ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLADVOOR ZEEUWSCH.VLAANDEREN
In den greep van het noodlot
No. 10.161
MAANDAG 6 JANUARI 1941
81® Jaargang
Binnenland
Feuilleton
PUROL_
Ruwe Huid
Ruwe Handen
Ruwe Lippen
NEUZENSCHE
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen /2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bg vooruitbetaling.
I'itgeetster: Firma P. J. VAN BE 8ANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTLEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichg's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCH1JNT IEDEREN MAANDAG-, WGENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
BE NIEUWJAARSROODSCHAP VAN DEN
RIJKSCOMMISSARIS.
In de Nieuwjaarsboodschap van den Rijks-
coianmissaris voor het bezette Nederlandsche
gebded wordt, schrijft de Haagsche Crt., aan
het slot in breede trekken een schets ge-
geven van het Duitsche toekomstbeeldden
opbouw van een nieuw Europa, welke taak
na de militaire beslissing in het afgeloopen
jaar reeds thans ter hand is kunnen worden
g^nomen.
„Juist de door de Engelschen als hun
sterkste wapen geprezen afsluiting van
Buropa aan de Westzijde zal aldus be-
oluit dr. Seyss Inquart het zekerste, dwin-
gendste middel blrjken, waardoor dit conti
nent zich tot een eenheid zal aaneensluiten,
een eenheid, waarin vele der toekomstige
deelneimers voor het oogenblik niet meer dan
een economische noodzakelijkheid kunnen
zien. Doch wij zien, hoe de onderlin-ge handel
van Europa toeneemt, daar alle volken van
dit continent tenslotte willen leven en onder
elkaar naar de verwerkelijking van hun
levensvoorwaarden streven, nu zij eenmaal
van het Westen afgesneden zijn. En boven
en behalve deze economische betrekkingen
beginnen ook de politieke betrekkingen
van het vasteland zich te reorganiseeren en
te groepeeren om het drie-mogendhedenpact
als de militaire waarborg van den nieuwen
opbouw. De dingen, waarom het gaat, zijn
duidelijk naar voren gebracht. De vraagstuk-
ken, welke opgelost moeten worden, zijn hel-
der gesteld. Ieder staat thans voor de keuze:
v66r ons of t&gen ons!"
Van bevoegde Duitsche zijde is nader uit-
eengezet, dat met name de allerlaatste woor-
den van v£r strekkende beteekenis zijn voor
de bevolking van het bezette Nederlandsche
gebied. Daarin toch legt de Rijkscommissaris
er den nadruk op, dat hij van ieder onzer
positieve medewerking verwacht aan de hier-
boven geschetste taak van Duitschland. In
dit opzicht is het Duitsche standpunt: wie
niet v66r ons is, is tegen ons. Verlangd wordt
dat de keuze in dit opzicht niet zal worden
uitgesteld tot de oorlog is beslist, d.i. naar
Duitsche verwachting tot Bngeland zal zijn
verslagen, doch dat ieder, die nog twijfelt
omtrent zijn standpunt, dit thans reeds zal
bepalen, v66r het wellicht aan Duitsche zijde
te laat zal worden geacht.
Men wil in de allernaaste toekomst komen
tot een duidelijke scheiding van positief en
negatief, opdat Duitschland Zich daarnaar
zal kunnen richten, ook met maatregelen, die
reeds in het vooruitzicht zijn gesteld.
Deze van officieele zijde gegeven toelich-
ti»g verduidelijkt in hooge mate de bedoeling
van de korte woorden, waarmee de Rijks
commissaris zijn Nieuwjaafsboodschap heeft
besloten.
Zij richt zich met grooten ernst tot de
Nederlanders in het bezette gebied, die hier-
mee als het ware worden opgeroepen om zich
te bezinnen op de werkelijkheid. waarin zij
door den loop der geschiedenis zijn geplaatst.
Die werkelijkheid is in de eerste plaats deze,
dat ons land, nadat het zijn verdediging tegen
een overweldigende overmacht heeft moeten
opgeven, door den overwinnaar is bezet,
waardoor de bezettende mogendheid van
rechtswege tijdens den duur der bezetting in
volstrekten zin door middel van haar ver-
tegenwoordigers hier als overheid optreedt,
hetgeen beteekent, dat deze Duitsche over
heid zonder beperking alle hiermee samen-
hangende rechten en bevoegdheden heeft, ter
wijl de bevolking van rechtswege aan het ge-
zag der overheid en haar maatregelen is on-
derworpen. Het is een consekwentie, welke
men heeft te aanvaarden. Wien dit in be-
paalde gevallen moeilijk valt, moge deze
nuchtere werkelijkheid bedenken, en ook dat
in vroegere en latere historie het lot van na
strijd bezette gebieden veelal nog heel wat
harder is geweest dan dat van ons land thans.
Door ook van de zijde van de bevolking orde
en discipline te bevorderen en jegens de be-
zetters van ons land een evenzeer loyale als
waardige houding aan te nemen, kan een be-
hoorlijke verstandhouding slechts worden be-
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIECK—MEEREBOER.
58) Vervolg.
Achterwaarts, voorwaarts, nu eens naar
den eenen, dan weer naar den anderen kant
zwaaiden ze. De eenige toeschouwster b(j dit
gevecht keek geboeid toe maar op dat
moment had geen van beiden aandacht voor
haar. Deze mannen waren slechts primitieve
wezens. die vochten voor hun leven; bescha-
ving en alles wat daarmee verband hield, be-
stond voor hen niet meer. Deze twee wezens,
die vochten voor de overwinning, gebruikten
geen andere wapens dan die de natuur hen
gegeven had. Hij, die in de beste conditie was,
had natuurlijk de beste kans; aan den eenen
kant was Zuberra, die steeds zwaar geleefd
bad, nooit matig was geweest en zich nooit
oak maar een enkelen wensch had ontzegd
aan den anderen kant was Wendover, die
juist altijd zeer matig was geweest, ofschoon
hij een goede tafel en een fijne sigaar lang
niet versmaadde.
Langzaam, heel langzaam drong de laatste
zijn vijand terug nu grepen zijn beide han-
den Zunerra bij de keel. Hij hoorde hoe de
vorderd, waardoor een noodelooze verzwaring
van het lot van ons volk onder de bezetting
kan worden voorkomen.
Men mag daarbij niet uit het oog verliezen
deze andere belangrijke zijde van de huidige
realiteit: dat Duitschland nog steeds in een
fellen strijd op leven en dood met Engeland
is gewikkeld en dat ons bezette land in het
oorlogsgebied ligt, ja zelfs vooral door de
ligging mede tot belangrijk oorlogsigebied
is geworden, terwijl het bovendien in econo-
misch opzicht logischerwijze deel is gewor
den van de levensruimte van het door de
Engelsche blokkade geteisterde Duitsche rijk.
Ok deze werkelijkheid hebben wij terdege te
bedenken bij de beoordeeling van zoo meni-
gen harden maatregel van de Duitsche bur-
gerlijke of militaire overheid in ons bezette
grondgebied.
Wij1 hebben op deze niet te miskennen fei-
ten in dezen moeilijken tijd reeds eerder de
aandacht gevestigd, maar het lijkt ons diens-
tig dit te herhalen nu de Duitsche overheid
van het Nederlandsche volk verlangt, dat het
zich op zijn houding jegens haar zal bezin
nen. Wij mogen aannemen en meciige vroe
gere uitlating van den Rijkscommissaris wijst
hierop ondubbelzinnig dat de Duitsche
overheid begrip heeft van de moeilijkheden,
welke ons volk door den loop der jongste ge
schiedenis en door het voortduren van den
oorlog zijn opgelegd, en voor het pijnlijke in
het huidige lot van ons land. Dit brengt mee,
dat men geduld betoont, het geduld waarvan
de Rijkscommissaris eveneens bij een vroe
gere gelegenheid gerept heeft. Maar het is
vanzelfsprekend, dat daartegenover van Duit-
schen kant bij het Nederlandsche volk be
grip wordt geeischt voor de zeer bijzondere
positie van het oorlogvoerende Duitsche rijk
en voor de groote moeilijkheden, waaraan
men aan die zijde thans tot elken prijs het
hoofd moet bieden.
Bezinnen op de toekomst beteekent vooral:
het in den geest zich verplaatsen in het tijd-
perk na den oorlog, hetzij in de beslissing
vroeger of later zal vallen. Het beteekent:
zich afvragen of niet geheel daargelaten
den aard dier beslissing in het daama zich
onvermijdelijk nieuw orienteerende Europee-
sche continent het tot een groote en sterke
volks- en staatseenheid geworden Duitsche
rijk, hoe dan ook, de centrale leiding zal heb
ben, en of niet Nederland vooral door zijn
geografische "digging, zijn natuurlijke verbin-
dingen en zijn levensbelangen zal zijn aange-
wezen als zelfstandige staat, zooals in het
vooruitzicht is gesteld op een belangrijke
plaats in de nieuwe continentale statenge-
meenschap. Ook bij het onder de oogen zien
van deze vragen, die zich in verband met het
door den Rijkscommissaris geuite verlangen
aan ieder onzer onmiddellijk opdringen, dient
men zich te laten leiden door redelijk en rus-
tig inzicht in de werkelijksheid, zooals wij
deze in haar ontwikkeling gadeslaan.
HET EERSTE WERKPAUZE-CONCERT
IN NEDERLAND.
Onder auspicien van „Vreugde en Arbeid"
werd Donderdag in de Esveha-fabrieken te
's Gravenhage het eerste werkvoorpauze-con-
cert gegeven door het Nationaal orkest onder
leiding van Theo Koning. Tot hen, die als
gasten dit samenzijn bijwoonden, behoorden
o.m. de commissaris-generaal voor bijzondere
aangelegenheden Oberdienstleiter Schmidt en
de commissaris van het N.V.V., de heer Wou-
denberg.
De heer Woudenberg hield een toespraak,
waarin hij o.m. zeide: De gemeenschap
..Vreugde en Arbeid" van het N.V.V. heeft in
de afgeloopen weken bewezen voortreffelijken
arbeid ten behoeve van de Nederlandsche ar-
beiders te verrichten.
Mlaar ap dezen eersten arbeidsdag in het
jaar 1941 gaan wij weer een stap vooruit nu
Vreugde en Arbeid naar de arbeiders in de
S.V.H. komt, waar gedurende den schafttijd
meer dan 500 werknemers een concert be-
luisteiren.
Bij deze eerste fabrieksuitvoering zal het
niet blijven. Vele andere bedrijven zullen vol-
gen en anderen zullen moeten volgen, omdat
het N.VjV. het ziet als een eisch van de nieu
we sociale ordening in Europa.
man naar adem snakte, maar hij stoorde er
zich niet aan. Een wilde triomf was in zijn
hart hij had hem! Neer! neer! neer!
Zuberra's hoofd had hij diep in het stof ge-
duwd.
Wendover beefde verschrikkelijk, toen hij
overeind kwam. De reactie was gekomen en
hij zwaaide als een dronken man naar de
auto toe.
Het meisje leunde uit het portier. Zonder
een woord te spreken bracht hij haar handen
naar zijn gezicht, trok haar naar zich toe en
kuste haar hartstochtelijk op de lippen.
,,'Het is voorbij", zei hij, „nu hoef je nooit
meer bang te zgn."
Gedurende enkele minuten, waarin ze in
een heel andere wereld verplaatst waren, ge-
noten deze twee jonge menschen, tot wie de
liefde o>p zoo'n vreemde manier gekomen was,
van hun geluk.
HOOFDSTUK XLHI.
Dp terugk®er van Lomax.
.Men kijkt naar ons," zei Elsie ten langen
leste.
Wendover keerde met tegenzin tot de wer
kelijkheid terug.
,,Zoo, kijkt iemand naar ons?" vroeg hij af-
wezig.
,,Ja, daar aan den overkant zie je het
niet? Daar staat een taxi.
Philip moest lachen. Hij was zoo geheel in
het meisje verdiept geweest, dat hij er niets
van. "had gemerkt dat een taxi op enkele
meters afstand van hen had gestopt.
De gemeenschap .Vreugde en Arbeid" van
het N.V.V. zoo besloot spr. heeft deze
taak aanvaard en daqrmede de verplichting
op zich genomen, onder de nieuwe omstandig-
reden den Nederlandschen arbeider van dag
tot dag en zelfs van uqr tot uur bij te staan
in zijn zoeken en streven naar levensblijheid
en arbeidsvreugde.
Na afloop van het concert sprak commis
saris Schmidt een kort woord.
244 SCHIPBREUKELIN1GEN BEHOLDEN
BINNEN GEBRACHT.
In 1940 werden door de reddingbooten der
Noord- en Zuid-Hollandsche reddingmij. 244
schipbreukelingen behouden binnengebracht,
hetgeen een record is in de geschiedenis der
Mij. Sedert de oprichtifig in 1824 kwam het
12 keen voor, dat het aantal geredde schip
breukelingen in een jaar grooter was dan 100,
doch de 200 werd nimmer gehaald.
In totaal verleenden de reddingbooten 108
diensten, als volgt verdeeld: de motorredding-
booten Neeltje Jacoba (IJmuiden) 18; Dorus
Rijkers (Den Helder) 18; Arthur (Schevenin-
gen) 11; Insulinde 'Oostmahom) 8; Abraham
Fock (Hollum) 8; Brandaris (Terschelling)
7; President Steijn (Egmond aan Zee) 6;
Hilda (Lemmer) 6; Joan 'Hodshon (Texel) 5;
Zeemanshoop (iScheveningen5; C. A. den
Tex (Harlingen) 4; Roeireddingvlet te Pet-
ten 3; motorreddingbootenNicolaas Marius
(Terschelling) 2; Barend van Spreekens
(IJmuiden) 2; Roeireddingsbootente Schier-
monnikoog 2; te Katwijk aan Zee 2; te Noord-
wijik aan Zee 1.
Op 30 van deze 108 tochten konden schip
breukelingen worden gered. Het station Den
Helder der N.Z.H.R.M. redde dit jaar 146
schipbreukelingen, hetgeen eveneens een
record is.
Het totaal aantal door de N.Z.H.R.M. ge
redde schipbreukelingen sedert de oprichting
is thans gestagen tot 6338.
De vloot der N.Z.H.iRM. werd in 1940 uit-
gebreid met de motorreddingboot Arthur en
een motorstrandreddingboot te Scheveningen.
De Arthur verving de op 14 Mei j.l. verdwe-
nen mrb. Zeemanshoop. De in aanbouw zijnde
motorstrandreddingbooten C. A. A. Dudok de
Wit en Johan de Witt zullen in het voorjaar
1941 in dienst worden gesteld en resp. te
Zandvoort en Hindeloopen worden gestation-
neerd.
GELDCIRCULATIE IN DE BEZETTE
GEBIEDEN.
Dr. VVohlthat over Nederland.
Het Nieuwjaarsnummer van het Bank-
archief behandelt volgens den correspondent
van De Telegraaf te Berlijn in een uitvoerige
beschouwing het probleem van het crediet-
wezen in de door Duitschland bezette gebie
den. In zijn inleiding schildert Rijksbank-
directeur Kretzschman, hoe de geldverzor-
ging der troepen door de Reichs Kreditkassen
een aanzienlijke stijging der in omloop zijnde
betalingsmiddelen in de bezette gebieden tot
gevolg heeft gehad, hetgeen vooral daar be-
vorderlijk is geweest voor het zakenleven,
waar van te voren de laatste nog beschik-
bare geldbedragen in nationale valuta bui-
tenslands waren gebracht.
In Polen zoowel als in Belgie en Frankrijk
hebben zich derhalve de Reichs Kreditkassen
weldra van soldatenbanken tot hulpcirculatie-
banl^en ontwikkeld en de door haar uitge-
geven Reichs Kreditkassenscheine function-
neerden in de bezette gebieden als hulpvaluta
in den ruimsten zin des woords.
In Frankrijk bijvoonbeeld werd de uitgifte
van noodgeld stopgezet en hebben de militaire
autoriteiten, via de z.g. Feldkassen over-
bruggingscredieten verleend, ten behoeve der
gemeenten en voor het particulier bedrijfs-
leven. Om net voortbestaan der grensin-
dustrieen te waarborgen, hebben de Reichs
Kreditkassen aanvankelijk ook geldmiddelen
naar Nederland, Belgie en Noord-Frankrijk
overgemaakt, om het tijdelijk stopgezette be-
talingsverkeer aldaar weer aan den gang te
brengen.
Nadat met het herwonnen vertrouwen ook
aanzienlijke hoeveelheden gehamsterd bank-
papier weer te voorschijn waren gekomen,
konden de Reichs Kreditkassen, overeenkom-
,,'Het zal de politie.aweDzijn; denk je niet?"
vroeg Elsie.
„Wat zal het zijn? Ik..," -4- en toen her-
innerde hij zich plotseling weer alles. De
waarheid omtrent Zuberra kon hij ..haar niet
zeggen teinminste nu nog niet. Dat zou
hij later wel doen.
..Er zitten verscheidene menschen in die
taxi", begon Elsie weer, ,,ik kan hun gezieh-
ten zien ze kijken naar ons. Wat moeten
we nu doen
,,Zoodra ik die carburateur in orde heb,
rijden we zoo hard als we kunnen naar
Parijs," antwoordde hij.
Hij stapte weer uit de auto en begon het
inwendige van den motor, waarvan de kap
nog steeds was opgelicht, te onderzoeken. Dit
keer stak hij een lucifer aan, ofschoon hij heel
goed wist welk een groot risico hij hiermee
liep.
En al dien tijd lag het lijk van Zuberra op
slechts enkele meters afstand. Maar hij
dadht er niet meer aan.
Philip!" riep Elsie hem toe.
„Wjat is er, liefste?"
,,Ze komen hier naar toe!"
Uitdagend riep hij: Laat ze maar komen!"
en met een onverschilligheid, die niet geveinsd
was, boog hij zich weer overden motor en
vervolgde zijn arbeid.
..Wendover! Wendover!"
Hg draaide zich om.en keek in een gezicht,
dat hij niet verwacht had ooit terug te zullen
zien. George Lomax, gezond en wel, die er
alles behalve gesoigneerd uitzag zijn klee-
ren waren gescheurd en het leek wel, of hij
"zich een week lang niet had gewasschen, zoo
vuil zag hij er uit stak hem zijn hand toe.
lllllllllllllllll!llllllll!lllllllllllllllllllil!lllllllllllllllllllllllllllllllllllll!!l||||l!lllllll!llllll
WINTERHULP NEDERLAND.
B J. M. Bomsnel van Vloten.
,,Winterhulp Nederland moet niet ge-
B zien worden als critiek op de offer-
B vaardigheid, die tot dusver door het
1 Nederlandsche volk werd betracht. De
B tegen woo rdige ernstige tijd brengt even-
1 wel zoodanige behoetten mede, dat een
jj bijzondere krachtsinspanning van ons
tj volk vereischt wordt om den nood te
lenigen. Het geheele volk dient daaraan
1 mede te werken. Zoo moeten wij
Jj WSnterhulp Nederland zien, daarom
gj verdient Winterhulp ons aller steun en
m sympathie."
stig den wensch der onderscheidene circu-
latiebanken, langzamerhand weer aan het
verkeer worden onttrokken.
Het bedrag aan in omloop zijnde Reichs
Kreditkassenscheine wordt derhalve dagelijks
geringer en het is volgens mededeeling van
directeur Kretzschmann sedert den herfst
van 1940, tot de helft teruggebracht.
De meeste Reichs Kreditkassen konden
dienovereenkomstig weer worden opgeheven,
alleen in Frankrijk en Belgie moesten
mede om militaire redenen eenige kassen
voorloopig nog blijven bestaan.
Bij de Duitsche bemoeungen om de bank-
politiek der bezette gebieden de noodige lei
ding te geven, heeft men er naar gestreefd
een ingrijpen in de structuur van het circula-
tie- en credietwezen tot een minimum te be-
perken. Bij de emissiebank in het gouver-
nement-generaal Polen, werd een nieuwe in-
stantie in het leven geroepem, n.l. die van een
Duitschen „bankdirigent". Naar de circula-
tiebanken in de bezette gebieden in het Wes
ten werden bankcommissarissen afgevaar-
digd, en voor Noorwegen en Denemarken
werd een verbindingsman" der Rijksbank be-
noemd.
Al deze organen zien hun voornaamste
taak daarin, de leiding dezer instituten met
hun actie en met den rijkdom der Duitsche
ervaringen, ter zijde te staan. Wanneer
men bijvoorbeeld in de bezette gebieden maat
regelen neemt om de prijzen en loonen te
controleeren, om de verdeeling van goederen
en grondstoffen te regelen, wanneer men een
deviezenwetgeving afkondigt, een opleving
der productie poogt te bereiken, door verla-
ging van het renteniveau, liquide gelden door
staatsleeningen van de markt wegneemt, dan
geschiedt dit steeds naar Duitsch voorbeeld.
Nederland.
Over de Nederlandsche Bank deelt staats-
raad Wohlbhat eenige interessante bijzonder-
heden mede. Sedert de bezetting zijn uit den
aard der zaak de financieele behoeften van
den staat gestegen, zoodat in hoogere mate
een beroep op de circulatiebank moest wor
den gedaan. Het bedrag van de in omloop
zijnde bankbiljetten is met 233 tot 1494 mil-
lioen gulden gestegen. Deze ontwikkeling is
evenwel in geenerlei mate zoodanig, dat
zoo deelt de staatsraad Wohlthat mede de
vrees voor een inflatie gewettigd zou zijn.
Ofschoon eenerzijds de omvang der goede
ren is afgenomen en aan den anderen kant
de koopkracht is gegroeid, neemt de staat
maatregelen om het geld aan de kapitaal-
markt te onttrekken, o.a. door verhooging
der belastingen.
NIEUWE COMMISSARIS VAN POLITIE
TE 's-GRAVENHAGE BENOEMD.
Met ingang van 13 Januari is tot com
missaris van politie, tevens wnd. hoofdcom-
missaris van politie te 's-Gravenhage be-
noemd de heer C. Chr. Walraven, thans com
missaris van politie te Alkmaar.
Onlangs is de heer Walraven benoemd tot
leider van het rechtsfront, afd. politie, van
de N.S.B.
DE CRISISINVOERWET WORDT NIET
VERLENGD.
Op 31 December j.l. is de geldigheidsduur
van de crisisinvoerwet geeindigd, terwijl, naar
het Volksblad verneemt, niet meer tot ver-
Wendover greep die, zonder een woord te
spreken, zoo verbouwereerd was hij.
„En Dujardin is er ook!" bracht hij einde-
lijk uit.
„Ja", zei Lomax grinnikend, „we zijn hier
allemaal zelfs de kleine Beryl. Waar ben
je, Kabouter?"
Van achtei- zijn stoere gestalte kroop Beryl
Trentham te voorschijn.
,,Wel allemachtig!" riep Wendover uit.
Enkele minuten later was het clubje in
twee partijen verdeeld: de Kabouter was naast
Elsie Spain in de auto gekropen en had haar
armen om het meisje heengeslagen en de
drie mannen stonden buiten de auto met
elkaar te praten.
Dujardin begon: „Ik ben hierheen gekomen
om Zuberra te arresteeren, maar..."
„Ja", zei Wendover, ,,ik ontmoette hem het
eerste; ik ben bang dat hij dood is..."
Dujardin onderdrukte een vloek, maar de
Engelsche detective knikte slechts.
„Ik begrijp het, beste kerel", zei hij, „ik
wist dat wie van ons er het eerst de gelegen
heid toe had, hem zou dooden of zelf gedood
zou worden". Daarna wendde hij zich tot Du
jardin: ,,Wat moet er met het lijk gebeuren?"
vroeg hg.
„Ik zal het meenemen naar Parijs", klonk
het antwoord, ,,het kan met de taxi vervoerd
werden. Messieurs, ik keer nu onmiddellijk
terug. Nee, laat U mij maar begaan de
chauffeur kan me wel even helpen."
De twee mannen wachtten in stilte tot deze
onaangenaame taak was afgeloopen.
Toen legde Lomax een hand op den schou-
der van zijn vriend. ,,Het recht heeft zgn
Doos 30 cent.^^^,
Bij Apoth. en Drogist.
lenging daarvan is overgegaan.
Uiteraard houdt dit verband met de ge-
wijzigde omstandigheden. Reeds werden de
contingenteeringen, die in de afgeloopen
maanden afliepen, niet meer verlengd. Thans
zal evenmin tot een verlenging der crisis
invoerwet worden overgegaan. Dientenge-
volge zijn de nog loopende contingenteerin
gen en de daarmede verband houdende in-
voerformaliteiten per 31 December j.l. komen
te vervallen.
EEN VLOTTER GOEDEREN VERKEER
AAN DE GRENS.
De aandacht wordt er op gevestigd, dat op
het gebied van den invoer 31 December 1940
een belangrijke datum was. Op dien datum
toch werden buiten kracht gesteld, de beper-
kende invoermaatregelen, welke destijds, toen
zij werden afgekondigd, van grooten invloed
op het economische leven zijn geweest. De
goederenuitwisseling aan de grens is thans
veel eenvoudiger en gemakkelijker geworden,
hetgeen een nauwer economische samenwer-
king ten goede moet komen.
MISLEJDENDE AANDRANG TOT
ORGANISATIE.
In de afgeloopen weken zijn enkele geval
len o.m. in den visch- en den rijwielhandel
voorgekomen, waarin een vereeniging of
bond zich in een circulaire tot niet-aange-
sloten bedrijfsgenooten richtte met de mede
deeling, dat die vereeniging of bond door den
secretaris-generaal van het departement van
handel, ngverheid en scheepvaart was goed-
gekeurd als eenige organisatie voor den des-
betreffenden bedrijfstak. Dientengevolge zou
iedere bedrijfsgenoot, die nog niet als lid was
toegetreden, verplicht zijn zich aan te sluiten.
Het betreft hier een ergerlijke misleiding, die
op geen enkelen grond steunt.
Wel machtigt het besluit betreffende op
bouw en organisatie van het bedrijfsleven
den secretaris-generaal tot een dergelijke or-
ganiisatiedwang, maar tot op heden is op
grond van deze bevoegdheid nog geen enkele
organisatie als uitsluitende vertegenwoordi-
ging van den betrokken bedrijfstak erkend.
Aan een ieder wordt derhalve dringend aan-
geraden, zich bij ontvangst van dergelijke
circulaires voor nadere inlichtingen te wen-
den tot den (Economischen Voorlichtings-
dienst, Rijnstraat 24 te 's-Gravenhage, welke
de voorlichtingsinstantie is van het departe
ment Van Handel, Nijverheid en Scheepvaart.
De omstreeks 20 November gepubliceerde
mededeeling van de organisatiecommissie voor
het Nederlandche bedrijfsleven, waarin deze
met nadruk het verzoek tot het bedrijfsleven
richtte plannen ot concentratie van bestaande
tot oprichting van nieuwe vereenigingen, enz.
tot nader order geen vasten vorm te laten
aannemen, is nog steeds onverminderd van
kracht.
Ill IN DUITSCHLAND GElVESTIGDE
NEDERLANDERS GEINTERNEERD.
Het aantal in Duitschland gevestigde
Nederlanders, dat per 1 Januari 1941 ge-
interneerd was, bedraagt volgens de V.P.B.
111. Van hen bevinden 108 zich in een Zuid-
Duitsch interneeringskamp, terwijl er drie
cellulair gevangen zitten.
DE INVOER VAN CELLULOSE IS
VOLKOMEN VERZEKERD.
Hier en daar is de vrees tot uiting ge
komen, dat moeilijkheden te verwachten
waren bij den .invoer van cellulose uit (j,e
Noordelijke landen.
Van bevoegde Duitsche zijde wordt oga
medegedeeld, dat voor deze vrees geen gropd
aanwezig is. Het voor cellulose vastgestelde
contingent voor Nederland vanuit de Scandi-
navische landen wordt ten voile ingevoerd en
is door betalingsmogelijkheden gedekt.
(H. Crt.)
loop gehad, beste jongen! Dat gebeurt zoo
vaak in het leven, nietwaiar? En wat doen we
nu met de Prinses?"
„Stil!" waarschuwde Wendover. „Ze haat
dat woord en nooit zal ze ook meer zoo ge-
noemd worden. Over enkele dagen trouw ik
met haar", er was iets in zijn stem, dat
Lomax' aandacht trok en deze floot zachtjes
tusschen zijn tanden.
„Je zet er haast achter, niet?"
„Ja maar wat doet de tijd er toe, Lomax.
als je lief hebt."
„Ja", knikte de ander, „ik begin er .precies
zoo over te denken."
„Wat! Jij? En "hoe heet het meisje?"
Lomax antwoordde niet maar keek naar de
Renault en Wendover had zijn geheim direct
geraden. „Toch niet de Kabouter?" zei hij.
„En waarom niet mopperde Lomax. „Ze
is het liefste meisje, dat ik ooit heb ontmoet!
Maar je mag er haar geen woord van zeg
gen, misschien houdt zij heelemaal niet van
mij ofschoon..."
,,In ieder geval gelukgewenscht, kerel!
Maar zouden we nu zoo langzamerhand niet
naar Parijs teruggaan?"
„Zijn jullie soms van plan hier den heelen
nacht te blijven?" klonk plotseling de stem
van de Kabouter. „Dat arme meisje hier zit
aan een stuk te rillen!"
„Ga weg van die plaats, Kabouter", zei
Wendover op strengen toon. ,,Koud, lieve-
ling?" vroeg hij toen hi} achter het stuur
zat.
,,Gelukkig!" klonk het antwoord.
De auto reed met een vaart naar Parijs.
(Wordt vervolgd.)