ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN De man die lachte No. 10.164 MAANDAG 13 JANUARI 1941 81e Jaargang Binnenland PUROL Feuilleton De Burgeme8Ster der Gemeante ZAAMSLAG maakt bekend dat door de plaatselijke distributiedienst nieuwe BROOD-, BLOEM- en VLEESCHKAARTEN enz. zullen worden uitgereikt. De uitreiking geschiedt uitsluitend op vertoon van de distributie-Stamkaarten. Belanghebbenden moeten zich ter ver- krijging van bedoelde bonkaarten enz. ten gemeente huize vervoegen op onderstaande tijden MAANDAG 13 Januari des v.m. van 9,30—12.30 uur Wijk A nrs 1 t/m 150 n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 151 333 DINSDAG 14 Januari des v.m. van 9.30—12.30 uur Wijk B nrs 1 t/m 90 n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 91 169 WOENSDAG 15 Januari des v.m. van 9.30—12.30 uur Wijk C nrs 1 t/m 100 n.m. vanl.30—4.30 uur nrs 101 197 DONDERDAG 16 Januari des v.m. van 9.30—12.30 uur Wijk D nrs 1 t/m 90 n.m. van 1.30—4.30 uur nrs 91 169 Gelieve aan het bovenstaande stipt de hand te houden. Zaamslag, „den 10 Januari 1941. De Burgemeester voornoemd, S. VAN HOEVE Jz. Ruwe Huid Ruwe Handen Ruwe Lippen it.r t&r wrrrra NEUZENSCHE i SM*JJ, T71 f/v+ d rpo-ois f 0 80 Voor elken reg ABONNEMENTSPRUSBinnen Tem*uzen 1,W per 3 maanden Buiten Te^eixzen ner 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6, per jaar Voo^Belgie en Amerika f 2,10. overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bti vooruitbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE BANDB GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f kt.it.tne ARVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en click's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, ^twelk op aanvraag verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag DIX BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOM). DE TELEFOONGESPRiEKKEN, welke NIET DOORGINGEN. Het AJN.P. zendt het volgende radiopraatje ■De mededeeling, dat van Nederlandsche zyde goedkeuring was gehecht aan het voe- •sn van familiegesprekken met Indie in de agen van Kerstmis en Oudejaar heeft velen ^n schreden doen richten naar ons kantoor or het inwinnen van inlic'ntingen. En toen -• igevolge van de weigering der Indische aktoriteiten om tot het voeren van die ge- .•prekken hun medewerking te verleenen, het mooie, volkomen on-polit'ieke, alleen door vaderlandsliefde en gemeenschapszin inge- geven plan niet kon worden uitgevoerd, brach- ten velen ons nog een tweede bezoek. Niet dat wij nog iets voor hen konden doen; als Indie niet meewerkt zijn wij machteloos; de liefde kan niet van e6n kant komen. Maar menigeen die eerst was gekomen om infor matics, had ons deelgenoot gemaakt van in- tieme gedachten, van zijn hoop en verlangen. Zooiets schept een vertrouwelijkheid, waarop men graag opnieuw een beroep doet wanneer, na hooggestemde verwachtingen, de teleur- stelling des te schrijnerder is. Ook de Atjeher kwam ons dezer dagen weer opzoeken. De Atjeher zoo hadden wij hem al dadelijk genoemd. Want heel zijn voorkomen, zijn stevige handdruk en zijn conversatie, doorspekt met uitdrukkingen, die aan het harde leven van weleer in de ben- teng herinnerden, die rieden den oud-kolo- niaal. Bn alsof dit nog niet voldoende was, gaf het kleine draagkruisje op zijn jasopslag te kennen, dat hij meer van Indie had gezien dan alleen het passantenhuis van Meester- Comelis. Toen het ijs eenmaal gebroken was, hoorden wij hoe bijzonder Behrens had ge- diend, hoe hij in Lho Seumawe in garnizoen lag tijdens de roemrijke dagen, dat Swart daar commandant was en hoe hij de zware patrouilles had meegeloopen tegen de laat- ste opstandige Oliebalangs. Hatdnekkige malaria had hem voortydig ontslag uit den dienst bezorgd. 'Hij was naar Holland terug- gekomen, daar gebrouwd enleefde nu al jaren rustig als huisbewaarder. Maar boven dit vredig, onbekommerd, onbewogen bestaan van allendag was de herinnering aan die harde maar mooie tijden in het Atjeh van weleer zrjn trots, zijn heldendicht. Indie was de droom van zijn leven geworden, een droom die nu eenige jaren geleden weer kleur en klank had gekregen nu zijn dochter, zijn eenigst kind, als echtgenoote van een han- delsagent naar Indie was gegaan. Haar brieven hadden oude herinneringen weer tot leven gewekt. En fta de dood van zijn vrouw, een jaar na het vertrek van zijn dochter, waren die brieven ook de eenige vaste mijlpalen, de eenige richtpunten in zijn rustigen ouden dag. Twee jaar geleden was hij grootvader geworden. Stralend, zooals alleen een grootvader dat kan, liet hij ons foto.'s zien. Al eenige keeren, met Oud en Nieuw had hij met Indie getelefcneerd en hoe had hij zioh al sinds de vorige keer ver- heugd op de volgende jaarwisseling; als zijn kleinkind misschien al dat kleine, dierbare woordje .grootvader" in de hoorn zou kun- nen kraaien. Eln nu plotseling was die hoop vervlogen. De regelmaatman, met geen an dere illusie in het leven meer dan de klank van een kinderstemmetje, van die laatste illusie te hebben beroofd. Die teleurstelling was voor hem de heele beteekenis van den oorlog. Van politiek en alles wat daarmee samenhangt heb ik geen verstand, zoo ver- klaarde hij mijn tijd zal het wel uitdlenen. De heele oorlog was voor hem een schaduw, gevallen over het blende hoofdje van een kind. En om die schaduw voor een kort oogen blik weg te nemen bij hem en bij zooveel an- deren, die in gelijke omstandigheden ver- keeren, was besloten om, ondanks de oor- logsomstandigheden, kerst- en nieuwjaars- gesprekken tusschen verwanten en vrienden toe te staan. Want al beleven we groote tijden, de kleine mensch heeft toch zijn ver- langens, verlangens die ontzien moeten wor den door ieder, die de simpele grootheid van het leven respecteerd. Zoo dacht men aan Nederlandsche zijde en waarom het niet te zeggen? zoo beaamde men van' Duit- sche zijde. Maar helaas: Indie bleek van een andere opvatting. Bij zijn tweede bezoek aan ons kantoor leek de Atjeher ouder geworden. Er was iets gebogens in zijn houding gekomen. Ook zijn handdruk was niet meer zoo veerkrachtig als de eerste keer, toen blijde hoop hem vervulde. Moe en moedeloos stonden zijn harde blauwe oogen. Wij vertelden hem hoe de stand van zaken was. Wij van onzen kant hadden alles gedaan om de gesprekken met Indie mogelijk te maker,. Maar Indie wilde niet, het bleef Oost-Indisch doof. Toen vroeg de Atjeher of hij daarvoor nu de beste jaren van zijn leven voor Indie had geofferd en of hij daarvoor nu het eenige dat hij nog op de wereld bezat zijn kind en zijn kleinkind aan Indie had afgestaan. Wij moesten op die vraag het ant- woord schuldig blijven. Maar misschien wil men haar te Buitenzorg beantwoorden. Het goederenvervoer over de grens. Het goederen- en vrachtverkeer over de grenzen tusschen Duitschland1 en Nederland, alsmede tusschen Nederland en Belgie mag in de toekomst alleen dan nog geschieden, wanneer een bijzondere schriftelijke goedkeu ring van de bevoegde Nederlandsche ver- keersinspecteurs of van de bevoegde Duitsche of Belgische verkeersleidors is gegeven. Hierbij beddent zij zich in de afzonderlijke cistricten van agenten en subagenten. Voorloopig zijn van de regeldng van den A. B. D. uitgezonderd autobodediensten op vaste trajecten en transporter die zioh uit- strekken over een afstand van minder dan 15 km. Ook transporten van vee, versche visoh, melk, groenten, fruit, aardappelen, eieren, bloemen en planten, naar en van vei- lingen hebben voorlooixig geen bijzondere ver- Doos 30 cent. IEen vergunning om met een vrachtwagen j nin noodig. Alle ondememers, onge- or„T,a mjcraftir-iiflpn y.al alleen worden acht of voo;. het transport een vergun- BFSPARING VAN VLOEIBARE MOTORBRANDSTOF. Bevoraering van het rijden op anthraciet en turf. In de Dondecdag gehouden persconferentie heeft de gevolmachtigde van den rijkscom- missaris voor het verkeer, Regierungsrat dr. Pini mededeeling gedaan van een aantal be- langrijke nieuwe verkeersmsiatregelen, welke genomen moeten worden ter besparing van mo to rb rands tof fen Na overleg met het Departement van waterstaat zoo zeide hij worden met in- gang van Maandag 13 Januari a.s. de vol gende, maatregelen genomen. de grens te overschrijden zal alleen worden verleend als er geen andere vervoergelegen- heid (per trein of schip) bestaat en de te vervoeren goederen voor de oorlogvoering of in oeconomisch opzicht van belang zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tusschen transporten over korten en over langen af stand. Verkeer over korten afstand is ver keer, dat zic'h over een afstand van niet meer dan vvjftig kilometer hemelsbreed van de grens gerekend afspeelt. Voor dit verkeer komen dus plaatsen in aanmerking, welker centrum op niet meer dan den genoemden af stand van de grens verwijderd is. Voor dit verkeer kan' de vrachtprijs hij vrije overeen- l.omst worden vastgesteld, evenwel met in- achtneming van de voorschriften inzake prijs- opdrijving. Onder het verkeer over den langen afstand valt alle verkeer, over de grens, dat over een grooteren afstand dan 50 kilometer loopt. Voor dit verkeer gelden de prijzen van het Duitsche Reic'hskraftwagecibetrieb en de af- rekening van de vracht loopt, voor het ge- deelte op Duitsch gebied, over het Reichs- kraftwagen Betriebsverband. Voor alle transporten van dezen aard is vergunning van de rijksverkeersinspectie noodig. Boven- dien moeten de chauffeurs zioh in Duitsch land melden bij den Fahrbereitschaftsleiter, omgekeerd melden zich chauffeurs, die uit Duitschland komen bij de agenten of sub agenten van de Nederlandsche verkeersin- spectie om aanwijzinig te ontvangen over de retourvracht, die zij hebben mee te nemen. De Fahrbereitsohaftsleitung is bevoegd hen, eventueel, met een dringend transport te be- lasten, dat buiten bet bestek van hun reis Ugt. v Behalve het beroepsvervoer heeft ook het eigen vervoer, d.w.z. hebben ook vradhtwagens van firma's, waarmee eigen goederen dezer firma's worden vervoefd, een vergunning noodig om de grens te passeeren. Het is zaak, dat men zich in dit opzicht aan de voorschriften houdt en niet tracht zonder vergunning de grens te overschrijden, daar er aan gene zijde scherpe controle wordt uit- geoefend en men rekening moet houden met de mogelijkheid, dat men niet alleen straf oploopt, maar dat bovendien de voertuigen in beslag worden genomen. De autobevrachtingsdienst. Over de tarieven van het grensvervoer valt nog te zeggen, dat vermoedelijk in de naaste toekomst een eenheidstarief zal worden in- gevoerd, niet alleen voor het Duitsche, maar ook voor het Nederlandsche gedeelte van het afgelegde traject, welk tarief gebaseerd zou zijn op het Duitsche Reichskraftwagentarif. Door dezen maatregel en de daarmede samenhangende controle van het verkeer aan de grenzen, wordt ook het verhuren of ver- koopen van vrachtwagens over de grens ver- hinderd. Verder zal het departement van water- staat met ingang van Maandag 13 dezer een autobevrachtingsdienst (ABD) voor het bin- nenlandsch verkeer in het leven roepen. Deze f dienst heeft de taak het goederenvervoer voor derden op de wegen te ieiden en is een instelling van den staat. De leiding is in handen van het departe ment van waterstaat, de uitvoering berust bij de rijksverkeersinspecteuren bij ieder van wie een afdeeling van dezen dienst wordt opge- richt. Deze afdeeling heeft tot taak bij be- vrachtingen bemiddelend op te treden en goedkeuringen te verstrekken. nlng moeten hebben of niet, zijn verplicht hun laadruimte tot ten minste 80 pet. te ge- bruiken. Zij zullen ter verantwoording wor den geroepen, wanneer zij meer dan 20 pet. ledige ruimte hebben. 'Een onvoldoende gebruik van de laadruimte of ledige ritten mogen 3lechts met scbrifte- lijke toestemming van den rijksinspecteur van het verkeer plaats hebben. Op de onder- nemers rust voorts de verpliohting tot aan- melding en tot vervoer; zij moeten de ladin- gen vervoeren, welke hun van de zijde van den autobevrachtingsdienst worden toege- wezen. De verladers moeten zidh dus, voor- zoover het niet gaat om de bovengenoemde ui'tgezonderde goederen (vee, visch, melk, enz.) voortaan wenden tot de organen van den Autobevrachtingsdienst om transport- ruimte te verkrijgen. De bepalingen van den Autobevrachtingsdienst hebben voorloopig .slechts betrekking op beroeps-transportonder- nemingen en niet op eigen vervoer! de rijks inspecteur van bet verkeer kan echter thans reeds vrachtauto's van vervoerders voor eigen bedrijf dwingen, zich na het lossen van de lading onmiddellijk bij een agent van den Autobevrachtingsdienst te melden en trans porten aan .te nemen. Bevordering van het rijden op anthraciet en turf. Naast een strafbare leiding van het ver keer over de grens en van het binnenlandsch verkeer, zal een besparing van motorbrand- stof worden nagestreefd door het gebruik van gasgeneratoren welker toepassing met alle mogelijke middelen zal worden bevor- derd; om dit te bereiken zijn de volgende be palingen gemaakt: a. Auto's, voorzien van een gasgenerator, ontvangen van de rijksverkeersinspecteuren zonder meer de toestemming tot rijden. Zrj worden voor doeleinden voor de weermacht niet aangekocht en blijven in het verkeer. !b. Auto's met gasgeneratoren hebben bij de toewijzing van banden de voorkeur. c. De vroegere belastingverhooging is bij het gebruik vstn een andere brandstof dan benzine opgeheven. Auto's, die op houtgas, op turf of anthra ciet reden waren voor den oorlog in ons land vrijwel onbekend. In de laatste zes maanden zijn ongeveer 3200 auto's in gebruik gesteld, waarvan ongeveer de kelft op houtgas, de andere helft op anthraciet rijdt. Op het oogenblik zijn er bovendien 700 vergunningen verleend voor het verbouwen van vracht wagens op het gebruik van andere brandstof dan benzine of dieselolie. Hiervan zullen er ongeveer 100 voor houtgas en de rest voor anthraciet worden ingericht. Tenslotte zijn er nog 800 aanvragen voor verbouwing van auto's aanhangig. Men hoeft er niet meer op te rekenen, dat men thans nog vergun ning krijigt om zijn vrachtauto op houtgas in te richten, want het aantal auto's, dat hier- voor in aanmerking komt is in verband met den beschikbaren voorraad brandstof beperkt en met de reeds verleende vergunningen en de nog aanhangig zijnde aanvragen uitgeput. Anders is het met anthraciet, waarvan vol doende voorraad is. Ook aanvragen voor verbouwing voor turf kunnen nog in over- weging worden genomen. De aanvragen dienen te worden ingediend bij de Rijksverkeersinspectie. Het is het Cen- traal Instituut voor Industrialisatie, dat de uiteindelijke beslissing neemt. Naar reeds 1 Door GERARD PAIREIE. Uit het Engelsch door Jhr. R. H. G. NAHUYS. HOOPDSTUK I. Het is, geloof ik, een algemeen erkend feit, dat sommige menschen bezooht worden door een opwindende gewaarwording, die met den naam van voorgevoel betiteid wordt, en die zeer nauw verwant moet zrjn met het tweede geacht. Op een vroegen lente-avond in dit jaar, ter- w'ijl ik van mijn club naar mijn bescheiden woning wandelde, ten einde mij voor het diner te verkleeden, werd ik door juist zoo'n gevoel bekropen, zonder dat ik er eenige aanleiding voor wist te vinden. Ik bedoel een bijna overweldlgende zekerheid, dat iets onver- wachts, misschien verstrekkends in zijn ge- volgen, gebeuren of spoedig gebeuren zou, ten goede of ten kwade; een gevoel, dat mjj ongerijmd leek, aangezien geen enkele terug- werkende gedachte mij er een verklaring voor aan de hand deed. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik tot dien avond tot die tamelijk materialistische jonge mannen behoorde, die een dergelijk voorge voel met bekwamen spoed naar den duivel gewenscht, en de oorzaak gezocht zouden hebben in een overladen maag. Maar met het oog op hetgeen gebeurde, ben ik gedwon- gen te bekennen, dat mijtn materialisme een geduchten schok ondergaan heeft, en dat ik, als zulk een voorgevoel mij weer bekruipen mocht, wat de Hemel verhoede, ik waar- schijnlijk mijn schreden naar den eersten den besten wapenwinkel zal wenden om er een flinke revolver te koopen. Vervolgens zal Ik een bezoek brengen aan een waarzegster en mij van een paar amuletten voorzien, om ten slotte naar huis te gaan, mij in mrjn hal ach- ter een dozijn zandzakken secuur te barrica- deeren en mijn knecht te zeggen, dat Victor Caryll onder geen voorwendsel hoegenaamd, tot mgn huis toegelaten mag worden. Aan dergelijke aandoeningen dus, was ik ten prooi, toen ik uit de Mall St. James' Street insloeg, terwijl het wegdoezelende zon- licht lange schaduwen wierp en Londen zich vroolijk aan mij voordeed. Hetzij deze on- welkome stemming aan een inwendige ver- storing te wijten was of niet, dan wel aan de naweeen van een korpsdiner, waaraan ik den vorigen avond deelgenomen had, ik kwam tot de overweging, dat niets anders dan een paar cocktails, die mijn knecht, Anderson, zoo uit- muntend wist te mengen, gevolgd door een heet bad en het aanvoelen van schoon lin- nengoed, mij weer zou kunnen opknappen. Ik verhaastte mijn tred eenigszins en ademde den welkomen geur in van dien verrukkelij- ken avond, ten einde de voor genomen kuur zoo spoedig mogelijk te kunnen volgen. Vast- beraden wijdde ik mijn gedachten aan pro- zaische onderwerpen. Maar dat bewustzrjn dat iets stond te ge beuren, dat iets mij boven het hoofd hing, liet zich niet zoo gemakkelijk verjagen. Het bleef mij bij, hoewel nu in geringere mate, toen ik St. James' Place betreden had en mijn huisdeur naderde. Zonderlimg genoeg, keer- de het met verdubbelde woede terug, toen ik mijn sleutel in het Yaleslot stak en de deur opende. De plotselinge verschijning van An derson, op zijn gewone bedaarde manier, be- zorgde mij een schrik. ,,Neem me niet kwalijk, mynheer..." be- gon hij. In den eigenaarddgen, volkomen ongewonen overspannen toestand van mijn zenuwen, werd ik om de een of andere reden door de bedaardheid van zijn stem geprikkeld. Ik betrapte mij op het verlangen hem af te ros- sen, maar deze opwelling was het volgende oogenblik vergeten. Ik lachte. „Ik neem je niets kwalijk," zei ik. ,,Wat is er?" „Boven, in uw kamer, mijnlieer, wacht een heer. Hij weigerde zrjn naam te zeggen, mijnheer. 'Hij zei alleen, dat hij kwam wegens gewiohtige redenen en op u wachten zou." Ik fronste de wenkbrauwen. ,,Je kent mijn be velen," zei ik scherp. Waarom liet je hem binnen terwijl ik uit was?" „Ik... ik kon er niets aan doen, mijnheer." „Kon je er niets aan doen?" ,,'Neen, mynheer." „Zoo. En waarom niet?" Anderson had zichtbaar met een gevoel van verongelijking te kampen. Ik herkende de verschijnselen van beleedigde waardigheid. ,,Die heer, mijnheer," zei hij, ,,als ik hem een heer noemen mag, stond reeds in de hal, bijna voor ik de deur geopend had. Hij is zeer forsch, mijnheer, maar verbazend vlug. Hij vroeg of gij thuis waart. Toen ik hem antwoordde ,,neen", zei hij,,Best. Dan zal ik wachten. Breng mij een cocktail boven". En hij liep doodbedaard de trap op, mijnheer." Ik had om de gekrenkte ijdelheid van An derson kunnen iachen, als ik zelf ook niet eenigszins door zulk een vrijmoedig optreden beleedigd was. ,,En dat deed je toch niet, hoop ik?" ,,Als u het mij vergeven kunt, ik deed het wel, mijnheer." Bracht je hem het gevraagde vroeg ik, het haast niet kurtnende gelooven. ,,Ja, mijnheer. Hij was zoo... hij boezemde zulk een ontzag in, mijnheer." eerder is1 meegedeeld wordt er geen vergun ning gegeven voor personenauto's. Ten einde het verbouwen van vrachtwagens voor het gebruik van generatorgas aan te moedigen is o.a. ook bepaald, dat iemand, die meer dan een auto in gebruik heeft en daar voor een benzinetoewijzing heeft, bij verbou wing van een gedeelte van zrjn wagenpaxk voor generatorgas op dezelfde hoeveelheid benzine zal kunnen rekenen als hij voorheen kreeg, zoodat hij met de riiet-verbouwde auto's een grooter kwantum benzine zal kunnen ver- bruiken. De door de verbouwing van vrachtauto's voor generatorgas te bereiken besparing zal ten goede kunnen komen aan openbare ver- voermiddelen (taxi's en autobussen). Bij de uiteenzetting van een en ander werd dank gebracht aan de rijksverkeersinspectie voor haar krachtige actie om tot besparing van benzine te komen, zoowel als aan de onder- nemers, die niet bij de pakken zijn gaan neer- zitten, maar naar nieuwe wegen en midde len gezocht hebben om zich bij den feitelij- ken toestand aan te passen. CUMUEATIE VAN WEDUWEN- EN WEEZENPENSIOEN. De staatscourant van Vrrjdag bevat een be- schikking van den secretaris-generaal van het departement van binnenlandsche zaken betreffende cumulatie van weduwen- en wee- zenpensioen. Hierin wordt bepaald, dat, indien de wedu- we en weezen van een ambtenaar of gewezen amibtenaar in den zin van de Pensioenwet 1922 zoowel als zoodanig ten laste van het algemeen burgerlijk pensioenfonds als uit hoofde van den militairen dienst van haar echtgenoot of van hun vader ten laste van het rijk recht hebben op pensioen, het pen- sioen ten laste van dat fonds slechts wordt verleend, ingeval .het gelijk is aan of hooger is dan het pensioen ten laste van het rijk. Met weezen worden gelijkgesteld pleegkin- deren in den zin der pensioenwet 1922. Pensioenen, welke in strijd met het voor- gaande zijn toegekend tusschen 10 Mei 1940 en heden, worden door den pensioenraad in- getrokken met ingang van den eersten dag van het volgende kwartaal, dus met 1 April. DE NEDERLANDSCHE TJNIE. De leiding van De Nederlandsche Unie heeft ervaren, dat in den laatsten tijd de mee ting heerscht, dat vele leden van De Neder landsche Unie lid zouden zijn van illegale or- ganisaties. De leiding van De Nederlandsche Unie heeft meermalen en langs de eigen or- ganisatcrische wegen en in het openbaar hare leden het feit, dat aan het hoofd van haar programma een loyale verhouding tot de be- zettende overheid is, vooropgesteld en dat de leden daaraan gevolg dienen te geven. Ver- schillende leden, die hieraan niet voldeden, zijn reeds geroyeerd. Ook thans zal de leiding van de Nederlandsche Unie niet aarzelen, op te treden tegen hen, die het lidmaatschap der Unie, tegen de duidelyke uitspraak van het programma en van de 'leiding in, misbruiken voor illegale doelstellingen, waarmede het volksbelang niet is gebaat. DE GROENTEN, DE VORST EN OE MAXIMUM PRIJSREGELING. De Wtestlandsche correspondent van de N. R. .Crt. meldt De vorst heeft in den groentenhandel eigen- aardige verschuivingen teweeg gebracht. Als gevolg van de oogstmoeilijkheden en het be- perkte transport is de aanvoer aanzienlijk Ik bleef een oogenblik in gepeins. Als mijn vreemdsoortige bezoeker zulk een ontzag- wekkend personage was, dat zelfs een woe- dende Anderson het hoofd voor hem gebukt had, zou ik zeker niet tegen hem opgewas- sen zijn. „Hoor eens," zei ik. „Ik zal eens gaan kijken wie die kerel is. Schel ik 66ns, dan breng je cocktails; maar schel ik twee malen, dan haal je een politieagent van buiten, en drommels vlug. Begrepen?" „Jawel, mijnheer." Anderson glimlacbte. Het denkbeeld er een politieagent bij te roepen, scheen hem naar den zin. ilk beklom snel de trap, maar niet zonder eenige inwendige beklemdkeid. Als mijn be zoeker my niet aanstond, zou hij een lastig sinjeur kunnen blijken om met geweld ver- wyderd te worden en ik was er niet op ge steld, dat er in mijn keurig onderhouden stu- deerkamer een janboel geschapen zou wor den. Ik opende de deur. De beenen in mijn ge- makkelijksteu clubstoel lang uitgespreid, zat daar een man met zijn rug naar de deur. Bij het hooren van mijn binnentreden, kwam er langzaam beweging in die lange beenen, en mijn bezoeker keerde mij: zijn aangezicht toe. „Groote genade!" luidde mijn begroeting. ,,Kom, kom," zei Victor Caryll, „zoo erg is het niet. Weliswaar was ik in Frankrijk je meerdere, ouwe baas, maar in de burgermaat- schappij ben ik nog niet bevorderd!" „iVic, beste ouwe kerel," riep ik nu, lachen- de. ,,Wat ben ik blrj je te ontmoeten!" Na hem de hand geschud te hebben, drukte ik zonder aarzelen 66n maal op de schel. Ver volgens draaide ik mij weer om ten einde hem beter te kunnen zien, en merkte zwijgend de veranderingen op, die zich sedert ons laatste samenzijn bij hem voorgedaan hadden. Voor het bloote oog vertoonde er zich slechts 66n. De weinige haartjes die tijdens zijn militairen diensttijd zijn bovenlip gesierd hadden en door hem met den weidschen naam van „knevel" bestempeld waren, had hij nu afgeschoren. Zijn oude aangezicht be zat dezelfde goedige leelijkheid als in de oor- logsdagen; de zeer beldere, zeer blauwe oogen zagen iemand met de oude schranderheid en strakheid aan, en de fijne rimpeltjes aan hun hoeken, tot aan de slapen, verrieden als van ouds, zijn natuurlijke geaardheid om in het leven te lachen, maar met ermee. En hij zag er best uit; zijn forsche gestalte was even keurig gekleed als altijd, maar zij bestond uit spieren en niet uit vet, en terwijl ik hem be- schouwde, bleek mij eerst hoe verheugd ik was dat mijn oude vriend mijn pad opnieuw gekruist had. Plotseling schoot Anderson mij te binnen en ik lachte. ,,Vic", zei ik, „waarom wilde je Anderson mijn knecht je naam niet zeggen?" ,,Och", antwoordde Vic, „ik dacht dat je blij zou zijn me te zien, ouwe cherubijn. en aangezien een aangename verrassdng het hart tot blijdschap stemt dichterlijke vrij- heid wilde ik mijn komst verbergen tot je me zag. 'Heb ik den braven man beleedigd?" Ik glimlachte. „Je hebt een ontzaglijken indruk op hem gemaakt!" ,,Komaan!" Ik verbeeldde mij dat hrj eensklaps ernstig keek. „Heeft hij behoorlijk voor je gezorgd?" ,,Kon niet mooier!" zei Vic. ,,Hij brae -it mij een shaker en alles wat er bij behoorde. Ik heb me den tijd verdreven met het nemen van versehillende proefnemingen en ben er bijna kleurenblind van." Ik zag hem aan en stak glimlachende een sigaret aan. Nooit zag ik eenig man in het volkomecier bezit van al zijn hoedanigheden dan Vic in dat oogenblik. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 1