m o* mi i mimi i m Buitenland Dam- en Schaakrubriek Feuilleton- vertellingen SCHAKEN. BRABANTSCHE BRIEV EN. ^SH A jSpf mm Jjsl X ww m mm m i O DAMMEN. Verder geven gedurende November de met 08, 09, 10 en 11 gemerkte bonnen van de bon- nenkaart distributie vaste brandstoffen haarden, kachels, elk recht op het koopen van een eenheid turf. Met nadruk wordt er eeliter de aandacht op gevestigd, dat de met 08, 09, 10 en 11 gemerkte bonnen in den loop van bet stookseizoen alsnog zullen worden aange- wezen voor steenkolen of andere vaste brand stoffen. Men heeft dus de keus, om hierop thans turf of later andere brandstoffen te betrekken. De geldigheidsduur van de met 01, 02, 03 ge merkte bonnen van de bonnenltaart distribu tie vaste brandstoffen haarden, kachels, en van de met 01, 02, 03, 04, 05 en 06 gemerkte bonnen van de bonnenkaart distributie eentrale verwarming, en van de met brand stoffen, den eenheid, lste periode", alsmede de met „cokes, een eenheid, lste periode" ge merkte bonnen wordt verlengd tot en met 14 November 1940. De geldigheidsduur der met brandstoffen" of cokes" gemerkte toewijzin- gen, welke tot 13 November of een vroegeren datum zyn geldig verklaard, wordt eveneens verlengd tot en met 14 November 1940. Zooals reeds eerder is bekend gemaakt, wordt onder edn eenheid vaste brandstoffen verstaan: hetzij 1 hi anthraciet of steenkolen, of industrie- of eierbriketten (maximum 75 kg), hetzij 110 kg truinkoolbriketten, hetzij 2 hi cokes, hetzij 175 kg (fabrieksturfhetzij 195 kg persturf (300 stuks), hetzij 200 kg: bagger- turf (450 stuks), hetzij 200 kg overige soor- ten turf. ROMAANSLAG OP 'S GRAVENHAGE. Het A.N.P. meldt: Bij een Engelschen bomaanval is Dinsdag- avond een bom op een woonwijk te 's Graven- hage aan de grens van het Scheveningsche gedeelte neergekomen, met het gevolg, dat een bejaarde vrouw werd gedood en zes per- sonen werden gewond. Een woonhuis stortte in en in de omgeving werden een aantal ruiten vemield. Door het onmiddellijke optreden van den geneeskundigen Dienst konden de gekwetsten binnen eenige minuten ter verpleging naar het ziekenhuis worden overgebracht. Inmid- dels waren de hulpdiensten van gemeentewer- ken en van de luchtbescherming zoomede de politie-brandweer op de plaats van den bom- inslag aangekomen waar met koortsachtigen ijver het opruimingswerk werd aangevat. De brandweer wist met eenige stralen een in den puinhoop ontstanen brand tijdig te blussehen. In de diepe duistemis bespraken groepjes omwonenden den laffen aanslag; zij gaven hun verontwaardiging daarover te kennen. TROUWRING EN KINDERWA GEN De eerste oorlogsmaanden hebben in Duitschland een topcijfer in het aantal huwe- lijken te zien gegeven. Allengs is dit geluwd, o.a doordat de krijgsverrichtingen in een acuut stadium traden, maar het peil bleef hoog; tot aan April werden maand na maand meer kinderen geboren dan in het vorige jaar Het is begrijpelijk, gegeven den datum, waar- op de oorlog uitbrak, dat toen een lichte teruggang intrad. In alle oorlogvoerende landen is dit verschgnsel opgemerkt evenals dat daama het aantal jonge paren steil stijgt en de kromme van kinderwagens, zooals Das Reich het uitdrukt, die van den trouwring volgt. In elk geval blijkt, dat de huidige om- standigheden den wil van de Duitsche vrouw tot het kind niet verzwakt hebben. ENGELAND EN DE FRANSCHE KOLONIEN. Het DjNjB. meldt uit Geneve: De Engelschen hebben naar het Fransche ministerie van kolonien mededeelt, een nieu- wen aanval ondernomen op gebied in Afrika onder Fransche souvereiniteit. Vliegtuigen hebben op bevel van een kolonel, die zich ter beschikking van de beweging van de Gaulle gesteld had, de nederzetting Lamberene in Gabon gebombardeerd, waarbij Europeanen en inheemschen gedood en gewond zijn. Derhalve is opnieuw Fransch bloed gevloeid, aldus ge- noemde mededeeling. Deze nieuwe misdaad maakt de lijst van de reeds te Dakar en Mers et Kebir gepleegde Engelsche aanslagen lan ger. Indische Party. Gespeeld in het toumooi te Parjjs, 1938. Wit. Zwart. Capablanca. Romi. 1. d2d4 d7d5 2. c2c4 c7c6 Tot nog toe de Slavische verdediging van het damegambiet. 3. Pgl—f3 Pg8f6 4. e2e3 g7g6 Met deze zet begeeft Zwart zich op Indisch terrein (en wel Koning-Indisch). Meestal is de volgorde der zetten 1. d4 Pf6, 2. c4 g6, 3 Pf3 (of Pc3) d5, 4. e3 c6, 5. Pc3 (of Ff3). 5. Pbl—c3 -* Rf8g7 6. Ddl—b3 Verhindert ontwikkeling van den raadsheer 6. Rd3 is een andere goede voortzetting bijv.6. 0—0, 7. 0—0 b6, 8. b3 c5!, 9. Rb2 (niet 9. dc5:?, 10. Pe4! Zooals gebeurde in een partij BotwinnikLoewenfisch, Moskou 1937, die Zwart won). 6. 0—0 7. Pf3e5 Agressief. Meestal speelt men tammer 7 Rd2 dc4:, 8. Rc4: Pbd7 of b5. 7. e7e6 8. f2—f4 Pb8d7 9. Rfl&2 Pd7 X e5 10. f4Xe6 Pf6—g4 Wanneer het paard achteruit zou gaan komt Zwart zeer gedrongen te staan, door de druk van pion e5. 11. 0—0 11. Rg4: Dh4f, 12. Kfl of Kf2 zou Zwart liever gezien hebben. 11. Dd8h4 12. Re2g4 Dh4g4 De afruil geschiedt tOch, echter met dit ver- schil, dat Wit nu zijn koning beveiligd heeft tegen schaak en daardoor de rochade niet ver- loren heeft. 13. Tflf4 Dg4g5 14. e3e4 d5Xc4 15. Db3c4 Dg5e7 16. Tf4—g4 f7f6 Een bescheiden poging om zich te bevrijden 17. e5Xf6 De7Xf6 18. Rcl—e3 Rc8d7 19. hi2-Ji3 Om niet steeds rekening te moeten houden met mat op de onderste rij. 19. Kg8h8 20. e4e5 Df6—d8 TERUG NAAR HET LAND. De aarde versterft in Frankrijk tot niemandsland. Terug naar den akker, is het wachtwoord in Frankrijk. Dat is niet eenvoudig te ver- krijgen sinds tengevolge van uiteenloopende factoren de bevolking zich meer en meer van het land vervreemd heeft. Het Hamburger Tageblatt meldt, dat thans ongeveer zeven millioen hectaren land braak liggen, ongeveer anderhalf maal de grootte van Zwitserland. In de afgeloopen 35 jaren zijn 1,7 tot 1,8 mil lioen hoeven „verdwenen". iSinds 1870 ver- minderde het aandeel van de landelijke be volking aan de totale met omtrent 20 pet. Onrustwekkende cijfers, die bij een tocht door sommige departementen schrikwekkende werkelijkheid worden. Verlaten en vervallen dorpen staren er den reiziger aan. Niet de oorlog heeft er schuld aan, maar de vlucht van het land. De aarde sterft, af en toe huizen in een gehucht van 25 tot 30 hofsteden twee of drie bejaarde echtparen. Dit op zichzelf is ook al angstwekkend, het groote percentage ouden van dagen, dat men niet alleen in de dorpen ontmoet. Uren lang kan men trekken zonder een spoor van menschelijk leven, van menschelijke bedrijvigheid waar te nemen. Onkruid overwoekert de akkers en maakt ze niet meer te onderscheiden van onbebouwden grond. Zie dan, hoe rijk vaak deze veelzins geze- gende bodem is. Wijngaarden, boomgaarden en moestuinen zijn een buit van hazen en konijnen geworden, heele streken door wilde rozenplanten overdekt. Daartusschen rijpen sappige peren, appels met roode wangen, donkere druiven van bijbelschen omvang. Ze worden niet geplukt en daar het onkruid de bovenhand heeft is de opbrengst gering. Som mige dorpen zyn in bezit genomen door uit de steden weggevoerden, die geen lust hebben daarheen terug te gaan. Natuurlijk zijn die woningen ook van binnen verwaarloosd, de voormalige bezitters hebben het noodigste opgeladen. Ze missen vooral hygienische in- richtingen, waterleiding en electrisch licht. Dorpen en hoeven storten in. Voor de nieuwe kolonisten is het niet zoo eenvoudig, althans in den beginne, zich te voeden. Er zijn plaatsen, die geheel door de oorspronkelijke bewoners verlaten werden en waar buitenlandsche werkkrachten, inzonder- heid Polen, introkken. En niet alleen vele van die huizen behooren aan niemand, talrijke stukken lands zijn kadastraal onbekend. Wat tegen dit voortwoekerende kwaad te doenEen samenvattend bouwprogram, Waaraan stipt de hand gehouden zal worden, moet worden opgesteld. En dan behoort men den landbouw te motoriseeren, want in vele streken wordt de akker nog met de primitief- ste middelen bebouwd. Met de desertie naar de stad zonk ook de eerzucht zulke kwesties op te lossen. Daartoe behoort in de eerste plaats het erfrecht. Het kwam en komt voor, dat de verdeeling zoo ver gaat, dat den kin deren of enkelen hunner om zoo te zeggen niets bleef. De eigenlijke erfgenaam, die bij de ouders gewerkt had, moest als hulp naar de stad trekken. Eindelijk moeten de veelal allertreurigste huisvestingsomstandigheden grondig gewijzigd en op het platteland voor eenig vertier door middel van radio en bioscopen gezorgd wor den, wat, mag men hopen, het jonge volk meer thuis zou houden. Nu verkiest het in de steden een minder uitputtend leven te leiden en zich in mooie kleeren te verstrooiery Ulvenhout. Amico, Danker hong den klammen Bamismer- gen nog over den huis. Staag klitterde daarbuiten den nach- telijken daauw. Bin nen piekte 't lampe- ldoht deur den nuch- ter van de vroegte, die volsuisde mee 't nevel-geritsel, dat ge- durig knaagde aan de stilte. Den groe- nen turfsmoor sloeg omlaag deur de schouw; ge kost de platte buis binnen en buiten ruuken. Zwaar van water hongen de leste sterreblomkes aan den 20. Df5, 21. Tf4 Dh5, 22. Pe4 (met de dreiging Pc6 durfde Zwart niet aan. 21. Pc3e4 b7--b6 22. Re3—g5 Dd8—c7 23. Rg5e7 Tf8—e8 24. Re 7d6 Het gaat allemaal van een leien dakje of in schaaktaal: de winst is een kwestie van tech- niek. 24. Dc7d8 25. Talfl c6c5 Te laat. 26. Pe4g5 Dd8c8 27. Tg4h4 h7h6 28. Dc4d3 Zwart geeft het op. Stelselmatig werd Zwart teruggedrongen een kans voor tegenactie was er niet ge- welddaden gebeurden er niet op het bord. Wanneer zou dan Zwart eigenlijk in het na- deel geraakt zijn? Waarschijnlijk was het fout, dat Zwart op de 9e zet het paard afruil- de, waardoor de vooruitgeschoven pion te hin derlijk werd. 9. b6 kan niet, maar na Te8 kon Wit met g5 zijn aanval niet voortzetten, daar Zwart dan wel de paarden ruilde. Ook 9. Dc7 had geprobeerd kunnen wordeji. Partijs telling. Uit een partij MarshallBurn, tournooi te Parijs 1900. mim. a bedef gh Wit is aan zet. 1. h2h4 Een zet, die dikwijls geschiedt, om een aan val op de vijandige rochade-stelling in te lei den. Er dreigt nu een raadsheeroffer op h7. 1. g7g6 blaauwen aster omlaag, moei knikkend in de dikkel stilte, die uit de nevels droop. Bamis Gunderwijd, boven den zwarten muur van de bosschen, begost 'n matglazen glimmering te wazen, den dag, die traag naar boven dreef uit 't water van den Bamisnacht, die weglekte in den vallenden mist. Dan gong deur 't „matglas" boven den boschkam 'nen rossen gloei schemeren. En plazierig stapte 'k naar binnen: 'nen schoo- nen Octoberdag was in den maak. Uit den donkeren knop van den nacht begost 't rood van 'nen nieuwen dag te puilen, die bloeien zou lijk 'n herfstroos!" ,En vroeg Trui, die de botrammen snee, als ik binnenkwam. „Goeie vandaag, ouwe!" Efkes, snel als 'nen veugel, schampte afkeu- ring uit 'r rechteroog langs m'n hoofd. - ,Ouwe"Hoe goed ook bedoeld, ze nedmt 't nie! Maar ze zweeg, telde mee 't broodmes rap de afgesnejen botrammen. Daar kwam ons baaske uit 't achterhuis. Nog altij wat stroef, sinds den Eeker weg is. Maar ook, omdat ie in den mergen nie vort kan, mee die eigenwijze klok, die bekanst twee uren fout wijst. Als ie 's mergens van huis rijdt is 't donker. Als ie 's avonds thuis- rijdt is 't donker. En den boer kan zonder Gods' licht nie vort in den arbeid. Mee twee vuisten in de zakken kwam ie binnen, de onderlip veuruit gestoken, de breeje schouwers efkes opgetrokken, net of ie plan had iets zwaars van 'm te wrikken. Z'n zwarte haar, steuvig in 'n schei geborsteld, blonk van de pomp, 't Leer van z'n beenkap- pen, soepel van den traan, sp&nde om z'n steu- vige beenen; de spierbussels welfden op de strakke trui, die lijk 'nen handschoen z'nen krachtigen romp omsloot. „Ginnen goeien zin, Dreke plaagde-n- ik 'm. „Mergen samen", gaf ie ten antwoord. Dan: „pfoe..o.», goeien zin? 'Nen boer mee kantoorurenToen nam ie driftig nen stoel, zette dien bij de tafel dat de pooten krokten, gong zitten en foeterde: ,,drie uren heb ik al wakker gelegen in m'n bed en d&dr, mee 'n woedend gebaar wees ie naar buiten: „daar liggen m'n akkers, leeg van volk. Dd&r, daar staan de beesten, mee berstende uiers! „Daa -Omdat ie z'n eigen zoo opwond, spotte-n-ik: ,,'k heb heuren verluien, baaske dat 'r hier of daar zooiets als 'nen oorlog gaande-n-is ,,-Betjot", viel Trui verontweferdigd teugen me uit: ,,mok-t-er 'n lolletje van! Wil ik jou 's iets zeggen't Jonk hee gelijk! Allee den koffie staat ingeschonken, d'eiers worren koud! Meteen sloeg ze 'n kruiske. Mee 'r bazigste gezicht, nog veur mij bestemd. Enne...(... en toenAfijn, ik was even bui ten den wind. En toen ze weer 'n paar vlie- gen van 'r afsloeg, d.w.z. heur slotkruiske mokte, kwam Driek Frijters zijnen postbooi binnen, Kiske-van-den-smid, lijk wij 'm hier noemen. 'n Klein opnuukerske, dat Kiske, goeien veertiger nou, destijds te min veur aan- beeld en blaasbalg. Hij gong op dertien, veer- tien jaren naar de ambachtsschool, in 't meu- belmakersvak, wierd na volbrochte studie kelner in 'n buitencaf^, waar ie leerde tuinie- ren, tappen, poetsen, uitsmijters bakken en biljarten. En na deuze opleiding was Kiske- van-den-smid rijp veur manufacturier. Ik be- doel, hij trouwde z'n eigen binnen in 'n petten- en-dassenwinkeltje waar ook wel bukkum en pimpermintjes-goed-veur-den-buik wierden Verkocht, Trui kocht er nog 'ns 'n wijwaters- vatje en toen z'n schoonmoeder, de weduwe Broeders stierf, wierd 't mensch amper ge- mist, want K-iske en z'n Betje hadden toen negen kinders. Vandaag bezitten ze 'r twaalf. Betje ver kocht de leste dassen en petten, zonder pun- ten; 't winkeltje is opgeruimd. Want veur winkelinventaris was er gin plek meer in den huis en Kiske is nou lost-vast brievenbesteller in den veuls te grooten cape van den Driek. Als Kiske binnenkwam hong over zijnen uniformmantel 'nen grijzen aanslag van den Vallenden mist. Aan de lakken klep van z'n pet bibberde '-nen waterfranje. Mergen samen", snaauwde-n-ie: ,,'t ruukt ier goed. Eiers mee spekGuilie doet nie minder!" „Den juu in, Kiskee?" vroeg ik. ,,Ge zou de smoor wel in krijgen ook, kefte- n-ie mee z'n hooge stemmeke. ,,-Zoo is 't!" hielp Trui 'm op dreef. ,,Ge wit, 'k heb 'n gemest verken zitten?' kefte-n-ie wijer. Ik knikte. „Schoonen 2. h4h5 Tf8e8 Beter was 2. Pd7 geweest, zooals dadelijk zal- blijken. 3. h5Xg€ h7Xg6 4. Ddl—c2 Rf6—g7 Pion g6 moest nog een keer gedekt worden door 4. Kg7. 5. Rd3Xg6! f7Xg6 6. -Dc2Xg6 Pb8d7 De dekking Df6 was mogelijk geweest, wan neer het paard reeds op d7 gestaan had. Nu kan Df6 niet omdat de toren dan in zou staan 7. iPfS—g5 Dd8f6 8. Thlh8t Zwart geeft op. Partijstelling. a b c d e f g h Ziwart aan zet wint. Uit een partij John-Shmiach, Berlijn 1932. 1. Pg4 f2f 2. Rgl X f 2 Dh3—fit 3. Rf2gl Dflf3f en prat 624. De damrubriek van „De IIumori°t" van 24 October j.l. bevat onder no. 505 een probleem van H. van Zuilekom te Rotterdam, dat vrij wel identiek is met een probleem van schrij- ver dezes, gepublieeercf in de Tern Courant van 8 Sept. 1939 (rubriek 586,'. Zwart: 8, 14, 17, 18, 23, 25, 28, 39. Wit: 27, 34 35, 37 40, 42 43, 49. beest", bew;onderde Trui, die 't er, om d'een of andere duistere reden, om te doen was, om Kiske z'n hart 'ns grondig te laten luchten. ,,Lot' er nou", zee Kiske dramatiek: „van den mergen bij de poststukken 'n pampier Veur mij bij zijn, waarin me de vergunning wordt geweigerd om m'n eigen, m'n ei-gen- ste verken, te slachten en te kuipen 't Was efkes stil. Trui had er ,,gin woorden veur", begreep ik wel. Ze vergat deur te eten. ,Dan zul-d' oewen kuus motten verkoopen, Kiske", zee ik. Bots daar boven op: „en ik m'n eigenste verken deur wildvrimd volk op laten eten, zekersEn z66 nijdig gooide Kiske dat er uit, dat den waterfranje van z'n klep teugen m'nen nek spatte. ,Dat zal oew verken wel eender zijn, wie m opeet", zoo lost-n-ik 't geval op. „Ja, hum wel, maar mij nie! Witte wa zoo broerd is, Dr6?" ,Oem?" ,'k Ben nog best in staat om met dat pam pier de kachel aan te maken, maarals zoo'n verken geslacht wordt, dat zet 't 'n schuur open, meneer d'n dokter, dat ze 'm in den Aag kunnen ooren!" ,,Hoe is 't meugelijk?" dee ik verwon- derd. ,;Ooh, verroest", zee Kiske nijdig: ,,ge kunt mee jou nie seerjeus praten. Tabeh!" ,,Houwes, Kees! M'n brieven...,...! „Vroest", excuseerde-n-ie z'n eigen: ,,da's waar ook! ,,Edn, twee, drie en 'n krantje da's vier, klopt! Astemblief, 'nen goeien mergen, allemaal". ,,H&h6", zuchtte-n-ik, terwijl ik keek naar den pampierboel, dien Kiske in m'n handen gestopt had: ,,heh^, wat zijn de menschen lastig van den mergen. Enhierhier heb ik 'nen brief vanIk keek Trui en m'n baaske 'ns aan ,,Onzen Eeker!" kwek- ten ze allebei. ,,Sjiuust! En 'nen dikken!" Den Drd, die gedaan had mee eten, zou veurlezen. Trui veegde heuren mond af, zette 'r muts goed, gong rechtzitten, trok 'n ver- zaligd geziclft, kortom: dee sj-uust als zij in kerk doet, als ons pastoorke in de kuip stapt veur zijnen preek. Ah! -Die ouwe Truimui Van me! Ze kan dikkels tekeer gaan als 'nen ouwen brigges, maar ge kunt nooit lank kwaad op 'r blijven! D'n Eeker schreef: ,,Beste Baas, Vrouw en Dre III! Nou ik vandaag mag schrijven van onzen Novicenmeester, nou ga 'k eens 4 kantjes- volkriebelen mee kleine letterkes, om jullie zooveul mogelijk te vertellen. Want, ojee, ik heb zoo 'nen berg nieuws, sinds wij malkaar nietmeer gezien hebben. Ja, dat is al lang gelfcden, ruim 1 maand, maar ik heb veel aan jullie gedacht! Heel veel. En misschien wel 'n ietske te veel. Maar hij zal 't den Eeker, wien Hij zulke goeie beschermers gaf op den Ulvenhoutschen hof, wel willen vergeven. Ik zit dezen brief te schrijven bij Broeder Marcus „Inde Hlg. HI. Coninghen". Den Dre weet wel, wat dat is. ,,Inde Tig. IH Coninghen", zoo is de naam van 't huiske van Br. Marcus, den Broeder-boer op Albano, lijk den buiten van ons klooster genoemd wordt. Ja baas als Gij mij eens op komt zoeken, misschien in de Kerstweek? dan moet Ge toch vast eens een pijp komen aansteken bij Br. Marcus in de HI Coninghen, heeft hij gezegd. Wat zal dat fijn zijn, baas! En als de vrouw meekomt, dan zal ik zorgen voor 'n lekkeren bak koffie, want ik doe ook de huishouding voor Br. Mar cus, ziet Ge. Misschien...... hebben we dan ook wel 'n H. Stalleke, inde m Coninghen. Br. Marcus speelt prachtig op de mandoline, dusals 't mag, dan zal 'k een Stalleke bouwen voor 't Kindeke, zdd schoon als Ge 't in de stadsche winkels nooit zaagt. Br. Marcus is 'nen stille. Wij praten weinig samen en kunnen mee elkaar heel goed over den weg. Wij zijn geren in de akkers; en ik heb er 'n plek gevonden, waar ik bij helderen hemel den eigensten stadschen toren kan zien als op Uwen akker, baas! Dre! ,,Inde Hlg. HI Coninghen", zoo was genoemd de Herbergdrogisterij te Oudenbosch (ruim honderd jaren gelejen) 'n simpel ge- doeike, aangekocht deur Vader Vincentius, waaruit den tegenwoordigen schoonen bouw en kapel groeiden van Saint Louis", 't Wind- vaantje der Drie Koningen, met „de" Ster aan den top, siert nou nog 't woningske van den Broeder-boer, waarover onzen Eeker schrijft. DrA Oplossing3530; 3429, 49—44; 37—32; 32X3 en 3X6. Men vergelijke stand en afwikkeling nu rnet het volgende vraagstuk, dat wij in rubriek 586 opdroegen aan den heer A. de Zeeuw te Terneuzen en waarbij wij de hoop uitspraken, dat het probleem iets voor de 8X8 collectie van Gortmans zou kunnen zijn. ZWART I 16 26 36 46 WIT 47 48 49 50 Lokzet: Wit 4843; zwart 33-39; wit 41 37; 34—29 50-—44; 37—32 32X3 en 3'X6- Dit vraagstuk bevindt zich met meerdere 8X8 const rue ties reeds in handen van Gort mans, terwijl wij het in de eerste week van Mei 1940 ook via den heer A. van den Berghe te Luik naar „Le Grognard" zonden. Met het oog op een eventueele uitgave van Gortmans' 8X8 collectie was het nodig de datum der eerste publicatie nog eens vast te leggen. Twee eindspelen. Aan enige oude rubrieken van het ,,Nieuws- blad van het Noorden" ontlerjen we twee eind- spelletjes van J. Haaima te Vierhuizen. De namen Haaima en Vierhuizen zeggen onze lezers waarschijnlijk niet veel, de eindspel letjes echter des te meer! Zwart: een schijf op 32. Wit: 3 schijven op 21, 31, 47. Wit 47—41 (zw. 32—38); 41—37! (38—43); 2116 enz. wint. Dit eindspel is van den bekenden Noord- Hollandsen dammer G. Beets en is te vinden in ,,Voor het Dambord" door De Haas en I Battefeld (bladz. 93 en 94). Het is nog altijd oorlog, ee? Van den mor- gen, om 5 uur, toen ik door de akkers naar 't klooster fietste, voor de H. Mis, toen vlogen de bommenmachinen over m'n hoofd. Wat was 't fijn, Dre, dat Gij me vandaag veertien dagen geleden zoo onverwachts be- zocht. Toen ik 's avonds op bed lag schoten mij nog 'n hoop dinges te binnen, die ik had willen vragen en moeten zeggen. Maar ik was in 't we^rgaren, ziet Ge. Ik heb Broeder- Overste nog 'ns extra bedankt en weet ge, wat hij zei...i...? ,,Wat is die Dr6 III 'nen reuzen- kaerel geworden! Toen ie me 'n hand gaf, docht ik da 'k klem zat tusschen de eiken kapelsdeuren!" „Broeder Overste", zei Ik: ,,ik heb 'm op Ulvenhout 'ns tien boeren zien af- tuigen, of 'tof 'tof 't papkinders waren. Hij nam er eenen bij kop-en-steert en sloeg daarmee de anderen in den blubber van de koeienwei, 'n feest voor m'n oogen!" „W|as Dre IH in z'n recht?" vroeg Br. Overste. Vaneigens broeder, vaneigens; 10 tegen 1, reken maar uit, ee?" ,,iDus, hij moest!" Ik knikte wel 20 kee- ren en zee: ,,nou! Broeder Overste!" „Ga daar dan 'ns zitten en vertel me dat nommer van onzen Dre III 'ns haarfijn, zonder iets te vergeten." Nou, Drd, dat heb ik gedaan tot op 't lest Broeder Overste z'n tranen af- droogde en zee: ,,z66 heb ik in geen tijen ge- lachen! En is ddt waarHong dieen eenen knul mee den bojem van z'n broek in 't pinnekensdraad van de heg?" ,,En of, Broe der Overste, als ik eigens'm niet losgepeuterd had, dan hong ie er n6g! Maar hij zou er niet rooskleurig uitzien, ee?" Toen zwaaide Br. Overste mee z'n linker- hand, z'n andere hand had ie voor zijn oogen mee den zakdoek. Ik gong dus rap verom naar de III Coninghen, want Br. Marcus zat nou te wachten op z'nen koffie en botrammen. Dan, na den avondeten, leest Br. M. nog 'n bietje in de landbouwbladen, ik leer nog 'n uurke, dan 't rozenhoeike samen en om 9 uur dan staan de IH Coninghen te beven aan den windvaan, z66 snurkt Br. Marcus daar benejen. Ik be gin er nou aan te wennen, net als de men schen die langs 't spoor wonen en de treinen niet meer hooren. Nou heb ik al zooveel verteld van m'n eigen, da 'k er verlegen van ga worden. Hoe maakt U het, baas? En U, Vrouw? Van den Dre wedt ik 't, dien heb ik eigens gezien. Ik hoop en ik bid, dat jullie in goeie gezondheid dezen ontvangen zult. En hoe is 't' met mijn ,,woonwageltje" Als ik m'n oogen dicht knijp, zie ik het heelemaal tot de kwas- ten in het hout toe. Hoe is 't mee Blek? Heeft ie me gemist, d'n goeien beest? Dre, astem blief, geef 'm 'nen poot van me. Als ge dan Eeker" zegt, weet ie 't wel, want hij kent me zoo goed, ee! En Bles? Ik heb hier ook 'n paard te verzorgen. Maar als ik 'm borstel, dan vdel ik in m'n polsen al, dat het Bles niet is. Toch worden we wel goeie vrienden. Maar daar is maar ddn Bles, Drd! Enhoe is 't mee den winkel? En mee Moeder? En Vader? Zeg, ik schrijf vandaag ook naar ons thuis. Moeder hddft al geschreven. Ze maakt het goed, schreef ze. Maar wilt Gij my eens percieskes schrijven hoe 't thuis gaat? Hoe Moeder zich houdt? Doen hoor! En eerlijk schrijven, Dr6! Ik zal erg bly zijn als ik 'ns een dikken brief van jullie mag ontvangen. Zoo een waar de Baas en de Vrouw en Dr6 IH allemaal iets in schrijven! Ja? En wilt U, baas, mijnheer Pastoor van mij goeiendag zeggen. Zeg gerust: den Eeker is veul content! Ik moet er gaan afscheien. Broeder Mar cus staat al op me te wachten, we moeten gaan melken. En nou knijp ik evenkes m'n oogen dicht, nou ben ik op den hof en geef jullie allemaal 'n stevige hand. Krijg ik 'n grooten brief. Op voorhand veul bedankt, hoor! Hartelrjk gegroet, ook van Broeder Marcus, Uwen dankbaren Eeker, die jullie nooit vergeet!" Mee deus plazierige briefke, amico, was den vrede weer verom by de lastpotten van me. Trui zee: „hij stelt 't goed en da's 'n pak van m'n hart." Dre IH zee: 'k vergeet 'm ook nooit!" Den dag was eindelijk gekomen, we kosten aan den arbeid! Vol. Veul groeten van Trui, Dr£ III en als altij gin horke minder van oewen t. A v. DRE. Wij hebben de damredactie van het ,,<Nieuws- blad van het Noorden" indertijd op deze ,,toeval"-gelijkenis opmerkzaam gemaakt, zon der resultaat evenwel. Commentaar over- bodig! Met het tweede eindspel is het niet anders! Dit komt eveneens -voor in „Voor het Dam bord" (biz. 91). Zwart: 1 schijf op 30. Wit: 3 schijven op 11, 27, 36. J. Haaima heeft de stand hier alleen een zet teruggebracht. Winst door 116 (30 34); 61 (3439)1—29 3944); 29—23! (4449)2332 enz. De damredactie van het ,,N. v. h. N." vond deze eindspelen „bekend aandoend". Hoe is het mogelijk Eindspel van (Uit ,,Voor het Dambord"). Zwart: 2 schijven op 14 en 27. Wit: een dam op 17. IWit forceert de winst. Probleem van Edg. Plasschaert, Clinge. (Ie publicatie.) ZWART 1 2 3 4 5 WIT 47 48 49 50 Wiit speelt en wint. De oplossingen volgen later. Correspondence: E. P. te C. Problemen worden geplaatst. ,,Le Grognard" is na Mei 1940 niet meer verschenen. A. v. d. B. te L. Gaame v66r 1 December!

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 6