ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCK-VLAANDEREN
~J§erveus 0
MtwyziL
In den greep van het noodlot
No. 10.130
WOENSDAG: 23 OCTOBER 1940
80® Jaargang
Binnenland
Feuilleton
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Finna P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEIN E ADVERTENTI1:Nper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's wqrden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE DISTRIBUTIEMAATREGELEN VOOR
ZUIVELPRODUCTEN EN BROOD.
It. S. L. Louwes, de directeur-generaal van
de Voedselvoorziening heeft, volgens de N. R.
Crt., voor de per® eer^toelichting gegeven op
verschillende in den loop dezer laatste dagen
gepubllceerde maatregelen op- bet gebied van
de voedselvoorziening. In de eerste plaats
bespra-k hij de nadere prijsregeling voor alle
zuivelproducten, waarover reeds Zondag een
mededeeling is opgenomen. Als doel van deze
verbooging noemde bij het maken van een
nieuwen melkprijs, die, zooala in de genoemde
uiteenzetting reeds is aangeduid, uit den aard
der zaak door den consument moet worden
betaald.
De boterprijs.
Br is in de wintermaanden altijd een boo-
gere boterprijs geweest, die ongeveer 1520
cent lag boven den zomerprijs. Het verschil
tusschen zomer- en winterprijs is thans groo-
ter n.l. (voor den consument) van f 1,85 op
f 2,20/2.30. Dit grootere verschil vindt zijn
verklaring in de stijging van de algemeene
productiekosten en ook hierin, dat het vee
wegens verminderde toediening van kracht-
voeder minder melk geeft. In bet vooruit-
zicbt van deze verhooging heeft de veehouderij
den beer Louwes verschillende berekeningen
voorgelegd, die nogal uiteenliepen, maar ge-
midideld toch tot ongeveer hetzelfde bedrag
kwamen, dat thans in den prijs is vastgelegd.
Sen tweede bestanddeel van den melkprijs
wordt gevormd door den prijs, die de veehou-
der van zijn ondermel'k kan maken. Deze
prijs is thans vastgesteld op IV* cent per
liter, d.i. de waarde die de ondermelk als vee-
voeder op bet oogenblik ongeveer vertegen-
woordigt. Het kan evenwel best zijn, dat die
en gene veehouder in zijn eigen bedryf de on
dermelk hooger aanslaat, niet omdat de vee-
voederwaarde feitelijk booger zou zijn, maar
omdat hij geen ander veevoer kan krijgen,
maar dit zijn individueele factoren, waarmee
geem rekening kon worden gehouden.
De kaasrantsoeneering.
De nieuwe kaasprijs is uit de twee genoem
de factoren, den boterprijs en den prijs voor de
ondermelk afgeleid. In vergelijking met den
zomerprijs is hij slechts betrekkelijk weinig
verhoogd. Niet verhoogd is de prijs voor
20+ kaas, daar deze reeds op het gewenschte
peil was. Ben verbooging van den kaasprijs
in het algemeen was noodzakelyk om een
zekere evenredigheid tusschen de verschillen
de productenp-rijzen te verkrijgen, daar anders
het gevaar bestond, dat de productie onwille-
keurig in de richting van een verhoogde kaas-
productie zou worden gestuwd, wat niet ge-
wenecht is, daar wij in de eerste plaats boter
noodig hebben. Bij den thans vast gestelden
prijs is er geen aanleiding om te vreezen, dat
er meer kaas geproduceerd zal worden dan
nommaal.
Boter en margarine.
De prrjsverhoogingen in kwestie brengen
voor den consument een aanzienlijke verboo
ging mode. Voor boter is de prijsverhooging
zelfs zeer aanzienlijk. Een zekere tegemoet-
komin-g zit in de opheffing van de verplich-
tinig, dat men als men een inkomen van meer
dan 1400 per jaar heeft boter moest gebrui-
ken. Deze maatregel was in het voile seizoen,
toen er overvloed van boter was, gewenscht,
om de reserve aan overzeesche vetten, die
voor de margarine-industrie noodig is, te spa-
ren. Het effect van dit voorschrift is wel
eenigszins uit de hand gevallen, want er zijn
veel meer menschen geweest, die van marga
rine op boter zijn overgegaan, dan men had
verwacht, zoozeer zelfs, dat men het met de
productie van de boter op een gegeven oogen-
blik niet meer kon bijhouden. Nu het voor
schrift is opgeheven, zal het evenwicht ver-
moedelijk hersteld worden.
Mogelijk zal het volgende voorjaar opnieuw
tot dwanjg worden overgegaan.
Mocht het in het belang van het evenwicht
tusschen boter- en margaiine-productie noodig
zijn, dan zal er eventueel aan de menschen
met hoogere inkomens gelegenheid gegeven
worden op him boterbbns voor een enkele
maal margarine te koopen.
Slaolie.
Als zeker kan worden besehouwd, dat eer-
lang op een van de boterbons eenige slaolie
ter beschikking zal worden gesteld.
De consumptiemelk.
Wat de verlaging van het vetgehalte voor
de consumptiemelk betreft, waarover men
reeds heeft gelezen, hiermee hoopt men distri-
butie van melk te kunnen voorkomen. De ge
wenschte standaardisatie brengt vele moei-
lijkheden mede wat de uitvoering betreft.
Voor den consument komt het er op aan, dat
hij zich behoorlijk van melk kan blijven voor-
zien, wat iangs dezen weg te bereiken is. De
voedingswaarde van de melk wordt niet em-
stig verminderd, al gaat er het een en ander
van het vetgehalte af.
De omvang van het kaasrantsoen.
Velen zal het kaasrantsoen dat onder de
Maandag ingegane kaasdistributie is vastge
steld niet groot lijken. Het komt op 5.2 kg
per jaar neer of over onze heele bevolking
gerekend op 47 millioen kg. Neemt men in
aanmerking dat onze eigen consumptie van
kaas in normalen tijd ongeveer 60 millioen kg
was, dan ziet men dat de inkrimping onge
veer 20 pet. bedraagt. Ben dergelijke ver-
mindering is ook bij de vaststelling van an-
dere rantsoenen toegepast. Ter vergelijking
diene, dat het kaasrantsoen in Duitschland
voor hetzelfde tijdvak 325 gram is, dat is dus
minder. Bij de bepaling van het rantsoen is
ook gedacht aan het gaande houden van den
normalen export, bijvoorbeeld naar Belgie, dat
altijd veel kaas van ons heeft gekocht en nu
nog een aanzienlijk afnemer ervan is. Dat de
rantsoeneering noodzakelijk zou geworden zijn
tengevolge van exceptioneel groote uitvoeren
naar Duitschland sprak de heer Louwes tegen.
Op een zeker oogenblik is er tamelijk veel
kaas naar Duitschland uitgevoerd, doch de
totale hoeveelheid daarvan beliep niet meer
dan het normale verhruik van een week in
ons land.
"Het is voor het publiek van belang, dat bet
vrij blijft in de keuze van de soort kaas, die
men wil eten.
De broodprys.
Ook aan den broodprijs heeft Ir. Louwes
nog eenige woorden gewijd. Deze is sedert
September 1939 slechts eenmaal met 1 cent
verhoogd en was nog altijd betrekkelijk laag.
Thans is een verhooging toegepast moeten
worden (met 1 cent) om een equivalent te
vinden voor de hoogere prijzen, die het rijk
zelf (de Akkerbouwcentrale) voor de grond-
stoffen moet betalen alsmede voor de hoogere
bakkerijkosten.
Ir. Louwes wees er in dit verband op, dat
de prijs voor het zwarte roggebrood, een uit-
stekend voedsel, niet is verhoogd.
Het is mogelijk, dat hier en daar de prijs
van het bruine brood wat zal oploopen, maar
hiertegenover ontvangt men dan ook meer
voedingswaarde, daar het gewicht aan droge
stof in dit brood is verhoogd.
De afschaffing van het melkbrood was
noodzakelijk, daar men zooveel mogelijk melk
voor de gewone consumptie moest houden.
Melkbrood wordt er thans niet verkocht. Er
is reeds op gewezen, dat verschillende bakkers
nog steeds brood verkoopen, dat met de let
ters M.B. is gemerkt, het kenteeken van melk
brood, maar dit is het gevolg van het feit, dat
zij niet voldoende vormen hebben met de let
ters W.B.vooral in het Westen des lands kan
dit voorkomen. Men late zich echter niet mis-
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIECK—MEEREBOER.
28)
Vervo-lg.
,,Wilt U niet gaan zitten?" Zijn stem klonk
vriendelijk, zooals steeds tegen menschen die
hem hun nood kwamen klagen. Het meisje
nam op de uiterste punt van den haar toege-
wezen stoel plaats. ,,Maak het U gemakke-
lijk; als ik kan zal ik U helpen."
,,Nou goed dan. Ik zei zoo tegen mezelf:
als er een vuiltje aan de lucht is, vooral als er
misdadigers bij te pas komen, moet ja daar
naar toe gaan."
,,Dat klopt ik ben het origmeele exem-
plaar van den Man met het Goede Hart. Nu,
wat is er aan de hand?"
Het meisje haalde een smoezelig stukje
krantenpapier uit een zakhoekje. „Deze da
me", zei ze, op een foto wijzende, ,,is een
vriendin van me; Elsie Spain heet ze. Zij en
ik werkten bij Yolande, de modiste in Dover
Street. Gesnapt?"
„U is zeer duidelijk."
,,Als dat beteekent dat U het begrijpt, is het
in orde. Nou, er is iets niet in den haak met
Elsie en daarom ben ik hier. Onder dat
plaatje staat dat ze een prinses is!"
..Permitteert U mij vroeg Lomax be-
leefd.
,JNee, ik moet het terug hebben."
,,Ik be-loof U het U direct terug te zullen
geven, een oogenblikje, astublieft."
Hij bekeek de zeer duidelijke foto op zijn
gemak. ,,Uw vriendin is buitengewoon mooi,"
merkte hij op.
„Nou, en of! Ze is, wat ze in de bioscoop
noemen, een schoonheid! Maar daarvoor ben
ik nou niet hier gekomen; Else zit in de pena-
rie vertel me maar niks, ik weet het veels
te goed. En nou zoek ik hier iemand, die
haar kan helpen. Als U, of de Commissaris
van Politie, of een van die andere lui niet wil,
zal ik het zelf wel uitvisschen."
,,Dat zal U zonder twrjfel gelukken, Miss..."
,,Susy Jarvis."
,,...Miss Jarvis. Maar met dat al geloof ik
toch, dat we misschien in staat zullen zijn U
hierbijlaten we zeggen, een weinig te assi-
steeren. Het eerst van al zou ik graag van
U willen vememen, waarom U denkt dat Uw
vriendin in moeilijkheden verkeert."
Het anbwoord van het meisje' zou hem min
of meer belachelijk voorgekomen zijn, als het
geval hem niet alreeds zeer interesseerde; de
foto was zoo duidelijk, dat hij nameljjk in de
vermeende „Prinses Corisande van Caronia"
het meisje had herkend, dat hij in het Mid
night Cabaret had gezien, in gezelschap van
Charles Zuberra en Sybil Trent. Dus dat was
het!
,,Ik voel het hier!" verklaarde Susy, terwij!
ze haar hand op het hart drukte, „er mankeert
wat aan, dat zeg ik U!"
,,Hebt U van Uw vriendin bericht gekre-
gen?"
,,Nee dat is het juist waar ik me zoo
druk over maak. Elsie had beloofd te schrij-
ven vast en zeker beloofd maar ik heb
nooit wat gekregen."
„Zoo en vertelt U me nu eens, Miss Jar
vis: had Miss Spain dat is toch haar naam,
is het niet?"
„Ja, dat is goed: Spain, Else Spain."
Heeft Miss Spain er wel eens op gezin-
speeld dat ze eigenlijk een prinses was?"
,,Van zijn leven niet! Haar ouwe ik be-
doel haar vader had al zijn centen verloren
ieiden. Melkbrood wordt er niet meer gebak-
ken en een verhooging van prijs, omdat een
bepaalde soort brood melkbrood zou zijn, be-
hoeft men dan ook niet te aanvaarden.
In bet algemeen zoo zeide de heer Lou
wes zal niemand de nieuwe maatregelen
prettig vinden, maar.er is niets aan te doen.
Wij moeten zoo goed als het kan, zien uit te-
komen, opdat de machine kan blijven draaien.
Men kan niet zeggen, dat de prijzen onredelijk
hoog zijn opgevoerd.
jVleesoh en vleeschprijzen.
Het dure lamsvleesch.
Over de vleeschprijzen zijn er, zooals op de
conferentie bleek, nogal eens moeilijkheden
tusschen de slagers en hun publiek. De sla-
gers beweren herhaaldelijk, dat zij zich niet
aan de vastgestelde prijzen kunnen houden.
Hierop gewezen antwoordde de heer Louwes,
dat het ongeveer het moeilijkste ding is, dat
men zich denken kan, een koe zoodanig in te
deelen, dat de slager er met een behoorlijke
winst mee uitkan. De wintsmarges brj ons
waren over het algemeen aan den hoogen
kant. Er moet daarom op gestaan worden,
dat de slagers zich houden aan de vastgestel
de prijzen, waarvan de opgave in hun winkels
goed zichtbaar aanwezig moet zijn.
Verder werd er de aandacht op gevestigd,
dat ondanks het verbod van prijsopdrijving
de prijzen van lamsvleesch den laatsten tijd
ten zeerste zijn gestegen, men kan zeggen
met 4070 pet. Lamsvleesch is nu vaak
duurder dan rundvleescli. De heer Louwes
maakte in dit verband de opmerking, dat men
na Mei nog heeft moeten ingrijpen om inzak-
king van de prijzen voor schapen- en lams
vleesch te voorkomen. By de beoordeeling
van de prijzen houde men rekening met de
kwaliteit. De zaak heeft overigens de aan
dacht, hij vertrouwde, dat men de situatie ook
op dit gebied binnenkort wel weer meester
zal zijn.
Ter aanvulling van het vorenstaande over
de boter, zeide de heer Louwes nog, dat de
prijs van de boerenboter (de boter van de z.g.
zelfkamers) niet op 1,95, maar op f 1,75 is
vastgesteld, omdat met het zelfkamen, waar-
op de controle moeilijker is, niet wil aanmoe-
digen. Zooveel mogelijk melk moet naar de
zuivelfabriek.
Geruchten als zou de 40 kaas door 20
kaas worden vervangen sprak hij tegen. Wel
wordt de z.g. volvette fabriekskaas verboden,
de volvette boerenkaas echter niet.
DR. H. COUJN OVER HET STREVEN
NAAR EENHEID.
Zaterdagmiddag zijn, volgens de N. R. Crt.,
in de groote zaal van het gebouw „Odeon"
aan de Gouvemestraat te Rotterdam twee
drukbezochte vergaderingen gehouden, uitge-
schreven door de Centrale Anti-Revolutionaire
Kiesvereeniging te Rotterdam en den Kamer-
kieskring Rotterdam van de Qhristelijk-Histo-
rische Unie. Als sprekers traden op Dr. H.
Oolijn van 's-Gravenhage en Dr. S. Rozemond
van Leiden.
Na de opening van de samenkomsten was
het woord aan Dr. H. Colijn voor het uitspre-
ken van zijn rede.
Kpreker ving aan met de opmerking, dat
deze bijeenkomst wel saamgeroepen is door
staatkundige organisaties, maar dat het toch
geen gewone staatkundige bijeenkomst is, wijl
de staatkundige werkzaamheden stilliggen.
Intusschen blijft natuurlijk de belangstelling
voor \ragen van staatkundigen en maatschap-
pelijken aard bestaan en zelfs kan men zeg
gen, dat die belangstelling thans sterker is
dan ooit. Weliswaar kunnen wij op het ver-
loop en het einde van den oorlog geen invloed
uitoefenen, maar dat neemt niet weg, dat wij
ons terdege realiseeren, dat niet alleen de
vragen van den dag, maar vooral de vragen
van morgen van -groote beteekenis zijn.
Tegelijk echter staan wij te midden van een
en daarom had ze dat baantje aangenomen.
Maar ze is net zoo min een prinses als ik
dat zegt toch zeker wel genoeg, niet?"
Toen vulden de oogen van de spreekster
zich plotseling met tranen. ,,Ik ben dol op
Else, Mister!" zei ze, ,,Breng haar terug, ik
heb haar zoo noodig!"
HOOEDSTUK XXI.
.De Promesse.
Het was toch raar, zulke streken als haar
geheugen haar speelde. Ze wist nu b.v. bij in-
tuitie dat ze dezen man al eens eerder had
ontmoet en niet alleen slechts ontmoet,
maar ook gekend. Maar waar? Haar ver-
ward brein kon het antwoord niet vinden.
Gravin de Lepiney had hem bij haar ge-
bracht met de woorden: „Dit -is de man, Uwe
Koninklijke Hoogheid, die U heelemaal vanuit
Londen hier bij mij heeft gebracht."
Elsie wist heel goed, dat deze vrouw zich
uitsloofde in vriendelijkheden, dat geen moeite
haar teveel was om haar op haar gemak te
stellen; ze wist ook dat de vrouw het goed
met haar meende, maar waarom bleef ze er
toch in volharden tegen haar te spreken als
tegen een klein kind „Heelemaal -vanuit
Londen!" was ze dan idioot? Deze kinder-
lijke conversatie van de Gravin was iets van
de laatste dagen, maar tot nu toe had ze er
niets over gezegd.
,,Is Londen dan zoo ver weg?" vroeg ze.
De vrouw kreeg een kleur. ,,'Het is ver-
scheidene uren reizen," antwoordde ze.
De man, wiens trekken ze zich vaag ner-
innerde en die niemand anders was dan Chap-
pelle, kwam nu naderbij.
,,Uwe Koninklijke Hoogheid," begon hij,
,,daar U zoo ziek bent geweest, zult U mij
misschien niet direct herkennen; ik ben Baron
Fuipo, die door Uw onderdanen, welke op het
oogenblik te Parijs yertoeven, aangesteld is
Uw belangen te behartigen, tot de tijd is aan-
gebroken dat U geheel hersteld zult zijn
wereld vol van onzekerheden. En dit noopt
er ons toe om de feiten, die wij waarnemen,
en de verwachtingen, die geopperd worden,
met groote nuchterheid onder de oogen te
zien. En die eisch moet worden gesteld zoo-
wel bij de beoordeeling van bet verleden als
bij de verwachtingen voor de toekomst. Wan-
neer men dat doet, dan volgt vanzelf een juist
begrip voor de taak in het heden. Spreker
heeft er bij vorige gelegenheden reeds uitvoe-
rig op gewezen, dat het afbrekend oordeel
over het verleden in menig opzicht volkomen
onjuist moet worden geacht. Dat verleden
had zeker gebreken, maar met die gebreken
zijn de resultaten op bijna elk terrein z66 ge
weest, dat Nederland waar het niet heelemaal
aan de spits stond, toch in elk geval een eere-
plaats onder de volkeren innam. Het komt
spr. voor, dat dit besef thans algemeener is
dan een paar maanden geleden, al mag dit er
nu ook weer niet toe leiden om dat verleden
onverandeid terug te wenschen. Met name
geldt dit van de inrichting van ons staatsbe-
stel, dat spr. van krachtiger constructie zou
wenschen althans met dien verstande, dat het
erfgoed van bijna vier eeuwen, n.l. deelneming
van de bevolking aan wetgeving en bestuur,
behouden blijft.
Bij velen blijft de critiek bij het staatsbestel
niet staan. Zij richt zich ook op de sociaal
eeonomische inrichting van de maatschappy.
Het is moeilijk daarover met groote beslist-
heid een oordeel uit te spreken. Er is altijd
een zekere voorzichtigheid noodig om niet on
der den invloed van schokkende gebeurtenis-
sen richtlijnen te trekken, die onder normale
omstandigheden niet getrokken zouden zijn.
In elk geval heeft het naar spr.'s oordeel wei
nig nut om op dit oogenblik zich te verdie-
pen in de structuur van de maatschappij en
vooral van het bedrijfsleven, zooals dit na den
oorlog gezien zal worden. Immers weten wy
van de sociaal eeonomische toestanden na de
beeindiging van dit wereldconflict niets. Dit
alleen kunnen wij misschien veilig zeggen,
dat een klein land in dit opzicht niet zelfstan-
dig een eigen koers volgen kan, maar dat het
afhankelijk is van wat de andere en dan voor
al de grootere hunner buren verrichten.
Na deze waarschuwing om nuchtere zake-
lijkbeid te betrachten wenscht spr. er daaren-
tegen evenzeer den nadruk op te leggen, dat
men niet bang moet zijn voor hervormingen,
die werkelijk noodzakelijk blijken. Spr. zelf
althans behoort tot degenen, die open staan
voor iedere noodzakelijke of wenschelijke her-
vorming. Alleen is hij niet zoo hervormings-
gezind, dat hij met het grijpen naar het nieuwe
zou willen prijsgeven het goede, dat het veir-
leden ons heeft gebracht. Onder dit voorbe-
houd zal men de toekomst moedig onder de
oogen moeten zien, ons zelf niet bedriegend
door de oogen te sluiten voor wat om ons heen
plaats grijpt.
En dan is het duidelijk, dat er reeds nu en
kele conclusion kunnen worden getrokken, die
men zonder veel gevaar voor teleurstelling
uiten kan. Een van die conclusion is stellig,
dat de toestanden op het vasteland van Europa
radikaal anders zullen zijn dan ze geweest
zijn. Wat daarbij voor ons hoofdzaak is en
blijft, is de vraag, of ons nationaal volkseigen
ongerept zal kunnen worden gehandhaafd, dan
wel of ook hier inzichten veld winnen, die
tegen den draad onzer historische volksont-
wikkeling ingaan. Vreemde inzichten, zoo is
ons door den Rijkscommissaris beloofd, zullen
ons niet worden opgedrongen, maar daarmede
is nog niet beantwoord de vraag, of ze in
Nederland niet vrijwillig aanvaard zullen wor
den. Wiij gelooven dat wel niet, maar men
moet de vraag toch onder de oogen zien.
En daarmede hangt dan saam de vraag naar
onze taak in het heden. Als men mij vraagt,
zoo ging spr. voort, waarin eigenlijk onze
hoofdtaak gelegen is, dan zou hij dit niet hier
in willen zien, dat wij alien te hoop moeten
loopen alsof in een schijnbare eenheid de be-
houdenis van ons volk gelegen ware. Natuur-
iets waarvoor, sta mij toe Uwe Koninklijke
Hoogheid hiervan de verzekering te -geven,
dagelijks door velen gebeden wordt. Hoezeer
het me ook spijt, ik ben genoodzaakt U heden-
morgen lastig te vallen er is een belang-
rijk document, dat op Uw onderteekenlng
wacht. Wilt U misschien zoo vriendelijk zijn,
Madame la Oomtesse, ons een oogenblikje al
leen te laten?"
Zeker, als dat U beter lijkt."
Elsie kon het antwoord van den man niet
verstaan, want Chappelle nam de zware
vrouw bij een arm en leidde haar naar de deur.
Buiten gekomen, keek de Gravin hem vra-
gend aan. ..Sinds wanneer heet U Baron
Fuipo?"
Hij boo-g zich naar haar over en fluisterde
in haar oor: ,,Dit is noodzakelijk; vanmorgen
had ik een langdurig onderhoud met Dr. Mar-
quand, die me zei dat, hoe meer we het meisje
met de hofseer omringen, hoe eerder ze zich
haar koninklijke afkomst zal herinneren.
,,En dat document?"
Hij antwoordde ongeduldig: „Ik zal U hier-
omtrent later vertellen; U hebt er zeker niets
op tegen nu heen te gaan?"
Als Gravin de Lepiney niet zoo'n onbeperkt
veitrouwen in den spreker had gehad, zou
Chapp-alle's manier van doen haar achterdocht
hebben o-pgewekt. Nu dacht ze dat hij om de
een of andere reden een beetje geagiteerd
was
Natuurlijk heb ik e-r niets op tegen," ant
woordde ze vriendelijk. Vindt U ook niet dat
het arme kind er heel wat beter uitziet?"
..Veel beter."
Hij scheen ongeduldig op haar vertrek le
waqhten en daarom ging ze nu maar direct.
Gedurende deze korte conversatie verdiepte
Elsie zich in het nieuwe probleem. Zou het
mcgelijk zijn dat deze man, die zich Baron
Fuipo noemde, deel had uitgemaakt van haar
vroeger leven? Als dat zoq was, kon ze be-
grijpen waarom hij haar 2100 bekend' voor-
kwara.
Prikkelbaar en opgewonden
Neem 'n "AKKERTJE" - het
werkt kalmeerend op Uw ge-
heele gestel en.... in korten ii]d!
lijk is er op meer dan een punt eenheid nood
zakelijk en bestaat ze ook. Wij willen alien
onafhankelijk blijven, wij willen alien ons
eigen volkskarakter handhaven, wij willen
alien dat de band tusschen Moederland en
overzeesche gewesten bewaard blijft, maar
daarnaas-t zijn er toch ook tal van opvattin-
gen, die niet parallel loopen.
Men denke maar, om slechts dit eene te noe
men, aan de vraag, welken invloed aan de
Goddelijke openbardng toekomt op het terrein
van het staatkund-ig en maatschappelijk leven.
Dat is geen antithese-etelling. Dat is een
werkelijkheid constateeren. Voor een schijn-
eenheid gevoelen wij niets, omdat er geen wer-
kelij-ke kracht van kan uitgaan.
Zelfs niet in den negatieven zin, dat daar-
door zou worden aangetoond, dat de overwel-
di-gende meerderheid van het Nederlandsche
volk niet gediend is van de beginselen der
Nederlandsche N. S. B. En als men vraagt,
wat wij in concreto dan te doen hebben in
dezen tijd, dan is ons antwoord, dat wij ons
emstig hebben te bezinnen op de vragen, waar
voor wij t.z.t. zullen worden geplaatst, voor
zoover wij althans in staat zijn ons den toe-
stand van de toekomst in te denken. Wij
moeten dit dan doen van het fundament,
waarop wij alien staan, en niet van een ander
fundament, dat het onze niet is.
Dit standpunt leidt er dan toe, dat wij te
streven hebben naar eenheid van hen, die in
den grond 66n zijn, omdat ze hetzelfde uit-
gangspunt hebben gekozen. Dat van die wen
schelijke eenheid ook door optreden naar bui
ten moet blijken en dat men gezamenlijk dient
te zoeken naar de oplossing van de vragen,
waagvoor wij gesteld worden, en dat het Prot.
Christendom daarbij een eigen taak heeft is
duidelijk, omdat het Prot.-Christendom een
specifiek Nederlandsche kleur heeft, wijl het
zoo nauw met onze historie verweven is en
omdat het op den volksaard z66 sterk heeft
ingewerkt, dat men spreken kan van een be-
paald stempel op ons volksleven gedrukt.
Moeilijk kan dit niet vallen, omdat het nog
niet zoo heel lang geleden is, dat wij in een
familiehuis woonden, omdat wij eenzelfden
grootvader hebben, n.l. Groen, en omdat wij
het bekende adagium van Groen beide op
dezelfde wijze interpreteeren, n.l. als neven-
stelling en n-iet als gelijkstelling. Bij verschil-
-len tusschen wat geschreven en wat geschied
is besliste ten slotte de Schriftopenbaring.
Daarom moet bet mogelijk zijn voor Chr.
Historischen en Anti-revolutionairen een lijn
te ontdekken, die gevolgd moet worden bij de
oplossing van vragen, die er reeds zijn en die
er straks nog zullen komen. Van een aldus
verkregen eenheid van visie uit kan men dan
de hand uitstrekken naar saamwerking met
ande-ren op het punt van staatkundig of maat
schappelijk beleid, waarbij eenzelfde doelstei-
ling aanwezig is.
Na de rede van Dr. H. Oolijn was het woord
aan Dr. S. Rozemond te Leiden.
;Spr. betoogde, dat het niet uit bekrompen
zelfzucht was, wanneer de Christ, partij-groe-
pen strijden voor 't behoud en de versteviging
en vemieuwing van de Qhristelijke grondsla-
-gen onzer samenleving. Zij zijn nie-t alleen
waakzaam tot behoud van eigen geestelijke
vrijheden, maar gaan ons ook de oude volks-
„En nu, Uwe Koninklijke Hoogheid", zei hy,
toen hy weer binnen kwam, „wilt U wel zoo
vriendelijk zijn Uw naam, Corisande, onder dit
document te zetten."
Ze viel hem in de rede. ,Wat is dat voor
een stuk?"
Hij haalde zijn schouders op. ,,Laat ik U
uit-leggen, Prinses," zei hij, ,,dat zic-h gedu
rende Uw ziekte een belangrijk comitd heeft
gevormd van Caronische aristocraten, die,
evenals Uwe Hoogheid, uit ons ongelukkig
vaderland hebben moeten vluchten. Dit
comitd wil U weer op den troon verbeffen,
maar daarvoor is een groote aora gelds noodig.
Nu berust er bij de Credit Lyonnais een groot
bedrag aan geld en aan juweelen, dat ik daar
op bevel van Uw Vader bij het uitbreken der
revolut-ie moest depo-neeren. Uw Vader's
vooruitzienden bilk is voor U een zegen ge
worden. Vele millioenen francs liggen bij deze
Credit Lyonn-ais op U te wachten, totdat de
bankexperts in U de werkelijke Prinses Cori
sande erkennen..."
„Die -ik niet ben!"
Prinses!" Hij viel op zijn knieen en kuste
haar d-e hand. „Pri-nses!" herhaalde hij, „ik
vrees dat U nog steeds ziek bent. Uw arme
geheugen..."
Het meisje staarde voor zich uit. ,,Het is
waar dat ik me bijna niets kan herinneren,
maar van een ding ben ik heel zeker: ik ben
niet Prinses Corisande."
De man bleef aanhouden. „Ach, Uwe Konink
lijke Hoogheid, de d-ok-toren kunnen U uitleg-
gen waarom U niet gelooft aan Uw iden titeit
het is het gevolg van Uw ziekte en van de
verschrikkelijke ontheringen, waaraan U sinds
de revolutie b-lootgesteid hent geweest. Maar
ik, Baron Fuipo, die Houder was van de
Koninklijke Beur-s van Uw geliefden Vader,
zv eer U op mijn woord van eer als Gentleman
en als Officier van d-e Caronische Witte Garde,
dat U mijn zoozeer beminde Prinses bent!"
(Wordt vervolgd.)