AKKERTJES
Kau
Koonts
Griep
De Neder/andsche Pijnsti/ler
de verplichting tot het betalen van de luister
bijdrage worden verleend.
Hierbij wordt als algemeene norm aange-
nomen, dat ndet meer dan 10 pet. van het
totaal aantal houders van ontvanginrichtin
gen van het betalen der luisterbjjdrage vrij-
gesteld kan worden.
De door den directeur-generaal der P.T.T.
aan te wijzen ambtenaren hebben, op vertoon
van een legitimatie-bewijs, te alien tijde toe-
gang tot alle plaatsen, waar redelijkerwijs
kan worden aangenomen, dat een ontvang-
inrichting aanwezig is.
Overtreding van het in dit besluit bepaalde
wordt gestraft met hechtenis van ten hoog-
ste 6 maanden of met een geldboete van ten
hoogste 1000.
Nlet-nakoming van het in dit besluit be
paalde wordt beschouwd als overtreding.
DE RADIOBELASTING.
Wie niet en wie dubbel moeten
betalen.
Aan de toelichting op de nieuwe radiorege-
ling, die het bezitten van een radiotoestel af-
hankelijk .stelt van het bezit van een luister-
vergunning, ontleent de Telegraaf nog het
volgende
Door het begrip ,,afschaffen" wordt niet
gedekt het zonder meer buiten gebruik stel-
len of het niet gebruiken van de ontvang-
inrichting. Met afschaffen wordt bedoeld een
handeling, waarvan het gevolg is, dat 'de ont
vanginrichting niet 1 anger aanwezig is in het
door den houder gebruikte perceel, vervoer-
middel of in zijn woning.
Schaft men de ontvanginrichting af v66r
den 15den van een kalendermaand, dan is
men voor die maand ontslagen van het plak-
ken van een radio-zegel. Schaft men de ont
vanginrichting af op of na den 15den van de
maand, dan is men niettemin verplicht voor
die maand een radio-zegel te plakken.
Het kan voorkomen, dat de houder van een
ontvamginrichting ten gevolge van de nieuwe
regeling zijn ontvanginrichting van de hand
wil doen, doch hierin niet is geslaagd en aan
den anderem kant niet wil of kan voldoen aan
de verplichting tot het betalen der luisterbij-
drage, terwijl hij .zijn ontvanginrichting niet
uit het door hem gebruikte perceel, vervoer-
middel of uit zijn woning heeft kunnen ver-
wijderen door haar b.v. aan een radiohande-
laar ten verkoop te geven.
De directeur-generaal der P.T.T. kan dan
vorderen, dat de ontvanginrichting in bewa
ring wordt gegeven op een nader door hem
aan te geven paats en tegen een door hem
vast te stellen tarief (bewaarloon) van 3
per jaar, bij vooruitbetaling te voldoen, dan
wel de onbruikbaarmaking gelasten.,
Aan den houder van een ontvanginrichting,
die zijn huis sluit, daar hij b.v. voor langeren
tijd een reis gaat maken, kan indien hij
vain een en ander kennis geeft aan den direc
teur-generaal der P.T.T. door den direc
teur-generaal worden toegestaan de ontvang
inrichting in zijn woning te laten staan en
gedurende de periode van zijn afwezigheid
vrijstelling van het betalen der luisterbijdra-
ge woirden verleend.
Aangezien antenne- en 'aardgeleidingen
zoo deze aanwezig zijn, geacht worden te be-
hooren tot de ontvanginrichting, kan de
directeur-generaal der P.T.T. bij afschaffing
van de ontvanginrichting de verwijdering
dezer geleidingen gelasten.
In het algemeen zal bij afschaffing van de
ontvanginrichting geen restitutie worden ver
leend van de veel betaalde bedragen.
De houder van een ontvanginrichting, die
niet in het bezit bevonden zou worden van
een geldige luistervergunning (waaruit dus
blijkt, dat aan de verplichting tot het betalen
van de luisterbijdrage is voldaan), kan in het
algemeen geen beroep doen op het feit, dat
op het oogenblik, waarop de controle plaats
vindt, de uitzendingen van den radio-omroep
niet kunnen worden ontvangen, omdat de
ontvanginrichting defect is.
Twijfelgevallen zijn uiteraard mogelijk; de
directeur-generaal der P.T.T. beslist in der
gelijke gevallen of de ontvanginrichting zich
in zoodanigen staat be vindt, dat de uitzendin
gen van den radio-omroep er mee zouden
kunnen worden ontvangen. Als algemeene
norm kan hierbij worden aangenomen, dat
het ten gebruike gereed of het nagenoeg ten
gebruike gereed aanwezig hebben van een
ontvanginrichting grondslag is voor de ver
plichting tot aangifte en betaling der luister
bijdrage.
Met ..uitzendingen van den radio-omroep"
wordt in de eerste plaats gedoeld op de uit
zendingen van den Nederlandschen radio-
omroep. Daarnaast mogen ontvangen worden
de uitzendingen van buitenlandsche radio-
pmroep-stations, voor zoover het beluisteren
daarvan van overheidswege is toegestaan.
Meer dan §en toestel.
in verband met de invoering van een ver-
plichte luisterbijdrage ad 9 per jaar met
ingang van 1 Januari 1941 de abocrmements-
tarieven op de radiocentrales, die tot nu toe
in den regel 2 per maand of 0,50 per week
bedroegen, worden verlaagd tot f 1,50 per
maand of 0,35 per week.
(Het gevolg hiervan zal dus zijn, dat in
totaal slechts een klein bedrag meer ver
schuldigd is dan tot dusver. Immers, tot nu
toe werd, over een jaar berekend, door
maandabonnd's /24 en door weekabonnd's
f 26 betaald. In de toekomst zal dit jaarbedrag
zijn:
Voor maandabonnd's9 (radiobelasting)
plus f IS (abonnement) is /27, dat is dus
slechts /0,25 per maand meer;
voor weekabonnd's9 (radiobelasting)
plus 18,20 (abonnement) is f 27,20, hetgeen
dus neerkomt op nog geen 2% cent per week
meer.
RADIOCONCENTRATIE IN PRACTIJK.
Concert ten bate van Winterhulp.
Een voorbeeld van radio-concentratie was,
meldt de Telegraaf, Vrijdagavond te zien en
te hooren op het groote gevarieerde concert,
dat de gezamenlijke Nederlandsche Omroep-
organisaties in het Concertgebouw te Am
sterdam gaven, ten dienste van de Winter
hulp Nederland. Die samenwerking was te
hooren, omdat eerst een deel van het pro-
gramma werd verzorgd door een symphonie-
orkest, samengesteld uit het K.R.O.-sympho-
nie-orkest en leden van het A.V.R.O.-omroep-
orkest; zij was te zien, want twee van de uit-
gevoerde werken werden gedirigeerd door
Pierre Reinards en twee door Nico Treep.
Het religieuze element was daar-bij vertegen-
woordigd, doordat Ankie van Wickevoort
Crommelin drie liederen, „Gebed", „Stille
Zijn" en ,,Zonnedag" zong.
Hoe verschillen kunnen wegvallen. als het
gaat om den doel, kon men voorts zien en
hooren, toen de drie omroepers zich aan het
publiek voorstelden en later de nummers van
het programma aankondigden. Het was even
vreemd, de A.V.R.O.-omroeper, die Hugo de
Groot annonceerde en de K.R.O.-spreker, die
hetzelfde deed met F.Izard Kuhlman. Doch
het went al spoedig en dan komt men tot de
slotsom, dat scheidingen niet altijd zoo diep
zijn als men meende.
De avond werd geopend met een woord van
ir. A. Dubois, den gemachtigde voor de cen-
centratie in den omroep, die dit streven naar
half procent, te berekenen over de ontvangen
verkoopprijzen. Voor groothandelaren be-
draagt het tarief een half procent.
Verder zal thans ook belasting worden ge-
heven van het verrichten door ondememers
van diensten van allerlei aard.
•Terzake van het vervoeren van personen en
goederen, het verhuren van goederen, 't uit-
oefenen van vrije beroepen artsen, advo-
caten, accountants enz. het verleenen van
bemiddeling in allerlei zaken expediteurs,
commissionnairs, makelaars, reisbureaux,
woningbureaux, advertentiebureaux, e.d.
het verrichten van reparaties, het exploitee-
ren van schoonmaakinrichtingen, van biosco-
pen, schouwburgen, e.d., wordt thans omzet
belasting verschuldigd. Het percentage van
de belasting is twee en een half ten honderd
berekend over de wegens het verrichten van
de diensten ontvangen vergoedingen.
Nu niet alleen van de leveringen van goe
deren door fabrikanten, maar ook van de op-
volgende leveringen door de handelaren om-
z'etbelasting moet worden betaald, is het per
centage van de omzetbelasting, welke ter
zake van de leveringen door fabrikanten ver
schuldigd is welk percentage thans in
het algemeen zes bedraagt verlaagd en
wel in het algemeen tot twee en een half. Van
goederen, welke door een fabrikant worden
vervaardigd, door dezen aan een winkelier
worden geleverd en door den winkelier aan
het publiek worden verkocht, wordt derhalve
aan omzetbelasting voldaan twee en een half
percent over den prijs, welken de fabrikant
van den winkelier verkrijgt, benevens twee
en een half procent over den prijs, welken de
winkelier van het publiek ontvangt. Levert
de fabrikant de goederen aan een groothan-
delaar, die ze doorlevert aan een winkelier,
dan betaalt de groothandelaar nog een half
percent over den prijs, welken de fabrikant
Voor de gevallen waarin de fabrikant zelf
de goederen rechtstreeks aan den consument
levert en dus de handelsschakel overslaat,
moet hij vijf procent betalen over de door
hem bedongen verkoopprijzen. Zoo zal om
een voorbeeld te noemen, een fabrikant, die
in eigen winkel zijn producten verkoopt, vijf
percent over zijn verkoopen moeten betalen.
De z.g. weeldetabel, vermeldende goederen,
welke voorheen met twaalf percent waren
belast, is vervallen. Ook de meeste vrijstel-
lingen zijn ingetrokken. Voor brood bestaat
echter een van den algemeenen regel afwij-
kend verminderd percentage en wel van twee
percent voor levering door den bakker aan
tCIill aUC III ucil Villiuit uik onvvvti iiuui i «-
samenwerking ten bate van hulp aan min- publiek Van aardappelen, groenten fruit
derbedeelden prees en een korte inleiding gaf bedraagt de omzetbelastmg
Het aanwezig hebben van meer dan edn
ontvanginrichting moet strekken te eigen
gebruike of ten gebruike van het gezin, waar
van de houder der ontvanginrichting het
hoofd is (inwonende dienstboden inbegrepen).
De vraag of redelijkerwijs kan worden aan
genomen. dat de ontvanginrichtingen gelijk-
tijdig worden gebruikt, staat ter beantwoor-
ding van den directeur-generaal der P.T.T.
Indien b.v. een der ontvanginrichtingen zich
bevindt in de huiskamer, de andere in de ka-
mer van een zoon of dochter, kan niet bij
voorbaat worden aangenomen, dat deze ont
vanginrichtingen nooit gelijktijdig worden
gebruikt.
Hetzelfde is het geval bij het veelvuldig
voorkomende samenwonen van meer dan een
gezin. Wanneer in een perceel, vervoermiddel
of woning meer dan een gezin samenwonen
en het hoofd van elk dezer gezinnen houder
van een ontvanginrichting is, wordt aange
nomen, dat deze ontvanginrichtingen gelijk
tijdig worden gebruikt,
-Een veel voorkomend geval van het aan
wezig hebben van meer dan den ontvang
inrichting is, dat iemand naast zijn radio-
ontvangtoestel een aansluiting op de radio-
distributie heeft. Indien deze beide ontvang
inrichtingen nooit gelijktijdig worden ge
bruikt dit weder ter beoordeeling van den
directeur-generaal der P.T.T. kan worden
volstaan met een luistervergunning.
Uit het vorenstaande vloeit voort, dat
iemand. die thuis een ontvanginrichting aan
wezig hdeft en ook in zijn auto een dergelijke
inrichting gemonteerd heeft. in het algemeen
in het bezit dient te zijn van twee luisterver-
gunningen, omdat als vaststaand kan worden
aangenomen, dat de auto-radio op hetzelfde
oogenblik geruikt zal worden als waarop de
ontvanginrichting door de leden van zijn ge
zin thuis wordt gebruikt.
Het aansluiten van meer dan een luidspre-
ker of hoofdtelefoon op de ontvanginrichting
is geoorloofd, wanneer het- gebruik daarvan
plaats vindt in het door den houder der ont
vanginrichting gebruikte perceel, vervoer
middel of in zijn woning en op voorwaarde,
dat deze luidsprekers en/of hoofdtelefoons
strekken te eigen gebruike of ten gebruike
van het gezin, waarvan de houder der ont
vanginrichting het hoofd is.
ABONNEMENT RADIODISTRIBUTIE.
De aandacht van de aangeslotenen op de
radiodistributie wordt er op gevestigd, dat
op het programma, waarvan het eerste deel
aan ernstige muziek en het tweede aan de
lichte muze was gewijd. Zooals ook de radio
deze twee: goede kunst en ontspanning, aan
de menschen wil brengen,
Toen begon de uitvoering van het pro
gramma dat met groote zorg was samenge
steld en met geestdrift werd ontvangen. De
zaal was versierd met vele doeken in de va-
derlandsche kleuren. Daartusschen in prijkten
de zinspreuken van de Winterhulp „Geen
gunst, maar eereplicht", ,,Brengt licht in het
leven uwer landgenooten" enz. Tegen het
orgel prijkte het embleem van de Winterhulp,
het klaverblad met de drie bekende letters,
omkranst met veel dennegroen, als herinne-
ring aan de pas verstreken Kerstdagen.
OMZETBELASTING-
Wtfziging der ibepalingen.
Het Verordeningenblad van Vrijdag bevat
een besluit van den secretaris-generaal van
het dep. van Financien betreffende de omzet
belasting (besluifr op de omzetbelasting
1940).
Onder den naam omzetbelasting wordt een
belasting geheven, waaraan zijn onderworpen
de leveringen van in het vrije verkeer zijnde
goederen, welke hier te lande door fabrikan
ten en andere ondernemers binnen het kader
van hun ondememing worden verricht, be
nevens de diensten, welke hier te lande door
ondernemers binnen het kader van hun on-
derneming worden verricht.
Het tarief van de omzetbelasting bedraagt
2y2 procent. Met afwijking van dit percen
tage bedraagt het tarief van de belasting: L
5 ten 100 voor de leveringen door fabrikanten
van hun producten met uitzondering van:
a. de leveringen van grondstoffen aan een
fabrikant;
b. de leveringen van handelswaren aan
een groothandelaar of een kleinhandelaar;
c. de leveringen van gas en electriciteit;
d. de leveringen van door den secretaris-
generaal van het departement van financien
aan te wijzen goederen.
2. Een half ten honderd voor de leverin
gen door groothandelaren als zoodanig.
Ten aanzien van de leveringen van brood
worden voormeld percentage van twee en een
half tot een en voormeld percentage van vijf
tot twee verminderd.
Ten aanzien van leveringen van melk,
eieren, aardappelen, fruit, versohe, gezouten,
gedroogde en gekoelde groenten door den
fabrikant van die goederen worden voormeld
percentage van twee en een half tot een en
voormeld percentage van vijf tot drie en een
half verminderd.
De omzetbelasting is verschuldigd door den
ondememer, die de levering of den dienst
heeft verricht.
DE
NIEUWE REGELING DER
OMZETBELASTING.
Een toelichting op de bepalingen welke
1 Januari in werking treden.
De N. R. Crt. ontvangt van bevoegde zijde
de volgende toelichting op de nieuwe omzet-
belasting.
In het Verordeningenblad is dezer dagen
onder nummer 242 een besluit van den secre
taris-generaal van financien verschenen be
treffende een nieuwe regeling van de heffing
van omzetbelasting, welke met 1 Januari in
werking treedt. De uit de tijdsomstandigheden
voortvloeiende nood van de schatkist heeft
het noodzakelijk gemaakt uit te zien naar
middelen om de opbrengst van de omzet
belasting te verhoogen. Dit is, blijkens boven-
genoemd besluit, geschied door aanpassing
voor een belangrijk deel, aan het in Duitsch-
land geldende'! stelsel van heffing van omzet-
belasting.
Dit heeft in de eerste plaats medegebracht,
dat voortaan niet alleen de leveringen van
goederen door fabrikanten, maar ook de leve
ringen door groothandelaren en kleinhande-
laren in de belasting worden betrokken.
De winkeliers zullen dus voortaan omzetbe
lasting moeten voldoen over hun verkoopen.
Het tarief van de belasting bedraagt voor
kleinhandelaren in het algemeen twee en een
melk en eieren bedraagt de omzetbelasting
bij levering door den prducent aan den handel
een percent.
De wijze van betaling.
De bepalingen over de wijze van betaling
van belasting zijn in zooverre gewijzigd, dat
thans geen omzetbelastingzegels meer wor
den gebruikt. Alle omzetbelasting moet wor
den voldaan bij de ontvangers der aceijnzen,
of op de postkantoren, terwijl voorts aangif-
teformulieren moeten worden ingeleverd vol-
gens vastgestelde modellen. Nog in voorraad
zijnde zegels mogen worden opgebruikt door
hechting aan de in te leveren aangiftebiljet-
ten.
Het als afzonderlijk bedrag in rekening
brengen van de omzetbelasting is voortaan
niet meer toegestaan. Deze bepaling blijft
intusschen tot 1 Februari 1941 buiten toepas-
sing voor ondernemers die tot 1 Januari 1941
de omzetbelasting afzonderlijk in rekening
hebben gebracht. Omtrent de wijze, waarop
na 1 Januari 1941 de prijzen kunnen worden
bepaald, kunnen spoedig nadere aanwijzingcn
worden tegemoet gezien.
De z.g. bijzondere regelingen voor apothe-
kers, bakkers, consumptie-ijsbereiders,. restau
rants, slagers en tandartsen blijven, zij het
in eenigszins gewijzigden vorm, bestaan.
Aan fabrikanten imgevolge artikel 4 der
omzethelasting 1933 verleende vergunningen
tot splitsing van het bedrijf in een fabrieks
afdeeling en een handelsafdeeling zijn met
ingang van 1 Januari a.s. vervallen. De in-
gevolge artikel 19 verleende vergunningen
tot inslag met vrijstelling van belasting blij
ven vooralsnog van kracht, behalve voor zoo-
veel betreft de hulpstoffen.
De belasting verschuldigd over 1940 zal
nog op den ouden voet moeten worden vol
daan. In voorkomende gevallen dienen voor
die belasting ook na 1 Januari 1941 nog ge
zegelde facturen te worden afgegeven.
In verband met de verlaging van het per
centage voor de leveringen door fabrikan
ten aan handelaren is van de hij handelaren
aanwezige voorraden te veel omzetbelasting
voldaan. De handelaren worden in de gele-
genheid gesteld vddr 20 Januari a.s. bij den
inspecteur der invoerrechten en aceijnzen
aangifte te doen van hun voorraden. Voor die
aangifte zijn formulieren bij den inspecteur
te verkrijgen. De inspeeteur stelt het bedrag
van de belasting vast, dat van die bij han
delaren in voorraad zijnde goederen geacht
wordt te veel te zijn voldaan. De handelaar
krijgt dat bedrag niet terug, doch kan het
op zijn aangiften van verschuldigde belasting
in den loop van het komende jaar in minde-
ring brengen.
WEG MET ONSEN, PONDEN EN ELLEN.
Voortaan hektogrammen en meters.
Het nieuwe jaar zal, schrijft de N. R. Crt.
een groote verandering doen zien in het
Ihuishoudelijke leven. Weliswaar zal het
slechts een uiterlijke verandering zijn, maar
doordat zij in het oog, en waarschijnljk ook
in het oor, zal loopen zal zij aanvankelijk
ingrijpend schijnen
Wanneer aanstonds de 31ste December met
het gebruikelijke ceremonieel aan zijn eind
zal zijn gekomen en twaalf klokslagen een
nieuwe periode van driehonderd vijf en zes-
tig dagen zullen inluiden, treedt de IJkwet
1937 in werking.
De huisvrouw heeft tegenwoordig al zoo-
veel met wettelijke maatregelen te maken
zij voelt zich waarschijnlijk al zoo'n beetje
rechtsgeleerde dat een wetj^ meer of min
der er weinig toe doet. Maar de IJkwet is
een bijzonder geval. Van de oude IJkwet
deze dateert van 1869 is oppervlakkig
alleen iets te zien op de gewichten in winkels
waar nog geen snelwegers zijn. Door de ijk-
merken zien die gewichten, vooral als zij
wat op leeftijd komen, er heelemaal pok-
dalig uit.
Maar de toepassing van de nieuwe IJkwet
gaat zelfs tot in de etalages. Dat zal te zien
zijn in levensmiddelenwinkels en snoepwin-
kels. ook in de snoepwinkels-van-standing,
die zich chocolaterie noemen. En evenzeer
dringt die wet door tot achter de ramen van
de zaken, welke de mannelijke jeugd al zou
den de jongens het niet graag zeggen, zij
vinden het wat gezellig met moeder bood-
schappen te doen een beetje smalend ,,die
lapjeswinkels" noemt.
Kort en goed: het is verboden, zegt de
nieuwe IJkwet, „in aankondigingen betref
fende goederen, die bij de maat of het ge-
wicht worden verkocht, hetzij in bladen, tijd-
schriften of aanplakbiljetten, op etiquetten,
welke aan de goederen of hare verpakking
gehecht zijn of deze vergezellen, dan wel op
de verpakking zelve, hetzij in eenig ander
middel tot bekendmaking, ter aanduiding van
maat of gewicht", gebruik te maken van
andere aanduidingen dan die, welke de wet
voorschrijft.
En in de wet zal men te vergeefs zoeken
naar een el, een pond of een ons.
Koekjes en bonbons kosten volgens de
nieuwe regeling niet meer zooveel cent ,,per
ons", maar „per honderd gram" of ,,per hek-
togram". Als de aardbeien zeven stuivers een
pond kosten, zal dat bekend moeten worden
gemaakt als vijf en dertig cent het zou
niet in stijl zijn bij het nieuwe systeem te
spreken van stuivers per 500 gram of per
half kilogram. Dat rokkeband of crSpe de
chine per meter wordt geprijsd is langzamer-
hand niet zoo vreemd meer, maar nu gaat
dat verplicht worden.
Het is niet de bedoeling van den wetgever
feweest, de taal geweld aan te doen, hem
stond slechts voor oogen het bereiken van
een vaste eenheid ten aanzien van maten
en gewichten. Tegenover het verwijt van
taalverarming wordt het argument van taal-
verduidelijking gesteld.
In het begin is de wetgever wel van goeden
wille geweest ten opzichte van de taal; hij
was bereid oude Hollandsche woorden te doen
behouden. Hij nam de oude woorden op in
zijn systeem; zij zouden gebruikt mogen
worden voor eenheden van het metrieke stel
sel, waar hun oorspronkelijke waarde het
meeste mee overeenkwam. Zoo mocht wel het
woord „el" worden gebruikt, maar dan voor
een meter; op deze wijze werd het pond ge-
lijk gesteld aan het kilogram. Dit is reeds in
1816 gebeurd en in de Ukwet van 1869 is dat
systeem gehandhaafd gebleven.
Of nu de verschillen tusschen de oorspron
kelijke en de nieuwe beteekenis te groot wa
ren dan wel of het publiek het beter wilde
weteh, is moeilijk uit te maken. Een feit is
echter, dat het pond, in al zijn schakeeringen
vroeger om de vijf- en zeshonderd gram zwe-
vende, in het gebruik is gestabiliseerd op een
half kilogram. Een der,gelijke stabilisatie
heeft ook de el ondergaan, ofschoon men
het daar niet altijd over eens was.
De wetgever heeft van die practijk geleerd,
dat zijn goedbedoelde pogingen mislukt zijn.
En daarom wil hij nu ponden, onsen, ellen
kannen, koppen, maatjes en meer van dit
fraais de wereld uithelpen.
Er wordt nu van het publiek verwacht, dat
het zich aan zal passen aan de aanduiding
van maten en gewichten, welke thans voor
alle middelen van bekendmaking is voorge-
schreven: het metrieke stelsel met de bijbe-
hoorende benamingen.
Een ,,onsje" flikken zal voortaan een hekto-
gram of honderd gram moeten zijn, een pond
kersen moet vijfhonderd gram of een half
kilogram worden genoemd. Zelfs het woord
kilo is uitgebannen. We zullen voortaan vol-
uit kilogram, of afgekort: kg moeten schrij-
ven.
Huisvrouwen zijn al een beetje aan gram-
men gewend. In kookboeken lezen we immers
reeds van zooveel gram dit en zooveel gram
dat. Dat ligt voor de hand, want een recept
voor een gerecht voor zes personen zal al
gauw 60 gram van het eene ingredient be-
vatten en 85 gram van het andere. Als we
dan nog niet met onsen of ponden moesten
werken zouden we met allerlei moeilijk
hanteerbare bre.uken te maken krijgen.
En de distributie dwingt ook wel tot het
metrieke stelsel. Driekwart ons thee is een
onhandig begrip; daarom zegt men maar:
75 gram. Wat dit betreft is de invoering van
de nieuwe IJkwet dus op een gunstig tijdstip
gekomen.
tieve instanties, die onder den gemachtigde
voor de prijzen ressorteeren, kunnen worden
opgelegd.
HET VERLEENEN VAN OPSLAG.
Aanvragen om vergunning tot het verlee
nen van salaris- of loonsverhooging stroomen
naar De Telegraaf verneemt bij het
college van Rijksbemiddelaars binnen. Het
loopt al hard naar het eind van. het jaar en
tal van werkgevers hebben de gewoonte per
1 Januari de lijst van salarissen van hun
personeel te herzien.
Het is gebleken, dat nog lang niet ieder-
een er van op de hoogte is, van welke ge-
gevens een dergelijke aanvraag vergezeld
dient te gaan. Wanneer een patroon aan,
laat ons zeggen, veertig leden van zijn twee-
honderd man tellend personeel opslag wil
geven, doet hij er goed aan, een volledige
salarislijst in te dienen en daarop te vermel-
den, welke belooningen hij zich voorstelt wel
en welke niet te verhoogen. Alsdan kan wor
den volstaan met een collectieve aanvraag.
Een dergelijk overzicht zal den RijksbemifT-
delaar in staat stellen, beter te beoordeelen
of de gevraagde loonsverhoogingen de nor-
male correcties niet te boven gaan, zoodat
een vlugge afdoening wordt bevorderd.
Van minstens even groot belang is het, dat
de werkgever bij zijn aanvraag een uiteen-
zetting geeft van den invloed, welken de ge
vraagde loons- of salarisverhooging op de
door hem voor zijn product te berekenen prij
zen zal hebben. Criterium toch is, dat loons
verhooging geen prijsstijging tot gevolg mag
hebben.
Op onze vraag, of het verleenen van een
zgn. duurtetoeslag voor een bepaalden ter-
mrjn, al of niet nader vastgelegd, zonder ver
gunning is toegestaan, werd ontkennend ge-
antwoord. Duurtetoeslag, zoo deelde men ons
mede, moet wel beschouwd worden als loons
verhooging, aangezien niet iedereen hetzelfde
verstaat onder dezen term. Ook hiervoor
moet de werkgever dus toestemming vragen.
Geen vergunning behoeft te worden gevraagd
voor het geven van van te vonen geconces-
sionneerde verhoogingen.
REOHTSVOORSCHRIFT E N VAN
PROVINCIES, GEMEENTEN ENZ.
Geen preventaeve controle door
den Rijksoommissaris.
Artikel 1 van de zesde verordening van
den Rijkscommiesaris betreffende bijzondere
maatregelen op administratiefrechtelijk ge-
bied Iuidt:
Het bepaalde in het tweede lid van artikel
2 van de verordening no. 3/1930 tot uitoefe-
ning van de regeeringsbevoegdheden in
Nederland is niet van toepassing op de
rechtsvoorschriften van' provincies, gemeen-
ten, waterschappen, veenschappen en veen-
polders.
Bovengenoemd lid schrijft voor, dat alle
rechtsvoorschriften v66r de bekendmaking
aan den Rijkscommissaris moeten worden
▼oorgelegd en dat de bekendmaking moet
worden geschorst, wanneer de Rijkscommis
saris dit wenscht.
VRIJSTELLING VAN INVOERRECHTEN
VOOR DUTTSOHE GOEDEREN.
Het verordeningenblad van Vrijdag bevat
een verordening waarbij wordt bepaald, dat
Duitsche goederen, als zoodanig ten invoer
aangegeveji, van invoerrechten worden vrij-
gesteld. Indien bedoelde goederen echter be-
last zijn met een specifiek invoerrecht, het-
welk verband houdt met den accijns op ge-
distilleerd, houtgeest, suiker, bier, geslacht
of zout, wordt een door den secretaris-gene
raal van het departement van financien als
aequivalent van den accijns vast te stellen
bedrag geheven.
Door den secretaris-generaal van het de
partement van Handel, Nijverheid en Scheep-
vaart worden Duitsche goederen aangewezen,
waarvoor bij invoer verrekeningsbedragen
verschuldigd zijin.
Het besluit treedt op 1 Januari 1941 in
werking.
GASGENERATOREN IN DISTRIBUTIE.
Bij beschikking van den Secretaris-Gene-
raal van het departement van Handel, Nijver
heid en Scheepvaart zijn gasgeneratoren,
persgas-installaties en drukvaten een en an
der voor zoover dienende voor de voortstu-
wing van motorrijtuigen, aangewezen als dis-
tributiegoederen in den zin van artikel 4 van
de Distributiewet 1939.
EEN BELASTING OP INGEVOERDE
GOEDEREN.
De Verordening op de omzetbelasting 1940
bevat een hoofdstuk betreffende de invoer-
belasting.
Hij die goederen rechtstreeks of over
entrepot hier te lande invoert, aldus is be
paald. is een invoerbelasting verschuldigd ten
bedrage van twee en een half ten honderd
over de waarde der goederen.
Voormelde invoerbelasting wordt geheven
op denzelfden voet als ware zij als invoer
recht opgenomen in het bij de Tariefwet 1934
behoorende tarief.
Onder waarde der goederen wordt verstaan
die, welke is omschreven in artikel 120 van
Algemeene wet van 26 Augustus 1822
(Staatsblad no. 38), vermeerderd met alle
Nederlandsche belastingen en heffingen.
Voor goederen ten aanzien van welke des-
gevorderd, bij visitatie niet kan worden aan-
getoond, dat zij bestemd zijn als grondstof
voor een fabrikant of als handelswaar voor
een groothandelaar of een kleinhandelaar, be
draagt het tarief van de invoerbelasting viif
ten honderd. Deze bepaling geldt niet voor
gas, electriciteit en door den secretaris-gene
raal van het departement van financien aan
te wijzen goederen,
Ten aanzien van brood worden voormeld
percentage van twee en een half tot edn er
voormeld percentage van vijf tot twee ver
minderd.
Ten aanzien van melk, eieren, aardappelen
en fruit, alsmede van versche, gezouten. ge
droogde en gekoelde groenten worden voor
meld0 percentage van twee en een half tot den
en voormeld percentage van vijf tot drie en
een half verminderd.
NIEUWE VOORSCHRIFTEN TEGEN
PRIJSOPDRIJVIN G.
Naar het A.N.P. meldt zal binnenkort een
besluit worden afgekondigd, waarbij de hand-
having van de prijsvoorschriften centraal
wordt geregeld. De op prijsopdrijving staan-
ilc straffen, welke tot nu toe op de prijsop-
drijvings- en hamsterwet zijn gebaseerd,
worden aanmerkelijk verscherpt. Het maxi
mum van de gevangenisstraf wordt aanzien-
lijk verhoogd. Daarnaast zal .een geldboete
tot onbeperkt bedrag en zullen ook andere
maatregelen, zooals sluiting van een bedrijf
en verbeurdverklaring van goederen en goe-
derenvoorraden van den prijsopdrijver, kun
nen worden opgelegd. De procedure van de
vervolging van overtredingen der prijsvoor
schriften wordt, voor wat de geldboete en de
genoemde maatregelen betreft, aanmeikelijk
vereenvoudigd. Deze zullen door administra-
ARBEID IN JOODSCHE HUISGEZINNEN
VERBODEN VOOR DUITSCHERS EN
PERSONEN VAN STAMVER.WANTEN
BLOEDE.
Verschenen is een verordening van den
Rijkscommissaris betreffende het doen ver
richten van arbeid door Duitschers in Jood-
sche huishoudingen.
Artikel 1 luidt: Het is verboden, personen
van Duitsche nationaliteit, van Duitschen of
stamverwanten bloede, arbeid te doen ver
richten in huishoudingen van gezinnen, waar
van een jood het hoofd is of waarvan een
jood blijvend dan wel tijdielijk, mits voor lan
geren tijd dan vier weken ononderbroken, deel
uitmaakt.
Artikel 4. De Rqkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied kan vrijstel
ling van bepalingen dezer verordening ver
leenen.
GEEN WIJZIGING VAN DE UITGAANS-
BEPALINGEN MET BETRERKING TOT
DEN OUDEJAARSNACHT.
Het A.N.P. meldt:
De commissaris-generaal voor de openbare
veiligheid heeft in opdracht van den Rijks
commissaris bekend gemaakt, dat ook voor
den nacht van 31 December op 1 Januari a.s.
de bepalingen betreffende het verblijf in de
open lucht tusschen middemacht en 4 uur
voormiddag en inzake de beperking van den
kleinverkoop van sterk alcoholhoudende
dranken onveranderd gelden.
Voorts wordt bekend gemaakt, dat het af-
steken van vuurwerk en andere pyrotech-
nische artikelen in de open lucht streng ver
boden is.
SLACHTOFFERS VAN ONGELUKKEN
MET DUITSCHE MI LIT AIRE AUTO'S.
De wnd. secretaris-generaal van sociale
zaken heeft het volgende onder de aandacht
van de gemeentebesturen gebracht:
Door de Duitsche overheid wordt het
standpunt ingenomen, dat de schade, veroor-
zaakt door ongelukken waarbij Duitsche
militaire auto's zijn betrokken, in beginsex
niet door de Duitsche weermacht behoort te
worden gedragen, doch als schade tenge-
volge van oorlogshandelingen, waar noodig,
ten laste van het bezette gebied dienen te
komen.
Op grond hiervan heeft de secretaris-
generaal besloten de slachtoffers van derge
lijke ongelukken te rangschikken onder hen,
die in beginsel voor hulp uit het Herstelfonds
1940 in aanmerking kunnen worden gebracht.