De geldige Bons
m
Buitenland
Ze/dzuuiMt
en &cAt -on de /riff)
ten en organisaties, die bestonden met ter-
zqdestelling van wat verdeelt, met concentra-
tie op wat v'ereenigt. Dit had het dubbele
voordeel, dat men niet rechtdraads tegen een
diepgeworteld verleden inging en dat men, als
het ware onmiddellijk, 85 tot 90 pet. van het
Nederlandsche volk samenbond en dus een
volksuiting schiep die men zich niet sterker
denken kan.
De tweede XJnie veronachtzaamt 't verleden
ten eenenmale en komt voorts met een pro
gram van practische verlangens, die bij de
meerderheid van het volk geen instemming
vinden. Dat beteekent dus, dat zij feitelijk een
gewone politieke partij is, naast de andere.
En als het dan ten slotte eens zoover zou
komen, dat begonnen moest worden met de
verwezenlijking van de programmatische ge-
dachten in maatregelen van wetgeving, dan
zal bovendien nog blijken, dat velen onder de
oogenblikkelijke aanhangers zich terugtrekken
met nog grooter haast dan waarmee zij toe-
getreden zijn.
Daarbij komt nu nog, dat de aanvaarding
van een paar grondgedachten, die men ook bij
de Nederlandsche N.S.B. aantreft: edn enkele
partij en het leidersbeginsel, de vrees doen
opkomen voor een verder afglijden op dien
w eg.
Het is op die gronden, dat wij onzen geest-
verwanten raden, zich van a&nsluiting bij de
Nederlandsche Unie te onthouden. Ten zij,
maar dit zou dan heel duidelijk moeten blij
ken, tenzij zij van haren dwaalWeg zou terug-
keeren.
Zoolang blijven we in elk geval afzijdig.
DE NEDERLANDSCHE JAARBEURS.
Dinsdag is te Utrecht de 43ste Nederland
sche Jaarbeurs geopend.
Der gewoonte getrouw, heeft het gedele-
geerd lid van den Raad van Beheer, de heer
W. Graadt van Roggen, in een vooraf gehou-
den bijeenkomst een uiteenzetting gegeven van
de beteekenis van de najaarsbeurs in dezen
tijd.
Het laten doorgaan van deze beurs, zoo
zeide spreker, was een waag. Maar het Ne
derlandsche Jaarbeursinstituut had jegens het
bedrijfsleven een plicht; het niet in tijden van
nood in den steek te laten. Deze plicht legde
alle andere overwegingen het zwijgen op.
Drie het jaarbeurs-intermediair kenmerken-
de factoren, vragen nu, in verband met de
veranderde omstandigheden zeer bijzonderlijk
de aandacht: het persoonlijk contact, als ge-
volg van de dringende behoefte aan herstel
van oude en het zoeken van nieuwe relaties;
de aanwezigheid van het verhandelbare pro
duct in verband met de vraag naar nieuwe
artikelen en de voorlichting van het bedrijfs
leven, zich concentreerende op de dringende
noodzakelijkheid met de beschikbare middelen
het beste profijt voor de gemeenschap te be-
reiken.
Voor het eerst sedert het oorlogsgeweld
over ons land is gegaan, hebben zakenlieden
uit alle deelen des land en uit alle takken van
hun bedrijfsleven op deze beurs weer de ge
legenheid veelzijdig contact met leveranciers
en collega's te krijgen. Wie bij benadering de
zorgen kent, waaronder de middenstand ge-
bukt gaat, zal moeten erkennen, dat op deze
najaarsbeurs het persoonlijk contact de naaste
de vitale belangen van den zakenman raakt.
Naast het persoonlijk contact staat het nut-
tig effect van de aanwezigheid van het artikel.
De gelegenheid om bij het onderhandelen over
den inkoop, het artikel zelf, in verschillende
uitvoeringen, prijzen, kwaliteiten enz. bij de
hand te hebben, krijgt grootere waarde, nu
het gaat om het nieuwe artikel, dat moet die-
nen ter vervanging van niet meer beschikbare
goederen.
Grooter plaats dan voorheen is ditmaal in-
geruimd aan de voorlichting. Economische,
technische en cultureele voorlichting ontbrak
op vroegere beurzen geenszins, maar thans is
de voorlichting in de eerste plaats toegespitst
op de toestanden en verhoudingen van heden.
Deze aanpassing van de jaarbeursvoorlich-
ting geldt zoowel op industrieel en commer-
cieel gebied als, en vooral, voor de agrarische
belangen. Want hier gaat het in hoofdzaak
ook om het groote, momenteel alles beheer-
schende, probleem der voedselvoorziening van
mensch en dier. De voorlichting overigens,
welke op deze beurs het bedrijfsleven kan ont-
vangen, zal voor menigen zakenman en land-
bouwer beteekenen: verlichting van lasten,
steun in het bedrijf en richtlijn voor de toe-
komst.
Deze najaarsbeurs heeft, vervolgde spr.,
voor haar deelneming geen uitbundige propa
ganda noodig gehad; eigener beweging heeft
het Nederlandsche bedrijfsleven, voorzoover
het dit kon, zich onder de vanen van het jaar
beursinstituut geschaard.
Eenige firma's, wier geheele bedrijf door
het oorlogsgeweld vernietigd was, wenschten
desniettegenstaande nadrukkelijk, om 't half-
jaarlijksche contact met haar afnemers niet
te verliezen, aan de beurs deel te nemen.
De agrarische jaarbeurs is weer een attrac-
tief middelpunt, waarin een duidelijk beeld
gegoven wordt van hetgeen in ons land ge-
schiedt ter bevordering van het productiever-
mogen van den bodem, van de verkregen re-
sultaten en van de mogelijkheden, die zich
nog voordoen. Niet minder belangrijk zijn dit
jaar de eigenlijke commercieel inzendingen.
Het intemationale deel van de jaarbeurs-
taak heeft onder de gebeurtenissen der laat-
ste maanden uiteraard geleden. Tegenover het
verloren gaan van buitenlandsche groepen en
een eveneens verminderde individueele deel
neming van buitenlandsche firma's, staat een
zeer veel grootere en belangrijker belangstel-
ling van Duitsche zijde, thans ook tot uiting
komende in een uitgebreide inzending op agra-
risch gebied.
DE NEDERL JAARBEURS IN
DUITSOHE OOGEN.
De Deutsche iZeitung in den Niederlanden
heeft, op de manier, waarop dat in de Duit
sche pers gebruikelijk is, een speciale bijlage
aan de Nederlandsche Jaarbeurs gewijd,
waarvoor de Duitsche Rijksministers Seyss-
Inquart en Punk een inleiding hebben ge-
schreven.
De Rijkscommissaris prijst het Besluit om
de jaarbeurs te laten doorgaan als een blijk
van verheugende kracht tot daden, zoowel van
Nederlandschen als van Duitschen kant. ,,Wij
begroeten alles, Wat geschikt is, om de samen-
werking te verdiepen en de kennis van elkan-
der te vergrooten. In dit opzicht heeft de
Utrechtsche Jaarbeurs boven de engere econo-
mische belangen uit een hoogere zending te
vervullen".
Dr. Seyss-Inquart constateert, dat ,,de
vormen van een nieuw Europa zidh reeds af-
teekenen. Deze groote ruimte te bedden in
een verstandig geleide wereldhuishouding,
moet in de komende weken en maanden het
streven zijn van alien, die zich him verant-
woordelijkheid bewust zijn".
Van verstrekkende beteekenis zqn de uit-
eenzettingen van den president van de Duit
sche Rijksbank, die schrijft:
De historische omwentelingen van de laat-
ste jaren hebben het begrip van een nieuw
Europa op den voorgrond van het publieke
bewustzijn geschoven. Het inzicht in deze
BROOD:
I Bons 4 (Broodbonboekje). Geldig tot J
en met 12 September.
Bons 5 (Broodbonboekje). Geldig van j
1 9 tot en met 15 September.
Elk nummer van deze bons geeft
recht op het koopen van 125 gram j
1 roggebrood of 100 gram ander J
brood.
Bonnen gemerkt met 5, welke op 15 1
September nog niet zijn verbruikt, |j
1 blijven geldig tot en met 19 Sept.
BOTER, MARGARINE EN VET.
Bons 5 t/m 12 (Boterkaart) Geldig
I tot en met 18 October, recht gevende
op het koopen van )4 pond boter op
elke bon.
Bons 5, 6 en 7 (Vetkaart). Geldig tot
en met 18 October, recht gevende op jj
het koopen van )4 pond margarine j|
of pond boter op elke bon.
Bon 8 (Vetkaart). Geldig tot en met
1 18 October, recht gevende op het j
koopen van )4 pond gesmolten vet. j
I Bons 9, 10, 11 en 12 (Vetkaart). Gel-
dig tot en met 18 October, recht j
1 gevende op het koopen van pond
boter op elke bon, waarbij een reduc-
1 tie van 10 cent per bon wordt ver-
leend. M
8UIKER:
I Bon 72 (algemeen distributieboekje)j
Geldig tot en met 27 September, j
1 recht gevende op het koopen van j
1 kg suiker.
THEE OF KOFFIE:
Bon 73 (algemeen distributieboekje). j|
Geldig tot en met 27 September,
1 recht gevende op het koopen van
y2 ons thee of pond koffie.
BLOEM OF MEEL:
Bon 40 (algemeen distributieboekje). jj
Geldig tot en met 6 September, jj
1 recht gevende op het koopen van )4 1
1 pond tarwebloem, tarwemeel, boek- jj
j weitmeel, roggemeel, roggebloem of j
zelfrijzend bakmeel.
RIJST, RIJSTEMEEti OF
RUSTEBLOEM.
Bon 14 (algemeen distributieboekje). j
1 Geldig tot en met 6 September,
recht gevende op het koopen van 14 j.
I pond rijst, of rijstemeel, of rijste- j
1 bloem.
HAVERMOUT, GORT, HAVER- j
VLOKKEN EN GRUTTEN.
H
1 Bon 27 (algemeen distributieboekje). g
Geldig tot en met 6 September,
recht gevende op het koopen van 14 g
pond havermout, gort, havervlokken jj
j of grutten.
MAIZENA, GRIESMEEL EN
PUDDINGPOEDER.
Bon 105 (algemeen distributieboekje). g
1 Geldig tot en met 8 September, jj
recht gevende op het koopen van g
1 100 gram maizena, griesmeel of 1
puddingpoeder.
VERMICELLI, MACARONI EN
SPAGHETTI.
j Bon 110 (algemeen distributieboekje). J
j Geldig tot en met 8 September,
1 recht gevende op het koopen van 3
j 100 gram vermicelli, macaroni of g
spaghetti.
ZEEP.
Bon 115 (algemeen distributieboekje) 1
Geldig tot en met 24 September, g
1 recht gevende op het koopen van 1
120 gram huishoudzeep, of 150 gram g
1 toiletzeep, of 200 gram zachte zeep, g
g of 250 gram zeeppoeder, of voor 1
1 zoover voorradig 125 gram zeep-
i vlokken, of 250 gram zelfwerkende 1
g waschmiddelefl, of 200 gram vloei- 1
1 bare zeep.
g Bon 116 van de tegelijk met de textiel- g
jj kaart uitgereikte ,,scheerzeepbon- 3
1 nen" geeft tot en met 31 Dec. recht
1 op het koopen van 50 gram scheer-
g zeep of voor zoover voorradig
g een tube scheercreme dan wel een g
M pot scheerzeep.
PETROLEUM:
1 Petroleum-Distributiezegel gemerkt
g ,,Periode V" geeft tot en met 8
g September recht op het koopen van
2 liter petroleum.
SlIlllfillllllllflllllllllllllllllilllllllllllHIIIIIIl^^
ontwikkeling beteekent tevens de mobilisatie
van nieuwe oeconomische krachten. De be-
langstelling voor deze dingen is brandend ge-
worden. Men zou op alle concrete vragen
gaame concreet willen antwoorden; maar het
moet een keer gezegd worden, dat de tijd
daarvoor nog te vroeg is. Nog spreken de
wapenen! Edn ding spreekt echter van zelf:
het nieuwe Europa wordt niet op dogmatische
postulaten opgebouwd. Ontzaglijk veelzijdig
zijn de opgaven, die opgelost moeten worden
en die diepgaand overleg en onderzoek be-
hoeven. Werk genoeg voor politicus en oeco-
noom! Vast staat echter reeds het doel en
vast staat ook het principieele in de kwestie
van de middelen.
De verwezenlijking van dit doel zal defini-
tief een einde maken aan het leegloopen en
tegen elkaar ingaan van de Europeesche
economische krachten. Alle productieve
krachten van de Europeesche ruimte zullen
tot ontwikkeling worden gebracht, voorzoover
zij noodzakelijk zijn om de veiligheid en den
sociaal-economischen opgang van deze ruim
te te bereiken. Duitschland wenscht als sociaal
hoog ontwikkelde staat tusschen sociaal hoog
ontwikkelde buurstaten te leven en onder dit
parool verbinden zich de Duitsche belangen
zonder verderen omhaal met de belangen van
geheel Europa. Om dit doel te bereiken kan
men niet eenvoudig naar een vast recept uit
de theoretische volkshuishoudingspolitiek grij-
pen, maar men zal rekening houdend met de
verscheidenheden van de afzonderlijke landen
wat reeds bereikt is vervolgen en met zorg-
vuldig afweging en bespreking nieuwe moge
lijkheden tot ontwikkeling trachten te bren-
gen. Het geheel zal in hooge mate een vraag-
stuk van organisatie zijn. Organiseerende af-
spraken zullen niet slechts van staat tot
staat, maar geadviseerd door den leidenden
staat ook van practisch bedrijfsleven tot
practisch bedrijsleven gevoerd moeten wor
den. Zoo zal zich het levende bedrijfsleven
van het eene volk brj dat van het andere volk
moeten voegen, steeds geraden en geleid door
de staatsmanswijsheid van de leiding. Voor
waarde is de aanwezigheid van een Euro-
peesch gemeenschapsgevoel, dat tot in de
breedte van het practische bedrijfsleven tot
ontwikkeling moet worden gebracht. De
samenwerking van het practische bedrijfs
leven moet in zekeren zin de grondstof zjjn,
waarop als bedrijfs-politieke bekroning derge-
lijke dingen als koerswijzing van den buiten-
landschen handel, betalingsverkeer, verreke-
ning, credietverleening, kapitaalinvesteering,
prijspolitiek en douaneovereenkomsten orga-
nisch worden opgebouwd. Daardoor zal de
productieve kracht van Europa als een mach-
tige factor van de wereldhuishouding tegen
iedere crises opgewassen zijn. De wereld zal
het op den duur niet kunnen stellen bui-ten
de voortbrengingskracht en buiten de ver-
bruikskracht van een gepacificeerd Europa en
zoo eindelijk tot verstandige methoden van
wereldhuishouding moeten terugkeeren. Wat
verstandig is, is ook juist en wat juist is, is
ook goed! Dit eenvOudige inzicht, waarnaar
in het nationaal-socialistische Duitschland
met succes gewerkt wordt, moet en zal zich
langzaam niet alleen in Europa, maar ook in
de geheele wereld doorzetten.
WERKTIJDEN IN VERBAND MET DE
V ERDUISTERING.
Afwjjkingen van de Arbeidswet.
De waarnemende secretaris-generaal, waar-
nemend hoofd van het Departement van
Sociale Zaken, heeft aan hoofden of bestuur-
ders van ondememingen in alle gemeenten
des rijks, in wier fabrieken of werkplaatsen
in verband met de bestaande verduisterings-
voorschriften moeilijkheden worden onder-
vonden, toegestaan, dat in die fabrieken of
werkplaatsen
le. In het tijdvak van Zaterdag 7 Decem
ber 1940 tot en met Zaterdag 11 Januari 1941
in af wij king van het bepaalde in artikel 23
der Arbeidswet 1919 door arbeiders op Zater
dag arbeid mag worden verricht tusschen
1 uur des namiddags en zonsondergang;
2e. in het tijdvak van Zaterdag 2 Novem
ber 1940 tot en met Zaterdag 30 November
en in het tijdvak van Zaterdag 18 Januari
1941 tot en met Zaterdag 22 Februari 1941 in
afwijking van het bepaalde in artikel 23 der
Arbeidswet 1919 door arbeiders op Zaterdag
arbeid mag worden verricht tusschen zons-
opgang en 5)4 uur na zonsopgang of, indien
de arbeid op Zaterdag wordt onderbroken
door een rusttijd van ten minste een half uur,
tusschen zonsopgang en ten hoogste zes uren
na zonsopgang.
3e. In het tijdvak van Maandag 16 Sep
tember 1940 tot en met Maandag 31 Maart
1941, in afwijking van het bepaalde in artikel
24 van de Arbeidswet 1919 door arbeiders van
16 jaar en ouder, voor zoover door hen in dit
tijdvak tengevolge van de verduisteringsvoor-
sehriften een aantal weken minder dan 48
uren per week wordt gewerkt, in de overblij-
vende weken de op deze wijze verloren uren
worden ingehaald tot een maximum van ten
hoogste 38 uren, waarbij de werktijd voor de
mannen niet meer mag bedragen dan ten
hoogste 11 uren per dag en 60 uren per week
en de werktijd voor de jeugdige personen en
vrouwen niet meer dan ten hoogste 10 uren
per dag en 55 uren per week, een en ander
onder herinnering aan. het bepaalde in artikel
70, tweede lid, van Werktijdenbesluit voor
fabrieken of werkplaatsen 1936, krachtens
hetwelk, zoolang van de vergunning wordt
gebruik gemaakt, naast de arbeidslijst of den
rooster een door het hoofd of den bestuurder
der onderneming of een door dezen daarmede
belast persoon, als bedoeld in artikel 75 der
Arbeidswet 1919, onderteekend geschrift is
opgehangen, dat de op grond der vergunning
te volgen werktijdregeling aangeeft.
Hoofden of bestuurders van ondememingen
wordt er aan herinnerd, dat ingevolge artikel
31, eerste lid, van de Arbeidswet 1919, bij het
volgen van een normale werktijdregeling de
na 4% uur arbeid te geven rusttijd niet meer
dan 1/2 uur behoeft te bedragen en dat, indien
krachtens deze vergunning langer dan 8)4
uur per dag wordt gewerkt, ingevolge het be
paalde in artikel 63, le lid, van het Werk
tijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen
1936, volstaan kan worden met het geven van
een half uur rust telkens na ten hoogste 5
uren arbeid.
PROF. VAN POELJE ONTSLAG
VERLEEND.
Naar ,,De Zaanlander" verneemt, heeft de
Rijkscommissaris voor het bezette Nederland
sche gebied eenige dagen geleden den Secre-
taris-Generaal van het Departement van On-
derwijs, Kunsten en Wetenschappen, prof. dr.
G. A. van Poelje, ontslag uit zijn functie ver-
leend.
De benoeming van een waarnemend Secre-
taris-Generaal zal weldra volgen.
HET SOLDATENKERKHOF OP DEN
GREBBEBERG ZAL WORDEN
VERPLAATST.
Het soldatenkerkhof op den Grebbeberg,
waar Nederlandsche en Duitsche gesneuvelden
be graven liggen, zal, naar de Tel. weet te
melden, verplaatst worden en wel naar de
zandafgravingen in het Koningsbosch. Op deze
plek, waar het rustiger is dan op het aan den
drukken weg gelegen huidige kerkhof, zal een
mausoleum worden ingericht.
Het initiatief voor een enander is uitge-
gaan van militairen van het 8ste regiment
infanterie.
ONTBINDING DER VRIJMETSELAAUS-
LOGES.
Van bevoegde officieele zijde wordt het
A. N. P. mede-gedeeld, dat Donderdag in ge
heel Nederland de ontbinding der vrijmetse-
laarsloges is bevolen, zulks in het raam van
de herordening van het Nederlandsche maat-
schappelijke en geestelijke leven.
IMSTKIIH T1E VAN TERPENTUN EN
LUNOLIE VOOR DE SCHILDERS-
BEDRIJVEN.
De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het
departement van handel, nijverheid en
scheepvaart, maakt het volgende bekend:
Zooals in de dagbladen van 27 Mei 1940
is gepubliceerd, is tot heden het afleveren
van terpentijn zoowel door den groot- als
door den kleinhandel zonder uitdrukkelijke
schriftelijke toestemming van het bestuur van
het rijksbureau voor chemische producten
verboden geweest, uitgezonderd aap schil-
derspatroons in hoeveelheden van ten hoogste
1 liter per week per volwassen schilder.
Met ingang van 9 September komt deze
regeling te vervallen. Van dien datum af
zal eveneens het afleveren van terpentijn aan
een toestemming van het bestuur van het
rijksbureau voor chemische producten ge-
bonden blijven, doch zal een speciale rege
ling gelden voor het afleveren aan het schil-
dersbedrijf.
De uitvoering van deze regeling, berust
bij den directeur van de sectie verf en verf-
grondstoffen van het rijksbureau voor che
mische producten, Koningskade 15, 's-Gra-
- venhage.
Bij de technische vetten- en olie-distri-
butiebeschikking 1940 van 13 Juli 1940 werd
lijnolie, al dan niet bewerkt, tot distributie-
goed verklaard. Met de uitvoering van deze
regeling, ook voorzoover de schilders hierbij
betrokken waren, wordt belast de afdeeling
margarine, vetten en olien van de Neder
landsche Zuivelcentrale.
Voorzoover het betreft de distributie onder
de schiledrs wordt ook deze regeling vervan-
gen door een nieuwe, waarvan de uitvoering
eveneens is opgedragen aan den directeur
van de sectie verf en verfgrondstoffen van
het rijksbureau voor chemische producten.
HITLER OPENT HET DUITSCHE
WINTERHULPWERK.
De Eng»lsehe oorlogsberichtgeving
gelaakt.
Het Duitsche winterhulpwerk 1940/'41 is
Woensdag door Hitler geopend met de vol
gende rede:
,,Op dezen dag", zoo verklaarde hij „eindigt
het eerste oorlogsjaar. De successen van dit
eerste jaar zijn uniek. Wij kunnen in het ge
heel geen vergelijking trekken met het eerste
oorlogsjaar van den wereldoorlog, want in
dat eerste oorlogsjaar zijn immers overal, on-
danks de grootste dapperheid, ondanks den
ongehoorden omvang der offers, slechts ge-
deeltelijke resultaten bereikt en niet een
definitief voltrokken oplossing.
Hitler wees vervolgens op de geweldige
geographische ruimte, die thans door de Duit
sche weermacht wordt beschermd en ver
klaarde o.m.Een aantal tegenstanders zijn
uit den weg geruimd. Alleen aan zijn geluk-
kige geographische ligging en aan zijn buiten-
gewone snelheid in het vluchten heeft Enge-
land het te danken, dat hetzelfde lot het nog
niet ten deel is gevallen. Want het is niet zoo,
gelijk eenige Britsche politici zeggen, dat het
Britsche leger als een wild paard aan den
teugel rukt, brandend van begeerte om ein
delijk te worden losgelaten tegen den Duit
schen vijand. Zij waren immers zoo dicht bij
ons en konden zonder meer hun begeerte be-
vredigen. Zij zelf hebben zich van ons ver-
wijderd en het bleef hun voorbehouden deze
verwijderingen als groote overwinning voor te
stellen.
Het groote gebied, dat door de Duitsche
troepen op het oogenblik wordt beheerscht, is
nog uitgebreid door onzen bondgenoot, Italie,
die van zijn kant in Oost-Afrika het initia
tief heeft genomen, daar zijn positie ver-
sterkte en Engeland terugsloeg. Natuurlijk
staan ook daartegenover Engelsche „succes-
sen". Maar het zijn successen, die het normale
gezonde menschenverstand niet begrijpt. En
daarom staan zij ook innerlijk niet in een
speciaal verband. Wij beleven steeds weer,
dat de Engelsche propaganda van de eenige
hoogte in de andere diepte valt, weliswaar
om enkele dagen later op nog grootere hoog-
ten te zweven: Zoo heb ik bijvoorbeeld eens
gelezen: Thans wordt de teerling van den
oorlog geworpen. Wanneer het den Duitschers
niet gelukt naar Parijs te komen en dat
zal hun niet gelukken dan hebben zij den
oorlog verloren. Mochten zij echter toch naar
Parijs komen, dan zal Engeland den oorlog
winnen". Zoo heeft Engeland talrijke z.g.
,,overwinningen" bevochten. De roemrrjkste
overwinning die weliswaar in onze oogen
het smadelijkste wansucces was was de
vlucht uit Duinkerken.
Engelsche oorlogsberichtgeving.
Telkens onderbroken door het luide lachen
van zijn toehoorders, gaf de Ftihrer eenige
voorbeelden van Engelsche oorlogsbericht
geving, die haar onbetrouwbaarheid kenmer-
ken. Wij rukten juist, zoo zeide spr., o.m.
Polen binnen, toen de Engelsche propagandis-
ten verklaarden, dat zij uit welingelichte
kringen wisten, dat de Duitschers reeds een
heele reeks zware nederlagen hadden geleden
en dat de Polen zegevierend naar Berlijn
oprukten. Eenige dagen later en stellig uit
nog beter ingelichte kringen, hoorde men, dat
het lot in het Oosten nu definitief gekeerd
was. Daarop kwamen even welingelichte
deskundigen, die opmerkten, dat zelfs wan
neer Duitschland een succes zou hebben ver-
worven, hetgeen in het geheel niet het geval
was, dit succes in werkelijkheid toch slechts
een wansucces was, gezien van een hooger
strategisch standpunt. En toen wij reeds voor
Warschau stonden, wist men weer, dat men
gerechtigd was om aan te nemen, dat thans
in het Westen de aanval der geallieerden zijn
eerste groote en doorslag gevende succes be
reikt had. Vervolgens zeide men: „Er is een
groote nachtmerrie van ons weggenomen. Die
Polen in het Oosten waren steeds onze zwakke
zijde. Nu kunnen wij ons op het Westen con-
centreeren, waar wij met de Duitschers zul
len afrekenen".
Toen kwam een geruime tijd van kalmte.
Die rust was natuurlijk ook een ontzaglijk,
duurzaam succes der Britsche weermacht en
een even constant wansucces van Duitsch
land. Wat hebben de Engelschen in die
maanden al niet gewerkt en wat hebben
wij niet al verslapen. Wat hebben de Engel
sche politici in dien tijd niet allemaal ge
zien en juist ingezien en vooral steeds op
het juiste tijdstip aangepakt. En wat hebben
wij daartegenover niet allemaal gemist. Tot
Noorwegen kwam.
Toen de operaties begonnen, verheugde de
Engelsche oorlogsberichtgeving zich over de
ontzaglijke fout, die wij, Duitschers, had
den gemaakt. En men verheugde zich in
Engeland er over, dat men eindelijk de ge
legenheid kreeg om zich te kunnen meten
met de Duitschers. Zij kregen de gelegenheid
en de krachtmeting kwam ook. Het is een
ironie van het lot, dat de voor de Engelschen
toentertijd ergste slag te danken was aan
hun eigen propaganda.
Toen wij n.l. de Noren ten slotte tot voorbij
Hamar en Lillehammer hadden verslagen,
marcheerde een Britsche brigade zonder van
lets te weten op den weg naar Hamar. Zij
had naar achteren geenerlei verbinding, want
die verbinding hadden onze duikbommenwer-
pers en gevechtsbombardementstoestellen ver-
nield. Zij luisterden dus alien naar de Brit
sche radio. En door de Britsche radio vemam
de brigade-commandant, dat wij nog ver
achter Lillehammer zaten en dat wij een
zware nederlaag hadden geledfen. Nu mar-
cheert de Britsche brigade-commandant aan
het hoofd van zijn brigade Lillehammer bin
nen en gaat daar rustig op 'n kist zitten, ge-
vuld met documenten, waarop stond ,,geheim,
niet den vijand in handen laten vallen".
(Stormachtige vroolijkheid.En hier werd
hij nu nog denzelfden nacht met zijn kostbaren
winkel door onze troepen gevat. Dat komt
er van, wanneer iemand vetrouwt op de En
gelsche berichtgeving.
Toen het offensief in het Westen kwam.
Zoo was het overal. Zij hebben gelogen en
gelogen. Zij zijn de zee in geworpen en
het was, zooals zij zeggen, een heel groote
overwinning. Toen kwam de trotsche kracht
meting in het Westen. Juist bij dezen veld-
tocht heeft de geallieerde combinatie werke-
lijk niets anders dan alleen maar nederlagen
moeten incasseeren. Nu is Frankrijk eveneene
ineengeslagen. En wat heeft men thans voor
een verklaring? Men zeide: Thans kan
Engeland such eindelijk met zijn geheele
kracht concentreeren, thans heeft Engeland
de strategische positie bereikt, die het voort-
durend gewenscht en gehoopt heeft te krij
gen. De ballast van Frankrijk heeft ons
alleen maar kostbaar Britsch bloed gekost."
Men zeide, zoo verklaarde Hitler ten aan-
zien van Engeland verder, dat de oorlog drie
jaar duurt en dat men zich instelde op drie
jaar. Maar ik heb toentertijd tegen den
rijksmaarschalk gezegd: Goring, bereid alles
voor op vijf jaar. Wij handelen zoo niet, om-
dat ik geloof, dat de oorlog vijf jaar eal
duren.
Maar wat ook moge komen, Engeland zal
ineenstorten (minuten lang durend applaus).
Ik ken geen anderen termijn dan alleen dezen
(applaus). Wanneer men in Engeland zeer
nieuwsgierig is en vraagt: ,,Ja, waarom
komen jelui dan eindelijk niet?" dan ant-
woord ik: ,,Stelt u gerust, wij komen" (don-
derend applaus). Men moet niets steeds zoo
nieuwsgierig zijn. Deze wereld, zoo riep de
Fiihrer uit, zal vrij worden. Eens en voor altijd
moet worden afgerekend met het schandaal,
dat het een natie mogelijk kan zijn al naar
believen een geheel vasteland te blokkeeren.
Het moet in de toekomst onmogelijk wor
den gemaakt, dat het een piratenstaat van tijd
tot tijd steeds weer naar wensch en luim
veroorloofd wordt eenvoudig ruim 450 millioen
menschen min of meer aan armoede en ellende
over te leveren. Ik vind het onverdraaglijk,
dat hier een natie van 86 millioen menschen
door een ander volk te alien tijde aan lichaam
en leven bestraft kan worden, wanneer het
de een of andere horde plutocraten past.
De Fiihrer herinnerde er vervolgens aan,
dat hij het 'Engelsche volk reeds zoo vaak
de hand der overeenstemming had gereikt,
Gij weet het zelf, zoo zeide hij, het was mijn
buitenlandsch politiek program. Na een korte
verwijzing naar zijn laatste beroep op Enge
land, ging Adolf Hitler voort:
De Engelsche „bondgenooten'
Ik prefereer thans te strijden tot eindelijk
een volkomen duidelijke beslissing tot stand
is gebracht. En die duidelijke beslissing kan
alleen deze zijn, dat het regime van erbarme-
lijke en laaghartige oorlogsopruiers uit, den
weg wordt geruimd en dat een toestand in
het leven wordt geroepen, waarin het onmo
gelijk is, dat een natie in het vervolg geheel
Europa vermag te tyranniseeren. Duitschland
en Italie zullen er zorg voor dragen, dat dit
zich in de geschiedenis niet herhaalt. En hier
zullen Engeland ook al zijn bondgenooten niets
helpen, noch de plannen, die zij mogen ont-
werpen. Wij zijn tot alles bereid, tot alles
vastbesloten en van zins te alien tijde te han
delen. En vooral, men maakt ons door niets
bang. Wij, Duitsche nationaal-socialisten,
hebben de hardste school doorloopen, die
menschelijk slechts denkbaar is. Men kan ons
door niets intimideeren, men kan ons door
niets verrassen. Toen men in Engeland een
jaar geleden te oorlog trok, zeide men: wij
hebben een bondgenoot, hij heet generaal
Revolutie. Zij hadden geen begrip van den
nationaal-socialistischen Duitschen volks-
staat. Deze generaal Revolutie was niet te
vinden.
Toen zeiden zij, dat zij nog een anderen
bondgenoot hadden, generaal Honger. Wij
hebben er van te voren rekening mee ge-
houden, dat de groote, menschenvrienden,
evenals in den wereldoorlog zouden probee-
ren, vrouwen en kinderen uit te hongeren en
wij hebben ons er op voorbereid. Ook deze
generaal was slechts een verkeerde specu-
latie. Thans is men een derde generaal op
het spoor gekomen. Het is generaal Winter.
De Engelschen moesten, wanneer zij rrulke
generaals nemen, niet vergeten him be-
langrijksten generaal misschien tot Britschen
rijksgeneraalveldmaarschalk te benoemen, n.l.
den generaal Bluf. Dat is hun eenige solide
bondgenoot. Ons verslaat men echter met
dezen generaal niet meer. Daarmede kan
men het Britsche volk misschien dom maken,
maar het Duitsche volk heeft Engeland in
feite leeren kennen. Met deze middelen zul
len de heeren den oorlog niet winnen. En de
andere middelen zijn, God zij dank, in onze
handen en zullen in onze handen blijven. En
wanneer het uur geslagen heeft, zullen wij
in de plaats van generaal Honger, of Revo
lutie, of Winter, of Bluf weer den generaal
der daad stellen, d.w.z. de actie. En dan zullen
wij zien, wie zich hier het beste houdt.
In zijn verdere uiteenzettingen gaf de
Fiihrer uitdrukking aan den dank van het
Duitsche volk aan zijn soldaten. ,In deze
dagen, zoo zeide hij, worden wij alien be-
wogen door dank jegens ons luchtwapen. Ik
zou thans, zoo ging hij voort, vooral dank
willen uitspreken aan het moederland voor
dit achter ons liggende jaar. Het is iets won-
derbaarlijks, ons volk in den oorlog te zien,
in zijn gansche discipline. Wij beleven dat
juist ook nu in dezen tijd, nu de heer Chin-
chill ons een vertooning geeft van zijn uit-
vinding der nachtelijke luchtaanvallen. Hij
aoet dat niet omdat deze luchtaanvallen bij-
zonder effectief zijn, maar omdat zijn lucht
wapen overdag niet over Duitschland kan
vliegen, terwijl de Duitsche vliegers zich dag
na dag ooven Engelschen bodem bevinden.
De Engelschen komen in den nacht en werpen
bommen lukraak en zonder systeem op bur
gerwoonwijken, op boerenhofsteden en dorpen.
Ik heb drie maanden lang daarop geen ant-
woord laten geven in de meening dat zij dit
schandaal zouden staken. De heer Churchill
zag daarin een teeken van onze zwakheid. Gij
zult begrijpen, dat wij thans nacht na nacht