De geldige Bons m Buitenland Ze/dzuuiMt en &cAt -on de /riff) ten en organisaties, die bestonden met ter- zqdestelling van wat verdeelt, met concentra- tie op wat v'ereenigt. Dit had het dubbele voordeel, dat men niet rechtdraads tegen een diepgeworteld verleden inging en dat men, als het ware onmiddellijk, 85 tot 90 pet. van het Nederlandsche volk samenbond en dus een volksuiting schiep die men zich niet sterker denken kan. De tweede XJnie veronachtzaamt 't verleden ten eenenmale en komt voorts met een pro gram van practische verlangens, die bij de meerderheid van het volk geen instemming vinden. Dat beteekent dus, dat zij feitelijk een gewone politieke partij is, naast de andere. En als het dan ten slotte eens zoover zou komen, dat begonnen moest worden met de verwezenlijking van de programmatische ge- dachten in maatregelen van wetgeving, dan zal bovendien nog blijken, dat velen onder de oogenblikkelijke aanhangers zich terugtrekken met nog grooter haast dan waarmee zij toe- getreden zijn. Daarbij komt nu nog, dat de aanvaarding van een paar grondgedachten, die men ook bij de Nederlandsche N.S.B. aantreft: edn enkele partij en het leidersbeginsel, de vrees doen opkomen voor een verder afglijden op dien w eg. Het is op die gronden, dat wij onzen geest- verwanten raden, zich van a&nsluiting bij de Nederlandsche Unie te onthouden. Ten zij, maar dit zou dan heel duidelijk moeten blij ken, tenzij zij van haren dwaalWeg zou terug- keeren. Zoolang blijven we in elk geval afzijdig. DE NEDERLANDSCHE JAARBEURS. Dinsdag is te Utrecht de 43ste Nederland sche Jaarbeurs geopend. Der gewoonte getrouw, heeft het gedele- geerd lid van den Raad van Beheer, de heer W. Graadt van Roggen, in een vooraf gehou- den bijeenkomst een uiteenzetting gegeven van de beteekenis van de najaarsbeurs in dezen tijd. Het laten doorgaan van deze beurs, zoo zeide spreker, was een waag. Maar het Ne derlandsche Jaarbeursinstituut had jegens het bedrijfsleven een plicht; het niet in tijden van nood in den steek te laten. Deze plicht legde alle andere overwegingen het zwijgen op. Drie het jaarbeurs-intermediair kenmerken- de factoren, vragen nu, in verband met de veranderde omstandigheden zeer bijzonderlijk de aandacht: het persoonlijk contact, als ge- volg van de dringende behoefte aan herstel van oude en het zoeken van nieuwe relaties; de aanwezigheid van het verhandelbare pro duct in verband met de vraag naar nieuwe artikelen en de voorlichting van het bedrijfs leven, zich concentreerende op de dringende noodzakelijkheid met de beschikbare middelen het beste profijt voor de gemeenschap te be- reiken. Voor het eerst sedert het oorlogsgeweld over ons land is gegaan, hebben zakenlieden uit alle deelen des land en uit alle takken van hun bedrijfsleven op deze beurs weer de ge legenheid veelzijdig contact met leveranciers en collega's te krijgen. Wie bij benadering de zorgen kent, waaronder de middenstand ge- bukt gaat, zal moeten erkennen, dat op deze najaarsbeurs het persoonlijk contact de naaste de vitale belangen van den zakenman raakt. Naast het persoonlijk contact staat het nut- tig effect van de aanwezigheid van het artikel. De gelegenheid om bij het onderhandelen over den inkoop, het artikel zelf, in verschillende uitvoeringen, prijzen, kwaliteiten enz. bij de hand te hebben, krijgt grootere waarde, nu het gaat om het nieuwe artikel, dat moet die- nen ter vervanging van niet meer beschikbare goederen. Grooter plaats dan voorheen is ditmaal in- geruimd aan de voorlichting. Economische, technische en cultureele voorlichting ontbrak op vroegere beurzen geenszins, maar thans is de voorlichting in de eerste plaats toegespitst op de toestanden en verhoudingen van heden. Deze aanpassing van de jaarbeursvoorlich- ting geldt zoowel op industrieel en commer- cieel gebied als, en vooral, voor de agrarische belangen. Want hier gaat het in hoofdzaak ook om het groote, momenteel alles beheer- schende, probleem der voedselvoorziening van mensch en dier. De voorlichting overigens, welke op deze beurs het bedrijfsleven kan ont- vangen, zal voor menigen zakenman en land- bouwer beteekenen: verlichting van lasten, steun in het bedrijf en richtlijn voor de toe- komst. Deze najaarsbeurs heeft, vervolgde spr., voor haar deelneming geen uitbundige propa ganda noodig gehad; eigener beweging heeft het Nederlandsche bedrijfsleven, voorzoover het dit kon, zich onder de vanen van het jaar beursinstituut geschaard. Eenige firma's, wier geheele bedrijf door het oorlogsgeweld vernietigd was, wenschten desniettegenstaande nadrukkelijk, om 't half- jaarlijksche contact met haar afnemers niet te verliezen, aan de beurs deel te nemen. De agrarische jaarbeurs is weer een attrac- tief middelpunt, waarin een duidelijk beeld gegoven wordt van hetgeen in ons land ge- schiedt ter bevordering van het productiever- mogen van den bodem, van de verkregen re- sultaten en van de mogelijkheden, die zich nog voordoen. Niet minder belangrijk zijn dit jaar de eigenlijke commercieel inzendingen. Het intemationale deel van de jaarbeurs- taak heeft onder de gebeurtenissen der laat- ste maanden uiteraard geleden. Tegenover het verloren gaan van buitenlandsche groepen en een eveneens verminderde individueele deel neming van buitenlandsche firma's, staat een zeer veel grootere en belangrijker belangstel- ling van Duitsche zijde, thans ook tot uiting komende in een uitgebreide inzending op agra- risch gebied. DE NEDERL JAARBEURS IN DUITSOHE OOGEN. De Deutsche iZeitung in den Niederlanden heeft, op de manier, waarop dat in de Duit sche pers gebruikelijk is, een speciale bijlage aan de Nederlandsche Jaarbeurs gewijd, waarvoor de Duitsche Rijksministers Seyss- Inquart en Punk een inleiding hebben ge- schreven. De Rijkscommissaris prijst het Besluit om de jaarbeurs te laten doorgaan als een blijk van verheugende kracht tot daden, zoowel van Nederlandschen als van Duitschen kant. ,,Wij begroeten alles, Wat geschikt is, om de samen- werking te verdiepen en de kennis van elkan- der te vergrooten. In dit opzicht heeft de Utrechtsche Jaarbeurs boven de engere econo- mische belangen uit een hoogere zending te vervullen". Dr. Seyss-Inquart constateert, dat ,,de vormen van een nieuw Europa zidh reeds af- teekenen. Deze groote ruimte te bedden in een verstandig geleide wereldhuishouding, moet in de komende weken en maanden het streven zijn van alien, die zich him verant- woordelijkheid bewust zijn". Van verstrekkende beteekenis zqn de uit- eenzettingen van den president van de Duit sche Rijksbank, die schrijft: De historische omwentelingen van de laat- ste jaren hebben het begrip van een nieuw Europa op den voorgrond van het publieke bewustzijn geschoven. Het inzicht in deze BROOD: I Bons 4 (Broodbonboekje). Geldig tot J en met 12 September. Bons 5 (Broodbonboekje). Geldig van j 1 9 tot en met 15 September. Elk nummer van deze bons geeft recht op het koopen van 125 gram j 1 roggebrood of 100 gram ander J brood. Bonnen gemerkt met 5, welke op 15 1 September nog niet zijn verbruikt, |j 1 blijven geldig tot en met 19 Sept. BOTER, MARGARINE EN VET. Bons 5 t/m 12 (Boterkaart) Geldig I tot en met 18 October, recht gevende op het koopen van )4 pond boter op elke bon. Bons 5, 6 en 7 (Vetkaart). Geldig tot en met 18 October, recht gevende op jj het koopen van )4 pond margarine j| of pond boter op elke bon. Bon 8 (Vetkaart). Geldig tot en met 1 18 October, recht gevende op het j koopen van )4 pond gesmolten vet. j I Bons 9, 10, 11 en 12 (Vetkaart). Gel- dig tot en met 18 October, recht j 1 gevende op het koopen van pond boter op elke bon, waarbij een reduc- 1 tie van 10 cent per bon wordt ver- leend. M 8UIKER: I Bon 72 (algemeen distributieboekje)j Geldig tot en met 27 September, j 1 recht gevende op het koopen van j 1 kg suiker. THEE OF KOFFIE: Bon 73 (algemeen distributieboekje). j| Geldig tot en met 27 September, 1 recht gevende op het koopen van y2 ons thee of pond koffie. BLOEM OF MEEL: Bon 40 (algemeen distributieboekje). jj Geldig tot en met 6 September, jj 1 recht gevende op het koopen van )4 1 1 pond tarwebloem, tarwemeel, boek- jj j weitmeel, roggemeel, roggebloem of j zelfrijzend bakmeel. RIJST, RIJSTEMEEti OF RUSTEBLOEM. Bon 14 (algemeen distributieboekje). j 1 Geldig tot en met 6 September, recht gevende op het koopen van 14 j. I pond rijst, of rijstemeel, of rijste- j 1 bloem. HAVERMOUT, GORT, HAVER- j VLOKKEN EN GRUTTEN. H 1 Bon 27 (algemeen distributieboekje). g Geldig tot en met 6 September, recht gevende op het koopen van 14 g pond havermout, gort, havervlokken jj j of grutten. MAIZENA, GRIESMEEL EN PUDDINGPOEDER. Bon 105 (algemeen distributieboekje). g 1 Geldig tot en met 8 September, jj recht gevende op het koopen van g 1 100 gram maizena, griesmeel of 1 puddingpoeder. VERMICELLI, MACARONI EN SPAGHETTI. j Bon 110 (algemeen distributieboekje). J j Geldig tot en met 8 September, 1 recht gevende op het koopen van 3 j 100 gram vermicelli, macaroni of g spaghetti. ZEEP. Bon 115 (algemeen distributieboekje) 1 Geldig tot en met 24 September, g 1 recht gevende op het koopen van 1 120 gram huishoudzeep, of 150 gram g 1 toiletzeep, of 200 gram zachte zeep, g g of 250 gram zeeppoeder, of voor 1 1 zoover voorradig 125 gram zeep- i vlokken, of 250 gram zelfwerkende 1 g waschmiddelefl, of 200 gram vloei- 1 1 bare zeep. g Bon 116 van de tegelijk met de textiel- g jj kaart uitgereikte ,,scheerzeepbon- 3 1 nen" geeft tot en met 31 Dec. recht 1 op het koopen van 50 gram scheer- g zeep of voor zoover voorradig g een tube scheercreme dan wel een g M pot scheerzeep. PETROLEUM: 1 Petroleum-Distributiezegel gemerkt g ,,Periode V" geeft tot en met 8 g September recht op het koopen van 2 liter petroleum. SlIlllfillllllllflllllllllllllllllilllllllllllHIIIIIIl^^ ontwikkeling beteekent tevens de mobilisatie van nieuwe oeconomische krachten. De be- langstelling voor deze dingen is brandend ge- worden. Men zou op alle concrete vragen gaame concreet willen antwoorden; maar het moet een keer gezegd worden, dat de tijd daarvoor nog te vroeg is. Nog spreken de wapenen! Edn ding spreekt echter van zelf: het nieuwe Europa wordt niet op dogmatische postulaten opgebouwd. Ontzaglijk veelzijdig zijn de opgaven, die opgelost moeten worden en die diepgaand overleg en onderzoek be- hoeven. Werk genoeg voor politicus en oeco- noom! Vast staat echter reeds het doel en vast staat ook het principieele in de kwestie van de middelen. De verwezenlijking van dit doel zal defini- tief een einde maken aan het leegloopen en tegen elkaar ingaan van de Europeesche economische krachten. Alle productieve krachten van de Europeesche ruimte zullen tot ontwikkeling worden gebracht, voorzoover zij noodzakelijk zijn om de veiligheid en den sociaal-economischen opgang van deze ruim te te bereiken. Duitschland wenscht als sociaal hoog ontwikkelde staat tusschen sociaal hoog ontwikkelde buurstaten te leven en onder dit parool verbinden zich de Duitsche belangen zonder verderen omhaal met de belangen van geheel Europa. Om dit doel te bereiken kan men niet eenvoudig naar een vast recept uit de theoretische volkshuishoudingspolitiek grij- pen, maar men zal rekening houdend met de verscheidenheden van de afzonderlijke landen wat reeds bereikt is vervolgen en met zorg- vuldig afweging en bespreking nieuwe moge lijkheden tot ontwikkeling trachten te bren- gen. Het geheel zal in hooge mate een vraag- stuk van organisatie zijn. Organiseerende af- spraken zullen niet slechts van staat tot staat, maar geadviseerd door den leidenden staat ook van practisch bedrijfsleven tot practisch bedrijsleven gevoerd moeten wor den. Zoo zal zich het levende bedrijfsleven van het eene volk brj dat van het andere volk moeten voegen, steeds geraden en geleid door de staatsmanswijsheid van de leiding. Voor waarde is de aanwezigheid van een Euro- peesch gemeenschapsgevoel, dat tot in de breedte van het practische bedrijfsleven tot ontwikkeling moet worden gebracht. De samenwerking van het practische bedrijfs leven moet in zekeren zin de grondstof zjjn, waarop als bedrijfs-politieke bekroning derge- lijke dingen als koerswijzing van den buiten- landschen handel, betalingsverkeer, verreke- ning, credietverleening, kapitaalinvesteering, prijspolitiek en douaneovereenkomsten orga- nisch worden opgebouwd. Daardoor zal de productieve kracht van Europa als een mach- tige factor van de wereldhuishouding tegen iedere crises opgewassen zijn. De wereld zal het op den duur niet kunnen stellen bui-ten de voortbrengingskracht en buiten de ver- bruikskracht van een gepacificeerd Europa en zoo eindelijk tot verstandige methoden van wereldhuishouding moeten terugkeeren. Wat verstandig is, is ook juist en wat juist is, is ook goed! Dit eenvOudige inzicht, waarnaar in het nationaal-socialistische Duitschland met succes gewerkt wordt, moet en zal zich langzaam niet alleen in Europa, maar ook in de geheele wereld doorzetten. WERKTIJDEN IN VERBAND MET DE V ERDUISTERING. Afwjjkingen van de Arbeidswet. De waarnemende secretaris-generaal, waar- nemend hoofd van het Departement van Sociale Zaken, heeft aan hoofden of bestuur- ders van ondememingen in alle gemeenten des rijks, in wier fabrieken of werkplaatsen in verband met de bestaande verduisterings- voorschriften moeilijkheden worden onder- vonden, toegestaan, dat in die fabrieken of werkplaatsen le. In het tijdvak van Zaterdag 7 Decem ber 1940 tot en met Zaterdag 11 Januari 1941 in af wij king van het bepaalde in artikel 23 der Arbeidswet 1919 door arbeiders op Zater dag arbeid mag worden verricht tusschen 1 uur des namiddags en zonsondergang; 2e. in het tijdvak van Zaterdag 2 Novem ber 1940 tot en met Zaterdag 30 November en in het tijdvak van Zaterdag 18 Januari 1941 tot en met Zaterdag 22 Februari 1941 in afwijking van het bepaalde in artikel 23 der Arbeidswet 1919 door arbeiders op Zaterdag arbeid mag worden verricht tusschen zons- opgang en 5)4 uur na zonsopgang of, indien de arbeid op Zaterdag wordt onderbroken door een rusttijd van ten minste een half uur, tusschen zonsopgang en ten hoogste zes uren na zonsopgang. 3e. In het tijdvak van Maandag 16 Sep tember 1940 tot en met Maandag 31 Maart 1941, in afwijking van het bepaalde in artikel 24 van de Arbeidswet 1919 door arbeiders van 16 jaar en ouder, voor zoover door hen in dit tijdvak tengevolge van de verduisteringsvoor- sehriften een aantal weken minder dan 48 uren per week wordt gewerkt, in de overblij- vende weken de op deze wijze verloren uren worden ingehaald tot een maximum van ten hoogste 38 uren, waarbij de werktijd voor de mannen niet meer mag bedragen dan ten hoogste 11 uren per dag en 60 uren per week en de werktijd voor de jeugdige personen en vrouwen niet meer dan ten hoogste 10 uren per dag en 55 uren per week, een en ander onder herinnering aan. het bepaalde in artikel 70, tweede lid, van Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, krachtens hetwelk, zoolang van de vergunning wordt gebruik gemaakt, naast de arbeidslijst of den rooster een door het hoofd of den bestuurder der onderneming of een door dezen daarmede belast persoon, als bedoeld in artikel 75 der Arbeidswet 1919, onderteekend geschrift is opgehangen, dat de op grond der vergunning te volgen werktijdregeling aangeeft. Hoofden of bestuurders van ondememingen wordt er aan herinnerd, dat ingevolge artikel 31, eerste lid, van de Arbeidswet 1919, bij het volgen van een normale werktijdregeling de na 4% uur arbeid te geven rusttijd niet meer dan 1/2 uur behoeft te bedragen en dat, indien krachtens deze vergunning langer dan 8)4 uur per dag wordt gewerkt, ingevolge het be paalde in artikel 63, le lid, van het Werk tijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, volstaan kan worden met het geven van een half uur rust telkens na ten hoogste 5 uren arbeid. PROF. VAN POELJE ONTSLAG VERLEEND. Naar ,,De Zaanlander" verneemt, heeft de Rijkscommissaris voor het bezette Nederland sche gebied eenige dagen geleden den Secre- taris-Generaal van het Departement van On- derwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. dr. G. A. van Poelje, ontslag uit zijn functie ver- leend. De benoeming van een waarnemend Secre- taris-Generaal zal weldra volgen. HET SOLDATENKERKHOF OP DEN GREBBEBERG ZAL WORDEN VERPLAATST. Het soldatenkerkhof op den Grebbeberg, waar Nederlandsche en Duitsche gesneuvelden be graven liggen, zal, naar de Tel. weet te melden, verplaatst worden en wel naar de zandafgravingen in het Koningsbosch. Op deze plek, waar het rustiger is dan op het aan den drukken weg gelegen huidige kerkhof, zal een mausoleum worden ingericht. Het initiatief voor een enander is uitge- gaan van militairen van het 8ste regiment infanterie. ONTBINDING DER VRIJMETSELAAUS- LOGES. Van bevoegde officieele zijde wordt het A. N. P. mede-gedeeld, dat Donderdag in ge heel Nederland de ontbinding der vrijmetse- laarsloges is bevolen, zulks in het raam van de herordening van het Nederlandsche maat- schappelijke en geestelijke leven. IMSTKIIH T1E VAN TERPENTUN EN LUNOLIE VOOR DE SCHILDERS- BEDRIJVEN. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, maakt het volgende bekend: Zooals in de dagbladen van 27 Mei 1940 is gepubliceerd, is tot heden het afleveren van terpentijn zoowel door den groot- als door den kleinhandel zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het bestuur van het rijksbureau voor chemische producten verboden geweest, uitgezonderd aap schil- derspatroons in hoeveelheden van ten hoogste 1 liter per week per volwassen schilder. Met ingang van 9 September komt deze regeling te vervallen. Van dien datum af zal eveneens het afleveren van terpentijn aan een toestemming van het bestuur van het rijksbureau voor chemische producten ge- bonden blijven, doch zal een speciale rege ling gelden voor het afleveren aan het schil- dersbedrijf. De uitvoering van deze regeling, berust bij den directeur van de sectie verf en verf- grondstoffen van het rijksbureau voor che mische producten, Koningskade 15, 's-Gra- - venhage. Bij de technische vetten- en olie-distri- butiebeschikking 1940 van 13 Juli 1940 werd lijnolie, al dan niet bewerkt, tot distributie- goed verklaard. Met de uitvoering van deze regeling, ook voorzoover de schilders hierbij betrokken waren, wordt belast de afdeeling margarine, vetten en olien van de Neder landsche Zuivelcentrale. Voorzoover het betreft de distributie onder de schiledrs wordt ook deze regeling vervan- gen door een nieuwe, waarvan de uitvoering eveneens is opgedragen aan den directeur van de sectie verf en verfgrondstoffen van het rijksbureau voor chemische producten. HITLER OPENT HET DUITSCHE WINTERHULPWERK. De Eng»lsehe oorlogsberichtgeving gelaakt. Het Duitsche winterhulpwerk 1940/'41 is Woensdag door Hitler geopend met de vol gende rede: ,,Op dezen dag", zoo verklaarde hij „eindigt het eerste oorlogsjaar. De successen van dit eerste jaar zijn uniek. Wij kunnen in het ge heel geen vergelijking trekken met het eerste oorlogsjaar van den wereldoorlog, want in dat eerste oorlogsjaar zijn immers overal, on- danks de grootste dapperheid, ondanks den ongehoorden omvang der offers, slechts ge- deeltelijke resultaten bereikt en niet een definitief voltrokken oplossing. Hitler wees vervolgens op de geweldige geographische ruimte, die thans door de Duit sche weermacht wordt beschermd en ver klaarde o.m.Een aantal tegenstanders zijn uit den weg geruimd. Alleen aan zijn geluk- kige geographische ligging en aan zijn buiten- gewone snelheid in het vluchten heeft Enge- land het te danken, dat hetzelfde lot het nog niet ten deel is gevallen. Want het is niet zoo, gelijk eenige Britsche politici zeggen, dat het Britsche leger als een wild paard aan den teugel rukt, brandend van begeerte om ein delijk te worden losgelaten tegen den Duit schen vijand. Zij waren immers zoo dicht bij ons en konden zonder meer hun begeerte be- vredigen. Zij zelf hebben zich van ons ver- wijderd en het bleef hun voorbehouden deze verwijderingen als groote overwinning voor te stellen. Het groote gebied, dat door de Duitsche troepen op het oogenblik wordt beheerscht, is nog uitgebreid door onzen bondgenoot, Italie, die van zijn kant in Oost-Afrika het initia tief heeft genomen, daar zijn positie ver- sterkte en Engeland terugsloeg. Natuurlijk staan ook daartegenover Engelsche „succes- sen". Maar het zijn successen, die het normale gezonde menschenverstand niet begrijpt. En daarom staan zij ook innerlijk niet in een speciaal verband. Wij beleven steeds weer, dat de Engelsche propaganda van de eenige hoogte in de andere diepte valt, weliswaar om enkele dagen later op nog grootere hoog- ten te zweven: Zoo heb ik bijvoorbeeld eens gelezen: Thans wordt de teerling van den oorlog geworpen. Wanneer het den Duitschers niet gelukt naar Parijs te komen en dat zal hun niet gelukken dan hebben zij den oorlog verloren. Mochten zij echter toch naar Parijs komen, dan zal Engeland den oorlog winnen". Zoo heeft Engeland talrijke z.g. ,,overwinningen" bevochten. De roemrrjkste overwinning die weliswaar in onze oogen het smadelijkste wansucces was was de vlucht uit Duinkerken. Engelsche oorlogsberichtgeving. Telkens onderbroken door het luide lachen van zijn toehoorders, gaf de Ftihrer eenige voorbeelden van Engelsche oorlogsbericht geving, die haar onbetrouwbaarheid kenmer- ken. Wij rukten juist, zoo zeide spr., o.m. Polen binnen, toen de Engelsche propagandis- ten verklaarden, dat zij uit welingelichte kringen wisten, dat de Duitschers reeds een heele reeks zware nederlagen hadden geleden en dat de Polen zegevierend naar Berlijn oprukten. Eenige dagen later en stellig uit nog beter ingelichte kringen, hoorde men, dat het lot in het Oosten nu definitief gekeerd was. Daarop kwamen even welingelichte deskundigen, die opmerkten, dat zelfs wan neer Duitschland een succes zou hebben ver- worven, hetgeen in het geheel niet het geval was, dit succes in werkelijkheid toch slechts een wansucces was, gezien van een hooger strategisch standpunt. En toen wij reeds voor Warschau stonden, wist men weer, dat men gerechtigd was om aan te nemen, dat thans in het Westen de aanval der geallieerden zijn eerste groote en doorslag gevende succes be reikt had. Vervolgens zeide men: „Er is een groote nachtmerrie van ons weggenomen. Die Polen in het Oosten waren steeds onze zwakke zijde. Nu kunnen wij ons op het Westen con- centreeren, waar wij met de Duitschers zul len afrekenen". Toen kwam een geruime tijd van kalmte. Die rust was natuurlijk ook een ontzaglijk, duurzaam succes der Britsche weermacht en een even constant wansucces van Duitsch land. Wat hebben de Engelschen in die maanden al niet gewerkt en wat hebben wij niet al verslapen. Wat hebben de Engel sche politici in dien tijd niet allemaal ge zien en juist ingezien en vooral steeds op het juiste tijdstip aangepakt. En wat hebben wij daartegenover niet allemaal gemist. Tot Noorwegen kwam. Toen de operaties begonnen, verheugde de Engelsche oorlogsberichtgeving zich over de ontzaglijke fout, die wij, Duitschers, had den gemaakt. En men verheugde zich in Engeland er over, dat men eindelijk de ge legenheid kreeg om zich te kunnen meten met de Duitschers. Zij kregen de gelegenheid en de krachtmeting kwam ook. Het is een ironie van het lot, dat de voor de Engelschen toentertijd ergste slag te danken was aan hun eigen propaganda. Toen wij n.l. de Noren ten slotte tot voorbij Hamar en Lillehammer hadden verslagen, marcheerde een Britsche brigade zonder van lets te weten op den weg naar Hamar. Zij had naar achteren geenerlei verbinding, want die verbinding hadden onze duikbommenwer- pers en gevechtsbombardementstoestellen ver- nield. Zij luisterden dus alien naar de Brit sche radio. En door de Britsche radio vemam de brigade-commandant, dat wij nog ver achter Lillehammer zaten en dat wij een zware nederlaag hadden geledfen. Nu mar- cheert de Britsche brigade-commandant aan het hoofd van zijn brigade Lillehammer bin nen en gaat daar rustig op 'n kist zitten, ge- vuld met documenten, waarop stond ,,geheim, niet den vijand in handen laten vallen". (Stormachtige vroolijkheid.En hier werd hij nu nog denzelfden nacht met zijn kostbaren winkel door onze troepen gevat. Dat komt er van, wanneer iemand vetrouwt op de En gelsche berichtgeving. Toen het offensief in het Westen kwam. Zoo was het overal. Zij hebben gelogen en gelogen. Zij zijn de zee in geworpen en het was, zooals zij zeggen, een heel groote overwinning. Toen kwam de trotsche kracht meting in het Westen. Juist bij dezen veld- tocht heeft de geallieerde combinatie werke- lijk niets anders dan alleen maar nederlagen moeten incasseeren. Nu is Frankrijk eveneene ineengeslagen. En wat heeft men thans voor een verklaring? Men zeide: Thans kan Engeland such eindelijk met zijn geheele kracht concentreeren, thans heeft Engeland de strategische positie bereikt, die het voort- durend gewenscht en gehoopt heeft te krij gen. De ballast van Frankrijk heeft ons alleen maar kostbaar Britsch bloed gekost." Men zeide, zoo verklaarde Hitler ten aan- zien van Engeland verder, dat de oorlog drie jaar duurt en dat men zich instelde op drie jaar. Maar ik heb toentertijd tegen den rijksmaarschalk gezegd: Goring, bereid alles voor op vijf jaar. Wij handelen zoo niet, om- dat ik geloof, dat de oorlog vijf jaar eal duren. Maar wat ook moge komen, Engeland zal ineenstorten (minuten lang durend applaus). Ik ken geen anderen termijn dan alleen dezen (applaus). Wanneer men in Engeland zeer nieuwsgierig is en vraagt: ,,Ja, waarom komen jelui dan eindelijk niet?" dan ant- woord ik: ,,Stelt u gerust, wij komen" (don- derend applaus). Men moet niets steeds zoo nieuwsgierig zijn. Deze wereld, zoo riep de Fiihrer uit, zal vrij worden. Eens en voor altijd moet worden afgerekend met het schandaal, dat het een natie mogelijk kan zijn al naar believen een geheel vasteland te blokkeeren. Het moet in de toekomst onmogelijk wor den gemaakt, dat het een piratenstaat van tijd tot tijd steeds weer naar wensch en luim veroorloofd wordt eenvoudig ruim 450 millioen menschen min of meer aan armoede en ellende over te leveren. Ik vind het onverdraaglijk, dat hier een natie van 86 millioen menschen door een ander volk te alien tijde aan lichaam en leven bestraft kan worden, wanneer het de een of andere horde plutocraten past. De Fiihrer herinnerde er vervolgens aan, dat hij het 'Engelsche volk reeds zoo vaak de hand der overeenstemming had gereikt, Gij weet het zelf, zoo zeide hij, het was mijn buitenlandsch politiek program. Na een korte verwijzing naar zijn laatste beroep op Enge land, ging Adolf Hitler voort: De Engelsche „bondgenooten' Ik prefereer thans te strijden tot eindelijk een volkomen duidelijke beslissing tot stand is gebracht. En die duidelijke beslissing kan alleen deze zijn, dat het regime van erbarme- lijke en laaghartige oorlogsopruiers uit, den weg wordt geruimd en dat een toestand in het leven wordt geroepen, waarin het onmo gelijk is, dat een natie in het vervolg geheel Europa vermag te tyranniseeren. Duitschland en Italie zullen er zorg voor dragen, dat dit zich in de geschiedenis niet herhaalt. En hier zullen Engeland ook al zijn bondgenooten niets helpen, noch de plannen, die zij mogen ont- werpen. Wij zijn tot alles bereid, tot alles vastbesloten en van zins te alien tijde te han delen. En vooral, men maakt ons door niets bang. Wij, Duitsche nationaal-socialisten, hebben de hardste school doorloopen, die menschelijk slechts denkbaar is. Men kan ons door niets intimideeren, men kan ons door niets verrassen. Toen men in Engeland een jaar geleden te oorlog trok, zeide men: wij hebben een bondgenoot, hij heet generaal Revolutie. Zij hadden geen begrip van den nationaal-socialistischen Duitschen volks- staat. Deze generaal Revolutie was niet te vinden. Toen zeiden zij, dat zij nog een anderen bondgenoot hadden, generaal Honger. Wij hebben er van te voren rekening mee ge- houden, dat de groote, menschenvrienden, evenals in den wereldoorlog zouden probee- ren, vrouwen en kinderen uit te hongeren en wij hebben ons er op voorbereid. Ook deze generaal was slechts een verkeerde specu- latie. Thans is men een derde generaal op het spoor gekomen. Het is generaal Winter. De Engelschen moesten, wanneer zij rrulke generaals nemen, niet vergeten him be- langrijksten generaal misschien tot Britschen rijksgeneraalveldmaarschalk te benoemen, n.l. den generaal Bluf. Dat is hun eenige solide bondgenoot. Ons verslaat men echter met dezen generaal niet meer. Daarmede kan men het Britsche volk misschien dom maken, maar het Duitsche volk heeft Engeland in feite leeren kennen. Met deze middelen zul len de heeren den oorlog niet winnen. En de andere middelen zijn, God zij dank, in onze handen en zullen in onze handen blijven. En wanneer het uur geslagen heeft, zullen wij in de plaats van generaal Honger, of Revo lutie, of Winter, of Bluf weer den generaal der daad stellen, d.w.z. de actie. En dan zullen wij zien, wie zich hier het beste houdt. In zijn verdere uiteenzettingen gaf de Fiihrer uitdrukking aan den dank van het Duitsche volk aan zijn soldaten. ,In deze dagen, zoo zeide hij, worden wij alien be- wogen door dank jegens ons luchtwapen. Ik zou thans, zoo ging hij voort, vooral dank willen uitspreken aan het moederland voor dit achter ons liggende jaar. Het is iets won- derbaarlijks, ons volk in den oorlog te zien, in zijn gansche discipline. Wij beleven dat juist ook nu in dezen tijd, nu de heer Chin- chill ons een vertooning geeft van zijn uit- vinding der nachtelijke luchtaanvallen. Hij aoet dat niet omdat deze luchtaanvallen bij- zonder effectief zijn, maar omdat zijn lucht wapen overdag niet over Duitschland kan vliegen, terwijl de Duitsche vliegers zich dag na dag ooven Engelschen bodem bevinden. De Engelschen komen in den nacht en werpen bommen lukraak en zonder systeem op bur gerwoonwijken, op boerenhofsteden en dorpen. Ik heb drie maanden lang daarop geen ant- woord laten geven in de meening dat zij dit schandaal zouden staken. De heer Churchill zag daarin een teeken van onze zwakheid. Gij zult begrijpen, dat wij thans nacht na nacht

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 2