ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
In den greep van het noodlot
No. 10.125
VRIJDAG II OCTOBER 1940
80e Jaargang
Binnenland
Feuiileton
Buitenland
Practisch en Zuinig.
TWEEDE BLAD
TER NEUZENSCHE COURANT
.ALLE BEVOLKINGSGROEFEN IN DE
LANDSHOOFDSTAD VINDEN ELKAAR.
,,De Nederlamdsche Unie" bouwt
haar organisatie verder (uit.
Eerste der veertlen Gewestelijke
raden van bijstand thans geln-
stalleerd.
Van de zijde van De Nederlandsche Unie
deelt men ons mede:
Zooals men weet, heeft De Nederlandsche
Unie indertijd reeds, bij de opbouw van haar
organisatorisch apparaat, Nederland verdeeld
in elf provincies en drie steden: Amsterdam,
Rotterdam en 's-Gravenhage. Elke provin-
cie of stad kreeg een secretaris tot leider,
wien werd opgedragen, in zijn gebied de
organisatie van de Unie verder uit te bouwen
eh het contact met de Nederlandsche bevol
king steeds hechter te maken.
Om dezen secretaris in zijn werk bij te
staan, werd tegelrjk tot de spoedige oprich-
ting van gewestelijke (eventueel stedelijke)
raden besloten, waarin alle bevolkingsgroepen
vertegenwoordigd zouden zijn.
De eerste van deze raden, en wel die in de
landshoofdstad, is thans gereed gekomen en
Woensdagmiddag geinstalleerd.
D samenstelling van dezen Raad is niet
alleen voor Amsterdam, maar voor geheel
Nederland belangwekkend,, omdat juist in
deze samenstelling duidelijk tot uiting komt,
hoezeer de Nederlandsche Unie op alle deelen
van ons volk ,,vat" heeft gehregen. In alle
gewesten zullen deze raden dus op geheel
soortgelijke wijze worden samengesteld. Der-
halve is de Amsterdamsche raad als een goed
voorbeeld daarvan te beschouwen.
:De installatie van den hoofdstedelijken raad
geschiedde door den heer J. G. Suurhoff, van
geboorte een echte Amsterdamsche arbeiders-
jongen, die, al is hij nog maar 36 jaar, reeds
zijn sporen in de modeme arbeidersbeweging
had verdiend en thans tot de meest-enthou-
siaste bouwers aan een nieuwe Nederlandsche
volksgemeenschap behoort.
De Amsterdamsche raad, welke nu voortaan
met hem zal samenwerken, bestaat, in alpha-
betische volgorde, uit de navolgende perso-
nen, wier beroep tevens is opgegeven:
B. L. Blankwater, 36- jaar, timmerman,
leider jeugdwerkloozenwerk;
F. de Boer, 48 jaar, directeur eener groote
scheepvaartmaatschappij
C. Brink, 34 jaar, ambtenaar;
Dr. H. Brugmans, 34 jaar, leeraar;
Dr. J. Gajentaan, 38 jaar, dierenarts;
Dr. Jane de Iongh, 39 jaar, letterkundige.
voorzitster K.V.V.
H. Klaassen, 44 jaar, diamantbewerker;
H. Post, 32 jaar, directeur eener midden-
standsorganisatie
Mr L. Rijken, 41 jaar, bankier;
J. Seylhouwer, 52 jaar, winkelier;
SB. H. Siep, 34 jaar, typograaf;
R. v. d. Veen, 46 jaar, opzichter in scheep-
vaartbedrijf; en
H. A. Vulink, 49 jaar, vakbondshestuurder.
Zooals uit de vermelding der beroepen wel
blijkt, wordt de sociaal-economische verschei-
denheid der Amsterdamsche bevolking in
dezen Raad op treffende wijze weerspiegeld.
Maar ook ongeveer alle religieuse en geeste-
lijke schakeeringen zijn in de Raad aanwezig;
men treft erin aan leden van vrijwel alle
kerkgenootschappen, alsook niet bij een kerk-
genootschap aangeslotenen; tot dusver niet
poiitiek geinteresseerden werken in dezen
Raad pamen met personen van diverse poli-
tieke kleur, van A.R. af tot S.D.A.P. toe. Wel
een bewijs, hoe sterk de Unie nu reeds wortelt
in alle lagen der hoofdstedelijke bevolking.
De taak van dezen Raad is zeer veelzijdig.
Hij fungeert als een soort van commissie van
bijstand voor den leider van het Stedelijk
Secretariaat. Alle plannen en mogelijkheden
voor het werk van de afdeeling Amsterdam
der Unie worden in den stedelijken Raad be
sproken. Daarenboven heeft de Raad een
controleerende functie, omdat hem periodiek
verslag wordt gedaan van de door het Secre
tariaat verrichte werkzaamheden.
De veelzijdige samenstelling van de Stede-
door
SYDNEY HORLER.
Geautoriseerde vertaling door
Mevr. T. OSIECKMHEREBOER.
23)
Vervolg.
,,Laat ons er nou eris eerlijk over praten,"
zei het creatuur, dat uit de onderste lagen van
de maatschappij was voortgekomen. ,,Je bent
met iets reusachtigs bezig, waaraan jij een
fortuin zal verdienen. Nee, laat me nou eerst
uitspreken" hij hief een smerige hand op,
toen de ander hem in de rede wilde vallen
,,ik zal je precies vertellen wat ik weet. In
een bank hier in Parijs ligt een groot fortuin
in geld en in juweelen. Als het jou lukt dat
meisje voor een prinses te laten doorgaan,
krijg jij al dat geld. E!en onmetelijk fortuin!"
zei hg op minachtenden toon „Wat be-
teekenen die ongelukkige vijftig pond, die je
rnij hebt betaald, in vergelijklng daarmee?"
Sybil Trent boog zich in haar stoel voor-
over. Ze voelde dat ec iets ging gebeuren,
misschien wel een moord! Voor zoover haar
bekend was, had Zuiberra nog nooit tevoren
iemand gedood. Maar in apijt van haar steeds
groeienden angst hield ze zich heel stil, want
Zuiberra had haar nogmaals gewaarschuwd,
,,In orde, Vanelli," hoorde ze hem zeggen,
veronderstel nu eens dat we toegeven je niet
genoeg betaald te hebben, hoe had jij je dan
4 gedacht dat deze zaak geregeld moet wor
den?"
De boef kuchte. „Ik wil niet inhalig lijken",
hijgde hij, ,maar mijn borst" hij kuchte op-
nieuw ,,kan de Parijsche lucht niet verdra-
lijken Raad zal dan ook naar de leiding hoopt,
het vertrouwen van de geheele Amsterdam
sche bevolking in „De Unie" nog aanzienlijk
versterken.
De heer Suurhoff wees er bij de installatie
van den Stedeijken Raad ook nog o.m. op, dat
Amsterdam voor de organisatie van het ge
heel in zestig wijken zal worden verdeeld.
Deze wijkindeeling is reeds gereed.
Aan het hoofd van elk district komt als
geestelijk en organisatorisch middelpunt een
districtsleider te staan, die voor het verrich-
ten van allerlei arbeid (huisbezoek, verspreid-
werk, het winnen van abonne's, enz.) een aan-
tal medewenkers uit de leden zal recruteeren.
Pas als deze wijkindeeling geheel klaar is,
zal de actie van ,,De Unie" intensief in alle
deelen van de stad aangepakt kunnen worden.
De „vliegende winkel" aan het Damrak is
een groot succes geworden. Dagelijks worden
daar tusschen de 150 en 250 nieuwe leden
ingeschreven j.l. Zaterdagmiddag zelfs over
de 300. De eerste week zijn er bijna 4000 in-
signes verkocht en dit aantal zou nog grooter
geweest zijn, indien de twee fabrieken meer
hadden kunnen afleveren.
De colportage met het weekblad ,,De Unie",
bijna uitsluitend in de binnenstad tot dusver,
levert verrassende resultaten op. Met een
ploeg meerendeels jeugdige colporteurs, die
thans al ruim 150 man omVat, werden ver
kocht van
no. 1 2400
no. 2 1800
no. 3 3400
no. 4 7800
no. 5 13000
no. 6 11000
no. 7 16000
Het gaat dus wel heel snel crescendo!
Opvallend en verheugend is, dat de aan-
meldingen van nieuwe leden in toenemende
mate komen uit de arbeiderswijken van de
stad, waar men aanVankelrjk een wat af-
wachtende houding aannam. Zoo moet het:
de „Unie" wil een echte volksbeweging zijn,
wortelend in alle lagen van de werkende
bevolking van stad en platteland.
DE INKRIMPING VAN DEN
PLUIMVEESTAPEL.
Gelijk reeds werd gepubliceerd moet met
het oog op de voederschaarschte de pluimvee-
stapel aanmerkelijk worden ingekrompen.
Over het geheel genomen zal de kippenstapel
tot ongeveer een vijfde deel van zijn omvang'
bij de inventarisatie in September van het
vorige jaar moeten worden teruggebracht,
terwijl de eendenstapel een nog ster-
ker inkrimping zal moeten ondergaan. Deze
inkrimpinig is reeds in vollen gang doch tot
dusverre was nog niet bekend gemaakt hoe-
veel dieren ieder pluimveehouder uiteindelijk
zou mogen aanhouden en voor hoeveel dieren
voeder zou worden verstrekt. Thans zullen
hierover nadere aanwijzingen worden gepubli
ceerd, voor de bijzonderheden waarvan moge
worden verwezen naar de binnenkort te ver-
schijnen perspublicatie.
Bij het opstellen van die aanwijzingen
moest rekening worden gehouden met het
feit, dat de kippenhouderij onder de huidige
omstandigheden het best gedreven kan wor
den als onderdeel van het landbouwbedrijf op
de boerderij. De ontworpen regeling gaat in
deze meest gewenschte richting. Natuurlijk
Icon deze gedachte niet in eens. in al haar
consequenties worden doorgevoerd, want
anders zoudien plotseling al te groote verschui-
vingen zijn opgetreden, met al te nadeelige
geVolgen voor tal van pluimveehouders daar
van. Dienovereenkomstig zullen de bedrijven
met een kleinen stapel dit zijn in het alge-
meen de boerderij en, waar de pluimveehouderij
een bescheiden onderdeel van het boeren-
bedrijf uitmaakt relatief meer dieren mo
gen aanhouden dan de bedrijven met een
stapel van grooteren omvang, voor welke de
kippenhouderij een min of meer op zichzelf
staande bedrijfstak is. Deze laatste zullen
hun stapel dus sterker moeten inkrimpen.
Anderzijds komt wat de voedertoewijzing
voor den overgebleven stapel betreft de
laatste groep Van bedrijven er relatief beter
af. Deze zullen bij de nieuwe voederperiode
ingaande 14 October voor een grooter percen
tage van hun dieren voeder mogen betrekken
dan de boerenbedrjjven met een kleinen stapel.
Dit stemt ook geheel overeen met het feit,
dat op grootere boerenbedrijven in den regel
meer afVal aanwezig is, zoodat de kippen niet
uitsluitend op afzonderlijk aangekocht kracht-
voeder zijn aangewezen.
Overigens zij er aan herinnert, dat met
het oog op deze noodzakelijike inkrimping van
den pluimveestapel onlangs een eierprijs is
vastgesteld om een compensatie voor de ver-
mindering van inkomsten der pluimveehou
ders te geven. Ook de prijzen waarvoor het
overtollige pluimvee van de hand kan worden
gedaan zijn om dezelfde reden en ondanks het
groote aanbod, op een behoorlijk peil. Overi
gens zal ook voor de houders van bedrijven,
wier inkomsten tengevolge van de inkrimpinig
van hun stapel zoo sterk dalen, dat zij, naast
de bestrijding der kosten van levensonderhoud
niet toereikend zijn voor de betaling van ren-
ten en publieke lasten, worden gezorgd.
NEDERLAND TELT 4 MILLIOEN
FIETSEN.
Nieuwe vlucht van de bakfiets.
De oorlog heeft een plotselinge „hausse"
in rijwielen tengevolge gehad, maar het ver-
zadigingspunt schijnt aldus de jongste
pqblicatie van de Nederlandsche Verkeers-
federatie nog niet te zijn bereikt en de
rijwielindustrie moet alle zeilen bijzetten om
ook maar eenigszins aan de bestellingen te
kunnen voldoen. Zoo nadert ons volk een
statische positie, waarin men op twee Neder-
landers 66n fiets kan rekenen, met inbegrip
van kinderen beneden den schoolgaanden
leeftijd, van hoogbejaarden, en van invaliden.
Na herstel van het vrije motorverkeer zal
hierop uiteraard een terugslag volgen, maar
een plotselinge ineenstorting van ons millioe-
nenbezit aan fietsen behoeft niet te worden
verwacht. Het normaal te achten aarital
rijwielen zal men op vier millioen kunnen
schatten.
Wanneer men zich aldus rekenschap geeft
omtrent aantal en functie van het /ijwiel in
Nederland, moet het stellig bevreemding wek-
ken, wanneer men ten aanzien van dit voer-
tuig slechts zoo weinig talrijke en zoo ondoel-
treffende voorzieningen ziet. Niet alleen
bestaat er een ontstellend gebrek aan parkeer-
gelegenheden voor rijwielen, doch ook is er
een groot tekort aan vaste rijwielstallingen.
Ook aan het rijwielvervoer wordt te weinig
aandacht besteed. Zou in het rijwielinten-
sieve Nederland niet een constructie uit te
tleuiken en met succes te exploiteeren zijn, in
aiei voege, dat een autobus normalerwijze een
half dozijntje fietsen kon meenemen in een
speciaal daartoe bestemde ruimte? Een aar-
dige opgave voor carrosseriebouwers!
Ook per spoor is het rijwielvervoer welis-
vvaar omvangrijk, doch onbevredigend is de
uilvoering. De inrichting der stations, baga-
geruimten, trappen en perrons leent zich
slecbts gebrekkig voor een vlotte verwerking
van groote aantallen rijwielen. Ook zijn de
rijtuigen niet of nauwelijks voor rijwielvervoer
berekend. Het gevolg is, dat het vervoer in
de verdrukking komt en als een storende fac
tor wordt gehaat.
„Maakt 'n tevreden passagier" aldus een
slogan voor service". Doe hoe wonderlijk
dat de Nederlandsche fietser, die over een
tussehenliggend traject zijn rijwiel per trein
Wil meenemen, daar gewoonlijk meer stof tot
ergemis dan tot tevredehheid in aantreft.
De bakfiets.
In dezelfde publicatie wordt een beschou-
wing gewijd aan de bakfiets, de Asschepoester
van het verkeer: van het fietspad verjaagd
en op den rijweg verwenscht. Het wantrou-
wen, dat de automobilist jegens de bakfiets
koestert, moge verklaarbaar zijn, gemakke-
lijk heeft de bakfietsbestuurder het allerminst.
Zijn voertuig is niet zelden zwaar beladen,
soms stellig te zwaar.
In dat laatste schuilt tevens een ge-
vaar. Het is zoo verleidelijk, om de kosten
van motor en benzine te kunnen uitsparen
door de werkkracht van een man of zelfs van
een opgeschoten jongen.
Doch de menschelijke trapkracht kent gren-
zen en er kunnen zich situaties voordoen
brughellingen, sneeuwval, hevige tegenwind
waarin dit vermogen tekort schiet. Naar-
gen; de dokters zeggen dat ik naar hdt Zui-
den van Frankrijk moet gaan."
,,Waarom niet? E)en man van jouw kwali-
teiten behoeft in Cannes of Nice heusch niet
van den honger om te komen; er zal daar in
het zonnige Zuiden altijd wel wat voor je te
doen zijn. Ik vergeet geen oogenblik dat jij,
Vanelli, de knapste man in je soort bent.
Waarom dus niet naar het Zuiden van Frank
rijk, mijn vriend?"
De stem van den schurk klonk heesch, toen
hij zei: „Zooiets is een kwestie van duiten. In
Parijs kan ik niet blijven, dat is te .ongezond
voor me. Het is jammer genoeg, want hier
vind ik, zooals je wel snapt, altijd werk ge
noeg. En wat je nou ook allemaal mag klet-
sen, als ik naar het Zuiden ga, zal ik mijn
werk er aan moeten geven."
„En nu vraag je van mij een soort pensioen
is dat niet zoo ongeveer de bedoeling?"
De spreker gaf nu acbter zijn rug het tee-
ken, waarop Sybil Trent vol ongeduld had ge-
wacht. Zonder toestemming van Zuberra zou
ze nooit de kamer durven verlaten, maar nu
beduidde hij haar been te gaan. Maar waar
om? Op weg naar de deur langs hem komen-
de, fluisterde ze: ,,Wees voorziohtig!"
„Wlees niet bang," liefste," klonk het ant-
woord op gedempten toon. „laat mij met dit
reptiel afhandelen op de mEinier, die mij het
beste lijkt."
Met knikkende knieen verliet ze de kamer.
waarin ze was er nu zeker van een
moord gepleegd zou worden. Vanelli's toon
en houding konden onmogelijk misverstaan
worden eh in de vijf jaren, dat ze met
Zuberra had samengewerkt, had ze hem maar
al te goed leeren kennen; hij was wel de laat
ste, die zich liet dreigen.
Toen de deur achter de vrouw gesloten
was, ridhtte Zuberra opnieuw het woord tot
den bezoeker: „Er is geen enkele reden om
te kibbelen, Vanelli, laat ons de zaak op
vriendschappelijke wijze bespreken. Wil je
rooken?" Van een tafeltje nam hij een groote
doos fijne sigaren en hield deze den bezoeker
voor.
mate de bakfiets dan ook haar huidigen
triomftocht voortzet, zal tevens de wensche-
lijkheid aandacht verdienen om, onder bevor-
dering van ieder redelijk gebruik, met kracht
alle misbruilr te weren.
DE SGHADE TE HUISDUINEN DOOR
MIJNEN AANGERICHT WORDT
DOOR DEN STAAT VERGOED.
iMien zal zich herinneren, dat in December
van het vorige jaar, de badpiaats Huisduinen,
bij Den Helder, belangrijke schade opliep, ten
gevolge van het explodeeren van Nederland
sche mijnen tegen de kust.
Tal van bewoners van dit dorp werden
financieel emstig gedupeerd. De burgemees-
ter van Den Helder spande zich er voor deze
schade van het rijk vergoed te krijgen, omdat
bewezen was, dat de schade veroorzaakt was
door Nederlandsche mijnen.
Succes op dit pogen is niet uitgebleven.
Heden (Vrijdag) zal ten raadhuize te Den
Helder een bedrag van ruim 16.000 gulden uit-
betaald worden aan alien, die bij de mijn-
explosie schade kregen. Dit bedrag is door het
rijk aan 't gemeentebestuur ter hand gesteld.
OOK VOOR VERGADERINGEN MET EEN
ZUTVER GODSDIENSTIG KARAKTER
VERGUNNING NOODIG.
(Het wnd. hoofd van het Departement van
Justitie heeft een aanschrijving gericht tot de
procureurs-generaal, fungeerend directeuren
van politie, en de hoofdeommissarissen en
commissarissen van politie, waarin hij mede-
deelt, van de zijde van den commiasaris-gene-
raal voor bestuur en justitie bij den rijkscom-
missaris voor het bezette Nederlandsche ge-
bied nader bericht te hebben ontvangen, dat
de ruime interpretatie van het begrip „verga-
deringen met een zuiver godsdienstig karak-
ter", voorkomende in panagraaf 2 alinea 4,
van verordening nr. 24/1940, niet kan worden
aanvaard.
Derhalve zal in den vervolge ook van het
voomemen tot het houden van classicale-,
provinciale-, algemeene- en synodale vergade-
ringen van erkende kerkgenootschappen uiter
aard zeven dagen, vodrdat de vergadering ge
houden zal worden, kennis mceten worden ge-
geven aan den bevoegden procureur-generaal,
fungeerend directeur van politie, tenzij aan de
vergadering niet meer dan twintig personen
deeinemen.
BOMMEN OP VOLKSTUINTJES.
Ehgelsche vliegers hebben, naar het A.N.P.
meldt, Wioensdagnacht op een aantal volks-
tuintjes in de gemeente Achttienhoven (U.),
welke nabij den Gageldijk zijn gelegen, bom-
men laten vallen. Vijf zware bommen ver-
oorzaakten gaten van ruim twee meter door-
snede en verwoesten verscheidene hulsjes,
welke in de tuinen stonden. Overigens is de
schade gering. Menschen werden niet ge-
troffen.
,,Dat is slecht voor mijn borst, zeggen de
dokters."
Zuberra klopte hem bemoedigend op den
schouder. ,,Alle doktoren zijn ezels. Boven-
dien, zal je binnenkort geen rijk man zijn?
Vanelli, je hebt geluk; ik ben vandaag in een
buitengewoon goede stemming. Vertel me
eens, hoe luidt precies je voorstel?"
,,Ze zeggen dat ik niet lang meer heb te
leven en natuurlijk wil ik mijn laatste dagen
geen zorgen aan mijn kop hebben." De
schurk blies met een zelfgenoegzaam gezicht
een groote rookwolk uit.
,,Dat spreekt vanzelf! Je hebt een schit-
terende loopbaan achter je liggen, waarom
zou je je. laatste dagen niet in geluk en voor-
spoed slijten? In gedachten zie ik je al on
der de sinaasappelenboomen zitten. Hoeveel
mijn vriend?"
De man talmde nu niet langer. ,,Een kwart
millioen francs," zei hij.
Een korte pauze volgde, gedurende welke
Zuberra zijn berekeningen maakte. „Tegen
den huidigen koers dus ongeveer twintigdui-
zend Engelsche ponden?"
„Ja en wat is dat nou, vergeleken bij twee
millioen?" vond Vanelli.
Slechts een dru.ppel in den oceaan, mijn
vriend je bent buitengewoon bescheiden
geweest. En nu" vervolgde hij, terwijl hij
wat diohter naar den ander toeschoof, ,,zal ik
je eens een geschiedenis vertellen, Vanelli.
Ongeveer zes jaar geleden was een zeker
iemand met mij compagnon in een soortge-
lijke affaire in Amecika. We hadden afge-
sproken dat we de baten als volgt zouden
verdeelen: vijfentwintig percent voor hem en
vijfenzeventig percent voor mij; ik deed, even
als nu, het hersenwerk, begrijp je? Ik be
taalde hem meer dan vijfentwintiig percent en
ik dacht natuurlijk dat de man heel tevreden
was. Stel je dus mijn verbazing voor, toen hij
een week later bij me kwam en zei dat hij niet
genoeg gehad had; hij wilde nog eens vijfen
twintig percent hebben. Precies door de helft
deelen, was zijn motto. En wat denk je wel
dat ik deed?"
vrede, zoo besloot Willkie, kan enkel en al
leen door de Amerikaansche kiezers genomen
wftrden. (D.N.B.)
CHURCHILL'S REDE IN HET
LAGERHUIS.
Aan het slot van zijn rede in het Lagerhuis
heeft Churchill, volgens D.N.B., nog gezegd:
,,A1 heerscht er ook vertrouwen in ons hart,
al zien wij ook veel duidelijker dan eenige
maanden geleden onzen weg door alle moei-
lijkheden en gevaren, wij mo gen geen oogen
blik den vreeselijken en gevaarlijken toestand
vergeten, waarin wij ons bevinden. Wij wil-
len niet het vertrouwen verliezen, dat wij ons
door voortdurende buitengewone inspanning
kunnen redden.
Niemand kan voorzien, niemand kan er ook
maar een denkbeeld van hebben, welke wen
ding deze vreeselijke oorlog zal nemen.
Lange en donkere maanden van beproevin-
gen en lijden liggen voor ons. Niet alleen
groote gevaren, maar ook talrijke andere on-
heilen, ontberingen, fouten en teleurstellingen
zullen zeker ons deel zijn. De dood en het
leed zullen onze roisgpzellen zijn, ontberingen
ons kleed en standvastigheid on dapperheid
ons eenige schild. W4j moeten eendrachtig zijn
en onversohrokken, wij moeten onbuigzaam
zijn."
Het D.N.B. meldt uit Berlijn:
iDe Dinsdag door Churchill gehouden rede
heeft op de Berlijnsche bladen den indruk
eener absiurde mengeling van ziekelijke fan-
tasieen en smakeloos cynisme gemaakt. De
hoofdartikelen der ochtendbladen merken
bovendien op, dat in de uiteenzetting van
Churchill een stijgende mate van verslagen-
heid' en hulpeloosheid te bespeuren valt. Brj-
zonder smakeloos acht het de Berliner B6r-
sen Zeitung, dat Churchill zegt op 3000 dooden
en 12.000 gewonden per nacht gerekend te
hebben. Voor het Duitsche luchtwapen zegt
het blad, komt het niet aan op het aantal
dooden en gewonden, maar op het militaire
belang van de getroffen gebouwen. Met uit-
zondering van enkele ,,vrienden" kent thans
de geheele wereld het ware karakter van het
Engelsche cultuurvolk en van zijn waardigen
vertegenwoordiger Churchill.
Onder het opschrift: dood graver Churchill"
schrijft de Volkisiche Beobachter: Churchill's
rede was een belachelijk spel met getallen,
een jammerlijke verontschuldiging voor be-
gane fouten, een machteloos dreigen jegens
een tegenstander, dieri men tot dusver stelsel-
matig heeft willen verhinderen een nieuwe
ordening te brengen. Zooals Nero van het
Capitool af het schouwspel van het brandende
Rome gadesloeg, zoo geniet Churchill van
Primrose Hill af van den aanblik van het
brandende Londen. 8500 dooden klagen Win
ston Churchill als hun dood'graver aan, als den
doodlgraver van Bngeland en van het Brit-
sche emfpire.
WILLKIE BEPLEIT SNEELEN STEUN
AAN ENG ELAND.
Willkie, de republikeinsche candidaat voor
het presidentschap, heeft in een radiotoe-
spraak verklaard, dat hij voorstander is van
een versnelde wapening. De Vereenigde Sta-
ten, aldus Willkie, zijn op het oogenblik in elk
geval onivoldoende voorbereid, zoodat succes-
rijke tegenstand van Bngeland ook voor de
Vereenigde Staten van de grootste beteekenis
is. Men moet Bngeland door de versnelde ver-
vaardiging van tanks, vliegtuigen en munitie
helpen. EJchter zullen de Vereenigde Staten
in ieder geval buiten den oorlog moeten blij
ven, want alleen op die wrjze Is een doeltref-
fende hulp voor Engeland mogelijk en is er
gelegenheld ons zelf voor te tereiden.
In eenige toespraken in verschillende wijken
van New-York heeft Willkie president Roose
velt verzocht te verklaren of e geheime over-
eenkomsten met andere landen over de deel-
neming van de Vereenigde Staten aan den
oorlog bestaan. De beslissing over oorlog en
,,Hoe kan Ik dat nou weten?" Vanelli voel
de zich klaarblijkelrjk niet op zijn gemak.
Zuberra lachte een angstaanjagenden, kou-
den lach, die den ander deed rillen. ,,Ik deed
met hem precies hetzelfde wat ik nu met jou
heb gedaan, Vanelli... Ik gaf hem een sigaar
te rooken en binnen drie minuten was hij
dood."
De schurk sprong op, zijn gezicht geheel
verwronigen van angst. „Vergiftigd stot-
terde hij.
Zuberra keek bedaard op zijn horloge, toen
zei hij: „Binnen een minuut zal ook jij dood
zijn, Vanelli."
Zuberra wachtte tot het einde. Dan, met
een onverschilligen blik op het ontzielde
lichaam, liep hij naar de deur en opende die.
Er achter, zooals hij verwacht had, stond
Sybil Trent, bevend en met een bleek gezicht.
,,Je kunt nu binnenkomen," zei hij, ,,maar
denk er aan dat je niet schreeuwt."
Ze greep hem bij den arm. ,,Is hrj dood?"
,,Morsdood. Het kon niet anders, ik ken
dat soort; als je eenmaal begint met toe te
geven, persen ze je tot je laatste cent uit. Ik
heb niet geweten dat hij niet te vertrouwen
was."
Door de deur van de eenvoudige flat, waar-
heen ze, na de luxe van Hotel Meurice, ge-
trokken waren, keek de vrouw naar de
levenlooze gestalte op den grond en slechts
een enkel woord kwam over haar bleeke lip-
pen: Moord!"
Zuberra maakte een ongeduldig gebaar. ,,Ik
prefeceer het woord .gerechtigheid" zei hij.
„Wat ben je van plan te doen met... dat?"
,,Daar weet Giraud wel raad mee; ik zal
hem even opbellen."
Opnieuw greep ze hem hij den arm. ,,Nee!
nee! als er iemand is die het hoort!"
Hij schudde haar van zich af. ,,Stel je toch
niet zoo aan!" zei hij. Alleen in feuilletons
worden telefoongesprekken opgevangen.
Bovendien ga ik een eerbaren fruithandelaar
opbellen en hem vertellen dat het krat met
sinaasappelen voor verzending gereed is."
EEN VRIEND STORT ZIJN HART UIT.
Kunnen wij ons gezin nog voldoende
voed,en
door Eleonora.
Ik ben blij, dat deze rubriek Practisch en
zuinig" is gedoopt en niet alleen zuinig".
Want nu behoef ik me in ieder geval niet
schuldig te rekenen aan de onaangenaam-
heden, die den laatsten tijd volgens mijn erva-
ring nog al eens voorkomen in gezinnen, waar
de huisvrouw onder den indruk van de zuinige
rantsoenen op allerlei gebied, wel uiterst zui
nig is geworden, maar blijkbaar vergeten
heeft, dat ze verkeerd doet, wanneer ze alleen
op dien kant van het vr^agstuk, waarvoor wrj
alien in dezen tijd staan, let.
Deze ontboezeming is een gevolg van een
gesprek, dat ik onlangs met een man had,
die me zijn nood klaagde. Hij stond tegen-
woordig vaak met een onvoldaan gevoel van
tafel op. Hij was, zei hij geen smulpaap, en
HOOPDSTUK XVIII.
Wendover stelt vragen.
Hoe lang ze in dat huis geweest was, wist
Elsie niet. De tijd scheen geen beteekenis te
hebben; ze leefde voortdurend in een staat
van halve bewusteloosiheid. Het scheen haar
eeuwen geleden dat ze het gezicht van die
vrouw zich over haar had zien heenbuigen
die vrouw, die haar vijandin was en die haar
zoo kwaadaardig had aangegrijnsd. Ze rilde
ze wilde trachten er niet meer aan te den-
ken.
Ze had een vriendin, de Gravin. Deze was
heel vriendelijk voor Elsie en zonder haar zou
ze allang de hoop opgegeven hebben.
Urenlang had deze goede vrouw, met het
lompe lichaam, aan haar bed- gezeten en ge-
tracht haar te troosten.,/ Steeds kwamen
haar woorden-op hetzelfde neer.
„Uw geheugen zal zeker teruigkeeren, Prin
ses. Waarom maakt U zich toch zoo onge-
rust? U bent aan de zorgen van zeer knappe
doktoren toevertrouwd, de besten van Parijs,
en die zullen U weer volkomen gezond maken.
Het is toch heel begrijpelijk dat U, na de
ellendiige tijden die U hebt doorgemaakt, ziek
bent geworden. Maar, ma c'hdrie, nu bent U
bij vrienden en U behoeft niemand te ontvan
gen voor U weer heelemaal beter bent. Rust,
mijn lieve
Het was altijd precies hetzelfde, totdat ze
ten langen teste inplaats van getroost te zijn
zich nog veel ongelukkiger voelde. Wie zou
dat niet zijn, als hij altijd maar weer hetzelfde
liedje te hooren kreeg?
Een prinses! Was ze dat werkelijk? Eigen-
lij'k kon het haar heel weinig schelen. Ach
kon ze die ellendige lethargie maar van zich
afschudden. Eerst had ze het wel prettig ge-
vonden, maar langzamenhand werd het haar
een nachtmerrie; ze had een gevoel of ze half
dood was.
(Wordt vervolgd.)