Ter Neuzensche Courant Actueele vraagstukken ten aanzien van economische problemen in Nederland. In den greep van het noodlot Binnenland Feuilleton Vrijdag 15 November 1940 No. 10.140 TWEEDE BLAD VAN NEDERLAND IN MET NIEUWE EUROPA. Te Berlrjn heeft dezer dagen dr. A. de Graaff, hoofdredacteur van het Utrechtsch Nieuwsblad in den lezingen-cyclus Europai- sche Groszraumwirtschaft van het Deutsches Auslandswissenschaftliches Insrtitut gespro- ken over de taak van Nederland in het nieuwe oeconomische Europa. Toen in groote gedeelten van Europa nog M'iddeleeuwsche toestanden heerschten, be- voeren Hollanders, aldus zette spr. in het be gin van zijn lezing uiteen, reeds de wereld- zeeSn van Noord tot Zuid; zij stichtten Nieuw- Amsterdam, waren de eersten, die het Noord- poolr-gefbied onderzochten en hadden aan Kaap de Goede Hoop, Ceylon en Singapore steun- punten voor hun vloot gesticht. Met ruimen blik hebben de Nederlanders altrjd gewerkt, zonder exclusiviteit, en dank zij daze opvatting kunnen zij ook nu weer bin- nen het nieuwe Europeesche kader hun taak vervuDen. Voor dat nieuwe oeconomische Europa zal na den oorlog de groote vraag zijn: hoe kan het weer in het wereldverkeer worden ingeschakeld en welke goederen kan het met de overige wereld ruilen De jonge volkeren der wereld verkeeren thans in staat van ontwikkeling en het is thans de groote taak van Europa, dit werelddeel op de juiste wijze met de overige te doen samen- werken, ja, zoo mogelijk aan de ontwikkeling van de andere werelddeelen richting te geven. Trajisito-verkcer van groote beteekenis. In Nederland acht men het de taak van het groote Europeesche oeconomische gebied, een zoo groot mogelijke werkverdeeling met de andere continenten tot stand te brengen, hetgeen des te beter tot stand kan komen, indien Europa in oeconomisch opzicht een eenheid vormt. De zee zal in de toekomst voor Europa van veel grootere beteekenis dan voorheen zijn. In het grootere goederen- verkeer van en naar Europa ligt voor Neder land als eerste de groote taak, de invalspoort voor het groote oeconomische Europa te zijn. Dank zij den aardrijkskundigen toestand van het gebied tusschen Antwerpen en Hamburg biedt dat de beste mogelijkheden voor het t ransito-verkeer. De genoemde invalspoort zal in de toe komst groote hoeveelheden goederen hebben te verwerken, wanneer het verbruik weer op het vroegere peil komt en het aan grondstof- fen arme Europa weer aan het werk tijgt. In plaats van de oorlogsindustrie zal eens het civiele verbruik treden en bepaalde gedeelten van Europa zullen op een veel hooger levens- peil komen. Duitschland werkt reeds aan het Midden-tEuropeesch^ kanalennet, dat wordt gevoed door den aan- en afVoer via overzee. Ult alles blijkt, welk een opleving den havens van Noordwest Europa wacht, hetgeen tevens van zeer groot belang voor Nederland in het groote Europeesche oeconomische kader is. Inzake de verdeeling van het transitover- keer aver de verschillende havens bepaalt de loop van de rivieren, uit rationeel oogpunt gezien, de taak van elke haven. Hamburg is het knooppunt tusschen Noord- en Oostzee- verkeer; deze haven is de haven bij uitne- mendheid voor het verkeer op de Elbe, dat tot in het protectoraat gaat en voor het verkeer van de Noord duitsche industrie-gebieden. Ten Westen van de Elbe vloeit de Rijn, wiens natuurlijke monding in Nederland ligt, met een verbinding met Antwerpen. Het Rijnver- keer behoort van nature aan de mondingsge- bieden. Door de Rijn-Donau-verbinding staat het geheele gebied ten Westen en ten Zuiden van de Elbe en ten Zuiden van het protecto raat in verbinding met de zee via de westelijke transitolanden. Dit Midden-Buropa behoort, geografisch gezien, niet tot de Duitsche Noordkust. Qndanks alle pogingen om het verkeer een andere richting te geven, werden via het korte kustgebied van Nederland in normale jaren meer goederen uitgevoerd dan via de veel langere kusten van Duitschland en Frankrijk. Daarbij had het verkeer in de Rot- terdamsche haven voor drievierde betrekking op transitovervoer dank zij den korten weg, de modeme outillage en de snelste en goed- koopste verlading. By een rationeele werkverdeeling kan men deze feiten niet uit het oog verliezen. De Rijnhavens zijn van nature de poort naar de zee van het geheele West- en Zuid- Duitsche en Midden-Europeesche gebied tot het Zuid-Oosten van Europa toe. Daarom is de voomaamste taak van Nederland en ten deele ook voor Belgie het transitoverkeer tus schen het groote Europeesche oeconomische gebied en overzee zoo goedkoop mogelijk af te wikkelen. Deze taak wil en kan Nederland nog meer dan in het verleden vervullen. Daarnaast hebben de andere havens ook hun taak: Hamburg bedient het bovenver- melde rijke industrie-gebied, Antwerpen het Belgische industrie-gebied. Beide havens zijn ook meer industrie-havens dan doorvoer- havens, die ruime verschepingsmogelijkheden bieden voor industrieele producten, die meestal snel vervoerd moeten worden en waarvoor dus meer van den spoorweg gebruik wordt ge- maakt. Tusschen het doorvoerverkeer en de zee- scheepvaart bestaat veel verwantschap en daarom hopen de Nederlanders, dat hun scheepvaart ook in het nieuwe wereldverkeer zijn oude plaats zal behouden; vanouds heeft Nederland een eervolle plaats onder de zee- varende volkeren ingenomen. Veredelings-inidustrie en landbouw. Om terug te keeren tot het doorvoerverkeer, hoe belangrijk dit voor Nederland ook moge zijn, de negen millioen Nederlanders kunnen daarvan alleen niet leven; op landbouw- en industriegebied kunnen zij intusschen ook hun aandeel nemen in de werkverdeeling van het nieuwe oeconomische Europa. In samenhang met de transitofunctie vond in Nederland al sedert eeuwen elen y|redeling van de doorge- voerde producten plaats. Daarnaast had de landbouwproductie zich ontwikkeld, en deze genoot in Duitschland de meeste bekendheid. Toch vormt Nederland een agrarische oase in het West-Europeesche industrie-gebied, doch staat tegenover de rest van de wereld als een industrieel gebied, dank zij zyn gemengde karakter. De agrarische en de industrieele functie pas- sen intusschen volkomen in de nieuwe oeco nomische ordening van Europa. De Nederlanders zijn immers gewoon, in ruim verband te denken en te handelen, waar- toe de structuur van hun land zeer geschikt is. Zoo acht de Nederlandsche landbouw zich geschikt als leverancier van veredelde produe- ten aan Midden-Europa in veel grooteren om- vang dan tot dusver het geval is geweest, Want de Baltische staten zullen in de toe komst in mindere mate dan vroeger als leve- ranciers van Midden- en West-Europa kunnen optreden en Zuid-Oost Europa zal bij stijgen- den levensstandaard meer van de eigen pro ducten gebruiken. Indien Nederland zich toe- legt op de productie van de beste soorten land- bouwproducten, dan moet het zich niet behoe- ven te bekommeren om de vervaardiging van massagoederen, die het dan moet kunnen invoeren, zooals het veevoeder voor de veehou- dery, die zelf een veredelingsbedrijf is. Het meerendeel van de fijne landbouwpro- ducten van Nederland werd door de buurlan- den gekocht, al waren de producten over de geheele wereld bekend. Voor industrieele pro ducten was de toestand juist andersom; de buurlanden, vooral Duitschland, namen slechts weinig af, doch de industrie-producten werden voomamelijk in de jonge landen van Europa of overzee verkocht. In de vertegenwoordi- ging van het groote oeconomische Europee sche gebied in overzeesche landen kan Neder land dus een groote rol spelen. Dr. Fischbock heeft na grondig onderzoek verklaard, dat alle mogelijkheden voor de Nederlandsche volks- huishouding zullen blijven bestaan. De Nederlandsche industrie zal zich verder moeten ontwikkelen in verband met de toe- nemende bevolking. Reeds nu levert de industrie het grootste gedeelte van het volks- inkomen op. Zij is bovendien reeds van ouden datum en heeft reeds vroeg kunnen voorzien in de behoeften van jonge volkeren. •Sedert het begin van deize eeuw is in Neder land een snelle industrieele ontwikkeling merk- baar, die zich meer op verbruiksgoederen, dan op productiemiddelen heeft gericht. Des- ondanks heeft Nederland steeds stijgende hoeveelheden industrieele producten, ook uit Duitschland, ingevoerd. Bij nader onderzoek blijkt de betrekking tusschen de industrie in Duitschland en die in Nederland meer van aanvullenden dan van concurreerenden aard te zijn, hetgeen ook geldt voor den industriee- len uitvoer naar overzee, welke zich voorname- lijk richt naar gebieden, waar Nederlandsch kapitaal is belegd. Toch zal het Europeesche gebied voor Nederland de voornaamste beteekenis krijgen voor de verdere industrialiseering, vooral in dien de Europeesche industrie een goede werk verdeeling invoert. Nederland beschikr nog over ongebruikte industrieele capaciteit, over initiaticf en verantwoordelijksbesef. Indien Europa tot grootere welvaart wil komen, dan moet aan den aadrij kskundigen toestana en aan de capaciteit van de menschen meer ruimte worden gelaten dan de laatste jaren het geval was. In dit verband zij vermeld, dat dr. Fisch bock de uitbreiding of oprichting van industrieele installaties in Europa, waar mogelijk, aan de Nederlandsche industrie wil opdragen, die verder by de verlading in het kustgebied tevens de eerste of verder gaande bewerkingen aan grondstoffen kan verrichten, die van overzee komen. Naast den landbouw en de industrie moet de handel als derde pijler van het Nederland- BESOHOUWINGEN VAN DR. FISCHBOCK. Geen sprake van inflatie. door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIECKMEEREBOER. 38Vervolg. De Gravin wilde zich maar al te gaame laten overtuigen, maar toch kon ze alles niet meteen gelooven. ,,Je hebt mij hiervanniets geaogd, toen ik daamet plotseling de kamer binnenkwam," zei ze. ,jNee, Millie, daar had ik een zeer goede reden voor. Ik wilde je niet aan het schrik- ken maken, begrijp je dan niet welke onaan- gename gevolgen dit voor de Prinses gehad sou kunnen hebben?" „Ja, dank je voor je fijngevoeligheid, Char les. Ik zou niet graag willen dat je denkt dat ik laf ben, maar ik ben bang om het meisje nog langer hier te houden. Die vreese- lijke vevolutionnairen zullen het arme kind vandaag of morgen nog pogen te vermoor- den!" ze beefde bij de gedachte. „Ja, Milhe, we moeten dit eens ernstig on der oogen zien en zoo gauw mogelijk een be- slissing nemen wat er gedaan moet worden. We zouden de politie hiervan natuurlijk in kennis kunnen stellen en voldoende bewaking vragen, maar dat lijkt me voor jou buitenge- woon onaangenaam." ,,De wetenschap dat elk mijner handelingen wordt nagegaan. zou me het leven hier on- dragelijk maken. Nee, Charles, je moet dit geval vanavond nog met denHoogen Raad bespreken. Ik wil niet graag ongasfvrij lijken, maar als een verblijf onder mijn dak het leven van de Prinses in gevaar brengt. ,,Wle zullen haar ergens ander3 heen moeten brengen. Maak je niet ongerust, Millie, ik zal dit met Groothertog Alexis gaan bespre ken; onze beslissing zal ik je zoo spoedig mogelijk laten weten." De spreker maakte aanstalten om weg te gaan, doch een opmerking van de Gravin hield hem terug. „Je zult me wel uitlachen, Charles... maar niettegenstaande alles begin ik er toch aan te twijfelen of dit meisje werkelijk wel Prinses Corisande is." ,Dat meen je toch niet, Millie!" ..Ofschoon ze niet heelemaal normaal is, vind ik het toch heel eigenaardig dat ze maar steeds blijft ontkennen dat ze een Prinses is. Zooeven was ze al buitengewoon recalcitrant; zelfs beschuldigde ze mij van bedrog! Met zal je misschien wel belachelyk klinken, maar ze is er vast van overtuigd dat wij alien tegen haar samenzweren." De man schudde bedroefd het hoofd. ,,Het is heel treurig," zei hij, „Dokter Marquand zal er ongetwijfeld een verklartng voor weten. Maar zoolang wij onzen phcht doen, Milhe, hebben we ons niets te verwijten. Maak je maar niet ongerust, mijn beste. Deze hallu- cinaties want dat is het juiste woord zijn niet anders dan een gevolg van al de ellen- de. die het arme meisje doorstaan heeft. Ik zal je toch wel niet behoeven te zeggen, dat ik er heilig van overtuigd ben dat ze werkelijk Prinses Corisande is. Denk je dat ik zooveel moeite zou doen, als ik ook maar een oogen blik twijfelde aan haar identiteit De Gravin glimlachte. „Je hebt me nu heele- i maal overtuigd, Charles. God zegen je!" HOOFDSTUK XXVni. Bujardin maakt een afspraak. Het was den middag na Lomax' aankomst in Parijs. De detective van Scotland Yard en sche oeconomische leven worden genoemd, al kan omtrent het toekomstige Europeesche handelsapparaat nog weinig worden gezegd. De beste plaats voor den handel is echter de poort van groote gebieden. De Nederlandsche handel is op een zeer gunstige plaats gevestigd en kan zijn groote ervaringen in dienst van het groote oeconomi sche Europa stellen. Nederland zal de poort zijn naar de zee en het venster naar die gebieden, die voor de welvaart van Europa van de grootste betee kenis zijn. Daarnaast kan Nederland aan het industrieele Midden-Europa landbouwproduc- ten leveren en aan het agrarische Zuid-Oosten van Europa industrieele producten. De wapen- spreuken Je Maintiendrai en Luctor et Emergo zullen het symbool zijn voor de Nederlanders om ook in de toekomst de taak te vervullen, die de ontwikkeling van de wereld stelt. (N. R. Crt.) NEDERLAND SOHIKT ZICH IN DE BEZETT1NG. Het wacht af maar het moet niet te iang wachten. De V.P.B.-correspondent van het A.N.P. meldt ons: Dr. W. Hagemann, die het eerste persgesprek met den Rijkscommissaris, dr. Seyss-Inquart, mocht voeren, heeft thans in een artikel in de Berliner Bdrsenzeitung zijn indrukken over Nederland weergegeven, ter- wijl hij ons ook met eenige nuttige wenken van dienst wil zijn. Wij ontleenen aan zijn opstel het volgende: Het Nederlandsche ras bezat steeds de goede hoedanigheden van de oude Germanen: vlijtig, betrouwbaar, bekwaam en helder van hoofd. Het zal in het nieuwe Europa een belangrijke plaats kunnen innemen, temeer omdat Neder land aan de monding van den Rrjn ligt, waar- door in het bijzonder Rotterdam een groote toekomst tegemoet gaat. Maar Nederland zal in een andere richting moeten leeren denken dan tot dusver. Het zal niet meer de invalspoort van Enge- land naar het vasteland van Europa zijn, maar omgekeerd de uitgangspoort van Europa naar de overige deelen der wereld. Er zijn reeds vele Nederlanders, die de toe komstige mogelijkheden voor htm handel en scheepvaart inzien en zich gereed maken mede te werken aan de nieuwe Europeesche ontwik keling. Nederland zal in de toekomst niet meer op zichzelf kunnen staan met het ge- voel, wat er in de rest, van de wereld gebeurt gaat ons niet aan! Het zal een onafscheide- lijk deel van het overige Europa vormen en zijn gedachten niet meer alleen op Nederland en zijn kolonien moeten concentreeren, maar die ook op samenwerking met de andere mo- gendheden op het vasteland van Europa moe ten richten. Hoe eer dit gebeurt, hoe beter het voor de Nederlanders zou zijn. Nederland is sinds de gebeurtenissen in Mei nog niet ge- heel op zijn verhaal gekomen. Het beseft nog niet den vollen omvang van de veranderingen, die in den toestand van vrede en rust is ge komen. Deze gebeurtenissen gaan niet alleen Neder land aan, maar in nog veel grooter mate het Europeesche vasteland. Voorloopig heeft Nederland slechts edn ding begrepen, n.l. dat het bezet gebied is geworden. Het heeft er zich met zijn practische opvattingen van het leven en zijn nuchteren blik in geschikt. En nu wacht men af! Maar het zal beter zijn niet lang af te wachten, daar het anders zou kunnen gebeuren, dat men voor den beroem- den omnibus te laat komt. VERPOND VAN NEDERLANDSCHE JOURNALISTEN. Het A.N.P. meldt: Naar wij vememen heeft de r.k. journalis- tenvereeniging dezer dagen besloten haar leden en bloc aan te melden bij het Verbond van Nederlandsche joumalisten. Na deze aan- melding is het aantal verzoeken om toelating tot het verbond zoo groot, dat nog slechts een onbeduidende minderheid van het joumalis- tencorps zich buiten de organisatie bevindt. De voorzitter van het verbond heeft thans be sloten een uitersten termijn te stellen voor aanmelding. Na 20 dezer zal het verbond geen verzoeken Om toelating meer aanvaarden. DE VOORRAAD GASOLIE GERING. De secretaris-generaal, waam. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart deelt mede: Reeds herhaaldelijk heeft het Rijksbureau voor aardolieproducten door middel van circu- laires, correspondentie enz. er de aandacht van belanghebbenden op gevestigd, dat de be- schikbare voorraad gasolie z66 gering is, dat met uitzondering van enkele hoogst vitale bedrijven poldergemalen, landbouw, trans port van kolen, voedsel enz.in de nabije toe komst practisch niet meer op toewijzingen van gasolie kan worden gerekend. Daarom wordt er nogmaals de nadruk op gelegd, dat het dringend noodzakelijk is die- sielkracht te vervangen door electriciteit of stoomkracht, dan wel door gas-generatoren. Ovens moeten voor gas. electriciteit, kolen, cokes, turf of hout worden verbouwd. Molenaars en houtzagerijen moeten, waar mogelijk, windkracht gebruiken. Philip Wendover zaten op een bezoeker te wachten, en bespraken ondcrtusschen de situatie. ,,Zoodra deze FVansche detective hier is ge weest en ik zijn laatste berichten heb ver- nomen, gaan jy en ik de Gravin opzoeken. Zij weet natuurlijk waar Zuberra is en op de een of andere manier zal ik haar zijn adres wel weten te ontfutselen!" Wendover, verrast door Lomax' angst, tiachtte den ander een beetje in te toomen. „Ik voor mij geloof dat de Gravin door en door eerlijk is," zei hij, „ik kreeg tijdens mijn bezoek aan haar heel sterk den indruk, dat ze door dien kerel als een werktuig gebruikt wordt." ,,Nu, we zullen het spoedig zien," zei Lomax barsch. ,,Dat meisje, dat me op de Yard kwam bezoeken, kan ik maar niet vergeten ze zag er zoo zielig uit, toen ze me smeekte haar vriendin bij haar terug te brengen." De komst van den verwachten bezoeker maakte een einde aan deze ccnversatie. Remi Dujardin, die het uiterlrjk had van een Parijschen taxichauffeur, maar die, zoo als men Lomax nadrukkelijk had verzekerd, een van de knapsrte detectives was bij de SOret6, boog voor de twee Engelschen en accepteerde, nadat hij plaats genomen had, volgaarne een sigaret. Beidem keken hem verlangend aan; ze waxen benieuwd naar wat hij te vertellen zou hebben. .Messieurs," zei hij, nadat hij een cigaret had opgestoken, „we staan hier voor een bui tengewoon moeilijk geval. Ik weet niet hoe dat in Londen is, maar hier in Parijs krijgen wij doorloopend gevallen te behandelen van vermiste meisjes. ,,Maar U heeft toch zeker wel al het een en ander ontdekt?" Lomax gaf Wendover cen teeken zich beter te beheerschen en af te wachten en deze knikte, ten teeken dat hij het begrepen had en leunde weer terug in zijn stoel. Maar het (Slot.) Het bouwbedrijf. Naar aanleiding van een gestelde vraag om trent de positie van het Nederlandsche bouw bedrijf, verklaarde minister Fischbock, dat er op het oogenblik in ons land 190.000 werkloo- zen aanwezig zijn, tegen 320.000 in Juni. De werkloosheid in het bouwvak bedroeg in de gunstigste maand van 1939 43.000. De on- gunstigste maand van dit jaar, Januari, gaf een percentage van 88.000. Dit cijfer is gelei- delijk gedaald tot 32.000 in Augustus j.l. Wat het bouwen in Nederland aangaat, al dus dr. Fischbock, zoo is het particuliere initiatief tot een zeer laag peil gedaald. In vele gevallen is zelfs sprake van een volkomen stilliggen. Natuurlijk heerscht er tot op zekere hoogte een schaarschte aan bouwmaterialen. De eersten echter, die met het bouwen begin- nen, zullen in ieder geval voldoende materialen ter beschikking hebben. Weliswaar zijn er op het oogenblik geen materialen voor den bouw van honderdduizenden woningen beschikbaar, maar aan den anderen kant is, zooals reeds gezegd, materiaal voor het .begin van den bouw" aanwezig. De Duitsche ondememers, aldus de minister, zijn wel opgewassen tegen zulke zorgen, daar deze zich het standpunt voor oogen houden: es geht schon irgendwie. Men begint aldaar eerst met het bouwen en kijkt dan verder uit. In Duitschland is niet alleen een essentieele vraag aanwezig: hoe krijg ik de benoodigde materialen, maar daar- nevens: hoe krijg ik de beschikking over de noodige arbeidskrachten Wat de afzonderlijke bouwmaterialen aan gaat, zoo verklaarde de minister, dat hout en ijzer voldoende in Europa beschikbaar zijn. Er bestaat geen tekort. Er bestaan slechts zeer groote transportmoeilijkheden, die echter bin- nen afzienbaren tijd overwonnen zullen wor den. Op het oogenblik zijn in Nederland voor- raden aanwezig voor een verbruik van 4 tot 5 maanden. Benzine. Hierna kwam minister Fischbock, naar aan leiding van een gestelde vraag, op een uiterst netelig vraagstuk te spreken: het benzine- vraagstuk. In principe, zoo zette de minister uiteen, be staat een basis van rechtsgelijkheid tusschen de Nederlandsche staatshuishoudkunde en de verhoudingen in Duitschland. Dat daarbij ter- dege met Nederlands speciale belangen reke- ning wordt gehouden, moge blijken uit het feit, dat voor bouwdoeleinden in Duitschland geen benzine beschikbaar wordt gesteld. Wat het aantal in Nederland beschikbare vrachtauto's aangaat, de verzorging met de noodige ben zine, is gewaarborgd. Gedurende de afgeloo- pen maand heeft een aanzienlijke import van benzine uit Duitschland plaats gehad. Ook in de naaste toekomst mag men den benzine- invoer uit Duitschland verwachten. De autori- teiten streven naar een handhaving van het op peil houden van de thans beschikbare voor- raden in ons land. Oorlogssohadevergoedingen. Een hoogtepunt van de bijeenkomst vormde de gedachtenwisseling over het vraagstuk in zake de oorlogsschadevergoedingen. De minis ter deelde mede, dat het ontwerp gereed is, en dat de publicatie binnen enkele weken kan worden tegemoetgezien. Op het oogenblik wacht men nog slechts op de totale cijfers als- mede van de wijze van uitvoering der betaling. Deze Verordening gaat principieel uit van een volledige schadevergoeding door den staat. Echter wordt ten aanzien van groote parti culiere vermogens een voorbehoud gemaakt, dat een reductie in de te betalen schade kan worden toegepast. De te betalen uitkeeringen moeten echter geheel en al in dienst van den wederopbouw worden gesteld. Zoo lang nog niet met den nieuwbouw wordt begonnen, zal geen uitkee- ring plaats hebben, maar het bedrag ter be schikking blijven staan, zulks met rentever- goeding. Met den bouw zal echter t.z.t. moe ten begonnen worden, welk principe men ook in de brandverzekering toepast. Vervolgens werd een vraag gesteld van den volgenden aard: het koersverloop ter beurze toont gedurende de laatste dagen aan, dat men zich in Nederland veel zorgen maakt over de snelle vermeerdering van de zich in omloop bevindende bankbiljetten, hetgeen door som- mige kringen als een begin van inflatie zou worden beschouwd, speciaal, omdat die ver meerdering vooral de laatste week een gevolg was van het plaatsen van schatkistpapier bij de banken. In welk opzicht kan hiervoor een verklaring worden gegeven, welke de onjuiste opvattin gen tot normale properties zou kunnen terug- brengen. Minister Fischbock gaf hierop een zeer uit- voerige uiteenzetting. Er is geen sprake van een neiging tot inflatie in Nederland aanwezig. Inflatie immers is een spiraalbeweging tus schen loonen en prijzen. Ongemotiveerde prijs- stijgingen, aldus dr. Fischbock, zijn binnen het kader der bestaande verordeningen niet ge- oorloofd. Hiertegen zal dan ook scherp wor den gewaakt. De prijzen in Nederland zullen in geen geval boven het Duitsche prijsniveau strjgen. Ongetwijfeld bestaat er op dit oogen blik aan den eenen kant een teveel aan be- talingsmiddelen en daarnaast een gebrek aan consumptiegoederen. De autoriteiten zullen er in Nederland naar streven, dat de opgepotte koopkracht niet tot stoomissen in het Neder landsche economische leven zal leiden. Een vermeerdering van de in omloop zijnde bank biljetten behoeft geen zorgen te baren, zoolang het de koopkracht verhinderd wordt prijsstij- ging in het leven geroepen. Van devaluatie of andere maatregelen ten opzichte van de Nederlandsche valuta, is geen sprake! De Duitsche Rijksbank zal haar voile medewerking verleenen bij de handhaving van de positie van de Nederlandsche valuta, aldus riep de minister uit. Tenslotte werd nog de vraag gesteld in hoe- verre de belangrijke strjging van de grondprrj- zen in Nederland de aandacht der autoriteiten heeft. Van Nederlandsche zijde, aldus de mi nister, is nog geen drang uitgeoefend tdt in- grijpen. Hij persoonlijk is van meening, dat al te hooge prijzen ongewenscht zijn. Een ,,Flucht in die Sachwerte" is ongemotiveerd. In Duitschland bijvoorbeeld zijn geen kapita- listische grondaankoopen en speculaties moge lijk. In verband met deze kwestie werd nog de vraag gesteld in welke mate door Duitsche in- stanties en kringen in Nederland aandeelen worden gekocht. De minister gaf hierop ten antwoord, dat Duitsche beleggers op de Nederlandsche aan- deelenmarkt niet tot aankoop overgaan. Im mers de rentabiliteit van aandeelen van de Nederlandsche ondememingen is op het oogen blik niet van dien aard. dat dit aantrekkelijk wordt geacht. Verhooging van winstbelasting. Men moet in hooge mate rekening houden bij een beoordeeling van den tegenwoordigen koersstand op de Amsterdamsche effecten- beurs, dat komende belastingen een aanzienljjk deel van de behaalde winsten zullen omvatten. Koopers van aandeelen moeten rekening houden met de winstbelasting, waarvan een verhooging voor de deur staat. Weliswaar zijn de komende dividenduitkeeringen niet ongun- stig te beoordeelen, maar aan den anderen kant zal toch een aanzienlijk deel der winsten door den fiscus worden getroffen. Ten aanzien van de bestaande belastingen, zoo beeindigde dr. Fischbock het onderhoud, kan worden gezegd, dat een verhooging van de winstbelasting in het leven zal worden ge roepen. Een oorlogsbelasting werd niet waar- schijnlijk geacht. In Duitschland kent men dit instituut niet, aangezien een juiste afbakening van oorlogswinst zeer moeilijk te bepalen is. De gemaakte winsten aldaar worden echter in dienst van het algemeene nut gesteld. Over het invoeren van nieuwe belastingen in Nederland kon minister Fischbock nog niets mededeelen. Wel wees hy op de dringen- de noodzakelijkheid, dat de staatsinkomsten aanzienlijk moeten worden verhoogd. Nieuwe bronnen zullen derhalve vermoedelijk moeten worden aangeboord. TANDARTSENFRONT OPGERICHT. De persdienst van de N.S.B. meldt: Op Zaterdag 9 November j.l., is in hotel ,,Pays-Bas" te Utrecht in een vergadering van tandartsen door den leider van het medische front het tandartsenfront opgericht. Vastgesteld werd: 1. dat in ons land vrijwel het geheele volk lijdende is aan tandziekte en de gevolgen daarvan 2. dat het practisch mogelijk is de tand ziekte met succes te bestrijden; 3. dat het oude regeeringsstelsel het nemen van noodzakelijke maatregelen in den weg stond; 4. dat er thans een einde moet worden ^e- kostte hem groote moeite niet telkens in de rede te vallen. „Oh zeker," antwoordde de detective, ,,maar zooals U zelf zult hooren, stuiten we op vele moeilijkheden. Om U eenigszins duidelijk te maken wat ik bedoel, zal ik U een geschiede- nis vertellen. die van zeer recenten datum is. Een jong en buitengewoon mooi meisje uit de eerste kringen van Parys gaat naar een bal in een vooraanstaand hotel. Haar geleide, een jonge dokter, wordt ongeveer een half uur voor het einde van het feest weggeroepen. Na afloop bieden velen haar aan haar thuis te brengen, maar de jongedame wijst iedereen lachend af." „Er kan mij niets gebeuren," zegt ze, ,,ik zal heusch wel veilig thuis komen." ,,Ze stapt in een taxi, die door den hotel- portier voor haar werd aangeroepen en merkt aanvankelyk niets. Maar plotseling komt ze tot de ontdekking dat ze in een heel verkeerde richting gaat; ze rijdt namelijk door een van de meest verdachte buurten van de stad." .Denkende, dat de chauffeur een vergissing maakt, steekt ze haar hoofd buiten het raam en roept hem dit toe. Het eenige resultaat is, dat de man zijn vaart nog vecmeerdert." „Het meisje begint nu werkelijk bang te worden, ofschoon de ware beteekenis van dit incident nog niet tot haar doordringt en wan- hopig denkt ze na wat ze kan doen. Dan rijdt de taxi een donker straatje in. wat achteraf blijkt een blinde steeg te zyn." ,,Met een ruk opent ze het portier en springt uit de taxi, nog voor deze tot stilstand is ge- bracht. Ze glijdt uit op de steenen, maar ge- lukkig is ze nog juist overeind gekrabbeld voor de chauffeur van zijn plaats kan sprin- gen." ,Dan, Messieurs", vervolgt de vertaller op dramatischen toon, „volgt er een race op leven en dood. 'Het meisje, een bekende tennisspeel- ster, draait zich op haar hielen om en loopt wat ze locpen kan. Ze slaagt er in den taxi- chauffeur een eind vocr te komen en aan het maakt aan de verwaarloozing der tandheel- kunde by de opleiding van artsen en dat de opleiding der tandartsen op een breedere medische basis moet worden geplaatst; 5. dat iedere volksgenoot de gelegenheid moet krijgen van een doelmatige mondverzor- ging. Het 10-jarenplan, dat de verwezenlijking van dit ideaal mogelijk maakt, werd uiteen- gezet en vond algemeene instemming. Onder de vele aanwezigen bevond zich o.a. de directeur van het tandheelkundige instituut der rijksuniversiteit te Utrecht, die er zijn groote voldoening over uitsprak de oprichting van het tandartsenfront te hebben kunnen bywonen. •Het adres van den leider van het tandheel- kundig fonds is Waldeck Pyrmontlaan 7, AmsterdamZ. einde van de donkere steeg waagt ze het de hulp in te roepen van een mOtorrijder, die zijn motor aan den kant had gezet, teneinde het schouwspel beter gade te kunnen slaan." „Deze motorrijder neemt het meisje in be- scherming en als de taxichauffeur nadert, daagt hij hem uit tot een gevecht. De schurk maakt echter dat hij weg komt en onze vriend, die zijn beschermelinge zoo spoedig mogelijk in veiligheid wil brengen, zet hem niet ach- tema. Maar wij, van de Surete, hebben naspo- ringen gedaan en dit is wat wij vonden: aan het einde van die steeg is een leegstaand wa- renhuis met groote schuifdeuren. Op een sig- naal van den taxichauffeur gaan deze deuren open en de heele taxi verdwijnt in het ge- bouw Wendover sprong op. ..Denkt U, dat zooiets mijn nichtje is overkomen?" vroeg hij op hee- schen toon. ,,Kalm aan, ouwe jongen!" zei Lomax. „Ik voel net zoo als jij, dat kun je van me aan- nemen, maar we winnen er niets by als we onze hoofden .yerliezen." Terzelfder tyd be- duidde hy Dtujardin niet verder te vertellen. ,,Dus eigenlijk kunt U ons niets anders mededeelen?" vroeg de Engelsche detective. Dujardin haalde een verkreukeld stukje pa pier uit zijn zak en overhandigde het aan Lo max met de woorden: ,,Dit werd vanmorgen bij de Surete gebracht; het is afkomstig van een man, die ons de laatste drie maanden zeer van dienst is geweest. Hij is een misdadiger, die bekeerd is", zei hij met een cynisch lachje. ..Een ,,mouchard" dus?" vroeg de Engelsche detective. Juist". Ein te vertcouwen Dujardin haalde zijn schouders op. ,,1'ot dus- verre hebben we geen enkele reden tot klagen." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 5