ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCHtVLAANDEREN
NeemnAKKERTJC
In den greep van het noodlot
Doe als anders - Ook op Feestdagen
No. 10.141 MAANDAG 18 NOVEMBER 1940 80® Jaargan^
Binnenland
Feuilleton
Spafin den fSig
Rheumartek
Lendenpijn
ABONNHMRNTSPRUSBinnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Bulten Temcuzen
fr. per poet f 1,66 per 3 maanden BJJ vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Toor Beigie eo. Amerika f 2,10, orerige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per poet
Abotmernenten voor het buitenland alleen bjj vooruitbetaling.
UitgeeMer: Pinna P. J. VAN DB 8ANDB GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bjj regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrflgbaar is. Inzending van advertentien llefst een dag voor de uitgave.
OIT BEAD VEKSCmiJJT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VKUDAGAVOND.
Onze gedacbten gaan uit naar de naderen-
de feestdagen: de feestdagen, die bet einde
van bet jaar inluiden en die wij gewoon zijn
met jolijt en geschenken te vieren. Velen zul-
len denken aan 5 en 25 en 26 December en
ook aan „Oud en Nieuw", gevierd in oorlogs-
jaren, berinnerend aan de sombere tijden,
waarin wij thans weder leven.
Met angstig hart en beklemd gemoed volgt
de geheele wereld de gebeurtenissen en vraagt
zich af, tot welke verdere onheilen de reuzen-
worsteling in Europa nog zal kunnen leiden.
Wie zou daarbij nog aandacht scbenken aan
feestdagen
Die opmerking hoort men van vele zijden
maken; doch zij, die er zoo over denken en
praten, slaan een verkeerden weg in. Zij
dragen er toe bij om, onbewust, het moreel
van bun medeburgers te schokken, te onder-
mrjnen. Wei verre van ons temeer te laten
slaan door de bange tijden moeten wij er ons
met alle macht tegen te weer stellen. Wij
moeten er alles op zetten om onze schoone,
geaellige feestdagen, vooral Sdnt Nicolaas
en Kerstmis, niet te laten vergallen, ons deze
vreugde in den huiselijken kring niet te ont-
zeggen. A1 was bet alleen maar om bet
jonge geslacht. Laten wij ouderen toch voor
al niet de kinderen betrekken in de zorgen,
die ons geen rust laten! (Het is reeds erg
genoeg, dat zij zooveel te zien, te hooren en
te lijden krijgen van de groote ramp, die
thans weder de wereld teistert. Wij mogen
vooral voor hen de feestdagen niet beder-
ven.
Wat wij moeten doen is: ons gewoon ge-
dragen, ook ten opzichte van de schoone
feestdagen in de Decembermaand. Het zal
onszelf en onze omgeving bemoedigen, een
eenigszins optimistischer kijk op den toestand
geven. Door pessimisme winnen wij niets.
Een glimlach is veel meer waard dan een
zucht of een somber gezicht. Wij beuren er
anderen mee op, wanneer zij zien, dat we ons
er door niets van laten weerhouden om de
feestdagen te vieren zooals anders. En de
handel, de winkelstand, die toch al met zoo
veel moeilijkheden .heeft te kampen, zal er
ons erkentelijk voor zijn.
Wij zijn gewoon geraakt aan de grootst
mogelijke versobering. En ook de feestdagen
zullen staan in het teeken van die versobe
ring. Maar toch: alles moet er op worden
gezet om ons leven zoo lang mogelijk te be-
hoeden voor de moedeloosheid, die de voor-
loopster is van inserting. Met geweld moe
ten wij onze zwarte gedachten op den ach-
tergrond dringen, een vroolijk gezicht too-
nen; en dit geldt vooral voor de feestdagen,
die ons wachten.
Waarom zouden wij de glundere gezichten
van onze kinderen, die ondanks alles blijven
denken aan de heerlijkheden van den banket-
bakker en aan nog zooveel andere heerlijk
heden ten begeerlijkheden, verduisteren door
een somberen trek op ons gelaat Er zijn er
gelukkig nog zoo velen, die ons lief zijn en
met een kloppend hart de verrassingen ver-
beiden, waarmede wij hen elk jaar in de
Decembermaand verrassen. Het zou zulk een
ontzettende teleurstelling voor hen zijn, wan
neer wij thans van onze goede gewoonte af-
weken. Wij mogen den goeden Sint niet be-
schamen en op het Kerstfeest moeten aan
onzen Kerstboom de lichtjes flonkeren tus-
schen het frissche groen zij het dan, dat
wij moeten oppassen, daardoor niet in conflict
te komen met de verduisteringsvoorschriften.
Genieten moeten wij van de vreugde, die der-
gelpke dagen ons bieden in een wereld die zoo
troosteloos schijnt.
Kortom, onze houding moet zoodanig zijn,
dat zij onze omgeving moed en vertrouwen
en hoop op de toekomst schenkt; en deze
houding moeten wij vddr alles toonen bij ge-
legenheid van de aanstaande feestdagen. Wij
moeten ze (vieren, onbeinvloed door' de om-
standighedendaarmede bewijzen wij de
geheele gemeenschap en ook onszef den bea
ten dienst.
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIEOKMEEREBOER.
39) Vervolg.
,,Dus U hebt vertrouwen in hem?"
,,Ik geloof wel te kunnen zeggen, dat we
van Jean Laporte opaan kunnen."
,,En," viel Wendover op ongeduldigen toon
in de rede, ,,weet die man iets? daar gaat
het per saldo om."
Dujardin, die meer aandacht aan zrjn En-
gelschen confrere had geschonken dan aan
Wlendover, wendde zich opnieuw tot den eer-
sten. „U spreekt Fransch, Monsieur Lomax,
leesrt U maar zelf."
Maar Wendover, op van de zenuwen, kon
zich niet langer beheerschen en griste het
smoezige stukje papier uit zijn vriends har
den. In onduidelijke letters stond erop ge-
krabbeld
„Vanavond om negen uur in de White
Rabbit."
Onder dit bericht stonden de initialen
„J. L."
,,Waar kan ik U ontmoeten?" vroeg
Lomax.
,,Schikt U om acht uur bij de Surette, Mon
sieur
„Uitstekend."
„En wat gebeurt er met mij?" vroeg Wen
dover.
Dujardin glimlachte een klein beetje min-
WAAR ONS VOLK WOONT.
Zorg voor de arbeiders.
Een behoorlijke woning is naasj vol-
doende voeding en kleeding een eerste
levensbahoefte.
Zjj verschilt van de andere eerste levens-
behoeften door haar blijvend karakter.
Een onvoldoende maaltijd wordt opgegeten
en kan den volgenden dag door een met groo
tere voedingswaarde worden gevolgd. Een
onvoldoende kleedingstuk kan door een han-
dige huisvrouw Worden hersteld en als
zij tevens spaarzaam is ten slotte door een
ander worden vervangen, omdat de levens-
duur van een kleedingstuk kort en Zijn waar-
de naar verhouding gering is. Ook de offer-
vaardigheid van den medemensch (denk aan
Rotterdam!) kan in noodgevallen uitkomst
brengen.
Maar de woning blijft: er zijn er, die hon-
derden jaren staan. En als er geen autori-
teiten asm te pas kwamen, zouden slechte
woningen nog eens zoo lang staan.
In een woning brengt men een groot deel
van zijn leven door, de vrouw nog meer dan
de man, de werklooZe nog meer dan de wer-
kend#. De woning drukt haar stempel op de
levensgewoonten; een knot kan niet behoor-
ljjk worden schoongehouden en geeft de huis
vrouw, die ziet dat al haar werken vergeefs
is, een minderwaandigheidsgevoel.
Een behoorlijke woning is niet alleen een
materieele behoefte en als voorbehoedmiddel
tegen vele ziekten voorkomen is beter dan
genezen een eisch van volksgezondheid,
maar zij is ook een noodzakelijke basis voor
de mogelijkheid van geestelijke ontplooilng.
Het samenhokken in een te gering aantal en
te kleine vertrekken waarbij ook aan
samenwoning moet worden gedacht heeft
een funesten invloed op het gezinsleven. De
zoonoodige rust en daarmede de gelegenheid
voor zelfstudie en bezinning ontbreken er.
Men behoeft slechts gade te slaan welke
verandering plaats grijpt in de woonzeden
van gezinnen, die uit een krottenwijk naar
een buurt met nieuwe arbeiderswoningen ver-
huizen, om zich te overtuigen, dat ook de
goede woning het hare heeft bijgedragen tot
de vorming van het type zelfbewuste, ontwik-
kelde arbeiders, die men onder geen omstan-
digheid meer naar de krotten terug zou kun
nen krijgen.
Er zijn tijden geweest, dat men van heinde
en ver uit het buitenland naar ons kleine
Nederland kwam om te zien, wat er hier op
het gebied van den arbeiderswoningbouw
werd gewrocht.
Deize tijden zijn al lang weer voorbij. Als
op zoovele andere gebieden is ook hier het
regeeringsbeleid van de laatste tien jaren
aarzelend geweest en heeft men niet voldoen-
de oog gehad voor de sociale zijde van de
economische vraagstukken.
Dit beteekent allerminst, dat de woning-
toestanden in ons land slechter dan in de
buurlanden zouden zijn het tegendeel is
op vele punten waar doch het volgen van
de ljjnen van den minsten weerstand heeft
geleid tot schrille tegenstellingen.
Aan den eenen kant de prachtige com-
plexen arbeiderswoningen, tot stand ge-
bracht in alle groote steden eh vele middel-
groote steden door het initiatief van arbei-
dersbouwvereenigingen van verschillende ge-
zindte, door gemeenten en in vele gevallen
ook door particuliere bouwers.
Aan den anderen kant een groot aantal
krotten volgens een zeker niet overdreven
raming 70.000 en een groote achterstand
op het platteland.
Hoe zijn deze tegenstellingen ontstaan
Doordat daar, waar het krachtige sociale
initiatief van bouwvereenigingen en gemeen
ten ontbrak en waar de particuliere onder-
nemer in arbeiderswoningbouw geen winst-
achtend. ,,Uw vriend," zei hij tot den Scot
land Yard man, „weet misschien niet eens,
wat voor soort gelegenheid de „White Rab
bit" eigenljjk is?"
„Wat doet dat er toe?" vroeg Wendover
geirriteerd.
,,'Het zou beter voor U zijn als U niet mee-
ging, Monsieur," zei Dujardin, ,,sta mij toe U
hierin van raad te mogen dienen."
Hiermee moest Philip genoegen nemen en
hij gromde tegen Lomax: ,,Dan zal ik in het
hotel wachten."
Deze stond op. „Ik ben U zeer dankbaar,"
zei hij tot den Pranschen detective. „Om acht
uur bij de Surete, dus."
,,Denkt U er aan een revolver mee te bren
gen?"
,,Ik zal er aan denken."
Toen hij in de vestibule van het hotel af-
scheid van Dujardin had genomen, keerde
Lomax naar den rooksalon terug.
,,Zoo, er komt tenminste een klein beetje
schot in de zaak," zei hij, „waarschijnlijk
schieten we er wel niet veel mee op, maar we
staan toch ook niet heelemaal stil."
Wlendover fronste zijn wenkbrauwen. „Een
spion van de politie!" snauwde hij. ,,Wat valt
er nu op zoo'n vent te bouwen!"
„Laat mij je dat zeggen, Wendover," klink
het emstig, ,,dat er heel wat misdrijven onop-
gelost zouden blijven, als er niet altijd mannen
of vrouwen waren van de soort van dezen
Laporte, die zijn collega's in den steek heeft
gelaten. Het klinkt heel verachtelijk, dat
weet ik wel, maar vergeet niet dat we hier te
doen hebben met menschen van laag karak
ter. Dat zoogenaamde „eergevoel" onder
dieven komt alleen maar in romannetjes voor.
Ik zal je uitleggen wat ik bedoel: een mis-
dadiger van hooger rang beleedigt of bena-
deelt een van zijn helpers; deze, woedend ge-
worden, drinkt een glaasje te veel en zint op
wraak. Bovendien, de politie schenkt gratie
gevend object zag, niet door de centrale
overheid werd ingegrepen.
Verschillende malen werden rijksvoorschot-
ten voor woningbouwplannen geweigerd, om
dat men al dan niet terecht meende, dat
in de behoefte wel door particulieren bouw
kon worden voorzien, doch bemoeiingen om
daar, waar dit wegens het in gebreke blijven
van partieulier en sociaal initiatief noodig
was, tot den bouw van arbeiderswoningen te
geraken, hleven behoudens een enkel uit-
zonderingsgeval - achterwege. Toch biedt.
de Woningwet een product van liberale
staatslieden, die hun tijd vooruit waren
alle gelegenheid om handelend in te grijpen,
indien in een gemeente onvoldoende in de
volkshuisvesting wordt voorzien. Bovendien
waren destijds de bouwprijzen zoo laag en
was de materialemvoorzitening zoo overvloedig,
dat een klein offer van de gemeenschap vol-
doende zou zijn geweest.
Maar er was nog een klein gedeelte achter-
gebleven van die mentaliteit, die in 1897 naar
voren kwam bij de vemietiging van een
Utrechtsche verordenirtg, die Burgemeester
en Wethouders de bevoegdheid gaf woningen
te doen zuiveren, die met ongedierte waren
besmet. De reden van deze vemietiging was,
dat de gemeente zich slechts met de openbaxe
gezondheid mocht bemoeienen dat het
ongedierte leeft op partieulier terrein!
Terwijl er groote wjjken in onze steden ge-
tuigen van den wil tot Vooruitgang, is het
platteland stiefraoederlijk bedeeld. Hier was
het loon van den landarbeider, het inkomen
van den kleinen boer. of tuinder sedert jaren
te gering om ook maar bij benadering het
bouwen van eeij nieuwe, bescheiden, woning
tegen een dekkende huur mogelijk te maken.
In veile streken is de „eigen" woning op het
platteland inheemsch. Deze eigen woningen
kwamen meer en meer in verval. Het „zilve-
ren dak" erop werd steeds grooter, in plaats
dat in overeenstemming met de dalende waar-
de de oude hypotheek kon worden afgelost.
En deze groeiende oude hypotheek werd aan-
leiding, dat aan een nieuwe eigen woning
heelemaal niet meer kon worden gedacht.
In plaats dat men zich afvroeg op Welke
wijze het platteland op voldoende schaal en
in overeenstemming met zjn belang als basis
voor de volkshuishouding aan nieuwe wonin
gen kon worden geholpen, vergenoegde men
zich ermede een paar papieren regelingen in
het leven te roepen. Mede door laksheid van
vele gemeentebesturen vonden deze weinig
toepassing en konden zij overigens ook slechts
voor een klein deel in de behoeften voorzien,
omdat de groote ibelemmering: de wanverhou-
ding tusschen loon en huur (bouwkosten) van
een nieuwe woning, in stand bleef.
En nu? Wat nu met de gestegen bouw
prijzen en het gebrek aan sommige mate-
rialen
Nog kunnen wij bouwen, zij het met ten
deele andere materialen en met grootere
offers. Offers, die de gemeenschap zal moe
ten brengen, omdat het niet bouwen of het
hier en daar bouwen van enkele woningen in
hoogere huurklassen tengevolge heeft, dat
de uit vroeger jaren bekende gast, de woning-
nood, binnenkort opnieuw aan het venster
tikt.
In meerdere gemeenten heeft deze gast
trouwens reeds zijn opwachting gemaakt, zoo
als o.a. blijkt uit een in de dagbladen ver-
melde uitlating van den burgemeester van
een grootere plattelandsgemeente in het
Noorden tegenover den Rijkscommissaris bij
diens ontvangst binnen de gemeente.
Betreurd moet worden, dat wij het zoover
hebben laten komen, dat edn onzer burge-
meesters gemeend heeft den Ouitsche auto-
riteiten steun te moeten vragen voor een
zaak, die wij Nederlanders moeten en kunnen
oplossen en die zeker een belangrijke plaats
ir. zal moeten nemen bij de uitwerking van
een tweetal programma-punten der Neder-
landsche Unie: vooruitziende verzorging der
geestelijke en lichamelijke volksgezondheid en
voor elke aanwijzing van waarde."
„Een vuil zaakje!" 1
..Toegegevenwe hebben; vergeet dat vooral
niet, hier te maken met' menschen van niet
bepaald hoogataand karakter1. Nu 'in het ge-
val van Zuberra..."
„Kom," snauwde de- sender. laten We maar
liever naar die vrouw gaan!"'
(Lomax bleef bedaard. ..Uitstekend," ant-
woordde hij, „ik wilde je juist hetzelfde voor-
stellen; neem me mijn woorden maar niet
kwalijk, het was misschien niet erg kiesch
van me hierover te spreken."
Maar toen ze in de taxi zaten, die beide
mannen naar de Rue Daunau bracht, was het
Wendover, die weer over het onderwerp be-
gon.
,,Jij gelooft dus dat een van Zuberra's mede-
plichtigen hem wil verraden?"
,,Dat weet ik niet," bekende de Scotland
Yard man eerlijk, „hoe zou ik zooiets met
zekerheid kunnen zeggen? Je hebt zelf ge-
hoord wat Dujardin zeidat een politiespion,
een vroegere misdadiger,. een plaats van
samenkomst heeft bepaald."
,,W!at is dat voor een gelegenheid, de White
Rabbit"
„Dat is iets, wat ik je beter niet kan ver-
tellen. Vertrouw op mij, beste kerel, ik be-
loof je dat ik al het mogelijke zal doen. Dit
is een emstige zaak en wees er niet be-
leedigd om hier kan alleen een ingewijde
in het vak iets doen. Hier zgn we er." de
taxi hield voor het huis van Gravin de Lepi-
ney stil. „En nu aan het werk!" voegde hij
er aan toe.
Op herhaaldelijk bellen van Lomax ver-
scheen er eindelijk een bediende aan de deur,
die hem vragend aankeek.
,,Ga even zeggen dat Monsieur Philip Wen
dover er is met een vriend, die Madame la
Comtesse een bezoek komt brengen."
„Madame la Comtesse is niet in Parys,"
doelbewuste leiding van de voortbrenging en
verdeeling van stoffelijke goederen.
Bij het Regeeringscommissariaat voor den
Wederopbouw worden in steeds sterkere mate
alle bevoegdheden samengebracht, die noodig
zijn om het bouwbedrijf in zijn vollen omvang
dus niet alleen met betrekking tot weder-
opbouwkwesties doelnjatig te' doen func-
tioneeren.
Dit is toe te juichen, omdat uit dezen onder
bijzondere omstandigheden ontstanen, tak
van dienst op den duur een instantie kan
groeien, die op doelbewuste wijze leiding
geeft aan de bouwnijverheid en die door de
beheersching van de materialenverdeeling met
behulp van een vergunningenstelsel, het heft
in handen houdt.
Men 'zal er echter voor moeten waken, dat
bij de hanteering van deze bevoegdheden niet
alleen het economische, doch ook het sociale
gezichtspunt tot zijn. reoht komt. Allereerst
bij de toewijzing der materialen over de ver
schillende takken van het bouwbedrijf: de
woningbouw, industrieele bouw, wegenbouw,
waterbouw, enz. Maar verder ook om nood
zakelijke bouwwerken door te zetten, daar,
waar krachten werkzaam zijn, die een vlotten
gang van zaken tegenwerken.
Nu de materialen zoo schaarsch zijn, zal op
het gebied van den woningbouw aandacht
moeten worden geschonken aan de vraag
waar (op welke plaatsen) de behoefte aan
woningen het dringendst om bevrediging
vraagt, voor wie een nieuwe gelegenheid tot
huisvesting het meest noodzakelijk is en aan
wie de bevrediging van een bepaalde woning-
behoefte het best kan worden toevertrouwd
Dus niet dddr bouwen, waar woningen leeg-
staan, maar da&r, waar woningnood dreigt of
reeds aanwezig is of da&r waar bij de vesti-
ging van nieuwe inwoners een levensbestaan
kan worden verschaft in landbouw of Indus
trie.
En niet een groote villa bouwen, waarvoor
drie A viermaal zooveel materialen noodig zijn
als voor een arbeiderswoning.
En niet middenstandswoningen bouwen in
plaats van arbeiderswoningen in een gemeen
te, waar de behoefte aan deze laatste soort
grooter is dan aan de eerstbedoelde, alleen
omdat een particuliere bouwer actiever is dan
bouwvereeniging en gemeente en terecht
meent, dat de middenstandswoning hem
een hoogere huur zal opbrengen dan een
arbeiderswoning.
In plaats van den strijd tusschen particu
liere bouwers en bouwvereenigingen zal er
een doelmatige werkverdeeling moeten komen
tusschen gemeenschapsbouw (gemeente en
bouwvereenigingen) en den particulieren
bouw, waar bij het groote sociale belang van
de „eigen" woning niet uit het oog zal mogen
worden verloren. Maatgevend ,b(j deze werk
verdeeling zal moeten zijn de gewenschte be-
hoeftebevrediging en niet de belangen van
deze of gene groep.
Toen jaren geleden van vele kanten is aan-
gedrongen op ordening der woningproductie,
had men het oog op productie-beperldng,
omdat er tallooze huizen leegstonden. Thans
dreigt de balans meer naar de andere zijde
door te slaan en komt ordening in de eerste
plaats naar voren met het oog op stimulce-
ring van de uitermate geringe woningpro
ductie.
De middelen zgn aanwezig: de noodzake
lijke vergunning van het Regeeringscommis
sariaat, de aanwijzingen (voor het gebruik
van een minimum aan de schaarsche bouw-
materialen, groote ondememers, die zich gaan
specialiseeren op 't gebruik van vervangende
constructies, gemeente en bouwvereenigingen,
die branden van verlangen om aan het bou
wen te mogen gaan en ten slotte als stok ach-
ter de deur: de mogelijkheid tot woningbouw
te dwingen, in artikel 55 der Woningwet.
Maar, ook al wordt het type van de te
bouwen woningen voor arbeiders met geringe
mkomsten zooveel mogelijk versoberd, offers
zullen er in verband met de gestegen prijzen
door de gemeenschap moeten worden ge-
bracht.
klonk het antwoord.
,,Kan ik misschien iets voor U doen?" hoor-
den ze plotseling een minzame stem zeggen en
achter den bediende stond Charles Zuberra.
HOOFDSTUK XXIX.
Wendover koelt zijn woede.
Lomax herstelde zich het eerst; Wendover's
verbazing was zoo groot, dat hij een moment
geheel sprakeloos was. ,,Dat is buitengewoon
aardig van U, Mr. Chappelle," (hij legde na-
druk op den naam) mogen we binnen
komen?"
De man maakte een beleefde buiging. ,,Wel
zeker! Ik zag een taxi voor het huis stil-
houden en haastte mij de heeren te verwel-
komen."
's Mans onbeschaamdheid ging alle perken
te buiten. Wendover's vingers jeukten hem,
maar Lomax gaf hem een teeken zich vooral
te beheerschen.
De bediende liet hen in een groote hal, die
Lomax' bewondering opwekte.
„Ik geloof dat we het beste hier kunnen
gaan zitten," zei hun gastheer, een deur aan
den linkerkant voor hen openende en hen in
een ruime, schitterend ingerichte kamer vol-
gend. ,,Dat treft!" riep hij uit, „het is juist
vier uur, theetijd in Londen. U blijft toch
zeker nog even
Voor de anderen konden antwoorden, zei hij
tot den bediende: „Armand, breng de thee
binnen."
Zeker, Monsieur le Baron."
Lomax, die juist een prachtig tapijt aan het
bewonderen was, keerde zich om en wierp
snel een blik op het glimlachende gezicht van
zijn vijand. .Sociale promotie?" vroeg hij.
„Ja, hebt U het nog niet gehoord? De
Caroniers hebben mij dien titel toegekend; in
den regel geef ik niet veel om die dingen,
De Neder/andsche
Pijnstlller
(Ingez. Med.)
WEGEN EN OVERWEGEN.
Zooals eenigen tijd geleden een brief van
De Vuurslag (de vroegere Nationale Unie)
bedoeld heeft overleg tot stand te brengen
tusschen de Nederlandsche Unie en Nationaal
Front, op den grondslag van voorbereiding
van den corporatieven staat, zoo heeft nu
schrijft de N. R. Crt. het Verbond voor Natio
naal Herstel het initiatief genomen om de
drie bewegingen, welke in het laatste num-
mer van het weekblad van de Nederlandsche
Unie ,,de drie revolutionnaire groepeeringen
in ons land" genoemd zrjn, te weten de Neder
landsche Unie zelve, Nationaal Front en de
NjSjB., tot het staken van den onderlingen
strijd te bewegen.
Het Verbond voof Nationaal Herstel ziet
„op de drie groepen: Nationaal Front, Neder
landsche Unie en N.S.B. de verantwoordelijk-
heid rusten bij het jonge en komende geslacht
de leer der nieuwe orde ingang te doen vin-
den".
Het Verbond voor Nationaal Herstel ver-
klaart zich bereid ,,de steeds verder van el-
kaar zieh verwjjderende volksgroepen tot
elkaar te brengen ter verkrijging van een
harmonisch samengestelde volksgemeenschap,
zonder opoffering van geestelijke en verwor-
ven cultureele waarden".
Het ziet daartoe echter geen anderen weg
dan opheffing van alle partijen en groepen,
Nationaal Herstel zelf trouwens inbegrepen.
Het acht dit ,,op korten termijn gebiedend
noodzakelijk", opdat ,,bestaande scherpe
tegenstellingen van goedwillenden verdwij-
nen". ,,Het is allereerst noodig, dat het
Nederlandsche volk zich in den nationalen
staat, in tegenstelling met den partijenstaat,
hervinde." „Als allervoomaamste voorwaarde
ter vervulling van onze taak en roeping in
het wereldbestel zal de innerlijke rust van
Nederland moeten wederkeeren."
Misschien heeft het Verbond voor Nationaal
Herstel intusschen al een vonkje van hoop
geslagen uit die zinsnede uit de jongste van-
week-tot-weeks che beschouwing van De Unie,
waarin gezegd wordt: ,,De leiding van de
Nederlandsche Unie heeft nooit op het stand-
punt gestaan, dat de Unie doel op zich zelf is.
Het eenige doel is altijd geweest en zal altijd
zijnhet welzijn van het Nederlandsche volk.
Terwille van ons vok is ncg nooit in de ge-
schiedenis de noodzaak van eenheid zoo groot
geweest als nu. En mocht die eenheid wer-
kelijk (bereikt kunnen worden, op den grond
slag dat de toekomst van ons volk daarmee
is gebaat, dan zal de Nederlandsche Unie de
eerste zijn om dit ideaal te helpen verwezen-
lijken."
De Unie heeft daarbij echter nog geenszins
aan zelfontbinding gedacht. Boven het arti
kel staat ,,Toenadering" en naar den vorm
is het een antwoord op een beschouwing
onder denzelfden, vragend gestelden titel in
„De Weg" van een week daarvoor. In wezen
gaat het bij allebei om de kwestie van toe-
nadering tusschen deze twee groepen en de
N.IS.B.
Wij zouden nu natuurlijk een historische be
schouwing kunnen gaan geven om aan te too
nen, dat zoo wel Nationaal Front als de
Nederlandsche Unie wel heel ver van een nog
slechts kort geleden ingenomen standpunt zijn
afgekomen, nu zij toenadering tusschen hen
en de N.S.B. als een punt van overweging
aanvaarden. Wij zullen het echter bij de vast-
stelling laten: er blijkt uit, dat beide bewe
gingen den huidigen politieken toestand on-
geveer gelijk beoordeelen er is voor de
,,le Baron" klinkt zeer dinstingue, vindt
U ook niet, mon cher?"
I>aaT ons tot zaken komen," viel Wendover
hem bruut in de rede.
De gastheer wendde zich tot hem. „Ik moet
U vriendelijk verzoeken de harmonie van dit
oogenblik niet te verstoren; binnen enkele
seconden kan Armand hier zijn met de thee,
in dien tusschentijd wilt U zeker wel rooken?"
en hij nam een doos met cigaretten van den
schoorsteenmantel.
Wendover, die zijn ooren niet kon gelooven
weigerde kort.
Monsieur Lomax?"
,,Ik hoop dat U het me niet kwalijk neemt,
Mr. Chappelle, maar ik rook liever een van
mijn eigen cigaretten."
..Zooals U verkiest."
Het kwam Wendover, die zijn vijand op-
merkzaam gadesloeg, voor dat Lomax' ant
woord hem heelmaal niet aanstondhij scheen
iets minder zeker van zichzeif en een oogen
blik leek het zelfs of hij totaal in de war was
gebracht.
Lomax haalde bedaard zijn cigarettenkoker
uit zijn zak en zocht er op zijn gemak een uit.
..Mogen we gaan zitten?" vroeg hij.
„Wat verschrikkelijk onbeleefd van me!
Maar natuurlijk! Ik zou graag willen dat U
zich hier thuis voelt."
,,Bent U hier de gastheer?"
De man deed, alsof hij den spottenden toon
niet opmerkte. „Zeker," zei hij, „tijdens de
afwezigheid van Madame la Comtesse de
Lepiney heb ik die eer. U wilde haar, geloof
ik, spreken
,,'Hoor eens hier...!" barstte Wendover los,
die zijn ergemis niet langer kon verbergen;
waarom was Lomax zoo beleefd tegen dien
schurk
(Wordt vervolgd.)