ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN
in den greep van het noodlot
No. 10.158
MAANDAG 30 DECEMBER 1940
80® Jaargang
Binnenland
Feuiileton
k, al-
instig
ABONNEMENTSPRUS: Binnen Terneuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,10, overlie landen /2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bf vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDB
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
WEKELIJKSCHE MARKTDAG.
Burgemeester en Wethouders van TERNEU
ZEN brengen ter openbare kennis, dat de
MAIRKT in de week van 29 December t/m
4 Januari 1941, zal worden gebouden op
Dinadag 31 December a.s.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVIJEEE, Secretaris.
MAATREGELEN TEN AANZIEN
VAN DUIVEN.
2.
3.
4.
5.
6.
In verband met een ontvangen schrijven van
het Departement van Binnenlandsche Zaken
wordt het volgende ter kennis van belang-
hebbenden gebracht.
1. Alle postduiven, welke na 15 Mei 1940
zijn uitgebroed, behooren ten spoedlgste
aan voomoemde commissie gevestigd
te Amsterdam, Prinsengracht 407 (tele-
foon 34413) met nauwkeurige om-
schrijving van het jaar van uitbroeden
en het serienummer te worden opge-
geven.
Hetzelfde dient te geschieden met alle
oudere duiven, die niet op de officieele
gestempelde hoklijsten voorkomen.
Voor ongeringde duiven verplich't ge-
stelde sluitringen worden door het Natio-
naal Verbond van Nederlandsche Fost-
duivenliefhebbers, Amsteldijk 44, Am
sterdam, verstrekt.
Met ingang van 13 December 1940 be
hooren alle sierduiven, uitgezonderd
kroppers, pauwstaarten, raadsheeren, tui-
melaars met sokken alsmede slenkers,
aan voornoemde commissie ter reglstratie
te worden opgegeven. Evenals voor
postduiven behooren mitsdien ook voor
de sierduiven, die voor registratie in aah-
merking komen, hoklijsten in drievoud
te worden aangelegd. Een exemplaar
van deze lijsten kan door U behouden
worden; het andere behoort in het aes-
betreffend duivenhok aanwezig te zijn,
terwijl het derde onder berusting van
eerdergenoemde commissie blijft.
De bovenbedoelde opgaven behooren vo6r
31 Januari 1941 te worden verricht. Bij
niet nakoming hiervan stelt men zdch
bloot aan een strafvervolging volgens de
Duitsche militaire wetten.
Tentoonstellingen van post- en andere
duiven in welken vorm ook zijn verboden.
Eveneens is het vervoer van postduiven
buiten de kom der gemeente verboden
indien dit vervoer niet gedekt wordt door
een schriftelijke vergunning, welke bij de
commissie voornoemd, met redenen om-
kleed, kan worden aangevraagd.
Voor zoover het vorenstaande afwijkt
Van vroeger terzake uitgevaardigde be-
palingen, moeten deze als vervallen wor
den beschouwd.
Terneuzen, 28 December 1940.
De Burgemeester van Terneuzen,
TiEJLEEGEN.
P.
DE RADIO-OMRGEP AAN DEN STAAT.
De radio-distributie-oentrales worden bij
den (dienst der P.T.T. gevoegd.
Een redacteur van het A.N.P. heeft een
onderhoud gehad met Ir. W. L. Z. van der
Vegte, raadsadviseur bij het departement van
volksvoorlichting en kunsten, over de nieuwe
maatregelen op radiogebied.
Het gesprek kwam eerst op het algemeene
doel van den radi'o-concentratie.
,,Wij willen den omroep in dienst van het
geheele volk stellen", zei de heer Van der
Vegte. „Daarvoor is het noodig, dat de staat
den omroep tot zich trekt. Vroeger trad de
staat in 't algemeen slechts controleerend,
dus negatief, tegenover den omroep op.
Slechts sporadisch werd door de regeering
zelf gebruik gemaakt van de radio als mid-
del om ons heele volk te bereiken, doch nooit
werd dit machtige hulpmiddel gebruikt voor
een georganiseerde volksvoorlichting. Met
het besluit om den omroep onder te brengen
bij het nieuwe departement van volksvoor
lichting wordt radicaal met de tot nu toe
gevolgde richtlijn gebroken.
De staat is in de eerste plaats verantwoor-
delijk voor hetgeen de omroep brengt. Niet
door middel van een negatieve eontrole, doch
slechts door maatregelen van opbouwenden
aard, door het geven van richtlijnen en het
direct beinvloeden van de berichtgeving.
Het is wel duidelijk, dat het volstrekt uit-
gesloten is, dat de omroep in handen van
vereenigingen van luisteraars blijft, hoe goed
de bedoelingen ook zijn mogen".
De staat stelt zich dus niet slechts in het
negatieve voor de uitzendingen verantwoor-
delijk, doch wil positief_ werkzaam zijn.
De omroep zal geregeld gebruikt worden
om de luisteraars van allerlei zaken op de
hoogte te brengen.
In de eerste plaats denk ik hierbij aan het
scheppen van beter begrip voor de nieuwe
gedachten die dezen grootschen tijd, waarin
we leven, beheerschen, en het bewerkstelli-
gen van 'n betere verhouding tot onze oos-
teljjke naburen.
Ook zullen wij de stemmen laten hooren
van hen, die tot nu toe vergeefs trachtten
een plaats voor den microfoon te veroveren.
Verder is het noodig, dat de vele maatrege
len die het gevolg zijn van de bezetting van
ons land en van de blokkade, waaraan wij
onderworpen zijn, op de juiste wijze belicht
worden.
,,En hoe ziet u de taak van uw departe
ment ten opzichte van de muzikale en andere
pro gramma's?"
,,Bij de ontwikkeling van de omroeppro-
gramma s staat de kunst op het eerste plan
•en wij zullen er naar streven om het beste
aan onze luisteraars te brengen.
Hiermede wordt tweeerlei doel nagestreefd,
ten eerste willen wij den smaak van het
publiek op een hooger peil brengen en ten
tweede is het mogelijk op veel ruimer schaal
gelegenheid te geven aan onze begaafde
kunstenaars om naar voren te treden.
Hieruit qjoet niet geconcludeerd worden,
dat ook niet aan buitenlandsche krachten ge
legenheid zal gegeven worden hun kunnen te
toonen.
Het uitwisselen van goede krachten zal in
de hand gewerkt worden. Goede amuse-
mentsmuziek is vanzelfsprekend welkom
doch in den Nederlandschen omroep wordt
geen plaats meer ingeruimd voor zooge-
naamde hotjazz of „kreungezang".
Het departement zal* de richtlijnen geven
voor de programma's; de uiteindelijke orga-
nisatie en uitvoering geschiedt natuurlijk
door den omroep zelf onder verantwocwding
van zijn leider.
„Hoe zullen echter de verschillen in levens
beschouwing, tot nu toe in de verschillende
omroepvereenigingen vertegenwoordigd tot
uiting komen?"
,,Zooals reeds werd medegedeeld zullen de
kerkelijke belangen van de luisteraars op
minstens dezelfde wijze verzorgd worden als
tot nu toe. In de programma-afdeeling van
den Nederlandschen omroep komt hiervoor
een speciale afdeeling waar vertrouwens-
mannen van de verschillende groepen onder
eigen verantwoording de kerkelijke uitzen
dingen zullen verzorgen. De uitzendingen
zelf geschieden door het apparaat van den
Nederlandschen omroep.
Onder kerkelijke uitzendingen wordt dat-
gene verstaan, dat het direct kerkelijke leven
betreft, waarbij dit begrip ruim opgevat dient
te worden. Politiek en dergelijke behooren
hier echter zeer zeker niet toe, hiervoor zijn
andere takken der programma-afdeeling be-
schikbaar.
Ik reken er stellig op om op dit gebied van
de kerkelijke overheden loyale medewerking
te verkrijgen".
De financiering.
De volgende vraag gold de financiering, zie
hier het antwoord:
,,Tbt nu toe beschikte de omroep uitslui-
tend over geldmiddelen uit vrijwillige bijdra-
gen van de luisteraars. Deze idealistische
grondslag heeft tot bewonderenswaardige
resultaten geleid, doch is in verband met de
nieuwe doelstelling niet meer te handhaven.
De Nederlandsche omroep stelt zich in dienst
van het geheele Nederlandsche volk en daar-
om is het natuurlijk uitgesloten dat een groot
deel van de luisteraars niet mee zouden dra-
gen aan de kosten.
Tot nu toe waren slechts ongeveer de helft
van de luisteraars zich hun plichten bewust,
ons land telde meer dan een half millioen
klaploopers op omroepgebied.
Aan dezen ongewenschten toestand wordt
nu een einde gemaakt door met ingang van
1 Januari 1941 een verplichte radiobijdrage
in te stellen. Elke toestelbezitter en elke
aangeslotene aan een radio-distributie-bedrijf
zal voortaan 75 cent per maand moeten bij-
dragen. Een deel hiervan komt ten goede
aan den dienst der P.T.T. als vergoeding
voor de kosten verbonden aan het innen dezer
bijdragen, voor het verzorgen van de zenders
laboratoriumkosten, eniz! De rest komt ge-
heel ten goede aan den Nederlandschen om
roep en zal voldoende zijn om de plannen,
zooals ik u die zoojuist ontwikkelde, te dek-
ken.
Op het eerste gezicht lijkt het bedrag van
7o cent per maand tamelijk hoog, doch in
vergelijking wat men in het buitenland be-
taalt is het gering. In Duitschland draagt
men bijvoorbeeld reeds jaren lang 2 mark
per maand bij, dus ongeveer het dubbele.
Ik ontveins mij niet, dat deze verplichte
bijdrage aanvankelijk een terugslag op het
aantal luisteraars zal brengen, doch ik ben
ten voile overtuigd, dat dit slechts tijdeliik
zal zijn.
..Kan er tegenover deze lastenverzwaring
geen tegenwicht worden gesteld in den vorm
van tegemoetkoming aan de luisteraars?
Radio is een dure liefhebberij".
Een volksomfcvanger
..Dat gebeurt ook. Wij zullen trachten den
A ederlandschen omroep te stimuleeren en in
de eerste plaats is het hiervoor noodig, dat
een goedkoope doch goede volksontvanger in
den handel wordt gebracht. We zullen met
de radiofabrikanten en met den radiohandel
trachten het beoogde doel te benaderen.
Tevens zal dan onder het oog gezien wor
den of het niet mogelijk is, om den luisteraar
met geringe financieele draagkracht tege-
moet te komen in de betalingscondities.
„En wat gebeurt er met de radiodistri-
butie?"
,,Deze methode van omroepverbreiding is
in ons land op groote schaal toegepast, veel
meer dan in andere landen. Wij hebben over
de 800 radio-distributie-centrales en het ligt
m het voomemen deze bedrijven door den
staat te doen naasten en te voegen bii den
dienst der P.T.T.
De huidige eigenaars moeten natuurlijk op
billijke wijze schadeloos gesteld worden. Op
deze wijze zal het mogelijk zijn, dat de dis-
ti ibutiediensten ten voile worden ingezet voor
het zoo juist geschetste doel en tevens zul
len de minder goed uitgeruste diensten ver-
beterd worden, waarbij de waarschijnlijkheid
bestaat, dat enkele kleine, niet loonende
centrales verdwijnen zullen. Er zal naar ge-
streefd worden, de bijdragen voor aansluitin-^
aan een radiodistributiebedrijf te verlagen,
om zoodoende de gelegenheid te scheppen
den kring der luisteraars te vergrooten".
Onder de radio-omroep valt ook de tele-
visie, een techniek, die reeds bezig is uit zijn
kinderschoenen te groeien. Het zal noodig
zijn, om de ontwikkeling op den voet te vol-
gen en een uitgebreide studie van de toe-
passingsmogelijkheden te maken. In het uit
te breiden laboratorium van de P.T.T. zal
het noodige verricht worden, teneinde klaar
te staan de televisie in ons land toe te pas-
sen, als de tijd daarvoor gekomen is.
Tot de verdere punten van het programma
van het departement van volksvoorlichting
en kunsten behoort de wetgeving op radio-
omroepgebied in ruimsten zin. Ik wil hier
van slechts aanstippen de te nemen maat
regelen, teneinde de storingen van de radio-
ontvangst tot een minimum te beperken en
het vraagstuk van de antennen, dit laatste
zoowel bezien van aestetisch gezichtspunt,
als met het oog op storingen.
Verder zijn aan de orde het samenstellen
van voorschriften voor hen die gerechtigd
zullen zijn de officieele radioprogramma's uit
te geven in den vorm van een periodiek, zoo
als tot nu toe gebruikelijk was. In de eerste
plaats komen hiervoor in aanmerking de ker-
nen der huidige omroepvereenigingen, om
zoodoende in de toekomst den band met hun
vroegere leden aan te houden".
DE AANGIFTEPLIOHT EN DE RADIO-
LUISTER-VERGUNNING.
Het besluit van den directeur-generaal der
P.T.T. betreffende maatregelen op het gebied
van den Nederlandschen radio-omroep luidt,
aldus het A.N.P., als volgt:
Op grond van de paragrafen 3 en 5 der
verordening van den rijkscommissaris voor
het bezette Nederlandsche gebied betreffende
regelen inzake den Nederlandschen radio-
omroep nr. 232/1940, wordt bepaald;
1. Zonder in het bezit te zijn van een luis
tervergunning is het verboden anders dan
ten vervoer of in opslag aanwezig te heb
ben een inrichting door middel waarvan de
uitzendingen van den radio-omroep kunnen
worden ontvangen ontvanginrichting)
2. Ter verkrijging van een luistervergun-
nmg moet hij, die anders dan ten vervoer
of in opslag een ontvanginrichting aan
wezig heeft:
a. hiervan aangifte doen bij het hoofd-
bestuur der P.T.T. te 's Gravenhage;
jaarlijks tot instandhouding en verderen
b.
uitbouw van den Nederlandschen radio-
omroep een door den directeur-generaal der
P.T.T., na gepleegd overleg met den seereta-
ris-generaal van het departement van volks
voorlichting en kunsten, telkenjare te be-
palen bijdrage (luisterbijdrage), welke een
bedrag van f 12 niet zal te boven gaan, vol-
doen.
3. De luistervergunning wordt afgegeven
door het staatsbedrijf der P.T.T. op de in de
bijlage van dit besluit aangegeven wijze en"
onder de in deze bijlage omschreven voor-
waarden. Deze bijlage bevat daarnaast de
voorschriften,.welke ter uitiering van het in
dit besluit bepaalde noodig zijn.
4. Dit besluit treedt in werking op 1
Januari 1941.
Bepalingen.
Aan een bij dit besluit behoorende bijlage
ontleenen wij het volgende:
Onder een ontvanginrichting worden ver
staan:
a) een radio-ontvangtoestel, door middel
waarvan de uitzendingen van den radio-om
roep kunnen worden ontvangen;
b) een aansluiting op een radio-centrale,
door middel waarvan de door de radio-cen
trale doorgegeven programma's naar keuze
van den aangeslotene volledig kunnen worden
ontvangen;
c) iedere andere technische inrichting,
door middel waarvan de uitzendingen van den
radio-omroep kunnen worden ontvangen.
Hij, die op 1 Januari 1941 anders dan
ten vervoer of in opslag aanwezig heeft
een ontvanginrichting, is verplicht daarvan
aangifte te doen vdor 15 Januari 1941.
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIECK—MEEREBOER.
56) Vervolg.
„Maar ik protesteer! Door dit te doen
sohendt U de wet, Monsieur! U heeft het
recht niet hier te komen en ik verzoek U dan
ook onmiddellijk dit huis te verlaten."
,,Schei uit, man! de ander knipte onge-
duldig met de vingers, „dit is niet het juiste
oogenblik om met de wet rekening te houden
ik ben van plan mijn eigen wetten te vol-
£en God weet dat het tijd wordt! Waar
is de kamer van Mademoiselle Spain?"
Ik weiger beslist U dit te zeggen!" Hij
wist wel dat hij verkeerd deed, maar Mar-
quand's gevoel van eigenwaarde noopte hem
aldus te handelen. Vastberaden posteerde hij
zich voor de deur.
,,'U moet daar weggaan!" zei Wendover.
,,Ik denk er niet^over!"
.,Dan moet U ook maar de consequenties
aanvaarden."
Wendover maakte een schijnbeweging
waar op Marquand onmiddellijk reageerde.'
Daama diende hij den dokter een vuistslag
toe, die dezen aan het hoofd trof en de
man zakte als levenloos in elkaar.
Zonder omkijken rende Wendover de kamer
uit en de lange gang door. „Wie heeft hier
dienst?" riep hij.
Een man met een kort, wit jasje aan en
een bril op zijn neus kwam door een deur aan
zijn rechterhand te voorschijn.
Welke kamer heeft Prinses Corisande?'
vroeg Wendover op bevelenden toon.
De man staarde hem aan. „Mag ik vra-
gen wie U bent? en weet dokter Mar
quand hiervan?"
„Ja, ik heb hem zoo juist gesproken. Vlug
man, breng me bij haar."
De ander, wiens gezicht de grootste ver-
bazimg uitdrukte, liep zonder verder een
woord te zeggen de lange gang door. Hij
stapte op de lift toe en nadat deze beide
mannen een etage hooger had gebracht, stap-
ten ze uit en bleven voor een deur staan, die
het nummer tiein droeg.
„Dit is de kamer," zei hij.
HOOFOSTUK XT J
De Redding.
„Oh! jij!"
,,Ja, ik ben het!" zei Wendover, terwijl hij
■n paar groote stappen naar het bed toe
deed en het meisje met bezorgden blik aan-
keek.
Het was onmogelijk te zeggen, welke emo-
ties haar op dat oogenblik bestormden, maar
in haar oogen was dankbaarheid te lezen
dankbaanheid en hoop.
Dat was Wendover voldoende. „Waar zijn
je kleeren vroeg hij.
Ze keek hem verlegen aan. „Ik weet het
niet! Ik weet niet eens hoe ik hier gekomen
fn moet al dien tijd hebben geslapen,
of iets dergelijks..."
Wendover kon wel raden wat dat ,,iets
dergelijks beteekende en hij fronste het
voorhoofd. „Ik ben hier gekomen om je weg
te halen," zei hij. „Kind, je moet een ver-
schrikkelijken tijd doorgemaakt hebben
maar dat is nu voorbij. Je komt nu bij vrien-
den werkelijke vrienden; z>elf zal ik voor
je zorgen en je voor verdere onaangenaam-
heden behoeden."
Wie na 1 Januari 1941 houder wordt van
een ontvanginrichting, is verplicht daarvan
aangifte te doen binnen 14 dagen, nadat hij
de inrichting anders dan ten vervoer of in
opslag aanwezig heeft.
De aangifte van de ontvanginrichting dient
te geschieden op een daartoe bestemd formu-
lier dat kosteloos bij alle postinrichtingen
verkrijgbaar is.
Na toezending van het aangifteformulier
ontvangt de houder van de ontvanginrichting
vanwege het staatsbedrijf der P.T.T. een
luistervergunning.
De luistervergunning vervalt aan het einde
van het kalenderjaar, waarop zij betrekking
heeft.
De luistervergunning staat op naam van
den houder der ontvanginrichting en mag
zonder toestemming van den directeur-gene
raal der P.T.T. niet aan derden worden over-
gedragen.
Zij moet ter plaatse, waar de ontvang
inrichting zich bevindt, op verlangen van de
daartoe bevoegde ambtenaren worden ge-
toond. Voorts is zij alleen van kracht, indien
zij is voorzien van het bewijs, dat door den
houder aan de verplichting tot het betalen
van de luisterbijdrage is voldaan.
Betaling der luisterbijdrage,
Voor het kalenderjaar 1941 wordt de luis
terbijdrage bepaald op 9,per jaar.
De omroepvereenigingen zijn verplicht aan
de houders van een ontvanginrichting, voor-
zoover mogelijkheid in den vorm van radio-
zegels, terug te betalen hetgeen deze als lid
of als luistervink aan vrijwillige bijdragen,
anders dan als abonnement op een omroep-
blad, voor 1941 of een deel daarvan aan deze
omroepvereenigingen vdor 1 Jan. 1941 hebben
betaald.
De houder van een ontvanginrichting kan
aan de verplichting tot het betalen van de
luisterbijdrage voldoen:
a. door vo6r den 15en van iedere kalen-
dermaand een radiozegel ter waarde vaq 1/12
gedeelte van de luisterbijdrage (voor 1941 een
radiozegel van 0,75) te plakken op het daar
toe bestemde vakje van de luistervergunning;
b. door jaarlijks, halfjaarlijks dan wel
driemaandelijks een bedrag, overeenkomende
met de luisterbijdrage, resp. en M ge
deelte der luisterbijdrage (voor 1941 bedragen
van resp, /9, 4,50 en /2,25) over te schrij
ven of te' storten op postrekening no. 400200
van het staatsbedrijf der P.T.T. te 's-Graven-
hage. Deze bedragen moeten worden voldaan
binnen 2 weken na den aanvang van den ter-
mijn, waarvoor zij gelden.
Voor de betaling kan ipen gebruik maken
van radio-zegels, welke verkrijgbaar zijn bij
de postinrichtingen.
Hij, die zijn ontvanginrichting afschaft,
dient hiervan door het opzeggen van zijn luis
tervergunning kennis te geven aan een post-
inrichting.
De houder van een luistervergunning mag
in het bij hem in gebruik zijnde perceel, ver-
voermiddel, of in zijn eigen woning te eigen
gebruike of ten gebruike van het. gezin,
waarvan hij het hoofd is, meer dan een ont
vanginrichting aanwezig hebben. Deze ont-
vanginrichtingen mogen echter op grond van
een luistervergunning niet gelijktijdig worden
gebruikt.
Wenscht de houder van meer dan een ont
vanginrichting deze gelijktijdig te gebruiken
of te doen gebruiken, dan is voor iedere ont
vanginrichting afzonderlijk een luisterver
gunning noodig.
Zij, die Van den verkoop, de verhuur of het
herstel van ontvanginrichtingen een beroep
maken, mogen zonder in het bezit te zijn
van een luistervergunning van de in hun
verkoopruimte of werkplaats aanwezige ont
vanginrichtingen geen gebruik maken. Zij
mogen echter op grond van een luisterver
gunning meer dan een ontvanginrichting ge
lijktijdig in hun verkoopruimte of werkplaats
gebruiken.
In bijzondere gevallen kan vrijstelling van
"Ik weet niet wat ik zeggeii moet," zei ze,
..het is allemaal nog zoo vreemd. Maar ik
ben heel danltbaar geloof dat alsjeblieft!"
„We moeten je kleeren zien te vinden!"
zei hij. „Ik heb buiten een auto; als we die
eenmaal bereikt hebben, zijn we in minder
bel1?'^^11 *-ijd in Parijs! Is hier ergens een
„Ja, daar!" ze wees naar den tegenoverge-
stelden muur.
Hij belde en wachtte ongeduldig. De <*e-
dachte aan de beleediging, die hij den dwr-
luchngen persoon van den dokter had aange-
daan, liet hem koud. Het eenige, wat hem
verontrustte, was dat het ontdekt zou zijn
en dat er nu een heel leger assistenten zqu
--irukkem om hem te beletten het meisje
mee te nemen. Maar hij moest het er c
wagen
De man. die op zijn bellen verscheen, was
dezelfde, die hem de kamer had aange wezen.
,.Ik ben hier gekomen om de Prinses mee
naar Parijs te nemen," zei hij op autoritairen
toon, ,,laat alstublieft onmiddellijk haar klee
ren hier brengen."
De oogen achter de brilleglazen schitterden
verdaeht; de man was schijnbaar zeer opge-
wonden. „U hebt mijn chef, dokter Mar
quand, brutaal aangevallen," zei hij, „ik heb
de politie opgebeld,"
..En als de politie komt, heb ik haar een
geschiedenis te vertellen, die de ondergang
van dit etablissement ten gevolge zal hebben.
Ik zou je raden, mijn vriend, onmiddellijk te
gehoorzamenhaal de kleeren van de Prin-
als ze hier niet binnen twee minuten
z(jn, zal ik ze zajf gaan halen, begnepen?
Maa-k dat je weg komt!"
Dit keer protesteerde de man niet, maar
verliet het vertrek oogenblikkelijk, een ver-
schrikte blik in zijn oogen.
Een stem achter Wendover zei: ,,Als de
politie hier komt, zal ze me arresteeren! Oh,
zorg er toch voor dat ze dat niet doen!"
Iemand
Hij was
dien Marquand had neerge-
,,Wees maar niet bang! Al kwam er een
heel regiment soldaten, dan zou ik dit nog
niet toelaten. Maar ik zal je eens wat zeg
gen" Wendover had plotseling een lumi-
neus idee gekregen „we wachten heelemaal
niet tot die kleeren hier zijn!" Hij trok zijn
overjas uit en sloeg die om haar heen. „Kom,
ik zal je naar de auto dragen."
"Ik kan me niet bewegen," klonk het kla-
gend, ,,mijn enkels..."
Wendover onderdrukte een vloek.
die gezond was zoo te behandelen!
nu blij dat hij
slagen!
Spoedig had hij haar bevrijd en tilde haar
op. Ze gaf een kreet en met het meisje in
zijn armen liep hij de gang in. 'Hij zou eens
zien wie hem nu durfde tegenhouden!
Hij wist het zelf niet, maar zijn verschij-
ning wekte zooveel stomme verbazing, dat
niemand, die hem zoo zag, in staat was ook
maar een hand uit te steken om hem het
verder gaan te beletten. Iedereen wist dat
ei om de politie getelefoneerd was en daar
vertrouwde men dus maar op.
Waar hij de kracht vandaan haalde, wist
Wendover niet, maar met zijn eenen arm
droeg hij het meisje, terwijl hij den anderen
viij had, een revolver in zijn hand; als er ook
maar iemand een vinger naar hen uitstak,
zou hij er gebruik van maken!
Maar niemand durfde dit te wagen dok-
ters en verpleegsters stonden alien besluite-
loos en zonder een woord te durven spreken.
Wendover liep snel en behoedzaam door
naar den grooten uitgang van het huis. Bui
ten stond de auto te wachten, die hem zoo
vlug van Parijs hierheen had gebracht
,,De laatste loodjes, lieveling!" zei hij
het meisje, dat haar armen om zijn hals
geslagen had, lachte gelukkig.
,,Je bent een wonder!" zei ze.
Een minuut later zat ze in de Renault
naast het stuux. Wendover was bezig den
motor aan te z'wengelen; toen deze liep nam
hij naast haar aan het stuur plaats en juist,
toen hij het portier dichtsloeg, hoorden bei-
den hoe een auto, die niet ver weg kon zijn
snel naderde.
HOOIFDSTUK XT.TT
Het einde van den strijd.
Die naderende auto beteekende gevaar!
Wendover begreep dit direct; als hij nu maar
den weg kon bereiken door het hek, dat een
vijftig meter verder was, voor die auto hem
kon blokkeeren!
..Wees maar niet bang!" fluisterde hij tot
het meisje, dat naast hem zat.
..Bij jou ben ik heelemaal niet bang," klonk
het antwoord.
Het volgende moment reed de auto met
een vaart weg. Juist toen hij het hek be-
reikte, hoorde hij een luid, waarschuwend
signaal; maar al kwam er nu een heel le°er
auto s op hem af, dan zou hij nog geen vaart
verminderd hebben. Misschien zat er wel
politie in en zou zij schieten; het was dus het
veiligste zoo hard mogelijk door te rijden.
Een groote auto reed rakelings langs hem
en hij zag een verwrongen gezicht, dat hem
vol haat aankeek; eerst klonk een schreeuw
die gevolgd werd door een stortvloed van
scheldwoorden.
Maar hij was al w»g; hij had slechts een
deuk in zijn spatbord opgeloopen als die
andere auto niet had geremd, was een bot-
sing onvermijdelijk geweest en dan waren de
gevolgen niet te overzien; gelukkig dat het
zoo goed was afgeloopen!
„Dat was Chappelle!" hoorde hij zijn pas-
sagier uitroepen „Oh, als hij me maar niet
weer te pakken krijgt!"
.Niet zoolang ik leef!" antwoordde hij en
het meisje slaakte een di«pe zucht van ver-
lichting.
(Wordt vervolgd.
con-
rege-
n de
ngen
wor-
p een
krot-
fngeu.
frenige
i Zee-
hooger
ieen de
elde te
le land-
platte-
nderen
itanden,
iervliet,
en peil
918 ge-
n.
erbete-
germg.
worden
liswaar
iaaren-
is aan
kijf.
ik zeer
.-Vlaan-
l gehad
jitz gaf
in, zoo-
pn aan-
het ge-
g, heb-
I gehad
eze er-
digend,
kracht.
ng der
de ge-
Voning-
!age en
termate
ke zich
aar op-
Ike het
;den, in
ilijkheid
jeer.
,'idingen
laringen
ird der
de ge-
lagstuk
s voor-
an bed-
jaan dit
i, maar
meenten
bestaat.
|n door-
maakten
De Ra-
jeneraal
irm van
kort aan
k is, de
/oer te
het ge-
jaan-rug-
iring van
hand te
e manier
-en.
ENTE.
recht, de