Last van liw zenuwen?
Buitenland
Mijnhardt's Zenuwtabletten
HET POSHVERKEER MET BELGIE.
EEN NACHT RUST VOOR LONDEN.
totale schuld van deze waterschappen bedroeg
71 millioen gulden.
In de provincie Zeeland hleven 354 water
schappen in 1939 een omslag van f 2.096.0Q0,
terwijl de totale schuld dier waterschappen
6.313.000 hedroeg.
Het grootste aantal waterschappen telt
Zuid-Holland (620), het kleinste Limburg (8).
Het aantal interprwinciale waterschappen
is 54.
Het totaal der helastingen, welke de water
schappen in 1939 per hoofd der bevolking vor-
derden, hedroeg 2 tegen ongeveer 68 door
het Rijk, f 32 door de gemeenten en 2 door
de provincien.
VOLWAARDIG LOON GEWENSOHT VOOR
DE WERKVERSCHAFFING.
Zelfstandig Staatsbedrijf noo-dig voor
de uitvoering van eultuur-teehnische
werken. Nederlandsche Unie roept
op tot aanpakken.
Sprekende over de werkverschaffing, wijst
een artikel in het weekblad van De Nederland
sche Unie er op, dat, hoeveel verbeteringen er
op dit punt ook reeds mogen zijn aangebracht,
de werkverschaffing nog steeds als een „ver-
lengstuk van de steun" wordt gezien. De ar-
beiders in de werkverschaffing kunnen zich
uit de steunsfeer niet los maken en van
arbeidsvreugde is bij hen nog weinig te be-
speuren.
Om hierin verandering te brengen, zal, vol
gens „De Unie", de werkverschaffing defini-
tief moeten breken met de steunverleening.
Tevens zal echter beseft moeten worden, dat,
met het opplakken van het etiquet „werkver-
ruiming", zulks niet wordt bereikt, evenmin
als met het instellen van een Rijksdienst, in-
dien de plannen van dien dienst slechts worden
afgewogen naar hun financieele gevolgen en
kunnen worden getorpedeerd door omvang-
rijke commissies, bestaande uit departements-
ambtenaren die van het doel en het wezen der
plannen, welke zij moeten beoordeelen, geen of
slechts uiterst vaag begrip hebben.
Wil men, aldus De Nederlandsche Unie, de
werkverschaffing ondergeschikt maken aan
den opbouw van ons volk, aan den opbouw van
een wezenlijke werkgemeenschap, en dat moet,
dan zal het volgende dienen te geschieden:
le. De loonen moeten worden aangepast aan
de loonen in het vrije bedrijf; zij dienen
dus niet langer afhankelijk van de steun-
uitkeeringen te zijn.
2e. Het instituut van de werkverschaffing
moet worden omgezet in een zelfstandig
staatsbedrijf, dat binnen het raam van
een jaarlijks toe te zeggen crediet produc-
tieve werken met Rijkssubsidie uitvoert.
3e. Dit staatsbedrijf zal gesteld moeten wor
den onder leiding van 6dn bestuurder, die
geloof heeft in de waarde van den arbeid
als welvaartsbron en slechts verantwoor-
ding schuldig is aan de hoogste regee-
ringsautoriteit aan wien de behartiging
van het arbeidsprobleem is opgedragen.
4e. De werken, welke zullen worden uitge-
voerd, moeten leiden tot versterking van
de volkskracht en vergrooting van het
nationale vermogen.
Daar deze werken tevens arbeidsintensief
moeten zijn, zullen zij moeten bestaan uit het
vergrooten en verbeteren van de oppervlakte
cultuurland, cultuur-technische werken dus.
Hiermede is tevens gediend het landbouwende
deel van ons volk, dat thans door gebrek aan
cultuurland zich niet in die mate kan ont-
plooien als voor ons land wenschelijk is te
achten.
Deze plannen zijn niet nieuw. In zijn des-
tijds aan minister Romme uitgebracht rapport
heeft Ir. Westhoff deze plannen geheel uitge-
werkt.
Met de instelling van den Rijksdienst voor
de werkverruiming, welke als tusschenphase
was bedoeld, is het geheele ,,plan-Westhoff"
evenwel op een zijspoor gerangeerd. Thans is
het echter geen tijd meer voor halve plannen.
Er moet worden aangepakt in ons land en
juist in dezen bezettingstijd met verdubbelde
energie.
Indien dit plan met groot elan ter hand
wordt genomen dan zal, aldus De Nederland
sche Unie, ook aan de bezettingsautoriteiten
mogen worden gevraagd, dat zij hun goedkeu-
ring en medewerking niet zullen onthouden.
Te meer daar met de uitvoering van dit plan
de voedselvoorziening zal zijn gebaat en door
aanwending van onze arbeidskrachten in pro-
ductief werk ons volk zich te eerder zal kun
nen herstellen van de diepe wonden die de
oorlog heeft gestagen.
DE VROUW EN DE NIEUWE VOLKS
GEMEENSCHAP.
In het laatste nummer van het orgaan van
De Nederlandsche Unie wordt voorts, ter in-
leiding van een voortaan geregeld terugkee-
rende vrouwen-pagina, door een vrouw het
woord tot de vrouwen van Nederland gericht:
„Wij staan op den drempel van een nieuwen
tijd. Het oude is voorbij, vervallen, onderge-
gaan. Vemieuwing moet komen, komt. En
wij willeil dft niet over ons laten komen zuch-
tende, tegenstribbelende, en naar het oude
terugverlangend, maar wij willen meegaan,
wij willen erin staan, wij willen zelf eraan
werken. Want wij weten, dat niet alleen door
het geweld het oude is ondergegaan; wij weten
en wisten het vroeger ook dikwijls al, dat veel
bestond en bleef bestaan, dat in zichzelf oud
en overleefd was. Wij wisten het vaag en er-
kenden bet niet en wilden toch vasthouden.
Maar door het geweld van dezen tijd is het
van ons weggerukt en uit den nood van den
tijd uebben wij geleerd. Wij zijn losgekomen,
we moesten wel: we zijn er doorheen en aan-
vaarden het.
Wij vrouwen weten het, dat iedere echte ver-
nieuwing gaat van binnen uit. Het eerste be
gin is in "het hart. Daar wordt iets aange-
raakp wordt iets wakker; dan gaat het verder
en groeit in de gedachten tot klaarheid, tot
een overtuiging. Dan kan het zich uiten: zich
uitspreken in woorden, zich uitwerken in
daden, zich vastleggen in levensvormen.
Zoo willen wij elkaar thans helpen, dat onze
harten wakker worden, dat onze oogen open
gaan, dat onze gedachten klaar worden, zoo-
dat wij het in daden kunnen omzetten en als
bruikbare vrouwen staan in den nieuwen tijd."
BEZOLDIGING PERSONEEL
OPBOUWDIENST.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het departement van algemeene zaken is ten
aanzien van de voorloopige bezoldiging van
het personeel van den Opbouwdienst het vol
gende bepaald:
Artikel 1. De bezoldiging van het perso
neel, ingedeeld bij den Opbouwdienst, wordt,
in afwachting van een definitieve regeling,
voorloopig vastgesteld, als is bepaald in de
volgende artikelen.
Artikel 2. 1. De bezoldiging van officieren
op nonactiviteit, ingedeeld bij den Opbouw
dienst, zal be'dragen het verschil tusschen de
nonactiviteit-bezoldiging en de activiteitsbe-
zoldiging, welke zij bij de landmacht zouden
hebben genoten.
2. Kinderbijslag wordt niet in rekening
gebracht.
3. Inhoudingen voor pensioensbrjdragen
hebben niet plaats.
Artikel 3. De bezoldiging van officieren en
militairen beneden den rang van officier, ont-
slagen onder toekenning van wachtgeld en in
gedeeld bij den Opbouwdienst, zal ingaan drie
maanden na den dag, waarop zij in het genot
van wachtgeld zijn gesteld, en zal bedragen
voor gehuwden 15 pet. en voor ongehuwden
25 pet. van het voor de eerstd drie maanden
vastgestelde wachtgeld.
Artikel 4. 1. De bezoldiging van reserve-
officieren, verlofsonderofficieren en personeel
der marine-reserve, ingedeeld bij den Op
bouwdienst, zal gelijk zijn aan die, welke
zij v66r 15 Juli 1940 bij de Nederlandsche
weermacht genoten, behoudens het hierna be-
paalde.
2. Voor zoover de betrokkenen in het tijd-
vak 15 Juli 1940 tot en met 14 October 1940
zijn gehuwd, worden zij berekend voor een
bezoldiging, welke zij zouden hebben ge
noten, indien zij op 14 Juli 1940 reeds gehuwd
waren.
3. De sergeanten (wachtmeesters)-titulair
worden van 15 October 1940 af berekend voor
de minimum-bezoldiging van een sergeant bij
de landmacht.
4. Officieren van de marine-reserve ont-
vangen het traktement voor plaatsing aan
wal, benevens de kindertoelage.
5. Personeel van de marine-reserve be
neden den rang van officier ontvangt de
soldij voor plaatsing aan boord, benevens de
kindertoelage; de bezoldiging geschiedt uit-
sluitend volgens de algemeene schaal, zoodat
vaklieden e.d. niet langer als zoodanig hoo-
gere soldij ontvangen.
6. Personeel van den Vrijwilligen Reserve-
hulpschependienst geniet de beginsoldijen voor
plaatsing aan boord der overeenkomstige
categorieen beroepspersoneel, benevens de
kindertoelage.
Artikel 5. De zakgelden bij den Opbouw
dienst zullen per dag bedragen voor:
a. het gewezen beroepspersoneel: korpo-
raal met geschiktheid voor den naasthoogeren
rang 0,70, korporaal 0,65; soldaat lste
klasse 0,55, soldaat 0,45;
b. het gewezen verlofspersoneel: korporaal
0,40, soldaat 0,30.
Artikel 6. Dit besluit treedt heden (4 No
vember) in werking, met terugwerkende
kracht tot 15 October 1940.
DE NEDERLANDSCHE UNIE EN
FRIESLAND.
Erkenning van een eigeii Friesche
volksgeflneensohap binnen het Ne
derlandsche staatsverband.
In het laatste nummer van het weekblad
van de Nederlandsche Unie maakt de leiding
van de N. U. haar standpunt bekend ten aan
zien van Friesland en de Friesche cultuur-
beweging.
Daar bij wordt voorop gesteld, dat nog nim-
mer in onze vaderlandsche ge«chiedenis bin
nen het raam van het Nederlandsche politiek
gebeuren, de verhouding van Friesland ten
opzichte van de Nederlandsche volksgemeen
schap duidelijk gesteld is geworden.
,,Als punt no. 3 van haar cultureel program
vraagt de Nederlandsche Unie bescherming
en ontwikkellng van eigen beschaving en zeden
en van het volkseigen in de gewesten, zoowel
als in het geheele land.
De Nederlandsche Unie erkent het bestaan
van een eigen Friesche volksgemeenschap,
brokstuk van het aloude ,,Natio Frisica", den
stam der Friezen, binnen het Nederlandsche
staatsverband met een eigen .Friesche" volks-
persoonlijkheid. Wel meent zij, dat deze Frie
sche volksgemeenschap met de Nederland
sche volksgemeenschap zeer vele verwante
karaktertrekken heeft, daar de eeuwen door,
jaar in, jaar uit, de Friezen na hun vertrek
uit Friesland met andere bevolkingsgroepen
in de Nederlanden zijn vergroeid, Friesche
mannen en vrouwen de geheele Nederlandsche
geschiedenis door leidinggevende posten in de
Nederlandsche samenleving hebben vervuld en
de karakteristiek van ons Nederlandsche volk
t.o.v. andere volkeren hebben medegebracht.
De leiding van de Nederlandsche Unie
wenscht, waar zij daartoe in staat is, krach-
tig mede te arbeiden aan de gezonde ont-
plooiing van de Friesche volksgemeenschap en
zij beschouwt het verlangen <fer Friezen naar
de erkenning van de Friesche volkstaal als
volkomen gerechtvaardigd, hoewel zij zich
ervan bewust is, dat bepaalde gedeelten van
Friesland (o.a. de Stellingwerven) uitsluitend
Nederlandsche als beschavingstaal aanvaar-
den.
Daar de Unie er echter van doordrongen is,
dat de taal een der meest bindende elementen
is in elk volk, wil zij zich niet alleen bepalen
tot de erkenning van den in eigen taal en cul-
tuur tot uitdrukking komenden Frieschen
volksaard, jnaar wil zij ook met alle haar ten
dienste staande middelen voor het goed recht
der Friesche cultuurgemeenschap opkomen en
binnen het Nederlandsche staatsbestel mede-
arbeiden aan de oplossing van de typisch
Friesche volksvraagstukken op cultureel en
sociaal-economisch gebied.
De Nederlandsche Unie hoopt bij dit stre-
ven den volledigen steun van de Friesche be
volking te mogen verkrijgen en op een ruim
begrip der niet-Friesche bevolking te mogen
rekenen."
ZUIGGAS VOOR AUTOBUSSEN EN
VRACHT AUTO'S.
•Onder groote belangstelling van tal van ge-
noodigden hield de Nederlandsche vereeniging
voor tramweg- en autotransportdiensten dezer
dagen te Utrecht een bijzondere vergadering,
gewijd aan het vraagstuk van de toepassing
van zuiggasgeneratoren voor aandrijving van
autobussen en vrachtauto's.
De inleider, ir. J. W. H. van de Meene, in-
genieur verbonden aan de Nederlandsche
Spoorwegen, gaf een uitvoerig overzicht van
de resultaten der onderzoekingen en proef-
nemingen, die van zoo groot belang zijn voor
het door den benzinenood zoo ontredderde
wegvervoer. De rapporteur meldde, dat hout-
gasgeneratoren zeer goede resultaten hebben
opgeleverd, doch dat de brandstofkosten 6 a
10 ct. per km beloopen. Zonder schade aan de
Nederlandsche bosschen toe te brengen kun
nen zeker 1500 auto's en ten hoogste 5000
auto's per jaar in ons land met hout worden
bediend. Ten opzichte van de totale behoefte
is dit aantal gering te noemen. Goede resul
taten zoowel wat bedrijf als kosten betreft
levert eveneens het gebruik van Drentsche
turf op. Bij den anthracietgenerator (bij ge
bruik van nootjes 4 en 5) zijn de brandstof
kosten per km 3 4 5 ct. en dus ook laag. Een
belangrijk onderdeel van de zuiggasinstalla-
tie is de gasreiniging, waarbij gebleken is, dat
vaak de filterdoekreiniging onvoldoende is en
dat de cycloon-reinigingsinstallatie-van Ton-
geren een belangrijke verbetering geeft, in
dien deze wordt aangevuld met een gasreini
ging bij kleine gassnelheid, omdat bij deze
laatste de cycloonreiniging onvoldoende schijnt
te werken. Men is dus druk bezig, de kinder-
ziekten te bestrijden en het is wel zeker, dat
de technici daarin volkomen zullen slagen.
Een andere vraag is, of er materiaal voor het
vervaardigen der installaties thans in voldoen-
de mate ter beschikking gesteld kan worden
en of ook de kolenvoorziening voldoende ver-
zekerd is.
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
Met nadruk vestigde de inleider de aandacht
op de ernstige vergiftigingsgevaren, die het
ontwikkelde koolmonoxyde oplevert.
In de discusisie werd ook op de toepassings-
mogelijkheid van lichtgas en moerasgas in
hoog samengepersten vorm ('150 tot 200 atm)
voor aandrijving van benzine- en dieselmoto-
ren gewezen. De bezwaren daarvan liggen
voomamelijk in de noodzaak van het installee-
ren van e'en compressie-inrichting, waarmede
maanden en vele duizenden guldens gemoeid
zijn.
Na afloop werd o.a. een rijproef met ver-
schillende bussen gehouden.
BROOD VAN ROGGE, OOGST 1939.
Het rijksbureau voor de voedselvoorziening
in oorlogstijd vestigt er de aandacht op, dat
het aan bakkers, die volgens een in sommige
streken op het platteland bestaande gewoonte,
rogge van den oogst 1939 van de boeren in
ontvangst hebben genomen, tegen de ver-
plichting om daarvoor gedurende een jaar op
geregelde tijden een overeenkomstige hoeveel-
heid roggebrood te leveren, verboden is, thans
nog op grond van en dergelijke overeenkomst
brood te leveren zonder daarvoor brooddistri-
butiebonnen in ontvangst te nemen.
Deze bakkers kunnen, ten einde hun ver-
plichtingen na te komen, van de boeren
ontvangen rogge, voorzoover daarvoor nog
geen brood werd geleverd of geen brood ge-
leverd zal worden, dus de hoeveelheid, welke
de boer meer geleverd heeft dan hij tegen
inlevering van broodbonneo gemalen terug
kan krijgen, tegen den marktprijs vergoeden.
HET LOT VAN MONDELINGE
PACHTOVEREENKOMSTEN.
Ten behoeve van partijen bij mondelinge
pachtovereenkomsten wordt vanwege het
departement van justitie bekend gemaakt, dat
vermoedelijk binnen zeer korten tijd een be
sluit tot stand zal komen ten aanzien van
pachtovereenkomsten, welke voor 1 November
1938 niet schriftelijk zijn aangegaan. Het ligt
in het voomemen te bevorderen, dat bepaalde
voorschriften, welke de loopende oude over-
eenkomsten met nietigheid bedreigen, tijdelijk
buiten werking worden gesteld.
Alle talen weer toegestaan.
In het postverkeer met Belgie was het tot
nu toe alleen toegestaan, zich te bedienen van
de Nederlandsche, Fransche, Duitsche, of
Vlaamsehe taal. Dze beperking is met ingang
van Maandag opgeheven. Correspondentie in
alle talen is voortaan geoorloofd, echter met
uitzondering van geheimschriften, kunst-
matige talen zooals Esperanto en codetalen en
Hebreeuwsche letterteekens.
DE ONDERHANDELINGEN TE BATAVIA
VERLOOPEN VLOT.
Het D.N.B. meldt uit Tokio:
De minister van handel, Kobajasji, heeft
Dinsdag het kabinet gerapporteerd, dat de
onderhandelingen met Nederlandsch-Indie
een vlot verloop hebben.
DE ENGELSOHE BOMAANVALLEN
OP NEDERLAND.
Het A.N .P. meldde Dinsdag:
Slechts enkele Engelsche vliegtuigen zijn
er in den afgeloopen nacht in geslaagd tot
boven ons land door te dringen. Er zijn hier
en daar enkele bommen afgeworpen, welke
gelukkig geen dooden of gewonden hebben
geeischt, terwijl ook de materieele schade
van geen beteekenis is.
DE NIEUWE DISTRIBUTIE-
MAATREGELEN.
In een persconferentie heeft de directeur
van het centrale distributiekantoor de heer S.
de Hoo, eenige toelichtingen gegeven op de
nieuwe distributiemaatregelen.
Wij laten zijn uiteenzettingen hier in het
kort volgen:
Zoetigheden.
De maatregel om deze zoetigheid in de dis
tribute te brengen schijnt een „bittere pil".
Men zal zich afvragen of inderdaad de
bloempositie van dien aard is, dat deze maat
regel noodig was om ons dagelijksch brood vei-
lig te stellen.
Het antwoord is ontkennend, niet de nood-
zakelijkheid om meer bloem te besparen vormt
de ondergrond van dezen maatregel, doch de
noodzakelijkheid om voor een bepaalde cate-
gorie consumenten meer brood beschikbaar te
stellen.
Deze categorie is de groep van jongelieden
tusschen de 14 en 21 jaren (d.w.z. van 14 tot
en met 20 jaar).
Het is namelijk gebleken, dat deze jonge
lieden een groote behoefte hebben aan brood.
Om aan deze verlangens tegemoet te komen
werd aan deze jongelieden een rantsoen toege-
kend van 400 gram per week. Een extra
broodkaart met 4 bonnen van elk nummer zal
hiertoe in den loop der week worden uitge-
reikt.
Indien men bedenkt, dat er circa 1.500.000
personen tot deze categorie behooren, zal men
begrijpen, dat er naar een middel gezocht
moest worden, om de voor dit extra rantsoen
benoodigde bloem te kunnen besparen op de
huidige consumptie.
Het gewone broodrantsoen verder beperken
werd niet mogelijk geoordeeld; daarentegen
kon het gebruik van koek, koekjes enz. wel
eenigszins worden ingeperkt.
De hierdoor vrijkomende hoeveelheid bloem
kon dan voor het verstrekken van het extra
broodrantsoen worden aangewend.
In dit licht bezien is deze distributie niets
anders dan een maatregel om den beschik-
baren voorraad bloem op meer doeltreffende
wijze aan te wenden.
Reeds den eersten dag van deze distributie
bleek er bij het publiek een totaal verkeerd
beeld van den omvang van deze distributie te
bestaan. Men verkeerde blijkbaar in de mee-
ning, dat gebak e.d. erg zwaar van gewicht is
en dat men dus voor een broodbon van 100
gram een zeer kleine portie lekkemijen zou
kunnen krijgen. Dit is totaal onjuist, immers
de rantsoenen voor koekjes, gebak, koek, be-
schuit en dergelijke zijn afgestemd op de in dit
product verwerkte hoeveelheid bloem. Zoo kan
men op een broodbon van 100 gram b.v. de vol
gende minimum hoeveelheden „gebak" betrek-
ken: speculaas 140 gram; koekjes 200 gram;
cake 300 gram; gebak-gebakjes 600 gram;
grootkorstgebak 500 gram; kleinkorstgebak
400 gram; koek 160 gram; biscuit 90 gram;
beschuit 75 gram.
Wat men voor een bomnetje van 100
gram kan krijgen.
Indien men nu eens uitrekent, wat men voor
zoo'n bonnetje van 100 gram kan koopen (b.v.
2 ons koekjes van 10 cent of een boterletter
van een pond) dan valt het heusch genoeg
mee. Bovendien zijn meerdere soorten koek
jes bonvrij: b.v. schuimgebak, weespermoppen
en ander gebak, waarin geen bloem is ver-
werkt.
Bovendien is er nog een belangrijke maat
regel genomen om de ,,zoete" consumenten
tegemoet te komen. Er is n.l. besloten voort
aan het rantsoen bloem of zelfrijzend bakmeel
niet meer op een bon van het algemeen distri-
butieboekje beschikbaar te stellen, doch op de
bonnen van een in den loop van de week uit te
geven bloemkaart.
De kaart heeft series van 8 gelijke genum-
merde bonnen. Iedere maand wordt een serie
aangewezen. Iedere serie van 8 bonnen geeft
gedurende de aangewezen maand recht op de
volgende produeten:
8 keer 50 gram brood of
8 keer V& rantsoen gebak of
280 gram bloem of zelfrijzend bakmeel.
Belangrijke voordeelen van invoering van de
bloemkaart zijn:
le. men kan de bloembon omzetten in
brood of gebak;
2e. het rantsoen bloem is met 30 gram
verhoogd.
Uit het bovenstaande moge duidelijk worden,
dat de „bittere pil" in deze ,,zoete" distributie
nogal belangrijk meevalt en dat tegenover
deze nogal meevallende beperkingen ook
diverse winstpunten geboekt kunnen worden.
Op eenige punten moet ik nog even de aan
dacht vestigen en wel de volgende:
1. De broodbons zijn in den vervolge niet
uitsluitend bestemd voor den inkoop bij den
bakker, ook de banketbakker en kruidenier
kan ze inwisselen voor de bovenomschreven
goederen.
2. De verkoop van de tot de groep gebak"
behoorende artikelen in hotel, restaurant e.d.
kan alleen nog geschieden tegen inwisseling
van bonnen. Wisselbonnen van !4 rantsoen
brood (of gebak) zijn nu ingevoerd. Deze bon
nen zijn uitsluitend bestemd voor gebruik in
hotels en niet voor inkoop bij de handelaren.
Eieren.
De tweede maatregel, welke de aandacht
vraagt is de distributie van eieren.
In het algemeen zal men wel begrepen heb
ben, dat gezien de noodzakelijke afslachting
van pluimvee de distributie van eieren niet
achterwege zal kunnen blijven. Te racer daar
voor een speeiale categorie nl. zieken, zwak-
ken en herstellenden de eieren een grootere
plaats innemen. Hoevyel menigeen het versche
eitje 's morgens zal missen, is de waarde vooi
de bovenomschreven categorie van dien aard,
dat we hiervoor dit offertje zullen moeten
brengen. Wellicht is het genot van het ,,Zon-
dagsche ei", als men dit bedenkt, des te
g rooter.
Men zal nu ook in hotel en cafe een eierbon
moeten inleveren. Gelukkig kunnen wisselbon
nen eventueel van een half ei voorloopig ach
terwege blijven.
Peulvruehten.
Alweer een hoopvol geluid beteekent, al-
hoewel het paradoxaal klinkt het verkoopver-
bod van peulvruehten.
Een sperverbod kan twee dingen beteeke
nen: of het is uit met den verkoop of binnen-
kort krijgen we distributie. Vooral voor peul
vruehten, waarvoor het laatste geldt, betee
kent dit in distributie brengen goed nieuws.
Immers nu kan men binnenkort den nieuwen
oogst tegemoet zien. Het rantsoen, voorloopig
1 pond per maand is reeds bekend gemaakt en,
het zal ijog maar 14 dagen duren of wij kun
nen dit bij uitstek gezonde product weer op
het menu plaatsen. Er is reeds bekend ge
maakt, dat voorloopig wellicht grootendeels
groene erwten en misschien ook capucijners
beschikbaar zullen zijn.
Hieruit blijkt, dat in tegenstelling met het
vorige jaar alle peulvruehten als keuze-artikel
op edn bon beschikbaar zullen worden gesteld.
Ik wil er reeds nu de aandacht op vestigen,
dat dit beteekent dat men den eersten tijd ge-
noegen zal moeten nemen met erwten en capu
cijners en dat men geleidelijk de bruine boonen
wel zal zien verschijnen, doch dan zelf de ver
houding zal moeten bepalen.
ling getroffen. Deze regeling is van tijdelij-
ken aard, doch de termijn is zeer ruim gesteld.
Door de inlevering van winterjassen e.a. klee-
dingstukken zijn weliswaar velen in de gele-
genheid geweest om een nieuwe jas qf mantel
aan te schaffen, doch het is uit de ingekomen
berichten bij het Rijkstextielbureau gebleken,
dat hierdoor onbillijkheden zijn ontstaan. Som
mige gezinnen hadden immers hun kleeding
reeds weggegeven ten behoeve van de bevol
king der geteisterde gebieden, of zij waren
door omstandigheden, zooals werkloosheid in
voorgaande jaren, niet in staat zich eerder
winterkleeding aan te schaffen. Ook is er een
bepaalde groep, die de eigen kleeren geheel
moet afdragen en niets heeft in te leveren.
Teneinde deze mensohen niet te dupeeren is
bepaald, dat van heden tot uiterlijk 31 Dec.
1940 nog een winterjas of wintermantel of
stof hiervoor, hetzij voor mannen, vrouwen of
kinderen, beschikbaar kan worden gesteld voor
die gezinnen, welke van de bestaande rege
ling geen gebruik hebben kunnen maken. Het
hoofd van ieder gezin kan op zijn textielkaart
na inlevering van de bonnen A en AA voor
zichzelf of 6dn van zijn gezinsleden alsnog een
winterjas of wintermantel of stof hiervoor
koopen. Ten bewijze dat de aangeboden tex
tielkaart werkelijk die van het hoofd van het
gezin is, moet de distributiestamkaart van
dezen aan den winkelier worden getoond.
Na de beeindiging van deze speeiale regeling
zal de verkoop weer worden verboden, zooals
ook tot heden het geval was.
VREUGDE EN ARBEID.
Zondagavond heeft de lcortelings opgerichte
gemeenschap ,,Vreugde en Arbeid", een stich-
ting van den heer H. J. Woudenberg, commis-
saris van het Nederlandsch Verbond van Vak-
vereenigingen, ter gelegenheid van de oprich-
ting van het Concertgebouw te Amsterdam,
een feestavond gehouden, met medewerking
van het Concertgebouw-orkest onder leiding
van prof. dr. W. Mengelberg.
In een rede,getiteld ,,Levensaanvaarding",
zette de heer Woudenberg den opzet van de
gemeenschap uiteen, nadat hij eerst de tal-
rijke eere-gasten, onder wie den Rijkscommis-
saris, rijksminister dr. Seys-Inquart, den gene-
raal-commissaris Schmidt, den generaal-com-
missaris Wimmer, den generaal-commissaris
Fischbock, den heer Goedenwagen, mr. Rost
van Tonningen en talrijke leden van den staf
van den Rijkscommissaris en van de N. S. B.,
welkom had geheeten.
Na afloop van het concert heeft de Rijks
commissaris, den heer Woudenberg medege-
deeld, dat hij over een bedrag van f 50.000 kon
beschikken ten bate van de gemeenschap
,,Vreugde en Arbeid".
WELKE KOEKJES ZONDER BON?
Naar de Telegraaf meldt, zullen verschillen-
de soorten koekjes buiten de distributie vallen,
n.l. bitterkoekjes, weespermoppen, paleisban-
ket, amandelkoekjes, hazelnootkoekjes en ver-
schillende soorten, waarvan de namen minder
bekend zijn. De banketbakkers zullen zich bo
vendien zeker gaan toeleggen op het vervaar
digen van koekjes van zoo'n samenstelling,
dat zij vrij van bonnen zijn.
Men hoeft ook niet bang te zijn, dat men
het Sint Nicolaas de traditioneele zoetigheden
zal moeten missen, want op de bloembonnen
(8 stuks per persoon voor een maand) kan
men vier banketletters van een pond elk krij
gen, terwijl borstplaat en marsepein vrij zijn.
De banketbakkers kunnen echter voor een
broodbon of voor twee bloemkaartbonnen
slechts 140 gram speculaas geven.
iVoorts kan men in vier weken tijds alleen
voor de bloembonnen (8 stuks per persoon)
acht maal twee ons koekjes, of 48 gebakjes,
of een taart van tweeduizend en vierhonderd
gram krijgen.
Aardappelmeel enz.
Een nieuwe maatregel, welke dit weekeind
ons bracht, was de invoering van een nieuwe
distributiemaatregel, namelijk de distributie
van aardappelmeel en sago. Het was niet lan
ger verantwoord deze artikelen ,,vrij" te hou-
den. De vlucht hierin werd hoe langer hoe
grooter. Voor een zoo belangrijk artikel als
aardappelmeel was het niet langer verant
woord, dat de voorraden onnoodig snel uitput-
ten. Om een zoo rationed mogelijk gebruik te
waarborgen was het noodig dit artikel onder
de distributie te brengen. Het gevolg hiervan
is ook, dat de puddingpoeders, bereid uit aard
appelmeel, in den laatsten tijd aangeduid als
bonvrije puddingpoeders, op den bon zijn gezet.
Te veel vraag naar Havermout.
Ten slotte nog de laatste week-eind verras-
sing op het gebied van distributie, welke zich
min of meer geruischloos heeft voltrokken,
namelijk de verandering van den havermout-
bon. De vorige perioden had men op een bon
de keuze tusschen gort en havermout. De er-
varing van de laatste maanden heeft geleerd,
dat vrijwel iedereen die dezen bon opnam, hier
voor havermout verlangde. Geheele provincies,
waar men vroeger bijna uitsluitend gort con-
sumeerde (Friesland, Groningen) wierpen zich
nu op de havermout.
Het. gevolg was in de eerste plaats, dat de
havermoutfabrieken niet geheel of met groote
moeiiijkhedtn aan de vraag konden voldoen.
Daarnaast werd door de abnormaal groote
vraag naar havermout een te grooten aanslag
gepleegd op de beschikbare havervoorraden,
terwijl ten s otte vast stond, dat vele consu
menten de lavermout kochten am op te slaan
voor ..sleclmre tijden", waardoor de kans be
staat, dat belangrijke voorraden van dit voo-
de voedselvoorziening zoo prachtige product
door bederf zullen verloren gaan. Dit alles
maakte het gewenscht de vraag naar haver
mout terug te brengen tot normale proporties.
Om dit te bereiken werd besloten tot den vol-
genden maatregel.
1. Er svordt <5en bon aangewezen voor
havermout of gort.
De geldigheidsduur wordt bepaald op 2
maanden en het rantsoen op 250 gram;
2. daarnaast wordt ddn bon aangewezen
voor uitsluitend gort, geldigheidsduur en rant
soen eveneens resp. 2 maanden en 250 gram.
Men ziet dus het rantsoen blijft 500 gram in
2 maanden, doch men kan .hiervoor ten hoog
ste 250 gram aan havermout betrekken.
Alle3 met elkaar heeft dit weekeinde ons
nogai wat verrassingen gebracht. Ik geloof
echter aangetoond te hebben, aldus de heer
de Hoo, dat over het algemeen de sombere
commentaren, welke hier en daar aan deze
maatregelen werden verbonden, sterk over-
dreven zijn en dat het alles met elkaar nog al
losloopt.
EEN WINTERJAS OF WINTERMANTEL.
Nader wordt gemeld:
Zooals reeds is aangekondigd, is er thans
voor gezzinnen, die reeds alle kleeding had
den weggegeven aan een hulpcomitd of hun
kleeding zelf hebben afgedragen, een rege-
Schweizer Press Telegraph meldt uit Lon-
den:
De Engelsche hoofdstad heeft in den nacht
van Zondag op Maandag voor de eerste maal
sinds 56 nachten geen luchtalarm beleefd. De
Britsche radio, die dit Maandagmorgen mede-
deelde, voegde er aan toe, dat de bevolking
voor de eerste maal sinds ongeveer twee
maanden rustig heeft kunnen slapen. Ook de
bedrijvigheid in restaurants en cafe's en an
dere oorden van vermaak van Londen was
grooter dan anders. De oorzaak van het uit-
blijven van de Duitsche luchtactie moet wor
den toegesohreven aan de dikke mist, welke
nu al sinds 24 uur boven de hoofdstad hangt.
In tegenstelling tot Londen zijn andere dee-
len van Engeland echter wel bestookt. In de
vroege morgenuren zijn Maandag b.v. boven
Noord-Oost-Schotland Duitsche vliegtuigen
verschenen, die op verscheidene plaatsen bom
men hebben gegooid>
ENGELSCHE TROEPEN OP GRIEKSCHEN
BOD EM.
Schweizer Press Telegraph meldt uit Lon
den:
Noch de Britsche admiraliteit noch het
ministerie van oorlog hebben tot nu toe
nadere mededeelingen gedaan omtrent Brit
sche troepenlandingen op Griekschen bodem,
waarvan Alexander, de minister van marine
in een radiorede gewag heeft gemaakt en
over de Britsche oorlogsboaems, die zich, vol
gens Alexander, in de Grieksche wateren zou
den bevinden. Alle omstandigheden, waar-
onder de acties worden uitgevoerd, worden
blijkbaar voorloopig nog geheim gehouden
teneinde de Engelsche troepen gelegenheid te
geven zich slagvaardig te maken.
Evenmin is medegedeeld of de landingstroe-
pen de opdracht hebben bepaalde Grieksche
eilanden te bezetten, dan wel of zij tegen de
Italiaansche colonnes in het veld zullen wor
den gebracht. In dit verband wordt in Brit
sche kringen er aan herinnerd aan de verkla-
ringen van vooraanstaande burgerlijke en
militaire autoriteiten, dat de Britsche vloot
slechts in actie kan komen als haar steunpun-
ten behoorlijk verdedigd en beveiligd zijn.
DE GRIEKSCHE GEZANT VERLAAT
ROME.
Politis, de Grieksche gezant, zou Maandag
in gezelschap van het diplomatieke en consu-
laire personeel uit Rome vertrekken om over
Zuid-Slavie naar Griekenland terug te keeren.
De trein zal aan het grensstation Postumia
zoo lang stil staan totdat die uit Athene met
den Italiaanschen gezant Grazzi het Griek
sche gebied verlaten heeft. Sinds twee dagen
zoo zegt men volgens het D.N.B. in wel
ingelichte kringen is men zonder berioht
van den Italiaanschen gezant. Dientengevolge
is van een gelijktijdig vertrek van den diplo-
matentrein uit Athene nog niets bekend. Men
hoopt echter voordat Politis te Postumia aan-
komt te vernemen, dat Grazzi met het diplo
matieke en consulaire personeel het Grieksche
gebied verlaten heeft.