van dat fonds slechts wordt
verleend, ingeval .het gelijk is aan of hooger
is dan het pensioen ten laste van het rijk.
Met weezen worden gelijkgesteld pleegkin-
deren in den zin der pensioenwet 1922.
Pensioenen, welke in strijd met het voor-
gaande zijn toegekend tusschen 10 Mei 1940
en heden, worden door den pensioenraad in-
getrokken met ingang van den eersten dag
van het volgende kwartaal, dus met 1 April.
DE NEDERLANDSCHE TJNIE.
De leiding van De Nederlandsche Unie
heeft ervaren, dat in den laatsten tijd de mee
ting heerscht, dat vele leden van De Neder
landsche Unie lid zouden zijn van illegale or-
ganisaties. De leiding van De Nederlandsche
Unie heeft meermalen en langs de eigen or-
ganisatcrische wegen en in het openbaar hare
leden het feit, dat aan het hoofd van haar
programma een loyale verhouding tot de be-
zettende overheid is, vooropgesteld en dat de
leden daaraan gevolg dienen te geven. Ver-
schillende leden, die hieraan niet voldeden, zijn
reeds geroyeerd. Ook thans zal de leiding van
de Nederlandsche Unie niet aarzelen, op te
treden tegen hen, die het lidmaatschap der
Unie, tegen de duidelyke uitspraak van het
programma en van de 'leiding in, misbruiken
voor illegale doelstellingen, waarmede het
volksbelang niet is gebaat.
DE GROENTEN, DE VORST EN OE
MAXIMUM PRIJSREGELING.
De Wtestlandsche correspondent van de N.
R. .Crt. meldt
De vorst heeft in den groentenhandel eigen-
aardige verschuivingen teweeg gebracht. Als
gevolg van de oogstmoeilijkheden en het be-
perkte transport is de aanvoer aanzienlijk
Ik bleef een oogenblik in gepeins. Als mijn
vreemdsoortige bezoeker zulk een ontzag-
wekkend personage was, dat zelfs een woe-
dende Anderson het hoofd voor hem gebukt
had, zou ik zeker niet tegen hem opgewas-
sen zijn.
„Hoor eens," zei ik. „Ik zal eens gaan
kijken wie die kerel is. Schel ik 66ns, dan
breng je cocktails; maar schel ik twee malen,
dan haal je een politieagent van buiten, en
drommels vlug. Begrepen?"
„Jawel, mijnheer."
Anderson glimlacbte. Het denkbeeld er een
politieagent bij te roepen, scheen hem naar
den zin.
ilk beklom snel de trap, maar niet zonder
eenige inwendige beklemdkeid. Als mijn be
zoeker my niet aanstond, zou hij een lastig
sinjeur kunnen blijken om met geweld ver-
wyderd te worden en ik was er niet op ge
steld, dat er in mijn keurig onderhouden stu-
deerkamer een janboel geschapen zou wor
den.
Ik opende de deur. De beenen in mijn ge-
makkelijksteu clubstoel lang uitgespreid, zat
daar een man met zijn rug naar de deur. Bij
het hooren van mijn binnentreden, kwam er
langzaam beweging in die lange beenen, en
mijn bezoeker keerde mij: zijn aangezicht toe.
„Groote genade!" luidde mijn begroeting.
,,Kom, kom," zei Victor Caryll, „zoo erg is
het niet. Weliswaar was ik in Frankrijk je
meerdere, ouwe baas, maar in de burgermaat-
schappij ben ik nog niet bevorderd!"
„iVic, beste ouwe kerel," riep ik nu, lachen-
de. ,,Wat ben ik blrj je te ontmoeten!"
Na hem de hand geschud te hebben, drukte
ik zonder aarzelen 66n maal op de schel. Ver
volgens draaide ik mij weer om ten einde
hem beter te kunnen zien, en merkte zwijgend
de veranderingen op, die zich sedert ons
laatste samenzijn bij hem voorgedaan hadden.
Voor het bloote oog vertoonde er zich
slechts 66n. De weinige haartjes die tijdens
zijn militairen diensttijd zijn bovenlip gesierd
hadden en door hem met den weidschen
naam van „knevel" bestempeld waren, had
hij nu afgeschoren. Zijn oude aangezicht be
zat dezelfde goedige leelijkheid als in de oor-
logsdagen; de zeer beldere, zeer blauwe oogen
zagen iemand met de oude schranderheid en
strakheid aan, en de fijne rimpeltjes aan hun
hoeken, tot aan de slapen, verrieden als van
ouds, zijn natuurlijke geaardheid om in het
leven te lachen, maar met ermee. En hij zag
er best uit; zijn forsche gestalte was even
keurig gekleed als altijd, maar zij bestond uit
spieren en niet uit vet, en terwijl ik hem be-
schouwde, bleek mij eerst hoe verheugd ik
was dat mijn oude vriend mijn pad opnieuw
gekruist had.
Plotseling schoot Anderson mij te binnen
en ik lachte.
,,Vic", zei ik, „waarom wilde je Anderson
mijn knecht je naam niet zeggen?"
,,Och", antwoordde Vic, „ik dacht dat je
blij zou zijn me te zien, ouwe cherubijn. en
aangezien een aangename verrassdng het
hart tot blijdschap stemt dichterlijke vrij-
heid wilde ik mijn komst verbergen tot je
me zag. 'Heb ik den braven man beleedigd?"
Ik glimlachte.
„Je hebt een ontzaglijken indruk op hem
gemaakt!"
,,Komaan!"
Ik verbeeldde mij dat hrj eensklaps ernstig
keek.
„Heeft hij behoorlijk voor je gezorgd?"
,,Kon niet mooier!" zei Vic. ,,Hij brae -it mij
een shaker en alles wat er bij behoorde. Ik
heb me den tijd verdreven met het nemen van
versehillende proefnemingen en ben er bijna
kleurenblind van."
Ik zag hem aan en stak glimlachende een
sigaret aan. Nooit zag ik eenig man in het
volkomecier bezit van al zijn hoedanigheden
dan Vic in dat oogenblik.
(Wordt vervolgd.)