ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN ROODE STJER No. 10.113 VRIJDAG 13 SEPTEMBER 1940 80e Jaarqang Binnenland EERSTE BLAD fl GEMEENTE TERNEUZEN. Deze regeling geldt NIET voor de stem- districten ORIEWEGEN en SLUISKIL daar voor deze deelen der gemeente een afzonderlijke regeling zal worden getroffen en nader zal worden bekend gemaakt. Uitreiking Distributievleeschkaarten. Maandag Dinsdag 16 September 17 Woensdag 18 A t/m F M Uitreiking rantsoenbonnen Zeep voor Kinderen en Doktoren. Burgemeester en Wethouders van Terneuzen De Burgemeester van Terneuzen Een onderhoud met Ir Oorst over onze voedselpositie. Zeldzaam zacht en - licht in de pijp! TER NEUZENSCHE COURANT ABONNJSMKNTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maandwi Buiten Temeuzen fr. per post f 1,05 per 3 maanden Bij vooruitbetallng fr. per post 6,— per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonneaaenten voor het buitenland alleen bi] vooruitbetaling. Ultgeefster: Finna P. J. VAN D® SANDE OIBO 3815# YEI^EFOON No. 201*. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer j 0,20. KLEIN E ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bjj vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrtjgbaar is. Intending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. [>IT BEAD VKRSCHIJNT IEDEKRN MAANDAfi-, WOSBNSDAG- EN VRIJDAGAVOND. De Burgemeester van Terneuzen maakt be- kend, dat t op 1 October a.s. ieder Nederlan- der of Nederlandsch onderdaan, die den leef- tijd van 15 jaren heeft bereikt en in het be- zette Nedeirlandsche gebied woont of verblrjf houdt, in het bezit moet zijn van een officieel identiteitsbewijs. Als officieel identiteitsbewijs kan worden gebruikt een geldig Nederlandsch paspoort. Ieder, voorzoover onderaan de bekendma- king geen uitzondering is gemaakt, die niet in het bezit van een zoodanig paspoort is, dient zich op de hieronder bepaalde dagen op het gemeentehuis (raadszaal) tusschen 9 en 13 uur aan te melden, onder overlegging van: a. een reeds ontvangen bewijs van Neder- landerschap, dat niet langer dan edn jaar geleden is afgegeven, teneinde daarop de noodige gegevens te doen bijschrijven; h. wanneer men niet in het bezit is van een paspoort of bewijs van Nederlan- derschap als hierboven omscbreven, van de distributiestamkaart, benevens een goed gelijkende pasfoto. De aanmelding moet. geschieden op de vol- gende dagen, zij wier geslachtsnaam aanvangt met de letter: A - B - C, op Maandag 16 September 1940; D, op Dinsdag 17 September 1940; E - F - G, op Wtoensdag 18 September 1940; H - I - J, op Donderdag 19 September 1940; K - L, op Vrijdag 20 September 1940; M - N - O, op Zaterdag 21 September 1940; P - Q - R, op Maandag 23 September 1940; S - T - U, op Dinsdag 24 September 1940; V, op Woensdag 25 September 1940; W - X - Y - Z, op Donderdag 26 Sept. 1940. Temeuzen, 12 September 1940. De Burgemeester van Temeuzen, p. TEUJEGEN. De Burgemeester maakt bekend, dat gedu- rende het tijdvak van 16 t/m 18 September 1940 de algemeene uitreiking der distributie vleeschkaarten zal plaats hebben in het ge- bouw „Bethel", 2e Verbindingstraat, van 912 uur v.m en 15 uur n.m. Hierbij dienen de Distributiestamkaarten van alle gezinsleden te worden overgelegd. De navolgende dagen van uitreiking dienen door belanghebbenden s t i p t in acht te wor den genomen. Afhaling door gezins- hoofden waarvan de geslachtsnaam begint met de letters: Dag: De Burgemeester van Temeuzen, P. TELL.BGEN. De Burgemeester maakt bekend, dat gedu- rende het tijdvak van 16 t/m 20 September 1940 ten Distributiekantore uitreiking zal ge schieden van extra zeeprantsoenen ten be- hoeve van: a. ikinderen welke op 1 September den leef- tijd van 8 jaar nog niet bereikt hadden; b. practiseerende artsen, tandartsen en vee- artsen. Bij de uitreiking dienen de Distributiestam- kaarten van alle belanghebbenden te worden overgelegd. De Burgemeester van Temeuzen, P. TEIXiEGEN. 3e. Jonge duiven. Jonge duiven, geboren v6dr of op 15 Mei 1940, moeten op de hoklijst vermeld staan. De jonge duiven echter, welke na dien datum werden geringd, moeten uitslui- tend aan den Burgemeester ter plaatse worden opgegeven. 4e. Onmiddellijk na ontvangst van een of meerdere door onze Commissie gewaar- merkte boklijsten is de penningmeester van de club, waarbij de betrokken leden zijn aangesloten, verplicbt een bedrag van vijftig cent per lid te storten op gironummer 299201 van den beer L. Draaisma, 2e Jansteenstraat 24, Amster dam, of per postwissel over te maken aan bovengenoemd adres. Men bedenke vooral, dat wanneer bet betalingsbewijs niet aan de hoklijst is toegevoegd, deze laatste niet van kracbt wordt geacbt. Op elke stortingsstrook van girobiljet of postwissel, moet het hoklijstnummer vermeld staan. 5e. De posttduivenhouder, die postduiven van zijn hok verkoopt, weggeeft, uitleent, enz., heeft tot plicht van den nieuwen eigenaar nopens deze handelingen een gedocumfen- teerde schriftelijke verklaring te eischen, die als aanvulling naast de hoklijst moet worden opgehangen. Omgekeerd zal de nieuwe eigenaar van> den verkooper, schenker of uitleener een' soortgelijke verklaring verlangen en deze eveneens ophangen in het hok. 6e. Niet georganiseerde houders van postduiven. Postduivenhouders, die geen lid zijn van eenige organisatie moeten onverwijld zich als lid melden bij een vereeniging of bond in hun plaats of directe omgeving. De Burgemeester van Temeuzen, P. TELEEGEN. doen te weten, dat door den raad dier ge meente in zijn vergadering van 8 Augustus 1940 is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING, bedoeld bij artikel 6 der Winkelsluitingswet 1930, Stbl. no. 460. Artikel 1. 'Het is verboden voor het publiek geopend te hebben: open of besloten ruimten, waar pleegt te worden gewerkt in een kappers- of barbiersondememing, voor zoover betreft het verrichten van kappers- of barbierswerkzaam- heden, op Maandag na. 13 uur. De bepaling in het eerste lid is niet van toepassing op den Maandag onmiddellijk voor- afgaande aan den Hemelvaartsdag, aan den Eersten Kerstdag en aan den Nieuwj'aarsdag. Artikel 2. Deze verordening treedt in werking op den dag volgende op dien harer afkondiging. Terneuzen, 8 Augustus 1940. De gemeenteraad van Terneuzen, L. J. GEELHOEDT, Do Voorzitter. B. I. ZONNEVUL/LE, Secretaris. Zijnde deze verordening goedgekeurd bij be- sluit van den Secretaris-Generaal van het De- partement van Handel, Nijverheid en Scheep- vaart d.d. 2 September 1940, nr. 42931 J. A. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, 13 September 1940. Burgemeester en Wethouders van Terneuzen, P. TEDDEGEN, Voorzitter. B. I. ZONNEVIJDDE, Secretaris. vestigt de aandacht van duivenbouders nog- maals op de volgende punten: le. Postduiven van andere dan Nederlandsche herkomst, moeten zonder uitstel en op de snelste manier franco worden opgezonden naar bet kantoor, Prinsengracht 407, Amsterdam. Wij hebben hier in zonderheid het oog op postduiven met Engelsche, Fransche,# Belgische, Deensche en Duitsche ringen. 2e. Niet geringde duiven. Ongeringde postduiven moeten onmiddel lijk na uitvaardiging dezer bepalingen op zoodanige radicale manier aan een zijde worden gekortwiekt, dat verheffing van den grond hooger dan 30 centimeter practisch niet meer mogelijk is. De achtervleugel, gevormd door de broekpennen, moet het vereenigingsstem- pel dragen van de club, waartoe de be trokken eigenaar (houder) behoort. Aan den Burgemeester moeten nauwkeurige gegevens worden verstrekt nopens kleur en aantal van deze ongeringde duiven. Van vervreemding of overlijden van ongeringde duiven moet op dezelfde wijze worden kennis gegeven als wel-gerimgde exemplaren. VOORSCHOTTEN ONDER HYPOTHECAIR VERBAND VOOR MIDDENSTANDS- EN ARBEIDERS W ONIN GEN. Van rijkswege kunnen voorschotten onder verband van hypotheek worden verstrekt ten behoeve van: a. herstel of berbouw van door oorlogs- handelingen getroffen woningen; b. voltooiing van in aanbouw zijnde wo ningen, indien deze voltooiing als ge- volg van crediet-moeilij'kheden emstige belemmering ondervindt; c. bouw van nieuwe woningen. Voorschotten worden verleend zoowel voor arbeiderswoningen als bescheiden midden- standswoningen, daaronder begrepen winkel- woningen e.d., tenzij de bedrijfsruimte een overwegend deel van het perceel uitmaakt. De inhoud per woning mag, buitenwerks geme- ten boven den beganen grondvloer, niet meer dan 450 m3 bedragen. Voorschotten worden sleohts verstrekt, voorzoover de beschikbare middelen zulks toe- laten, zoomede voor zoover de voor het her stel, de voltooiing of den bouw benoodigde materialen kunnen worden verkregen. Voorschotten worden verleend onder ver band van eerste of tweede hypotheek, even- wel slechts indien en voor zoover gebleken is, dat belanghebbende niet op andere wijze de noodige geldmiddelen kan verkrijgen. Herstel van door oorlogshandelingen getrof fen woningen moet zoodanig geschieden, dat een bevredigende toestand, die de kosten rechtvaardigt, wordt verkregen. De woningen moeten aan verschillende minimum-eisohen voldoen. Aanvragen <>m toekenning van voorschot moeten gericht worden tot het gemeenfce- bestuur. Formulieren daarvoor zijn ter ge- meentesecretarie verkrijgbaar. Het bedrag van het voorschot wordt z6o vastgesteld, dat eerste en tweede hypotheek tezamen (ook al wordt de eerste hypotheek op andere wijze verkregen) niet meer bedragen dan 90 percent van de geschatte verkoop- waarde van het onderpand. De hypotheek wordt verleend voor een tijd vak van ten hoogste 5 jaar. De rente bedraagt 4 percent per jaar, per drie maanden te betalen. Ieder jaar moet ten minste worden afge- lost 2 percent van het oorspronkelijke totaal- bedrag der eerste en tweede hypotheek te zamen. Met den bouw moet een aanvang worden gemaakt uiterlijk drie maanden na den da tum der beschikking, waarbij het hypothecair voorschot is toegezegd. Nadere inlichtingen worden desverlangd verstrekt ter gemeentesecretarie. Temeuzen, 13 September 1940. Burgemeester en Wethouders van Temeuzen, P. TEDDEGEN, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJDDE, Secretaris. Wij behoeven, schrijft de Prov. Z. Ort., naar menschelijke berekening, geen vrees te heb ben, dat het Nederlandsche volk in den komen- den winter honger zal lijden. De voedselposi tie in ons land is van dien aard, dat men met een betrekkelijk gerust hart het koude jaar- getijde tegemoet kan zien. Aldus ongeveer het stellige antwoord, dat wij op een desbetref- fende vraag ontvingen van den voedselcom- m is saris in Zeeland, Ir. J. D. Dorst. Er zijn altijd nog lieden, die op grond van geruchten en praatjes voor de vaak zoo o.m. dat ons land zou worden ..leeggehaald" allerhande griezelige beweringen meenen te moeten rondstrooien. Zou men hen ge- looven, dan staat het er met onze voedsel- voorziening ellendig voor en moeten we ons hart vasthouden bij de gedachte aan de narig- heid, welke ons te wachten staat. Dergelijke praatjes dient men op §en lijn te stellen met kwaadsprekerij en laster. Alleen de inge- wijden en deskundigen, gelijk Ir. Dorst, kun nen over de voedselpositie van ons land oor- deelen. Alleen wat zij zeggen, heeft het ge- zag der betrouwbaarheid. De leek, die maar van alles, wat hij van hooren-zeggen heeft, rondstrooit, doet een uiterst kwalijk werk, kwalijk ook voor onze nationale situatie. Wij hebben Ir. Dorst op den man af onze vraag gesteld, om het antwoord alleen te pu- bliceeren, indien het gunstig zou uitvallen. Welnu, gerekend naar de omstandigheden, waaronder wij thans leaven, was het, men kan zeggen: onvoorwaardelijk gunstig. Natuur- lijk, op de vleeschpotten van Egypte hoeft men niet te rekenen. Ons land is bezet gebied wordt door de Engelschen geblokkeerd. Maar die blokkade zal niet kunnen beletten, dat wij zonder honger te lijden den winter doorkomen. Voldoende voorraad graan en peulvruchten. Broodgraan hebben we voldoende tot den volgenden oogst. Dat wil dus zeggen, dat we het op den grondslag van de huidige brood- rantsoeneering nog minstens een jaar kunnen uitzingen. Zulks dan ondanks het feit, dat de oogstopbrengst dit jaar aanzienlijk lager is geweest dan in 1939; naar een voorloopige schatting in Zeeland 15 a 20 Nu was 1939 een ..topjaar", maar ook als men die omstan- digheid in rekening brengt, kan de oogst nog niet middelmatig genoemd worden. Hetzelf- de geldt voor de peulvruchten. De natte en koude zomer heeft de opbrengst daarvan zeer j nadeelig beinvloed. In Zeeland zal ze niet veel meer dan 4/'b van die van het vorig jaar beloopen. Toch mag men er op rekenen, dat de te verstrekken rantsoenen behoorlijk zul- len zijn. ■Het slechtst, wat de oogst betreft, staat het intusschen met de aardappelen, De aardap- pelgewassen hebben ontzettend van de be- mchte ziekte te lijden gehad. Voor onze pro- vincie dient men de opbrengsten zeker 30 lager te schatten dan verleden jaar. Econo- misch beteekent dit in het bijzonder voor den boer een strop. Maar voor de voed- selvoorziening hoeft men er al weer geen ern- stige gevolgen van te vreezen. Aan aardappe len zal in geen geval gebrek komen. De vetpositie. Terwijl de natte zomer voor den akkerbouw dus uitermate ongunstig was, heeft hij bij wijze van een geluk hij een ongeluk de boe- ren in de weidestreken en op de zandgronaeh een voordeeltje bezorgd. Er is n.l. een gewel- dig groote grasoogst geweest, zoodat men veel hooi en kuilvoer heeft kunnen winnen. De mwvoederpositie mag uit dezen hoofde zeer gunstig heeten. Een buitengewoon gelukkige omstandigheid, aangezien het er met het kraehtvoer (waarvoor ons land hoofdzakelijk op aanvoer is aangewezen) heel slecht voor- staat. Tot 1 Februari van het volgend jaar wordt voor het melkvee geen kraehtvoer meer toegewezen. Ondanks de gunstige ruwvoer- posltie staat dan ook wel vast, dat de melk- opbrengst dezen winter aanzienlijk lager zal zrjn dan den vorigen. Toch is er geen reden, om hieruit angstige geivolgtrekkingen voor onze vetvoorziening te maken. Ir. Dorst verwacht, dat het ook hier- mee wel zal losloopen, al kan het dan uiter- aard allerminst vetpot zijn. De vetvoorzie ning baart den grootsten zorg, maar men mag hopen, dat een eigenlijk tekort zal worden voor komen. Van belang in dit -verband is nog, dat den boeren in geen geval toestemming zal worden verleend, om het vee graan hij te voeren. Daarmee zouden natuurlijk de gevolgen van het gefcrek aan het gebruikelijke kraehtvoer getemperd kunnen worden. Alle graan, voor menschelijke consumptie geschikt, moet ech ter voor den mensch gereserveerd worden. De mogelijkheid bestaat, dat men ten deze zelfs een straffe maatregel zal uitvaardigen, n.l. zal bepalen, dat het voeren van graan aan het vee als een misdrijf wordt beschouwd en berecht. Ook voldoende vleesch. Vrij gunstig is de toestand, wat de vleesch- productie aangaat. Wel is te verwachten, dat ook voor het vleesch de distributie wordt af- gekondigd, maar de voorraad schijnt voldoen de voor een nogal ruim rantsoen. Het ligt voorshands in de bedoeling, om deze zaak te regelen via ovemame door de Veehouderij- centrale, welke dan aan de slagers de benoo digde kwanta zal toewijzen. Hoe het komt met de afslachting van een deel van onzen vee- stapel tin verband met de precaire voeder- positie) is nog niet te zeggen. Deze kwestie wordt nader bekeken. Alleen is wel zeker, dat, wat de varkens betreft, men zal moeten reke nen op een inkrimping van 30 a 40 pet. van het huidige totaal. Den kleinen bedrijven op den zandgrond, die altijd varkens hebben ge- mest, zal dit uiteraard een geduchte strop berokkenen. Eenzelfde drama speelt zich hier af als in de kippenhouderij. Voor Zeeland is intusschen van belang, dat de veelal g-emengde bedrijven veel afvalpro- ducten (kleioe aardappeltjes, bietenloof etc.) hebben, waarmede varkens gemest kunnen worden. Het is te hopen, aldus ir. Dorst, dat deze mogelijkheid geheel wordt uitgebuit. Op die wijze kan men dan de beperking van de varkensvleeschproductie weer eenigermate temperen. Het vervoerprobleem. Tenslotte de bieten. Daarover is men on voorwaardelijk optimistisch. De bietenoogst zal uitstekend zijn, zoodat onze suikervoorzie- ning niet den minsten zorg baart. Alleen zijn er ten deze de moeilijkheden van bet vervoer, moeilijkheden, welke overigens algemeen voor het geheele landbouwhedrijf gelden. Op het oogenbliik is nog niet te zien. hoe ze ten slotte opgelost zullen moeten worden. Welis- waar hoeft men niet te wanhopen aan een regeling, maar op sommige punten heeft het vraagstuk een nijpend karakter. Voorloopig zijn overigens reeds maatregelen getroffen, welke het vervoer van aan bederf onderhevige producten (o.a. melk en zacht fruit) moge- lijk maken. In verband met het vervoervraagstuk die nen de Zeeuwsche boeren er rekening mede te houden, dat een groot deel van het graan en de peulvruchten v66r den winter afgeno- men zullen worden. Men moet n.l. verdacht zijn op een eventueele vorstperiode, waarin een deel van het transport (o.m. te water) 1am- gelegd zou kunnen zijn. Vroegtijdig wil men de producten daarom hebben op die plaatsen, waar ze geconsumeerd zullen worden. In het bijzonder geldt dit voor de Zeeuwsch-Vlaam- sche boeren. Vermoedelijk zal het vervoer uit het voormalige vierde en vijfde district zoo snel als de middelen het maar toestaan, plaats vinden. Ir. Dorst heeft er aan het slot van het onderhoud nog eens op gewezen, welk een wijs beleid het is geweest, dat in de geduchte cri- sisjaren (1929 e.v.) de Nederlandsche land- bouw in stand werd gehouden, dat er niet is geiuisterd naar zekere influisteringen, om maar een soort van afbraakpolitiek te gaan voeren. De steun, welke van hoogerhand aan den landbouw werd verstrekt, en waarover zooveel te doen is geweest, werpt thans zijn rev'enuen af. Indien men Gods water maar over Gods akker had laten loopen, zouden wij er op dit oogenblik heel wat erger aan toe zijn. Een groot geluk is het geweest, dat ons geheele agrarische apparaat intact bleef. Thans hlijkt, welk een kostelijk nationaal be zit het vertegenwoordigt. Ook doet zich thans een zeker natuurlijk restauratie-verschijnsel voor. De bietensteun zal eerlang misschien kunnen worden opgeheven. Indien de verwach- tingen niet bedriggen, komt de bietenprijs op een niveau, welke dien steun overbodig maakt. Zoo wijzigen zich de omstandigheden en zoo leert men zijn lessen. Wat soms dwaas en overbodig kan schijnen, blijkt achteraf wijs te zijn geweest. SAMENWERKING VAN DE VEREENIGING VAN ZIEKENHUIZEN IN NEDERDAND. Naar de Prov. Z. Crt. vemeemt, hebben de vereeniging van katholieke ziekenhuizen, de vereeniging van ziekenhuizen in Nederland en de vereeniging van protestantsche zieken- inrichtingen in Nederland besloten tot vor- ming van een ..federatie der ziekenhuisver- eenlgingen in Nederland (F.Z.N.)", welke zich ten doel stelt de ontwikkeling van het zieken- huiswezen te bevorderen en de gemeenschap- pelijke belangen harer leden te dienen door het opstellen van algemeene richtlijnen en het verstrekken van adviezen, welke o.a. betrek- king zullen hebben op het voldoen aan rede- lijke eischen van doelmatig ziekenbuisbeheer, op een regionaal plegen van overleg tusschen groepen van ziekenhuizen en op een rationeele distributie en uitbreiding van ziekenhuis- bedden. DR. COLIJN EN DE NEDERL. UN IE. Ir. A. Plate schrijft aan het Handelsblad: De tegenstelling tusschen degenen, die meenen in een nieuwe beweging de Neder landsche gevoelens samen te moeten brengen, en zij, die afzijdigheid bepleiten, is in zijn die- peren zin een tegenstelling tusschen jong en oud. Daarbij behoeft nog niet eens te worden gedacht aan een leeftijdsverschil, al speelt ook dit een rol. De Unie ziet uit de wildheid van den tijd het jonge geboren worden en is geneigd het accent te leggen op de dingen, die komen. A! laat zij ?-?ker niet de oude fundeeringen onge- bruikt, zij voelt toch dat een nieuw Holland- huis moet worden opgebouwd en dat daar- mede aanstonds moet worden begonnen. Tegen revolutiebouw moet worden ge- waakt," aldus daartegenover een typisch Colijnsche waarschuwing (Deeuwarder rede). Een kampeerder op Schiermonnikoog Sprak gelaten: „Het is nog niet droog. Maar hoe hard het ook giet, Dat ik lustig geniet Van ..Roode Ster" - dat behoeft geen betoog!" Zij, die bevreesd zijn, dat de Nederlandsche. Unie in een te snel tempo aan bet hervormen gaat, zullen goed doen haar hiervoor te be- hoeden. Maar of men dit bereikt met aan den kant te gaan staan en onder elkaar te bedis- eussieeren, welke fouten de Unie heeft ge maakt en welke fouten deze alsnog zal maken (waarvoor men, naar ieders persoonlijke zienswijze altijd voldoende trefpunten zal kunnen vinden), is een andere zaak. Wie Nederland vooruit wil helpen, ,,het op wil stuwen in de rij der volkeren" is er niet mee af zich enkel aan grieven te goed te doen. Dan moet iets positiefs daartegenover worden gesteld. En in dit positieve zal vooral tot uiting moeten komen, dat het thans om nieuwe dingen gaat en dat heel veel van het oude in Nederland waarbij vooral aan de partijformaties van vroeger wordt gedacht niet meer houdbaar is, omdat de toestanden in veel opzichten nu eenmaal anders zijn en nog heel anders zullen worden. Voor den heer Colijn heb ik met velen jaren- lang een grooten eerbied gehad en ik heb dien eerbied nc'g. Ik beb dien nog, als ik de een- vaudige, heldere uiteenzettingen van het ver leden en het heden in zijn jongste brochure lees. Ook heb ik dien eerbied voor den vorm van zijn daarop volgende redevoeringen. Colijn heeft als een steeds ageerend gene- raal ons land in zijn functie van minister- president onschatbare diensten bewezen, het parlementarisme toen het in een Snellen ebstroom dreigde onder te gaan weten op te houden. Niets zou ons liever zijn, dan dat deze krachtige figuur nog eens een moment in onze geschiedenis vond, waarop hij opnieuw op de een of andere wijze het roer kon nemen. Maar was Colijn -ooit de man om een ver vooruitgeschoven koers te bepalen Heeft hij ooit voorspellingen op lang zicht gedaan? Deze vragen ontkennend beantwoorden is geen verkleining van zijn persoon. Niet alles ligt ooit in e<5n geest besloten. OVer een voor- uitzienden geest beschikken en tevens een gezonde, krachtige bestuursman zijn. zijn twee dingen, welke zoo ooit, dan toch hoogst zelden in 66n persoon vereenigd liggen. Colijn was en is de sterke opportunist, in den goeden zin van het woord, d.w.z. hij zag politieke mcgelijkheden en gaf zich nimmer over aan illusies. Hij toont zich wederom aldus en blijft daar- mede zichzelf. Alleen... onze tijd vergt een anderen kijk. Onze tijd eischt in de eerste plaats mannen met geloof aan toekomstmoge- lijkheden, ook als die niet direct te verwezen- lijken zijn mannen met fantasie desnoods. De tijd eischt jeugd, ook met zijn fouten, met zijn risico's, met niet voor 100 te ver- wezenlijken illusies. Daarom vraagt de tijd figuren, die zich geven aan die risico's die weten, dat zij desnoods maar tijdelijk werk te verrichten hebben, met geloof aan den ommekeer, waartoe niet de Duitschers, maar de door Hoogerhand ons opgelegde omstan digheden ons dwingen. De houding van Colijn en van hen, die thans met hem meegaan, maken het moeilijk nu bij de jongeren vertrouwen te wekken. Daarvoor is die houding te negatief. Want wie stilstaat, als hij vooruit moet, handelt negatief. Het gezamenlijke optreden Colijn-iSlote- maker de Bruine, kan op zichzelf reeds geen rotsvast vertrouwen geven. De partij, waar van de laatste ddn der leiders is, heeft in Juli '39, dat was in het aangezicht van den wereld- oorlcg, nog meegedaan om ons land, tegen Colijn in, wekenlang bestuurloos te maken. Terecht of ten onrechte, kan terzijde worden gelaten, maar het feit alleen maakt, dat de nieuwe combinatie vreemd aandoet. Een jaar geleden had zij weldadig gewerkt, niet nu. De politieke tjjd voor den heer Slotemaker is, ge- zien zijn weinig vruchtbare ministerschappen ook, voorbij, hetgeen aan de waarde van zijn persoon niets af doet. Het partijwezen in Nederland was oud en is het nu meer dan ooit, omdat nu eenmaal alles anders is. Wat eens aanleiding gaf tot de programmeering voor een partij, is historisch geheel of grootendeels verloopen. Dat zijn eenvoudig feiten, waartegen niets te doen vali. De besten in alle partijen, d.w.z. de waarachtigen, voor wie de partij gesn middel, maar doel is om ilet volk, het vaderland te dienen, weten dit en handelen daarnaar. Daarmede is volstrekt niet gezegd, dat in het heden, in de toekomst, het Nederlandsche volk zich niet in vrijheid zou mogen indeelen

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1