ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
.•nLICHTPUm
mmuwHuis
...Ed TDEH KDMTI
5inT-niCDLAA5l
No. 10.146
VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940
80s Jaargang
Kostelooze inenting.
Binnenland
KOU OP
EERSTE BLAD
kostelooze inenting of herinenting.
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN I>E 8ANDB
GIRO 38150 TELEFOON No. 2078.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KI.EINE ADVERTENTU5Nper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
IBurgemeester en Wethouders van HOEK
m&ken bekend, dat op ZATERDAG SO NO
VEMBER a.*., des namiddags van 23 nur,
tea buize van den gemeente-geneesheer de
gelegenbeid zal zijn opengesteld tot
De gescbikste leeftijd om kinderen te doen
iaenten ligt tusscben 3 maanden en 2 jaar.
Moek, 29 November 1940.
Burgemeester en Wetbouders voomoemd,
Mr. J. A. VAN TIENHOVEN,
Burgemeesrter.
J. DREGMANSSecretaris.
DE WINTERHXILP EN ZEELAND.
De directeur-generaal van de Winterhulp-
NederianJ, de heer C. Piek, heeft, volgens de
Pr. Z. Crt., Dinsoag in Goes en in Middelburg
met de burgemeesters van Zeeuwscbe ge-
meenten vergaderd teneinde deze plaatselijke
directeuren van die Winterhulp voor te lichten
en te instrueeren.
Beide vergaderingen werden gepresideerd
d<»or Mr. P. Dieleman, waarnemend commis-
sarls der provincie Zeeland. Mede aanwezig
was Mr W. K. Dieleman, provinciaal-direc-
teur van Winterbulp voor Zeeland.
la de bijeenkomst, die Dinsdagmorgen in de
raadzaal te Goes werd gehouden, waren aan
wezig de burgemeesters van Zuid- en Noord-
Beveland, Tbolen en St. Pbilipsland.
Mr. P. Dieleman, die de bijeenkomst opende,
aeMe, dat de Winterhulpgedachte, niet van
vreemden bodem stamt, maar reeds sedert
memschen heugenis in ons volk wortelt.
Helaas werkten de verschillende instellingen
op bet gebied van liefdadigheid dikwijls tegen
elkaar in, en naast elkaar inplaats van met
eikaar.
Teneinde de Winterhulpactie den gewensch-
ten uteun te verleenen, is in Zeeland opge-
richt een provinclale eere-raad, welks samen-
steDing dezer dagen zal worden gepubiiceerd.
Viee-voorzitter van dezen raad is Mr. Stie-
ger; zitting in den raad bebben de predikan-
bea en voorgangers van alle kerkgenootschap-
pen en vertegenwoordigers van de meest uit-
ee«loopcnde groepen der bevolking.
(Spr. zei, dat al deze inwoners van Zeeland
met vertrouwen tot de Zeeuwen treden, zoo-
dat door gemeenschappelijke arbeid goed
werk voor de povincie zal worden verricht.
De heer Piek spreekt.
Hiema was het woord aan den directeur-
geaeraal van Winterbulp, die een uitvoerig
overzicbt gaf van het ontstaan der instelling,
vaa haar werkmethoden en van baar doel-
stalling. Spr. wees erop, dat art. 2 van de
verordening 109, betrekking hebbend op open-
bare oollecten en inzamelingen reeds in den
zoaaer ontstond, dus maanden voordat van
Winterbulp sprake was. Genoemd artikel
heeft veel ontstemming gewekt bij de groepen
der bevolking die charitatief altijd sterk
werkzaam zijn geweest. Zij voelden zich be
lt not in hun arbeid.
Spr. zei, dat deze groepen, meestal ten
onrechte, zich ook tegen Winterhulp hebben
gekant. Dit komt waarschijnlijk omdat zij
niet weten, dat Winterbulp het charitatief
kerkelijke leven niet kan en wil beperken;
iategendeel de in de kerk gegroeide tradities
wil laten voortbestaan. Spr. persoonlyk zal
er steeds naar streven dat het kerkelijke
ckaritatieve werk zicb op normale wijze zal
blijrcn ontwikkelen.
De heer Piek raadde alle organisaties op
charitatief gebied, die willen doorwerken,
maar die in botsing komen met art. 2 van de
verordening 109, aan, zich tot zijn bureau in
Dt.n Haag te wenden, waar men bereid is
aflee in bet werk te stellen om een goede op-
lossing te vinden. Spr. zei verder, dat het
doe) der Winterhulp is een goede verdeeling
van de voor hulp afgestane goederen in Ne-
deriand te bewerkstelligen, en de bulpbehoe-
ventien aan een betere minimum-levensDasis
te helpen dan tot nu toe gescbiedde.
Bet ligt in de bedoeling een gedeelte van
de gelden, die in een gemeente worden opge-
haald voor hulpverleening in die gemeente te
bestemmen.
Er zullen gemeentcn zijn, b.v. Middek.urg
ea Vlissingen, die door den bijzonderen toe-
stand, waarin zij verkeeren, het gebeele inge-
aamelde bedrag kunnen bebouden en boven-
dien nog gelden van andere gemeenten krjj-
gen.
In andere gemeenten echter zal meer wor-
den opgebaald dan men daar noodig heeft, en
cmdat Winterhulp voor geheel Nederland
werkt, zou het dwaas zijn elke plaats in het
bezit van bet opgebrachte te laten.
Spr. wijdde uitvoerig uit over bet sprookje,
dat het geld van Winterhulp voor Duitsch
land zou zijn bestemd. Om dit sprookje uit
de wereld te helpen heeft hij van Winterhulp
eem glazen huis gemaakt, dat voor alle blik-
ken toegankelyk Is. Er is een landelijk eere-
eomit6, dat toe ziet, en er is een financieele
Totnmissie, waarin de heeren Trio en Zuider-
hof en zes Nederlandsche bankiers zitting
hebben.
W|j hebben niets te verbergen; wij willen
niets verbergen. Wij willen de Nederlandsche
gemeenschap juist toonen dat en hoe wij al
leen voor haar werken.
Hiema gaf de heer Piek de burgemeesters
enkele richtlynen aan voor hun taak. Zij d:e-
nen werkgemeenschappen te vormen, met de
bestaande charitatieve organisaties als ker-
ken, die aangevuld kunnen worden met alien
die zich voor dit sociale doel interesseeren.
Gewaakt dient echter te word»n Pgen elke
poglng om Winterhulp te misbruiken voor
politieke doeleinden. Bewegingen als N.S.B.,
Nederlandsche Unie en Nationaal Front, zul
len, als zy voor Winterhulp werken, zich heb
ben te onthouden van elke aanduiding, van
elk teeken, dat aan him partij herinnert. Geen
collectanten in uniform, doch burgers, die ter
onderscheid een rood-wit-blauwe band dragen.
■Hiema zette de heer Piek uiteen, welke
motieven hem tot zijn taak hebben gebracht.
Het technisch motief werd ontleend aan de
geweldige versplintering op charitatief gebied
in ons land, waardoor de zonderlingste ver-
houdingen ontstonden.
De versplintering had een grooten terug-
slag op de liefdadigheid. Men gaf een dubbel-
tje aan de 9400 collecten per jaar in Nedier-
land om van verder gevraag af te zyn, maar
men gaf niet meer om der wille van het doel.
Spr. wil deze geforceerde groep van gevers
dichter brengen bij de groep, die altijd uit
waaracbtigen aandrang heeft gegeven en ver
der aan den anderen kant de groep, die
steeds als van zelf sprekend incasseerde, in
een juistere vec-houding stellen ten opzichte
van degenen, die verwaarloosd werden omdat
zij het vemederend vonden door de gemeen
schap te worden geholpen.
Winterhulp wil alien in ons land opvoeden
tot vreugdevoller geven en tot vreugdevoller
ontvangen.
Tenslotte zei de heer Piek dat hij dezen
arbeid heeft gekozen omdat hy voelt ons volk,
door het een sociale taak te geven, tot een
eenheid te kunnen brengen.
Talrijke groepen, die thans afwachten,
niets doen, kunnen door dit sociale werk tot
activeering worden gebracht. Op politiek ge
bied blijkt het Nederlandsche volk elkaar niet
te kunnen vinden. Door gemeenschappelyk
werk om een groote sociale taak, zal, naar
spr. hoopte, de sterke eenheid ontstaan, die
straks het Nederlandsche volk een waardige,
zelfstandige plaats in het nieuwe Europa zal
bezorgen.
Zoowel in de vergadering te Goes, als in die
te Middelburg, welke laatste werd bygewoond
door alle burgemeesters van Walcheren, ont
stond na de rede van den directeur-generaal
een levendige gedachtenwisseling.
Alle vragen werden uitvoerig en openhartig
beantwoord, waama verschillende sprekers
verklaarden, dat zy volkomen vertrouwen in
het werk van Winterhulp hadden gekregen,
en dat zij alles in het werk zouden stellen
om ook hun gemeenten van het mooie doel
te doordringen.
Op een der vragen antwoordde de heer Piek
dat Winterhulp het eerste de gezinnen met
kinderen ten goede zal komen, omdat deze
tijd voomamelijk de jeugd bedreigt in den
vorm van t.b.c. Dit geldt niet het minst voor
Zeeland, door gezinsinkomsten een der armste
provincies van het land, waar vele huishou-
dens door styging der levenskosten, geen geld
genoeg hebben om de hen door de distributie
toegedachte hoeveelheden aan te schaffen en
waar de jeugd door psychische factoren wel-
licht ook minder profijt van het voedsel trekt
dan de jeugd, die in de rustige gedeelten des
lands woont.
Winterhulp wil niet slechts rechtstreeks
helpen door geld of voedsel te verstrekken,
doch zoo noodig om indirect aan de, door
tijdsomstandigheden te zwaar belaste huis-
vrouwen, haar taak te verlichten.
Vele burgemeesters vroegen den heer Piek
of hij kan garandeeren, dat het in Zeeland
byeengebrachte geld aan de bewoners van
Zetland zal worden besteed.
De heer Piek antwoordde hierop, dat gezien
de verhoudingen in Nederland en de behoof-
ten in Zeeland, men practisch kan aannemen,
dat niet alleen het in Zeeland verzameldie geld
in Zeeland zal blijven, maar dat ook nog van
elders byeengebrachte gelden bedragen voor
Zeeland zullen worden afgezonderd.
PLAATSINGSVERORDENING OVER-
HEIDS- EN SEMI-DVERHEIDS-
PERSONEEL.
De Staatscourant bevat de volgende "oe-
schikking van den secretaris-generaal, waar
nemend hoofd van het departement van bin-
.lenlandsche zaken, regelende de wyze van
aanvulling van het personeel by de dien3ten,
bedrijven en instellingen van het rijk. de pro-
vincien, de gemeenten en de Nederlandsche
spoorwegen.
Aan deze verordening Ontieenen wij:
In de behoefte aan personeel bij de diensten,
bedryven en inste'.lingen, zoowel van het rijk
als de provincien, de gemeenten en de Neder
landsche spoorwegen zal worden voorzien
door aanwijzing van daarvoor geschikte
krachten uit de volgende categorieen van
personen
a. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks of
middellijk bij het rijk in dienstbetrekking
waren, betzij in burgerlijken dienst, hetzij als
beroepsmilitair.
b. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot
waren van wachtgeld als burgerlyk of mili-
tair ryksambtenaar, als ambtenaar by een
provincie, bij een gemeente of bij de Neder
landsche spoorwegen.
c. Zy, die ten gevolge van in en door den
militairen dienst bekomen letsel uit dien
dienst zyn ontslagen onder toekenning van
pensioen, doch die niet uitsluitend met dit
pensioen in hun levensonderhoud kunnen
voorzien.
d. (Houders der akte van bekwaamheid als
onderwijzer.
Indien in de behoefte aan een werkkracht
moet worden voorzien, dient het in deze tot
benoemen of tot indienststellen bevoegd ge-
zag aan het departement van binnenlandsche
zaken een aanvraag in tot aanwyzing van een
geschikten candidaat.
Kan geen geschikte candidaat worden aan-
gewezen, dan mag in de bestaande vacature
worden voorzien door keuze uit vrije sollici-
tanten.
Candidaten, die ter vervulling van eeniger-
lei functie zijn aangewezen en die weigeren
om deze functie te aanvaarden, worden niet
meer ter vervulling van een andere vacature
bestemd.
De regeling ter bevordering van de benoe-
ming in betrekkingen in dienst van het rijk
van houders der akte van bekwaamheid als
onderwijzer wordt bij deze ingetrokken.
Deze verordening wordt geacht in werking
te zijn getreden met ingang van 1 Augustus
1940.
REGELING VAN DE GEBLOKKEERDE
MARKEN-BELASTING.
De Vereeniging voor den Effentenhandel
deelt, met machtiging van den secretaris-
generaal van het departement van financien,
het volgende mede:
a. Indien een koop en verkoop van Duit-
sche effecten tusschen ingezetenen en voor
hun rekening plaats vindt, is noch de ver-
kooper noch de kooper belasting op grond
van het geblokkeerde markenbelastingbesluit
1940 schuldig.
b. Indien een ingezetene aan een niet-
ingezetene Duitsche effecten verkoopt, zal
deze ingezetene de belasting schuldig zijn, in
dien en voorzoover uit deze transactie direct
of indirect een overmaking uit het Duitsche
ryk naar Nederland, als bedoeld in genoemd
besluit, voortvloeit of heeft plaats gevonden.
c. Ten opzichte van den handel in Duit
sche effecten beteekent het vorenstaande, dat
de geblokkeerde markenbelasting op banken,
bankiers en commissionnairs in effecten, die
ingezetenen zijn die voor eigen rekening of
voor rekening van hun clienten, die ingezete
nen zijn, koopen en verkoopen, niet toepasse-
lijk is, zoodat aan dezen handel geSi bezwa-
ren uit hoofde dezer belasting in den weg
staan.
De bepaling, dat de handel in Duitsche
fondsen geschiedt onder de voorwaarde, dat
de kooper den verkooper vrijwaart voor de
financieele gevolgen, welke voor den verkoo
per kunnen ontstaan uit hoofde van de ge
blokkeerde markenbelasting, blyft gehand-
haafd, doch heeft in verband met de voren
staande onder a, b. en c. genoemde mededee-
lingen slechts beteekenis, indien de koop
plaats had voor rekening van een niet-inge-
zetene.
DE REDE VAN DEN RMKSCOMMTSSARIS
TE MAASTRICHT.
Het Utrechtseh Nieuwsblad schrrjft:
Herhaald heeft de Rijkscommissaris, dat
het onze aacigelegenheid is, welke politieke
besluiten wij- nemen. Deze herhaling Is daar-
om zoo belan.grijk, omdat men wel eens den
indruk kreeg althans een dergelijke op-
vatting onder het publiek kon beluistereci
dat dit stadium achterhaald was. Maar even-
goed heeft de Rijkscommissaris gezegd, dat
by zyn standpunt zal voorbehouden. En
overigens heeft hij nogmaals te verstaan ge
geven, dat het zijn wensch is, dat wij natio-
naal-socialdstisch worden: waartoe anders
zou hy met zooveel woorden gewezen hebben
op het voorbeeld, dat hij- ons geeft. Een
voorbeeld, dat slechts ter navolging bestemd
is. En weer herhalen wij, wat wij al eens
vroeger gezegd hebben: Hoe kan men van
een Duitsch nationaal-socialist verlangen, dat
hij in iets anders vertrouwen heeft en iets
anders het beste vindt dan het Duitsche
nationaal-socialisme Al die maatregelen,
welke men daar als juist heeft gevoeld, zal
hij ook hier willen toepassen, omdat hij
als overtuigd nationaal-socialist meent,
dat zulks voor het volk het beste is.
Ten slotte dringt een nieuw en zeer belang-
rijk element in de rede van den Rijkscom
missaris naar voren, n.L dat waar hij over
de gemeenschap van het volk spreekt. Hij
bedoelt daarmede, de gemeenschap van het
Duitsche volk, maar vcegt er aan toe, dat
deze gemeenschap is ontstaan uit het bloed
en dat dit bloed een grootere ruimte vult dan
de Duitsche, n.L de ruimte der Germaansche
volkcn. Wanneer de Rijkscommissaris hier-
aan toevoegt, dat Duitschland een bijzondere
verantwoordelijkheid voelt voor de volkeren
van Germaansch bloed, dan begrijpt men, dat
hij dit belangrijke probleem nog pas zeer
voorzichtig heeft aangesneden en dat het
volgende redevoeringen voorbehouden zal zijn
dit them a. nader uit te werken.
Hoe deze uitwerking- moet worden gedacht,
is niet moeilijk te bedenken voor hen, die in-
zicht hebben. Als men in Duitschland de ge-
meehschap zoo bijzonder toejuicht en nu
spreekt van een gemeenschap van het bloed,
dat daarbij zoo'n belangrijke plaats inneemt,
dan kan men ook verwacbten, dat eerlang deze
Duitsche gemeenschap moet worden uitge-
breid met die volken, die gemeenschappelijk
bloed hebben. Dan kan men ook begrijpen,
dat Duitschland wil, dat -Duitsche recepten
hier worden toegepast: dan kan men ook be
grijpen, dat het feit, dat ons volk een Ger
maansch volk is, nog verre consequentles met
zich zal brengen. Want- sprak de Rijkscom
missaris niet van zijn wensch de groote lots-
gemeenschap der Germaansche volkeren op
te bouwen? Gebondenheid en verbcndenheid
met Duitschland zullen de eerste voorwaar-
den voor deze lotsgemeenschap zijn.
ONTWIKiKELING VAN DE EUROPEESCHE
VOLKSGEMEENSCHAP.
De toekomst van de overwoimen
landen is afhankelijk ran houding
jegens Duitschland.
In toonaargever.de Duitsche hladen wordt,
volgens het AN.P. het beginsel uiteengezet,
dat de Europeesche volkengemeenschap,
welke uit de nieuwe ordering van het Euro
peesche vasteland te voorschijn zal komen,
algemeen en ondeelbaar zal zijn, en dat dan-
om geen enkel volk zich daaraan zal kunnen
onttrekken.
Zoo schrijft de „Vdlkischer Beobachter":
Aan elk Europeesch volk wordt thans reeds
de vraag gesteld, of bet uit vryen wil en hel-
der inzicht aan den nieuwen opbouw van
Europa wil meemerken. Elk volk moet daar-
by het volgende punt duidelijk voor oogen
staan: Duitschland en Italie zullen het geen
oogenblik dulden, dat op eenigerlei plaats on-
verstand of zelfs gebrek aan inzicht, om niet
te spreken van kwaadwilligheid, dit opbou-
wende werk zullen saboteeren.
Niemand kan zich thays nog als stille ven-
noot van de Britsche firma beschouwen, an
ders verliest hij voor de toekomst bet recht
om in Europa ook slechts de meest beschei-
den rol te spelen. Dit Inzicht moge vooral
den volken, die hun aanhankelijkbeid jegens
Engeland met een vemietigende nederlaag
hebben moeten betalen, zwaar vallen, het is
echter onvermijdelijk.
Tot dezelfde conclusies komt de perschef
der regeering van het gouvemement-generaal,
Wilhelm Zarske, in een artikel betreffende de
verhouding van Duitschland tot de in den
oorlog overwonnen landen, waarin hij betoogt,
dat deze verhouding slechts op wederkeerig-
heid kan zijn gegrondvest.
Duitschland zal tezamen met zijn Italiaan-
schen vriend op het Europeesche vasteland
den toon aangeven. Daarom eischt het ver-
stand, dat de vroegere oorlogstegenstanders
uit eigen beweging d'enovereenkomstive con
clusies trekken voor hun eigen verhouding tot
het Duitsche volk.
Duitschland zal de Franschen, Belgen,
Nederlanders en Noren zoo behandelen als
hun houding is jegens Duitschland.
Ter verduidelyking van dit beginsel wordt
de verhouding tusschen Duitschland en
Frankrijk vooral afhankelijk gesteld van de
vraag, of Frankrijk door eigen bijdragen het
bewijs wil leveren, dat het eerlijk het voor-
nemen koestert, zich in het nieuwe Europa
onder de Duitsch-Italiaansche leiding te
schikken.
De toekomst van Belgie, Nederland en
Noorwegen ten slotte houdt ten nauwste ver
band met de bereidwilligheid in elk opzicbt
tot het Duitsche volk toenadering te zoeken,
waarbij dit be3luit uit eigen beweging, na zeer
nauwkeurig eigen onderzoek, dient te worden
genomen.
Deze overwegingen en vermaningen doen
uitkomen, welk een groote beteekenis naar
Duitsch inzicht moet worden gehecht aan een
heldere opvatting van de nieuwe Europeesche
werkelrjkheid voor de verdere ontwikkeling
van de verhoudingen op het continent.
DISTRIBUTIE VAN VASTE
BRANDSTOFFEN.
Het is gebleken, dat in enkele gevallen op
het aanvraagformulier voor vaste brandstof-
fen de aanvragers slechts die vertrekken heb
ben vermeld, welke inderdaad verwarmd kun
nen worden, of die, welke zij in vorige jaren
hebben verwarmd.
Het was echter de bedoeling, dat voor de
vaststelling van bet aantal uit te reiken
brandstoffenbonnen het totaal aantal vertrek
ken werd opgegeven.
Ten gevolge van dit misverstapd zijn som-
mige brandstofverhruikers in de groepen van
1 tot en met 4 vertrekken (voor haarden en
kachels of in de groep 1 tot en met 6 ver
trekken (voor centrale verwarming) gerang-
schikt, terwijl zij in de betreffende hoogere
groep thuis behooren.
Aan hen wordt nog tot uiterlrjk 7 December
a.s. de gelegenbeid gegeven een nieuw z.g.
A-formulier bij den plaatselijken distributie-
dienst aan te vragen en na invulling bij dezen
dienst in te leveren.
Vanzelfsprekend zullen de distributiediens-
ten slechts overgaan tot uitreiking van het
aanvullend aantal brandstoffenbonnen, nadat
zy van de juistheid van de opgave overtuigd
zijn.
HET ONTSLAG VIAN IN OPENjUAREN
DIENST WERKZAME JODEN.
Het AN.P. deelt mede:
Ter verzekecdng van de openbare veiligheid
rust en orde in de bezette Nederlandsche ge-
bieden heeft het bevoegde bureau van den
Rijkscommissaris het noodig geoordeeld,
tegon de Joden, die een openbaar ambt be-
kleeden of in openbaren dienst werkzaam
zijn, wegens de tegen de bezettingsmogend-
heid gerichte actie van het Jodendom maat
regelen te nemen.
Op grond van een rondschrijven is derhal-
ve bepaald, dat zulke Joden uit hun ambt of
uit hun werk k ring dien en te worden ontsla
gen.
Hun aanspraken op uitkeeringen op grond
van hun weckkrinig of op andere tegenpres-
taties van materieelen aard blijven daarbij
onaangetast.
Met miskenning van het doel van dezen
maatregel hebben de studenten te Delft en
Leiden voor de Joden partij getrokken en het
bezoeken der colleges voor den tijd van 48 uur
gestaiakt.
Als algemeene waarschuwing heeft de com-
missaris-generaal voor bestuur en justitie zich
genoodzaakt gezien, de technische hooge-
school te Delft en de universiteit te Leiden,
alsmede de daaraan verbonden instituten
voor de studenten van alle jaarklassen on-
middellijk tot niader order te sluiten.
ENGELSCHE, BOMMEN.
Het AN.P. meldde d.d. Woensdag:
Er vallen over den afgeloopen nacht geen
emstige aanvallen van Elngelsche vliegers te
vermelden.
Een man is zwaar gewond, eenige buizen
zijn licht beschadigd.
JAPAN ZAL KRAOHTIG PROTESTEEREN
BIJ NED.-INDIe.
Matsoeoka, de Japansche minister van bui-
tenianasche zaken, zal, volgens Domei, naar
men verwacht, binnenkort bij den Nederland-
schen gezant, generaal J. C. Pabst, krachtig
Wrijf s avonds rug en borst in met
Dampo. Ddn onderde wol! Volgenda
moraenbeter!Pot50ct. Doos 3Qct
protesteeren tegen de, herhaalde anti-Japan-
sche daden in Nederlandsch Oost-Indie. In
het protest zullen formeele verontschuldigin-
gen, een schadevergoeding en een waarborg
voor de toekomst worden geeischt.
In den laatsten tijd hebben zich drie em
stige voorvallen afgespeeld.
1. Een Japansche eigenaar van een yzer-
gieterij te Batavia wend op 11 November aan-
gevallen en gewond door een Nederiandschen
politie-heambte.
2. Een Japansche vlag, welke uithing bij
een kapperswinkel te Bandoeng, werd op 23
November verfcrand.
3. Denzelfden dag werd Arijosji, de kan-
selier van het Japansche consulaat-generaal
te Batavia, aangehouden door een schild-
wacht, toen hij het paleis van den gouver-
neur-generaal van Nederlandsch Oost-Indie
paaseerde, waarna hij met geweld naar een
politiebureau werd overgebnacht. Hy werd
echter spoedig op vrije voeten gesteld, omdat
niet alleen de beschuldiging van het illegaal
fotografeeren van het paleis van den G.-G.
volkomen ongegrond bleek te zijn zooals
hij zelf steeds met nadruk had verklaard
doch het fotografeeren ook wettelijk was toe-
gestaan, waaruit de onnoodiige onderdrukking
door de Nederlandsche autoritedten blijkL
Verder is nog melding gemaakt van en
kele minder belangrijke gevallen, o.a. geweld-
pleging door Nederlandsche soldaten.
DE ZEDELIJKE EN MATERIEELE
BELANGEN VAN HET GEZIN.
Naar gemeld wordt is kortelings in het
leven geroepen een eomitd, dat zich ten doel
stelt de studie en de behartdging van de zede-
lijke en materieele belangen van het gezin in
Nederland.
Het comite stelt zich op het standpunt van
de christelijke beginselen in het echtelijke
leven, de huwelijkswetgeving en de opvoeding.
Het zal zich op de hoogte houden van de om-
standigheden, waarin het gezinsleven in
Nederland verkeert en, waar noodig, niet al
leen een beroep doen op de medewerking der
betreffende autoriteiten, om de bs-langen van
het gezinsleven te beschermen, maar zich ook
wenden tot de publieke opinie, ten einde een
gunstige mentaliteit ten opzichte van huwe-
lijk en huisgezin aan te kweeken en te be-
vorderen.
Het comitd, dat voorloopig is samengesteld
uit de heeren: Dr. J. P. Chr. de Boer, D. L.
Da-aider, Dr. H. Hijmans, Dr. W. C. Meisis en
Dr. Pr. Twaalfhoven, is voorgesteld aan den
secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van sociale zaken.
AANSLUITINEr BIJ EEN BINNENVAART-
CENTRALE.
Blijkens het nieuwe reglement houdende
nadere bepalingen van het besluit van den
secretaris-generaal van het departement van
waterstaat, betreffende de intemationale
binnenvaart (Verordenin-genblad stuk 38, no.
216) moeten eigenaren van 1 tot en met 3
schepen voor de intemationale binnenvaart
zich aansluiten bij de stichtiing Nederlandsche
particuliere Rijnvaart-centrale, eigenaren van
meer dan 8 schepen bij de vereeniging Oen-
traal bureau voor de Rijn- en binnenscheep-
vaart en eigenaren van 4 tot en met 8 sche
pen al naar hun vervoeroeconomische func
tie bij een van beide organisaties.
INSPECTEUR-GENERAAL DER
NEDERLANDSCHE POIJTIE.
De Rykscommissaris voor het bezette
Nederlandsche gebied heeft op voordracht
van den secretaris-generaal van het departe
ment van justitie luit.-kolonel A. W. de
Koningh benoemd tot inspecteur-generaal der
Nederlandsche politie.
Luit.-kolonel de Koningh was tot nu toe
inspecteur der marechaussee. Hij werd op 14
*0^