ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCK-VLAANDEREN ~J§erveus 0 MtwyziL In den greep van het noodlot No. 10.130 WOENSDAG: 23 OCTOBER 1940 80® Jaargang Binnenland Feuilleton ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Uitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEIN E ADVERTENTI1:Nper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clichd's wqrden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DE DISTRIBUTIEMAATREGELEN VOOR ZUIVELPRODUCTEN EN BROOD. It. S. L. Louwes, de directeur-generaal van de Voedselvoorziening heeft, volgens de N. R. Crt., voor de per® eer^toelichting gegeven op verschillende in den loop dezer laatste dagen gepubllceerde maatregelen op- bet gebied van de voedselvoorziening. In de eerste plaats bespra-k hij de nadere prijsregeling voor alle zuivelproducten, waarover reeds Zondag een mededeeling is opgenomen. Als doel van deze verbooging noemde bij het maken van een nieuwen melkprijs, die, zooala in de genoemde uiteenzetting reeds is aangeduid, uit den aard der zaak door den consument moet worden betaald. De boterprijs. Br is in de wintermaanden altijd een boo- gere boterprijs geweest, die ongeveer 1520 cent lag boven den zomerprijs. Het verschil tusschen zomer- en winterprijs is thans groo- ter n.l. (voor den consument) van f 1,85 op f 2,20/2.30. Dit grootere verschil vindt zijn verklaring in de stijging van de algemeene productiekosten en ook hierin, dat het vee wegens verminderde toediening van kracht- voeder minder melk geeft. In bet vooruit- zicbt van deze verhooging heeft de veehouderij den beer Louwes verschillende berekeningen voorgelegd, die nogal uiteenliepen, maar ge- midideld toch tot ongeveer hetzelfde bedrag kwamen, dat thans in den prijs is vastgelegd. Sen tweede bestanddeel van den melkprijs wordt gevormd door den prijs, die de veehou- der van zijn ondermel'k kan maken. Deze prijs is thans vastgesteld op IV* cent per liter, d.i. de waarde die de ondermelk als vee- voeder op bet oogenblik ongeveer vertegen- woordigt. Het kan evenwel best zijn, dat die en gene veehouder in zijn eigen bedryf de on dermelk hooger aanslaat, niet omdat de vee- voederwaarde feitelijk booger zou zijn, maar omdat hij geen ander veevoer kan krijgen, maar dit zijn individueele factoren, waarmee geem rekening kon worden gehouden. De kaasrantsoeneering. De nieuwe kaasprijs is uit de twee genoem de factoren, den boterprijs en den prijs voor de ondermelk afgeleid. In vergelijking met den zomerprijs is hij slechts betrekkelijk weinig verhoogd. Niet verhoogd is de prijs voor 20+ kaas, daar deze reeds op het gewenschte peil was. Ben verbooging van den kaasprijs in het algemeen was noodzakelyk om een zekere evenredigheid tusschen de verschillen de productenp-rijzen te verkrijgen, daar anders het gevaar bestond, dat de productie onwille- keurig in de richting van een verhoogde kaas- productie zou worden gestuwd, wat niet ge- wenecht is, daar wij in de eerste plaats boter noodig hebben. Bij den thans vast gestelden prijs is er geen aanleiding om te vreezen, dat er meer kaas geproduceerd zal worden dan nommaal. Boter en margarine. De prrjsverhoogingen in kwestie brengen voor den consument een aanzienlijke verboo ging mode. Voor boter is de prijsverhooging zelfs zeer aanzienlijk. Een zekere tegemoet- komin-g zit in de opheffing van de verplich- tinig, dat men als men een inkomen van meer dan 1400 per jaar heeft boter moest gebrui- ken. Deze maatregel was in het voile seizoen, toen er overvloed van boter was, gewenscht, om de reserve aan overzeesche vetten, die voor de margarine-industrie noodig is, te spa- ren. Het effect van dit voorschrift is wel eenigszins uit de hand gevallen, want er zijn veel meer menschen geweest, die van marga rine op boter zijn overgegaan, dan men had verwacht, zoozeer zelfs, dat men het met de productie van de boter op een gegeven oogen- blik niet meer kon bijhouden. Nu het voor schrift is opgeheven, zal het evenwicht ver- moedelijk hersteld worden. Mogelijk zal het volgende voorjaar opnieuw tot dwanjg worden overgegaan. Mocht het in het belang van het evenwicht tusschen boter- en margaiine-productie noodig zijn, dan zal er eventueel aan de menschen met hoogere inkomens gelegenheid gegeven worden op him boterbbns voor een enkele maal margarine te koopen. Slaolie. Als zeker kan worden besehouwd, dat eer- lang op een van de boterbons eenige slaolie ter beschikking zal worden gesteld. De consumptiemelk. Wat de verlaging van het vetgehalte voor de consumptiemelk betreft, waarover men reeds heeft gelezen, hiermee hoopt men distri- butie van melk te kunnen voorkomen. De ge wenschte standaardisatie brengt vele moei- lijkheden mede wat de uitvoering betreft. Voor den consument komt het er op aan, dat hij zich behoorlijk van melk kan blijven voor- zien, wat iangs dezen weg te bereiken is. De voedingswaarde van de melk wordt niet em- stig verminderd, al gaat er het een en ander van het vetgehalte af. De omvang van het kaasrantsoen. Velen zal het kaasrantsoen dat onder de Maandag ingegane kaasdistributie is vastge steld niet groot lijken. Het komt op 5.2 kg per jaar neer of over onze heele bevolking gerekend op 47 millioen kg. Neemt men in aanmerking dat onze eigen consumptie van kaas in normalen tijd ongeveer 60 millioen kg was, dan ziet men dat de inkrimping onge veer 20 pet. bedraagt. Ben dergelijke ver- mindering is ook bij de vaststelling van an- dere rantsoenen toegepast. Ter vergelijking diene, dat het kaasrantsoen in Duitschland voor hetzelfde tijdvak 325 gram is, dat is dus minder. Bij de bepaling van het rantsoen is ook gedacht aan het gaande houden van den normalen export, bijvoorbeeld naar Belgie, dat altijd veel kaas van ons heeft gekocht en nu nog een aanzienlijk afnemer ervan is. Dat de rantsoeneering noodzakelijk zou geworden zijn tengevolge van exceptioneel groote uitvoeren naar Duitschland sprak de heer Louwes tegen. Op een zeker oogenblik is er tamelijk veel kaas naar Duitschland uitgevoerd, doch de totale hoeveelheid daarvan beliep niet meer dan het normale verhruik van een week in ons land. "Het is voor het publiek van belang, dat bet vrij blijft in de keuze van de soort kaas, die men wil eten. De broodprys. Ook aan den broodprijs heeft Ir. Louwes nog eenige woorden gewijd. Deze is sedert September 1939 slechts eenmaal met 1 cent verhoogd en was nog altijd betrekkelijk laag. Thans is een verhooging toegepast moeten worden (met 1 cent) om een equivalent te vinden voor de hoogere prijzen, die het rijk zelf (de Akkerbouwcentrale) voor de grond- stoffen moet betalen alsmede voor de hoogere bakkerijkosten. Ir. Louwes wees er in dit verband op, dat de prijs voor het zwarte roggebrood, een uit- stekend voedsel, niet is verhoogd. Het is mogelijk, dat hier en daar de prijs van het bruine brood wat zal oploopen, maar hiertegenover ontvangt men dan ook meer voedingswaarde, daar het gewicht aan droge stof in dit brood is verhoogd. De afschaffing van het melkbrood was noodzakelijk, daar men zooveel mogelijk melk voor de gewone consumptie moest houden. Melkbrood wordt er thans niet verkocht. Er is reeds op gewezen, dat verschillende bakkers nog steeds brood verkoopen, dat met de let ters M.B. is gemerkt, het kenteeken van melk brood, maar dit is het gevolg van het feit, dat zij niet voldoende vormen hebben met de let ters W.B.vooral in het Westen des lands kan dit voorkomen. Men late zich echter niet mis- door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIECK—MEEREBOER. 28) Vervo-lg. ,,Wilt U niet gaan zitten?" Zijn stem klonk vriendelijk, zooals steeds tegen menschen die hem hun nood kwamen klagen. Het meisje nam op de uiterste punt van den haar toege- wezen stoel plaats. ,,Maak het U gemakke- lijk; als ik kan zal ik U helpen." ,,Nou goed dan. Ik zei zoo tegen mezelf: als er een vuiltje aan de lucht is, vooral als er misdadigers bij te pas komen, moet ja daar naar toe gaan." ,,Dat klopt ik ben het origmeele exem- plaar van den Man met het Goede Hart. Nu, wat is er aan de hand?" Het meisje haalde een smoezelig stukje krantenpapier uit een zakhoekje. „Deze da me", zei ze, op een foto wijzende, ,,is een vriendin van me; Elsie Spain heet ze. Zij en ik werkten bij Yolande, de modiste in Dover Street. Gesnapt?" „U is zeer duidelijk." ,,Als dat beteekent dat U het begrijpt, is het in orde. Nou, er is iets niet in den haak met Elsie en daarom ben ik hier. Onder dat plaatje staat dat ze een prinses is!" ..Permitteert U mij vroeg Lomax be- leefd. ,JNee, ik moet het terug hebben." ,,Ik be-loof U het U direct terug te zullen geven, een oogenblikje, astublieft." Hij bekeek de zeer duidelijke foto op zijn gemak. ,,Uw vriendin is buitengewoon mooi," merkte hij op. „Nou, en of! Ze is, wat ze in de bioscoop noemen, een schoonheid! Maar daarvoor ben ik nou niet hier gekomen; Else zit in de pena- rie vertel me maar niks, ik weet het veels te goed. En nou zoek ik hier iemand, die haar kan helpen. Als U, of de Commissaris van Politie, of een van die andere lui niet wil, zal ik het zelf wel uitvisschen." ,,Dat zal U zonder twrjfel gelukken, Miss..." ,,Susy Jarvis." ,,...Miss Jarvis. Maar met dat al geloof ik toch, dat we misschien in staat zullen zijn U hierbijlaten we zeggen, een weinig te assi- steeren. Het eerst van al zou ik graag van U willen vememen, waarom U denkt dat Uw vriendin in moeilijkheden verkeert." Het anbwoord van het meisje' zou hem min of meer belachelijk voorgekomen zijn, als het geval hem niet alreeds zeer interesseerde; de foto was zoo duidelijk, dat hij nameljjk in de vermeende „Prinses Corisande van Caronia" het meisje had herkend, dat hij in het Mid night Cabaret had gezien, in gezelschap van Charles Zuberra en Sybil Trent. Dus dat was het! ,,Ik voel het hier!" verklaarde Susy, terwij! ze haar hand op het hart drukte, „er mankeert wat aan, dat zeg ik U!" ,,Hebt U van Uw vriendin bericht gekre- gen?" ,,Nee dat is het juist waar ik me zoo druk over maak. Elsie had beloofd te schrij- ven vast en zeker beloofd maar ik heb nooit wat gekregen." „Zoo en vertelt U me nu eens, Miss Jar vis: had Miss Spain dat is toch haar naam, is het niet?" „Ja, dat is goed: Spain, Else Spain." Heeft Miss Spain er wel eens op gezin- speeld dat ze eigenlijk een prinses was?" ,,Van zijn leven niet! Haar ouwe ik be- doel haar vader had al zijn centen verloren ieiden. Melkbrood wordt er niet meer gebak- ken en een verhooging van prijs, omdat een bepaalde soort brood melkbrood zou zijn, be- hoeft men dan ook niet te aanvaarden. In bet algemeen zoo zeide de heer Lou wes zal niemand de nieuwe maatregelen prettig vinden, maar.er is niets aan te doen. Wij moeten zoo goed als het kan, zien uit te- komen, opdat de machine kan blijven draaien. Men kan niet zeggen, dat de prijzen onredelijk hoog zijn opgevoerd. jVleesoh en vleeschprijzen. Het dure lamsvleesch. Over de vleeschprijzen zijn er, zooals op de conferentie bleek, nogal eens moeilijkheden tusschen de slagers en hun publiek. De sla- gers beweren herhaaldelijk, dat zij zich niet aan de vastgestelde prijzen kunnen houden. Hierop gewezen antwoordde de heer Louwes, dat het ongeveer het moeilijkste ding is, dat men zich denken kan, een koe zoodanig in te deelen, dat de slager er met een behoorlijke winst mee uitkan. De wintsmarges brj ons waren over het algemeen aan den hoogen kant. Er moet daarom op gestaan worden, dat de slagers zich houden aan de vastgestel de prijzen, waarvan de opgave in hun winkels goed zichtbaar aanwezig moet zijn. Verder werd er de aandacht op gevestigd, dat ondanks het verbod van prijsopdrijving de prijzen van lamsvleesch den laatsten tijd ten zeerste zijn gestegen, men kan zeggen met 4070 pet. Lamsvleesch is nu vaak duurder dan rundvleescli. De heer Louwes maakte in dit verband de opmerking, dat men na Mei nog heeft moeten ingrijpen om inzak- king van de prijzen voor schapen- en lams vleesch te voorkomen. By de beoordeeling van de prijzen houde men rekening met de kwaliteit. De zaak heeft overigens de aan dacht, hij vertrouwde, dat men de situatie ook op dit gebied binnenkort wel weer meester zal zijn. Ter aanvulling van het vorenstaande over de boter, zeide de heer Louwes nog, dat de prijs van de boerenboter (de boter van de z.g. zelfkamers) niet op 1,95, maar op f 1,75 is vastgesteld, omdat met het zelfkamen, waar- op de controle moeilijker is, niet wil aanmoe- digen. Zooveel mogelijk melk moet naar de zuivelfabriek. Geruchten als zou de 40 kaas door 20 kaas worden vervangen sprak hij tegen. Wel wordt de z.g. volvette fabriekskaas verboden, de volvette boerenkaas echter niet. DR. H. COUJN OVER HET STREVEN NAAR EENHEID. Zaterdagmiddag zijn, volgens de N. R. Crt., in de groote zaal van het gebouw „Odeon" aan de Gouvemestraat te Rotterdam twee drukbezochte vergaderingen gehouden, uitge- schreven door de Centrale Anti-Revolutionaire Kiesvereeniging te Rotterdam en den Kamer- kieskring Rotterdam van de Qhristelijk-Histo- rische Unie. Als sprekers traden op Dr. H. Oolijn van 's-Gravenhage en Dr. S. Rozemond van Leiden. Na de opening van de samenkomsten was het woord aan Dr. H. Colijn voor het uitspre- ken van zijn rede. Kpreker ving aan met de opmerking, dat deze bijeenkomst wel saamgeroepen is door staatkundige organisaties, maar dat het toch geen gewone staatkundige bijeenkomst is, wijl de staatkundige werkzaamheden stilliggen. Intusschen blijft natuurlijk de belangstelling voor \ragen van staatkundigen en maatschap- pelijken aard bestaan en zelfs kan men zeg gen, dat die belangstelling thans sterker is dan ooit. Weliswaar kunnen wij op het ver- loop en het einde van den oorlog geen invloed uitoefenen, maar dat neemt niet weg, dat wij ons terdege realiseeren, dat niet alleen de vragen van den dag, maar vooral de vragen van morgen van -groote beteekenis zijn. Tegelijk echter staan wij te midden van een en daarom had ze dat baantje aangenomen. Maar ze is net zoo min een prinses als ik dat zegt toch zeker wel genoeg, niet?" Toen vulden de oogen van de spreekster zich plotseling met tranen. ,,Ik ben dol op Else, Mister!" zei ze, ,,Breng haar terug, ik heb haar zoo noodig!" HOOEDSTUK XXI. .De Promesse. Het was toch raar, zulke streken als haar geheugen haar speelde. Ze wist nu b.v. bij in- tuitie dat ze dezen man al eens eerder had ontmoet en niet alleen slechts ontmoet, maar ook gekend. Maar waar? Haar ver- ward brein kon het antwoord niet vinden. Gravin de Lepiney had hem bij haar ge- bracht met de woorden: „Dit -is de man, Uwe Koninklijke Hoogheid, die U heelemaal vanuit Londen hier bij mij heeft gebracht." Elsie wist heel goed, dat deze vrouw zich uitsloofde in vriendelijkheden, dat geen moeite haar teveel was om haar op haar gemak te stellen; ze wist ook dat de vrouw het goed met haar meende, maar waarom bleef ze er toch in volharden tegen haar te spreken als tegen een klein kind „Heelemaal -vanuit Londen!" was ze dan idioot? Deze kinder- lijke conversatie van de Gravin was iets van de laatste dagen, maar tot nu toe had ze er niets over gezegd. ,,Is Londen dan zoo ver weg?" vroeg ze. De vrouw kreeg een kleur. ,,'Het is ver- scheidene uren reizen," antwoordde ze. De man, wiens trekken ze zich vaag ner- innerde en die niemand anders was dan Chap- pelle, kwam nu naderbij. ,,Uwe Koninklijke Hoogheid," begon hij, ,,daar U zoo ziek bent geweest, zult U mij misschien niet direct herkennen; ik ben Baron Fuipo, die door Uw onderdanen, welke op het oogenblik te Parijs yertoeven, aangesteld is Uw belangen te behartigen, tot de tijd is aan- gebroken dat U geheel hersteld zult zijn wereld vol van onzekerheden. En dit noopt er ons toe om de feiten, die wij waarnemen, en de verwachtingen, die geopperd worden, met groote nuchterheid onder de oogen te zien. En die eisch moet worden gesteld zoo- wel bij de beoordeeling van bet verleden als bij de verwachtingen voor de toekomst. Wan- neer men dat doet, dan volgt vanzelf een juist begrip voor de taak in het heden. Spreker heeft er bij vorige gelegenheden reeds uitvoe- rig op gewezen, dat het afbrekend oordeel over het verleden in menig opzicht volkomen onjuist moet worden geacht. Dat verleden had zeker gebreken, maar met die gebreken zijn de resultaten op bijna elk terrein z66 ge weest, dat Nederland waar het niet heelemaal aan de spits stond, toch in elk geval een eere- plaats onder de volkeren innam. Het komt spr. voor, dat dit besef thans algemeener is dan een paar maanden geleden, al mag dit er nu ook weer niet toe leiden om dat verleden onverandeid terug te wenschen. Met name geldt dit van de inrichting van ons staatsbe- stel, dat spr. van krachtiger constructie zou wenschen althans met dien verstande, dat het erfgoed van bijna vier eeuwen, n.l. deelneming van de bevolking aan wetgeving en bestuur, behouden blijft. Bij velen blijft de critiek bij het staatsbestel niet staan. Zij richt zich ook op de sociaal eeonomische inrichting van de maatschappy. Het is moeilijk daarover met groote beslist- heid een oordeel uit te spreken. Er is altijd een zekere voorzichtigheid noodig om niet on der den invloed van schokkende gebeurtenis- sen richtlijnen te trekken, die onder normale omstandigheden niet getrokken zouden zijn. In elk geval heeft het naar spr.'s oordeel wei nig nut om op dit oogenblik zich te verdie- pen in de structuur van de maatschappij en vooral van het bedrijfsleven, zooals dit na den oorlog gezien zal worden. Immers weten wy van de sociaal eeonomische toestanden na de beeindiging van dit wereldconflict niets. Dit alleen kunnen wij misschien veilig zeggen, dat een klein land in dit opzicht niet zelfstan- dig een eigen koers volgen kan, maar dat het afhankelijk is van wat de andere en dan voor al de grootere hunner buren verrichten. Na deze waarschuwing om nuchtere zake- lijkbeid te betrachten wenscht spr. er daaren- tegen evenzeer den nadruk op te leggen, dat men niet bang moet zijn voor hervormingen, die werkelijk noodzakelijk blijken. Spr. zelf althans behoort tot degenen, die open staan voor iedere noodzakelijke of wenschelijke her- vorming. Alleen is hij niet zoo hervormings- gezind, dat hij met het grijpen naar het nieuwe zou willen prijsgeven het goede, dat het veir- leden ons heeft gebracht. Onder dit voorbe- houd zal men de toekomst moedig onder de oogen moeten zien, ons zelf niet bedriegend door de oogen te sluiten voor wat om ons heen plaats grijpt. En dan is het duidelijk, dat er reeds nu en kele conclusion kunnen worden getrokken, die men zonder veel gevaar voor teleurstelling uiten kan. Een van die conclusion is stellig, dat de toestanden op het vasteland van Europa radikaal anders zullen zijn dan ze geweest zijn. Wat daarbij voor ons hoofdzaak is en blijft, is de vraag, of ons nationaal volkseigen ongerept zal kunnen worden gehandhaafd, dan wel of ook hier inzichten veld winnen, die tegen den draad onzer historische volksont- wikkeling ingaan. Vreemde inzichten, zoo is ons door den Rijkscommissaris beloofd, zullen ons niet worden opgedrongen, maar daarmede is nog niet beantwoord de vraag, of ze in Nederland niet vrijwillig aanvaard zullen wor den. Wiij gelooven dat wel niet, maar men moet de vraag toch onder de oogen zien. En daarmede hangt dan saam de vraag naar onze taak in het heden. Als men mij vraagt, zoo ging spr. voort, waarin eigenlijk onze hoofdtaak gelegen is, dan zou hij dit niet hier in willen zien, dat wij alien te hoop moeten loopen alsof in een schijnbare eenheid de be- houdenis van ons volk gelegen ware. Natuur- iets waarvoor, sta mij toe Uwe Koninklijke Hoogheid hiervan de verzekering te -geven, dagelijks door velen gebeden wordt. Hoezeer het me ook spijt, ik ben genoodzaakt U heden- morgen lastig te vallen er is een belang- rijk document, dat op Uw onderteekenlng wacht. Wilt U misschien zoo vriendelijk zijn, Madame la Oomtesse, ons een oogenblikje al leen te laten?" Zeker, als dat U beter lijkt." Elsie kon het antwoord van den man niet verstaan, want Chappelle nam de zware vrouw bij een arm en leidde haar naar de deur. Buiten gekomen, keek de Gravin hem vra- gend aan. ..Sinds wanneer heet U Baron Fuipo?" Hij boo-g zich naar haar over en fluisterde in haar oor: ,,Dit is noodzakelijk; vanmorgen had ik een langdurig onderhoud met Dr. Mar- quand, die me zei dat, hoe meer we het meisje met de hofseer omringen, hoe eerder ze zich haar koninklijke afkomst zal herinneren. ,,En dat document?" Hij antwoordde ongeduldig: „Ik zal U hier- omtrent later vertellen; U hebt er zeker niets op tegen nu heen te gaan?" Als Gravin de Lepiney niet zoo'n onbeperkt veitrouwen in den spreker had gehad, zou Chapp-alle's manier van doen haar achterdocht hebben o-pgewekt. Nu dacht ze dat hij om de een of andere reden een beetje geagiteerd was Natuurlijk heb ik e-r niets op tegen," ant woordde ze vriendelijk. Vindt U ook niet dat het arme kind er heel wat beter uitziet?" ..Veel beter." Hij scheen ongeduldig op haar vertrek le waqhten en daarom ging ze nu maar direct. Gedurende deze korte conversatie verdiepte Elsie zich in het nieuwe probleem. Zou het mcgelijk zijn dat deze man, die zich Baron Fuipo noemde, deel had uitgemaakt van haar vroeger leven? Als dat zoq was, kon ze be- grijpen waarom hij haar 2100 bekend' voor- kwara. Prikkelbaar en opgewonden Neem 'n "AKKERTJE" - het werkt kalmeerend op Uw ge- heele gestel en.... in korten ii]d! lijk is er op meer dan een punt eenheid nood zakelijk en bestaat ze ook. Wij willen alien onafhankelijk blijven, wij willen alien ons eigen volkskarakter handhaven, wij willen alien dat de band tusschen Moederland en overzeesche gewesten bewaard blijft, maar daarnaas-t zijn er toch ook tal van opvattin- gen, die niet parallel loopen. Men denke maar, om slechts dit eene te noe men, aan de vraag, welken invloed aan de Goddelijke openbardng toekomt op het terrein van het staatkund-ig en maatschappelijk leven. Dat is geen antithese-etelling. Dat is een werkelijkheid constateeren. Voor een schijn- eenheid gevoelen wij niets, omdat er geen wer- kelij-ke kracht van kan uitgaan. Zelfs niet in den negatieven zin, dat daar- door zou worden aangetoond, dat de overwel- di-gende meerderheid van het Nederlandsche volk niet gediend is van de beginselen der Nederlandsche N. S. B. En als men vraagt, wat wij in concreto dan te doen hebben in dezen tijd, dan is ons antwoord, dat wij ons emstig hebben te bezinnen op de vragen, waar voor wij t.z.t. zullen worden geplaatst, voor zoover wij althans in staat zijn ons den toe- stand van de toekomst in te denken. Wij moeten dit dan doen van het fundament, waarop wij alien staan, en niet van een ander fundament, dat het onze niet is. Dit standpunt leidt er dan toe, dat wij te streven hebben naar eenheid van hen, die in den grond 66n zijn, omdat ze hetzelfde uit- gangspunt hebben gekozen. Dat van die wen schelijke eenheid ook door optreden naar bui ten moet blijken en dat men gezamenlijk dient te zoeken naar de oplossing van de vragen, waagvoor wij gesteld worden, en dat het Prot. Christendom daarbij een eigen taak heeft is duidelijk, omdat het Prot.-Christendom een specifiek Nederlandsche kleur heeft, wijl het zoo nauw met onze historie verweven is en omdat het op den volksaard z66 sterk heeft ingewerkt, dat men spreken kan van een be- paald stempel op ons volksleven gedrukt. Moeilijk kan dit niet vallen, omdat het nog niet zoo heel lang geleden is, dat wij in een familiehuis woonden, omdat wij eenzelfden grootvader hebben, n.l. Groen, en omdat wij het bekende adagium van Groen beide op dezelfde wijze interpreteeren, n.l. als neven- stelling en n-iet als gelijkstelling. Bij verschil- -len tusschen wat geschreven en wat geschied is besliste ten slotte de Schriftopenbaring. Daarom moet bet mogelijk zijn voor Chr. Historischen en Anti-revolutionairen een lijn te ontdekken, die gevolgd moet worden bij de oplossing van vragen, die er reeds zijn en die er straks nog zullen komen. Van een aldus verkregen eenheid van visie uit kan men dan de hand uitstrekken naar saamwerking met ande-ren op het punt van staatkundig of maat schappelijk beleid, waarbij eenzelfde doelstei- ling aanwezig is. Na de rede van Dr. H. Oolijn was het woord aan Dr. S. Rozemond te Leiden. ;Spr. betoogde, dat het niet uit bekrompen zelfzucht was, wanneer de Christ, partij-groe- pen strijden voor 't behoud en de versteviging en vemieuwing van de Qhristelijke grondsla- -gen onzer samenleving. Zij zijn nie-t alleen waakzaam tot behoud van eigen geestelijke vrijheden, maar gaan ons ook de oude volks- „En nu, Uwe Koninklijke Hoogheid", zei hy, toen hy weer binnen kwam, „wilt U wel zoo vriendelijk zijn Uw naam, Corisande, onder dit document te zetten." Ze viel hem in de rede. ,Wat is dat voor een stuk?" Hij haalde zijn schouders op. ,,Laat ik U uit-leggen, Prinses," zei hij, ,,dat zic-h gedu rende Uw ziekte een belangrijk comitd heeft gevormd van Caronische aristocraten, die, evenals Uwe Hoogheid, uit ons ongelukkig vaderland hebben moeten vluchten. Dit comitd wil U weer op den troon verbeffen, maar daarvoor is een groote aora gelds noodig. Nu berust er bij de Credit Lyonnais een groot bedrag aan geld en aan juweelen, dat ik daar op bevel van Uw Vader bij het uitbreken der revolut-ie moest depo-neeren. Uw Vader's vooruitzienden bilk is voor U een zegen ge worden. Vele millioenen francs liggen bij deze Credit Lyonn-ais op U te wachten, totdat de bankexperts in U de werkelijke Prinses Cori sande erkennen..." „Die -ik niet ben!" Prinses!" Hij viel op zijn knieen en kuste haar d-e hand. „Pri-nses!" herhaalde hij, „ik vrees dat U nog steeds ziek bent. Uw arme geheugen..." Het meisje staarde voor zich uit. ,,Het is waar dat ik me bijna niets kan herinneren, maar van een ding ben ik heel zeker: ik ben niet Prinses Corisande." De man bleef aanhouden. „Ach, Uwe Konink lijke Hoogheid, de d-ok-toren kunnen U uitleg- gen waarom U niet gelooft aan Uw iden titeit het is het gevolg van Uw ziekte en van de verschrikkelijke ontheringen, waaraan U sinds de revolutie b-lootgesteid hent geweest. Maar ik, Baron Fuipo, die Houder was van de Koninklijke Beur-s van Uw geliefden Vader, zv eer U op mijn woord van eer als Gentleman en als Officier van d-e Caronische Witte Garde, dat U mijn zoozeer beminde Prinses bent!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1