ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN In den greep van het noodlot No. 10.135 MAANDAG 4j|NOVEMBER 1940 80?Jaargang Binnenland Feuilleton ^.MIJNHARDTJES' Uitreiking Bloemkaarten. vem allerlei aard verdrijft, U snel en zeker met - wH»ig2»«y£r.Tmm CO U RANT ABONNEMENTSPRIJSBinnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het bmitenland alleen bjj vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN I>E 8ANDB GIRO 88150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en dichd's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. (De IBurgemeester maakt bekdhd, dat op Dinsdag 5 en Woensdag 6 November 1940, van 912 u. v.m. en 15 u. n.m., in bet lokaal .Bethel", 2e Verbindingstraat, uitreiking zal plaats hebben van Bloemkaarten. Hierbij is overlegging van de distributie- stamkaarten van alle gezinsleden vereischt. De Burgemeester voomoemd, P. TEUUEGHN. INLEVERING EEGERPAARDEN. De Burgemeester van THKNEUZBN brengt hierbij ter kennis van belanghebbenden, dat alle zich nog in deze gemeente bevindende Duitsche, Nederlandsche, Belgische en Fran- sche legerpaarden op Maandag 4 November 1940, moeten worden ingeleverd te Goes, Zaag- molenstraat. Temeuzen, 2 November 1940. De Burgemeester voornoemd, P. TEiLIiEGEN. ER ROMT EEN ALGEMEEN IDENTITEITSBEWIJ S. Bij besluit van den secretaris-generaal van het dpartement van binnenlandsche zaken wordt onder den naam persoonsbewijs een al- gemeen identiteitsbewijs tevens bewijs van opneming in het bevolkingsregister inge- voerd, waarvan het model wordt vastgesteld door den secretaris-generaal. Deze persoonsbewijzen worden van rijks- wege uitgegeven in drie soorten, n.l. voor Nederlanders, voor Nederlandsche onderdanen en voor vreemdelingen. Qebruik van den naam persoonsbewijs voor andere bescheiden dan die, welke van rijks- wege worden uitgegeven overeenkomstig het vastgestelde model is verboden. Verder is verboden het gebruik van het model van het persoonsbewijs voor andere doeleinden dan bij of krachtens dit besluit be- paald, zoomede het nadrukken, doen nadruk- ken of anderszins namaken of doen namaken van een zoodanig model. De persoonsbewijzen blijven eigendom van het rijk. Een ieder, die, overeenkomstig de bij of ingevolge de wet van 17 April 1887 (Staats- blad no. 67gegeven voorschriften, is of moet zijn opgenomen in een der bevolkingsregisters van het bezette Nederlandsche gebied en die den leeftijd van 15 jaar heeft overschreden, is verplicht een te zijnen name gesteld geldig persoonsbewijs in bezit te hebben, te alien tijde bij zich te dragen en desgevorderd te ver- tooraen aan iederen opsporingsambtenaar, als- mede aan alle ambtenaren of andere personen, door wie zulks ingevolge eenig wettelijk voor- schrift wordt verlangd. De hier bedoelde verplichting geldt niet voor: 1. Personen of groepen van personen van vreemde nationaliteit, die bij beschikking van den secretaris-generaal van deze verplichting zijn ontheven. 2. Personen of groepen van personen, aan wie het recht tot het bezit van een persoons bewijs, ingevolge een beschikking van den secretaris-generaal, is ontzegd, voor den duur der ontzegging. Eenzelfda persoon mag niet in het bezit zijn van meer dan een persoonsbewijs te zijnen name. ileder gerechtigde is gehouden, op Verlangen van de met de zorg voor de uitreiking van persoonsbewijzen belaste autoriteiten of amb tenaren naar waarheid alle opgaven of inlich- tingen te verstrekken welke noodig of wen- door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIBCK—MEEREBOER. 33) Vervolg. .,Ik zag dien man anders duidelijk genoeg, Charles." ,,Vertel me dan hoe hij er uit zag." „Dat is moeilijk; hij had een vilten hoed diep over zijn oogen getrokken en hij droeg dohkere kleeren - er was niets bijzonders aan hem te zien, maar ik ben er zeker van dat hij lets met de politie heeft uit te staan. Ik zou zeggen..." „Ja, jij zou zeggen. (Hoe lang stond hij daar „Ongeveer een uur; dat zegt toch zeker genoeg, Charles!" Ala ze niet teruggeweken was, zou hij haar een klap in haar gezdcht gegeven hebben. „Waarom zou een detective dit huis bewaken De politie kan mij niets doen; je weet best dat ik ze altijd te slim ben afgeweest." Ze fluisterde: „En Vanelli dan?" ,,W!at, Vanelli?" snauwde hij. „Vanelli was een opgejaagde rat. Om hem zal de politie zich heusch niet druk maken hij werd nota bene zelf gezocht!" Maar dit antwoord stelde Sybil Trent niet gerust; ze wist maar al te goed hoe gemak- kelijk Zuberra loog hij trachtte haar altijd schelijk kunnen zijn voor het vaststellen van zijn identiteit, zijn burgerlijken staat en zijn staat van Nederlander, Nederlandsch onder- daan of vreemdeling. Elk uitgereikt persoonsbewijs heeft een geldigheidsduur van vijf jaren, te rekenen van de dagteekening der afgifte. Ieder gerechtigde is verplicht, in geval van vermissing of ontvreemding van het hem uit gereikte persoonsbewijs, onverwijld daarvan aangifte te doen aan den burgemeester of, indien hij is opgenomen in het centrale bevol kingsregister of niet is opgenomen in eenig bevolkingsregister van het bezette Nederland sche gebied, aan het hoofd der rijksinspectie, onder mededeeling van de feiten en omstan- digheden, welke tot de opsporing van het ver- mist of ontvreemd persoonsbewijs kunnen leiden. Hij die de aangifte van overlijden doet, is verplicht het in het bezit van den overledene zijnde persoonsbewijs tegelijk met de aangifte in te leveren bij den burgemeester der ge meente, waar het overlijden plaats vond. ■Het is aan een ieder verboden zich op eeni- gerlei wijze van het hem uitgereikte persoons bewijs te ontdoen of daarin eenige verande- ring, aanvulling of toevoeging aan te brengen of te doen aanbrengen. Uitsluitend de gerechtigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan bij den secretaris- generaal schriftelijk in beroep komen tegen de weigering of intrekking van een persoons bewijs binnen veertien dagen nadat de desbe- treffende beschikking te zijner kennis is ge- komen. Voor elk uit te reiken persoonsbewijs wordt een recht van 1,aan leges geheven, van welk bedrag vijftig ten honderd komt ten bate van 's Rijks kas en vijftig ten honderd ten bate van de gemeentekassen. In geval van min- of onvermogen kan de burgemeester of het hoofd der rijksinspectie dit bedrag tot de helft verminderen of 'kostelooze uitreiking toestaan. Overtreding van vorenbedoelde bepalingen worden met hechtenis van ten hoogste veer tien dagen of geldboete van ten hoogste f 100 gestraft. In bijzondere zware gevallen kan gevangenisstraf tot 6dn jaar of geldboete van ten hoogste f 10.000 worden opgelegd. De secretaris-generaal stelt de voorschrif ten vast, noodig voor een juiste uitvoering van dit besluit en bepaalt tevens nader op welk tijdstip de onderscheidene deelen van dit be sluit in werking treden. Dit besluit wordt aangehaald als .Besluit Persoonsbewijzen" HET ALGEMEEN BELANG. Uit den lezerskring vraagt men ons, schrijft de N. R. iCrt.: wat verstaat gij dan eigenlijk onder het algemeen belang? Het algemeen belang, zoo zouden we willen zeggen, is, in het verband, waarin wij het woord na de oorlogsdagen gebruikt hebben, de verzekering van het behoud van de Nederland sche volksgemeenschap. Deze volksgemeenschap toch is dat wat alle andere dingen, waaraan wij waarde hechten, doeltreffend bijeenhoudt, in deze volksgemeen schap krijgen zij eerst him voile waarde. En door deze volksgemeenschap zijn wij ook weer verbonden met wijdere gemeenschappen, Europa, de wereld. In volksgemeenschap zijn wij ook op de eenige wijze verbonden, welke in de geschiede- nis standhoudt: op beweeglijke wijze. De wereld, het leven in hun ruimte, in hun geschiedenis is het een en al beweging. Een beweging, welke ons op haar hoogtepun- ten van een diepe bewogenheid vervult. De beteekenis van zulke woorden: beweging, bewogenheid moeten wij ook zeer letterlijk ge- voelen, willen wij haar verstaan. Het is het tegendeel van hetgeen we eigenlijk allemaal op de een of andere wijze zoeken: houvast, een rustpunt. We zeiden immers 66k: het algemeen be lang, dat is de verzekering van het behoud overal zooveel mogelijk buiten te houden. Ze kon zich niet bedwingen te vragen: „Wat wat gebeurde er mee? Heeft Giraud...?" Zuberra was niet gauw bang, maar nu brak het angstzweet hem uit. Hij was bang, om- dat de vrouw zoo was verslapt; als men een vtouw, met wie men verschillende verdachte zaakjes opgeknapt heeft en die begint te verslappen, bij zich houdt, kan dat noodlottig worden. (Voor alles moest hij haar voorloopig tevre- den zien te stellen. ..Natuurlijk!" loog hij. „Giraud is mij veel verschuldigd1." Het ge- sprek had hem onrustig gemaakt; hij ver- langde er naar weg te komen uit deze kamer. „Je zou er beter aan doen thuis te blijven, als je zoo bang bent," zei hij smalend, terwijl hij aanstalten maakte om te vertrekken. ,,Wjaar ga je been?" haar lippen beefden. De vrouw verkeerde in een ellendigen twee- strijd hoe ellendig, wist zij alleen. Ze werd heen en weer geslingerd en wist niet wat te kiezen Zuberra, zooals hij haar had voor- gesteld, verlaten of blijven en den man door haar aanwezigheid dermate irriteeren, dat hij haar nog eens zou vermoorden. ,,Naar Millie ik ga dat meisje dwingen een andere promesse te teekenen." Sybil snelde op hem toe. ,,Nee, dat niet, Charles! Probeer dan nog liever geld van Millie te leenen; zij zal het je vast wel geven en het is veiliger, veel veiliger!" „Ik zal eens zien wat ik dbe," zei hij kort en gooide de deur met een smak achter zich dicht. Gravin de Lepiney ontving hem met een glimlach. ,,Oh, Charles!" zei ze, ,,ik heb een pracht- voorstel. Hoe zou je het vinden als we eens trachtten voor ons doel geld te krijgen van de Amerikanen hier in Parijs. Zou dat niet moge lijk zijn?" „Wat, het geld? Dat zal gemakkelijk ge- van de Nederlandsche volksgemeenschap houvast, en rustpunt. Maar veronderstelt, u doet wat u niet moogt doen: u springt van een rijdende tram. Wan- neer ge u daarbij even te lang vasthoudt, zal het u duur te staan Komen. Wanneer ge u aan het verkeerde handvat vasthoudt, zal het u wellicht noodlottig worden. Door u te lang, of verkeerd vast te houden, mist ge het vol- gende houvast, waamaar ge streeft: den be- ganen grond. De beweging, de beweging van leven en wereld, in ruimte en in geschiedenis, waaraan gij deel hebt, uitwendige beweging, welke u innerlijk met bewogenheid vervult, deze be weging bestaat in het loslaten en verkrijgen van houvast, het verlaten en het bereiken van rustpunten. Het houvast, het rustpunt, zij zijn slechts betrouwbaar, voorzoover u ze durft loslaten, durft verlaten, omdat anders toch de beweging u van uw houvast losscheurt en u geen rustpunt gunt. Waarom achten we nu de verzekering van het behoud van de Nederlandsche volksge meenschap een algemeen belang, waarom ach ten we juist dit het algemeen belang, en noe- men we niet met name die dingen, die voor deze Nederlandsche gemeenschap totdusver karakteristiek zijn geweest: staatkundige of geestelijke normen, welke zoo lang voor deze volksgemeenschap van zelf gesproken hebben, dat wij ze als het ware konden verwisselen? Dat is niet zoo moeilijk te zeggen. Het al gemeen belang zal dan toch wel zijn het de al- gemeenheid zoo algemeen mogelijk omvatten- de belang. En noem nu ddn van de staatkun dige of geestelijke karakteristieken van onze volksgemeenschap en gij bevindt, dat wij daar- over in meer of mindere mate verdeeld zijn, dat wij er althans heel verschillends onder verstaan. Datgene, waarover wij niet verdeeld zijn, waarover we niet verdeeld kunnen zijn, omdat het er nu eenmaal als gegeven eenheld is, dat is de Nederlandsche volksgemeenschap. Daar- gelaten elke karakteristiek. Als niet anders dan een in een bepaalde ruimte, het land, his- torisch, op bepaalde biologische en economi- sche grondslagen gegroeide gemeenschap, welke het meest volledig, in alle onderlinge betrekkingen, wordt aangeduid als het volk. Niet alleen, dat deze volksgemeenschap ons naar binnen bijeenhoudt; door deze volksge meenschap staan we ook in contact met de buitenwereld. En het rechtstreeksche contact dan, zegt ge, van den eenen mensch hier, met den anderen daar? Toegegeven, ook zulke contacten zijn er en zijn van belang. Maar het alles beheerschende is het contact tusschen volksgemeenschappen in hun wisselende karak teristiek. In him wisselende karakteristiek. Volksge meenschappen manifesteeren zich nimmer in een definitieven vorm. Dat denken we maar! Dat denken we maar, omdat de vorm, waarin wij onze volksgemeenschap kennen, voor de meesten van ons het houvast, het rustpunt is; daarom gevoelen wij de volksgemeenschap in dezen vorm als definitief. Maar reeds daarover zijn wij het niet alien eens. Reeds daar splitst het algemeen belang zich in gedeeld belang. Dat zijn niet de dingen waaraan we mogen vasthouden, op het oogen- blik dat het om voortbestaan of verval van de volksgemeenschap gaat. En daar gaat het om. Het gaat erom dat wij op een keerpunt van den tijd, daar waar de wereldbeweging een bocht neernt, ons niet te lang of verkeerd vasthouden aan alle din gen die minder zijn dan het algemeene belang. Want dan wordt de volksgemeenschap, waarin het algemeene belang vereenigd is, uit elkaar gerukt. Wat is de volksgemeenschap niet een fijn gevoelig, subtiel genuanceerd instrument! Wij maken er deel van uit, doordat wij deel hebben aan haar klassen en standen. We hebben er deel aan, omdat we ieder in een der hokjes gerangschikt zijn, waarin zij is verdeeld. Maar dat is niet het eenige. Er is ook het recht streeksche verband van mensch tot gemeen- noeg gaan," verzekerde hij haar glimlachend, ,,maar om den troon van Caronia te heroveren is nog heel iets andters!" ,,Maar het is de moeite waard! Ik heb er den heelen nacht over liggen denken; het zou een waardig slot zijn aan.de.meest romanti- sche geschiedenis van deze eeuw". „Ja", zijn glimlach verbleekte, „het zou inderdaad een waardig slot zijn. Maar de meeste Amerikanen, die in Parijs wonen, zijn arm, nietwaar?" ..Sommigen zijn heel rijk," haastte ze zich te zeggen, ,.en ik zou willen beginnen met twintigduizend pond te foumeeren." ,,Jij Dat is lief van je!" hij dacht een oogenblik na „Ja, we zullen zeker veel geld noodig hebben. IVandaag was ik bij de Bank de Credit Lyonnais, en, ofschoon de directeur mij heel beleefd ontving, liet hij dui delijk doorschemeren dat ze geen centime zul len loslaten." ,,Heb je er eenig idee van, hoeveel er bij de Bank is?" ,,Een scan van ongeveer drie millioen En- gelsche ponden, buiten de juweelen, die ook nog wel een waarde van circa een half mil lioen vertegenwoordigen." „En de directeur is onvermurwbaar „Absoluut onvermurwbaar. Ofschoon hij uiterlijk zeer beleefd was, was hij in werke- lijkheid toch niet veel meer dan een bruut. Hij interesseerde zich zeer voor, wat hij noemde „de hoogst romantische geschiedenis van een verloren gewaande prinses", maar niet zoodra sprak ik over het geld, of hij begon uit een ander vaatje te tappen. We zullen het onge- twijfeld voor de rechtbank moeten uitvechten en daar is, zooals U wel weet, veel geld voor noodig." „Op mijn financieelen steun kun je rekenen, Charles." Hij omhelsde haar bijna, maar bedacht op het laatste moment dat Gravin de Ldpiney, hoewel een vrouw met een ruim hart, toch niet schap, een ijle, maar alles doordringende ver- bindende substantie, welke de grenzen tus schen klassen en standen, tusschen de vele andere hokjes doordringt met een aan de ruimte van het land en aan de geschiedenis ge- hecht besef van eenheid. Deze eenheid willen wij behouden, omdat dit de eenige grondslag is, die ons over blijft, om daarop de vemieuwing, die ook ons leven bin- nendringt, te kunnen ondergaan en meer dan ondergaan: te beleven, tot iets voor en door onszelf levends te kunnen maken. De ver- nieuwing, deze beweging in de bocht der tijden, zij dreigt ons uit elkaar te rukken, in deelen, die van elkander vervreemden en in die deelen zouden we dan ook van onszelf ver- vreemd worden: hoe lang zou het niet duren, voordat wij in een vreemde levensgemeenschap thuis waren als in onze eigene, voordat we haar als volksgemeenschap gevoelden? Wij willen toch bovenal ons zelf behouden. Maar als we ons te lang of verkeerd vasthou den, aan karakteristieken, welke we met de volksgemeenschap zelve verwisselen, zullen we onszelf zeker verliezen. Dat zullen we eerst dan niet, wanneer we de volksgemeenschap als niet m66r nemen dan wat zij is: ruimtelijke en historische verbondenheid, maar in deze ruim telijke en historische verbondenheid dan ook een op organisch ontwikkelde biologische en economische samenhangen berustende kracht. De kracht, die ons in staat moet stellen om een keerpunt van den tijd te boven te komen, blijvend wat wij waren: de Nederlandsche volksgemeenschap. Zullen er dierbare dingen, dingen van waar de toch ook, verloren gaan? Daar zij ons dier- baar waren, daar zij inderdaad waarde had- den, zullen zij nooit geheel verloren gaan. Zij hebben zich reeds lang vereenigd met de his torische, in de Nederlandsche ruimte gebonden kracht van dit volk. De kracht, om ook in een nieuw hoofdstuk van de geschiedenis op te staan en te blijven staan, deel te zjjn en aan- deel te nemen, te worden omvat en schepper te zijn. Maar niemand betreedt de toekomst, die in het heden geen offers brengt. Dat merkt men dagelijks niet zoo zeer, maar de groote over- gangen verbloemen het niet. Het algemeen be lang eischt van wie de verantwoordelij'Jcheid daarvoor draagt of aanvaardt, dit uit te spre- ken, den eisch des tijds te formuleeren, moed in te spreken dengenen, die hem moeten vol- doen, moeten, of zij willen of niet, al was het op den weg van een man naar den electrischen stoel. Maar moedig onder oogen gezien, ligt in iedere toekomst een nieuw leven bloot. Het algemeen belang eischt, dat wij wijzen den weg naar een nieuw leven, dat wij temid- den van gebeuren, dat ons allerzijds met den dood schijnt te bedreigen den een met den lichamelijken dood, den ander met den geeste- lijken wijzen, hoe het als leven kan worden geleefd, moet worden geleefd. Dit is onze taak, zoo zien wij het algemeen belang. MET INGANG VAN HEDEN DISTRIBUTEE VAN EIEREN. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en vissche- rij, deelt mede, dat met ingang van Maandag 4 November een aanvang zal worden gemaakt met de distributie van eieren, hetgeen betee- kent, dat de verkoop van eieren aan het pu- bliek uitsluitend op bon mag geschieden. Onder eieren worden begrepen kippen- en eendeneieren, in of uit de schaal, versch zoo- wel als geconserveerd. Het rantsoen zal voors- hands edn ei per persoon per week bedragen. Voor de eerste distributieperiode, welke loopt van Maandag 4 November tot en met Zondag 17 November a.s. zal nader een bon van het algemeen distributiebonboekje wor den aangewezen ter verkrijging van den ei. Personen, die op medische gronden behoefte hebben aan een extra rantsoen eieren, zullen hiertoe op gecontroleerd medisch attest van de distributiediensten bonnen kunnen krijgen. iemand was, die men in zijn armen neemt. ,,Je bent een geniale vrouw, Millie," zei hij, ,,als het Corisande ooit lukt den troon te be- stij.gen, zal ze dit uitsluitend aan jou te dan- ken hebben." „Nonsens! Van jou heeft ze de meeste vriendschap ondervonden. Bovendlen hou ik van het meisje." „Hoe gaat het vandaag met haar?" „Eerlijk gezegd maak ik me erg ongerust over haar, Charles. Marquand en de andteren schijnen er niets van te begrijpen; ik ben bang, dat ze ernstig ziek is." ,,Maar dat zou een specialist als Marquand toch wel direct geconstateerd hebben." „Hij was vandaag nog bij haar, maar het was duidelijk, dat hij niet weet wat hij met haar moet aanvangen. Doktoren spreken nooit hun meening uit, maar ik heb mijn con- clusies getrokken..." „<Wle moeten geduld hebben." ,,Ik heb geen vertrouwen in doktoren meer. Ze is zoo down tegenwoordig oh! daar schiet mij iets te binnen ik hoop dat je niet boos op me bent..." „Boos op jou? Nooit, Millie!" ,,Er kwam hier een verslaggeefster van „The Messenger". Ik aarzelde of ik haar wel bij de Prinses zou toelaten, maar ze drong zoo aan; zij zei dat ze met een boodschap van Mr. Wendover kwam en dat zij deze de Prin ses persoonlijk moest overbrengen." Met bovenmenschelijke inspanning lukte het hem zijn angst te verbergen. „Waar is die jongedame nu?" ,,In de kamer van de Prinses. Ik heb haar slechts vijf minuten toegestaan en ik zou haar zeker hebben gewaarschuwd dat haar tijd om was, als jij niet net was gekomen. Ik zal het nu, even gaan doen." Hij greep haar bij den arm. ,,Doe geen moeite, Millie ik zal zelf wel even gaan." Beryl vroeg zich verwonderd af waarom het nutirlMD. Koker 12 stales 50 ct Praefdoosje. 2 sinks 10 d (Ingez. Med.) De gasten van hotels, restaurateurs e.d. zul len voor de eieren, welke afzonderlijk worden verstrekt dus b.v. gekookte of gebakken eieren bonnen dienen af te geven. Voor een toewijzing voor de eieren, welke de hotels, restaurateurs e.d. in de maaltijden verwerken, dienen deze instellingen zich op nader te bepalen dagen te wenden tot de plaatselijke distributiediensten. Ziekenhuizen, sanatoria e.d. zrullen toewij- zingen ontvangen volgens een afzonderlijke regeling. De directies van deze instellingen kunnen zich daartoe wenden tot de plaatse lijke disttributiediensten. Aan de eierverwerkende industrieen, daar- onder b.v. ook begrepen de banketbakkers, zullen zoo noodig door de Nederlandsche meel- centrale, Riouwstraat 174180 te 's Graven- hage, toewijzingen worden verstrekt. Belang hebbenden dienen zach derhalve tot genoemde centrale te wenden. In een officieele publicatie worden regelin- gen, welke voor detaillisten, grossiers en han- delaren en pluimveehouders van belang zijn, bekend gemaakt. BON 65 VOOR EEN EI. In aansluiting op hetgeen elders betrekking tot de distributie van eieren is gepubliceerd, wordt medegedeeld, dat gedurende het tijdvak van 4 tot en met 10 November a.s. de met 65 genummerde bon van het algemeen distri butiebonboekje recht geeft op het koopen van e£n ei. De bonnen, welke 10 November a.s. nog niet gebruikt zijn, blijven voorts nog tot en met 17 November a.s. geldig. DISTRIBUTIE VAN GRUTTERSWAREN. De secretaris-generaal, waarnemend hoofd van het departement van landbouw en vis- scherij deelt het volgende mede: Rijst enz. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 2 Nov. tot en met Vrijdag 29 November a.s. geeft de met 82 genummerde bon van het algemeen distributiebonboekje recht op het koopen van 250 gram rijst of rijstemeel of rijstebloem of gruttemeel (gemengd meel). Gruttenmeel zal n.l. niet meer op den bon voor tarwebloem, maar in den vervolge op den bon voor rijst verkrijgbaar zijn. Havermout anz. Met betrekking tot havermout, havervlok- ken, gort en grutten is een wijziging in de dis tributie gebracht. Deze producten zullen niet meer verkrijgbaar zijn op een bon, die vier weken geldig wordt verklaard, maar in den vervolge zullen twee bonnen worden aange wezen die elk acht weken geldig zullen zijn. Voorts zullen in den vervolge haverbloem, gortmout en uit aardappelmeel bereide vlok- ken, elke bestemd zijn voor menschelijke con- sumptie, slechts tegen afgifte van een bon ge- kocht kunnen worden. Gedurende het tijdvak van Zaterdag 2 Nov. tot en met Vrijdag 27 Dec. a.s. geeft de met 83 genummerde bon van het algemeen distri butiebonboekje recht op het koopen van 250 gram havermout of havervlokken of haver- bloem of aardappelmeelvlokken of gort of gortmout of grutten. 'De met 88 genummerde bon van het alge meen distributiebonboekje geeft gedurende het tijdvak van Zaterdag 2 November tot en meisje plotseling een gil gaf, doch toen ze zich omdraaide, zag ook zij den man, die door de deur aan het andere einde van de kamer was binnengekomen. Hij zag er gedistingeerd uit en had een knap gezicht, maar toch was er iets aan hem, dat Beryl's achterdocht op- wekte. ,,Wle is dat?" fluisterde ze. „Hij noemt zich Baron Puipo," klonk het antwoord. Het meisje had nog meer willen zeggen, maar de man kwam a! op hen toe- loopen. ..Goeden mid'dag", zei hij. ,,De Gravin ver- telde mij dat er een verslaggeefster van ,,The Messenger" bij Hare Koninklijke Hoogheid is." ,,Ja, ik kwam de Prinses interviewen." „Tot mijn spijt moet ik U meedeelen, dat de gezondheidstoestand van Hare Koninklijke Hoogheid veel te wenschen overlaat. Ik ben Baron Fuipo, haar kamerheer, die al haar be- langen behartigt. Is er iets, dat U wenscht te weten?" Beryl stond een oogenblik met haar mond vol tanden. Door het meisje wist ze, dat ze in dezen man een vijand moest zien, maar ze wist niet hoe hem aan te pakken. Was Phil er nu maar! Hij zou dit mannetje direct op zijn plaats gezet hebben, Het kwam misschien doordat ze zoo geheel van haar neef vervuld was, dat ze zijn naam noemde. ,,Mr. Wendover, die mij hierheen zond, maakt zich bezorgd over de gezondheid van de Prinses," zei ze. „Ik kwam hier infor- meeren hoe Hare Koninklijke Hoogheid het maakt." ,,Werkelijk!" klonk het spottend. Beryl, die zeer opvliegend van aard was, verloor al haar zelfbeheersching. Na het ge- sprek. dat ze zoo juist met het meisje gehad had, deed 's mans houding haar bloed koken. ,,U zegt d'at U de kamerheer van de Prinses bent?" vroeg ze driftig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1