ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN 'nSTREELIHB f VDDR'TDDE In den greep van het noodlot No. 10.148 WOENSDAG 4 DECEMBER 1940 80e Jaargang Binnenland Feuilleton PUROL ...EflTOCHKDMTI SinT-fllCDLAAs! Ruwe Huid i Ruwe Handen Ruwe Lippen NEUZENS ABONNBMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden B(j vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar Voor Belgie en Amerika 2,10, overlge landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het bultenland alleen bjj vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SAND IS GIRO 38150 TF/T.F.FOON No. 2073. ADVERTENXIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIRNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAI) VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. GEMEENTE TERNEUZEN. Op Dinsdag 10 I>ecember 1940 zal door de gemeentegeneesheeren gelegenheid worden gegeven tot kostelooze inenting, en wel te Terweuzen in het Ziekenhuis, des namiddags 3 uur en te Sluiskil ten huize van dokter Weehgelaar, des namiddags 2 uur. De aandacht der ouders wordt er op ge- vestigd, dat voor kinderen geboren in No vember en December 1939 v<5<5r 31 December 1940 een inentingsbewijs of een verklaring dat tegen inenting bezwaren bestaan ter ge- meentesecretarie moet worden overgelegd. Temeuzen, 3 December 1940. (Burgemeester en Wethouders van Temeuzen, P. TELLBGEN, Voorzitter. B. I. ZONNETVIJLLE, Secretaris. TWEE DEPARTEMENTEN. Met de splitsing van het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen kondigt zich, schrijft de N. R. Crt., een diepgaande wijziging aan in ons staatsleven en bet wezen van onzen staat. Het is immers niet om rede- nen van bestuurstechniek, dat bet oude depar tement vervangen ia door twee, een departe ment van opvoeding, wetenschap en cultuur- besoherming en een departement van volks- voorlicbting en kunsten. De verdere strekking blijkt reeds uit de opdracht, welke aan beide departementen is verstrekt. Het departement van onderwijs, het dateert eerst van het eind van 1918, toen het hoofd- zakelrjk werd opgericht om uitvoering te geven aan het jaar tevoren gewrjizigde Grond- wetsartikel, dat was tot stand gekomen ter bevrediging in den schoolstrijd. Aan het hoofd van het nieuwe departement werd de zorg opgedragen voor de uitvoering van de wetten en besluiten betreffende de verschillende soorten van onderwijs en verder voor het archiefwezen. de rrjksinstellingen van wetenschap, kunst en kunstonderwijs, voor de instandhouding van de monumenten van geschiedenis en kunst en in het algemeen voor de bevorderlng van Rijkswege van we tenschap en kunst. Het nieuwe departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming geeft reeds door den naam te kennen, dat het het niet langer bij de zorg voor de uitvoering van wetten van onderwijs laten kan: het trekt in de eerste plaats de zorg voor de opvoeding in den ruimsten zin aan zich. De uitdrukkelijke vermelding vn de cultuurbescherming in den naam van het nieuwe departement duidt ai evenZeer op de zooveel engere verantwoorde- lijkheid, welke de modeme staat aanvaardt, voor het geestelrjke leven van het volk, voor de cultuur, als eenheid van dit geestelijke leven, een volkscultuur, voor de ontwikkeling waarvan de staat zijn aansprakelijkheid ge- voelt als een zaak van leven en dood. In 66n adem met het onderwijs wordt thans de lichamelijke opvoeding als een voorwerp van zorg voor het nieuwe departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming genoemd. Maar daarbij houdt de uitbreiding van de helangstelling niet op: de jeuigdleiding en de cultureele verzorging der jeugd, tegelijk echter ook de ontwikkeling van de volwasse- door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIECK—MBEREBOER. 46) Vervolg. HOOFDSTUK XXXIV. Groothertog Alexis krijgt bezoeik. Groothertog Alexis van Canonia had eens drie prachtige paleizen bezeten; zijn vermo- gem werd op meer dan tien millioen geschat. Tijdens den dorlog had hij het bevel gevoerd over een legerafdeelinig en hij had zich in meer dan een opzicht onderscheiden. Zrpi buitengewoon lange gestalte en zijn maget gezicht met den soherpen, gebogen neus wekte algemeen de aandacht. Nu was het uit met zijn maoht; inplaats van in een prachtig paleis, woor:de hij in een armoedig, kaal gemeubeld apartement in Parrjs. Toch werd hij nog steeds met een respect behandeld, dat aan onderdanigheid grensde; de groote kolonie van Caronische uitgewekenen zag in hem nog steeds haar leirter. Deze verarmde aristocraten, die slechts leefden op de hoop dat de revoiution- nairen, die hun land hadden verwoest, op hun beurt overwonnen zouden worden en dat er eens weer een koninkrijk gevestigd zou wor den, stelden een onbeperkt vertrouwen in den man, die gedurende den oorlog beroemd was geweest als de grootste krrjgskundige, die de geschiedenis ooit had gekend. Dien avond was de Groothertog gekleed in 'n afgedragen smoking, die hem evenwel zeer correct kleedde. Hij had juist zijn karig maal beeindigd, dat hem door slechts enkelen bediende geserveerd was den trouwen Boris, die zijn meester in diens ballingschap was gevolgd. Maar ofschoon alles in deze kamcr even armoedig was sigaren hadden plaats gemaakt voor een goedkoope pijp en inplaats van de fijnste wijnen stond er nu slechts bier op tafel droeg de man, die in een ongemakkelijken stoel bij den haard had plaats genomen, ontcgenzeggeljjk het stem- nen, zij zullen in de toekomst meer dan de zorg voor het eigenlijk gezegde onderwijs het hoofd van het departement in beslag gaan nemen. Wordt er vervolgens van de zorg voor op- gravir.gen, voor natuurbescherming en heem- schut gesproken, dan ligt ook hierin een aan- wrjzing, dat de helangstelling, welke voor de wetenschappen zal worden betoond, veel meer dan in het verleden doordrongen zal zijn van het bewustzijn van eenheid tusschen volk en land, een nationaal besef, dat niet in particu- laristisch chauvinisme dient te worden uitge- leefd, maar zich verdiept in wat er wezen- lijk is in de samenleving van een volk met zijn grondgebied en zijn geschiedenis. Vemieuwender nog is de taak, welke aan het nieuwe departement vg.n volksvoorlichting en kunsten is aangewezen. Waar thans in de Grondwet staat, dat niemand voorafgaand verlof noodig heeft, om door de drukpers ge- dachten of gevoelens te openbaren, stond in de Grondwet van 1815, dat het een elk geoor- loofd was om zijne gedachten en gevoelens door de drukpers, als een doelmatig- middel tot uitbreiding van kennis en voortgang van verlichting, te openbaren, zonder eenig voor- afgaand verlof daartoe noodig te hebben. Het behoort tot de uit de practijk gegroei- de inzichten van dezen tijd, dat deze regeling, zoo eenvoudig geformuleerd, niet langer toe- reikend is. ,,De geest van dezen tijd,, aldus dr. Goedewaagen, de secretaris-generaal van het nieuwe departement, is vooral daardoor gekenmerkt, dat ook de volksvoorlichting als onderdeel van de staatstaak wordt aange- voeld". „NatuurIijk, voegde hij eraan toe, niet in dien zin, dat bepaalde meeningen aan het volk moeten worden opgedrongen, maar wel, dat aan de in de samenleving opkomende meeningen en opvattingen vorm en richting worden gegeven". De noodzakelijkheid daar- van betoogde hij in een ander interview; ,,Een valsch hegrepen vrijheidsbegrip, dat niet op het volksgeheel gericht was, maar aan de meest verschillende bijzondere belangen de verst gaande speelruimte llet, had in het Ne- derlandsche openhare leven een chaos doen ontstaan, die aan het volksgeheel zeer groote schade heeft toegebracht." Hoe juist had de Grondwet van 1815 de drukpers gekarakteriseerd als ,,een doelmatig middel tot uitbreiding van kennis en voort- gang van verlichting". Het is een zegeninig van de vorige eeuw geweest, dat de drukpers vrij verklaard was voor de openbaring van gedachten of gevoelens. Maar het middel werd een macht, welke zich, naarmate zij haar invloed verder kon doen strekken, steeds gemakkelijker in de hand van weinigen liet concentreeren. Het werd steeds moeilijker na te gaan, hoever die invloed ging en wie haar oefende. Daarnaast gaven nieuwe vindingen, de film, de radio, gelegenheid nog sneller nog bekorender vat op het publiek te krijgen, vindingen, die, even- eens als .middel tot uitbreiding van kennis en voortgang van (verlichting" aangewend, veel sterker dan dit ook met de pers het geval was geweest als bron van gewin werden ge- exploiteerd en dan ook veeleer tot behagen van de menigte werden aangewend, dan tot de algemeene voorlichting. De staat wAs ten aanzien van film en radio reeds van het vrijheidsbeginsel, dat voor de pers was gesteld, afgeweken; hij hAd reeds naar wegen gezocht om althans eenig toezicht te oefenen. Mettertijd was het steeds duide- lijker geworden, dat het daarbij niet kon blij- pel van zijn hooge afkomst. Niemand zou zich ook maar een oogenblik kitnnem vergissen in den pet-soon van den man, die, verdiept in oude herinneringen, gedachteloos den rook vain zijn pijp zat na te staren. Met moeite. keerde hij tot het heden terug. Vanavond zou' Ghapelle aanwezig zijn bij de vergadering van den Hoogen Raad, die in deze zelfde kamer plaats zou vinden en dan zou hij t-evens van hem vememen hoe de Prinses het maakte. Hij nam aan, dat de man eerljjk was Milhe de Lepney stond. geheel voor hem in, dus dat moest voldoende zijn en toch, hij kon hem onmogelijk sym- pathiek vinden. Het was voor dezen man een hard gelag, dat hij de heerscheres van Caronit zelf geen gastvrrjheid kon aanbieden; inplaats daarvan moest hij zich verlaten op de wel- willendheid van een vreemdeling! Een bediende, gekleed in een tot op den draad versleten livrei, kwam binnen en zei: ,,'Excellentie, een Monsieur Lorinsky vraagt U te spreken." De Groothertog fronste het hooge voor- hoofd. -..Liorinsky?" herhaalde hij en er klonk groote minachtinig in zijn stem. De bediende keek verbouwereerd. „Ik heb hem bij U aangediend, omdat hjj zei dat hij voor een heel belangrijke zaak kwam en U tot elken prijs moest spreken." Hij liep op den haard toe en hield zijn meester een stukje karton voor, waarnaar deze keek als naar iets onzegbaar vies. ,,Ik wil het niet aanraken," zei de Groothertog. Monsieur Lorinsky heeft er iets op ge- schreven, Excellentie." ,Lees het dan voor. De bediende sahraaipte zijn keel. ,,Hij zegt, Excellentie, dat hij U wenscht te spreken met betrekking tot Prinses Corisande en dat de aangelegenheid zeer dringend is." De Groothertog rees in zijn voile lengte op, waardoor hij ver boven zijn bediende uitstak. ,,Wat heeft Lorinsky met een Prinses te maken, Boris?" ,,De wereld staat tegenwoordig op zijn kop", klonk het antwoord. „Dat is waar.' De eens zoo beroemde man boog het hoofd en dacht na. Toen, alsof het een noodzakelijk kwaad was, gaf hij de op dracht: Laat dien man binnenkomen." Een minuut later trad Lorinsky, die zich- zelf .financier" noemde, maar wiens eigen- lijk beroep was geld leenen tegen ruim vol doende zekerheid, binnen en maakte een be- spottelijk diepe buiging. ven. De instellinig van een departement van volksvoorlichting moest eenmaal volgen als de erkenning dat de behoeften aan toezicht, welke de moderne middelen tot uitbreiding van kennis en voortgang van verlichting steeds meer vertoonden in de noodzakelijkheid van leiding Was omgeslagen. Dr. Goedewaagen heeft het doeleinde van deze leiding scherp omlijnd, toen hij zeide: „Een volk moet zich uitleven in vormen van ievensstijl. Het volkt zoekt telkens weer be paalde wegen, waarlangs verschillende vor men van gemeenschapszin zich als het ware aanschouwelijk maken. Ook hier heeft de staat een positieve en opbouwende taak en hij zal daarbij moeten opvoeden op een wijze welke het volksbewustzijn versterkt en den volksaard instand houdt". Dat het een voorzichtige leiding moest zijn heeft hij uitdrukkelijk gezegd. Met name ten aanzien van den kunstenaar constateerde hij, dat de staat niet hij maehte is op rechtstreek- sche wijze inivloed op den kunstenaar te oefe nen. Tendenz-kunst, zeide hij, is in alle op- zichten verkeerd en kansloos. Het moet den staat erom te doen zijri om de voorwaarden te scheppen, niet alleen sociaal, maar ook geestelrjk, om den kunstenaar in zijn vrijheid de kansen voor zelfontpiooiing te geven. Het goed van de vrijheid mag niet worden vergooid. Dit heeft de eerste secretaris- generaal van volksvoorlichting en kunsten reeds op veie manieren gezegd, tegelijk dat hij de behoefte aan nieuwe binding kenschet- ste, die toch eigenlijk niet anders is en wezen mag - dan de bewustwording, weder- om bewustwording van de binding, welke ten alien tijde tusschen het deel en het geheel, individu en gemeenschap bestaat, in de een heid van volk en staat. HET DANSVERBOI) OPGEHEVEN. Van bevoegde zijde wordt aan het A.N.P. medegedeeld, dat het dansverbod van 5 De cember af zoowel voor de Nederlandsche bevolking als voor Duitschers zal worden op- geheven. De opheffing geschiedt bij wijze van proef en zal, indien zich geen moeilrjkheden voor- doen, hlijvend zijn. DE UITVOERING VAN DE DINTKIBl TIEWET 1939. Een comniLssie van advies Snzake het vervallen icrklaren van garanties. De secretaris-generaal van het departe ment van handel, nijverheid en scheepvaart heeft een commissie ingesteld, welke hem van advies dient inzake het vervallen ver- klaren van garanties, gesteld in verband met de uitvoering van de Distributiewet 1939. Tot voorzitter en leden dezer commissie zijn benoemd: dr. D. L. Uyttenboogaart te Heemstede, lid, tevens voorzitter; W. Graadt van Roggen, in De Bilt, lid, tevens plaats- vervanigend voorzitter; Chr. Rueb J.Gzn te Wassenaar, lid en mr. J. B. W. P. Kickert te 's-(Gravenhage, plaatsvervangend lid, tevens secretaris. (St.ct.) WEINIG GASOLIE VOOR HET WEGVERKEER BESGHIKBAAR. Belanghebbenden wordt aangeraden hun xorvoenmiddel te verbouwem. De secretarissen-generaal van handel, nij verheid en scheepvaart en van waterstaat deelen het volgende mede: ,,Laat ons alleen, Boris." Het contrast tusschen den aristocraat en den geldschieter was enorm groot; en met de vlugge opmerkingsgave, toonde Lorinsky direct dat hij dit zelf ook begreep. ,,'Hertog", zei hij, „ik zcu hier niet, gekornen zijn, als het niet ging om een zaak van het grootste ge- wicht." Op ijselijk beleefden en zeer gereserveerden toon antwoordde Groothertog Alexis: ,,Leg mij Uw zaak voor, Monsieur, U noemde op Uw kaartje den naam van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Corisande van Caronia..." Dit was een van de weinige keeren in zijn leven, dat de beroemde veldheer in de rede werd gevallen. ,,-Ze is heelemaal geen Prinses, Hertog; daarom ben ik ook naar.-H toegekomen. Ik vohd dat U het toch moest weten U als leider van de Caroniers in Parijs. Dat is toch zoo, niet?" voegde de spreker er snel aan toe. Hij was alreeds zenuwachtig, maar nu werd hij beslist bang voor den blik in de oogen van den ander. ,/Wat U daar beweert klinkt heel ernstig," zei Groothertog Alexis, ,,Wat bedoelt U pre- cies?" Nu brak een woordenvloed los. ,,Het is niets dan gemeene ziwendel ik bedoel, het is een, oplichterstruc," zed hij. ..Luister goed naar me, Hertog: door hier te komen waag ik mijn leven maar het is mijn plicht. Die blik in de oogen van dat meisje! nooit zal ik dat vergeten!" Ieder ander zou zijn geduld verliezen, maar de Groothertog beduidde Lorinsky plaats te nemen. ,,U behoeft geen haast te maken met Uw verhaal," zei hij, ,,en het lijkt me beter dat U er bij gaat zitten. Ik vraag U excuus dat ik U niet eerder een stoe};. heb aangcboden." Lorinsky trok op zijn typisohe manier zijn schouders op, waartusschen zijn hoofd brjna heelemaal verdween. „Oh, dat is in orde, Hertog." Hij schuifelde naar den hem aangewezen stoel toe en ging op het uiterste puntje zit ten; zoo leek hij preoies een leelijke dwerg. „Ik ben hier gekomen om U alles te ver- tellen wat ik weet. Hertog," vervolgde de bezoeker. ,,Ik ben een geldschieter natuur- lijk noem ik mezelf financier, maar dat doen al'e geldschieters." Zijn toehoorder begroette deze mededeeling met een korten hoofdknik, wat Lorinsky op- vatte als een aanmoediging om door te gaan. Zij, die gebruik maken van dieselautomo- bielen, zullen er rekening mede te houden hebben, dat slechts hij hooge uitzondering gasolie zal kunnen worden toegewezen als motorbrandstof. De huidige gasolie-situatie maakt het zelfs noodig, er op te rekenen, dat binnen afzien- baren tijd slechts zeer weinig gasolie voor het motorwegverkeer verkrijgbaar zal zijn. Belanghebbenden wordt derhalve aangeraden motorrijtuigen, waarvoor gasolie als motor brandstof moet worden gebruikt zoo spoedig mogelijk te vervangen door materiaal, waar voor een andere motorbrandstof geschikt is, of hun materiaal tot dit doel te verbouwen. De benzine-situatie maakt het ongewenscht, de vervaniging te doen geschieden door motor rijtuigen, waarvoor benzine als motorbrand stof moet worden gebruikt. In dit verband wordt de aandacht gevestigd op de mogelijkheid tot het geschikt maken van de betrokken motorrijtuigen voor het gebruik en de montage van gasgeneratoren (hout-, kolen -en turfgeneratoren, alsmede lichtgasinstallaties). De rijksinspecteurs van het verkeer staan ten dienste van belangheb benden voor het verstrekken van inlichtinigen. ROOM VOOR ZIEHEN. Het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd deelt mede, dat de voorloopige regeling voor de verstrekking van room aan zieken waaromtrent 19 Juli j.l. een mededee ling in de pers is gedaan, inmiddels is ver vallen. Voortaan zal room aan zieken uitsluitend tegen een door h?t distributiekantoor afge- gegeven bewijs worden verstrekt, een soort- gelijke regeling derhalve als reeds voor extra- rantsoenen voor gedistribueerde levensmidde- len voor zieken bestaat. De geneesheeren zijn van deze regeling op de hoogte. Zij, die meenen voor de verstrekking van room in aanmerking te komen, dienen zich tot hun geneesheer te wenden, door wiens bemidde- ling een bewijs kan worden verkregen, dat door de plaatselijke distributiediensten wordt afgegeven. Indien een dergelijk bewijs is afgegeven, kan tegen inlevering daarvan aan den nor- malen roomleverancier de op het bewijs ver- melde hoeveelheid room worden verkregen. Het bereiden van room en het afleveren daarvan aan zieken hetgeen dus slechts tegen overlegging van bedoeld bewijs kan geschieden mag uitsluitend geschieden door houders van een z.g.n. kamvergunning, die tevens in het bezit zijn van een vergunning tot het bereiden en afleveren van room voor zieken, afgegeven door de afd. zuivelcontrole der Nederlandsche Zuivelcentrale in de be trokken provincie. Room voor andere doeleinden kan niet be- schikbaar worden gesteld. VOORZIGHTIG BIJ LUOHTAFWEER. Het komt steeds opnieuw voor, dat dooden en gewonden onder de burgerbevolking te betreuren zijn omdat het voorschrift, dat bij het schieten van het luchtafweergeschut dek- king moet worden gezocht, niet wordt opge- volgd. De bevolking, aldus het A.N.P., wordt daarom nogmaals dringend aangemaand ook dan, wanneer geen luchtalarm gegeven wordt en alleen het afweergeschut schiet, tijdig dek- king te zoeken en in geen geval uit nieuws- gierigheid op straat te blijven. ,,Een dezer dagen kwam een man, Cher- les Ohappelle g'enaamd..." Charles Chappelle!" herhaalde de Groot hertog op zachten toon. Juist! Kent U hem, Hertog? Als U hem kemt, hou dan vooral allebei Uw oogen goed open, Hertog! hij is een gemeene oplich- ter, een slecht mensch!" ,,Hoe weet U dat?" was de kalme vraag. „Hoe ik dat weet, Hertog? Wel, natuurlijk omdat ik naar hem heb geinformeerd daar om! Maar, zooals ik daarnet al zei..." ,,Ja, vervolg alstublieft Uw verhaal, Mon sieur Lorinsky, ik vind het bijzonder interes- sant." ,,Nu dan, die Chappelle komt bij me en vraagt me vijfti'gduizend pond ter leen tegen welke zekerheid denkt U? Dat raadt U nooitAls onderpand bood hij het geld en de juweelen aan, die hij de Credit Lyon- nais liggen en die jullie, Caroniers, daar be- waren voor den nieuwen Koning of Koningin, die jullie op den troon willen plaatsen, als de revolutionnairen verslagen zijn." ,,En leende U hem dat geld?" ..Welnee, Hertog! Het leek me dat er een luchtje aan zat; ik vertrouwde die Chappelle niet. Ik heb in mijn leven een heeleboel op- lichters ontmoet, en er is heel wat voor noo dig om Lorinsky er tusschen te nemen. Ziet U, Hertog, direct toen ik in de kranten die geschiedenis -over de Prinses las, vermoedde ik al dat er meer achter zat!" ,,Maar ze is werkelijk de eehte Prinses. Ik heb het meisje zelf gezien en haar herkend als de dochter van den overleden Keizer." ,,Bent U daar zoo zeker van, Hertog?" ,,Ik ben er heel zeker van." ,,Dan," zei Lorinsky en trok als in wan- hoop zijn schouders op, „ben ik een dwaas geweest om hier te komen. Maar waeht nog eens even U hebt nog niet alles gehoord; ik zal het U zoo kort mogelijk vertellen. Chappelle wou dus die vijftigduizend pond hebben en hood, zooals Ik al zei, het geld en de juweelen aan als onderpand." ,,Hij had niet het recht dat te doen." ,,Dat dacht ik ook. Als U me dat geld was komen vragcn, zou U het direct gekregen hebben, want dan was ik er van overtuigd geweest dat het zaakje in orde was. Maar toen die Amerikaan bij me kwam en dat ge- weldige verhaal deed over zijn ontdekking van de werkelijke Prinses, zei ik tegen me zelf: dat lijkt me niet te vertrouwen." (Wordt vervolgd.) Doos 30 cent. Bij Apoth. en Drogist. EEN GESPREK MET DEN RIJKSCOMMISSARIS. Een medewerker van de Volkischer Beob- achter heeft in zijn blad verslag van een onderhoud met Rrjkscommissiaris Rijksminis- ter Seyss-Inquart. In dit gesprek maakte de Rijkscommissaris o.a. deze opmerking, dat men heden ten dage reeds kon zeggen, dat het geheele Europee- sche continent den strgd tegen Bngeland voert en aldus ook de kraehten van Nederland dezen beslissenden strijd voor de vrijheid van Buropa ten goede zullen komen. .Daarbij zijn we ons de bloedverwantsehap van het Nederlandsche en Duitsche volk bewust, en dat laat ons vol verantwoordelijkheid en op- merkzaam en met zorg het oog houden op de toekomst van Nederland, zelfs wanneer we in het Nederlandsche volk nog niet overal begrip voor deze gemeenschap vinden". De voomaamste taak van het Rijkscommis- sariaat was, afgezien van de bestrijding van de werkloosheid, het herstel vain de verkeers- wegen, de bruggen, de versperde waterwegen geweest. Tegen den herfst was het ook gelukt alle noodzakelijke verkeersinstaliaties weer in bruikbaren en stabielen toestand te brengen. Na opgemerkt te hebben dat van een vrij- handelsland van den meest liberalen stempel, van een over de zee uitziend oeconomisch ge- bied, een land met een geleide oeconomie, dat zich zal voegen naar de continentale huis- houding, moet worden gemaakt, vervolgde hij: „En de Nederlanders zelf, die immers steeds toegankelijk zijn voor plannen op groote schaal, gelooven ook, dat hun land zijn goede plaats zal kunnen handhaven. Men is aan de Maas steeds 'n goed en voorzichtig koopman geweest, heeft steeds met bedachtzaamheid gewerkt. Het bewijs hiervoor: ook ondanks de spanning tengevolge van den huidigen toestand, is het financie- en valutawezen van Nederland geheel in orde gebleven". ,,Dat ook in de toekomst Nederland met het Rijk zal samengaan, aldus de Rijkscommis saris, is in verschillende maten de overtuiging van brjna alle politiek toonaangevende krin- gen. Het is natuurlijk, dat alleen al uit het feit van de bezetting en de met de nieuwe ordening samenhangemde moeilijkheden en ook krachtens de geaardheid van het Neder landsche volk voorloopig een zekere terug- houdendheid aan den dag treedt. Ik kan anderzijds vaststellen, dat het verkeer met onize soldaten een volstrekt open en zelfs vriendschappelijk karakter draagt. En in het streven zoowel het eigen volk van nut te zijn, als ook den roep te volgen, dien de Fiihrer tot de Germaansche volkeren gericht heeft, zege- viert de noodzakelijkheid van een ook inwen- dig-Nederlandsche politieke nieuwe ordening overeenkomstig de grondslagen van de eer van het bloed en van den arbeid." „Wij zelf zullen in Nederland geen politieke beslissing treffen wij willen den Nederlan ders echter voorgaan in het beleven van de nationaal-socialistische volksgemeenschap, in het Rijk en in de wijde ruimte van het groot- Germaansche machtsbereik. En voor mij lijdt het geen twijfel, hoe het Nederlandsche volk in den tijd, welken het past, beslissen zal". Ook wat de verbondenheid met het Duit sche cultureele leven betreft, meende de Rijkscommissaris, dat hier geen bevelend in- grijpen van noodde zou zijn. Deze dingen moeten door de Nederlanders zelf worden be slist. ,,Maar ik herhaal, wat ik reeds zeide: ik voor mij twijfel er niet aan, nac- welken kant deze beslissing vallen zal." BOUW- EN STICHTING VAN EEN STIIOO- CELLULOiSEFABEIEK. In de Vrijdag onder voorzitterschap van Dr. F. H. Fentener van Vlissingen gehouden buitengewone algemeene vergadering van aandeelhouders van de A.K.U., kwamen als punten van hehandeling, de voorstellen aan de orde omtrent fabricage van textielvezel (cel- vezel en melkwol), alsmede de financiering daarvan. Zooals bekend, produceeren de Aku-fabrie- ken hoofdzakelijk uit houtcellulose vervaar-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1