„Mijnhardtjes" Reuze Kou- en Pijnverdrijvers E'!J2
Buitenland
politieke wilsvorming van ons volk geen weg,
waarop het niet te rekenen heeft met het be-
staan van de N.S.B.
Zoowel Nationaal Front als de Nederland-
scbe Unie hebben de NjS.B. meer dan eens
voorgehouden, dat zij ,,on-Nederlandscb'' was.
Nationaal Front stond van den beginne af en
de Nederlandsche Unie is op den duur op een
nationaal en socialistisch standpunt komen te
staan, vanwaar zij met hun verwijt aan de
N.S.B. vooral bedoelden, dat deze zich te zeer
door het voorbeeld van het Duitsche natio-
naal-socialisme leiden liet.
Sedert het onderhoud, dat de heer Mussert
met den Fiihrer gehad heeft, is echter vooral
van Duitschen kant de ijver voor de Neder
landsche zaak van den leider van de N.S.B.
geprezen en als de heer Meijer, de leider van
Nationaal Front, thans constateert, dat het
niet zoo is, dat Nederland slechts ddn bewe-
ging telt, die het nationalistisch kan maken,
maar verschillende, vervolgt hij: „Allen stre-
ven naar een Nederlandsch socialisme, of, in-
dien men wU, een Nederlandsch nationaal-
socialisme".
Deze .alien", dit zijn ,,de drie revolution-
naire groepeerin.gen in ons land", waarvan de
Unie spreekt, de Nederlandsche Unie, Natio
naal Front en N.S.B.
Overigens is de Nederlandsche Unie daar-
om nog niet zoover, dat zij N.S.B. en Natio
naal Front op een lijn stelt. De heer Meijer
zou er tevreden mee zijn, wanneer de N.S.B.
om te beginnen wilde aanvaarden, „dat zij
niet de eenige beweging is, die ons volk bin-
nen zulk een nationaal-socialistisch Europa
kan binnenleiden".
De Nederlandsche Unie schrijft weliswaar,
dat het programma, waarop de N.S.B. en Ver-
dinaso elkaar gevonden hebben, door de
Nederlandsche Unie geheel onderschreven
wordt (en, voegt zij eraan toe, waarschijnlijk
ook door Nationaal Front). Maar, vervolgt
zij, dit programma is nog niet voldoende om
beide groepen tot samenwerking met de
N.S.B. te laten besluiten.
En dan maakt zij, in zeer vagen vorm,
nochtans een kennelijke toespeling op de be-
zwaren, welke zij vroeger over de N.S.B. heeft
geuit: Waarom is overeenstemming over een
politiek programma niet voldoende? ,,Omdat,
v66rdat de vraag naar een politiek program
ma aan de orde komt, de zekerheid moest be-
staan, dat tenslotte alle politieke activiteit
alleen gedragen kan worden door de zorg om
de toekomst van het Nederlandsche volk en
in het werkelijke belang van dit volk zijn
laatste verantwoording vindt." „Zoolang hier-
aan ook maar de minste twijfel bestaat,
schrijft De Unie, kan van samenwerking geen
sprake zijn." Maar nadat nog eens wordt ge
steld, dat niet kan worden ontkend, dat voor
dezen twijfel grond aanwezig is, vervolgt het
blad: „Wiji zouden niets liever zien, dan dat
door daden werd getoond, dat deze twijfel
niet langer gerechtvaardigd is."
Geen van beide groepen is voorloopig ech
ter hoopvol gestemd. ,,Eenheid op politiek
gebied is op dit oogenblik nog niet mogelijk",
heeft ,,De Weg" in het voorlaatste nummer
geschreven. ,,Wat niettemin wel mogelijk is",
schreef de heer Meijer toen, „is samenwer
king op ander gebied. Bijv. op sociaal-econo-
misch, op cultureel gebied enz." Hij kondigde
toen een geschrift aan, waarin hij desbetref-
fende voorstellen aan de Duitsche autoriteiten,
aan de N.S.B. en aan de Nederlandsche Unie
hoopte voor te leggen.
,,Niet alleen met belangstelling" ziet al-
thans de Nederlandsche Unie deze voorstellen
thans tegemoet.
Wij weten wel, dat de NjS.B. tot dusver al
heel weinig toenaderingsgezindheid gebleken
is. Anderzijds doet zij echter zelve voortdu-
rend moeite om door middel van een agrarisch
front en vele amdere fronten in aanraking
met niet bij haar beweging aangeslotenen te
komen. Haar arbeidsfront heeft zij zelfs ont-
bonden, om voor de leden daarvan in het
N.V.V. op een zoo veel breeder grondslag
samenwerking te zoeken.
Het hoeft dus niet heelemaal ondenkbaar te
worden geacht, dat een samenwerking, welke
de politiek voorloopig op den achtergrond
houdt, kans van slagen heeft. Het zou, zoo
is men geneigd te denken, een goede gelegen-
heid voor de verschillende groepen zijn om
elkaar van hun goede bedoelingen te over-
tuigen, voordat de raad van het Verbond voor
Nationaal Herstel ten einde raad komt.
STRENGERE BEPALINGEN INZAKE DE
VERDUISTEREVG.
In den laatsten tijd is yastgesteld, dat aan
de verduisteringsvoorschriften slechts zeer
gebrekkig de hand gehouden wordt. Vooral
heeft dit betrekking op den tijd van de avond-
en de ochtendschemering. Steeds moet weer
geconstateerd worden, dat winkeliers hun
etalageverlichting en lichtreclames ook na
zonsondergang nog laten branden. Voorts kan
men vaak zien, dat in woningen zoowel
's avonds als in den vroegen ochtend licht
wordt aangedraaid zonder dat de ramen ver-
duisterd zijn. Ook met hand- en zaklantaarns
wordt steds weer lichtzinnig en onvoorzich-
tig omgegaan. Dergelijke overtredingen zul-
len voortaan onvoorwaardelijk gestraft wor
den.
Binnenkort kunnen in dit opzicht nieuwe
bepalingen verwacht worden. Daarom wordt
men reeds nu op het volgende opmerkzaam
gemaakt
1. Etalage- en reclameverlichting dienen
in de toekomst geheel buiten bedrijf gesteld
te worden en mogen ook gedurende den dag
niet meer worden ingeschakeld.
2. Zaklantaarns mogen, wanneer zij niet
afgeschermd zijn,' in de open lucht niet meer
gebruikt worden. Worden goed afgeschermde
zaklantaarns in de open lucht gebruikt, dan
moeten de daarvoor geldende voorschriften in
acht genomen worden. Het is o.a. ten streng-
ste verboden, zaklantaarns naar boven te
doen schijnen.
3. De politie heeft opdracht ontvangen,
scherp op te letten, dat de onder 1 en 2 ge
noemde bepalingen worden nageleefd.
Lantaarns, die niet volgens de voorschrif
ten worden gebruikt, kunnen door de politie
zonder meer in beslag genomen worden.
Nogmaals wordt de verwachting uitgespro-
ken, dat de bevolking begrip zal toonen ten
aanzien van de verduisteringsbepalingen en
er zich streng aan zal houden.
DE R I.J KSSERUMIN RIGHT IN G.
Wisseling van directeur.
Bij beschikking van den secretaris-generaal
waamemend hoofd van het departement van
landbouw en visscherij van 13 November
1940, directie van den landbouw, is met in-
gang van 1 December 1940:
1. aan dr. L. F. D. E. Lourens te Rotter
dam op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als directeur der Rrjksseruminrichting te Rot
terdam;
2. benoemd tot directeur der Rijksserym-
inrichting te Rotterdam, dr. B. J. C. te Hen-
nepe, thans bacterioloog aan voornoemde
inrichting.
De nieuwbenoemde directeur, dr. te Herr-
nepe, die o.m. onze rubriek Pluimveeteelt
verzorgt, is 4 October 1884 te WinterswijK
geboren. Hij heeft de H;B.S. te Wageningen
bezocht en aan de Veeartsenijkundige Hooge-
school te Utrecht gestudeerd. In 1906 be-
haalde hij zijn diploma als veearts en reeds
1 maand daarna volgde zijn aanstelling aan
de rijksseruminrichting.
Dr. te Hennepe heeft zich vooral gewijd
aan de bestrijding van de ziekten van het
pluimgedierte. Zoowel in het laboratorium
als in de practijk heeft hij voortdurend proef-
nemingen gedaan op dit terrein. Verschillen
de regeeringsmaatregelen in het belang van
den pluimveestapel zijn van de onderzoekin-
gen van dr. te Hennepe een gevolg geweest.
Met succes heeeft hij ook verschillende malen
entingen in gevallen van epidemie tot het
beteugelen van de ziekte leidden (Amersfoort,
Volendam). In 1919 is de nieuwe directeur
van de serumiririchting te Bern gepromo-
veerd op een proefschriftEntingen tegen
tubereulose. In vakbladen, zoowel als in de
dagbladpers heeft dr. te Hennepe tal van
artikelen over bedrijfspluimgedierte geschre
ven. Hij is de stichter van twee proefsta-
tions en verleent ook zijn medewerking aan
de werkzaamheden van de Internationale
organisatie voor de pluimveewetenschap.
Behalve als wetenschappelijk man heeft de
heer te Hennepe ook naam gemaakt als
sportbeoefenaar, met name van de roeisport.
Hij is lid van verdienste van De Maas en
heeft zitting gehad in het hoofdbestuur van
den Nederlandschen roeibond.
Van zijn geschriften op ander gebied noe-
men we nog: Vegetarisme en lichaamscul-
tuur en De weg tot schoonheid en gezondheid
en voorts artikelen op philosophisch terrein,
op welk terrein hij een volgeling van Bol-
land is.
HET BETALINGSVERKEER TUSSOHEN
DUITSCHEAND EN NEDERLAND.
Een nadere toelichting op de
jongste „Runderlass".
De Deutsche Zeitung van Donderdagavond
bevat 'n beschouwing omtrent de nieuwe basis
waarop het betalingsverkeer tusschen
Duitschland en Nederland thans is gesteld,
overeenkomstig de Runderlass No. 89/40 van
30 October j.l.
De Duitsche groep Particulier Bankbedrijf
heeft thans in een circulaire verschillende
kwesties die omtrent het gewrjzigde betalings-
systeem waren gerezen, behandeld en hier-
door verschillende moeilijkheden uit den weg
geruimd. Bedoelde circulaire is het resultaat
van besprekingen, die op het ministerie voor
economische zaken te Berlijn zijn gevoerd.
Reis- en grensverkeer.
Met betrekking tot het reis- en grensver
keer wordt medegedeeld, dat Nederlandsche
betaalmiddelen thans ook bij de deviezen-
banken op vertoon van een vergunning tot
overschrijding van de grens, zonder bijzondere
•goedkeuring kunnen worden verworven.
Kapitaal- en dienstenverkeer.
Inzake het kapitaal- en dienstenverkeer
wordt onderstreept, dat terwijl de alge-
meene deviezenvergunning bepaalt, dat voor
het overmaken van nenten, .opbrengsten,
winstaandeelen enz. uit vermogensinvesteerin-
gen van in de bezette Nederlandsche gebieden
woonachtige personen een speciale goedkeu
ring niet meer wordt vereischt deze inte
rest, opbrengsten, huren e.d. niet steeds on-
middelijk naar Nederland behoeven te wor
den overgemaakt. Veeleer zal het mogelijk
zijn dergelijke betalingen op een bijzondere
rekening te crediteeren en eerst, nadat een
grooter saldo is ontstaan, naar Nederland te
transfereeren.
Het vrije betalingsverkeer van M. 5000 per
maand kan ook dienen voor de voldoening van
grootere verplichtingen, in welk geval elke
maand de betaling kan worden voortgezet tot
de geheele schuld 'zal zijn gedelgd.
Tot het maximum van M. 5000 kunnen in
Nederland Duitsche effecten tot de aldaar
geldende noteeringen worden verworven. Hier-
bij wordt er op gewezen, dat de Nederland
sche verkoopers op het oogenblik nog een
vergunning van het Nederlandsche Deviezen-
instituut noodig hebben. Bij het overbrengen
van de effecten naar Duitschland moeten de
bepalingen betreffende de nummercontrole
worden nageleefd.
Transferbepalingen voor kapitaal-
en dienstenverkeer.
Ten aanzien van de transferbepalingen voor
het kapitaal- en dienstenverkeer wordt in de
circulaire het volgende uiteengezet:
,;Daar al het ,,Sperr"-tegoed op uniforme
wijze dient te worden behandeld, kunnen de
credietinstellingen ter vereenvoudiging van
haar boekhouding alle geblokkeerde saldi van
denzelfden Nederlandschen schuldeischer op
een en dezelfde rekening samenvatten. Ten
laste van deze rekening kunnen dan bedragen
op de overeenkomstige rekening van een an-
deren Nederlander worden overgemaakt. De
vrije grens van M. 5000 kan ook voor het
overmaken van bedragen uit ,,Sperr"-tegoed
en ,,iSonderguthaben" naar Nederland worden
gebruikt."
De Duitsche Devisenrunderlass no. 89/40
zegt, dat over credieten, ,,Sperr"-vorderingen,
,,sperr"-tegoed, aandeelenrechten, gronden en
rechten op gronden, alsook over de opbreng
sten daaruit, in Duitschland zonder vergun
ning vrij kan worden beschikt.
In de circulaire der banken wordt nu onder
streept, dat .deze zinsnede niet inhoudt en
niet zonder meer veroorlooft naar Nederland
te transfereeren. Bedoelde bepaling dient
veeleer aldus te worden gelezen, dat over de
genoemde vorderingen in Duitschland („im
Inlande") izonder vergunning kan worden be
schikt.
Tengevolge van het intrekken van de voor
schriften, die de besteding van Nederlandsch
tegoed in Duitschland beperken, zijn ook de
bepalingen vervallen, op grond waarvan het
verwerven van aandeelen uit dit tegoed in
Duitschland aan bepaalde voorwaarden was
gebonden. Derhalve kan een Nederlander ten
laste van zijn totaal ,,Sperr"-tegoed aandeelen
verwerven, zonder dat moet worden onder-
zocht of het tegoed wel is ontstaan uit den
verkoop van aandeelen. Evenmin behoeft er
rekening mede te worden gehouden, of de
laatste algemeene vergadering meer dan een
half jaar geleden werd gehouden.
Bij het koopen van vaste rentedragende
fondsen mag van de voorgeschreven afreke-
ning der eerstvolgende coupon of der reeds
vervallen coupons worden afgeweken. Er be
hoeft ook geen makelaar voor het vervullen
van formaliteiten te worden ingeschakeld.
Nederlanders kunnen dus zonder vergun
ning effecten door Deviezenbanken aan Duit-
schers verkoopen en vrij, zonder vergunning,
over de ©pbrengst in Duitschland beschikken.
Daaruit vloeit voort, dat Nederlanders de
Deviezenbank kunnen opdragen de effecten
aan een Duitscher te overhandigen.
Ten slotte wordt er nog op gewezen, dat
ook Nederlanders de verklaring omtrent niet-
vrjandelijk vermogen dienen af te geven.
DE INLEVERING VAN GOUD.
De Nederlandsche Bank maakt bekend, dat
zij thans de ingezetenen, wier namen beginnen
met een der letters D, E, F, G en H, voor zoo
ver zij nog goud in den zin der deviezen-ver-
ordening in eigendom hebben of daarover het
beschikkingsrecht hebben, oproept dit goud
voor 1 December a.s. aan de Nederlandsche
bank te verkoopen en over te dragen.
Verzamelingen van gouden munten behoe
ven voorloopig niet te worden ingeleverd. Als
verzamelingen kunnen slechts worden be-
schouwd collecties, die uit ten minste tien ver
schillende stukken bestaan, en die een han-
delswaarde hebben, hooger dan met de goud-
waarde van de gezamenlijke stukken overeen-
komt. Verzamelstukken behoeven eveneens
voorloopig niet te worden ingeleverd. Als ver
zamelstukken kunnen slechts gouden munten
worden beschouwd, waaraan een belangrijk
hoogere handelswaarde kan worden toege-
kend dan met de goudwaarde overeenkomt. In
twijfelgevallen vrage men onder vermelding
van het jaartal van de desbetreffende
munt(en) bij de Nederlandsche bank een be-
slissing.
Op grond van het enkele feit dat aan be
paalde munten voor de eigenaars persoonlijke
herinneringen zijn verbonden, kan geen ont-
heffing van de verplichting tot verkoop wor
den verleend.
VEEL SGHERPER TOEZICHT OP
OVERTREDINGEN VAN FIETSERS.
De secretaris-generaal van het departement
van justitie deelt in pen circulaire aan de pro-
cureurs-generaal, fungeerend directeuren van
politie mede, dat hij van den hoogeren S.S. en
Politieleider bij den Rijkscommissaris voor het
bezette Nederlandsche gebied een schrijven
heeft ontvangen, waaraan het volgende wordt
ontleend
„Tot mijn leedwezen moet ik constateeren,
dat in het met goede verkeersgebruiken strij-
dige gedrag der wielrijders in het algemeen
straatverkeer in werkelijkheid geen verande-
ring is gekomen, dat voortdurend door wiel
rijders tegen de door mij aangegeven regels
en ook tegen de nog geldende Nederlandsche
verkeersvoorschriften wordt gezondigd en dat
niet in de laatste plaats aan een nauwgezet
toezicht door de politieambtenaren op het
wielrijdersverkeer en aan uit een politieel oog-
punt noodzakelijk ingrijpen op straat veel ont-
breekt.
Vooral met dit gebrek aan doortastendheid
van de meeste ambtenaren van de straatpoli-
tie doen de wielrijders zichtbaar hun voordeel,
door te rijden op een wijze, zooals het hun be-
lieft, doch niet in overeenstemming met de
verkeersvoorschriften. Voortdurend bereiken
mij klachten over het ongedisciplineerde en
met goede verkeersgebruiken strijdige gedrag
der wielrijders.
Ik wensch er geen twijfel over te laten be
staan, dat ik als commissaris-generaal voor
de openbare veiligheid niet van zins ben, dit
met de verkeersregels strijdige gedrag der
wielrijders langer te dulden en dat ik met
name de door mij gegeven aanwijzingen tegen-
over de wielrijders tot uitvoering zal weten
te brengen. Wjanneer de Nederlandsche politie
niet in staat zou zijn aan de bestaande wan-
toestanden een einde te maken, dan zal ik mij
genoopt zien aan organen van de Duitsche
ordepolitie het algemeene verkeerstoezicht op
te dragen.
Ik verzoek u de onder u ressorteerende po-
litie-organen nogmaals met klem te instruee-
ren, dat zij voortaan bijzondere aandacht
schenken aan de verkeersdiscipline van de
wielrijders en dat zij tegen wielrijders, die han-
delen in strijd met de verkeersregelen en de
bestaande bepalingen met de scherpste ter
beschikking staande middelen dienen op te
treden."
In verband met het vorenstaande verzoekt
de secretaris-generaal aan de hoofden van
plaatselijke politie alsmede de rijkspolitie met
spoed opdracht te willen geven, onverwijlde
en afdoende maatregelen te treffen, waardoor
de door genoemde autoriteit aangegeven fou-
ten met succes kunnen worden bestreden.
Hij stelt zich voor, dat een en ander kan
worden bereikt door het voorloopig instellen
van plaatselijk goed ge'instrueerde mobiele
brigades, welke uitsluitend met de verkeers-
controle en verkeersopvoeding dienen te
worden belast.
Overigens acht hij het noodzakelijk, dat van
het geheele politiepersoneel bij de handhaving
van verschillende verkeersbepalingen de uiter-
ste activiteit zal worden geeischt en overtre-
ders zullen worden geverbaliseerd, welke laat
ste maatregelen eventueel zullen kunnen ge-
paard gaan met bijvoorbeeld het laten leeg-
loopen van rijwielbanden.
Ten einde voor de vorming van de bedoelde
brigades over voldoende personeel te kunnen
beschikken, ware in noodzakelijke gevallen de
tijdelijke assistentie in te roepen van de mare-
chaussee c.q. rijksveldwacht.
Ook andere maatregelen kunnen uiteraard
naar gelang van de plaatselijke omstandig-
heden in aanmerking komen.
Tenslotte verzoekt de secretaris-generaal
nogmaals aan de politie op te dragen nauw-
keurig te letten op de afscherming der rijwiel-
lampen. Nog steeds komt het voor, dat ge-
reden wordt met onvoldoend afgeschermde
en zelfs verblindende rijwielverlichting, het-
geen zeer licht tot ernstige ongelukken kan
leiden. Een euvel, waartegen eveneens kracn-
tig dient te worden opgetreden, is het gebruik
van den rijweg door voetgangers bij duistemis.
Ook dit is uitermate gevaarlijk.
DE INTERNEERINGEN,
In een vorig bericht is medegedeeld, dat bij
de interneeringen als represaille tegen de be-
handeling van Duitschers in Indie geen vrou-
wen dan die tijdens den oorlog in Duitschland
vertoefden, waren geinterneerd.
Nader wordt vemomen, dat dit niet geheel
juist is. Inderdaad zijn bij de allereerste inter
neeringen ongeveer acht of negen vrouwen ge
interneerd, overigens een zeer gering aantal.
Bij de latere ,,golven" van interneeringen zijn
geen vrouwen meer betrokken geweest.
De acht of negen bedoelde vrouwen zijn
thans mede vrijgelaten.
DE ENGELSGHE LUOHTAANVALLEN
OP NEDERLAND.
De activiteit van Engelsche vliegers was
naar het A.N.P. meldt Donderdagnacht ten
gevolge van de gunstige weersgesteldheid
grooter dan in de nachten daarvoor. Het af-
weergeschut was echter ook actief en daar-
door zijn .aanvallen op grootere plaatsen voor-
komen. Een Engelsche bommenwerper heeft
de terugreis niet kunnen maken.
Al was de schade nergens groot, zoodat
ook geen menschenlevens te betreuren zijn,
beloopt het totaal der beschadigde huizen nog
een paar dozijn en is het aantal gewonden
nog 17. Van de beschadigde huizen is er ech
ter slechts e6n geheel vernield en de verwon-
dingen zijn meestal van lichten aard. Aan
broeikassen is vrij veel glasschade aangericht.
Een spoorweg is licht beschadigd.
In Lienden (Gld.) is een geval van tegen-
woordigheid van geest te vermelden: een
brandbom viel door het dak van een boerderij
in een slaapkamer. De bewoner smeet de bom,
voor zij ontbrand was, met de hand het raam
uit. Het projectiel ontvlamde op voldoende
afstand van de boerderij om geen schade meer
aan te richten.
AANWIJZING VAN DISTRIBUTIE-
GOEDEREN.
In het Verordeningenblad zijn opgenomen
besluiten van den secretaris-generaal van het
departement van Handel, Nijverheid en
Scheepvaart, waarbij als distributiegoederen
in den zin van artikel 4 der Distributiewet
worden aangewezen alle soorten van linoleum,
viltzeil (bedrukt viltpapier), vloerzeil, oude
materialen en afvalstoffen.
BESTRIJDING WANDLUIZENPLAAG.
Het is een bekend feit, dat nog altijd een
groot aantal arbeiderswoningen in ons land,
speciaal in de groote steden, besmet zijn met
wandluizen. Daar deze toestand in strijd is
met de eischen, die de volksgezondheid stelt,
heeft het N.V.V. een schrijven gericht aan den
Secretaris-Generaal van het Departement van
Binnenlandsche Zaken, met het verzoek, maat
regelen te nemen, opdat een krachtige en af
doende bestrijding van de wandluizenplaag
volgen kan.
Het N.V.V. vraagt, om langs den snelsten
weg, in het bijzonder de volgende drie maat
regelen te nemen:
le. Onderzoek van alle woningen op zui-
verheid, v66r zij door nieuwe bewoners wor
den betrokken;
2e. Cyaneering van de besmette woningen
vddr de opneming van een nieuw gezin;
3e. Zuivering van de inboedels der gezin-
nen, die in een besmette woning wonen v66r
de verhuizing, voor zoover noodig, gepaard
gaande aan verplichte lichamelijke reiniging
met het oog op hoofd- en kleerluizen.
AANWIJZING VAN CRISISPRODUCTEN.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van handel, nijverheid en
scheepvaart zijn als crisisproducten in den
zin van artikel 1 der landbouwcrisiswet mede
aangewezen specerijen, gember, jenever-
bessen en uien.
NETTO-OPBRENGST ZOMERZEGELS
BIJNA f 90.000.
Volgens de voorloopige gegevens zijn dit
jaar 3.376.925 zomerzegels verkocht, waarvan
de opbrengst boven de frankeerwaarde bijna
f 90.000 bedraagt.
Het gunstige eindresultaat ligt nog
1277,18 boven de opbrengst van de zomer
zegels voor 1939.
DE PADVINDE1RS EN DE WINTERHULP.
Het hoofdkwartier van de padvinders heeft
voor de a.s. Winterhulp aan de groepen ont-
heffing verleend van den stelregel, welke het
collecteeren, voor welk doel dan ook, aan de
padvinders verbiedt.
De padvindersgroepen worden door het
hoofdkwartier aangemoedigd om alle
krachten in te spannen in het belang van het
welslagen van de winterhulp.
DE TOEPASSING VAN DE KINDER-
BIJSLAGWET.
De waarn. secretaris-generaal, hoofd van
het departement van sociale zaken, heeft be-
paald, dat elk kinderbijslagfonds vddr 5 De
cember 1940 aan de werkgevers, die op 1 Ja-
nuari 1941 voor de uitvoering der kinderbij-
slagverzekering bij hem aangesloten zullen
zijn. een voldoend aantal aanvraagformulie-
ren ter verkrijging van 'n kinderbijslagboekje
moet doen toekomen.
Dit kinderbijslagboekje bestaat uit 'n om-
slag en vier driemaandelijksche kinderbijslag-
lijsten. De geldigheidsduur van het boekje
loopt van 1 Januari tot en met 31 December
1941.
Aan iederen arbeider, die hier te lande zijn
woonplaats heeft en wiens gezin op 1 October
1940 meer -dan twee kinderen beneden den
leeftijd van vijftien jaar telde, moet op zijn
verzoek op 5 December door zijn werkgever
een aanvraagformuher uitgereikt worden.
De arbeider moet dit formulier binnen drie
dagen na ontvangst volledig ingevuld en
onderteekend inzenden bij het kinderbijslag
fonds, dat het formulier heeft verstrekt.
Het fonds moet dan per 1 Januari 1941 of
zoo spoedig mogelijk daarna aan den arbeider
de kinderbijslaglijst over het loopende kwar-
taal doen toekomen.
V66r den aanvang van het volgende kalen-
derkwartaal wordt door 't kinderbijslagfonds
aan den arbeider het aangevraagde kinder
bijslagboekje uitgereikt.
De uitbetaling van den kinderbijslag zal
telkens zoo spoedig mogelijk na afloop van een
kalenderkwartaal geschieden.
INDRUKKEN UIT ^NTWERPEN.
Een correspondent van de Deutsche Allge-
meine Zeitung heeft de reis Amsterdam
Brussel in den trein gemaakt. Het was er vol
Nederlandsche en Belgische kooplieden en
aan de grens werden de formaliteiten snel
en beleefd afgedaan. Het Nederlandsche
deviezentoezicht verlangde ook van dezen
reiziger de invulling van een lange vragen-
lijst; gelukkig vond hij een .beambte bereid
alle hiermede gemoeide vraagstukken ten
snelste op te lossen.
De Hamburger, als hoedanig de bericht-
gever zich laat kennen, voelde zich te Ant-
werpen .beter thuis dan te Rotterdam. Rot
terdam zegt hij, is een zeer bedrijvige, mo-
derne stad, maar het komt hem voor, dat aan
de Schelde meer een hanzeatische wind waait.
Hij is goed te spreken over de agenten van
politie te Antwerpen, die een verkeerszondaar
as een stout kind het nog eens en dan goed
laten overdoen.
Met de rantsoeneering voor reizgers onder-
vond hij geen moeilijkheden en hij stelt zich
reeds voor, hoe het gebied van Antwerpen er
zal uitzien as de voorgenomen slechting van
den vestinggordel haar beslag gekregen heeft.
..Arbeid en brood bannen den nood" verkon-
digt een over grooten afstand zichbaar trans-
parant.
Van vijf tot zes zijn de Antwerpsche koffie-
huizen propvol, overal schalt muziek. En de
schrgver komt tot de slotsom, dat men er
bereid is op politiek, sociaal en oeconomisch
gebied nieuwe wegen te zoeken.
DEMOBILISATIE VAN HET
ROEMEENSOHE LEGER.
Minister-president Antonescu heeft, naar
bekend wordt, nog voor zijn vertrek naar
Rome, een decreet onderteekend, waarbij de
demobilisatie van alle Roemeensche strijd-
krachten te land, ter zee en in de lucht bevo-
len wordt. Reads Vrijdagavond werden de
soldaten naar huis gestuurd.
Voorts wordt het ministerie van landsver-
dediging gemachtigd in de toekomst troepen
samen te trekken, als de noodzaak daartoe
zich voordoet.
Naar aanleiding van dit dicreet verklaarde
een woordvoerder van de regeering aan Uni-
j ted Press,, dat het bevel van Antonescu alleen
j betrekking heeft op de reservisten.
Roemenie keert terug naar normale toe-
standen, waarbij slechts het gewone aantal
soldaten onder de wapenen blijft. Men schat
dat door dezen maatregel meer dan 1 millioen
man naar huis kan terugkeeren. De woord
voerder verklaarde voorts dat de reservisten
van alle onderdeelen, te beginnen om 12 uur
in den nacht voor den 16-den November zul
len worden ontslagen.
De regeering is tot dit besluit gekomen,
omdat de industrie behoefte heeft aan
arbeidskrachten en omdat de grenzen niet
meer bedreigd worden.
SPANNING IN EGYPTE.
Het D.N.B. met uit Beiroet:
De toestand in Egypte is volgens berichten
uit Kairo zeer emstig. Men vreest een kabi-
netscrisis, temeer daar de overleden minister-
president ook de functie van minister van
buitenlandsche zaken bekleedde. In een brief
aan den minister van financien, Soliman,
heeft koning Faroek den leden van het kaibi-
net verzocht, hun functies te blijven waar-
nemen totdat er een nieuwe minister-presi
dent benoemd is.
Na de parlementszitting van Donderdag ont-
stonden in de straten van Kairo betoogingen
die door de Engelsche troepen uiteengejaagd
werden. De Egyptische troepen, die by den
rit van den Koning naar het parlement ston-
den opgesteld, werden later naar de kazemes
teruggetrokken. Zwaar bewapende Engelsche
patrouilles trokken door de straten der stad.
Voorts wijst men er in Egyptische kringen
op, dat de overleden minister-president de
komende dagen in een groote rede voor het
parlement nog eens het stellige voomemen
van Egypte wilde onderstreepen, in alle om-
standigheden buiten den oorlog te blijven.
Hoe Hassan Sabri pasja den dood voud.
De dood van den premier Hassan Sabri
pasja, die in het parlementsgebouw neerviel
tijdens het lezen van de troonrede door koning
Faroek heeft een diepen indruk gemaakt op
de Egyptische bevolking. Men is geneigd er
allerlei geheimzinnigs achter te zoeken. Ook
zijn er genoeg .bijgeloovige lieden, die er een
voorteeken of een waarschuwing in zien.
Maar niemand, aldus het S.P.T. uit Kairo,
durft met zekerheid uit te maken welke be-
teekenis precies aan deze dramatische ge-
beurtenis gehecht moet worden. Voor zoover
tot dusver kon worden nagegaan zijn de fei-
ten als volgt.
Terwijl de koning bezig was zijn troonrede
voor te lezen zakte de premier, die zooals de
aanwezigen, staande naar de troonrede had
geluisterd, ineen. Hij viel voor de voeten van
den koning en was klaarblijkelijk onmiddellijk
dood. De zitting van het parlement moest
worden opgeschort, totdat het lijk uit de zaal
was gedragen. Een onmiddellijk ingesteld on
derzoek bracht aan het licht, dat Sabri's dood
aan een hartverlamming te wijten was.
Zijn rede voortzettende, zei de koning, dat
Egypte met spanning de wereldgebeurtenis-
sen volgt en vastbesloten is zijn onafhanke-
lijkheid en neutraliteit te bewaren.
Uit Kairo wordt gemeld, dat de openings-
zitting van het Egyptische parlement, gedu
rende welke Sabri Pasja is overleden, ook
werd bijgewoond door Emir Abdallah van
Trans jordanie.
Naar uit Kairo wordt gemeld, is Vrijdag-
ochtend het stoffelijk overschot van den
Egyptischen minister-president, Hassan Sabri
Pasja, begraven. De lijfwacht van koning
Faroek had aan het graf de eerewacht be
trokken.
OPROEP TOT DE SOLDATEN VAN
DE GAULLE.
De Fransche regeering heeft een oproep
gericht tot de soldaten, die zich in goed ver-
trouwen bij de beweging van de Gaulle
hebben aangesloten en na inzicht van hun
dwaling den wensch geuit hebben naar
Frankrijk terug te keeren. Deze op een
dwaalspoor geleide jongelieden, zoo luidt de
oproep, hebben thans begrepen, in welk een
jammerlijk avontuur zij met geweld of list
gehaald zijn. Angstig vragen zij zich thans
af, hoe hun vaderland hen zal opnemen, wan
neer het hun gelukt zich te bevrijden.
Een propaganda, die er naar streeft hen
te oompromitteeren, om hen tegen te houden,
verzekert hun, dat zij na hun terugkeer in
Frankrijk aan een collectieve straf en mili-
tarie degradatie blootgesteld zijn. Daar deze
jonge soldaten begrepen hebben, dat de ge
heele natie een ondeelbaar blok om den
roemrijken leider, maarschalk Pdtain vormt,
is het vaderland bereid hen met open armen
te ontvangen en hun dezelfde plaats als
vroeger in te ruimen. De regeering moet er
echter opmerkzaam op maken, dat deze
oproep in geen geval kan worden uitgebreid
tot de pnwaardige leiders der opstandige
beweging, die hun plicht as soldaten en bur
gers verzuimd hebben op een oogenblik dat
het gewonde vaderland zich weer opricht.
(D.NJB.)
ENGELAND
BREIDT ZIJN BLOKKADE UIT.
Naar de New York American uit Londen
meldt, heeft de Britsche minister voor de
blokkade bekend gemaakt, dat Engeland de
blokkade nu ook heeft uitgebreid tot Syrie.
Fransch West Afrika, Liberie, Portugeesch-
Guinea, Madagaskar en het eiland Reunion.
HOOGER BELASTINGEN IN AMERIKA.
Vertegenwoordigers van het ministerie van
financien hebben medegedeeld, dat een mil
liard dollar door extra belastingen moet woo
den opge'bracht.
Men denkt aan verhooging van de inkom-
stenbelasting, voorts aan een winstbelasting
een een belasting op dranken.
DE POSITIE VAN ZWEDEN.
Het D.N.B. meldt uit Stockholm:
De Zweedsche minister-president Peer
Albin Hansson heeft in een rede o.m. gezegd,
dat het beloop van de gebeurtenissen de
regeering niet heeft geschokt in haar vaste
voornemen de neutraliteit in stand te houden
en met alle middelen de zelfstandigheid, on-
afhankelrjkheid en democratische orde van
Zweden te handhaven. Zweden is vastbeslo
ten tot het uiterste zijn zelfstandigheid en
daarmede zijn mogelijkheden te handhaven
als vrije natie mede te werken aan den Noor-
schen en den intemationalen arbeid. Bij een
dergelijke samenwerking mag het niet aan-
komen op het binnenlandsche systeem van
een staat. Zweden heeft ervaren, dat het
mogelijk is vriendschappelijke betrekkingen