Ter Neuzensche Courant
In den greep van het noodlot
Binnenland
Feuilleton
Buitenland
Vrijdag 3 Januari 1941 No. 10.160
TWEEDE BLAD
een nieuwjaarsboodschap van
DEN RIJKSCOMMISSARIS.
Wanneer belasting moet worden inge-
houden en/of een loonbelastingkaart
moet worden aangelegd.
Zooals men weet zijn er t.a.v. de heffing
van de loonbelasting zekere grenzen ge-
trokken.
Daar men onder loon hier niet al'leen loon
in geld, maar ook loon, dat in natura (dus in
den vorm van kost en inwoning, maaltijden
enz.) wordt genoten, verstaat, moet men,
wanneer men wil nagaan of 'n dienstbode
enz. belastingplichtig is, eerst een sommetje
maken en bij het bedrag dat men in geld uit-
keert het bedrag dat berekend dient te wor
den voor hetgeen het meisje in natura ge-
niet, optellen.
Wat men voor maaltijden enz. in rekening
moet brengen, is officieel vastgesteld.
Wij laten het lijstje hier nogmaals vol-
gen. 2)
Voor kost en inwoning moet per maand
f 25, per week 6 en per dag f 0,85 berekend
worden. De geldswaarde voor een warmen
maaltijd is bepaald op f12 per maand, f 2,80
per week en op 0,40 per dag; voor den kof-
riemaaltijd op 6 per maand, f 1,40 per week
en op 0,20 per dag. Voor het ontbijt wordt
niets in rekening gebracht.
Nu is een loon in geld en natura van 48,10
per maand, 11,10 per week en 1,65 per dag
en voor een werkvrouw, die minder dan vier
uur werkt 0,92, als grens bepaald. Bedraagt
het loon in geld en natura minder, dan behoeft
er niets voor de belasting te worden inge
houden, bedraagt het loon evenveel of meer
dan moet dit wel geschieden. Hoeveel er
moet worden ingehouden kan men, zooals ge-
zegd op de loonbelastingtabellen in de ,,hand-
leiding" vinden.
Ook wanneer het meisje of de werkster niet
belastingplichtig is, is men in sommige ge-
vallen verplicht een loonbelastingkaart aan
te leggen. Dit moet geschieden wanneer het
loon in geld en natura f 43 per maand J10
per week of f 1,50 per dag of meer bedraagt.
Uit het bovenstaande volgt dan, dat men
voor een inwonende dienstbode in de meeste
gevallen een loonbelastingkaart noodig zal
hebben, immers de verplichting ontstaat
reeds wanneer zij 18 verdient 18 plus 25
is /43). Belasting behoeft men dan nog niet
af te houden, dat is eerst noodig, wanneer zij
per maand in geld 23,10 verdient.
Voor een dagmeisje, dat men per week be-
taalt, zal het aanleggen van een kaart min
der spoedig noodig zijn en belasting zal men
haar in enkele gevaillen behoeven in te hou
den. Wanneer zij in haar dienst den koffie-
maaltijd en het middageten nuttigt, zal men
imtmers pas een kaart dienen aan te vragen
bij een loon in geld van f 5,80, belastingplich
tig is zij pas wanneer zij 6,90 verdient.
Gaat het meisje, zooals in het algemeen ge-
bruikelijk is, voor het middagmaal naar huis,
dan beginnen de plichten van de vrouw des
huizes resp. pas bij een loon van f 8,60 en
9,70.
Voor de werkster daarentegen zal men
meestal wel weer een kaart noodig hebben en
in zeer vele gevallen belasting moeten af-
houden. Werkt zij den geheelen dag, dan nut
tigt zij gemeenlijk twee maaltijden bij haar
werkgeefster. Wanneer wij nu het loon op
f 2 stel'len, dan is het bedrag dat voor belas
ting in aanmerking komt f 2 plus f 0,40 plus
0,20 is f 2,60 en reeds bij een loon van 1,50
moet belasting in mindering worden ge
bracht.
De aftrek van bijzondere lasten.
Tenslotte zij er nog aan herinnerd, dat de
belastingplichtige, i.e. .de dienstbode of de
werkster den inspecteur kan verzoeken we-
gens bijzondere lasten (onderhoud van fami-
lieleden enz.) een bedrag op het loon in min
dering te brengen alvorens de loonbelasting-
tabel er op wordt toegepast. Dit kan alleen
geschieden wanneer deze lasten tenminste 10
pet. van het loon uitmaken. Daar vele meis-
jes geld aan huis afdragen en het bedrag dat
zij geven al spoedig de 10 pet. overschrijdt,
zgl dit in vele gevallen zoo zijn.
'Ook in die gevallen moet men echter op de
gewone wijze de bescheiden voor de loonbe
lasting aanvragen. Het meisje zelf zal zich
met de ingevulde loonbelastingkaart naar den
inspecteur dienen te begeven, die er op zal
aanteekenen, welk bedrag in mindering mag
worden gebracht. Veelal zal men dan in het
geheel geen belasting behoeven in te houden.
2) Deze waardebepaling geldt slechts t.a.v.
personen die per maand 100 of minder ver-
dienen. Bij een hooger loon wordt voor kost
en inwoning per maand f 50 in rekening ge
bracht.
REISKOSTEN VOOK WERKZOEKENDEN
WORDEN VERGOED.
De persdienst van het N.V.V. meldt:
Zooals bekend is, worden alle bij de orga-
nen der openbare arbeidsbemiddeling inge-
schreven personen aan een geneeskundig on-
derzoek onderworpen. Dit geldt ook voor
de bij werkverruimingsobjecten geplaatste
personen.
Voor sommige werkzoekenden heeft dit ge-
neeskundige onderzoek het maken van reis-
kosten ten gevolge; voor de bij de werkver-
ruiming geplaatsten verzuim van het werk.
Krachtens een circulaire van het departe-
ment van sociale zaken wordt het werkver-
zuim vergoed, berekend naar het basis uur-
1'oon over het aantal uren, dat verzuimd is.
Het N.V.V. heeft zich nader in verbinding
gesteld met het rijksarbeidsbureau over de
reiskosten. Hierbij is gebleken, dat ook de
noodzakelijke reiskosten door de districts-
arbeidsbeurzen kunnen worden vergoed.
UIT HET NjV.V.
Nietuwjaarsboodschap van commissaris
Woudenberg.
Het A. N. P. meldt:
De commissaris van het Nederlandsch ver-
bond van vakvereenigingen de heer H. J.
Woudenberg, richt ter gelegenheid van de
jaarswisseling de volgende boodschap tot het
werkende volk van Nederland.
„Gij alien, werkende mannen en vrouwen
in het Nederlandsche volk zult deze jaars
wisseling meemaken met geheel andere ge-
dachten dan vorige jaren.
Gij zult misschien terugdenken aan de vele
sphokkende gebeurtenissen die zich in het
afgeloopen jaar hebben voorgedaan. Gij zult
terugdenken aan al wat in het bestek van
eenige maanden aan ingrijpende veranderin-
gen werd onderworpen. Misschien komt een
zekere weemoed in u op over datgene, wat
gij meent, dat verloren is gegaan.
Maar bij de intrede van het jaar 1941 moe
ten ook andere gedachten u bezig houden.
Een oude periode is afgesloten, een nieuwe is
reeds begonnen. Zooals de twaalfde klokslag
oudejaarsavond het oude jaar afsluit, hebben
ook de schokken van de sociale revolutie den
ouden kapitalistischen tijd tot een einde ge
bracht.
Achter de donkere wolken van den oorlog
en de daaraan verbonden moeilijkheden zien
wij thans reeds de zon opkomen van den
socialistischen vrede, die, naar wij alien
hopen, in het nieuwe jaar tot stand zal
komen.
De oudejaarsnacht van 1940 wordt verlicht
door het uitzicht op een nieuwe, rechtvaardige
arbeidsgemeenschap, waarin voor ieder een
bestaan zal zijn, verzekerd en beveiligd, en
aansluitende aan de verlangens en behoeften
van alle levende en werkende menschen.
Het Nederlandsche Verbond van Vakver
eenigingen, dat aan den opbouw van deze
arbeidsgemeenschap een werkzaam aandeel
zal nemen, wenscht alien Nederlandschen
arbeiders en arbeidersvrouwen een voorspoe-
dig nieuwjaar. Het verbindt daaraan de stel-
lige overtuiging dat 1941 hen zal brengen
naar de vervulling van lang gekoesterde
socialistische idealen".
GEEN VOLEE MEEK IN KOEK, BESOHUIT
EN BANKET.
Bij beschikking van den secretaris-generaal
van landbouw en visscherij is een verbod in-
gesteld tot het verwerken van melkproduc-
ten, andere dan magere melkpoeder en onder-
melk, in beschuit, koek en banket, zooals
dat reeds bestond voor brood.
DE SAMENSTELLING VAN HET BROOD.
Van bevoegde zijde schrijft men ons:
Onder de vele dwaze geruchten, die ten
aanzien van de samenstelling van ons brood
de ronde doen, spant het sprookje van ver-
werking van gemalen bloembollen in ons
brood wel de kroon. Ons witte brood b.v.
bestaat voor 65 pet. uit tarwe en voor 35 pet.
uit rogge. Door deze cijfers wordt de moge-
lijkheid van „bloembollenmeel'" uitgescha-
keld. Wel heeft men eenigen tijd proeven
genomen met aardappelmeel, dat tot een
hoeveelheid van 5 pet. in het bakmeel ver-
werkt werd. Sinds 4 November bestaat ons
brood echter uitsluitend uit tarwe en rogge,
die in de genoemde verhouding in het brood
voorkomen.
De veranderde kleur van het brood heeft
ook tot vele onjuiste gissingen aanleiding
gegeven.
Daar men vroeger gewend was aan het
blanke melkbrood, heeft het feit op zichzelf
al, dat tegenwoordig alleen waterbrood ge-
bakken mag worden, dat de blanke witheid
van het melkbrood mist, de publieke belang-
stelling op zich gevestigd.
De oorzaak van de grauwe kleur moet
echter niet alleen worden gezocht in de om-
standigheid, dat er voor bereiding van het
z.g. oorlogsbrood geen melk meer gebruikt
wordt.
De grauwe kleur van het brood is n.l. een
gevolg van de uitmaling. In den tegenwoor-
digen tijd is het zeker niet verantwoord,
meel verloren te laten gaan. De uitmalings-
graad is dan ook opgevoerd tot 80 pet. Zou-
den wij verder gaan, dan zou de zemel in het
meel komen. De uitmalingsgraad van 80 pet.
garandeert nu dus een maximum hoeveelheid
voedsel. Hierdoor verkrijgt men het meel,
dat vlak onder het zemellaagje zit, waar-
aan de grauwe kleur dan ook te wijten is.
Het groote voordeel van deze werkwijze is,
dat men bovendien meer vitamine B 1 ver
krijgt daar vitamine B 1 zich in de graan-
korrel bevindt in de laag die vlak onder de
zemel zit.
Rjefheid.
De 35 roggemeel zijn er verantwoorde
lijk voor, dat het brood iets minder smake-
lijk is dan vroeger. Deeg met 35 rogge
meel plakt en rijst daardoor moeilijk. De
bakker zal er echter voor een zeer belangrijk
deel het zrjne toe kunnen bijdragen om het
VAN
De opbouw van nieuw Europa.
Toen we op de grens van 1939/1940 ston-
den, had de Fiihrer met zijn zegevierende
weermacht Polen in een bliksemoorlog van
18 dagen neergeworpen. In de loopgraven van
de Westwall lagen de Duitsche soldaten.
Voor hen stond de door de geheele wereld
voor onoverwinnelijk gehouden Maginotlinie,
waarvan ook wij ons de doorbraak slechts
onder de zwaarste offers aan bloed konden
voorstellen, nochtans bereid deze te hrengen,
wanneer de Fiihrer den aanval noodzakelijk
zou achten en bevelen. Achter de Maginot
linie stond het millioenleger der Franschen
en marcheerden de Engelsche divisies op, die
voortdurend verder bewapend werden. De
luchthavens voor vijandelijke bommenwer-
pers bevonden zich in de onmiddellijke nabij-
heid van de bewapeningscentra aan den Rijn
en aan de Roer. De zeeen werden beheerscht
door de Engelsche vloot, die in haar havens
van uitgang nauwelijks bedreigt, bijna onge-
hinderd de blokkade als het middel dat naar
men meende over den oorlog zou beslissen,
doorvoerde.
Belgie, Nederland en de Scandinavische
landen waren aan den voomamelijk politie-
ken invloed der Engelschen vrijwel onbe-
perkt blootgesteld en er bestond geen waar-
borg voor, dat over deze landen niet ook de
militaire beslissing gezocht zou worden, al
was het slechts om de daar aanwezige oeco
nomische mogelijkheden voor het Rijk te
sluiten.
Eveneens bedreven onze tegenstanders hun
spel van intriges op den Balkan en de eerst
voor kort gewonnen verstandhouding tot
Rusland was aan het begin van haar oecono-
mische ontwikkeling.
Ondanks alles betraden wij het jaar 1940
met vertrouwen en sterk vervuld van de
grootheid van de taak die het lot ons had
toebedeeld en zeker, dat wij in de hand vap
den Fiihrer slechts konden zegevieren. Op
het einde vandit jaar 1940 zien wij terug
op de grootste militaire overwinningen, die
ooit in de krijgsgeschiedenis van alle tijden
bevochten zijn. Dit jaar bracht op het vaste-
land van Europa de zegevierende beslissing.
Br is in het geheel geen militaire macht
meer, die op den bodem van het vasteland
de'ze beslissing hoe dan ook nog eens onzeker
zou kunnen maken. Onze militaire macht is
zoo overweldigend, dat het plan om welke
oorlogshandeling op het vaste land ook tot
een beslissende te maken met het wegvagen
van dergelijke pogingen zou eindigen. Aan
iedere ernstige politieke manoeuvre van de
als eenige vijand overgebleven Engelschen is
op het vasteland de grondslag en daardoor
een eenigszins noemenswaard succes onttrok-
ken. Oeconomisch staat thans het vasteland
van Europa den mogendheden van de spil
ter beschikking en de betrekkingen tot Rus
land ontwikkelen zich overeenkomstig een
ver vooruitziend en veel omvattend oecono
misch plan, steeds nauwer en met meer suc
ces. Wanneer de Engelschen thans nog wer-
kelijk aan een overwinning willen denken
zouden zij zich moeten kunnen voorstellen, dat
zij het vasteland van Europa en in verband
met het bondgenootschap met Japan en de
overeenkomst van verstandhouding met Rus
land de geheele oude wereld tot in het Verre
Qosten zouden kunnen bedwingen. De mili
taire successen van het jaar 1940 en de zich
daaraan aansluitende politieke gevolgen en
oeconomische resu'ltaten maken de spil-
mogendheden onoverwinnelijk.
Terwijl nu het geheel van de oeconomische
mogelijkheden van het vasteland op het oor-
logsdoel is ingesteld en de sterkste militaire
macht die er ooit op aarde heeft bestaan en
waarvoor door de ondenkbare overwinning
dubbel onoverwinnelijke soldaten zorgdragen
verzinken van dag tot dag de industrie-,
handels- en voor alles wapenbedrijven van het
naar verhouding kleine eiland Engeland in
puin en asch en zinken de schepen die reeds
tengevolge van den afstand van de plaatsen
waar zij gebouwd worden steeds slechts on-
volkomen hulp kunnen brengen, in toenemen-
de getale naar den bodem der zee.
De eenige hoop van de Engelschen door
aanvallen van hun vliegers in deze voor hen
buitengewoon ongunstige krachtsverhouding
verandering te brengen schiet tekort ten aan
zien van de uitgestrektheid van het vaste
land; daarentegen wordt hun eigen positie
steeds onhoudbaarder daar thans uit de
dichtst mogelijke nabijheid de Duitsche lucht-
vloot en marinestrijdkrachten hun vernieti-
gende slagen tegen het eiland en zijn bedrijf
kunnen richten. De lange duur van dezen
oorlog leidt niet tot een verzwakking van de
krachten der spilmogendheden maar betee-
kent den onophoudelrjken ondergang van de
oeconomische en mettertijd ook van de civi-
lisatorische positie van Engeland.
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIECK—MBERBBOER.
57Vervolg.
,,Ik zou wel hebben willen blij-ven", ver-
volgde Wendover, die met een vaart van 80
kilometers een scherpe bocht nam, ,,ik had
Mr. Chappelle, zooals je hem noemt, een
heeleboel te zeggen en ik betwijfel of ik daar
nog ooit de gelegenheid toe zal hebben."
Het meisje schoof dichter naar hem toe.
,/Hjj keek, als of hij je wel zou kunnen ver-
moorden!"
Wendover lachte; hij voelde zich zoo sterk
en onoverwinnelijk! ,,Bij dat spelletje zijn er
twee noodig", antwoordde hij, ,,ik wou maar,
dat hij mij de kans gaf!" Hij voegde er niet
aan toe dat, als hij alleen was geweest, zeker
niet voor den vijand zou zijn gevlucht. Maar
zooiets ging nu niet, eerste Vereischte was
het meisje in veiligheid te brengen.
Behalve misschien een botsing, en daar was
hij niet bang voor, want hij wist, dat hij een
heel goed chauffeur was, was de overwinning
zoo goed als zeker.
Ze waren nu op een langen, rechten weg
en dankbaar gestemd, liet Wendover den
motor ultloopen. Vijfennegentig honderd
honderdtien kilometer wees de kilometer-
telleren toen kwam de ramp. De auto
begen hoe langer hoe langzamer te loopen,
De militaire beslissing die het jaar 1940
gebracht heeft veroorloofd reeds nu te be
ginnen met de uitvoering van de taak welke
het lot den Fiihrer en welke de FUhrer ons
alien gegeven heeft namelijk den opbouw
van een nieuw Europa. Juist de door de
Engelschen als hun. sterkste haven geprezen
afsluiting van Europa van het Westen zal
het zekerste en dwingendste middel blijken
opdat dit vasteland zich tot een eenheid zal
aaneensluiten, welke voor vele der toekom-
stige deelhebbers voorloopig nog slechts
oeconomisch^ noodzaak mag schijnen. Maar
wij zien hoe de Europeesche binnenhandel
toeneemt, daar ten slotte alle volkeren van
dit continent willen leven en omdat zij van
het Westen afgesneden zijn hun levensvoor-
waarden wel onder elkaar moeten scheppen.
En boven deze oeconomische betrekkingen
uit begint het vasteland zich ook politiek te
ordenen en zich te groepeeren om het drie-
mogendhedenverdrag als den militairen ga-
rant van den nieuwen opbouw. De dingen
waarom het gaat zijn duidelijk uitgestippeld.
De kwesties die opgelost moeten worden zijn
klaar, ieder heeft thans zijn lot te trekken:
met ons of tegen ons!
Wij Duitschers treden het jaar 1941 in, ver
vuld van onwankelbaar geloof in onzen Fiih
rer thans en voor alle tijden bereid het uiter-
ste te doen, dat de Fiihrer van ons verlangt!
Heil den Fiihrer!
's-Gravenhage, 31 December 1940.
w.g. Seyss Inquart,
Rijksminister en rijkscommissaris
voor het bezette Nederlandsche
gebied.
DE HUISVROUW EN DE
LOONBELASTING.
Wat te doen met het loon van het
dienstmeisje, de werkster enz.
Ook de vrouw des huizes zal in zeer vele
gevallen bij deze nieuwe loonbelasting, welke
op 1 Januari in werking is getreden, een taak
te vervullen krijgen en zij zal, schrijft de N.
R. Crt., voor de dienstbode en de werkster
als ,,belastingambtenares" moeten optreden.
Binnen zekere grenzen zal zij van het loon
van het meisje immers wekelijks of maande-
lijks een bepaald bedrag voor de belasting
moeten inhouden, en dit aan den fiscus moe
ten afdragen. Ongetwijfeld zullen zeer vele
huisvrouwen zich nog geen duidelijk beeld
hebben gevormd van hun nieuwe plichten;
hetgeen er tot nu toe over de loonbelasting
is gepubliceerd is dan ook weinig overzieh-
telijk geweest, en allerminst geschikt om
haar een opwekkend beeld van haar taak te
geven. Het lijkt ons dan ook geenszins over-
bodig hier nog eens een kort overzicht te
geven van wat er van de vrouw des huizes
ten aanzien van het dienstpersoneel wordt
verwacht. Het zal blijken, dat de kwestie
niet zoo ingewikkeld is als op het eerste ge-
zicht wel lijkt.
Wanneer men uit de hieronder volgende
gegevens tot de conelusie komt, dat men op
het loon van het meisje of van de werkvrouw
een bedrag voor de belasting moet inhouden,
en/of een loonbelastingkaart moet aanleggen,
moet men zich wenden tot den inspecteur
van de directe belastingen onder wien men
ressorteert en voor elke persoon, die men in
dienst heeft een loonbelastingkaart aanvra
gen. Men doet het beste de bescheiden zelf
te gaan halen, dan kan men alles terstond
rnedenemen. Men krijgt dan een soort hand-
leiding, waarin nauwkeurig omschreven staat
wat men doen moet en waarin tevens de
loonbelastingtabellen zijn afgedrukt, zoodat
men met een oogopslag kan zien welk bedrag
men in moet houden. Voorts krijgt men een
formulier voor de werknemersverklarimg, het-
welk men door het meisje of de werkster
moet laten invullen en daama moet terug-
zenden aan den inspecteur, en tenslotte ont-
vangt men een loonbelastingkaart welke men
zelf moet invullen en zorgvuldig moet bewa-
ren. Een dergelijke kaart moet mfen ook aan
leggen in een aantal hieronder te noemen ge
vallen, in welke het meisje niet belasting
plichtig is. Zij heeft een zuiver formeele be-
teekenis. 1Men moet haar aan het meisje
meegeven, wanneer deze van betrekking ver-
andert.
Telkenmale wanneer men het loon uitbe-
taalt en een bedrag voor de belasting inhoudt,
is men verplicht dit aan te teekenen op een
z.g. loon staat. Deze loonstaat wordt niet door
den inspecteur verstrekt. In de handleiding
vindt men er echter een voorbeeld van en,
naar verluidt, zullen deze staten binnenkort
in den boekhandel te verkrijgen zijn.
Uiterlijk op den tienden dag na elk kalen-
derkwartaal, dus voor het eerst uiterlijk op
den tienden April, moet het ingehouden be
drag worden afgedragen. Dit kan per giro
geschieden; men kan het echter ook op het
postkantoor afdragen. Tevens moet men uiter
lijk op den vijftienden na elk kalenderkwar-
taal. op een daarvoor bestemd formulier aan-
gifte doen van de ingehouden en afgedragen
belasting. Dit is een maatregel ter controle.
1Nader vememen wij dat er ook nog
eenige andere bescheiden zullen worden uit-
gereikt, doch over de vorm en den inhoud
daarvan kan thans nog niets worden mede-
gedeeld.
negentig vijfentachtig tachtig zeven-
tig zestigen toen plotseling niet har
der dan tien kilometer.
,,Wat is er aan de hand?" vrObg het meisje.
Wendover, die de auto had stop gezet, zei
langzaam: ,,Ik weet het niet, misschien is
het iets in de benzineleiding, maar naar alle
waar^chijnlijkheid ligt het aan de carbura-
teur. Ik heb de auto nog nagekeken, voor ik
Parijs verliet ik begrijp er niets van. In
Ieder- geval zal ik eens gaan kijken, het kan
niet iets van veel belang zijn."
Zij trachtte zijn optimisme te deelen. ,,Oh
nee natuurlijk niet!" Maar toen hij het
portier opende en uit den wagen sprong,
zenk haar het hart in de schoenen. Chappelle
volgde hen natuurlijk of ze zou zich al
heel erg moeten vergissen. Nu, door dit op-
onthoud, zou hij hen gauw genoeg ingehaald
hebben.
En haar angst bleek gegrond; juist toen
Wendover de motorkap oplichtte, hoorden zij
in de verte een auto naderen.
„Vlug!" drcng ze aan.
Wendover, die begreep dat ze door het
noodlot achtervolgd werden trachtte haar
gerust te stellen. ,,De auto mankeert niets
van belang, ik ben direct klaar."
„Maar die andere auto
,,Ja, ik heb het ook gehoord; het is mis
schien iemand, die nog naar Parijs terug-
keert er is heel wat verkeer op dezen
weg."
Toen boog hij zich weer over den motor,
maar in het donker was het heel moeilijk te
vinden wat er aan de hand was. Drie kost-
bace minuten verliepen, voor hij de fout had
ontdekt en toen zag hij de lichten van een
auto om een bocht verschijnen.
Er was- iets verdachts in het felt, dat de
wagen op een afstand van ongeveer dertig
meter stopte en onmiddellrjk zijn lichten
doofde.
Wendover had Zuberra's auto herkend
hij was op zijn hoede. Wat een ellendige toe-
stand; het herstellen van de fout kostte min-
stens vijf minuten en de vijand loerde op
enkele meters afstand. Als hij alleen geweest
was, had hem dit niets kunnen schelen
maar nu, met het meisje
Het voomaamste was de Renault zoo gauw
mogelijk weer in orde te krijgen; de wagen
had een groote snelheid en zou als hij gereed
was, hem spoedig op een veiligen afstand van
Zuberra brengen. Was dit nu toch maar niet
juist nu gebeurd! Maar hij moest doorwer-
ken, des te eerder was de auto klaar.
Ook Elsie had gezien, dat de auto op kor-
ten afstand achter hen gestopt had. Ze was
doodsbang, want ze was er van overtuigd,
dat het Chappelle was, die achter hen was.
Natuurlijk had hij een goede reden om te
stoppen en zijn lichten te dooven; de vijand
wilde den aanval wagen onder bescherming
van de duisternis.
Plotseling uitte ze een kreet; er had een
schot geklonken en tot haar ontzetting
zag ze, hoe Wendover zich nog vast trachtte
te grijpen, voor hij als een vormelooze hoop
op den grond gleed. Wendover was getroffen.
Chappelle had zich natuurlijk aan den kant
van den weg verstopt en had op hem ge-
vuurd
IZe moest zien of haar redder ernstig ge-
wond was. Ze wilde juist uit de auto stappen,
heelemaal vergetend, dat ze schoenen, noch
kousen aan had, toen ze heel zachtjes hoorde
fluisteren: ..Beweeg je niet alles is in orde
laat het maar aan mij over!"
Dat was Wtendover's stem! God zij dank
was hij niet dood! Met een zucht van verlich-
ting ging ze weer zitten.
In de auto lag Wendover's revolver
maar juist. toen hij het wapen wilde grijpen,
viel hem iets beters in. Met Elsie Spain in de
auto voelde hij niets voor een revolverduel;
ook wilde hij niet op den vijand afgaan en het
meisje onbewaakt achterlaten.
Hij probeerde zoo goed mogelijk te simu-
leeren, bleef als levenloos liggen en kreunde
luid. Toen bleef hij stil liggen wachten, zeker
dat er wel gauw iets zou gebeuren.
Hij beefde van het hoofd tot de voeten
hij, een beschaafd man, product van moderne
civilisatie, was op dat oogenblik bezeten door
den meest primitieven van alle hartstochten
moordlust. En hij zou hem dooden zoo-
dra hij den vent in zijn handen had!
Het wachten duurde hem lang. Misschien
kwam Zuberra heelemaal niet en beschouwde
hij het feit, dat hij hem bad getroffen als vol-
doende satisfactie - in dat geval zou hij er
natuurlijk zoo spoedig mogelijk vandoor gaan.
Hierover - en niet over het feit, dat hij zijn
leven in de waagschaal stelde, maakte Wen
dover zich bezorgd, toen hij daar zoo stil in
het stof van den weg lag. Als Zuberra er nu
vandoor ging en met de storing in de car-
burateur was er ook geen kans hem in te
halen zou hij nooit meer wraak kunnen
nemen en dat moest toch gebeuren, niet
alleen voor zichzelf en Elsie Spain, maar ook
voor de arme, kleine Kabouter en voor Do-
max, die hem, als hij deze gelegenheid niet
aangreep, niet waardig zou keuren zijn vriend
te zijn.
Ja, Zuberra had nog een groote rekening te
voldoen; zonder twijfel had hij Lomax' ver-
dwijning op zijn geweten en misschien ook
wel zijn dood
Uit de duisternis kwam heel langzaam en
vooczichtig een. schaduw aangekropen; het
wilde dier kwam zijn prooi inspecteeren
brood zoo smakelijk mogelijk te maken. De
z.g. klefheid van het brood kan hij vermijden
door de bloem voor het gebruik te zeven,
waardoor, dank zij de hoeveelheid frissehe
lucht, die op deze wijze in de bloem wordt
gebracht, het rijzen wordt bevorderd.
Het is een bekend feit, dat een gedistri-
bueerd artikel plotseling zeer gewild is Dis
tribute verhoogt de vraag: men is geneigd,
juist omdat een artikel gerantsoeneerd is,
daarvan meer te willen hebben. Oppervlak-
kig bezien, zou men de klacht van het spoe-
diger optredend hongergevoel na het eten
van oorlogsbrood in vergelijking met het
nuttigen van het voor-oorlogsche brood op
rekening van dit verschijnsel kunnen schui-
ven.
Hoewel nu, vafgezien van het feit, dat er
geen melk in het brood zit, de voedings-
waarde zeker niet minder is dan die van het
vroegere brood, is de klacht „honger" toch
nog aan andere oorzaken toe te schrijven. In
de eerste plaats is de belegging niet meer zoo
overvloedig als voorheen, maar veel belang-
rijker is het feit, dat de vitamine Bl, die men
door de intensieve uitmaling juist in grootere
hoeveelheid verkrijgt, het hongergevoel op-
wekt. De voedingsWaarde is dus geenszins
verminderd. Integendeel. Het uitmalen tot
80 heeft, behalve een hooger gehalte aan
vitamine Bl, ook een hooger ijzer- en kalk-
gehalte ten gevolge.
De klachten, dat het oorlogsbrood oorzaak
zou zijn van op schurft gelijkende huidaan-
doeningen, worden van medische zijde geheel
ontzenuwd. De samenstelling van het brood
is, naar van de zijde van vooraanstaande
huidartsen is medegedeeld, een voldoende
waarborg, dat geen huidziekten ontstaan
door het gebruik van oorlogsbrood.
HET JAAR 1941 ZAL DE VOLTOQIING
VAN DE DUITSCHE OVERWINNING
BRENGEN.
De Fiihrer en opperste bevelheb'oer van de
weermacht heeft bij de jaarwisseling de vol
gende dagorder uitgevaardigd
Soldaten;
In het oorlogsjahr 1940 heeft de nationaal-
socialistische weermacht van het Groot-Duit-
sche Rijk glorierijke overwinningen van on-
dubbelzinnige grootte behaald. Met een dap-
perheid zonder voorbeeld heeft zij den vijand
te land, ter zee en in de lucht verslagen.
Alle taken, die ik u gedwongen moest stel
len, werden door uwen heldenmoed en uw
krijgsmanschap opgelost. Gij hebt de strrjden-
de krachten van onze vijanden door de kracht
der wapens overwonnen, de door u in bezit
genomen gebieden echter moreel veroverd
door uwe trotsche houding en voorbeeldige
discipline. Zoo is het dank zij uw groot solda-
tendom gelukt in enkele maanden strijd van
wereld-historische beteekenis, aan den ver-
geefschen heldenstrijd van de Duitsche weer
macht in den wereldoorlog achteraf succes te
brengen en de schande der onderwerping van
toen in het bosch van Compiegne definitief
uit te wisschen.
Ik dank u, mijn soldaten van het leger, van
de oorlogsmarine en van het luchtwapen, als
opperste bevelhebber voor uwe onvergelijke-
lijke prestaties. Ik dank u echter ook namens
het geheele Duitsche volk. Wij herdenken de
kameraden, die voor de toekomst van ons
volk in dezen strijd hun leven moesten geven.
Evenzoo herdenken wij de dappere soldaten
van het met ons verbonden fascistische Ita-
lie. Volgens den wil van de democratische
oorlogsophitsers en hun Joodsch-kapitalisti-
sche lastgevers moet deze oorlog worden
voortgezet. De vertegenwoordigers van een
ten ondergang gedoemde wereld gelooven in
1941 misschien toch nog te kunnen bereiken,
wat him in het verleden mislukt is. Wij zijn
gereed. Gewapend zooals nog nooit tevoren
staan wij op den drempel van het nieuwe
jaar. Ik weet, dat ieder van u zijn plicht zal
doen.
-God zal echter diengene niet verlaten, die,
bedreigd door een wereld, met een dapper
hart besloten is zichzelf te helpen.
Soldaten van de nationaal-socialistische
weermacht van het Groot-Duitsche Rijk
het jaar 1941 zal de voltooiing van de groot
ste overwinning in onze geschiedenis brengen.
Dagorder van rijksmaarschalk Goring.
De opperbevelhebber van het luchtwapen,
rijksmaarschalk Goring heeft bij de jaarwis
seling de volgende dagorder tot het lucht
wapen gericht:
Nog nooit tevoren in de jonge, doch reeds
zoo rrjke geschiedenis van ons luchtwapen,
kon ik u bij een jaarwisseling met zulke trot
sche gevoelens en zoo groot vertrouwen mijn
dank en erkentelijkheid betuigen. Toen onze
Fiihrer en veldheer bevel gaf tot een veld-
tocht in het Noorden, hebt gij met de dapper-
ste actie in de wereldgeschiedenis unieke
prestaties volbracht. Het vijandelijke expedi-
tiecorps alsmede de Britsche vloot moesten
onder uwe krachtige slagen het veld ruimen.
Gij hebt in korten tijd de heerschappij in de
lucht boven de eindelooze vlakten van Noor-
wegen veroverd; transporten van den groot-
sten omvan-g in de lucht in onvermoeibaar op
treden ten uitvoer gelegd en door uw hulp aan
Elsie zag het zag de rechterhand, die
een revolver omklemd hield. Maar op Wendo
ver's bevel hield ze zich stil. Ze vertrouwde
den man, die zooveel gewaagd had om haar
te redden, volkomen. Hij, die hen al deze
ellende bezorgd had, verdiende niets dan mee-
doogenlooze wraak.
Bevend van het hoofd tot de voeten zag
ze, hoe Chappelle zich over het lichaam van
zijn slachtoffer heen boog; hij liet het licht
van een zaklantaarn op Wendover's gezicht
schijnen en hoorde hem waanzinnig lachen...
Maar nu kon ze haar emotie niet langer
bedwingen. Het dood gewaande slachtoffer
was plotseling opgesprongen en had zich op
zijn belager geworpen. ,,Sla hem neec!" riep
ze, „Sla hem neer!"
Wendover had deze aanmoediging niet noo
dig; hij haatte dezen man zoo hevig, dat hij
niets anders verlangde dan hem te dooden.
Beide mannen grepen elkaar vast en voch-
ten als wilden. Terwijl Wendover Zuberra met
zijn eene hand bij diens keel trachtte te grij
pen, probeerde hij met zijn andere hand de
revolver van zijn vijand te pakken. Bejden
vochten als leeuwen; ze begrepen heel goed,
dat dit een strijd op leven en dood beteeken-
de. De misdadiger vervloekte zijn stommiteit
die hem zoo in de val had doen loopen. Hij
begreep dat Wendover nog iets kostbaarders
verdedigde dan zijn leven en dat hij hierdoor
nog eens zoo gevaaelijk en onbarmhartig zou
zijn.
De greep om zijn rechterpols werd zoo
hevig en veroorzaakte hem zooveel pijn, dat
hij het niet langer uit kon houden - - en met
een vloek viel de revolver op den grond. Zoo
was hij dus nu beroofd van een groot voor
deel.
(Wordt vervolgd.)