AI isfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD >VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
In den greep van het noodlot
No 10.162
WOENSDAG 8 JANUARI 1941
81® Jaargang
diverse Distributiebescheiden
Binnenland
Feuiileton
De Burgemeester van Terneuzen
De Burgemeester van HOEK
maakt bekend, dat
als volgt zullen worden uitgereikt;
Dinderdag 9 Jan. a.s. van 10-12 uur en
1-5 uur uitreiking aan diegenen,
wier geslachtsnaam begint met de
letter A t/m C.
Vrijdag 10 Jan. a.s. idem met de letter
D t/m G.
Maandag 13 Jan.
H t/m M.
Dinsdag 14 Jan.
N t/m R.
Waensdag 15 Jan. a.s
S t/m Z.
Overlegging der Distributiestamkaarten
van a 11 e inwonenden vereischt.
Attentie
Eventueele inlevering van Opplakvellen
met consumentenbonnen door winkeliers
kaa op bovengenoemde data uitsluitend
geschieden 's avonds van 6-8 uur.
Hoek, 8 Januari 1941.
De Burgemeester voomoemd,
Mr. J. A. VAN TIENHOVEN.
a.s. idem met de letter
a.s. idem met de letter
idem met de letter
-
ZENSCHE COURANT
M.UI»ITIh-bBV A a fORO Voor elken reg
ABONNEMENTSPRU3Binnen Terneuzen 1,35 per 3 maanden BuitenTemeuzen
fr per post f 1 65 per 3 maanden - Bij vooruitbetaling fr. per post 6,- per jaar
Voor Belgie en Amerika 2.10. overige landen 2.45 per 3 maanden fr. per post -
Abonnementen voor bet bmitenland aUeen bfi vooruitbetaling.
Uitgeefster: Flrma P. J. VAN DE SANDB
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIfiNVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KL.EINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen vertninderd tarief, hetwelk °p ^anvrM*
verkrijgbaar is. - Inzending van advertentien liefst edn dag voor de mtgave.
I)IT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRUDAGAYOND.
maakt bekend, dat in de Nederlandscbe
Staatscourant van 12 November 1940, no. 221,
de hieronder volgende maximumprgzen zijn
vastgesteld voor brandhout (z.g.n. kachel-
blokken).
Voor naald- en loofhout voor het gebruak
gereed:
1. bij levering loco bosch 0,025 per kg;
2. bij levering aan den verbruiker franco
huis 0,04 per kg.
Terneuzen, 7 Januari 1941.
De Burgemeester voomoemd,
P. TELLEGEN.
MET BREEDEN BLIK.
Meermalen hebben wij laten uitkomen,
sehrnfL de N. R. Crt., bet probleem, waar-
voor ons land zich gesteld ziet, is niet door
de bezetting van ons grondgebied in Europa
gescbapen; net is een probleem, dat voort-
vloeit uit de Europeesche omwenteling,
waarin de in 1933 uitgebroken Duitscben
opstand tegen Versailles door toedoen van
den oorlog lutieindelijk is verkeerd.
Wij weten het: voor vele onzer landgenoo-
ten is dat een voorbarige gevolgtrekking.
Wanneer zij zich eohter in bun afwachtende
bouding nog eens weer gesterkt voelen door
de uitspraak van Roosevelt, dat naar zijn
stellige overtuiging de spilmogendheden den
oorlog niet zullen winnen, dan mogen zij met-
een ibedenken, dat de president van de Ver-
eenjgde Staten niet heeft gezegd, dat het
zijn overtuiging is, dat Engeland den oorlog
zal winnen.
En eerst dan, wanneer Engeland den oor
log zou winnen, d.w.z. wanneer het er als-
nog in zou slagen om het Duitsche Rijk in
z ij n vesting, op het vasteland van Europa,
de nederlaag toe te brengen, welke bet Duit
sche Rijk nog altrjd tegen het Britsche Rijk
in d>3 vesting van bet eilandenrijk in de
Noordzee beraamt eerst dan zou bet kun-
nen zijn, dat de Europeesche omwenteling,
waarin ook wij zijn meegesleept, niet zou
worden voltooid.
iDat ecbter is nog altijd zulk een verafge-
iegen mogelrjkheid, dat verantwoordelijke
personen eir geen verwachtingen op zullen
bouwen. Zij hebben te rekenen met feiten.
Deze feiten zijn, dat bet Duitsche Rijk met
zijn wapenen ten westen van de met de Sow-
jetunie overeengekomen belangengrens de
voorwaarden heeft gescbapen voor een Euro
peesche eenheid, welke men, onder gegeven
omstandiigheden, kan beschouwen als de ver-
vulling van een Europeesche noodzakelijk-
heid. Ook daarin ligt een aan wij zing, dat
men den huidigen staat der Europeesche
zaken niet uitsluitend mag beschouwen als
een vergankelijke figuur, onder invloed van
de wisselvallige krijgskans. Hij beantwoordt
aan een veel dieper liggend krachtenspel,
waarin de wereldoorlog een episode was; een
krachtenspej, dat tijdens den wapenstilstand
van 1918 tot 1919 tot des te ondragelijker
spanningen is opgevoerd en dat zich dienten-
gevolge in een nieuwen oorlog ontlaadt. Een
oorlog, die weder niet buiten veciband met
den Duitschen opstand tegen Versailles ge-
zien kan worden, en die van het oogenblik,
dat hrj buiten de grenzen van het Duitsche
Rijk werd gevoerd en van het eerste
oogenblik af, wend hij buiten de grenzen van
het Duitsche Rijk gevoerd snel in een om
wenteling, een Europeesche omwenteling is
overgegaan.
Men wil wel de vraag opwerpen, of dat nu
gepast is, dat de oorlog zich in de landen,
welke hij in zijn kring betrekt, als een om
wenteling gelden laat. Men houdt hem het
reglement op den landoorlog van 1907 voor.
Maar indien in vredestijd de beteekenis van
intemationale rechtsregelen al betrekkelijk
gering is, hoe weinig mogen we er dan in
oorlogstijd van verwachten, gemeten aan de
kracht van de feiten!
,,'De nieuwe ordening is zoo machtig in be-
weging, zoo lazen we in een opstel van
Jakob Schaffner, den leider van de Zwitser-
sche Nationale Bewegin|g, in Das Reich, dat
toch al niemand meer zich met den vinger
in den mend bazinnen kan: „Zal ik, of zal ik
niet?" Hij zal moeten ook wanneer hrj eigen -
lijk niet zou willen."
En het is ook Schaffner, die zich realiseert:
,,De nieuwe insteliing en nieuwe inrichting
vereischt eohter een omkeer van binnen uit,
een bekeering van geld tot prestatie, van be-
zit tot arbeid in gemeenschapszin: een zede-
lijka daad, welke van alien'wordt veriangd
niet door Duitschland, maar door de Europee
sche noodzakelijikheid zelve": „de volkeren
zijn groot en talrijk geworden, de ruimte
heeft zich niet uitgebreid, de vermeerdering
der goederen is slechts in beperkte mate
mogeljjk, dus moet men van gewoonten en
aannemelijkheden van het kapitalistische
particuliere bedrijf afstand doen en zich rege-
len naar het gemeenschapshedrijf".
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIBCK- MEBREBOER.
591
Vervolg.
HOOFDSTUK XUJV.
Ueht na duisternis.
Philip Wendover was op slag' veranderd.
De man, die in den regel met alles genoegen
nam, zooals hij het vond, was nu plotseling
een persoonlijkheid, die bevelen uitdeelde, die
stipt opgevolgd moesten worden.
Het personeel van Hotel Meurice ontdekte
dit, zoodra de Renault arriveerde. Niettegen-
staande het late uur, gaf Wendover links en
reelrts orders.
De beste kamer van het hotel moest voor
Elsie Spain in orde gebracht worden; de chef-
kok werd uit zijn bed gehaaid en moest een
fijnen maaltijd bereiden. En iedereen vloog
op zijn wenken.
,,W'el Phil," zei de Kabouter, ,,je doet of
je een koning bent!"
„Ik hen ook een koning!" antwoordde hij,
,,tenminste zoo voel ik me," en in zijn
vreugde tilde hij zijn nichtje hoog op van den
gro-nd. .Kabouter, ik zal je wat vertellen,
ik ben de^elukkigste man van de wereld!"
•Bnkele d&gen geleden zou dit Beryl pijn
gedaan hebben, maar ook zij was veranaerd.
In den dichter Jacob Schaffner heeft de
Zwitsersctoe Nationale Beweging een leider
met een breeden, historisch-wijsgeerigen blik,
in staat de wereld gelijk te geven tegenover
zijn land, in staat ook om het gelijk van zijn
land, „in zijn huidigen historischen stand
en nationaal-zedelijken toestand", vol te hou-
den tegenover de wereld. Het is een man,
die, zonder de paden eener algemeene rede-
neering bijster te worden, feitelijk bijzon-
derheden tot hun recht vermag te laten
komen.
Het staat voor hem vast: „Geheel het
nieuwe Europa zal geen ruimte hebben voor
maatschappijen, welke zich zelf uitzonderen".
Hij aarzelt niet uit te spreken: ,,De weg naar
het nieuwe Europa gaat door het Derde Rijk.
•Het Derde Rijk i s reeds Europa, en het
Europa van morgen zal met het begrip Gloot-
DUiitschland samenvallen". Hij deinst niet
terug voor de gedachte: ,,Het eedgenootschap
heeft zich van drie deelnemers tot acht, dan
tot dertien en eindelijk tot twee-en-twintig
uitgebreid. Het is niet in te zien, waarom
de nieuw gewekte oerkracht niet ook de laat-
ste historische grenzen zou overschrijden en
het wijde, ontwaakte Europa als zijn levens-
ruimte zou erkennen en scheppend hegrijpen."
Door welke toovermacht dit was geschied,
wist ze niet maar het volgende was goed
tot haar doorgedrongenal was haar neef,
Philip Wendover, nog steeds in haar oogen de
fijnste vent van de wereld, een manspersoon,
George Lomax geheeten, had hem eenvoudig
van zijn eereplaats vendrcngen!
Niemand dacht aan slapen gaan; daar was
later nog tjj'd genoeg voor. Ze zaten met zijn
vieren rond het haardvuur - Elsie Spain had
kleeren aan, die ze van de Kabouter had ge-
leend.
„Ik dacht dat je plotseling uit den hemel
was komen vallen, Domax, toen ik je daar
vannacht ineens voor me zag staan. Nog
maar kort voor ik naar die Villa Wiosna
reed, had Dujardin me verteld, hoe je achter
een taxi aanholde, die een dooden man her-
bergde
„Ja ik heb heel dwaas gedaan, dat moet
ik toegeven. Ik hield geen rekening met
Zuberra's raffinement. "Hij was het, die alles
had gearrangeerd en ik liep als de eerste de
heste kwajongen in die val, Ik redeneerde al-
dus: Zuberra doodde een man, die ons iets
naders over Beryl kon vertellen ik mag je
toch zeker wel .Beryl" overmen, vroeg
hij, zijn oogen verlamgend naar de Kabouter
richtend.
„Ga voort met je verhaaf man!"
De detective-inspecteur grinni'kte overge-
lukkig.
„Ergo: Zuberra had Beryl ergens verstopt
en die taxi-chauffeur zou me natuurlijk bij
hem kunnen 'brengen. En dat deed hij en
hoe! Hij veroorzaakte een schitterende bot-
sing, waardoor ik op de een of andere manier
op mijn hoofd terecht lewam en toen ik
wakker werd, lag ik in 'n soort eel, met vriend
Zuberra tegenover me, die me flink voor den
gek hield. Nu, ik voelde me als een waarde-
Tegelijk echter verzet hij zich tegen dege-
nen, die Zwitserland maar meteen „met vlie-
igende vanen" in het Duitsche Rijk zouden
willen zien ovecgaan. „Wanneer in het Rijk
het „karakter" thans van alle deugden op de
eerste plaats staat, moet men het ook in
andere volkeren achten".
„Omzetting alleen ik niet voldoende. De
democrat: en moeten o< k den nieuwen weg
niet gedwongen gaan, maar vrijwillig, uit in-
zicht en eigen waardigheid. Zij moeten zich
niet alleen maar laten meeslepcn, maar rut
hun oude, trotsche overleveringen moeten zij
hun eigen bijdrags leveren tot den bouw van
een nieuw Europa... Alle wegen gaan thans
door het Rijk. Alle wegen veronderstellen
ommekeer en eischsn geloof. Geen weg ver
eischt echter afstand van de eigen zedelijke
persoonlijkheid en de eigen historische ver-
antwoordelijkheid, integendeel, niemand moet
er doorheen willen, die niet den edelen moed
durft hebben, om zichzelf te handhaven tus-
schen anderen, die zich in de vemieuwing
eveneers zelf gehandhaafd hebben. Een ge-
meenschap van zichzelf handhaveriden wil het
nieuwe Europa zijn, van uit zichzelf ver-
nieuwden, van zoodanigen, die verjongd en
opgestooten uit de smeltkroes te voorschijn
komen, nieuw geworden, met de gave en de
macht, voortaan zelf dingen, menschen, be-
trekkingen en geheele volkeren nieuw te
maken".
Waarom laten we Jakob Schaffner hier zoo
uitvoerig aan het woord? Alleen maar, om-
dat wij met hem willen instemmen? Neen,
omdat er in zijn woorden nuttige, noodige
leering ligt voor zoovelen onzer landgenooten,
die op het oogenblik de hoogste wijsheid in
onthouding en afwachting zoeken. Schaffner
geeft het voorbeeld, hoe men in de Europee
sche ontwikkeling werkzaam kan zijn, in den
zin van de totstandkoming van een Groot-
Europa, zonder dat men het eigen land en
's lands waardigheid hoeft te verzaken.
In ons eigen vok beginnen deze twee din-
gen zich helaas hoe langer hoe meer als een
tegenstelling en een onverzoenlijke tegen-
stelling voor te doen. Het kan alleen tot
ons eigen ciadeel zijn, want, om nog eenmaal
Schaffner te laten spreken: ,,De noodzakelijke
omkeer valt den een gemakkelijker, den an-
der moeilijker. Brj den een is het nauwelijks
toereikend voor een „rmzetting", bij den an-
der komt er een v^rdfagende en vruchtbare
zedelijke impuls uit voort. En deze impuls
is het waar het op aankomt, De volkeren,
die deze praesteeren, zullen in het nieuwe
rijk de voomaamsten en voorsten zijn, de
andere zullen zich met de rol van meeloopers
moeten vergenoegen."
IVelen onder onis beladen hun landgenooten,
die het Nederlandscbe volk ook in de toe-
komst een rol van beteekenis willen verzeke-
j ren, die het land zijn plaats onder de zon
i willen doen behouden, door reeds nu zich in
te denken en in te werken in het nieuwe
Europa, dat aan het eind van dezen oorlog
zal over zijn, met den vollen last der verant-
woordelijkheid. Zij mogen zich afvragen, op
wie de verantwoordelijkheid teruigvalt, wan
neer onze rol ons van louter afwachting voor
het einde uit de hand zou vallen.
VRAAGSTUKKEN
VAN DE RADIOBIJDRAGE.
Verkoop of inle\erlng van toestellen
wanneer men de bijdrage niet wenscht
te betalen.
De heer L. G. Wybrands Marcussen heeft
Zaterdagmiddag over de beide zenders een
vraaggesprek gevoerd met den heer P. A.
Enserinck, administrates -van de P.T.T.. be-
treffende de verplichte luisterbijdrage.
Vooraf maakte de heer Enserinck eenige
opmerkingen, waarin hij de toestelbezitters
gerust stelde.
Het is eenvoudig onmogelijk alle schrifte-
ljjk gevraagde inlichtingen te beantwoorden.
Dit is ook niet noodig, omdat zoo uitvoerig
mogelijk inlichtingen door pers en radio zul
len worden verstrekt. Laten toestelbezitters
de circulaire afwachten, die van 6 tot en met
14 dezer huis aan huis zal worden bezorgd,
en waarbij is gevoegd een aangifte-formulier
dat onverwijld volledig ingevuld aan het
hoofdbestuur der P.T.T. moet worden terug-
gezonden. Wenscht men na 1 Januari niet
meer als luisteraar te worden beschouwd en
wenscht men dus zijn toestel af te schaffen,
dan kan men daarvan mededeeling doen bij
de terugzending van het aangifte-formulier.
Aangeslotenen op radio-centrales, die niet-
tegenstaande de gunstige voorwaarden,
waarop zij htm aansluiting kunnen behouden,
meenen te moeten ophouden luisteraar te
zijn, kunnen het abonnement met inachtne-
ming van den gebruikelijken opzeggingster-
mijn eenvoudig opzeggen bij den leider van
het betrokken distributie-bedrijf.
Mtngelijkheid van vrijstelUiig.
De meeste vragen, die gesteld zijn, betref-
fen verzoek om vrjjstelling van de radio-hef-
fing op grond van werkloosheid, ziekte, inva-
liditeit enz. Daar voor vele menschen de
radio de eenige ontspanning is, lijkt mij hier-
in zeker eenige redelijkheid te schuilen.
Met luisteraars, die in dergelijke omstan-
digheden verkeeren, is in de uitvoerings-
maatregel rekening gebouden; de mogelrjk
heid voor het verleenen van ontheffing is
daarin n.l. opgenomen. Als algemeene norm
wordt aangenomen, dat ten hoogste 10 pro-
cent van het totale aantal houders van ont-
vanginrichtingen voor ontheffing in aan-
merking kan komen.
Om in aanmerking te komen voor onthef
fing, moet men een formulier invullen, dat
op alle postinrichtingen, behalve bij1 de post-
agentschappen, verkrijgbaar is. Deze formu-
lieren kunnen eerst na 15 dezer worden
afgehaald. Op dit formulier zijn vragen
gesteld, welke zoo nauwkeurig mogelijk
beantwoord moeten worden; daama moet
het formulier aan het hoofdbestuur der
P.T.T. worden gezonden.
Bij deze formulieren, die dus niet verward
moeten worden met de formulieren die
iedereen in zijn bus vindt, is rekening ge-
houden met de uiteenloopende factoren. Bij de
beoordeeling van de aanvragen staan uiter-
aard voorop de gegevens omtrent de finan-
cieele omstandigbeden.
De personen, die ontheffing hebben ge-
vraagd, kunnen niet wachten met betaling
totdat over hun aanvraag om ontheffing is
beslist.
Men moet met betalen beginnen en indien
het verzoek wordt ingewilligd, worden reeds
voldane termijnen terugbetaald.
Voorts wees de beer Enserinck erop, dat de
gebezigde uitdrukking ..klaploopers" uitslui
tend betrekking had op hen, die wel konden
maar niet wilden bijdragen in de kosten van
den omroep, hoe wel zij naar de programma's
wel luisterden, welk standpunt ook steeds
door de omroep-organisaties is ingenomen.
De vaststelling van deze luisterbijdrage
(nog geen 2y2 cent per dag) is op zulk een
lage basis geschied, dat het administratief
niet doenlijk zou zijn, een tarief naar draag-
kracht in te voeren. In geen enkel land is een
regeling naar draagkracht, zooals door som-
mige luisteraars blijkbaar wordt voorge-
staan, tot dusver getroffen.
Het is onjuist te spreken van een belasting.
Het geldt hier een bijdrage, die noodig is
voor de instandhouding en uitbreiding van
den Nederlandschen omroep, een apparaat,
van en voor het Nederlandscbe volk, waar
door arm en rijk op dezelfde wijze worden
bediend.
Zieke-nhuizen enz.
Ten aanzien van de inrichtingen voor zie-
ken, invaliden en ouden van dagen werd o.m.
opgemerkt: In de uitvoeringsverordening
van den directeur-generaal der P.T.T. is de
bepaling opgenomen, dat van de verplichting
tot het betalen van de luisterbijdrage, op
verzoek, kunnen worden vrijgesteld de in-
stellingen van weldadigheid voorkomende
op de lijst, bedoeld in artikel 3 van de Ar-
menwet Voor de ziekenhuizen zal als maat-
staf gelden, dat de patienten en het inwonen-
de personeel als een gezln worden beschouwd,
zoodat voor elke volledige ontvanginrichting,
waarop meer dan een luidspreker of hoofd-
telefoon is aangesloten, slechts een luister-
vergunning vereischt zal zijn.
.Zijn in het complex van gebouwen, welke
tot de betrokken inrichting behooren wonin-
gen aanwezig, waarin personeel in gezins-
verband woont of kamers in vast gebruik bij
inwonende doktoren of verpleegsters, dan
zal voor een in zulke gezinnen of kamers aan-
wezige luistermogelijkheid een afzonderlijke
luistervergunning aanwezig moeten zijn.
De „burenaansiudtingen".
Er zijn luisteraars, die door middel van een
„draadje" gebruik maken van de ontvang
inrichting van een buurman. Een dergelijke
zgn. „burenaansluiting" kan alleen blijven
bestaan met een bijzondera machtiging van
den directeur-generaal. Is die machtiging
verkregen, dan wordt zoowel voor de hoofd-
aansluiting als voor de burenaansiuiting de
luisterbijdrage gevorderd, behoudens de ont-
lieffingsmogelijklieid.
Inlevering of verkoop van het toestel bij
niet betaling van de bijdrage.
Op de vraag: wat gebeurt er met toestellen
van luisteraars, die geen bijdrage willen be
talen, maar het toestel ook niet wenschen te
verkoopen, omdat zij meenen na verloop van
tijd wellicht tot het betalen van de bijdrage
in staat te zullen zijn, antwoordde de heer
Enserinck:
Om vrijgesteld te worden van een luister
bijdrage kunnen eigenaars van ontvangtoe-
stellen hun toestel in bewaring geven bij de
postinrichtingen ter plaatse. Hiervoor is
noodig, dat het toestel deugdelijk verpakt is
en voorzien is van een duideljjke opgave van
naam en adres. 4,
De ovememing geschiedt tegen een door
of namens het P.T.T.-bedrijf geteekend ont-
vangbewijs.
Voor het in bewaring nemen van het toe
stel is een bedrag van f 3 per jaar of gedeeite
daarvan verschuldigd, dat bij vooruitbetaling
in halfjaarlijksche termijnen moet worden
betaald.
Het staatsbedrijf der P.T.T. zal voor een
zorgvuldige opberging van het in bewaring
genomen toestel zorg dragen, maar neemt
geen verantwoording op zich voor wat betreft
de werking van bet toestel na de teruggave.
De verdere regeling ter zake zal door pers
en radio nader worden medegedeeld.
Men loope nu niet dadelijk met zijn toestel
naar de postinrichting, doch wachte nadere
mededeelingen ter zake rustig af.
Qverwogen wordt voorts of in bewaring
geven bij daartoe door den directeur-gene
raal der P.T.T. gemachtigde radiohandelaren
toegestaan zal kunnen worden, terwijl tevens
wordt gedacht aan een regeling, waarbij de
eigenaar van een toestel dit apparaat zelf
kan bewaren, nadat het of in deugdelijke
verpakkimg of op andere wijze afdoende door
het P.T.T.-bedrijf is verzegeld.
Ook hieromtrent zullen zoo spoedig moge
lijk nadere mededeelingen door pers en radio
worden gedaan.
De houder van de ontvanginrichting mag
in het bij hem in gebruik zijnde perceel, ver-
voermiddel of in zijn woning meer dan een
luidspreker of hoofdtelefoon aansluiten, ech
ter uitsluitend voor eigen gebruik. of ten
behoeve van het gezin, waarvan hij het
hoofd is.
Er zijn in ons land heel wat z.g.n. radio-
amateurs, die meer dan een toestel in hun
bezit hebben, waarvan zij er eventueel een
gebruiken en met de andere experimenteeren.
In het algemeen kan worden gezegd, dat een
luisteraar meer dan een ontvanginrichting in
zijn woning te eigen gebruike mag hebben,
indien hij deze inrichtingen niet geljjktijdig
gebruikt. Hij zal daarvoor de noodige waar-
borgen ten genoegen van den directeur-gene
raal der posterijen, telegrafie en telefonie
moeten verstrekken.
De beantwoording van vragen en nadere
mededeelingen betreffende de luisterbijdra-
gen in het algemeen zal door middel van de
radio dagelijks van 13.00—13.05 en van 20.15
20.20 uur geschieden.
loos muntstuk, dat door vele hamden is ge-
gaan."
,,Hoe is het je gelukt te ontsnappen en hoe
kwam het dat de Kabouter bij je was?"
Deze laatste vervolgde nu het verbaal.
.Dames en heeren", zei Beryl op gemaakt
emstigen toon, ,,ik wil U iets vertellen over
datgene, waarover romanschrijvers het altijd
zoo graag hebben, namelijk den „Toevalligen
Samenloop van Omstandigheden". Jullie zou
denken, dat ik faotaseer, maar dat is heusch
niet zoo, alles is werkelijk gebeurd. Kunnen
jullie er je woord op geven, dat je me van A
tot Z gelooft?"
Wendover en Elsie kmikten.
„Nu dan, Mr. Zuberra had ook voor mij een
onderdak gevonden, niet bepaald een aange-
naam verblijf, dat kan ik jullie vertellen! Het
was een vertrekje in het huis van een dokter,
met wien hij bevriend was, een groote, onge-
voelige l^erel.
Het handje, dat Wendover omklemd hield,
begon te beven. ,,Oh, ik weet het al", zei
Elsie, ,,het was de man die
,,Precies, beste kind; het was het heer-
schap, dat specialist in in het aanbrengen
van moedervlekken. Het was dezelfde ellen-
deling, die maakte, dat je je geheugen vee-
loor dat heeft hij me zelf verteld. Het
was een eerste proef van een experiment,
waarmee hij bezig was en dat, indien het ge-
lukte, van gtoote waarde voor de wetenschap
zou zijn tenminste, die nonsens vertekF hij
mij. Nu, ik vond die dokter Rafael Giraud
geen erg aangenaam mensch."
,,Ik zal jullie zeggen, dat ik aardig uit mrjn
humeur was. Ik was in een verschrikkelijke
kamer, die het meeste weg had van een
groote kast; er was geen enkel mam, alleen
zooiets als een klein tralievenstertje. Eh ieder
oogenblik kwam die verschrikkelijke dokter
bij me, keek me aan of hij me wou, verslin-
den en altijd eindigde hij met me te vertellen,
dat ik uitverkoren was als object voor zijn
proefnemingen. 'Het was beestachtig!"
,,Dat wil ik graag gelooven, kleine Kabou
ter! Och, iieve kind, ik had je nooit hierbij
moeten halen."
,,Sehei uit, Phil! Door mijn eigen schuld
ben ik met mijn hoofd tegen de lamp geloo-
pen alleen ikzelf hen hiervoor verantwoor-
delijk. Op een goeden morgen zat ik in de
tuinen van het Luxemburg en besteedde al
mijn aandacht aan jouw liefdesaffaire en bij
die gelegenheid kwam ik tot de conclusie, dat
je weinig vorderingen maakte. Toen kwam
ik op de gedachte zelf eens naar Elsie toe te
gaan. Enfin, dit is een oude geschiedenis
laat' ik liever vertellen wat er verder ge-
beurde".
..Mijn redding geschiedde op buitengewoon
romantische wijze. Een vreemdeling wist tot
Giraud door te dringen en bedreigde hem met
een revolver- plotseling viel ze zich
zelf in de rede ,,Zeg eens, Phil, jij bent in
het vak, hoe zou je het vinden als ik hierover
e:-ns een feuiileton ging schrijven voor je
krant? Nee? Ook goed; het was maar een
idee!"
„Ik ontdekte al gauw, dat mijn galante red
der geen vriendje van Zuberra was, want
telkens wanneer de dokter beweerde, dat h(j
me niet mocht laten gaan, duwde hij de re
volver in zijn maag en zei: ..Vooruit, ouwe,
schiet op!", of iets dergelijks. Toen hij Giraud
eindelijk klein had gekregen, hield hij beleefd
de deur voor mij open en zei: „U bent vrij,
maak maar gauw dat U wegkomt!" Hij be-
tx'igde zijn spijt, dat hij mij zijn geleide niet
kon aanbieden, maar hij had in dat huis nog
het een en ander te doen, zooals hij be
weerde."
„NatuurUjk ging ik er als de wind vandoor.
Na in dat donkere hok opgesloten te zijn ge-
weest. was het een hemelsehe zaiigheid weer
eens vrije lucht in te kunnen ademen!" en ze
zwaaide enthousiast met haar armen.
,,Maar na verloop van tijd leek het geluk
toch niet meer zoo groot. Ik wist niet pre-
cles waar ik was ik denk ergens in Mont-
martre maar al die straten en sloppen!
nog erger dan in de Londensche achterbuur-
ten. Ieder oogenblik was ik bang dat iemand
me bij de keel zou, grijpen..."
,,Kom. wind je niet zoo op!" zei Lomax.
,,Oh, nu is alles weer in orde. Maar toen
leek het een nachtmerrie. Weet je. al dien
tijd had die ellendeling me niets te ©ten ge
geven en ik stierf van honger daarom at
ik daarnst zoo onbedaarlijk veel. Ik liep maar
door, maar ik voelde me zoo wee, dat ik bang
was flauw te zullen vallen. Ik wist, dat als
ik zooiets onverstandigs zou doen, ik er mis-
schien nog veel erger aan toe zou zijn dan
bij dien Giraud... en daarom hield ik vol."
..Natuurlijk probeerde ik de Boulevards te
bereiken, maar ik kon den weg niet vinden.
Eindelijk zag ik een man, die er zeer respec-
tabel uitzag en ik vond den moed hem te vra
gen waar ik ergens een taxi kon vinden. Ik
hoopte dat hij zou denken dat ik een van die
dwaze vreemdelingen was, die 's naehts
Parjjs in een autocar gaan bezichtigen en dat
ik nu verdwaald was."
.Eerst gedroeg hij zich heel betamelijk; hij
was heel beleefd en toen hij me voorst elde mij
naar het einde van de volgende straat te be-
geleidem, alwaar ik, zooals hij zei, een taxi
zou kunnen vinden, vloeide ik over van dank-
baarheid. want nu had ik meteen een be-
sc.iermer.
(Slot volgt.)