Buitenland
VERVOEDERVERBOD VOOR
AARDAPPELEN.
Overspannen zenuwen
MAXIMUM-PRIJZEN GELDEN ALLEEN
VOOR VLEESCH.
Dus niet voor vleesch en been.
De vleesc.hdistributie heeft aanleiding ge-
geven tot tal van vragen, vooral ook van de
zijde van bet publiek, dat nog niet altijd blijkt
te begrijpen, waarom het nu precies gaat.
Zoo is een van de vele vragen welke gesteld
worden, of de slager nu voortaan bet vleesch
met bet been moet leveren en of het been
voor vleeschprijs kan worden berekend. Wij
hebben, scbrijft De Crt., hiernaar nog eens ge-
informeerd bij het centraal bureau voor vee
en vleesch te Utrecht en kregen hierop het
volgende antwoord.
Het is zoo, dat de rantsoeneeiing vleesch
m t been is, gelijk in Duitschland, maar de
maximum-prijzen gelden voor vleesch en niet
voor vleesch en been. Op vier vleeschbonnen
van edn ons zal dus geleverd kunnen worden
drie ons rundvleesch en 3% ons kalfs- of var-
kensvleesch. Wlare het de bedoeling geweest
om den prijs te stellen voor vleesch met been,
dan zou dit ook in de officieele maximum-
prrjslijst zijn opgegeven.
Voor het slagersbedrijf zou dit dan zeker
voordeelig geweest zijn, maar zoo is het niet.
De slagerg moeten hun klanten dus rantsoe-
neeren naar het vleesch met been, anders
komen zij straks bonnen te kort.
Zooals bekend, valt paardenvleesch niet on-
der de distributie.
Een groot bezwaar is echter, dat er onvol-
doende slachtpaarden aanwezig zijn. Het
groote verbruik van rij- en werkpaarden en
vooral het langer aanhouden van deze dieren
maakt, dat er minder ter slachtbank komen.
Het is de paardenslagerij het laatste jaar zeer
sleoht gegaan, maar de vaststelling van de
detailprijzen op het niveau van 16 September
wordt als een zeer juiste maatregel be-
schouwd.
TREINEN WORDEN VERDUISTERD.
Treinen van de Nederlandsche Spoorwegen
rijden voor het grootste deel tot nu toe na
zonsonder-gang en voor zonsopgang in het vol-
slagen duister. De lampen in de coupd's bran-
den niet. Dit zal zoo niet den geheelen winter
blij ven
De desbetreffende afdeelingen van de Ne
derlandsche Spoorwegen zijn doende de noo-
dige voorzieningen te treffen en als het zoo
vroeg donker wordt, dat tal van treinen ver-
dulsterd zullen moeten rijden, dan zal het licht
niet ontbreken.
Hoe verduisterd wordt, dat hangt af van
den aard van den trein. Bij sommige was het
noodig een rand van zwart papier langs de
vensters te plakken.
Uiteraard is heldere verlichting niet moge-
lijk. Men zal genoegen moeten nemen met een
zwakkere lichtbron of met een blauw lampje.
De passagiers van de coupe's worden ver-
antwoordelijk gesteld voor het handhaven van
de door de Spoorwegen aangebrachte verduis-
teringsmaatregelen. Bordjes, die de reizigers
daarvan in kennis stellen, worden reeds in de
treinen aangebracht. (Tel.)
Ten einde te voorkomen, dat voor mensche-
Ijjke consumptie geschikte aardappelen van
den oogst 1940 voor voederdoeleinden worden
aangewend, is het wenschelijk gebleken, nu
reeds over te gaan tot een vervoederverbod
voor deze aardappelen.
Met ingang van 24 September is het ver-
boden aardappelen van den oogst 1940 aan het
vee te vervoederen, met bestemming tot vee-
voeder af te leveren of te verwerken.
iHieronder valt dus niet alleen het recht-
streeks vervoederen, maar eveneens het stoo-
men, ensileeren e.d. van aardappelen.
Deze verbodsbepalingen gelden niet voor
aardappelen van den oogst 1939.
Ontheffing van dit verbod kan worden ver-
leend door de provinciale voedselcommissa-
rissen.
Voor ontheffing komen alleen in aanmer-
king partijen, welke voor menschelijke con
sumptie ongeschikt zijn.
ENGELSCHE BOMMEN.
Ook bij Hollum op het Waddeneiland Ame-
land kiwamen Engelsche bommen neer. Hier
werd een 4jarig meisje van den winkelier J.
de Boer aan de Burenlaan gedood, een Ojarig
zusje werd zwaar gewond en de moeder lich-
ter gekwetst. Een boerderij werd vernield en
een andere beschadigd.
In een weide bij Kethel Zuid-Hollandwer-
den als gevolg van een aantal zware bom-
ontploffingen 10 koeien gedood. Eenige boer-
derijen bekwamen zware glasschade.
Nabij Echt in Limburg strooiden de Engel
sche ,vliegers de gevaarlijke brandplaatjes.
Vele werden in de omgeving opgeraapt. An
dere, die op daken van boerderijen en schuren
terechtkwamen, veroorzaakten, ondanks de
zware regens, kleine branden, die, dank zij
tijdig ingrijpen en met behulp van volgende
regenbuien, geen schade van beteekenis aan-
richtten.
Eenige burgers bekwamen lichte kwetsuren
bij het blusschen der branden.
Ook in Noord-Brabant bij de Belgische
grens werden phosphorplaatjes uitgestrooid.
Deze richtten er geen schade aan.
In verband met deze berichten zij met na-
druk de aandacht gevestigd op de publicatie
van den secretaris-generaal van binnenland-
sohe zaken, betreffende het onschadelijk ma-
ken van de plaatjes
EEN WERKPLAN VOOR DEN
LANDBOIIW.
De Vuurslag heeft Zondagmiddag te 's-Gra-
venhage onder leiding van den voorzitter Jhr.
R. Groeninx van Zoelen een vergadering ge-
houden, welke door verschillende specialisten
op landbouw-oeconomisch gebied is bijge-
woond.
De eerste spreker, de heer Roosenschoon,
landbouwredacteur van ,,Het Volk", betoogde,
dat voor een goede oplossing van het werk-
loosheidsvraagstuk de landbouw steeds een
der uitgangspunten zal moeten bieden. Naar
spr.'s oordeel kan het systeem, dat de prijzen
bepaald werden, hetzij naar de maatstaf der
wereldmarkt hetzij, naar het inzicht der re-
geering, niet langer gehandhaafd blijven, om-
dat in de toekomst niet het geld maar de
arbeid als voomaamste element der staathuis-
houding zal worden erkend.
Dit brengt met zich mee, dat er gestreefd
moet worden naar betaling van een ,,recht-
vaardigen prijs", welke verband houdt eener-
zrjds met de productiekosten en anderzijds met
het algemeene welvaartsniveau. Op het
oogenblik komt de landbouw daar lang niet
aan toe. Bij een volksinkomen van 5100 mil-
lioen, ontvangt de landbouw, die een vijfde
van het totaal uitmaakt, slechts 600 millioen.
Teneinde nil den rechtvaardigen prijs zoo-
veel mogelijik te benaderen, stelde spreker
voor, dat het land zal worden verdeeld in
„landschappen". Voor deze indeeling wilde
spr. de onderscheiding van de directie van
den landbouw van 84 landbouwgebieden, welke
ieder een eigen karakter naar grondsoort en
bedrijfstype, als grondslag aannemen. Wan-
neer deze landbouwgebieden een bestuur krij-
gen naar den geest der waterschappen, ont-
staan er streken, waarin de kostprijs van de
productie der verschiilende landbouwvoort-
brengselen nagenoeg gelijk is. Spr. den'kt zich
deze landschappen als zelfbesturende licha-
men, waarvan alle hierbij betrokkenen, die ge-
zamenlijk een derde van het volk omvatten,
lid moet zijn.
Vervolgens ontwikkelde spreker een alge-
meen werkplan, dat z.i. de bestaansbasis van
het volk belangrijk zal vergrooten. Aan de
hand van berekeningen van den directeur van
den cultuur-technischen dienst en van Ir.
Westhoff toonde hij aan, dat onze oppervlak-
te cultuurland door middel van versnelde ont-
ginning en inpoldering en door herontginning
en verkaveling met 545.000 ha is te vergroo
ten zonder het natuurschoon en de natuur-
reservaten aan te fasten. Bovendien is door
ontwatering van een kwart van onze opper-
vlakte cultuurgrond een opbrengstvermeerde-
ring te krijgen gelij'k aan een landwinst van
190.000 ha. Bovendien is ons weiland volgens
Dr. Frankena nog vatbaar voor een produc-
tievermeerdering van 50 pet., gelijkstaande
dus aan een landwinst van 600.000 ha. Een en
ander beteekent, dat izelfs afgezien van de
mogelijkheden van intensiveering van den
akkerbouw, onze agrarische basis met 50 pet.
kan worden versterkt.
Als men weet, dat onze invoer van vee-
voeder gelijk stond met de opbrengst van een
oppervlakte van 700.000 ha, ziet men dat brj
een versnelde winning van nieuwe gronden en
verbetering van bestaande, gepaard met in
tensiveering Vhn het weidebedrijf, meer pro-
ductieve krachten kunnen worden vrijge-
maakt, dan vopr dekking van de veevoeder-
import noodig zou zijn.
Het plan van den cultuur-technischen dienst
was echter opgezet voor uitvoering in 25 jaar.
Spr. acht het dringend noodzakelijk, dat dit
tempo zeer belangrijk wordt versneld. Dat is
mogelijk, doordat de oude omslachtige proce
dure van onteigening is vervallen door afkon-
diging van het Vorderingsbesluit.
AI deze maatregelen zouden echter geen
nut afwerpen, aldus spr., wanneer niet tege-
lijkertijd een einde werd gemaakt aan de stij-
ging van landprijs en grondrente, die iedere
verhooging van de agrarische productie op-
slorpen. Hij stelde daarom voor, dat er een
landfonds zal worden ingesteld, waarin alle
te verbeteren en c.q. te vorderen gronden zul
len worden ingebracht, volgens een stelsel dat
tot groote tevredenheid der boeren in de Wie-
ringermeer wordt toegepast. De hoogere
waarde, die ontstaat door de verbetering van
het land komt nu ten goede aan het fonds en
dus aan de gemeenschap.
iSpr. besloot zijn rede met zijn overtuiging
uit te spreken, dat langs dezen weg de werk-
loosheid in den wortel kan worden aangetast
en het staatscrediet in het landfonds een on-
vernietigbaar onderpand zou verkrijgen. Hij
vertrouwde dat Nederland verjongd uit de
huidige crisis zou verrijzen.
De tweede spreker, gep. generaal-majoor
Ch. Ki&s, sprak zijn waardeering uit voor het
betoog van den vorigen spreker, waarin hij
naast zakelijke deskundigheid echt idealisme
had gehoord, een gelukkige combinatie, waar-
voor oud-Holland terecht vermaard was, maar
die in den laatsten tijd te weinig werd aan-
getroffen.
In het teeken van het Nederlandsche, chris-
telijke socialisme, achtte spr. nieuwe binding
mogelijk, maar dan dient in de allereerste
plaats het in Nederland voorhanden politiek
vacuum gevuld te worden.
MARNIX-GEDENKRAAM ONTHUED IN
DE PIETERSKERK TE LEIDEN.
In de historische Pieterskerk te Leiden is
Zaterdagmiddag op plechtige wijze het feit
herdacht, dat vierhonderd jaar geleden Philips
van Mamix van Sint Aldegonde het levens-
lioht aanschouwde.
De plechtige herdenking, welke door tal-
rijke genoodigden werd bijgewoond, ving om
drie uur aan met orgelspel van den heer Leo
J. Mens, die een chromatische fantasie van J.
P. Sweelinck ten gehoore bracht, gevolgd door
hymne a tre voci van Cavazoni, uitgevoerd
door vier koperblazers van het Residentie-
Orkest.
Redevoeringen werden uitgesproken door de
hoogleeraren Prof. Dr. A. A. van Schelven en
Prof. Dr. J. de Vries, waarna de onthulling
van het Marnix-gedenkraam geschiedde door
de echtgenoote van den burgemeester, mevr.
S. A. W. van de Sande BakhuyzenGericke.
Als voorzitter van het com it 6 sprak Prof.
Dr. A. A. van Schelven over „Mamix als
nationale figuur". Spr. zeide, dat verschil
lende dingen een algemeene erkenning van
Marnix als nationale figuur in den weg staan.
Zoo niet van afstamming, dan toch zeker van
inborst was hij volkomen Nederlander.
Hiema werd het woord gevoerd door Prof.
Dr. J. de Vries, vice-voorzitter van het comitd,
die sprak over .Marnix als letterkundige
figuur".
De dichter Mamix naast den staatsman en
den theoloog Mamix is een teeken van den
vollen rijkdom onzer renaissance. Letter
kundige was hij trouwens slechts, voor zoover
hij de taal op meesterlijke wijze hanteerde.
Niet de geringste roem van Mamix is, dat
hij geldt als de dichter van het Wilhelmus.
Het wetenschappelijk onderzoek der laatste
jaren heeft wel is waar twijfel gewekt aan de
juistheid van deze voorstelling en deze is
sterk genoeg om ons volkslied te beschouwen
als het werk van een onbekenden dichter.
Maar het feit, dat men Mamix groot genoeg
achtte om schepper van dit lied te zijn, be-
wijst de beteekenis, die men hem toekende.
Nadat een viertal koperblazers van het
Residentie-Orkest Psalm 42 ten gehoore had
gebracht in de zetting van Claude Goudimel,
een der slachtoffers van den Franschen Bar-
tholomeusnacht, begaf het gezelschap zich
naar het koor der Pieterskerk, waar de ont
hulling van het Marnix-gedenkraam plaats
vond.
De hoofdfiguren van het raam door Georg
Rueter (Sloterdijk) ontwerpen en geschilderd
en door het atelier van W. Bogtman (Haar
lem) uitgevoerd en geplaatst, zijn Mamix en
Prins Willem I. Mamix staat rechts voor
den beschouwer en heeft den prins aan zijn
rechterzijde, terwijl deze hem de llnkerhand
op den schouder legt. Onder hen vindt men
hun beider wapens. Boven hen ziet men,
naar Mamix' eigen schets, de illustratie van
zijn devies: ,,Repos ailleurs".
Prof. Vail Schelven trichtte hiema een dank-
woord tot den kunstschilder Georg Rueter,
bood aan mevr. v. d. Sande Bakhuyzen
Gericike de zilveren Marnix-gedenkpenning
aan en droeg het raam ten slotte over aan de
gemeente, welker voorzitter, de heer B. J.
Mulder het geschenk aanvaardde met het uit-
spreken van een rede.
EEN RADIOREDE VAN IR. VERWEY
OVER DE ZOMERPOSTZEGELS.
Het waarnemende hoofd van het departe-
ment van sociale zaken, Ir. R. A. Verwey,
heeft Maandagavond voor beide omroepzen-
ders ten gunste van de zomerpostzegels een
toespraak gehouden, waarvan wij hieronder
den tekst laten volgen:
lh, aansluiting met hetgeen Prof. Romme,
de voorzitter van het propaganda-comite, u
reeds voor de microfoon heeft medegedeeld
over de actie voor de 'zomerpostzegels in dit
jaar, wil ik thans nog enkele woorden tot u
spreken over het zgn. sociale doel van die
actie voor izomerpostzegels.
Ik moet daarbij in herinnering brengen, dat
van de opbrengst van de zomerpostzegels de
helft aan cultureele en de helft aan sociale
doeleinden ten goede ikomt. Onder de sociale
doeleinden, waarvoor dit jaar de opbrengst
ten deele bestemd is, is er een, dat nu reeds
een aantal jaren door de zomerpostzegels be-
gunstigd is. Het is de bestrijding- van de
tuberculose.
iZoo ooit, dan moet vooral in de tegenwoor-
dige tijdsomstandigheden, nu handhaving van
de volkskracht meer dan ooit ons aller plicht,
ons aller taak, ons aller doel moet zijn, alle
aandacht aan de bestrijding van deze belang-
rijke volksziekte worden besteed. Gelukkig
richt deze ziekte in ons land in de laatste
jaren niet meer zulke groote verwoestingen
aan als vroeger wel het geval is geweest.
Sedert tientallen jaren zien wij in ons land
een voortdurende dalin»g van het cijfer Van de
aan tuberculose overledenen en in de laatste
jaren was de toestand op dit gebied in ver-
gelijfcing met andere landen zoo gunstig, dat
wij wat betreft de tuberculosesterfte in ons
land zelfs een uitzonderingspositie innamen.
De sterfte is nu ongeveer een kwart van wat
zij in het begin van deze eeuw in ons land
was. Wanneer in een kring van medici in
1900 iemand had voorspeld, dat deze volks-
vijand in zoo sterke mate in eenige tientallen
jaren zou worden overwonnen, dan zou men
hem misschien als een fantast hebben be-
schouwd.
Dit moet ons er niet van weerhouden om
ten aanzien van de tuberculose in de tegen-
woordige tijdsomstandigheden bijizondere
waakzaamheid te betrachten. Wij hebben op
dit punt in de jaren 19141918 een gevoelige
les gehad. Tot 1914 daalde in ons land de
sterfte aan tuberculose ook regelmatig, maar
in de jaren '14'18 hebben wij een stijging
van deze sterfte met ongeveer 50 pet. gehad.
Tegen een dergelijk onheil moet thans met
alle ikracht gestreden worden. Al het moge-
lijke moet worden gedaan om de tuberculose
juist in de tegenwoordige tijdsomstandigheden
zoo krachtig mogelijk te bestrijden.
Een onderdeel van deze bestrijding vormt
de uitzending naar .sanatoria. Het is voor dit
onderdeel van de tuberculose-bestrijding, dat
o.a. de gelden, verkregen uit de opbrengst
van de zomerpostzegels, worden besteed en
ik doe daarom een krachtig beroep op u om
ook dit jaar aan dit doel uw medewerking te
geven door, zooveel dit in uw vermogen is,
van de zomerpostzegels gebruik te maken.
Gelukkig beschikt ons land over tal van uit-
nemende sanatoria.
De twee andere doeleinden, waarvoor dit
jaar, wat de sociale kant betreft, de opbrengst
van de zomerpostzegels ten goede komt, zijn
de rheumatiekbestrijding en de zorg voor de
lichamelijke gebrakkigen.
Het zijn twee nieuwe posten op de lijst van
de door de zomerpostzegels begunstigde doel
einden. Twee onderwerpen van geheel ande-
ren aard dan de bestrijding van de tuberculose.
Terwijl wij bij de tuberculose te maken heb
ben met een ziekte, die de sterfte belangrijk
influenceert, hebben wij bij de rheumatiek te
doen met een ziekte waarbij dit niet het ge
val is, maar die niettemin van groote sociale
beteekenis is. Het is een ziekte die voor de
lijders daaraan niet alleen veel tichamelijk
leed, maar ook een groote mate van verlies
van arbeidstijd en arbeidsvermogen mede-
brengt. Ook de bestrijding van deze ziekte
is voor handhaving van de volkskracht van
groot belang.
Tot voor betrekkelijk ikorten tijd was men
maar al te zeer geneigd het als iets onver-
mijdelijks te aanvaarden, dat talloos velen
aan rheumatiek leden. De laatste jaren is
men tot de overtuiging gekomen, dat de rheu
matiek, indien de patienten doelmatig worden
behandeld, veel te genezen en te verbeteren is
van wat vroeger ongeneeslijk eh niet te ver
beteren leek.
De behandeling van riheumatiek-patienten
is echter veelal tijdroovend en kostbaar. Om
deze behandeling mogelijk te maken voor hen,
waarvoor zulks onbereikbaar zou zijn, daar-
voor is ook een deel van de opbrengst van de
zomerpostzegels bestemd.
Tenslotte is als nieuw object onder de doel
einden van de "zomerpostzegels opgenomen de
zorg voor lichamelijik gebrekkigen. Ik geloof,
dat het in de tegenwoordige tijdsomstandig
heden nauwelijks noodig is de beteekenis van
deze zorg in het licht te stellen. Een onder-
zoek in Haarlem leerde destijds, dat bijna 6en
ten honderd van de beVolking tot de lichame-
lijk gebrekkigen moest worden gerekend. Ge
lukkig kan door maatregelen van medische
zorg, van onderwijs en opleiding en van ar-
beidsvoorziening heel veel voor deze groep
gedaan worden. Men kan hierover interes-
sante inlichtingen vinden in het verleden jaar
verschenen verslag van de staatscommissie
inzake onvolwaardige arbeidskrachten. Ook
op dit terrein kan dus, mede dank zij uw aan-
koop van zomerpostzegels, de volkskracht van
Nederland gehandhaafd blijven.
U heeft reeds vemomen, dat de regeling
van den verkoop van zomerpostzegels dit jaar
eenigszing afwijkt van die van andere jaren.
Terwijl anders de verkoop werd geeindigd,
wanneer de zomer zijn hoogtepunt bereikte, is
het thans juist omgekeerd geweest, is de
actie voor den zomerpostzegelverkoop in het
midden van den zomer begonnen en wordt
zij tot in den herfst voortgezet.
Het zou te betreuren zijn indien die door
de tijdsomstandigheden onvermijdelijk wijzi-
ging in de organisatie het gevolg zou hebben,
dat aan de zomerzegels minder aandacht zou
worden besteed dan anders het geval zou zijn.
Zooals u uit mijn woorden gebleken is, ver-
dienen de doeleinden, waaraan de opbrengst
dit jaar ten goede komt de belangstelling
meer dan ooit. Ik doe daarom een krachtig
beroep op alle luisteraars om, indien zij de
goede gewoonte hadden voor hun correspon
dents in dezen tijd van het jaar zomerpost
zegels te gebruiken, deze gewoonte dit jaar
niet te laten varen en indien zij tot mi toe
van de zomerpostzegels geen gebruik gemaakt
hebben, zich die goede gewoonte met ingang
van dit jaar eigen te maken.
Ik weet, dat de behoeften op vederlei gebied
groot zijn en dat voor vele doeleinden een
beroep wordt gedaan op de offervaardigheid,
maar ik ben er van overtuigd, dat ik de drie
door mij besproken onderwerpen: tuberculose-
bestrijding, rheamatiekbestrijding en zorg
voor lichamelijk gebrekkigen, met klem onder
uw aandacht moet brengen.
UiPTSTEL VAN HERFSTVACANTIE
TOT NOVEMBER.
De waarnemende secretaris-generaal van
het departement van Onderwijs, heeft aan
burgemeester en wethouders van alle gemeen-
ten; aan de besturen van scholen voor gewoon
lager, uitgebreid lager en buitengewoon lager
onderwijs; aan de directeuren der rijkskweek-
scholen en aan de besturen van gesubsidieerde
bijzondere kweekscholen medegedeeld, dat hij
het noodzakelijk acht, dat een eventueel in het
leerplan der betrokken school opgenomen
herfstvacantie niet in September of October
wordt gehouden, doch tot een later tijdstip,
bijv. de eerste dagen van November, wordt
uitgesteld.
Hierdoor zal een besparing op het gebruik
van brandstoffen worden verkregen, terwijl,
indien door een tijdelijk tekort aan brandstof
fen voor de betrokken school het onderwijs
voor eenigen tijd zou moeten worden stop ge-
zet, de leerlingen door het treffen van dezen
maatregel minder schade zullen ondervinden.
DE WEEKEINDRETOURS GEEDIG VAN
VRIJDAGMORGEN TOT MAANDAGAVOND
De Directie van de Nederlandsche Spoor
wegen is met ingang van Vrijdag a.s. tot een
belangrijke verruiming van de weekeind-
retours overgegaan.
De geldigheidsduur van deze biljetten is n.l.
met een vollen dag verlengd.
Men kan dan van een weekeind-retour in
den vervolge vier voile dagen gebruik maken,
te weten: van Vrijdagmorgen, eerste trein af
tot Maandagavond laatste trein.
SPANJE VOOR DE BESLISSING.
Het bezoek van den Spaanschen minister
van binnenlandsche zaken en Franco's rech-
terhand, Serrano Suner, aan Berlijn en Rome
en de inhoud der bij die gelegenheden gehou
den redevoeringen, wijzen erop, dat er een
verandering begint te komen in de houding
van het nationalistische Spanje, jegens de
mogendheden der spil.
Men herinnert zich nog den loop der ge-
beurtenissen tijdens den bloedigen burgeroor-
log hoe lang is dit al weer geleden! toen
een nauwen band werd gelegd tusschen Ma
drid, Berlijn en Rome. Het gemeenschappelijk
vergoten bloed heeft dezen band verstevigd en
tot een hechten grondslag gemaakt voor
latere samenwerking.
Toch scheen het gedurende langen tijd, alsof
Spanje afzijdig zou blijven staan van de ge-
weldige gebeurtenissen, welke in deze dagen
de wereld beroeren. Dat had tweeerlei oor-
zaken.
le. Kwam in Augustus van het vorige
jaar de Duitsch-Russische overeenkomst tot
stand. Deze overeenkomst, gesloten op basis
van wederzijdsche belangen en die voor ge
heel Europa van verstrekkende beteekenis kan
zijn, was voor het Duitsche volk, als daad van
staatsmanswijsheid aanvaardbaar en begrijpe-
lijk de vruchten van deze vooruitziende
Duitsche politiek, worden ook thans in ruime
mate geplukt. Maar in Spanje sprak het ge-
voel voorloopig nog in hooger mate; de lange
bloedige worsteling, waarbij duizenden van de
beste zonen van het iSpaansche volk gevallen
waren, had diepe wonden geslagen en zoo
snel kon men den strijd en de haat tegen het
roode Spanje niet vergeten. Waarbij nog kwam
een zeer krachtige actie van het Vaticaan,
dat, zoowel in Spanje als in Italie in die
maanden zijn invloed deed gelden.
2e. Echter mag niet vergeten worden, dat
Spanje arm was en bloedde uit vele wonden.
Het wanbeheer der iaatste decennien, ja feite-
lijk sedert Spanje's glorietijd in de late mid-
deleeuwen, heeft de natuurlijke hulpbronnen
van het land verwaarloosd, den landbouw
veronachtzaamd, de industrialisatie geremd,
de bodemschatten niet geexploiteerd. De bur-
geroorlog heeft ontzaglijke offers gekost, die
alleen gebracht konden worden, dank zij de
traditioneele levenseenvoud van het Spaansche
volk. Geen wonder dan ook, dat Spanje een
lange periode van rust noodig had en nog
heeft, voordat het weer een internationale
politiek van grooten stijl zal kunnen voeren.
Niettemin, de oude grieven jegens Engeland
zijn blijven bestaan. De zonderlinge toestand,
dat de punt van het Spaansche schiereiland
Gibraltar, in handen is van een vreemde mo-
gendheid, die dit punt bovendien gebruikt-tot
beheersching van de Middellandsche Zee,
welke evengoed een Spaansche als een Ita-
liaansche en Fransche zee is, bleef wrevel
wekken.
Het is ook alleszins begrijpelijk, dat, nu de
Britsche macht in de Middellandsche Zee be
gint te tanen, de oude verlangens tot herwin-
ning van het oude Spaansche land, weer op-
duiken. Waarbij komt, dat er reeds weer eenig
herstel is geweest van de verloren krachten
en de herinneringen aan den burgeroorlog,
weliswaar niet vergeten, maar toch eenlgs-
zins verbleekt zullen zijn.
'Ook de houding van het Vaticaan is na de
Duitsche overwinning in het Westen ver-
anderd, gelijk ook blijkt uit de verzoenende
houding der Duitsche bisschoppen.
Het is duidelijk dat een Spanje, dat zich
tegen Engeland zou keeren, zeer ernstigen
invloed zou kunnen uitoefenen. Gibraltar be-
heerscht den toegang tot de oude wereldzee,
Tanger shut aan bij Spaansch Marokko en
Ceuta, waardoor de afsluiting volkomen kan
worden gemaakt. Terwijl de Balearen, even
eens Spaansch bezit, een belangrijk vloot- en
luchtmachtsteunpunt kunnen zijn, gelijk in
den burgeroorlog reeds bleek. Tezamen met
de door de Italianen bezette Pantanella-eilan-
den en Sieilie, kan het Britsche Malta aldus
van alle zijden worden ingesloten en de be-
wegingsvrijheid van de Britsche vloot ernstig
belemmerd worden. Dit is een factor temeer,
welke ertoe leidt, dat zeer langzaam, maar
zeker het net om de Britsche vestingen in eri
om de oude wereldzee wordt toegehaald.
Wij herhalen: of nu werkelijk Spanje open-
lijk zich tegen Engeland zal keeren, is twij-
felachtig, gezien de militaire zwakte van het
land, alsthans op maritiem gebied. Maar een
openlijk samengaan met de spil zou voor de
spilmogendheden reeds belangrijke militaire
voordeelen kunnen bieden in den zin als hier-
boven aangetoond.
'En dit nog afgezien van de economische
voordeelen waarbij wij b.v. denken aan koper
en pyriet, aan tin en kwikzilver.
(Nadruk verboden.)
VERGEEFSOH BEROEP.
Van Duitsche zijde worden, schrijft de N. R.
Crt., nieuwe maatregelen aangekondigd, be-
doeld als verscherpte represaille tegen de be
handeling, waaraan nog immer de in Neder-
landsch-Indie vertoevende Duitschers zijn
blootgesteld.
De verantwoordelijkheid van deze maatrege
len wordt op den gouvemeur-generaal gela-
den, die nimmer geantwoord heeft op een
laatst beroep, dat een maand geleden in een
door heit college van secretarissen-generaal
opgesteld en door jhr. Snouck Hurgronje en
jhr. Six onderteekend telegram op hem is ge
daan.
In het telegram is nogmaals de Duitsche
eisch onder woorden gebracht, dat de in Ne-
derlandsch-Indie vertoevende Duitschers, die
daar sedert het uitbreken van den oorlog ge-
intemeerd zijn, in beginsel in hun bewegings-
vrijheid hersteld worden en in staat gesteld,
om zich weer naar hun woningen te begeven
en hun normale werkzaamheden te hervatten.
Duitschers, die geen vaste woonplaats in Ne-
derlandsch-Indie hebben of wier terugkeer in
hun woning niet mogelijk is waarschijnlijk
dus ook degenen, tegen wier vrije beweging de
Nederlandsch-Indische regeering overwegende
bezwaren heeft zouden in de gelegenheid
Mijnhardt's Zenuwtabletten maken U spoedig
weer weldadig kalm. Buisje 40 en 75 cent.
gesteld moeten worden om naar hun vaderland
terug te reizen of althans zouden zij in een
gezonde plaats in de bergen moeten worden
ondergebracht. Bovendien moest gelegenheid
worden gegeven voor een hulp- en ondersteu-
ningsactie ten behoeve van de Duitschers, die
noodlijdend geworden waren.
Daartegenover kon worden verzekerd, dat
de Duitsche Rijksregeering den Duitschers in
Nederlandsch-Indie uitdrukkelijk zou verma-
nen niets tegen het Nederlandsche gezag of
tegen de veiligheid des lands te ondememen.
Op dezen grondslag zou een bevredigende
regeling mogelijk zijn voor de paar honderd
Nederlanders, die nu reeds geruimen tijd bij
wijze van represaille in Duitschland zijn. ge-
interneerd. Zoo niet, dan moest ernstig reke-
ning gehouden worden met een verscherping
van deze maatregelen.
Om eventueel nader overleg mogelijk te
maken, werd de gouvemeur-generaal tevens
uitgenoodigd, om het telefoonverkeer met het
moederland weer mogelijk te maken.
Van dit alles is totdusver niets gekomen.
Het telegram is via Tokio verzonden en van
bevoegde zijde heeft men geen reden om eraan
te twijfelen, dat het zijn bestemming bereikt
heeft. Men is eerder geneigd te gelooven, dat
de Nederlandsch-Indische regeering zich op-
zettelijk doof houdt, zooals zij, volgens berich
ten, welke van den Duitschen consul in Ma
nilla ook van een Nederlander uit Bandoeng,
gelegenheid laat om naar Duitsche zenders te
luisteren en ook op de Nederlandsche bladen
censuur heeft ingesteld. Zoo had men te Ma
nilla ook van een Nederlanders uit Bandoeng,
die daar op doorreis naar de Vereenigde Sta-
ten vertoefde, vemomen, dat men in Neder-
landsch-Indie geenszins op de hoogte was van
het feit, dat de krijgsgevangen Nederlandsche
soldaten reeds lang naar hun haardsteden wa
ren weergekeerd.
Het is en blijft een moeilijke positie, dat Ne
derland in zijn overzeesche gebiedsdeelen aan
het feit, dat wij nu eenmaal en nog altijd in
oorlog met Duitschland zijn, gevolgen blijft
geven, grievend voor het Duitsche gevoel van
eigenwaarde, terwijl het moederland, door de
Duitsche wapenen tot overgave gedwongen,
niet alleen uit de kracht der omstandigheden,
maar ook met inzicht de wegen zoekt, waar-
langs na den oorlog een harmonische samen-
leving met den Oostelijken buurman in een
nieuw Europa moet worden bereikt.
Wij hebben al vaker blijk gegeven te betreu
ren, dat het de Nederlandsch-Indische regee
ring niet mogelijk blijkt, om al was het slechts
met het oog op de bijzondere situatie, waarin
ons land-in-oorlog zich zoowel hier als ginds
bevindt, met minder rigoureuze maatregelen
te volstaan. En de officieele mededeeling,
noopt ons, deze onze opvatting opnieuw te
laten hooren. Het zou een groot aantal land-
genooten toenemend leed besparen; het zou
in de toekomst ook tot een waarlijke pacifi-
catie van de gevoelens hebben bijgedragen,
iets waarop wij, ook al zijn we dan in den oor
log betrokken geworden, zeker niet minder
moeten blijven hopen dan wij er in het ver
leden een zaak van geloof en vertrouwen van
hebben gemaakt.
EEN ENGELSCH SCHIP MET
WEGGEVOERDE KINDEREN
VERONGELUKT
Tegenspraak van Duitsche zjjde.
Omtrent de Engelsche berichten over de
zoogenaamde torpedeering van een Britsch
evacuatieschip wordt in bevoegde Duitsche
kringen verklaard, dat op het tijdstip van de
ramp noch in, noch buiten het blokkadegebied
een Duitsche duikboot een als passagiersschip
kenbaar Britsch schip getorpedeerd heeft.
Bovendien is vastgesteld, dat de Duitsche zee-
strijdkrachten op het aangegeven tijdstip in
het geheel geen vijandelijke scheepsruimte tot
zinken gebracht hebben.
Dezelfde bevoegde instanties constateeren
het opmerkelijke feit, dat noch de naam van
het schip, noch zijn afmetingen, noch zijn
nauwkeurige positie in de Engelsche berich
ten opgegeven worden, waardoor de geloof-
waardigheid van de Britsche voorstelling van
zaken op zijn minst zeer twijfelachtig wordt.
Anderzijds acht men het volgens het D.N.B.
zeer wel mogelijk, dat een mijn van Britsche
herkomst de oorzaak van de catastrophe is
geweest.
Te Berlijn is men volgens het D.N.B. alge-
meen van overtuiging, dat het uit Engelsche
bron afkomstige en door de New-Yorksche
bladen overgenomen bericht over de z.g. tor
pedeering van een ongenoemd Engelsch schip
met kinderen aan boord enkel een propagan-
datruc is.
Klaarblijkelijk gaat het er slechts om, naar
men hier opmerkt en in welke meening men
door het opzien, dat van Engelsche zrjde ge
wekt wordt, enkel versterkt kan worden, de
Amerikaansche openbare meening tegen
Duitschland in het hamas te jagen zooals
reeds getracht werd bij het begin van den
oorlog met de ,,Athenia". De toentertijd door
Churchill verspreide bewering, dat de
,,Athenia" door een Duitsche duikboot was
getorpedeerd, kon, zooals men zich zal her-
inneren, door de onder eede bevestigde getui-
genverklaringen van vooraanstaande Ameri
kaansche burgers als propagandistische zwen-
del evenals de ontelbare Engelsche valsche
berichten tijdens den wefeldoorlog ontzenuwd
worden. De aanwijzingen dwongen zelfs tot
de conclusie, dat het tot zinken brengen van
de ,,Athenia" door Churchill zelf na veelom-
vabtende voorbereidingen bevolen was. Hierop
zijn, zooals steeds gemeld werd, soortgelijke
gevallen gevolgd. Telkens weer doken z.g.
S.O.S. seinen van Amerikaansche schepen op,
die door Duitsche duikbooten zouden zijn aan-
gevallen en getorpedeerd.
Elken keer bleek, dat die schepen of heele-
maal niet om hulp hadden gevraagd of zich
in het geheel niet in de betrokken wateren
bevonden. De propaganda met de z.g. torpe
deering van schepen met weggevoerde kinde
ren werd voor den eersten keer door den En-
gelschen minister voor voorlichting Duff Coo
per begin Augustus gelanceerd. Hij liet toen
door den Londenschen berichtendienst het be
richt verspreiden, dat een Duitsche duikboot
een schip had getorpedeerd. Eerst nadat Ame
rikaansche persagentschappen de New-
Yorksche zender dit hadden overgenomen,
sprak Duff Cooper het tegen.
Hetgeen bij het huidige geval de aandacht
trekt is, dat de Engelschen tot op dit oogen
blik nog niet in staat zijn den naam van het
z.g. tot zinken gebrachte schip of dien van
den kapitein te noemen, ofschoon het tot zin
ken brengen reeds zes dagen geleden zou heb
ben plants gehad. Overigens is men hier van
meening, dat de verantwoordelijkheid voor
het verlies van menschenlevens in een geval,
zooals dit thans door de Engelsche propagan
da is geconstrueerd, uitsluitend bij de Engel
sche regeering berust.
Wlant Duitschland heeft ten einde den hem
opgedrongen oorlog spoedig tot een zegevie-
rend einde te brengen mededeeling gedaan