Ter Neuzensche Courant In den greep van het noodlot Binnenland Feuilleton Buitenland Vrijdag 3 Januari 1941 No. 10.160 TWEEDE BLAD een nieuwjaarsboodschap van DEN RIJKSCOMMISSARIS. Wanneer belasting moet worden inge- houden en/of een loonbelastingkaart moet worden aangelegd. Zooals men weet zijn er t.a.v. de heffing van de loonbelasting zekere grenzen ge- trokken. Daar men onder loon hier niet al'leen loon in geld, maar ook loon, dat in natura (dus in den vorm van kost en inwoning, maaltijden enz.) wordt genoten, verstaat, moet men, wanneer men wil nagaan of 'n dienstbode enz. belastingplichtig is, eerst een sommetje maken en bij het bedrag dat men in geld uit- keert het bedrag dat berekend dient te wor den voor hetgeen het meisje in natura ge- niet, optellen. Wat men voor maaltijden enz. in rekening moet brengen, is officieel vastgesteld. Wij laten het lijstje hier nogmaals vol- gen. 2) Voor kost en inwoning moet per maand f 25, per week 6 en per dag f 0,85 berekend worden. De geldswaarde voor een warmen maaltijd is bepaald op f12 per maand, f 2,80 per week en op 0,40 per dag; voor den kof- riemaaltijd op 6 per maand, f 1,40 per week en op 0,20 per dag. Voor het ontbijt wordt niets in rekening gebracht. Nu is een loon in geld en natura van 48,10 per maand, 11,10 per week en 1,65 per dag en voor een werkvrouw, die minder dan vier uur werkt 0,92, als grens bepaald. Bedraagt het loon in geld en natura minder, dan behoeft er niets voor de belasting te worden inge houden, bedraagt het loon evenveel of meer dan moet dit wel geschieden. Hoeveel er moet worden ingehouden kan men, zooals ge- zegd op de loonbelastingtabellen in de ,,hand- leiding" vinden. Ook wanneer het meisje of de werkster niet belastingplichtig is, is men in sommige ge- vallen verplicht een loonbelastingkaart aan te leggen. Dit moet geschieden wanneer het loon in geld en natura f 43 per maand J10 per week of f 1,50 per dag of meer bedraagt. Uit het bovenstaande volgt dan, dat men voor een inwonende dienstbode in de meeste gevallen een loonbelastingkaart noodig zal hebben, immers de verplichting ontstaat reeds wanneer zij 18 verdient 18 plus 25 is /43). Belasting behoeft men dan nog niet af te houden, dat is eerst noodig, wanneer zij per maand in geld 23,10 verdient. Voor een dagmeisje, dat men per week be- taalt, zal het aanleggen van een kaart min der spoedig noodig zijn en belasting zal men haar in enkele gevaillen behoeven in te hou den. Wanneer zij in haar dienst den koffie- maaltijd en het middageten nuttigt, zal men imtmers pas een kaart dienen aan te vragen bij een loon in geld van f 5,80, belastingplich tig is zij pas wanneer zij 6,90 verdient. Gaat het meisje, zooals in het algemeen ge- bruikelijk is, voor het middagmaal naar huis, dan beginnen de plichten van de vrouw des huizes resp. pas bij een loon van f 8,60 en 9,70. Voor de werkster daarentegen zal men meestal wel weer een kaart noodig hebben en in zeer vele gevallen belasting moeten af- houden. Werkt zij den geheelen dag, dan nut tigt zij gemeenlijk twee maaltijden bij haar werkgeefster. Wanneer wij nu het loon op f 2 stel'len, dan is het bedrag dat voor belas ting in aanmerking komt f 2 plus f 0,40 plus 0,20 is f 2,60 en reeds bij een loon van 1,50 moet belasting in mindering worden ge bracht. De aftrek van bijzondere lasten. Tenslotte zij er nog aan herinnerd, dat de belastingplichtige, i.e. .de dienstbode of de werkster den inspecteur kan verzoeken we- gens bijzondere lasten (onderhoud van fami- lieleden enz.) een bedrag op het loon in min dering te brengen alvorens de loonbelasting- tabel er op wordt toegepast. Dit kan alleen geschieden wanneer deze lasten tenminste 10 pet. van het loon uitmaken. Daar vele meis- jes geld aan huis afdragen en het bedrag dat zij geven al spoedig de 10 pet. overschrijdt, zgl dit in vele gevallen zoo zijn. 'Ook in die gevallen moet men echter op de gewone wijze de bescheiden voor de loonbe lasting aanvragen. Het meisje zelf zal zich met de ingevulde loonbelastingkaart naar den inspecteur dienen te begeven, die er op zal aanteekenen, welk bedrag in mindering mag worden gebracht. Veelal zal men dan in het geheel geen belasting behoeven in te houden. 2) Deze waardebepaling geldt slechts t.a.v. personen die per maand 100 of minder ver- dienen. Bij een hooger loon wordt voor kost en inwoning per maand f 50 in rekening ge bracht. REISKOSTEN VOOK WERKZOEKENDEN WORDEN VERGOED. De persdienst van het N.V.V. meldt: Zooals bekend is, worden alle bij de orga- nen der openbare arbeidsbemiddeling inge- schreven personen aan een geneeskundig on- derzoek onderworpen. Dit geldt ook voor de bij werkverruimingsobjecten geplaatste personen. Voor sommige werkzoekenden heeft dit ge- neeskundige onderzoek het maken van reis- kosten ten gevolge; voor de bij de werkver- ruiming geplaatsten verzuim van het werk. Krachtens een circulaire van het departe- ment van sociale zaken wordt het werkver- zuim vergoed, berekend naar het basis uur- 1'oon over het aantal uren, dat verzuimd is. Het N.V.V. heeft zich nader in verbinding gesteld met het rijksarbeidsbureau over de reiskosten. Hierbij is gebleken, dat ook de noodzakelijke reiskosten door de districts- arbeidsbeurzen kunnen worden vergoed. UIT HET NjV.V. Nietuwjaarsboodschap van commissaris Woudenberg. Het A. N. P. meldt: De commissaris van het Nederlandsch ver- bond van vakvereenigingen de heer H. J. Woudenberg, richt ter gelegenheid van de jaarswisseling de volgende boodschap tot het werkende volk van Nederland. „Gij alien, werkende mannen en vrouwen in het Nederlandsche volk zult deze jaars wisseling meemaken met geheel andere ge- dachten dan vorige jaren. Gij zult misschien terugdenken aan de vele sphokkende gebeurtenissen die zich in het afgeloopen jaar hebben voorgedaan. Gij zult terugdenken aan al wat in het bestek van eenige maanden aan ingrijpende veranderin- gen werd onderworpen. Misschien komt een zekere weemoed in u op over datgene, wat gij meent, dat verloren is gegaan. Maar bij de intrede van het jaar 1941 moe ten ook andere gedachten u bezig houden. Een oude periode is afgesloten, een nieuwe is reeds begonnen. Zooals de twaalfde klokslag oudejaarsavond het oude jaar afsluit, hebben ook de schokken van de sociale revolutie den ouden kapitalistischen tijd tot een einde ge bracht. Achter de donkere wolken van den oorlog en de daaraan verbonden moeilijkheden zien wij thans reeds de zon opkomen van den socialistischen vrede, die, naar wij alien hopen, in het nieuwe jaar tot stand zal komen. De oudejaarsnacht van 1940 wordt verlicht door het uitzicht op een nieuwe, rechtvaardige arbeidsgemeenschap, waarin voor ieder een bestaan zal zijn, verzekerd en beveiligd, en aansluitende aan de verlangens en behoeften van alle levende en werkende menschen. Het Nederlandsche Verbond van Vakver eenigingen, dat aan den opbouw van deze arbeidsgemeenschap een werkzaam aandeel zal nemen, wenscht alien Nederlandschen arbeiders en arbeidersvrouwen een voorspoe- dig nieuwjaar. Het verbindt daaraan de stel- lige overtuiging dat 1941 hen zal brengen naar de vervulling van lang gekoesterde socialistische idealen". GEEN VOLEE MEEK IN KOEK, BESOHUIT EN BANKET. Bij beschikking van den secretaris-generaal van landbouw en visscherij is een verbod in- gesteld tot het verwerken van melkproduc- ten, andere dan magere melkpoeder en onder- melk, in beschuit, koek en banket, zooals dat reeds bestond voor brood. DE SAMENSTELLING VAN HET BROOD. Van bevoegde zijde schrijft men ons: Onder de vele dwaze geruchten, die ten aanzien van de samenstelling van ons brood de ronde doen, spant het sprookje van ver- werking van gemalen bloembollen in ons brood wel de kroon. Ons witte brood b.v. bestaat voor 65 pet. uit tarwe en voor 35 pet. uit rogge. Door deze cijfers wordt de moge- lijkheid van „bloembollenmeel'" uitgescha- keld. Wel heeft men eenigen tijd proeven genomen met aardappelmeel, dat tot een hoeveelheid van 5 pet. in het bakmeel ver- werkt werd. Sinds 4 November bestaat ons brood echter uitsluitend uit tarwe en rogge, die in de genoemde verhouding in het brood voorkomen. De veranderde kleur van het brood heeft ook tot vele onjuiste gissingen aanleiding gegeven. Daar men vroeger gewend was aan het blanke melkbrood, heeft het feit op zichzelf al, dat tegenwoordig alleen waterbrood ge- bakken mag worden, dat de blanke witheid van het melkbrood mist, de publieke belang- stelling op zich gevestigd. De oorzaak van de grauwe kleur moet echter niet alleen worden gezocht in de om- standigheid, dat er voor bereiding van het z.g. oorlogsbrood geen melk meer gebruikt wordt. De grauwe kleur van het brood is n.l. een gevolg van de uitmaling. In den tegenwoor- digen tijd is het zeker niet verantwoord, meel verloren te laten gaan. De uitmalings- graad is dan ook opgevoerd tot 80 pet. Zou- den wij verder gaan, dan zou de zemel in het meel komen. De uitmalingsgraad van 80 pet. garandeert nu dus een maximum hoeveelheid voedsel. Hierdoor verkrijgt men het meel, dat vlak onder het zemellaagje zit, waar- aan de grauwe kleur dan ook te wijten is. Het groote voordeel van deze werkwijze is, dat men bovendien meer vitamine B 1 ver krijgt daar vitamine B 1 zich in de graan- korrel bevindt in de laag die vlak onder de zemel zit. Rjefheid. De 35 roggemeel zijn er verantwoorde lijk voor, dat het brood iets minder smake- lijk is dan vroeger. Deeg met 35 rogge meel plakt en rijst daardoor moeilijk. De bakker zal er echter voor een zeer belangrijk deel het zrjne toe kunnen bijdragen om het VAN De opbouw van nieuw Europa. Toen we op de grens van 1939/1940 ston- den, had de Fiihrer met zijn zegevierende weermacht Polen in een bliksemoorlog van 18 dagen neergeworpen. In de loopgraven van de Westwall lagen de Duitsche soldaten. Voor hen stond de door de geheele wereld voor onoverwinnelijk gehouden Maginotlinie, waarvan ook wij ons de doorbraak slechts onder de zwaarste offers aan bloed konden voorstellen, nochtans bereid deze te hrengen, wanneer de Fiihrer den aanval noodzakelijk zou achten en bevelen. Achter de Maginot linie stond het millioenleger der Franschen en marcheerden de Engelsche divisies op, die voortdurend verder bewapend werden. De luchthavens voor vijandelijke bommenwer- pers bevonden zich in de onmiddellijke nabij- heid van de bewapeningscentra aan den Rijn en aan de Roer. De zeeen werden beheerscht door de Engelsche vloot, die in haar havens van uitgang nauwelijks bedreigt, bijna onge- hinderd de blokkade als het middel dat naar men meende over den oorlog zou beslissen, doorvoerde. Belgie, Nederland en de Scandinavische landen waren aan den voomamelijk politie- ken invloed der Engelschen vrijwel onbe- perkt blootgesteld en er bestond geen waar- borg voor, dat over deze landen niet ook de militaire beslissing gezocht zou worden, al was het slechts om de daar aanwezige oeco nomische mogelijkheden voor het Rijk te sluiten. Eveneens bedreven onze tegenstanders hun spel van intriges op den Balkan en de eerst voor kort gewonnen verstandhouding tot Rusland was aan het begin van haar oecono- mische ontwikkeling. Ondanks alles betraden wij het jaar 1940 met vertrouwen en sterk vervuld van de grootheid van de taak die het lot ons had toebedeeld en zeker, dat wij in de hand vap den Fiihrer slechts konden zegevieren. Op het einde vandit jaar 1940 zien wij terug op de grootste militaire overwinningen, die ooit in de krijgsgeschiedenis van alle tijden bevochten zijn. Dit jaar bracht op het vaste- land van Europa de zegevierende beslissing. Br is in het geheel geen militaire macht meer, die op den bodem van het vasteland de'ze beslissing hoe dan ook nog eens onzeker zou kunnen maken. Onze militaire macht is zoo overweldigend, dat het plan om welke oorlogshandeling op het vaste land ook tot een beslissende te maken met het wegvagen van dergelijke pogingen zou eindigen. Aan iedere ernstige politieke manoeuvre van de als eenige vijand overgebleven Engelschen is op het vasteland de grondslag en daardoor een eenigszins noemenswaard succes onttrok- ken. Oeconomisch staat thans het vasteland van Europa den mogendheden van de spil ter beschikking en de betrekkingen tot Rus land ontwikkelen zich overeenkomstig een ver vooruitziend en veel omvattend oecono misch plan, steeds nauwer en met meer suc ces. Wanneer de Engelschen thans nog wer- kelijk aan een overwinning willen denken zouden zij zich moeten kunnen voorstellen, dat zij het vasteland van Europa en in verband met het bondgenootschap met Japan en de overeenkomst van verstandhouding met Rus land de geheele oude wereld tot in het Verre Qosten zouden kunnen bedwingen. De mili taire successen van het jaar 1940 en de zich daaraan aansluitende politieke gevolgen en oeconomische resu'ltaten maken de spil- mogendheden onoverwinnelijk. Terwijl nu het geheel van de oeconomische mogelijkheden van het vasteland op het oor- logsdoel is ingesteld en de sterkste militaire macht die er ooit op aarde heeft bestaan en waarvoor door de ondenkbare overwinning dubbel onoverwinnelijke soldaten zorgdragen verzinken van dag tot dag de industrie-, handels- en voor alles wapenbedrijven van het naar verhouding kleine eiland Engeland in puin en asch en zinken de schepen die reeds tengevolge van den afstand van de plaatsen waar zij gebouwd worden steeds slechts on- volkomen hulp kunnen brengen, in toenemen- de getale naar den bodem der zee. De eenige hoop van de Engelschen door aanvallen van hun vliegers in deze voor hen buitengewoon ongunstige krachtsverhouding verandering te brengen schiet tekort ten aan zien van de uitgestrektheid van het vaste land; daarentegen wordt hun eigen positie steeds onhoudbaarder daar thans uit de dichtst mogelijke nabijheid de Duitsche lucht- vloot en marinestrijdkrachten hun vernieti- gende slagen tegen het eiland en zijn bedrijf kunnen richten. De lange duur van dezen oorlog leidt niet tot een verzwakking van de krachten der spilmogendheden maar betee- kent den onophoudelrjken ondergang van de oeconomische en mettertijd ook van de civi- lisatorische positie van Engeland. door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIECK—MBERBBOER. 57Vervolg. ,,Ik zou wel hebben willen blij-ven", ver- volgde Wendover, die met een vaart van 80 kilometers een scherpe bocht nam, ,,ik had Mr. Chappelle, zooals je hem noemt, een heeleboel te zeggen en ik betwijfel of ik daar nog ooit de gelegenheid toe zal hebben." Het meisje schoof dichter naar hem toe. ,/Hjj keek, als of hij je wel zou kunnen ver- moorden!" Wendover lachte; hij voelde zich zoo sterk en onoverwinnelijk! ,,Bij dat spelletje zijn er twee noodig", antwoordde hij, ,,ik wou maar, dat hij mij de kans gaf!" Hij voegde er niet aan toe dat, als hij alleen was geweest, zeker niet voor den vijand zou zijn gevlucht. Maar zooiets ging nu niet, eerste Vereischte was het meisje in veiligheid te brengen. Behalve misschien een botsing, en daar was hij niet bang voor, want hij wist, dat hij een heel goed chauffeur was, was de overwinning zoo goed als zeker. Ze waren nu op een langen, rechten weg en dankbaar gestemd, liet Wendover den motor ultloopen. Vijfennegentig honderd honderdtien kilometer wees de kilometer- telleren toen kwam de ramp. De auto begen hoe langer hoe langzamer te loopen, De militaire beslissing die het jaar 1940 gebracht heeft veroorloofd reeds nu te be ginnen met de uitvoering van de taak welke het lot den Fiihrer en welke de FUhrer ons alien gegeven heeft namelijk den opbouw van een nieuw Europa. Juist de door de Engelschen als hun. sterkste haven geprezen afsluiting van Europa van het Westen zal het zekerste en dwingendste middel blijken opdat dit vasteland zich tot een eenheid zal aaneensluiten, welke voor vele der toekom- stige deelhebbers voorloopig nog slechts oeconomisch^ noodzaak mag schijnen. Maar wij zien hoe de Europeesche binnenhandel toeneemt, daar ten slotte alle volkeren van dit continent willen leven en omdat zij van het Westen afgesneden zijn hun levensvoor- waarden wel onder elkaar moeten scheppen. En boven deze oeconomische betrekkingen uit begint het vasteland zich ook politiek te ordenen en zich te groepeeren om het drie- mogendhedenverdrag als den militairen ga- rant van den nieuwen opbouw. De dingen waarom het gaat zijn duidelijk uitgestippeld. De kwesties die opgelost moeten worden zijn klaar, ieder heeft thans zijn lot te trekken: met ons of tegen ons! Wij Duitschers treden het jaar 1941 in, ver vuld van onwankelbaar geloof in onzen Fiih rer thans en voor alle tijden bereid het uiter- ste te doen, dat de Fiihrer van ons verlangt! Heil den Fiihrer! 's-Gravenhage, 31 December 1940. w.g. Seyss Inquart, Rijksminister en rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied. DE HUISVROUW EN DE LOONBELASTING. Wat te doen met het loon van het dienstmeisje, de werkster enz. Ook de vrouw des huizes zal in zeer vele gevallen bij deze nieuwe loonbelasting, welke op 1 Januari in werking is getreden, een taak te vervullen krijgen en zij zal, schrijft de N. R. Crt., voor de dienstbode en de werkster als ,,belastingambtenares" moeten optreden. Binnen zekere grenzen zal zij van het loon van het meisje immers wekelijks of maande- lijks een bepaald bedrag voor de belasting moeten inhouden, en dit aan den fiscus moe ten afdragen. Ongetwijfeld zullen zeer vele huisvrouwen zich nog geen duidelijk beeld hebben gevormd van hun nieuwe plichten; hetgeen er tot nu toe over de loonbelasting is gepubliceerd is dan ook weinig overzieh- telijk geweest, en allerminst geschikt om haar een opwekkend beeld van haar taak te geven. Het lijkt ons dan ook geenszins over- bodig hier nog eens een kort overzicht te geven van wat er van de vrouw des huizes ten aanzien van het dienstpersoneel wordt verwacht. Het zal blijken, dat de kwestie niet zoo ingewikkeld is als op het eerste ge- zicht wel lijkt. Wanneer men uit de hieronder volgende gegevens tot de conelusie komt, dat men op het loon van het meisje of van de werkvrouw een bedrag voor de belasting moet inhouden, en/of een loonbelastingkaart moet aanleggen, moet men zich wenden tot den inspecteur van de directe belastingen onder wien men ressorteert en voor elke persoon, die men in dienst heeft een loonbelastingkaart aanvra gen. Men doet het beste de bescheiden zelf te gaan halen, dan kan men alles terstond rnedenemen. Men krijgt dan een soort hand- leiding, waarin nauwkeurig omschreven staat wat men doen moet en waarin tevens de loonbelastingtabellen zijn afgedrukt, zoodat men met een oogopslag kan zien welk bedrag men in moet houden. Voorts krijgt men een formulier voor de werknemersverklarimg, het- welk men door het meisje of de werkster moet laten invullen en daama moet terug- zenden aan den inspecteur, en tenslotte ont- vangt men een loonbelastingkaart welke men zelf moet invullen en zorgvuldig moet bewa- ren. Een dergelijke kaart moet mfen ook aan leggen in een aantal hieronder te noemen ge vallen, in welke het meisje niet belasting plichtig is. Zij heeft een zuiver formeele be- teekenis. 1Men moet haar aan het meisje meegeven, wanneer deze van betrekking ver- andert. Telkenmale wanneer men het loon uitbe- taalt en een bedrag voor de belasting inhoudt, is men verplicht dit aan te teekenen op een z.g. loon staat. Deze loonstaat wordt niet door den inspecteur verstrekt. In de handleiding vindt men er echter een voorbeeld van en, naar verluidt, zullen deze staten binnenkort in den boekhandel te verkrijgen zijn. Uiterlijk op den tienden dag na elk kalen- derkwartaal, dus voor het eerst uiterlijk op den tienden April, moet het ingehouden be drag worden afgedragen. Dit kan per giro geschieden; men kan het echter ook op het postkantoor afdragen. Tevens moet men uiter lijk op den vijftienden na elk kalenderkwar- taal. op een daarvoor bestemd formulier aan- gifte doen van de ingehouden en afgedragen belasting. Dit is een maatregel ter controle. 1Nader vememen wij dat er ook nog eenige andere bescheiden zullen worden uit- gereikt, doch over de vorm en den inhoud daarvan kan thans nog niets worden mede- gedeeld. negentig vijfentachtig tachtig zeven- tig zestigen toen plotseling niet har der dan tien kilometer. ,,Wat is er aan de hand?" vrObg het meisje. Wendover, die de auto had stop gezet, zei langzaam: ,,Ik weet het niet, misschien is het iets in de benzineleiding, maar naar alle waar^chijnlijkheid ligt het aan de carbura- teur. Ik heb de auto nog nagekeken, voor ik Parijs verliet ik begrijp er niets van. In Ieder- geval zal ik eens gaan kijken, het kan niet iets van veel belang zijn." Zij trachtte zijn optimisme te deelen. ,,Oh nee natuurlijk niet!" Maar toen hij het portier opende en uit den wagen sprong, zenk haar het hart in de schoenen. Chappelle volgde hen natuurlijk of ze zou zich al heel erg moeten vergissen. Nu, door dit op- onthoud, zou hij hen gauw genoeg ingehaald hebben. En haar angst bleek gegrond; juist toen Wendover de motorkap oplichtte, hoorden zij in de verte een auto naderen. „Vlug!" drcng ze aan. Wendover, die begreep dat ze door het noodlot achtervolgd werden trachtte haar gerust te stellen. ,,De auto mankeert niets van belang, ik ben direct klaar." „Maar die andere auto ,,Ja, ik heb het ook gehoord; het is mis schien iemand, die nog naar Parijs terug- keert er is heel wat verkeer op dezen weg." Toen boog hij zich weer over den motor, maar in het donker was het heel moeilijk te vinden wat er aan de hand was. Drie kost- bace minuten verliepen, voor hij de fout had ontdekt en toen zag hij de lichten van een auto om een bocht verschijnen. Er was- iets verdachts in het felt, dat de wagen op een afstand van ongeveer dertig meter stopte en onmiddellrjk zijn lichten doofde. Wendover had Zuberra's auto herkend hij was op zijn hoede. Wat een ellendige toe- stand; het herstellen van de fout kostte min- stens vijf minuten en de vijand loerde op enkele meters afstand. Als hij alleen geweest was, had hem dit niets kunnen schelen maar nu, met het meisje Het voomaamste was de Renault zoo gauw mogelijk weer in orde te krijgen; de wagen had een groote snelheid en zou als hij gereed was, hem spoedig op een veiligen afstand van Zuberra brengen. Was dit nu toch maar niet juist nu gebeurd! Maar hij moest doorwer- ken, des te eerder was de auto klaar. Ook Elsie had gezien, dat de auto op kor- ten afstand achter hen gestopt had. Ze was doodsbang, want ze was er van overtuigd, dat het Chappelle was, die achter hen was. Natuurlijk had hij een goede reden om te stoppen en zijn lichten te dooven; de vijand wilde den aanval wagen onder bescherming van de duisternis. Plotseling uitte ze een kreet; er had een schot geklonken en tot haar ontzetting zag ze, hoe Wendover zich nog vast trachtte te grijpen, voor hij als een vormelooze hoop op den grond gleed. Wendover was getroffen. Chappelle had zich natuurlijk aan den kant van den weg verstopt en had op hem ge- vuurd IZe moest zien of haar redder ernstig ge- wond was. Ze wilde juist uit de auto stappen, heelemaal vergetend, dat ze schoenen, noch kousen aan had, toen ze heel zachtjes hoorde fluisteren: ..Beweeg je niet alles is in orde laat het maar aan mij over!" Dat was Wtendover's stem! God zij dank was hij niet dood! Met een zucht van verlich- ting ging ze weer zitten. In de auto lag Wendover's revolver maar juist. toen hij het wapen wilde grijpen, viel hem iets beters in. Met Elsie Spain in de auto voelde hij niets voor een revolverduel; ook wilde hij niet op den vijand afgaan en het meisje onbewaakt achterlaten. Hij probeerde zoo goed mogelijk te simu- leeren, bleef als levenloos liggen en kreunde luid. Toen bleef hij stil liggen wachten, zeker dat er wel gauw iets zou gebeuren. Hij beefde van het hoofd tot de voeten hij, een beschaafd man, product van moderne civilisatie, was op dat oogenblik bezeten door den meest primitieven van alle hartstochten moordlust. En hij zou hem dooden zoo- dra hij den vent in zijn handen had! Het wachten duurde hem lang. Misschien kwam Zuberra heelemaal niet en beschouwde hij het feit, dat hij hem bad getroffen als vol- doende satisfactie - in dat geval zou hij er natuurlijk zoo spoedig mogelijk vandoor gaan. Hierover - en niet over het feit, dat hij zijn leven in de waagschaal stelde, maakte Wen dover zich bezorgd, toen hij daar zoo stil in het stof van den weg lag. Als Zuberra er nu vandoor ging en met de storing in de car- burateur was er ook geen kans hem in te halen zou hij nooit meer wraak kunnen nemen en dat moest toch gebeuren, niet alleen voor zichzelf en Elsie Spain, maar ook voor de arme, kleine Kabouter en voor Do- max, die hem, als hij deze gelegenheid niet aangreep, niet waardig zou keuren zijn vriend te zijn. Ja, Zuberra had nog een groote rekening te voldoen; zonder twijfel had hij Lomax' ver- dwijning op zijn geweten en misschien ook wel zijn dood Uit de duisternis kwam heel langzaam en vooczichtig een. schaduw aangekropen; het wilde dier kwam zijn prooi inspecteeren brood zoo smakelijk mogelijk te maken. De z.g. klefheid van het brood kan hij vermijden door de bloem voor het gebruik te zeven, waardoor, dank zij de hoeveelheid frissehe lucht, die op deze wijze in de bloem wordt gebracht, het rijzen wordt bevorderd. Het is een bekend feit, dat een gedistri- bueerd artikel plotseling zeer gewild is Dis tribute verhoogt de vraag: men is geneigd, juist omdat een artikel gerantsoeneerd is, daarvan meer te willen hebben. Oppervlak- kig bezien, zou men de klacht van het spoe- diger optredend hongergevoel na het eten van oorlogsbrood in vergelijking met het nuttigen van het voor-oorlogsche brood op rekening van dit verschijnsel kunnen schui- ven. Hoewel nu, vafgezien van het feit, dat er geen melk in het brood zit, de voedings- waarde zeker niet minder is dan die van het vroegere brood, is de klacht „honger" toch nog aan andere oorzaken toe te schrijven. In de eerste plaats is de belegging niet meer zoo overvloedig als voorheen, maar veel belang- rijker is het feit, dat de vitamine Bl, die men door de intensieve uitmaling juist in grootere hoeveelheid verkrijgt, het hongergevoel op- wekt. De voedingsWaarde is dus geenszins verminderd. Integendeel. Het uitmalen tot 80 heeft, behalve een hooger gehalte aan vitamine Bl, ook een hooger ijzer- en kalk- gehalte ten gevolge. De klachten, dat het oorlogsbrood oorzaak zou zijn van op schurft gelijkende huidaan- doeningen, worden van medische zijde geheel ontzenuwd. De samenstelling van het brood is, naar van de zijde van vooraanstaande huidartsen is medegedeeld, een voldoende waarborg, dat geen huidziekten ontstaan door het gebruik van oorlogsbrood. HET JAAR 1941 ZAL DE VOLTOQIING VAN DE DUITSCHE OVERWINNING BRENGEN. De Fiihrer en opperste bevelheb'oer van de weermacht heeft bij de jaarwisseling de vol gende dagorder uitgevaardigd Soldaten; In het oorlogsjahr 1940 heeft de nationaal- socialistische weermacht van het Groot-Duit- sche Rijk glorierijke overwinningen van on- dubbelzinnige grootte behaald. Met een dap- perheid zonder voorbeeld heeft zij den vijand te land, ter zee en in de lucht verslagen. Alle taken, die ik u gedwongen moest stel len, werden door uwen heldenmoed en uw krijgsmanschap opgelost. Gij hebt de strrjden- de krachten van onze vijanden door de kracht der wapens overwonnen, de door u in bezit genomen gebieden echter moreel veroverd door uwe trotsche houding en voorbeeldige discipline. Zoo is het dank zij uw groot solda- tendom gelukt in enkele maanden strijd van wereld-historische beteekenis, aan den ver- geefschen heldenstrijd van de Duitsche weer macht in den wereldoorlog achteraf succes te brengen en de schande der onderwerping van toen in het bosch van Compiegne definitief uit te wisschen. Ik dank u, mijn soldaten van het leger, van de oorlogsmarine en van het luchtwapen, als opperste bevelhebber voor uwe onvergelijke- lijke prestaties. Ik dank u echter ook namens het geheele Duitsche volk. Wij herdenken de kameraden, die voor de toekomst van ons volk in dezen strijd hun leven moesten geven. Evenzoo herdenken wij de dappere soldaten van het met ons verbonden fascistische Ita- lie. Volgens den wil van de democratische oorlogsophitsers en hun Joodsch-kapitalisti- sche lastgevers moet deze oorlog worden voortgezet. De vertegenwoordigers van een ten ondergang gedoemde wereld gelooven in 1941 misschien toch nog te kunnen bereiken, wat him in het verleden mislukt is. Wij zijn gereed. Gewapend zooals nog nooit tevoren staan wij op den drempel van het nieuwe jaar. Ik weet, dat ieder van u zijn plicht zal doen. -God zal echter diengene niet verlaten, die, bedreigd door een wereld, met een dapper hart besloten is zichzelf te helpen. Soldaten van de nationaal-socialistische weermacht van het Groot-Duitsche Rijk het jaar 1941 zal de voltooiing van de groot ste overwinning in onze geschiedenis brengen. Dagorder van rijksmaarschalk Goring. De opperbevelhebber van het luchtwapen, rijksmaarschalk Goring heeft bij de jaarwis seling de volgende dagorder tot het lucht wapen gericht: Nog nooit tevoren in de jonge, doch reeds zoo rrjke geschiedenis van ons luchtwapen, kon ik u bij een jaarwisseling met zulke trot sche gevoelens en zoo groot vertrouwen mijn dank en erkentelijkheid betuigen. Toen onze Fiihrer en veldheer bevel gaf tot een veld- tocht in het Noorden, hebt gij met de dapper- ste actie in de wereldgeschiedenis unieke prestaties volbracht. Het vijandelijke expedi- tiecorps alsmede de Britsche vloot moesten onder uwe krachtige slagen het veld ruimen. Gij hebt in korten tijd de heerschappij in de lucht boven de eindelooze vlakten van Noor- wegen veroverd; transporten van den groot- sten omvan-g in de lucht in onvermoeibaar op treden ten uitvoer gelegd en door uw hulp aan Elsie zag het zag de rechterhand, die een revolver omklemd hield. Maar op Wendo ver's bevel hield ze zich stil. Ze vertrouwde den man, die zooveel gewaagd had om haar te redden, volkomen. Hij, die hen al deze ellende bezorgd had, verdiende niets dan mee- doogenlooze wraak. Bevend van het hoofd tot de voeten zag ze, hoe Chappelle zich over het lichaam van zijn slachtoffer heen boog; hij liet het licht van een zaklantaarn op Wendover's gezicht schijnen en hoorde hem waanzinnig lachen... Maar nu kon ze haar emotie niet langer bedwingen. Het dood gewaande slachtoffer was plotseling opgesprongen en had zich op zijn belager geworpen. ,,Sla hem neec!" riep ze, „Sla hem neer!" Wendover had deze aanmoediging niet noo dig; hij haatte dezen man zoo hevig, dat hij niets anders verlangde dan hem te dooden. Beide mannen grepen elkaar vast en voch- ten als wilden. Terwijl Wendover Zuberra met zijn eene hand bij diens keel trachtte te grij pen, probeerde hij met zijn andere hand de revolver van zijn vijand te pakken. Bejden vochten als leeuwen; ze begrepen heel goed, dat dit een strijd op leven en dood beteeken- de. De misdadiger vervloekte zijn stommiteit die hem zoo in de val had doen loopen. Hij begreep dat Wendover nog iets kostbaarders verdedigde dan zijn leven en dat hij hierdoor nog eens zoo gevaaelijk en onbarmhartig zou zijn. De greep om zijn rechterpols werd zoo hevig en veroorzaakte hem zooveel pijn, dat hij het niet langer uit kon houden - - en met een vloek viel de revolver op den grond. Zoo was hij dus nu beroofd van een groot voor deel. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1941 | | pagina 5