ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD ZEEUWSCH-VLAANDEREN In den pep van het noodlot No 10.110 VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1940 80© Jaargang Binnenland Feuilleton Burgemeester en Wethouders vanTerneuzen zullen op Maandag 16 September 1940, des namiddags 2 uur, voor aannemers uit de gemeente Terneuzen in het ge- meentehuis aanbesteden Het ieveren van de benoodigde Brandstoffen voor de gemeente- gebouwen. De voorwaarden zijn vanaf Maandag 9 September 1940 verkrijgbaar ten kantore van Gemeentewerken, Julianastiaat 31, Terneuzen. Terneuzen, 6 September 1940. Burgemeester en Wethouders voornoemd, P. TELLEGEN, Burgemeester. B. I. ZONNEV1JLLE, Secretaris. ARONNEMENTSPRUS: Binnen Terneuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,— per jaar Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling. Cttgeefster: Firma P. J. VAN DE 8ANDK GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrtjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT EEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. NIEUWE BELASTINGEN. Zooals gebleken is, zijn de tarieven voor de belastingen naar inkomen en vermogen tot heden nog niet gewijzigd. meruit volgt dat de bestaande tarieven ook voor het belasting- jaar 19401941 zullen worden toegepast en dat ook de verhooging van opcenten der ge- meentefondsbelasting gehandhaafd zullen blij- ven. Het ligt evenwel in de lijn der bijzondere omstandigheden om aan te nemen, dat de mid- delen van het Rijk verhooging van de belas tingen noodzakelijk zullen maken. Mocbt dit het geval zijn, dan zal men deze middelen dus moeten bereiken door heffing van nieuwe belastingen. Naar De Tijd verneemt, zou dit dan ge- schieden in den vorm van afzonderlijke hef- fingen. DE AMSTERDAMSOHE RAAD IS INGEKROMPEN. In de Woensdag gehouden zitting van den Amsterdamschen gemeenteraad deelde de voorzitter, dr. W. de Vlugt, bij den aanvang mede, dat de communistische raadsleden, t.w. de heeren Wijnkoop, Seegers, Beuzemaker, mevr. Teeboom-v. West, L. Janssen, Van Bre- derode en J. H. Janzen en de R.S.A.P.-er Snee- viiet uitgesloten zijn van deelneming aan de raadszitting, zoodat zij niet meer ter vergade- ring zullen verschijnen. Het aantal raadsleden is dus van 45 teruggebracht tot 37. INKOMEN TE LAAG OPGEGEVEN OM VETKAARTEN TE KRIJGEN. Op het Centraal Distributiebureau is geble ken. dat tal van menschen ten onrechte vet- kaarten in hun bezit hebben gekregen, terwijl ztj in aanmerking komen voor boterdistributie- kaarten. De betreffende lieden hebben een te laag inkomen opgegeven, ten einde zoodoende andere kaarten te ontvangen, dan waarop zij recht hadden. Er is thans een onderzoek gaande, waarbij men in samenwerking met de belastingautoriteiten zal nagaan, wie opzette- lijk een te laag inkomen hebben opgegeven. Vermoedelijk zal men voorloopig de verkeerde opgaven als vergissingen beschouwen en deze menschen in de gelegenheid stellen alsnog een juiste opgave te doen. Wtie daarna nog de dis- tributiemaatregelen ontduikt, komt in aan- raking met de politie, die dan krachtige maatregelen zal nemen. DE POSITIE VAN NEDERL. INDIe. Een verklaring van Cordell Hull. De minister van buitenlandsche zaken der Ver. Staten, Cordell Hull, heeft een verklaring gepubliceerd, waarin hij o.a. zegt, dat de re- geering der Vereenigde Staten, alsmede die van verscheidene andere staten, waaronder Japan, de laatste maanden uitdrukking ge- geven hebben aan haar wensch, dat in den Stilien Oceaan en inzonderbeid in Neder- landsch-Indie en Fransch Indo-China het be- ginsel van den status quo behouden blijft. In het licht van het feit, dat een officieele bevestiging van bepaalde geruchten omtrent een zoogenaamd Japansch ultimatum aan Fransch Indo-Qhina ontbreekt, heeft de Ame- rikaansche regeering er hezAvaar tegen. aan deze geruchten geloof te hechten. De politieke situatie en het voorwerp van deze geruchten zijn evenwel een aangelegenheid, waaraan de Amerikaansche regeering beteekenis toekent. Het is duidelijk. dat indien deze geruchten gegrond mochten blijken, de uitwerking op de openhare meening van de Ver. Staten „onge- lukkig" zou zijn. DE NEDERLANDSOHE ARBEIDERS IN DUITSCpLAND. Het is enkele malen voorgekomen, dat Nederlandsche arbeiders in Duitschland te werk gesteld, den arbeid in den steek lieten, zonder rekening te houden met den opzeg- gingstermijn. In verband hiermede is de Duitsche Over- he id er in enkele districten toe overgegaan, de paspoorten der andere Nederlandsche ar beiders, die de laatste weken uit het vader- land zijn aangekomen, in bewaring te nemen, aldus meldt het „Vaderland". Dit om verder verbreken van arbeidsovereenkomsten te voorkomen. 'Hoewel deze landgenooten hiervan geen moeilijkheden ondervinden en zij him pas terugkrijgen, wanneer het oogenblik van hun periodiek verlof is aangehroken, heeft de maatregel op de Nederlandsche arbeidskrach- ten geen prettigen indruk gemaakt. Alge- meen wordt echter ingezien, dat deze maat regel door het optreden van hun collega's ver- oorzaakt is. Op een enkele uitzondering na zijn onze landgenooten, die in Duitschland werkzaam zijn, tevreden. De redenen, 'waarom enkelen naar Nederland terugkeerden, zijn in hoofd- zaak: heimwee, ongerustheid over het in eigen land achtergebleven gezin, arbeidschuwheid en klachten over de kost. De arbeiders, die het werk trouw bleven, zijn niet erg te spreken over het optreden van hun collega's. Aan den goeden naam, die de Nederlandsche krachten in Duitschland heb ben, wordt op deze manier afbreuk gedaan. Het meest ergeren zij zich intusschen aan de dwaze praatjes, die de „deserteurs" over bun g. ervaringen in het land rondstrOoien. O.a. wordt er beweerd, dat het in Duitschland veel harder werken zou zijn dan in bet vaderland. Het arbeidstempo in Duitschland is echter niet vlugger. In Zuid-Duitschland, met name in Beieren en in de Oostmark. is het zelfs be- langrijk trager. Het vlugst -werkt men in Berlijn. Een Amsterdamsch deskundige, die twee jaar geleden in Berlijn vertoefde, kwam, hij vergelijking van het arbeidstempo in de twee steden tot de slotsom, dat, althans in de bouwvakken er in de Amstelstad harder ge- Werkt wordt dan in de Spreestad. Ook het loon is in vele gevallen een dank- baar object voor praatjes. Wlat dat loon be- treft: het is afhankelijk van het district waar in gewerkt wordt. Het minimum loon is 59 pf. per uur. Dit verdienden arbeiders zon der vakkennis bij den aanleg van wegen op het platteland. In het algemeen zijn echter ook bij den stratenaanleg de loonen reeds 63 pfennig. In de groote steden, met name in Berlijn, worden veel hoogere loonen betaald. Te Berlijn is het minimum voor arbeiders zonder vakkennis reeds 72 pfenning per uur. Voor vaklieden in het bouwbedrijf is het stan- daardloon 1.08 R.M. per uur, maar dit wordt overschreden, wanneer in tarief gewerkt Wordt. Van deze loonen worden echter weer de belasting en de premieen voor de verzeke- ringen afgetrokken. Gemiddeld zal het loon door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaling door Mevr. T. OSIBOK—MEEREBOER. 8) Vervolg. Lady Trentham, die wel 'wist dat ze van den kant van haar neef niet op hulp behoefde te rekenen, trok zich zoo waardig mogelijk terug onderwijl mopperend: „En dan te denken, dat dat nu mijn kind is, dat door mij werd groot gebracht!" Deze opmerking veranderde even|wel niets aan de houding van de Kabouter, die een voorbeeld van zelfbeheersching was. Maar toch kon ieder scberp opmerker waamemen dat haar oogen een teedere uitdrukking kre- gen, telkens als ze naar haar neef keek... er waren momenten dat de G.O.G.s haar gesto- len konden worden. A1 vanaf haar schooljaren had Beryl haar neef als de meest volmaakte van alle levende maimelijke stervelingen heschoii|wd en zijn eenigszins huitengewoon gedrag van de laat ste jaren had die overtuiging nog versterkt Hij was nu eenmaal heel anders dan alle an dere mannen, die ze tot nu toe ontmoet had. ,,Wel, wat is er aan de hand?" vroeg ze kortaf. Het eenige wat ze doen kon, wilde ze zich niet aan hem verraden, was hem op dezen stuggen toon aan te spreken. Ze werd niet lang in twijfel gelaten. ,,Ken je misschien een zaak, die Yolande beet met vijftien procent moeten worden vermin derd. De hfewering, dat het leven in Duitschland duurder zou zijn dan in Nederland, is niet juist. Sommige artikelen zijn duurder, an dere daarentegen weer belangrijk goedkooper. Het spreekt echter van zelf, dat iemand, die kersversch uit Nederland komt, duurder leeft, dan hij, die reeds lang in Duitschland geves- tigd is. WEES ZUINTG MET MATERIAAL EN MOTORBRANDSTOF. De Nederlandsche Visscherij-Centrale zond aan belanghebbenden het volgende schrijven: Hierdoor wensch ik nadrukkelijk uw aan- dacht te vestigen op het feit, dat onder de huidige omstandigheden met de grootst moge- lijke zuinigheid moet worden omgegaan met alle materiaal en motorbrandstof. Ik raad u aan in uw eigen belang, zeilen, touwWerk, netten, enz., zoo goed mogelijk te onderhouden, opdat de slijtage tot een mini mum kan worden beperkt. Aanvulling van materiaal is n.l., met het oog op de geringe voorraden hier te lande, slecbts in geringe mate te verwachten. VERKOOP EN AFLEVERING VAN VASTE BRANDSTOFFEN. Naar aanleiding van de vele tot het Rijks- kolenbureau gerichte vragen met betrekking tot den verkoop en de aflevering van vaste brandstoffen, volgt hieronder een nadere uit- eenzetting van de getroffen regeling. Vaste brandstoffen voor kook- en venvarmingsdoeleinden. 1. Zonder vergunning mogen brandstofnan- delaren voor kook- en verwarmingsdoeleinden in de periode 1 Mei t/m 30 September 1940 af- leveren a. Aan oude afnemers 20 pet. van de hoe veelheid, die van April 1939 tot en met Maart 1940 door hen werd afgenomen; b. aan nieuwe afnemers, zooals nieuw ge- vestigden en in het algemeen zij, die een grooter geschat verbruik in de periode 1940/41 zullen hebben dan in de periode 1939/40 werd aangeschaft, 20 pet. van het geschatte jaar- lijksche verbruik, welke schatting door de han- delaren dient te geschieden, die biervoor ver- antwoordelijk zijn. A*an den handel worden hiervoor echter geen extra hoeveelheden ter beschikking gesteld. Centrale verwarming met olie. 2. Onder de categorie lb vallen ook zij, die in andere jaren voor koken en/of verwarming andere dan vaste brandstoffen gebruikten, b.v. olie, petroleum en nu genoodzaakt zijn om thans tot het gebruik van vaste brand stoffen over te gaan. 3. De verbruikers, die voor hun centrale verwarming van olie op vaste brandstoffen overgaan, worden gerangschikt in twee cate- gorieen, n.l. a. verbruikers met een geschat jaarlijksch verbruik van minder dan 10 ton cokes; b. verbruikers met een geschat jaarlijksch verbruik van meer dan 10 ton cokes. IVoor de categorie a worden aan den han del geen extra hoeveelheden beschikbaar ge steld. De handelaar dient deze afnemers uit de bem ter beschikking staande hoeveelheden te bedienen. Voor de ^categorie b. zullen zoo mogelijk extra hoeveelheden aan den handel of groot- handel worden toegewezen. Te dien einde dient de verbruiker van cate gorie b. zich schriftelijk tot het Rijkskolen- bureau te wenden onder opgave van: 1. het olieverbruik in de periode 1 April 1939—31 Maart 1940; 2. de gewenschte afmeting van de brand- stof (n.l. cokes 1, 2 of 3); 3. den grootbandelaar of handelaar, van wien hij de brandstof wenscht te betrekken. Na beoordeeling van deze aanvraag kan het Rijkskolenbureau eventueel een toewijzing aan den groothandelaar of handelaar ver- strekken. Als basis wordt hierbij aangeno- men, dat 1000 I. olie gelijk te stellen zijn met 1500 kg cokes. 4. Indien een verbruiker zijn met olie ge- stookten centrale verwarmingsketel niet voor het gebruik van vaste brandstoffen laat ver- bouwen en overgaat tot bet stoken van naar- den of kachels, bestaat er geen bezwaar tegen, dat de handelaar, wanneer deze uit de bem ter beschikking staande hoeveelheden er toe in staat is, aan dezen verbruiker andere vaste brandstoffen dan cokes levert. In dit geval mag ook in de periode van 1 Mei tot en met 30 September 1940 niet meer dan 20 pet. van het geschatte jaarlijksche ver bruik worden geleverd met een maximum van totaal 5 hi. Aan handelaren wordt in deze gevallen geen extra hoeveelheid beschikbaar gesteld. 5. Indien een verbruiker, die normaal des zomers petroleum gebruikte voor kookdoel- einden, dit jaar is overgegaan tot het verbrui- ken van vaste brandstoffen voor dit doel, om- dat hem geen petroleumdistributiezegels bier voor ter beschikking konden worden gesteld, kan de handelaar hem zonder speciale ver gunning voor dit extra verbruik van vaste brandstoffen beschouwen als nieuwen ver bruiker en dus boven de reeds toegestane 20 pet. van het verbruik in de periode April 1939 tot en met Maart 1940 nog 20 pet. Ieveren van het geschatte jaarlijksche verbruik voor kook- doeleinden. Na 1 October een nieuwe regeling. 6. Verbruikers, die v66r einde September 1940 de hoeveelheid van 20 pet. van bun jaar lijksche verhruik niet hebben afgenomen, heb ben na dien datum geen recht meer op leve ring van deze hoeveelheid of het resteerende gedeelte hiervan. De beteekenis, die hieraan moet worden ge- hecht, is slechts deze, dat op 1 October a.s. de huidige regeling wordt vervangen door een nieuwe regeling. Degenen, die de hoeveelheid van 20 pet. van him jaarlijksche verbruik niet v66r 1 October a.s. hebben ontvangen, behoeven zich echter niet ongerust te maken, daar rekening zal worden gehouden met den dan aanwezigen voorraad hij de verbruikers. 7. Levering bij toerbeurt (d.i. wanneer de leverantie van brandstoffen het eene jaar aan dezen, het andere jaar aan genen leverancier wordt gegund) dient door de betrokken han delaren in onderling overleg geregeld te wor den, daar in deze gevallen geen extra hoe veelheden aan den handel ter beschikking ge steld kunnen worden. Vaste brandstoffen voor industrieel verbruik. De groote industrie. 1. Aan industrieele verbruikers van vaste brandstoffen met een jaarlijksch verbruik van 240 ton of meer mogen slechts brandstoffen worden afgeleverd op een door het Rijks kolenbureau aan den verbruiker verstrekte toewijzing. Deze verbruikers moeten zich, voorzoover zulks nog niet is geschied, ter re- gistratie aan het Rijkskolenbureau opgeven. De kleine industrie. 2. Voor industrieele verbruikers met een jaarlijksch verbruik van minder dan 240 ton geldt de volgende regeling. Handelaren mogen zonder speciale vergun ning afleveren: a. Aan oude afnemers per maand 1/12 ge deelte van de in de maanden April 1939 tot en met Maart 1940 ontvangen hoeveelheid. Aan seizoenbedrijven of bedrijven, welke in September 1940 een grooter verbruik moch ten hebben dan per maand 1/12 van het jaar lijksche verbruik, mag in de genoemde maand eveneens het maandelijksche verbruik wor den geleverd; b. dan nieuwe afnemers per maand 1/12 gedeelte van bet geschatte .jaarlijksche ver bruik (met dezelfde afwijking voor seizoenbe drijven etc. als sub 2a). 3. Indien ondernemingen (geen producen- ten) gewoon zijn vaste brandstoffen aan eigen werknemers en daarmee gelijkgestelden te verkoopen en af te Ieveren, is hiertoe een vergunning van het Rijkskolenbureau ver- eischt, welke verleend kan worden na aan- vrage hij genoemd bureau. Turf. Buiten de bovenvermelde regeling vallen alle soorten turf. Vragen over de voor turf geldende bepalingen moeten tot het Verkoop- kantoor fabrieksturf n.v-. te Assen of tot de plaatselijke distribut.iekantoren gericht wor den. Overtreding en afwijking van boven- staande regeling. Een eventueele klacht betreffende ver- meende overtreding van de geldende bepalin gen zal uitsluitend het plaatselijke distributie- kantoor in ontvangst kunnen nemen. Tenslotte wordt er de aandacht op geves- tigd, dat al'wijkingen van deze regeling niet kunnen worden toegestaan. NATIONALE CON CENTRATIE. De Standaard heeft in een paar artikelen een overzicht gegeven van wat gedaan werd om te komen tot nationale concentratie en het daarop volgende optreden van bet drie- manschap Linthorst Homan, De Quay en Eint- hoven. Een volgend artikel behandelt de tegenover de Nederlandsche Unie aangenomen houding. Hieraan is het volgende ontleend: Ons eerste en ook voomaamste bezwaar tegen de Unie in haar tegenwoordigen vorm is hierin gelegen, dat het denkbeeld van con centratie van krachten, dat ten grondslag lag aan de eerste N. U., volkomen is prijsgege- ven. Van het oogenblik af, dat men het begrip van samenwerking, van gemeenschappelijk op treden, liet varen en het eenheidsbeginsel er voor in de plaats stelde, kon men niet meer rekenen op de mogelijkheid bet overweldi- gende deel van het Nederlandsche volk mee te krijgen. Een geschiedenis van een eeuw lang is niet maar zonder meer op zij te zet- ten. Zelfs als men een oogenblik aanneemt, dat dit een begeerenswaardig doel zou zijn, dan nog moet men rekenen met den factor tijd, die noodig is om het doel te bereiken. Het is een volkomen illusie om aan te ne men, dat men, als het ware in een handom- draai, in Nederland het verleden van een eeuw kan opruimen en da: men de eenheid in ver- scheidenheid zoo maar vervangen kan door een soort mechanische eenheid. Dat is een vol komen miskenning van de werkelijkheid en van de mogelijkheden, die er in Nederland bestaan. Maar daarom had men zulks in dezen tijd ook niet moeten beproeven. Wat nu nood doet, is de eisch van een aaneensluiting, die als het ware onmiddellijk bereikbaar is. Dat 'was bet geval met de eerste N. U. En zulk een haast was er waarlijk niet, dat men dade- lijk iets nieuws moest aanvatten, toen de eer ste poging niet volledig slaagde. Het is ook ons niet onbekend, dat er in het land een ze- nuwachtige drang was om toch vooral iets te doen, tvaardoor het gevaar van de zijde van de N.S.B. zou worden afgewend, een gevaar, dat wij niet hoog aanslaan. De vrees daar- voor getuigt van een te gering vertrouwen in den gezonden geest van het volk. Wij nemen dan ook aan, dat de haastige spoed, waarmee gehandeld is, niet, althans in hoofdzaak niet, moet worden toegeschreven aan het gevoel, dat er nu spoedig een demon- stratie van den volksgeest moest komen, naast die van N.S.B. of van de groep Meijer, maar dat er ten slotte wel degelijk een princi- pieel verschil tot uiting komt tusschen de ac- tie van de eerste en van de tweede N. U. De eerste wilde saambinding van de krach- vroeg Philip op onverschilligen toon. Ze trok haar neus in rimpeltjes. „Is het een zaak,in West End?" ,,Precies het is een modezaak in Dover Street. Ik heb je in lang niet een cadeautje gegeven, Kabouter voel je er 'wat voor om morgenochtend met me mee te gaan om een japon voor jezelf uit te kiezen?" ,,Onnoozele idioot!" klonk het sarcastisch. ,,Dacht je werkelijk, dat je er mij zoo ge- makkelijk tussohen kon nemen? Je wilt daar een meisje ontmoeten en je durft niet alleen te gaan!" Wendover voelde tot zijn ergemis dat hij een kleur kreeg. Waarom deed hij zoo kinder- achtig en waarom had hij op het sarcasme van zijn nicht geen antwoord. Opstaande, zei hij: „Kabouter, ik voel me er toe gedrongen je een pak slaag te geven." Philip was 1.80 m lang en woog 72 kg en de Kabouter was 1.60 m lang en woog 53 kg. In een oogenblik was de ongelijke strijd beslist en was de dwakste van de twee in een stoel gedrongen daar ontving ze een kastijding op dat deel van bet menschelijk lichaam, dat voor vader zoo'n groote aantrekkingskracht heeft, wanneer ze in toorn op hun spruiten ontbranden. Met een kleur als een biet snelde de Kabou ter, nu niet langer een stafofficier van de G.O.G.S, doch slechts een zwakke vrouw, naar de deur, maar Philip hield haar tegen en zei Wlerkelijk, Kabouter, ik Hvou heel graag dat je morgen met me mee ging. Toe laat me niet in den steek!" ,,Afgesproken maar ik haat je! Ik haat je erger dan vergif! Denk maar niet, dat ik je ooit vergiffenis zal schenken!" Zoo werd ze nu behandeld door de man, aan wiens voeten ze haar heele wereld zou hebben gelegd, als hij zich slechts over haar heen had gebogen om haar te kussen! En de ondercommandant van de afdeeling Brook Street van de G.O.G.S nam overhaast de vlucht. BOOFDSTUK VI. Mor genbezoek Dien morgen had Elsie meer plezier in haar werk dan simds haar komst in Dover Street het geval (was geweest. De reden was, dat ze aan het einde van de week haar vrijheid terug zou hebben; haar tijd van Asschepoester spe- len zou dan Goddank achter den rug zijn. Haar eerste werk dien morgen was haar ontslag aanvragen. Yolande was niet erg over het nieilws te spreken. ,,Ik kan geen woorden genoeg v'inden om mijn verbazing uit te druk- ken", zei ze. „Na alles, wat ik voor je gedaan heb, is het een bijzonder onaangename verras- sing voor me, zoo door je in den steek te wor den gelaten!" Op andere momenten zou ze even vinnig ge- antwoord hebben, maar nu ze zulke prachtige vooruitzichten had, verdroeg ze de unfaire be- schuldiging zonder meer en bepaalde er zich slechts toe te zeggeri: „Ik ben hier per week aangenomen, dus had U mij op dezelfde ma nier mijn ontslag kunnen geven." Yolande scheen op het punt in \voede uit te barsten, maar ze bedwong zich en zei: „Ga heen, er valt niet met je te praten." Susy Jarvis wachtte haar op; haar oogen puilden uit van nieuwsgierigbeid. ,,Wat zei ze?" vroeg ze. Elsie, die niet bepaald in een mededeelzame stemming was, antlwoordde slechts: „Oh, ze was er eerst niet erg over te spreken, maar nu is alles in orde." Er was trouwens niet veel tijd voor verdere conversatie, want dien dag kwamen er al vroeg klanten en dat duurde zoo den heelen morgen doer. ,,Venetia" moest heel wat japon- nen toonen en er werd haar ternauwernood tijd gelaten om van kleeding te verwisselen. In den regel besteedde ze niet veel aandacht aan de vrouwen, voor wie ze moest paradee- ren. Maar nu de kansen gekeerd waren, schonk ze het meisje, dat van haar eigen leeftijd scheen te zijn en in gezelschap van een heer bij Yolande was gekomen, een vriende- lijken glimlach. Het meisje leek haar heel aardig en ook de man, die lang en slank was en een zeer sportieven indruk maakte, vond ze sympathiek. Sinds den dood van haar vader had ze alle mannen in dezelfde klasse gerangschikt en haar opinie over hen was niet bepaald vleiend. Er waren natuurlijk ook wel betere, dat sprak van zelf, maar ze had nooit het genoe- gen gehad met deze in aanraking te komen. Tot nu toe had ze slechts de anderen leeren kennen, de egoisten, meedoogenloos jacht ma- kend op haar schoonheid, die haar meer na- dan voordeelen had berokkend. Deze man, dat voelde ze bij intuitie, was heel anders. Niet, dat hij haar bijzonder inte- resseerde, het was tot het meisje, dat ze zich in de eerste plaats aangetrokken voelde. Het was duidelijk te zien, dat deze jonge vrouw midden in het voile leven stond en er zooveel mogelijk van profiteerde. Gefwoonlijk voelde ze voor deze catagorie niets dan jaloersche minachting. Dit meisje echter maakte een zeer sympathieken indruk. En in de dankbare stemming, waarin ze sinds den vorigen -avond verkeerde, was ze zeer tegemoetkomend en zoo was er al direct lets als vriendschap. tusschen deze twee ontstaan, voor zoover daarvan, onder de gegeven omstandigheden tenminste, sprake kon zijn. Wat ze van den man moest denken, 'wist ze eigenlijk niet precies. Hij leek zoo heel ander dan andere mannen, zoo door en door manne- lijk en ver verheven boven alles, wat met mode in verband staat. Maar tot haar verwondering bleek hij zeer veel smaak voor vrouwenklee- ren te hebben. Nadat er enkele japonnen waren uitgekozen stond het (Weetal op. Goeden dag", zei het meisje en gaf Elsie, tot haar verbazing, een hand. ,,Dank U wel voor Uw hulpvaardigheid." >En toen ze 1 wrlegen den handdruk van het meisje beantwoordde, voelde ze de scherpe blikken van den man op zich gevestigd. ,,Zoo, dat is ze dus!" begon de Kabouter, toen ze weer op het trottoir stonden. ,,Ik denk het Wel". Dit antwoord klonk te overschillig om echt te zijn en Beryl, die voor alles wat Philip Wendover hetrof, zeer gevoe- lig was, liet zich dan ook niet misleiden. ,,Ik vind haar buitengewoon", zei ze, toen ze in de auto stapte, „en als ik mij niet ver- gis is ze van onzen stand. Phil, oudje, zeg eens eerlijk ben je verliefd op haar?" ,,Klets toch niet zoo'n onzin!" klonk het ge- irriteerd. HOOFDSTUK \OI. Charles Zuberra. Zoodra hij in de prachtig gemeubileerde zit- kamer van het hotel teruggekeerd was, wend- de Charles Zuberra zich tot de vrouw. Zqn knap, ietwat zwaarmoedig gezicht stond on- heilspellend. „Je bent een zottin, Sybil! Met joifw ver- halen had je bijna alles bedorven." ,,Je beoordeelt me heelemaal verkeerd, Charles. Van zoo'n meisje als dit heb je niet het minste verstand. Ik werkte op haar ver- beelding en speculeerde zoodoende op haar romantischen aanleg. Natuurlijk was het wel een beetje gewaagd, maar alles liep juist zoo als ik verwachtte." Op iets milder toon antwoordde de man: „Als het niet gelukt was, zou ik het je nooit vergeven." Sybil Trent draaide zich om; ze wist heel goed dat hij meende wat hij zei. Niettegen- staande alles, iwat ze -voor hem had gedaan, zou hij haar zonder meer aan den kant zet- ten. Want Charles Zuberra leefde slechts voor het oogenblik; met het verleden wenschte hij niets te maken te hebben. Hij was wreed en meedoogenloos en voor sentimentaliteit was geen plaats in zijn leven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1