ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN NeemnAKKERTJC In den greep van het noodlot Doe als anders - Ook op Feestdagen No. 10.141 MAANDAG 18 NOVEMBER 1940 80® Jaargan^ Binnenland Feuilleton Spafin den fSig Rheumartek Lendenpijn ABONNHMRNTSPRUSBinnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Bulten Temcuzen fr. per poet f 1,66 per 3 maanden BJJ vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar Toor Beigie eo. Amerika f 2,10, orerige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per poet Abotmernenten voor het buitenland alleen bjj vooruitbetaling. UitgeeMer: Pinna P. J. VAN DB 8ANDB GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bjj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrflgbaar is. Inzending van advertentien llefst een dag voor de uitgave. OIT BEAD VEKSCmiJJT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VKUDAGAVOND. Onze gedacbten gaan uit naar de naderen- de feestdagen: de feestdagen, die bet einde van bet jaar inluiden en die wij gewoon zijn met jolijt en geschenken te vieren. Velen zul- len denken aan 5 en 25 en 26 December en ook aan „Oud en Nieuw", gevierd in oorlogs- jaren, berinnerend aan de sombere tijden, waarin wij thans weder leven. Met angstig hart en beklemd gemoed volgt de geheele wereld de gebeurtenissen en vraagt zich af, tot welke verdere onheilen de reuzen- worsteling in Europa nog zal kunnen leiden. Wie zou daarbij nog aandacht scbenken aan feestdagen Die opmerking hoort men van vele zijden maken; doch zij, die er zoo over denken en praten, slaan een verkeerden weg in. Zij dragen er toe bij om, onbewust, het moreel van bun medeburgers te schokken, te onder- mrjnen. Wei verre van ons temeer te laten slaan door de bange tijden moeten wij er ons met alle macht tegen te weer stellen. Wij moeten er alles op zetten om onze schoone, geaellige feestdagen, vooral Sdnt Nicolaas en Kerstmis, niet te laten vergallen, ons deze vreugde in den huiselijken kring niet te ont- zeggen. A1 was bet alleen maar om bet jonge geslacht. Laten wij ouderen toch voor al niet de kinderen betrekken in de zorgen, die ons geen rust laten! (Het is reeds erg genoeg, dat zij zooveel te zien, te hooren en te lijden krijgen van de groote ramp, die thans weder de wereld teistert. Wij mogen vooral voor hen de feestdagen niet beder- ven. Wat wij moeten doen is: ons gewoon ge- dragen, ook ten opzichte van de schoone feestdagen in de Decembermaand. Het zal onszelf en onze omgeving bemoedigen, een eenigszins optimistischer kijk op den toestand geven. Door pessimisme winnen wij niets. Een glimlach is veel meer waard dan een zucht of een somber gezicht. Wij beuren er anderen mee op, wanneer zij zien, dat we ons er door niets van laten weerhouden om de feestdagen te vieren zooals anders. En de handel, de winkelstand, die toch al met zoo veel moeilijkheden .heeft te kampen, zal er ons erkentelijk voor zijn. Wij zijn gewoon geraakt aan de grootst mogelijke versobering. En ook de feestdagen zullen staan in het teeken van die versobe ring. Maar toch: alles moet er op worden gezet om ons leven zoo lang mogelijk te be- hoeden voor de moedeloosheid, die de voor- loopster is van inserting. Met geweld moe ten wij onze zwarte gedachten op den ach- tergrond dringen, een vroolijk gezicht too- nen; en dit geldt vooral voor de feestdagen, die ons wachten. Waarom zouden wij de glundere gezichten van onze kinderen, die ondanks alles blijven denken aan de heerlijkheden van den banket- bakker en aan nog zooveel andere heerlijk heden ten begeerlijkheden, verduisteren door een somberen trek op ons gelaat Er zijn er gelukkig nog zoo velen, die ons lief zijn en met een kloppend hart de verrassingen ver- beiden, waarmede wij hen elk jaar in de Decembermaand verrassen. Het zou zulk een ontzettende teleurstelling voor hen zijn, wan neer wij thans van onze goede gewoonte af- weken. Wij mogen den goeden Sint niet be- schamen en op het Kerstfeest moeten aan onzen Kerstboom de lichtjes flonkeren tus- schen het frissche groen zij het dan, dat wij moeten oppassen, daardoor niet in conflict te komen met de verduisteringsvoorschriften. Genieten moeten wij van de vreugde, die der- gelpke dagen ons bieden in een wereld die zoo troosteloos schijnt. Kortom, onze houding moet zoodanig zijn, dat zij onze omgeving moed en vertrouwen en hoop op de toekomst schenkt; en deze houding moeten wij vddr alles toonen bij ge- legenheid van de aanstaande feestdagen. Wij moeten ze (vieren, onbeinvloed door' de om- standighedendaarmede bewijzen wij de geheele gemeenschap en ook onszef den bea ten dienst. door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIEOKMEEREBOER. 39) Vervolg. ,,Dus U hebt vertrouwen in hem?" ,,Ik geloof wel te kunnen zeggen, dat we van Jean Laporte opaan kunnen." ,,En," viel Wendover op ongeduldigen toon in de rede, ,,weet die man iets? daar gaat het per saldo om." Dujardin, die meer aandacht aan zrjn En- gelschen confrere had geschonken dan aan Wlendover, wendde zich opnieuw tot den eer- sten. „U spreekt Fransch, Monsieur Lomax, leesrt U maar zelf." Maar Wendover, op van de zenuwen, kon zich niet langer beheerschen en griste het smoezige stukje papier uit zijn vriends har den. In onduidelijke letters stond erop ge- krabbeld „Vanavond om negen uur in de White Rabbit." Onder dit bericht stonden de initialen „J. L." ,,Waar kan ik U ontmoeten?" vroeg Lomax. ,,Schikt U om acht uur bij de Surette, Mon sieur „Uitstekend." „En wat gebeurt er met mij?" vroeg Wen dover. Dujardin glimlachte een klein beetje min- WAAR ONS VOLK WOONT. Zorg voor de arbeiders. Een behoorlijke woning is naasj vol- doende voeding en kleeding een eerste levensbahoefte. Zjj verschilt van de andere eerste levens- behoeften door haar blijvend karakter. Een onvoldoende maaltijd wordt opgegeten en kan den volgenden dag door een met groo tere voedingswaarde worden gevolgd. Een onvoldoende kleedingstuk kan door een han- dige huisvrouw Worden hersteld en als zij tevens spaarzaam is ten slotte door een ander worden vervangen, omdat de levens- duur van een kleedingstuk kort en Zijn waar- de naar verhouding gering is. Ook de offer- vaardigheid van den medemensch (denk aan Rotterdam!) kan in noodgevallen uitkomst brengen. Maar de woning blijft: er zijn er, die hon- derden jaren staan. En als er geen autori- teiten asm te pas kwamen, zouden slechte woningen nog eens zoo lang staan. In een woning brengt men een groot deel van zijn leven door, de vrouw nog meer dan de man, de werklooZe nog meer dan de wer- kend#. De woning drukt haar stempel op de levensgewoonten; een knot kan niet behoor- ljjk worden schoongehouden en geeft de huis vrouw, die ziet dat al haar werken vergeefs is, een minderwaandigheidsgevoel. Een behoorlijke woning is niet alleen een materieele behoefte en als voorbehoedmiddel tegen vele ziekten voorkomen is beter dan genezen een eisch van volksgezondheid, maar zij is ook een noodzakelijke basis voor de mogelijkheid van geestelijke ontplooilng. Het samenhokken in een te gering aantal en te kleine vertrekken waarbij ook aan samenwoning moet worden gedacht heeft een funesten invloed op het gezinsleven. De zoonoodige rust en daarmede de gelegenheid voor zelfstudie en bezinning ontbreken er. Men behoeft slechts gade te slaan welke verandering plaats grijpt in de woonzeden van gezinnen, die uit een krottenwijk naar een buurt met nieuwe arbeiderswoningen ver- huizen, om zich te overtuigen, dat ook de goede woning het hare heeft bijgedragen tot de vorming van het type zelfbewuste, ontwik- kelde arbeiders, die men onder geen omstan- digheid meer naar de krotten terug zou kun nen krijgen. Er zijn tijden geweest, dat men van heinde en ver uit het buitenland naar ons kleine Nederland kwam om te zien, wat er hier op het gebied van den arbeiderswoningbouw werd gewrocht. Deize tijden zijn al lang weer voorbij. Als op zoovele andere gebieden is ook hier het regeeringsbeleid van de laatste tien jaren aarzelend geweest en heeft men niet voldoen- de oog gehad voor de sociale zijde van de economische vraagstukken. Dit beteekent allerminst, dat de woning- toestanden in ons land slechter dan in de buurlanden zouden zijn het tegendeel is op vele punten waar doch het volgen van de ljjnen van den minsten weerstand heeft geleid tot schrille tegenstellingen. Aan den eenen kant de prachtige com- plexen arbeiderswoningen, tot stand ge- bracht in alle groote steden eh vele middel- groote steden door het initiatief van arbei- dersbouwvereenigingen van verschillende ge- zindte, door gemeenten en in vele gevallen ook door particuliere bouwers. Aan den anderen kant een groot aantal krotten volgens een zeker niet overdreven raming 70.000 en een groote achterstand op het platteland. Hoe zijn deze tegenstellingen ontstaan Doordat daar, waar het krachtige sociale initiatief van bouwvereenigingen en gemeen ten ontbrak en waar de particuliere onder- nemer in arbeiderswoningbouw geen winst- achtend. ,,Uw vriend," zei hij tot den Scot land Yard man, „weet misschien niet eens, wat voor soort gelegenheid de „White Rab bit" eigenljjk is?" „Wat doet dat er toe?" vroeg Wendover geirriteerd. ,,'Het zou beter voor U zijn als U niet mee- ging, Monsieur," zei Dujardin, ,,sta mij toe U hierin van raad te mogen dienen." Hiermee moest Philip genoegen nemen en hij gromde tegen Lomax: ,,Dan zal ik in het hotel wachten." Deze stond op. „Ik ben U zeer dankbaar," zei hij tot den Pranschen detective. „Om acht uur bij de Surete, dus." ,,Denkt U er aan een revolver mee te bren gen?" ,,Ik zal er aan denken." Toen hij in de vestibule van het hotel af- scheid van Dujardin had genomen, keerde Lomax naar den rooksalon terug. ,,Zoo, er komt tenminste een klein beetje schot in de zaak," zei hij, „waarschijnlijk schieten we er wel niet veel mee op, maar we staan toch ook niet heelemaal stil." Wlendover fronste zijn wenkbrauwen. „Een spion van de politie!" snauwde hij. ,,Wat valt er nu op zoo'n vent te bouwen!" „Laat mij je dat zeggen, Wendover," klink het emstig, ,,dat er heel wat misdrijven onop- gelost zouden blijven, als er niet altijd mannen of vrouwen waren van de soort van dezen Laporte, die zijn collega's in den steek heeft gelaten. Het klinkt heel verachtelijk, dat weet ik wel, maar vergeet niet dat we hier te doen hebben met menschen van laag karak ter. Dat zoogenaamde „eergevoel" onder dieven komt alleen maar in romannetjes voor. Ik zal je uitleggen wat ik bedoel: een mis- dadiger van hooger rang beleedigt of bena- deelt een van zijn helpers; deze, woedend ge- worden, drinkt een glaasje te veel en zint op wraak. Bovendien, de politie schenkt gratie gevend object zag, niet door de centrale overheid werd ingegrepen. Verschillende malen werden rijksvoorschot- ten voor woningbouwplannen geweigerd, om dat men al dan niet terecht meende, dat in de behoefte wel door particulieren bouw kon worden voorzien, doch bemoeiingen om daar, waar dit wegens het in gebreke blijven van partieulier en sociaal initiatief noodig was, tot den bouw van arbeiderswoningen te geraken, hleven behoudens een enkel uit- zonderingsgeval - achterwege. Toch biedt. de Woningwet een product van liberale staatslieden, die hun tijd vooruit waren alle gelegenheid om handelend in te grijpen, indien in een gemeente onvoldoende in de volkshuisvesting wordt voorzien. Bovendien waren destijds de bouwprijzen zoo laag en was de materialemvoorzitening zoo overvloedig, dat een klein offer van de gemeenschap vol- doende zou zijn geweest. Maar er was nog een klein gedeelte achter- gebleven van die mentaliteit, die in 1897 naar voren kwam bij de vemietiging van een Utrechtsche verordenirtg, die Burgemeester en Wethouders de bevoegdheid gaf woningen te doen zuiveren, die met ongedierte waren besmet. De reden van deze vemietiging was, dat de gemeente zich slechts met de openbaxe gezondheid mocht bemoeienen dat het ongedierte leeft op partieulier terrein! Terwijl er groote wjjken in onze steden ge- tuigen van den wil tot Vooruitgang, is het platteland stiefraoederlijk bedeeld. Hier was het loon van den landarbeider, het inkomen van den kleinen boer. of tuinder sedert jaren te gering om ook maar bij benadering het bouwen van eeij nieuwe, bescheiden, woning tegen een dekkende huur mogelijk te maken. In veile streken is de „eigen" woning op het platteland inheemsch. Deze eigen woningen kwamen meer en meer in verval. Het „zilve- ren dak" erop werd steeds grooter, in plaats dat in overeenstemming met de dalende waar- de de oude hypotheek kon worden afgelost. En deze groeiende oude hypotheek werd aan- leiding, dat aan een nieuwe eigen woning heelemaal niet meer kon worden gedacht. In plaats dat men zich afvroeg op Welke wijze het platteland op voldoende schaal en in overeenstemming met zjn belang als basis voor de volkshuishouding aan nieuwe wonin gen kon worden geholpen, vergenoegde men zich ermede een paar papieren regelingen in het leven te roepen. Mede door laksheid van vele gemeentebesturen vonden deze weinig toepassing en konden zij overigens ook slechts voor een klein deel in de behoeften voorzien, omdat de groote ibelemmering: de wanverhou- ding tusschen loon en huur (bouwkosten) van een nieuwe woning, in stand bleef. En nu? Wat nu met de gestegen bouw prijzen en het gebrek aan sommige mate- rialen Nog kunnen wij bouwen, zij het met ten deele andere materialen en met grootere offers. Offers, die de gemeenschap zal moe ten brengen, omdat het niet bouwen of het hier en daar bouwen van enkele woningen in hoogere huurklassen tengevolge heeft, dat de uit vroeger jaren bekende gast, de woning- nood, binnenkort opnieuw aan het venster tikt. In meerdere gemeenten heeft deze gast trouwens reeds zijn opwachting gemaakt, zoo als o.a. blijkt uit een in de dagbladen ver- melde uitlating van den burgemeester van een grootere plattelandsgemeente in het Noorden tegenover den Rijkscommissaris bij diens ontvangst binnen de gemeente. Betreurd moet worden, dat wij het zoover hebben laten komen, dat edn onzer burge- meesters gemeend heeft den Ouitsche auto- riteiten steun te moeten vragen voor een zaak, die wij Nederlanders moeten en kunnen oplossen en die zeker een belangrijke plaats ir. zal moeten nemen bij de uitwerking van een tweetal programma-punten der Neder- landsche Unie: vooruitziende verzorging der geestelijke en lichamelijke volksgezondheid en voor elke aanwijzing van waarde." „Een vuil zaakje!" 1 ..Toegegevenwe hebben; vergeet dat vooral niet, hier te maken met' menschen van niet bepaald hoogataand karakter1. Nu 'in het ge- val van Zuberra..." „Kom," snauwde de- sender. laten We maar liever naar die vrouw gaan!"' (Lomax bleef bedaard. ..Uitstekend," ant- woordde hij, „ik wilde je juist hetzelfde voor- stellen; neem me mijn woorden maar niet kwalijk, het was misschien niet erg kiesch van me hierover te spreken." Maar toen ze in de taxi zaten, die beide mannen naar de Rue Daunau bracht, was het Wendover, die weer over het onderwerp be- gon. ,,Jij gelooft dus dat een van Zuberra's mede- plichtigen hem wil verraden?" ,,Dat weet ik niet," bekende de Scotland Yard man eerlijk, „hoe zou ik zooiets met zekerheid kunnen zeggen? Je hebt zelf ge- hoord wat Dujardin zeidat een politiespion, een vroegere misdadiger,. een plaats van samenkomst heeft bepaald." ,,W!at is dat voor een gelegenheid, de White Rabbit" „Dat is iets, wat ik je beter niet kan ver- tellen. Vertrouw op mij, beste kerel, ik be- loof je dat ik al het mogelijke zal doen. Dit is een emstige zaak en wees er niet be- leedigd om hier kan alleen een ingewijde in het vak iets doen. Hier zgn we er." de taxi hield voor het huis van Gravin de Lepi- ney stil. „En nu aan het werk!" voegde hij er aan toe. Op herhaaldelijk bellen van Lomax ver- scheen er eindelijk een bediende aan de deur, die hem vragend aankeek. ,,Ga even zeggen dat Monsieur Philip Wen dover er is met een vriend, die Madame la Comtesse een bezoek komt brengen." „Madame la Comtesse is niet in Parys," doelbewuste leiding van de voortbrenging en verdeeling van stoffelijke goederen. Bij het Regeeringscommissariaat voor den Wederopbouw worden in steeds sterkere mate alle bevoegdheden samengebracht, die noodig zijn om het bouwbedrijf in zijn vollen omvang dus niet alleen met betrekking tot weder- opbouwkwesties doelnjatig te' doen func- tioneeren. Dit is toe te juichen, omdat uit dezen onder bijzondere omstandigheden ontstanen, tak van dienst op den duur een instantie kan groeien, die op doelbewuste wijze leiding geeft aan de bouwnijverheid en die door de beheersching van de materialenverdeeling met behulp van een vergunningenstelsel, het heft in handen houdt. Men 'zal er echter voor moeten waken, dat bij de hanteering van deze bevoegdheden niet alleen het economische, doch ook het sociale gezichtspunt tot zijn. reoht komt. Allereerst bij de toewijzing der materialen over de ver schillende takken van het bouwbedrijf: de woningbouw, industrieele bouw, wegenbouw, waterbouw, enz. Maar verder ook om nood zakelijke bouwwerken door te zetten, daar, waar krachten werkzaam zijn, die een vlotten gang van zaken tegenwerken. Nu de materialen zoo schaarsch zijn, zal op het gebied van den woningbouw aandacht moeten worden geschonken aan de vraag waar (op welke plaatsen) de behoefte aan woningen het dringendst om bevrediging vraagt, voor wie een nieuwe gelegenheid tot huisvesting het meest noodzakelijk is en aan wie de bevrediging van een bepaalde woning- behoefte het best kan worden toevertrouwd Dus niet dddr bouwen, waar woningen leeg- staan, maar da&r, waar woningnood dreigt of reeds aanwezig is of da&r waar bij de vesti- ging van nieuwe inwoners een levensbestaan kan worden verschaft in landbouw of Indus trie. En niet een groote villa bouwen, waarvoor drie A viermaal zooveel materialen noodig zijn als voor een arbeiderswoning. En niet middenstandswoningen bouwen in plaats van arbeiderswoningen in een gemeen te, waar de behoefte aan deze laatste soort grooter is dan aan de eerstbedoelde, alleen omdat een particuliere bouwer actiever is dan bouwvereeniging en gemeente en terecht meent, dat de middenstandswoning hem een hoogere huur zal opbrengen dan een arbeiderswoning. In plaats van den strijd tusschen particu liere bouwers en bouwvereenigingen zal er een doelmatige werkverdeeling moeten komen tusschen gemeenschapsbouw (gemeente en bouwvereenigingen) en den particulieren bouw, waar bij het groote sociale belang van de „eigen" woning niet uit het oog zal mogen worden verloren. Maatgevend ,b(j deze werk verdeeling zal moeten zijn de gewenschte be- hoeftebevrediging en niet de belangen van deze of gene groep. Toen jaren geleden van vele kanten is aan- gedrongen op ordening der woningproductie, had men het oog op productie-beperldng, omdat er tallooze huizen leegstonden. Thans dreigt de balans meer naar de andere zijde door te slaan en komt ordening in de eerste plaats naar voren met het oog op stimulce- ring van de uitermate geringe woningpro ductie. De middelen zgn aanwezig: de noodzake lijke vergunning van het Regeeringscommis sariaat, de aanwijzingen (voor het gebruik van een minimum aan de schaarsche bouw- materialen, groote ondememers, die zich gaan specialiseeren op 't gebruik van vervangende constructies, gemeente en bouwvereenigingen, die branden van verlangen om aan het bou wen te mogen gaan en ten slotte als stok ach- ter de deur: de mogelijkheid tot woningbouw te dwingen, in artikel 55 der Woningwet. Maar, ook al wordt het type van de te bouwen woningen voor arbeiders met geringe mkomsten zooveel mogelijk versoberd, offers zullen er in verband met de gestegen prijzen door de gemeenschap moeten worden ge- bracht. klonk het antwoord. ,,Kan ik misschien iets voor U doen?" hoor- den ze plotseling een minzame stem zeggen en achter den bediende stond Charles Zuberra. HOOFDSTUK XXIX. Wendover koelt zijn woede. Lomax herstelde zich het eerst; Wendover's verbazing was zoo groot, dat hij een moment geheel sprakeloos was. ,,Dat is buitengewoon aardig van U, Mr. Chappelle," (hij legde na- druk op den naam) mogen we binnen komen?" De man maakte een beleefde buiging. ,,Wel zeker! Ik zag een taxi voor het huis stil- houden en haastte mij de heeren te verwel- komen." 's Mans onbeschaamdheid ging alle perken te buiten. Wendover's vingers jeukten hem, maar Lomax gaf hem een teeken zich vooral te beheerschen. De bediende liet hen in een groote hal, die Lomax' bewondering opwekte. „Ik geloof dat we het beste hier kunnen gaan zitten," zei hun gastheer, een deur aan den linkerkant voor hen openende en hen in een ruime, schitterend ingerichte kamer vol- gend. ,,Dat treft!" riep hij uit, „het is juist vier uur, theetijd in Londen. U blijft toch zeker nog even Voor de anderen konden antwoorden, zei hij tot den bediende: „Armand, breng de thee binnen." Zeker, Monsieur le Baron." Lomax, die juist een prachtig tapijt aan het bewonderen was, keerde zich om en wierp snel een blik op het glimlachende gezicht van zijn vijand. .Sociale promotie?" vroeg hij. „Ja, hebt U het nog niet gehoord? De Caroniers hebben mij dien titel toegekend; in den regel geef ik niet veel om die dingen, De Neder/andsche Pijnstlller (Ingez. Med.) WEGEN EN OVERWEGEN. Zooals eenigen tijd geleden een brief van De Vuurslag (de vroegere Nationale Unie) bedoeld heeft overleg tot stand te brengen tusschen de Nederlandsche Unie en Nationaal Front, op den grondslag van voorbereiding van den corporatieven staat, zoo heeft nu schrijft de N. R. Crt. het Verbond voor Natio naal Herstel het initiatief genomen om de drie bewegingen, welke in het laatste num- mer van het weekblad van de Nederlandsche Unie ,,de drie revolutionnaire groepeeringen in ons land" genoemd zrjn, te weten de Neder landsche Unie zelve, Nationaal Front en de NjSjB., tot het staken van den onderlingen strijd te bewegen. Het Verbond voof Nationaal Herstel ziet „op de drie groepen: Nationaal Front, Neder landsche Unie en N.S.B. de verantwoordelijk- heid rusten bij het jonge en komende geslacht de leer der nieuwe orde ingang te doen vin- den". Het Verbond voor Nationaal Herstel ver- klaart zich bereid ,,de steeds verder van el- kaar zieh verwjjderende volksgroepen tot elkaar te brengen ter verkrijging van een harmonisch samengestelde volksgemeenschap, zonder opoffering van geestelijke en verwor- ven cultureele waarden". Het ziet daartoe echter geen anderen weg dan opheffing van alle partijen en groepen, Nationaal Herstel zelf trouwens inbegrepen. Het acht dit ,,op korten termijn gebiedend noodzakelijk", opdat ,,bestaande scherpe tegenstellingen van goedwillenden verdwij- nen". ,,Het is allereerst noodig, dat het Nederlandsche volk zich in den nationalen staat, in tegenstelling met den partijenstaat, hervinde." „Als allervoomaamste voorwaarde ter vervulling van onze taak en roeping in het wereldbestel zal de innerlijke rust van Nederland moeten wederkeeren." Misschien heeft het Verbond voor Nationaal Herstel intusschen al een vonkje van hoop geslagen uit die zinsnede uit de jongste van- week-tot-weeks che beschouwing van De Unie, waarin gezegd wordt: ,,De leiding van de Nederlandsche Unie heeft nooit op het stand- punt gestaan, dat de Unie doel op zich zelf is. Het eenige doel is altijd geweest en zal altijd zijnhet welzijn van het Nederlandsche volk. Terwille van ons vok is ncg nooit in de ge- schiedenis de noodzaak van eenheid zoo groot geweest als nu. En mocht die eenheid wer- kelijk (bereikt kunnen worden, op den grond slag dat de toekomst van ons volk daarmee is gebaat, dan zal de Nederlandsche Unie de eerste zijn om dit ideaal te helpen verwezen- lijken." De Unie heeft daarbij echter nog geenszins aan zelfontbinding gedacht. Boven het arti kel staat ,,Toenadering" en naar den vorm is het een antwoord op een beschouwing onder denzelfden, vragend gestelden titel in „De Weg" van een week daarvoor. In wezen gaat het bij allebei om de kwestie van toe- nadering tusschen deze twee groepen en de N.IS.B. Wij zouden nu natuurlijk een historische be schouwing kunnen gaan geven om aan te too nen, dat zoo wel Nationaal Front als de Nederlandsche Unie wel heel ver van een nog slechts kort geleden ingenomen standpunt zijn afgekomen, nu zij toenadering tusschen hen en de N.S.B. als een punt van overweging aanvaarden. Wij zullen het echter bij de vast- stelling laten: er blijkt uit, dat beide bewe gingen den huidigen politieken toestand on- geveer gelijk beoordeelen er is voor de ,,le Baron" klinkt zeer dinstingue, vindt U ook niet, mon cher?" I>aaT ons tot zaken komen," viel Wendover hem bruut in de rede. De gastheer wendde zich tot hem. „Ik moet U vriendelijk verzoeken de harmonie van dit oogenblik niet te verstoren; binnen enkele seconden kan Armand hier zijn met de thee, in dien tusschentijd wilt U zeker wel rooken?" en hij nam een doos met cigaretten van den schoorsteenmantel. Wendover, die zijn ooren niet kon gelooven weigerde kort. Monsieur Lomax?" ,,Ik hoop dat U het me niet kwalijk neemt, Mr. Chappelle, maar ik rook liever een van mijn eigen cigaretten." ..Zooals U verkiest." Het kwam Wendover, die zijn vijand op- merkzaam gadesloeg, voor dat Lomax' ant woord hem heelmaal niet aanstondhij scheen iets minder zeker van zichzeif en een oogen blik leek het zelfs of hij totaal in de war was gebracht. Lomax haalde bedaard zijn cigarettenkoker uit zijn zak en zocht er op zijn gemak een uit. ..Mogen we gaan zitten?" vroeg hij. „Wat verschrikkelijk onbeleefd van me! Maar natuurlijk! Ik zou graag willen dat U zich hier thuis voelt." ,,Bent U hier de gastheer?" De man deed, alsof hij den spottenden toon niet opmerkte. „Zeker," zei hij, „tijdens de afwezigheid van Madame la Comtesse de Lepiney heb ik die eer. U wilde haar, geloof ik, spreken ,,'Hoor eens hier...!" barstte Wendover los, die zijn ergemis niet langer kon verbergen; waarom was Lomax zoo beleefd tegen dien schurk (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1