ALGEMEEN NIEUWS- EN AOVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN .•nLICHTPUm mmuwHuis ...Ed TDEH KDMTI 5inT-niCDLAA5l No. 10.146 VRIJDAG 29 NOVEMBER 1940 80s Jaargang Kostelooze inenting. Binnenland KOU OP EERSTE BLAD kostelooze inenting of herinenting. ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN I>E 8ANDB GIRO 38150 TELEFOON No. 2078. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KI.EINE ADVERTENTU5Nper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien by regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst 6en dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. IBurgemeester en Wethouders van HOEK m&ken bekend, dat op ZATERDAG SO NO VEMBER a.*., des namiddags van 23 nur, tea buize van den gemeente-geneesheer de gelegenbeid zal zijn opengesteld tot De gescbikste leeftijd om kinderen te doen iaenten ligt tusscben 3 maanden en 2 jaar. Moek, 29 November 1940. Burgemeester en Wetbouders voomoemd, Mr. J. A. VAN TIENHOVEN, Burgemeesrter. J. DREGMANSSecretaris. DE WINTERHXILP EN ZEELAND. De directeur-generaal van de Winterhulp- NederianJ, de heer C. Piek, heeft, volgens de Pr. Z. Crt., Dinsoag in Goes en in Middelburg met de burgemeesters van Zeeuwscbe ge- meenten vergaderd teneinde deze plaatselijke directeuren van die Winterhulp voor te lichten en te instrueeren. Beide vergaderingen werden gepresideerd d<»or Mr. P. Dieleman, waarnemend commis- sarls der provincie Zeeland. Mede aanwezig was Mr W. K. Dieleman, provinciaal-direc- teur van Winterbulp voor Zeeland. la de bijeenkomst, die Dinsdagmorgen in de raadzaal te Goes werd gehouden, waren aan wezig de burgemeesters van Zuid- en Noord- Beveland, Tbolen en St. Pbilipsland. Mr. P. Dieleman, die de bijeenkomst opende, aeMe, dat de Winterhulpgedachte, niet van vreemden bodem stamt, maar reeds sedert memschen heugenis in ons volk wortelt. Helaas werkten de verschillende instellingen op bet gebied van liefdadigheid dikwijls tegen elkaar in, en naast elkaar inplaats van met eikaar. Teneinde de Winterhulpactie den gewensch- ten uteun te verleenen, is in Zeeland opge- richt een provinclale eere-raad, welks samen- steDing dezer dagen zal worden gepubiiceerd. Viee-voorzitter van dezen raad is Mr. Stie- ger; zitting in den raad bebben de predikan- bea en voorgangers van alle kerkgenootschap- pen en vertegenwoordigers van de meest uit- ee«loopcnde groepen der bevolking. (Spr. zei, dat al deze inwoners van Zeeland met vertrouwen tot de Zeeuwen treden, zoo- dat door gemeenschappelijke arbeid goed werk voor de povincie zal worden verricht. De heer Piek spreekt. Hiema was het woord aan den directeur- geaeraal van Winterbulp, die een uitvoerig overzicbt gaf van het ontstaan der instelling, vaa haar werkmethoden en van baar doel- stalling. Spr. wees erop, dat art. 2 van de verordening 109, betrekking hebbend op open- bare oollecten en inzamelingen reeds in den zoaaer ontstond, dus maanden voordat van Winterbulp sprake was. Genoemd artikel heeft veel ontstemming gewekt bij de groepen der bevolking die charitatief altijd sterk werkzaam zijn geweest. Zij voelden zich be lt not in hun arbeid. Spr. zei, dat deze groepen, meestal ten onrechte, zich ook tegen Winterhulp hebben gekant. Dit komt waarschijnlijk omdat zij niet weten, dat Winterbulp het charitatief kerkelijke leven niet kan en wil beperken; iategendeel de in de kerk gegroeide tradities wil laten voortbestaan. Spr. persoonlyk zal er steeds naar streven dat het kerkelijke ckaritatieve werk zicb op normale wijze zal blijrcn ontwikkelen. De heer Piek raadde alle organisaties op charitatief gebied, die willen doorwerken, maar die in botsing komen met art. 2 van de verordening 109, aan, zich tot zijn bureau in Dt.n Haag te wenden, waar men bereid is aflee in bet werk te stellen om een goede op- lossing te vinden. Spr. zei verder, dat het doe) der Winterhulp is een goede verdeeling van de voor hulp afgestane goederen in Ne- deriand te bewerkstelligen, en de bulpbehoe- ventien aan een betere minimum-levensDasis te helpen dan tot nu toe gescbiedde. Bet ligt in de bedoeling een gedeelte van de gelden, die in een gemeente worden opge- haald voor hulpverleening in die gemeente te bestemmen. Er zullen gemeentcn zijn, b.v. Middek.urg ea Vlissingen, die door den bijzonderen toe- stand, waarin zij verkeeren, het gebeele inge- aamelde bedrag kunnen bebouden en boven- dien nog gelden van andere gemeenten krjj- gen. In andere gemeenten echter zal meer wor- den opgebaald dan men daar noodig heeft, en cmdat Winterhulp voor geheel Nederland werkt, zou het dwaas zijn elke plaats in het bezit van bet opgebrachte te laten. Spr. wijdde uitvoerig uit over bet sprookje, dat het geld van Winterhulp voor Duitsch land zou zijn bestemd. Om dit sprookje uit de wereld te helpen heeft hij van Winterhulp eem glazen huis gemaakt, dat voor alle blik- ken toegankelyk Is. Er is een landelijk eere- eomit6, dat toe ziet, en er is een financieele Totnmissie, waarin de heeren Trio en Zuider- hof en zes Nederlandsche bankiers zitting hebben. W|j hebben niets te verbergen; wij willen niets verbergen. Wij willen de Nederlandsche gemeenschap juist toonen dat en hoe wij al leen voor haar werken. Hiema gaf de heer Piek de burgemeesters enkele richtlynen aan voor hun taak. Zij d:e- nen werkgemeenschappen te vormen, met de bestaande charitatieve organisaties als ker- ken, die aangevuld kunnen worden met alien die zich voor dit sociale doel interesseeren. Gewaakt dient echter te word»n Pgen elke poglng om Winterhulp te misbruiken voor politieke doeleinden. Bewegingen als N.S.B., Nederlandsche Unie en Nationaal Front, zul len, als zy voor Winterhulp werken, zich heb ben te onthouden van elke aanduiding, van elk teeken, dat aan him partij herinnert. Geen collectanten in uniform, doch burgers, die ter onderscheid een rood-wit-blauwe band dragen. ■Hiema zette de heer Piek uiteen, welke motieven hem tot zijn taak hebben gebracht. Het technisch motief werd ontleend aan de geweldige versplintering op charitatief gebied in ons land, waardoor de zonderlingste ver- houdingen ontstonden. De versplintering had een grooten terug- slag op de liefdadigheid. Men gaf een dubbel- tje aan de 9400 collecten per jaar in Nedier- land om van verder gevraag af te zyn, maar men gaf niet meer om der wille van het doel. Spr. wil deze geforceerde groep van gevers dichter brengen bij de groep, die altijd uit waaracbtigen aandrang heeft gegeven en ver der aan den anderen kant de groep, die steeds als van zelf sprekend incasseerde, in een juistere vec-houding stellen ten opzichte van degenen, die verwaarloosd werden omdat zij het vemederend vonden door de gemeen schap te worden geholpen. Winterhulp wil alien in ons land opvoeden tot vreugdevoller geven en tot vreugdevoller ontvangen. Tenslotte zei de heer Piek dat hij dezen arbeid heeft gekozen omdat hy voelt ons volk, door het een sociale taak te geven, tot een eenheid te kunnen brengen. Talrijke groepen, die thans afwachten, niets doen, kunnen door dit sociale werk tot activeering worden gebracht. Op politiek ge bied blijkt het Nederlandsche volk elkaar niet te kunnen vinden. Door gemeenschappelyk werk om een groote sociale taak, zal, naar spr. hoopte, de sterke eenheid ontstaan, die straks het Nederlandsche volk een waardige, zelfstandige plaats in het nieuwe Europa zal bezorgen. Zoowel in de vergadering te Goes, als in die te Middelburg, welke laatste werd bygewoond door alle burgemeesters van Walcheren, ont stond na de rede van den directeur-generaal een levendige gedachtenwisseling. Alle vragen werden uitvoerig en openhartig beantwoord, waama verschillende sprekers verklaarden, dat zy volkomen vertrouwen in het werk van Winterhulp hadden gekregen, en dat zij alles in het werk zouden stellen om ook hun gemeenten van het mooie doel te doordringen. Op een der vragen antwoordde de heer Piek dat Winterhulp het eerste de gezinnen met kinderen ten goede zal komen, omdat deze tijd voomamelijk de jeugd bedreigt in den vorm van t.b.c. Dit geldt niet het minst voor Zeeland, door gezinsinkomsten een der armste provincies van het land, waar vele huishou- dens door styging der levenskosten, geen geld genoeg hebben om de hen door de distributie toegedachte hoeveelheden aan te schaffen en waar de jeugd door psychische factoren wel- licht ook minder profijt van het voedsel trekt dan de jeugd, die in de rustige gedeelten des lands woont. Winterhulp wil niet slechts rechtstreeks helpen door geld of voedsel te verstrekken, doch zoo noodig om indirect aan de, door tijdsomstandigheden te zwaar belaste huis- vrouwen, haar taak te verlichten. Vele burgemeesters vroegen den heer Piek of hij kan garandeeren, dat het in Zeeland byeengebrachte geld aan de bewoners van Zetland zal worden besteed. De heer Piek antwoordde hierop, dat gezien de verhoudingen in Nederland en de behoof- ten in Zeeland, men practisch kan aannemen, dat niet alleen het in Zeeland verzameldie geld in Zeeland zal blijven, maar dat ook nog van elders byeengebrachte gelden bedragen voor Zeeland zullen worden afgezonderd. PLAATSINGSVERORDENING OVER- HEIDS- EN SEMI-DVERHEIDS- PERSONEEL. De Staatscourant bevat de volgende "oe- schikking van den secretaris-generaal, waar nemend hoofd van het departement van bin- .lenlandsche zaken, regelende de wyze van aanvulling van het personeel by de dien3ten, bedrijven en instellingen van het rijk. de pro- vincien, de gemeenten en de Nederlandsche spoorwegen. Aan deze verordening Ontieenen wij: In de behoefte aan personeel bij de diensten, bedryven en inste'.lingen, zoowel van het rijk als de provincien, de gemeenten en de Neder landsche spoorwegen zal worden voorzien door aanwijzing van daarvoor geschikte krachten uit de volgende categorieen van personen a. Zij, die op 15 Mei 1940 rechtstreeks of middellijk bij het rijk in dienstbetrekking waren, betzij in burgerlijken dienst, hetzij als beroepsmilitair. b. Zij, die op 15 Mei 1940 in het genot waren van wachtgeld als burgerlyk of mili- tair ryksambtenaar, als ambtenaar by een provincie, bij een gemeente of bij de Neder landsche spoorwegen. c. Zy, die ten gevolge van in en door den militairen dienst bekomen letsel uit dien dienst zyn ontslagen onder toekenning van pensioen, doch die niet uitsluitend met dit pensioen in hun levensonderhoud kunnen voorzien. d. (Houders der akte van bekwaamheid als onderwijzer. Indien in de behoefte aan een werkkracht moet worden voorzien, dient het in deze tot benoemen of tot indienststellen bevoegd ge- zag aan het departement van binnenlandsche zaken een aanvraag in tot aanwyzing van een geschikten candidaat. Kan geen geschikte candidaat worden aan- gewezen, dan mag in de bestaande vacature worden voorzien door keuze uit vrije sollici- tanten. Candidaten, die ter vervulling van eeniger- lei functie zijn aangewezen en die weigeren om deze functie te aanvaarden, worden niet meer ter vervulling van een andere vacature bestemd. De regeling ter bevordering van de benoe- ming in betrekkingen in dienst van het rijk van houders der akte van bekwaamheid als onderwijzer wordt bij deze ingetrokken. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 Augustus 1940. REGELING VAN DE GEBLOKKEERDE MARKEN-BELASTING. De Vereeniging voor den Effentenhandel deelt, met machtiging van den secretaris- generaal van het departement van financien, het volgende mede: a. Indien een koop en verkoop van Duit- sche effecten tusschen ingezetenen en voor hun rekening plaats vindt, is noch de ver- kooper noch de kooper belasting op grond van het geblokkeerde markenbelastingbesluit 1940 schuldig. b. Indien een ingezetene aan een niet- ingezetene Duitsche effecten verkoopt, zal deze ingezetene de belasting schuldig zijn, in dien en voorzoover uit deze transactie direct of indirect een overmaking uit het Duitsche ryk naar Nederland, als bedoeld in genoemd besluit, voortvloeit of heeft plaats gevonden. c. Ten opzichte van den handel in Duit sche effecten beteekent het vorenstaande, dat de geblokkeerde markenbelasting op banken, bankiers en commissionnairs in effecten, die ingezetenen zijn die voor eigen rekening of voor rekening van hun clienten, die ingezete nen zijn, koopen en verkoopen, niet toepasse- lijk is, zoodat aan dezen handel geSi bezwa- ren uit hoofde dezer belasting in den weg staan. De bepaling, dat de handel in Duitsche fondsen geschiedt onder de voorwaarde, dat de kooper den verkooper vrijwaart voor de financieele gevolgen, welke voor den verkoo per kunnen ontstaan uit hoofde van de ge blokkeerde markenbelasting, blyft gehand- haafd, doch heeft in verband met de voren staande onder a, b. en c. genoemde mededee- lingen slechts beteekenis, indien de koop plaats had voor rekening van een niet-inge- zetene. DE REDE VAN DEN RMKSCOMMTSSARIS TE MAASTRICHT. Het Utrechtseh Nieuwsblad schrrjft: Herhaald heeft de Rijkscommissaris, dat het onze aacigelegenheid is, welke politieke besluiten wij- nemen. Deze herhaling Is daar- om zoo belan.grijk, omdat men wel eens den indruk kreeg althans een dergelijke op- vatting onder het publiek kon beluistereci dat dit stadium achterhaald was. Maar even- goed heeft de Rijkscommissaris gezegd, dat by zyn standpunt zal voorbehouden. En overigens heeft hij nogmaals te verstaan ge geven, dat het zijn wensch is, dat wij natio- naal-socialdstisch worden: waartoe anders zou hy met zooveel woorden gewezen hebben op het voorbeeld, dat hij- ons geeft. Een voorbeeld, dat slechts ter navolging bestemd is. En weer herhalen wij, wat wij al eens vroeger gezegd hebben: Hoe kan men van een Duitsch nationaal-socialist verlangen, dat hij in iets anders vertrouwen heeft en iets anders het beste vindt dan het Duitsche nationaal-socialisme Al die maatregelen, welke men daar als juist heeft gevoeld, zal hij ook hier willen toepassen, omdat hij als overtuigd nationaal-socialist meent, dat zulks voor het volk het beste is. Ten slotte dringt een nieuw en zeer belang- rijk element in de rede van den Rijkscom missaris naar voren, n.L dat waar hij over de gemeenschap van het volk spreekt. Hij bedoelt daarmede, de gemeenschap van het Duitsche volk, maar vcegt er aan toe, dat deze gemeenschap is ontstaan uit het bloed en dat dit bloed een grootere ruimte vult dan de Duitsche, n.L de ruimte der Germaansche volkcn. Wanneer de Rijkscommissaris hier- aan toevoegt, dat Duitschland een bijzondere verantwoordelijkheid voelt voor de volkeren van Germaansch bloed, dan begrijpt men, dat hij dit belangrijke probleem nog pas zeer voorzichtig heeft aangesneden en dat het volgende redevoeringen voorbehouden zal zijn dit them a. nader uit te werken. Hoe deze uitwerking- moet worden gedacht, is niet moeilijk te bedenken voor hen, die in- zicht hebben. Als men in Duitschland de ge- meehschap zoo bijzonder toejuicht en nu spreekt van een gemeenschap van het bloed, dat daarbij zoo'n belangrijke plaats inneemt, dan kan men ook verwacbten, dat eerlang deze Duitsche gemeenschap moet worden uitge- breid met die volken, die gemeenschappelijk bloed hebben. Dan kan men ook begrijpen, dat Duitschland wil, dat -Duitsche recepten hier worden toegepast: dan kan men ook be grijpen, dat het feit, dat ons volk een Ger maansch volk is, nog verre consequentles met zich zal brengen. Want- sprak de Rijkscom missaris niet van zijn wensch de groote lots- gemeenschap der Germaansche volkeren op te bouwen? Gebondenheid en verbcndenheid met Duitschland zullen de eerste voorwaar- den voor deze lotsgemeenschap zijn. ONTWIKiKELING VAN DE EUROPEESCHE VOLKSGEMEENSCHAP. De toekomst van de overwoimen landen is afhankelijk ran houding jegens Duitschland. In toonaargever.de Duitsche hladen wordt, volgens het AN.P. het beginsel uiteengezet, dat de Europeesche volkengemeenschap, welke uit de nieuwe ordering van het Euro peesche vasteland te voorschijn zal komen, algemeen en ondeelbaar zal zijn, en dat dan- om geen enkel volk zich daaraan zal kunnen onttrekken. Zoo schrijft de „Vdlkischer Beobachter": Aan elk Europeesch volk wordt thans reeds de vraag gesteld, of bet uit vryen wil en hel- der inzicht aan den nieuwen opbouw van Europa wil meemerken. Elk volk moet daar- by het volgende punt duidelijk voor oogen staan: Duitschland en Italie zullen het geen oogenblik dulden, dat op eenigerlei plaats on- verstand of zelfs gebrek aan inzicht, om niet te spreken van kwaadwilligheid, dit opbou- wende werk zullen saboteeren. Niemand kan zich thays nog als stille ven- noot van de Britsche firma beschouwen, an ders verliest hij voor de toekomst bet recht om in Europa ook slechts de meest beschei- den rol te spelen. Dit Inzicht moge vooral den volken, die hun aanhankelijkbeid jegens Engeland met een vemietigende nederlaag hebben moeten betalen, zwaar vallen, het is echter onvermijdelijk. Tot dezelfde conclusies komt de perschef der regeering van het gouvemement-generaal, Wilhelm Zarske, in een artikel betreffende de verhouding van Duitschland tot de in den oorlog overwonnen landen, waarin hij betoogt, dat deze verhouding slechts op wederkeerig- heid kan zijn gegrondvest. Duitschland zal tezamen met zijn Italiaan- schen vriend op het Europeesche vasteland den toon aangeven. Daarom eischt het ver- stand, dat de vroegere oorlogstegenstanders uit eigen beweging d'enovereenkomstive con clusies trekken voor hun eigen verhouding tot het Duitsche volk. Duitschland zal de Franschen, Belgen, Nederlanders en Noren zoo behandelen als hun houding is jegens Duitschland. Ter verduidelyking van dit beginsel wordt de verhouding tusschen Duitschland en Frankrijk vooral afhankelijk gesteld van de vraag, of Frankrijk door eigen bijdragen het bewijs wil leveren, dat het eerlijk het voor- nemen koestert, zich in het nieuwe Europa onder de Duitsch-Italiaansche leiding te schikken. De toekomst van Belgie, Nederland en Noorwegen ten slotte houdt ten nauwste ver band met de bereidwilligheid in elk opzicbt tot het Duitsche volk toenadering te zoeken, waarbij dit be3luit uit eigen beweging, na zeer nauwkeurig eigen onderzoek, dient te worden genomen. Deze overwegingen en vermaningen doen uitkomen, welk een groote beteekenis naar Duitsch inzicht moet worden gehecht aan een heldere opvatting van de nieuwe Europeesche werkelrjkheid voor de verdere ontwikkeling van de verhoudingen op het continent. DISTRIBUTIE VAN VASTE BRANDSTOFFEN. Het is gebleken, dat in enkele gevallen op het aanvraagformulier voor vaste brandstof- fen de aanvragers slechts die vertrekken heb ben vermeld, welke inderdaad verwarmd kun nen worden, of die, welke zij in vorige jaren hebben verwarmd. Het was echter de bedoeling, dat voor de vaststelling van bet aantal uit te reiken brandstoffenbonnen het totaal aantal vertrek ken werd opgegeven. Ten gevolge van dit misverstapd zijn som- mige brandstofverhruikers in de groepen van 1 tot en met 4 vertrekken (voor haarden en kachels of in de groep 1 tot en met 6 ver trekken (voor centrale verwarming) gerang- schikt, terwijl zij in de betreffende hoogere groep thuis behooren. Aan hen wordt nog tot uiterlrjk 7 December a.s. de gelegenbeid gegeven een nieuw z.g. A-formulier bij den plaatselijken distributie- dienst aan te vragen en na invulling bij dezen dienst in te leveren. Vanzelfsprekend zullen de distributiediens- ten slechts overgaan tot uitreiking van het aanvullend aantal brandstoffenbonnen, nadat zy van de juistheid van de opgave overtuigd zijn. HET ONTSLAG VIAN IN OPENjUAREN DIENST WERKZAME JODEN. Het AN.P. deelt mede: Ter verzekecdng van de openbare veiligheid rust en orde in de bezette Nederlandsche ge- bieden heeft het bevoegde bureau van den Rijkscommissaris het noodig geoordeeld, tegon de Joden, die een openbaar ambt be- kleeden of in openbaren dienst werkzaam zijn, wegens de tegen de bezettingsmogend- heid gerichte actie van het Jodendom maat regelen te nemen. Op grond van een rondschrijven is derhal- ve bepaald, dat zulke Joden uit hun ambt of uit hun werk k ring dien en te worden ontsla gen. Hun aanspraken op uitkeeringen op grond van hun weckkrinig of op andere tegenpres- taties van materieelen aard blijven daarbij onaangetast. Met miskenning van het doel van dezen maatregel hebben de studenten te Delft en Leiden voor de Joden partij getrokken en het bezoeken der colleges voor den tijd van 48 uur gestaiakt. Als algemeene waarschuwing heeft de com- missaris-generaal voor bestuur en justitie zich genoodzaakt gezien, de technische hooge- school te Delft en de universiteit te Leiden, alsmede de daaraan verbonden instituten voor de studenten van alle jaarklassen on- middellijk tot niader order te sluiten. ENGELSCHE, BOMMEN. Het AN.P. meldde d.d. Woensdag: Er vallen over den afgeloopen nacht geen emstige aanvallen van Elngelsche vliegers te vermelden. Een man is zwaar gewond, eenige buizen zijn licht beschadigd. JAPAN ZAL KRAOHTIG PROTESTEEREN BIJ NED.-INDIe. Matsoeoka, de Japansche minister van bui- tenianasche zaken, zal, volgens Domei, naar men verwacht, binnenkort bij den Nederland- schen gezant, generaal J. C. Pabst, krachtig Wrijf s avonds rug en borst in met Dampo. Ddn onderde wol! Volgenda moraenbeter!Pot50ct. Doos 3Qct protesteeren tegen de, herhaalde anti-Japan- sche daden in Nederlandsch Oost-Indie. In het protest zullen formeele verontschuldigin- gen, een schadevergoeding en een waarborg voor de toekomst worden geeischt. In den laatsten tijd hebben zich drie em stige voorvallen afgespeeld. 1. Een Japansche eigenaar van een yzer- gieterij te Batavia wend op 11 November aan- gevallen en gewond door een Nederiandschen politie-heambte. 2. Een Japansche vlag, welke uithing bij een kapperswinkel te Bandoeng, werd op 23 November verfcrand. 3. Denzelfden dag werd Arijosji, de kan- selier van het Japansche consulaat-generaal te Batavia, aangehouden door een schild- wacht, toen hij het paleis van den gouver- neur-generaal van Nederlandsch Oost-Indie paaseerde, waarna hij met geweld naar een politiebureau werd overgebnacht. Hy werd echter spoedig op vrije voeten gesteld, omdat niet alleen de beschuldiging van het illegaal fotografeeren van het paleis van den G.-G. volkomen ongegrond bleek te zijn zooals hij zelf steeds met nadruk had verklaard doch het fotografeeren ook wettelijk was toe- gestaan, waaruit de onnoodiige onderdrukking door de Nederlandsche autoritedten blijkL Verder is nog melding gemaakt van en kele minder belangrijke gevallen, o.a. geweld- pleging door Nederlandsche soldaten. DE ZEDELIJKE EN MATERIEELE BELANGEN VAN HET GEZIN. Naar gemeld wordt is kortelings in het leven geroepen een eomitd, dat zich ten doel stelt de studie en de behartdging van de zede- lijke en materieele belangen van het gezin in Nederland. Het comite stelt zich op het standpunt van de christelijke beginselen in het echtelijke leven, de huwelijkswetgeving en de opvoeding. Het zal zich op de hoogte houden van de om- standigheden, waarin het gezinsleven in Nederland verkeert en, waar noodig, niet al leen een beroep doen op de medewerking der betreffende autoriteiten, om de bs-langen van het gezinsleven te beschermen, maar zich ook wenden tot de publieke opinie, ten einde een gunstige mentaliteit ten opzichte van huwe- lijk en huisgezin aan te kweeken en te be- vorderen. Het comitd, dat voorloopig is samengesteld uit de heeren: Dr. J. P. Chr. de Boer, D. L. Da-aider, Dr. H. Hijmans, Dr. W. C. Meisis en Dr. Pr. Twaalfhoven, is voorgesteld aan den secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van sociale zaken. AANSLUITINEr BIJ EEN BINNENVAART- CENTRALE. Blijkens het nieuwe reglement houdende nadere bepalingen van het besluit van den secretaris-generaal van het departement van waterstaat, betreffende de intemationale binnenvaart (Verordenin-genblad stuk 38, no. 216) moeten eigenaren van 1 tot en met 3 schepen voor de intemationale binnenvaart zich aansluiten bij de stichtiing Nederlandsche particuliere Rijnvaart-centrale, eigenaren van meer dan 8 schepen bij de vereeniging Oen- traal bureau voor de Rijn- en binnenscheep- vaart en eigenaren van 4 tot en met 8 sche pen al naar hun vervoeroeconomische func tie bij een van beide organisaties. INSPECTEUR-GENERAAL DER NEDERLANDSCHE POIJTIE. De Rykscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied heeft op voordracht van den secretaris-generaal van het departe ment van justitie luit.-kolonel A. W. de Koningh benoemd tot inspecteur-generaal der Nederlandsche politie. Luit.-kolonel de Koningh was tot nu toe inspecteur der marechaussee. Hij werd op 14 *0^

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1