ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
In den greep van het noodlot
No. 10.135
MAANDAG 4j|NOVEMBER 1940
80?Jaargang
Binnenland
Feuilleton
^.MIJNHARDTJES'
Uitreiking Bloemkaarten.
vem allerlei aard
verdrijft, U snel en zeker met
-
wH»ig2»«y£r.Tmm
CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het bmitenland alleen bjj vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN I>E 8ANDB
GIRO 88150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en dichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
(De IBurgemeester maakt bekdhd, dat op
Dinsdag 5 en Woensdag 6 November 1940,
van 912 u. v.m. en 15 u. n.m., in bet lokaal
.Bethel", 2e Verbindingstraat, uitreiking zal
plaats hebben van Bloemkaarten.
Hierbij is overlegging van de distributie-
stamkaarten van alle gezinsleden vereischt.
De Burgemeester voomoemd,
P. TEUUEGHN.
INLEVERING EEGERPAARDEN.
De Burgemeester van THKNEUZBN brengt
hierbij ter kennis van belanghebbenden, dat
alle zich nog in deze gemeente bevindende
Duitsche, Nederlandsche, Belgische en Fran-
sche legerpaarden op Maandag 4 November
1940, moeten worden ingeleverd te Goes, Zaag-
molenstraat.
Temeuzen, 2 November 1940.
De Burgemeester voornoemd,
P. TEiLIiEGEN.
ER ROMT EEN ALGEMEEN
IDENTITEITSBEWIJ S.
Bij besluit van den secretaris-generaal van
het dpartement van binnenlandsche zaken
wordt onder den naam persoonsbewijs een al-
gemeen identiteitsbewijs tevens bewijs van
opneming in het bevolkingsregister inge-
voerd, waarvan het model wordt vastgesteld
door den secretaris-generaal.
Deze persoonsbewijzen worden van rijks-
wege uitgegeven in drie soorten, n.l. voor
Nederlanders, voor Nederlandsche onderdanen
en voor vreemdelingen.
Qebruik van den naam persoonsbewijs voor
andere bescheiden dan die, welke van rijks-
wege worden uitgegeven overeenkomstig het
vastgestelde model is verboden.
Verder is verboden het gebruik van het
model van het persoonsbewijs voor andere
doeleinden dan bij of krachtens dit besluit be-
paald, zoomede het nadrukken, doen nadruk-
ken of anderszins namaken of doen namaken
van een zoodanig model.
De persoonsbewijzen blijven eigendom van
het rijk.
Een ieder, die, overeenkomstig de bij of
ingevolge de wet van 17 April 1887 (Staats-
blad no. 67gegeven voorschriften, is of moet
zijn opgenomen in een der bevolkingsregisters
van het bezette Nederlandsche gebied en die
den leeftijd van 15 jaar heeft overschreden,
is verplicht een te zijnen name gesteld geldig
persoonsbewijs in bezit te hebben, te alien
tijde bij zich te dragen en desgevorderd te ver-
tooraen aan iederen opsporingsambtenaar, als-
mede aan alle ambtenaren of andere personen,
door wie zulks ingevolge eenig wettelijk voor-
schrift wordt verlangd.
De hier bedoelde verplichting geldt niet
voor:
1. Personen of groepen van personen van
vreemde nationaliteit, die bij beschikking van
den secretaris-generaal van deze verplichting
zijn ontheven.
2. Personen of groepen van personen, aan
wie het recht tot het bezit van een persoons
bewijs, ingevolge een beschikking van den
secretaris-generaal, is ontzegd, voor den duur
der ontzegging.
Eenzelfda persoon mag niet in het bezit zijn
van meer dan een persoonsbewijs te zijnen
name.
ileder gerechtigde is gehouden, op Verlangen
van de met de zorg voor de uitreiking van
persoonsbewijzen belaste autoriteiten of amb
tenaren naar waarheid alle opgaven of inlich-
tingen te verstrekken welke noodig of wen-
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIBCK—MEEREBOER.
33)
Vervolg.
.,Ik zag dien man anders duidelijk genoeg,
Charles."
,,Vertel me dan hoe hij er uit zag."
„Dat is moeilijk; hij had een vilten hoed
diep over zijn oogen getrokken en hij droeg
dohkere kleeren - er was niets bijzonders aan
hem te zien, maar ik ben er zeker van dat hij
lets met de politie heeft uit te staan. Ik zou
zeggen..."
„Ja, jij zou zeggen. (Hoe lang stond hij
daar
„Ongeveer een uur; dat zegt toch zeker
genoeg, Charles!"
Ala ze niet teruggeweken was, zou hij haar
een klap in haar gezdcht gegeven hebben.
„Waarom zou een detective dit huis bewaken
De politie kan mij niets doen; je weet best dat
ik ze altijd te slim ben afgeweest."
Ze fluisterde: „En Vanelli dan?"
,,W!at, Vanelli?" snauwde hij. „Vanelli was
een opgejaagde rat. Om hem zal de politie
zich heusch niet druk maken hij werd nota
bene zelf gezocht!"
Maar dit antwoord stelde Sybil Trent niet
gerust; ze wist maar al te goed hoe gemak-
kelijk Zuberra loog hij trachtte haar altijd
schelijk kunnen zijn voor het vaststellen van
zijn identiteit, zijn burgerlijken staat en zijn
staat van Nederlander, Nederlandsch onder-
daan of vreemdeling.
Elk uitgereikt persoonsbewijs heeft een
geldigheidsduur van vijf jaren, te rekenen
van de dagteekening der afgifte.
Ieder gerechtigde is verplicht, in geval van
vermissing of ontvreemding van het hem uit
gereikte persoonsbewijs, onverwijld daarvan
aangifte te doen aan den burgemeester of,
indien hij is opgenomen in het centrale bevol
kingsregister of niet is opgenomen in eenig
bevolkingsregister van het bezette Nederland
sche gebied, aan het hoofd der rijksinspectie,
onder mededeeling van de feiten en omstan-
digheden, welke tot de opsporing van het ver-
mist of ontvreemd persoonsbewijs kunnen
leiden.
Hij die de aangifte van overlijden doet, is
verplicht het in het bezit van den overledene
zijnde persoonsbewijs tegelijk met de aangifte
in te leveren bij den burgemeester der ge
meente, waar het overlijden plaats vond.
■Het is aan een ieder verboden zich op eeni-
gerlei wijze van het hem uitgereikte persoons
bewijs te ontdoen of daarin eenige verande-
ring, aanvulling of toevoeging aan te brengen
of te doen aanbrengen.
Uitsluitend de gerechtigde of zijn wettelijke
vertegenwoordiger kan bij den secretaris-
generaal schriftelijk in beroep komen tegen de
weigering of intrekking van een persoons
bewijs binnen veertien dagen nadat de desbe-
treffende beschikking te zijner kennis is ge-
komen.
Voor elk uit te reiken persoonsbewijs wordt
een recht van 1,aan leges geheven, van
welk bedrag vijftig ten honderd komt ten
bate van 's Rijks kas en vijftig ten honderd
ten bate van de gemeentekassen. In geval
van min- of onvermogen kan de burgemeester
of het hoofd der rijksinspectie dit bedrag tot
de helft verminderen of 'kostelooze uitreiking
toestaan.
Overtreding van vorenbedoelde bepalingen
worden met hechtenis van ten hoogste veer
tien dagen of geldboete van ten hoogste f 100
gestraft. In bijzondere zware gevallen kan
gevangenisstraf tot 6dn jaar of geldboete van
ten hoogste f 10.000 worden opgelegd.
De secretaris-generaal stelt de voorschrif
ten vast, noodig voor een juiste uitvoering van
dit besluit en bepaalt tevens nader op welk
tijdstip de onderscheidene deelen van dit be
sluit in werking treden.
Dit besluit wordt aangehaald als .Besluit
Persoonsbewijzen"
HET ALGEMEEN BELANG.
Uit den lezerskring vraagt men ons, schrijft
de N. R. iCrt.: wat verstaat gij dan eigenlijk
onder het algemeen belang?
Het algemeen belang, zoo zouden we willen
zeggen, is, in het verband, waarin wij het
woord na de oorlogsdagen gebruikt hebben, de
verzekering van het behoud van de Nederland
sche volksgemeenschap.
Deze volksgemeenschap toch is dat wat alle
andere dingen, waaraan wij waarde hechten,
doeltreffend bijeenhoudt, in deze volksgemeen
schap krijgen zij eerst him voile waarde. En
door deze volksgemeenschap zijn wij ook weer
verbonden met wijdere gemeenschappen,
Europa, de wereld.
In volksgemeenschap zijn wij ook op de
eenige wijze verbonden, welke in de geschiede-
nis standhoudt: op beweeglijke wijze.
De wereld, het leven in hun ruimte, in
hun geschiedenis is het een en al beweging.
Een beweging, welke ons op haar hoogtepun-
ten van een diepe bewogenheid vervult.
De beteekenis van zulke woorden: beweging,
bewogenheid moeten wij ook zeer letterlijk ge-
voelen, willen wij haar verstaan. Het is het
tegendeel van hetgeen we eigenlijk allemaal op
de een of andere wijze zoeken: houvast, een
rustpunt.
We zeiden immers 66k: het algemeen be
lang, dat is de verzekering van het behoud
overal zooveel mogelijk buiten te houden.
Ze kon zich niet bedwingen te vragen: „Wat
wat gebeurde er mee? Heeft Giraud...?"
Zuberra was niet gauw bang, maar nu brak
het angstzweet hem uit. Hij was bang, om-
dat de vrouw zoo was verslapt; als men een
vtouw, met wie men verschillende verdachte
zaakjes opgeknapt heeft en die begint te
verslappen, bij zich houdt, kan dat noodlottig
worden.
(Voor alles moest hij haar voorloopig tevre-
den zien te stellen. ..Natuurlijk!" loog hij.
„Giraud is mij veel verschuldigd1." Het ge-
sprek had hem onrustig gemaakt; hij ver-
langde er naar weg te komen uit deze kamer.
„Je zou er beter aan doen thuis te blijven, als
je zoo bang bent," zei hij smalend, terwijl hij
aanstalten maakte om te vertrekken.
,,Wjaar ga je been?" haar lippen beefden.
De vrouw verkeerde in een ellendigen twee-
strijd hoe ellendig, wist zij alleen. Ze werd
heen en weer geslingerd en wist niet wat te
kiezen Zuberra, zooals hij haar had voor-
gesteld, verlaten of blijven en den man
door haar aanwezigheid dermate irriteeren,
dat hij haar nog eens zou vermoorden.
,,Naar Millie ik ga dat meisje dwingen
een andere promesse te teekenen."
Sybil snelde op hem toe. ,,Nee, dat niet,
Charles! Probeer dan nog liever geld van
Millie te leenen; zij zal het je vast wel geven
en het is veiliger, veel veiliger!"
„Ik zal eens zien wat ik dbe," zei hij kort
en gooide de deur met een smak achter zich
dicht.
Gravin de Lepiney ontving hem met een
glimlach.
,,Oh, Charles!" zei ze, ,,ik heb een pracht-
voorstel. Hoe zou je het vinden als we eens
trachtten voor ons doel geld te krijgen van de
Amerikanen hier in Parijs. Zou dat niet moge
lijk zijn?"
„Wat, het geld? Dat zal gemakkelijk ge-
van de Nederlandsche volksgemeenschap
houvast, en rustpunt.
Maar veronderstelt, u doet wat u niet moogt
doen: u springt van een rijdende tram. Wan-
neer ge u daarbij even te lang vasthoudt, zal
het u duur te staan Komen. Wanneer ge u
aan het verkeerde handvat vasthoudt, zal het
u wellicht noodlottig worden. Door u te lang,
of verkeerd vast te houden, mist ge het vol-
gende houvast, waamaar ge streeft: den be-
ganen grond.
De beweging, de beweging van leven en
wereld, in ruimte en in geschiedenis, waaraan
gij deel hebt, uitwendige beweging, welke u
innerlijk met bewogenheid vervult, deze be
weging bestaat in het loslaten en verkrijgen
van houvast, het verlaten en het bereiken van
rustpunten. Het houvast, het rustpunt, zij zijn
slechts betrouwbaar, voorzoover u ze durft
loslaten, durft verlaten, omdat anders toch de
beweging u van uw houvast losscheurt en u
geen rustpunt gunt.
Waarom achten we nu de verzekering van
het behoud van de Nederlandsche volksge
meenschap een algemeen belang, waarom ach
ten we juist dit het algemeen belang, en noe-
men we niet met name die dingen, die voor
deze Nederlandsche gemeenschap totdusver
karakteristiek zijn geweest: staatkundige of
geestelijke normen, welke zoo lang voor deze
volksgemeenschap van zelf gesproken hebben,
dat wij ze als het ware konden verwisselen?
Dat is niet zoo moeilijk te zeggen. Het al
gemeen belang zal dan toch wel zijn het de al-
gemeenheid zoo algemeen mogelijk omvatten-
de belang. En noem nu ddn van de staatkun
dige of geestelijke karakteristieken van onze
volksgemeenschap en gij bevindt, dat wij daar-
over in meer of mindere mate verdeeld zijn,
dat wij er althans heel verschillends onder
verstaan.
Datgene, waarover wij niet verdeeld zijn,
waarover we niet verdeeld kunnen zijn, omdat
het er nu eenmaal als gegeven eenheld is, dat
is de Nederlandsche volksgemeenschap. Daar-
gelaten elke karakteristiek. Als niet anders
dan een in een bepaalde ruimte, het land, his-
torisch, op bepaalde biologische en economi-
sche grondslagen gegroeide gemeenschap,
welke het meest volledig, in alle onderlinge
betrekkingen, wordt aangeduid als het volk.
Niet alleen, dat deze volksgemeenschap ons
naar binnen bijeenhoudt; door deze volksge
meenschap staan we ook in contact met de
buitenwereld. En het rechtstreeksche contact
dan, zegt ge, van den eenen mensch hier, met
den anderen daar? Toegegeven, ook zulke
contacten zijn er en zijn van belang. Maar het
alles beheerschende is het contact tusschen
volksgemeenschappen in hun wisselende karak
teristiek.
In him wisselende karakteristiek. Volksge
meenschappen manifesteeren zich nimmer in
een definitieven vorm. Dat denken we maar!
Dat denken we maar, omdat de vorm, waarin
wij onze volksgemeenschap kennen, voor de
meesten van ons het houvast, het rustpunt is;
daarom gevoelen wij de volksgemeenschap in
dezen vorm als definitief.
Maar reeds daarover zijn wij het niet alien
eens. Reeds daar splitst het algemeen belang
zich in gedeeld belang. Dat zijn niet de dingen
waaraan we mogen vasthouden, op het oogen-
blik dat het om voortbestaan of verval van de
volksgemeenschap gaat.
En daar gaat het om. Het gaat erom dat
wij op een keerpunt van den tijd, daar waar
de wereldbeweging een bocht neernt, ons niet
te lang of verkeerd vasthouden aan alle din
gen die minder zijn dan het algemeene belang.
Want dan wordt de volksgemeenschap, waarin
het algemeene belang vereenigd is, uit elkaar
gerukt.
Wat is de volksgemeenschap niet een fijn
gevoelig, subtiel genuanceerd instrument! Wij
maken er deel van uit, doordat wij deel hebben
aan haar klassen en standen. We hebben er
deel aan, omdat we ieder in een der hokjes
gerangschikt zijn, waarin zij is verdeeld. Maar
dat is niet het eenige. Er is ook het recht
streeksche verband van mensch tot gemeen-
noeg gaan," verzekerde hij haar glimlachend,
,,maar om den troon van Caronia te heroveren
is nog heel iets andters!"
,,Maar het is de moeite waard! Ik heb er
den heelen nacht over liggen denken; het zou
een waardig slot zijn aan.de.meest romanti-
sche geschiedenis van deze eeuw".
„Ja", zijn glimlach verbleekte, „het zou
inderdaad een waardig slot zijn. Maar de
meeste Amerikanen, die in Parijs wonen, zijn
arm, nietwaar?"
..Sommigen zijn heel rijk," haastte ze zich
te zeggen, ,.en ik zou willen beginnen met
twintigduizend pond te foumeeren."
,,Jij Dat is lief van je!" hij dacht een
oogenblik na „Ja, we zullen zeker veel
geld noodig hebben. IVandaag was ik bij de
Bank de Credit Lyonnais, en, ofschoon de
directeur mij heel beleefd ontving, liet hij dui
delijk doorschemeren dat ze geen centime zul
len loslaten."
,,Heb je er eenig idee van, hoeveel er bij de
Bank is?"
,,Een scan van ongeveer drie millioen En-
gelsche ponden, buiten de juweelen, die ook
nog wel een waarde van circa een half mil
lioen vertegenwoordigen."
„En de directeur is onvermurwbaar
„Absoluut onvermurwbaar. Ofschoon hij
uiterlijk zeer beleefd was, was hij in werke-
lijkheid toch niet veel meer dan een bruut. Hij
interesseerde zich zeer voor, wat hij noemde
„de hoogst romantische geschiedenis van een
verloren gewaande prinses", maar niet zoodra
sprak ik over het geld, of hij begon uit een
ander vaatje te tappen. We zullen het onge-
twijfeld voor de rechtbank moeten uitvechten
en daar is, zooals U wel weet, veel geld voor
noodig."
„Op mijn financieelen steun kun je rekenen,
Charles."
Hij omhelsde haar bijna, maar bedacht op
het laatste moment dat Gravin de Ldpiney,
hoewel een vrouw met een ruim hart, toch niet
schap, een ijle, maar alles doordringende ver-
bindende substantie, welke de grenzen tus
schen klassen en standen, tusschen de vele
andere hokjes doordringt met een aan de
ruimte van het land en aan de geschiedenis ge-
hecht besef van eenheid.
Deze eenheid willen wij behouden, omdat dit
de eenige grondslag is, die ons over blijft, om
daarop de vemieuwing, die ook ons leven bin-
nendringt, te kunnen ondergaan en meer dan
ondergaan: te beleven, tot iets voor en door
onszelf levends te kunnen maken. De ver-
nieuwing, deze beweging in de bocht der
tijden, zij dreigt ons uit elkaar te rukken, in
deelen, die van elkander vervreemden en in die
deelen zouden we dan ook van onszelf ver-
vreemd worden: hoe lang zou het niet duren,
voordat wij in een vreemde levensgemeenschap
thuis waren als in onze eigene, voordat we
haar als volksgemeenschap gevoelden?
Wij willen toch bovenal ons zelf behouden.
Maar als we ons te lang of verkeerd vasthou
den, aan karakteristieken, welke we met de
volksgemeenschap zelve verwisselen, zullen we
onszelf zeker verliezen. Dat zullen we eerst
dan niet, wanneer we de volksgemeenschap als
niet m66r nemen dan wat zij is: ruimtelijke en
historische verbondenheid, maar in deze ruim
telijke en historische verbondenheid dan ook
een op organisch ontwikkelde biologische en
economische samenhangen berustende kracht.
De kracht, die ons in staat moet stellen om
een keerpunt van den tijd te boven te komen,
blijvend wat wij waren: de Nederlandsche
volksgemeenschap.
Zullen er dierbare dingen, dingen van waar
de toch ook, verloren gaan? Daar zij ons dier-
baar waren, daar zij inderdaad waarde had-
den, zullen zij nooit geheel verloren gaan. Zij
hebben zich reeds lang vereenigd met de his
torische, in de Nederlandsche ruimte gebonden
kracht van dit volk. De kracht, om ook in een
nieuw hoofdstuk van de geschiedenis op te
staan en te blijven staan, deel te zjjn en aan-
deel te nemen, te worden omvat en schepper
te zijn.
Maar niemand betreedt de toekomst, die in
het heden geen offers brengt. Dat merkt men
dagelijks niet zoo zeer, maar de groote over-
gangen verbloemen het niet. Het algemeen be
lang eischt van wie de verantwoordelij'Jcheid
daarvoor draagt of aanvaardt, dit uit te spre-
ken, den eisch des tijds te formuleeren, moed
in te spreken dengenen, die hem moeten vol-
doen, moeten, of zij willen of niet, al was het
op den weg van een man naar den electrischen
stoel. Maar moedig onder oogen gezien, ligt
in iedere toekomst een nieuw leven bloot.
Het algemeen belang eischt, dat wij wijzen
den weg naar een nieuw leven, dat wij temid-
den van gebeuren, dat ons allerzijds met den
dood schijnt te bedreigen den een met den
lichamelijken dood, den ander met den geeste-
lijken wijzen, hoe het als leven kan worden
geleefd, moet worden geleefd.
Dit is onze taak, zoo zien wij het algemeen
belang.
MET INGANG VAN HEDEN DISTRIBUTEE
VAN EIEREN.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vissche-
rij, deelt mede, dat met ingang van Maandag
4 November een aanvang zal worden gemaakt
met de distributie van eieren, hetgeen betee-
kent, dat de verkoop van eieren aan het pu-
bliek uitsluitend op bon mag geschieden.
Onder eieren worden begrepen kippen- en
eendeneieren, in of uit de schaal, versch zoo-
wel als geconserveerd. Het rantsoen zal voors-
hands edn ei per persoon per week bedragen.
Voor de eerste distributieperiode, welke
loopt van Maandag 4 November tot en met
Zondag 17 November a.s. zal nader een bon
van het algemeen distributiebonboekje wor
den aangewezen ter verkrijging van den ei.
Personen, die op medische gronden behoefte
hebben aan een extra rantsoen eieren, zullen
hiertoe op gecontroleerd medisch attest van de
distributiediensten bonnen kunnen krijgen.
iemand was, die men in zijn armen neemt.
,,Je bent een geniale vrouw, Millie," zei hij,
,,als het Corisande ooit lukt den troon te be-
stij.gen, zal ze dit uitsluitend aan jou te dan-
ken hebben."
„Nonsens! Van jou heeft ze de meeste
vriendschap ondervonden. Bovendlen hou ik
van het meisje."
„Hoe gaat het vandaag met haar?"
„Eerlijk gezegd maak ik me erg ongerust
over haar, Charles. Marquand en de andteren
schijnen er niets van te begrijpen; ik ben bang,
dat ze ernstig ziek is."
,,Maar dat zou een specialist als Marquand
toch wel direct geconstateerd hebben."
„Hij was vandaag nog bij haar, maar het
was duidelijk, dat hij niet weet wat hij met
haar moet aanvangen. Doktoren spreken
nooit hun meening uit, maar ik heb mijn con-
clusies getrokken..."
„<Wle moeten geduld hebben."
,,Ik heb geen vertrouwen in doktoren meer.
Ze is zoo down tegenwoordig oh! daar
schiet mij iets te binnen ik hoop dat je
niet boos op me bent..."
„Boos op jou? Nooit, Millie!"
,,Er kwam hier een verslaggeefster van
„The Messenger". Ik aarzelde of ik haar wel
bij de Prinses zou toelaten, maar ze drong
zoo aan; zij zei dat ze met een boodschap van
Mr. Wendover kwam en dat zij deze de Prin
ses persoonlijk moest overbrengen."
Met bovenmenschelijke inspanning lukte het
hem zijn angst te verbergen. „Waar is die
jongedame nu?"
,,In de kamer van de Prinses. Ik heb haar
slechts vijf minuten toegestaan en ik zou haar
zeker hebben gewaarschuwd dat haar tijd om
was, als jij niet net was gekomen. Ik zal het
nu, even gaan doen."
Hij greep haar bij den arm. ,,Doe geen
moeite, Millie ik zal zelf wel even gaan."
Beryl vroeg zich verwonderd af waarom het
nutirlMD.
Koker 12 stales 50 ct Praefdoosje. 2 sinks 10 d
(Ingez. Med.)
De gasten van hotels, restaurateurs e.d. zul
len voor de eieren, welke afzonderlijk worden
verstrekt dus b.v. gekookte of gebakken
eieren bonnen dienen af te geven.
Voor een toewijzing voor de eieren, welke
de hotels, restaurateurs e.d. in de maaltijden
verwerken, dienen deze instellingen zich op
nader te bepalen dagen te wenden tot de
plaatselijke distributiediensten.
Ziekenhuizen, sanatoria e.d. zrullen toewij-
zingen ontvangen volgens een afzonderlijke
regeling. De directies van deze instellingen
kunnen zich daartoe wenden tot de plaatse
lijke disttributiediensten.
Aan de eierverwerkende industrieen, daar-
onder b.v. ook begrepen de banketbakkers,
zullen zoo noodig door de Nederlandsche meel-
centrale, Riouwstraat 174180 te 's Graven-
hage, toewijzingen worden verstrekt. Belang
hebbenden dienen zach derhalve tot genoemde
centrale te wenden.
In een officieele publicatie worden regelin-
gen, welke voor detaillisten, grossiers en han-
delaren en pluimveehouders van belang zijn,
bekend gemaakt.
BON 65 VOOR EEN EI.
In aansluiting op hetgeen elders betrekking
tot de distributie van eieren is gepubliceerd,
wordt medegedeeld, dat gedurende het tijdvak
van 4 tot en met 10 November a.s. de met
65 genummerde bon van het algemeen distri
butiebonboekje recht geeft op het koopen van
e£n ei. De bonnen, welke 10 November a.s.
nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog tot
en met 17 November a.s. geldig.
DISTRIBUTIE VAN GRUTTERSWAREN.
De secretaris-generaal, waarnemend hoofd
van het departement van landbouw en vis-
scherij deelt het volgende mede:
Rijst enz.
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 2 Nov.
tot en met Vrijdag 29 November a.s. geeft de
met 82 genummerde bon van het algemeen
distributiebonboekje recht op het koopen van
250 gram rijst of rijstemeel of rijstebloem of
gruttemeel (gemengd meel). Gruttenmeel zal
n.l. niet meer op den bon voor tarwebloem,
maar in den vervolge op den bon voor rijst
verkrijgbaar zijn.
Havermout anz.
Met betrekking tot havermout, havervlok-
ken, gort en grutten is een wijziging in de dis
tributie gebracht. Deze producten zullen niet
meer verkrijgbaar zijn op een bon, die vier
weken geldig wordt verklaard, maar in den
vervolge zullen twee bonnen worden aange
wezen die elk acht weken geldig zullen zijn.
Voorts zullen in den vervolge haverbloem,
gortmout en uit aardappelmeel bereide vlok-
ken, elke bestemd zijn voor menschelijke con-
sumptie, slechts tegen afgifte van een bon ge-
kocht kunnen worden.
Gedurende het tijdvak van Zaterdag 2 Nov.
tot en met Vrijdag 27 Dec. a.s. geeft de met
83 genummerde bon van het algemeen distri
butiebonboekje recht op het koopen van 250
gram havermout of havervlokken of haver-
bloem of aardappelmeelvlokken of gort of
gortmout of grutten.
'De met 88 genummerde bon van het alge
meen distributiebonboekje geeft gedurende
het tijdvak van Zaterdag 2 November tot en
meisje plotseling een gil gaf, doch toen ze zich
omdraaide, zag ook zij den man, die door de
deur aan het andere einde van de kamer was
binnengekomen. Hij zag er gedistingeerd uit
en had een knap gezicht, maar toch was er
iets aan hem, dat Beryl's achterdocht op-
wekte.
,,Wle is dat?" fluisterde ze.
„Hij noemt zich Baron Puipo," klonk het
antwoord. Het meisje had nog meer willen
zeggen, maar de man kwam a! op hen toe-
loopen.
..Goeden mid'dag", zei hij. ,,De Gravin ver-
telde mij dat er een verslaggeefster van ,,The
Messenger" bij Hare Koninklijke Hoogheid is."
,,Ja, ik kwam de Prinses interviewen."
„Tot mijn spijt moet ik U meedeelen, dat
de gezondheidstoestand van Hare Koninklijke
Hoogheid veel te wenschen overlaat. Ik ben
Baron Fuipo, haar kamerheer, die al haar be-
langen behartigt. Is er iets, dat U wenscht
te weten?"
Beryl stond een oogenblik met haar mond
vol tanden. Door het meisje wist ze, dat ze
in dezen man een vijand moest zien, maar ze
wist niet hoe hem aan te pakken. Was Phil
er nu maar! Hij zou dit mannetje direct op
zijn plaats gezet hebben,
Het kwam misschien doordat ze zoo geheel
van haar neef vervuld was, dat ze zijn naam
noemde. ,,Mr. Wendover, die mij hierheen
zond, maakt zich bezorgd over de gezondheid
van de Prinses," zei ze. „Ik kwam hier infor-
meeren hoe Hare Koninklijke Hoogheid het
maakt."
,,Werkelijk!" klonk het spottend.
Beryl, die zeer opvliegend van aard was,
verloor al haar zelfbeheersching. Na het ge-
sprek. dat ze zoo juist met het meisje gehad
had, deed 's mans houding haar bloed koken.
,,U zegt d'at U de kamerheer van de Prinses
bent?" vroeg ze driftig.
(Wordt vervolgd.)