Ter Neuzensche Courant In den greep van het nnodlot Binnenland Feuiileton V rijdag 24 Augustus 1940 No. 10.104 TWEEDE BLAD VAN ONZE VOEDING IN DISTRIBUTIETIJD. „Voedt u goed!" In den kring van de persconferentie, welke thans dagelijks in het paleis aan den Kneu- terdijk gehouden wordt, heeft, meldt de N. R. Crt., me;j. S. Mesdag. Voorzitster van de Oom- missie inzake de huishoudelijke vooriichting Bezuidenhout 67, 's-Gravenhage) en lid van de Voorlichtingscommissie van den Neder- landschen Voedingsraad Dinsdag een uiteen- zetting gegeven met betrekking tot de aan- passing van onze voeding aan de door de d'stributie geschapen voorwaarden. Zij werd ingeleid door Landwirtschaftsrat Schonbeck, die eraan herinnerde, dat in Duitschland sedert jaren gewerkt is om de voeding in overeenstemming te brengen met het beginsel van de boerenhoeve: de boer en zijn gezin leven van wat de zegen des hemels hun rijkelijk toebedeelt en ontzeggen zich wat men niet heeft, en dat nu ook het Nederland sche volk in de noodzakelijkheid daarvan ver- keert. Mej. Mesdag begon vervolgens met erop te wijzen, dat het voedingsvraagstuk niet alleen een vraagstuk van dezen tijd is, het heeft sedert onheugelijke tijden de oecon'omen en de medici bezig gehouden, om van den etap- pendienst van leger en vloot nog te zwijgen. Wetensehappelijk is het van alle zijden aan- gevat en bestudeerd. Medici en kookleerares- sen hebben sedert jaren getracht van de resultaten van het wetensehappelijk onder- zoek te profiteeren ten behoeve van de voe ding van gezonde en zieke menschen door in lichtingen te geven betreffende doeltreffende samenstelling van de voeding en bereiding van de spijzen. In de jaren 19141918 kwam het vraag stuk in een accuut stadium, omdat de aan- voer van tallooze, hier geregeld ingevoerde voedingsmiddelen en grondstoffen haperde. Het huishoudonderwijs had in die jaren nog lang niet den omvang, welke het nu heeft, maar toch hebben de kookleeraressen reeds in dien tijd zeer belangrijk kunnen helpen, eenerzijds door praktische proeven te nemen, o.a. met gedroogde aardappelen en gedroogde groenten, door het zoeken naar doelberei- dingswijzen en het samenstellen van goede recepten, anderzijds door het houden van voordrachten met kdokdemonstraties en het geven van z.g. crisis-kookcursussen. Toen in 1934 ten gevolge van werkloosheid, bittere nood ontstond in veel gezinnen, wer- den de commissie in zake Huishoudelijke vooriichting en gezinsleiding en de Stichting voor Huishoudelijke vooriichting ten platte- lande in het leven geroepen. Beide instellin- gen hebben in de afgeloopen jaren duizenden huisvrouwen kunnen helpen en voorlichten, niet alleen op het gebied van de voeding en spijsbereiding, maar ook op dat van wasch- behandeling, huishoudelijk beheer, naaien en kinderverzorging. Het huishoudonderwijs, sedert de invoering van de Nijverheidsonderwijswet in 1920 in sterke mate uitgebreid, heeft sedert het einde van de vorige eeuw medewerking aan de verbetering van de volksvoeding als een van de belangrijkste deelen van haar taak beschouwd. Vele duizenden meisjes worden daar jaarlijks vertrouwd gemaakt met de be- ginselen van voedingsleer en goede spijsbe reiding. Lang voor het uitbreken van dezen oorlog hebben de Nederlandsche autoriteiten maat- regelen genomen om Nederland van het meest noodige te voorzien voor het geval het weer door oorlog in omringende landen van zijn natuurlijke aanvoerbronnen gescheiden zou worden. Oeconomen en medici werkten samen met veel andere deskundigen in den gezond- heidsraad, welke weldra een speciale sub- commissie voor de voeding vormde, den Voedingsraad. Deze Voedingsraad zocht con tact met de op voedingsgebied vooriichting gevende instanties, n.l.de Stichting voor Wetenschappelijke Vooriichting op Voedings gebied; het Nijverheidsopderwijs voor meis jes; de Commissie in zake huishoudelijke voor iichting en gezinsleiding en de Stichting voor huishoudelijke vooriichting ten plattelande. Een voorlichtingscommissie uit den Voe dingsraad werd in het leven geroepen, waarin de vier bovengenoemde instanties vertegen- woordigd werden. Deze commissie tracht alle vooriichting op het terrein van de voeding te coordineeren, ook de vooriichting, verstrekt door de dagblad- en tijdschriftpers. In dezen tijd is het zeer gewenscht, dat er eenheid is op dit gebied, waarop door veel huisvrouwen en koks zoo dikwijls wordt geliefhebberd. Na de distributie. Op het oogenblik worden door steeds uit- gebreide distributiemaatregelen, die in Neder land aanwezige voedselvoorraden zoo eerlijk mogelijk verdeeld onder alle vaste en tijde- lijke bewoners van ons lan<J. Maar ook wan- neer de aanwezige hoeveelheden theoretisch groot genoeg zijn om ieder te geven, wat hij noodig heeft om gezond te blijven en zijn arbeidsvermogen te behouden, zijn de moei- lijkheden, waarvoor de huisvrouwen geplaatst worden, niet gering. Allereerst is daar het feit, dat het indivi- dueel verbruik der verschillende voedings middelen in zeer veel gevallen sterk afwijkt van het gemiddeld verbruik. Denken wij b.v. aan het brood. Het broodrantsoen is voor de een grooter dan hetgeen hij (zij) gewend was te gebruiken, voor de ander kleiner. Ook met het boterrantsoen merken wij dat op. Wie gewend was zoowel in de keuken als op het brood uitsluitend boter te gebruiken, krijgt ongeveer de helft van wat hij vroeger noodig had, want men rekende van ouds op pond boter voor de keuken en pond voor ont- bijt- en koffiemaaltijd per week. Maar in vele gezinnen gebruikt men in hoofdzaak of uit sluitend margarine, plantenvet en slaolie, ter- wijl men op het platteland bijna alleen reuzel en spek gebruikt, maar dan in veel grooter hoeveelheden. Het gebruik van de grutterswaren vertoont eenzelfde beeld. Er zijn gezinnen, waar men aan het ontbijt pap gebruikt en het middag- maal met een melkspijs besluit. Daar heeft men lang niet genoeg aan het beschikbaar gestelde rantsoen; in andere gezinnen, waar men zelden meelspijzen gebruikt, heeft men het niet ten voile noodig. Voedingsgewoonten zijn taai. Nu kan men niet eenvoudig zeggen; pas u aan, eet wat u niet gewend was en vraag niet naar wat u niet kunt krijgen. Het moreel van de bevolking, maar ook de gezondheid van velen zou daardoor ernstig worden ge- schaad. Het is geen willekeurige speling van de natuur, dat voedingsgewoonten zoo hard- nekkig vastgehouden worden. Prof. Jansen deelde mee, dat bevolkingsgroepen, welke sedert eenige generaties in Amerika wonen, de taal van het moederland niet meer kennen, maar de typische gerechten nog geregeld ge bruiken. Het is gewenscht, dat men zich in ieder gezin zoover aanpast als in verband met de omstandigheden noodig is, maar dat men niet verder gaat. Men moet dan toch reeds met veel kleine gewoonten afrekenen, veel kleine vooroordeelen overwinnen. Men hoede zich echter voor overdrijving. Wij zouden, aldus mej. Mesdag, nu alien willen toeroepen; voedt u goed, want het kan. Gaat niet door zorg voor de toekomst of door misplaatste zuinigheid vecanderen in de voe dingsgewoonten in uw gezin, zoodat de voe ding daardoor slechter wordt. Wie op het oogenblik, terwijl rauw vet en spek vrij ver- krijgbaar zijn, zijn gezin een te vetarme voe ding voorzet, schiet te kort. Maar de huis- vrouwen, die met deze, haar niet bekende vetbronnen niet kunnen werken, moeten daaromtrent ingelicht worden. Daarvoor staan alien, die samenwerken in de voorlichtings commissie van den Voedingsraad klaar. In den vorigen herfst en winter heeft de commissie in zake huishoudelijke vooriichting voor zeer veel leeraressen cursussen doen geven op het gebied van voedingsleer, om te bevorderen, dat alle leeraressen nog eens goed op de hoogte gesteld werden van de resultaten van de nieuwste wetenschappelijke onder- zoekingen. De voorlichtingscommissie uit den Voedingsraad controleert de programma's en recepten voor de Voorliehtingscursussen, welke dezen winter in grooten getale ge geven zullen worden op alle nijverheidsscholen voor meisjes en zoo noodig ook daarbuiten. De Commissie in zake huishoudelijke voor iichting is bovendien bezig met de voorbe- reiding van cursussen in voedingsleer en koken voor personen, die in kinderhuizen, gestichten, ziekenhuizen en andere inrich- tingen belast zijn met de voedselbereiding of met het toezicht daarop. Het doel. Een van de belangrijkste kwesties, waar voor wij staan is nl. niet de vraag of er voor ieder genoeg is, het is niet aan ons om dat te beoordeelen, maar of er van hetgeen aan- wezig is, wel voldoende wordt geprofiteerd. Door onjuiste behandeling en bereiding wordt nl. van veel levensmiddelen slechts zeer ten deele geprofiteerd. Moge dat in tijd van over- vloed niet tot al te ernstige gevolgen leiden, in dezen winter kunnen we ons dat niet ver- oorloven. Bovendien hopen en verwachten wij, dat velen den zuiveren smaak van de doeltreffend bereide voedingsmiddelen zoo gaan waardeeren, dat zij ook wanneer een nieuwe tijd van overvloed zal zijn aange- broken, de betere bereidingswijze van ver schillende voedingsmiddelen zullen volhouden, omdat hetgeen verloren gaat bij ondoeltref- fende behandeling dikwijls zeer belangrijk voor de voeding en uiterst moeilijk te vervan- gen is. De beoogde vooriichting wil: 1. inlichtingen verstrekken betreffende de wijze, waarop men voor een goede voeding kan zorgen, zooveel mogelijk in overeenstem- ming met de wenschen en verlangens van het gezin; 2. inlichtingen verstrekken betreffende de waarde van de aanwezige voedingsmiddelen en de wijze, waarop men van de waardevolle bestanddeelen er van zoo goed mogelijk kan profiteeren. Dit houdt tevens in, dat duide- lijk gemaakt moet worden. wat verloren gaat bij ondoelmatige behandeling, want bijna nie- mand zal bereid zijn, haar eigen bereidings wijze te veranderen, wanneer zij niet gefrap- peerd wordt door een onomstootelijk bewijs voor de onjuistheid van haar methode. Wat dat betreft, kon mej. Mesdag zich be- roepen op de ervaringen met ouderwetsch en nieuwerwetsch koken, welke op de huishoud- scholen is opgedaan, waar men de leerlingen uit eigen oordeel den weg naar het nieuwe koken heeft leeren vinden. De bedoeling is zooveel mogelijk huisvrou wen, leerlingen van huishoudscholen, huis- houdsters, dienstmeisjes, kooksters en ande- ren, die zich belasten met spijsbereiding lee ren, hoe gekookt kan worden op zeer sma- kelijke wijze en met zoo weinig mogelijk ver- lies van waardevolle voedingsbestanddeelen. Zonder twijfel dienen hooge eischen aan de smakelijkheid van de gerechten te worden gesteld. Ook de mannen zullen echter tevre- den gesteld worden, wanneer de vrouwen op kundige wijze verbeterde bereidingswrjzen toe- passen en veel gevaren voor de gezondheid zullen daardoor voorkomen kunnen worden. Al zal men bij een eerste kennismaking misschien neiging hebben te beweren, dat de van ouds bekende smaak beter bevalt, de overweging, dat op het oogenblik nut boven genoegen gesteld moet worden, zal tot door- zetten van de proef doen besluiten. En als het eenmaal zoover is, zijn wij niet bezorgd voor het resultaat. In het begin van September, zal overal in het land voor iedere huisvrouw (maar ook voor de mannen, die zich daarvoor interes- seeren) gelegenheid zijn, tegen geringe ver- goeding, welke naar gelang van de gezins- inkomsten van vijf tot vijfentwintig cents per les kan varieeren in een cursus van 4 lessen de gewenschte vooriichting te krijgen. Men kan zich melden bij de Nijverheidsschool voor meisjes of bij de Commissie van huishoude lijke vooriichting. Bovendien zullen, zoodra dat noodig blijkt, demonstraties gegeven wor den, desgewenscht consultatie-spreekuren ge houden worden. De in den aanhef genoemde voorlichtingsorganen zijn paraat om ieder, die zij daarmede van dienst kunnen zijn, voor iichting te geven en daarmede hun deel bij te dragen tot het bevorderen van de zoo gunstig mogelijke voeding voor iederen Nederlander, ook in den komenden winter. DE VOORRAAD AARDAPPELEN IN NEDERLAND. De hoeveelheden zijn voldoende, zoodat distributie wel niet noodig zal zijn. De Leidsche correspondent van de N. R. Crt. schrijft: Naast het brood is de aardappel een volks- voedsel van de eerste orde. Er zullen in ons land en ook ver daarbuiten, maar weinig gezinnen gevonden worden, waar niet een keer per dag onze „blommige" aardappel den disch siert. Een warme maal- tijd zonder aardappelen behoort in ons land dan ook wel tot de onmogelijkheden. Maar daamaast is hij ook van groot belang bij de productie van aardappelmeel en niet te vergeten als veevoeder. Teneinde ons een indruk te vormen van de aardappelpositie in dezen tijd zijn wij ons op de hoogte gaan stellen bij de Vereeniging tot Behartiging van den Ned. Aardappelhandel, welke organisatie ruim vijf en dertig provin- ciale- en plaatselijke afdeelingen in ons land omvat. Wij werden hier door de heeren J. Bouwman en C. J. von "aalen, resp. voorzitter en secretaris der vereeniging, ontvangen, die ook bereid bleken ons van de noodige inlich tingen te voorzien. ,,Kunt u ons," aldus luidde onze eerste vraag, „iets vertellen over den aardappelen- voorraad in ons land?" Geen distributie. De opbrengst van onze aardappelteelt is altijd nog ruim voldoende geweest om in de behoefte voor eigen land te voorzien. Ook de oogst-1940 zal voldoende opleveren. Er behoeft bij den consument dan ook geen enkele ongerustheid gevonden te worden, dat er dezen winter een aardappelengebrek zal komen. Het zal naar onze meening dan ook zeker gelukken om een distributie van aardappelen te voorkomen. De export sterk afgenomen. „Het ziet er", aldus de heer Bouwman, „zelfs naar uit, dat er dit jaar grootere voor- raden aardappelen aan de markt zullen ver- schijnen dan vorige jaren. In normale tijden voerden wij groote kwanta uit naar Duitsch- land, Zwitserland, Spanje, Egypte, Engeland, Zuid-Amerika, Marokko, Britsch- en West- Indie. Onder de tegenwoordige omstandig heden staat de uitvoer sinds September prac- tisch stil. Hier staat tegenover dat naar alle waarschijnlrjkheid de consumptie zal toene- men; maar een tweede reserve hebben wij in de hoeveelheden, die normaal voor veevoeder gebruikt worden. „Maar", zoo vroegen wij. ,,zal door het op- treden van de aardappelziekte niet een groot deel van de voor de consumptie bestemde teelt teniet gedaan worden?" Deze ziekte, aldus onze zegsman, valt zoo netjes op een kostschool was opgevoed, had al heel gauw slang 2) leeren spreken. ,,Ben je er zoo beroerd aan toe?" Elsie knikte. ,,Geen bob meer!" herhaal- de ze. Het roodharige, Londensche volkskind wees op een glas heete melk, dat op den schoor- steenmantel stond. .Drink dat op", bev'al ze, ,,en dan zal ik je eens wat voorstellen." Daar ze wel voelde dat de andere op dat oogenblik de sterkere was en te slap om te- genwerpingen te maken, dronk Elsie dank- baar de heete melk op. ,,Knap je al wat op-" Wlaarom nam Susy, met wie ze ongeveer een maand geleden zoo half en half vriend- schap had gesloten, haar zoo scherp op? ,,Op de planken geweest, hd ondervroeg ze Elsie. ,/Negen maanden in het Majestic koor." .JWaarom ben je daar weggegaan?" ,,Te veel mannen." Het modistje haalde een goedkoope sigaret uit een pakje en stopte deze in een mondhoek. ,,Och", zei ze wijs, „bij jouw soort zijn het meestal de mannen. Ik heb daar zoo geen last van ze kijken niet naar peenhaar en kromme beenen. Maar bij zoo eentje als jij..." Ze streek met veel lawaai een lucifer aan en even daama blies ze een rookwolk uit, die een onaangenamen, scherpen geur verspreidde. ,,Nou ga ik je wat geks vragen", zei ze. ..Loop eens naar dat bed on weer terug, wil je? Denk maar dat je weer op de planken staat." j Elsie keek haar verbouwereerd aan. ,,Waar- om vroeg ze. I ,,Dat zal ik je binnen een minuut vertellen. Verbeeld je maar dat je een prachtigen bont- mantel aan hebt van duizend guinea's en dat j je je er mee wilt laten bewonderen. En dans 3) Eingelsche volkstaal. zeer mee. Haar invloed zal op het resultaat 1 van den oogst niet belangrijk blijken te zijn. De oogst staat er, zooals gezegd, goed voor. Daar er dus geen gevaar voor tekort dreigt, bestaat er voor particulieren absoluut geen enkele reden om dezen winter aardappelen op te doen. Het „hamsteren" van aardappelen moet ik, aldus onze zegsman, dan ook ten sterkste ontraden. Er zijn en blijven aard appelen genoeg. Er is echter nog een reden, waarom dit beslist moet worden ontraden en dat is in verband met de zoo juist genoemde aardappelziekte. Deze ziekte namelijk, die in het loof is geweest, kan oorzaak zijn, dat bij een minder goede bewaring de aardappel eerder tot bederf overgaat. Bij den teler en groothandel, die vakkundig opslaan, is dit risico tot het minimale teruggebracht. Ons advies, aldus de heer Bouwman, luidt dan ook: doe in ieder geval voor half October geen aardappelen op. Met te meer nadruk wordt dit advies gegeven daar er niet-bonafide-handelaars zijn die op 't oogenblik, aldus de heer Bouwman, met mlsleidende circulaires het publiek op- wekken om toch vooral „nu de aardappel nog vrij is" wintervoorraad in te slaan en dat zelfs tegen abnormaal hooge prijzen. ,,Ondervindt het vervoer, in verband met den beschikbaren voorraad motorbrandstof, nog moeilijkheden?", zoo vroegen wij. Momenteel gaat alles naar wensch. Zij, die voor levensmiddelenvoorziening moeten zorgen, kregen al dadelijk een toewijzing. Vanzelfsprekend viel daar ook de aardappe- lenhandel onder. Wij voor ons gelooven niet, dat het transport naar de steden ook in de toekomst daarvan eenigen hinder zal onder- vinden. Mocht het autovervoer moeilijker wor den dan bestaat er altijd nog een mogelijkheid het transport geheel per schip te doen uitvoe- ren. Door den handel zijn de noodzakelijke maatregelen daartoe reeds getroffen. Mocht door een strengen winter, het ver- keer per as en per boot geheel uitgesloten zijn, dan zijn daarvoor de maattegelen reeds getroffen. De handel zorgt er voor, dat er voldoende aardappelen in de pakhuizen aan- wezig zijn. Bovendien verwacht ik, dat evenals vorig jaar, ook de overheid maat regelen zal nemen om een voldoenden voor raad aardappelen in de groote steden te ver- zekeren. Uit een en ander blijkt dus wel, dat er voor den winterdag is gezorgd. Tenslotte nog edn vraag; Hoe staat het met de aardappelprijzen? Nu, die zullen wel op het normale niveau blijven staan. De overheid heeft de laatste jaren steeds voor een loonenden prijs voor den teler gezorgd en door de maat regelen tegen prijsopdrijving zullen de prijzen voor den consument niet te hoog worden. Om dit goed te kunnen overzien, zou het het beste zijn om den handel uitsluitend in handen te leggen van erkende groothandela- ren, grossiers en winkeliers. Van prijsopdrij ving of oneerlijke concurrentie zal op deze wijze geen sprake kunnen zijn. Handel en consument zijn hier vanzelfsprekend mede gebaat. Na nogmaals de stellige verzekering te heb ben ontvangen, dat het met de aardappelen- voorziening in den komenden winter wel los zal loopen, verlieten wij het bondsbureau van de V.B.N.A. in de overtuiging, dat ook hier gewerkt wordt in het belang van den Neder- landschen consument. EXTRA BOTERRANTSOEN VOOR LANDARBEIDERS TIJDENS DEN OOGST. Het centraal secretariaat voor land- en tuinbouw heeft pogingen in het werk gesteld om de landarbeiders, die zware oogstwerk- zaamheden verrichten, in aanmerking te doen komen voor extra brood- en boter- of marga rine-ran tsoen. Ten aanzien van het broodrantsoen was reeds in dien zin beslist. Thans is van het centraal distributiekantoor mededeeling ont vangen, dat landarbeiders, die Voortdurend zware oogstwerkzaamheden verrichten, be- halve op een extra broodrantsoen van 100 pet. ook aanspraak kunnen maken op een extra boter- (c.q. margarine-) rantsoen van 200 pet. Die extra oogst-rantsoenen worden slechts tot 1 September verstrekt. De plaatselijke distributiediensten zijn overeenkomstig ge- instrueerd. VERGUNNINGEN VOOR AUTOBUS- VERVOER TIJDELIJK INGETROKKEN. Ten einde te geraken tot het verbruik van een zoo klein mogelijke hoeveelheia motor brandstof heeft de secretaris-generaal van het Departement van Waterstaat reeds op 6 Juli een besluit uitgevaardigd, waarbij werd bepaald ,,De vergunningen voor autobusdiensten en groepsvervoer, zoowel binnen een gemeente als in meer dan een gemeente verleend krach- tens de wet Auto-vervoer personen, worden met ingang van een nader vast te stellen tijd- stip ingetrokken." Dit nader te bepalen tijdstip heeft de secre taris-generaal thans vastgesteld en wel voor het autobusvervoer op 26 Aug. en voor het groepsvervoer op 2 September. De Commis sie Autovervoer Personen heeft echter reeds een aantal vergunningen verleend, welke in werking treden op het oogenblik van de tijde- lijke stopzetting der overige vergunningen. dan de la-de-da eens gesnapt?" Elsie moest om het zonderlinge idee lachen en daar ze door den warmen drank weer moed had gekregen, voldeed ze aan het verzoek en opnieuw werd ze een revuegirl, dat traag be- weegt op de maten van een dans. En ze werd er voor beloond. ,,Prachtig", verklaarde haar publiek, toen ze er mee klaar was. „Nou moeten we eens samen boomen. Ik zou haast denken dat ik je wel aan een baantje kan helpen." „Kan je dat?" vroeg ze hoopvol. ,,Ik heb niks vast gezegd, maar ik geloof dat ik wel wat voor je weet." De spreekster liet zich in een krakenden rieten stoel neervallen en legde een sproeterige hand op Elsie's schouder. „Ik heb je, geloof ik, nooit veel over me- zelf verteld", zei ze. „Ik l>en in betrekking bij Yolande in Dover street." „Yolande „De modiste. Haar eigenlijke naam is Good- body maar ze noemt zichzelf Yolande, dat klinkt veel fijner, weet je! Nou komt het! Yolande heeft een mannequin noodig." ,,Een meisje dat japonnen draagt?" „Gesnapt. Je hebt het direct. Zoo eentje als jij, die de la-de-da kan dansen. Je bent er pre- cies een type voor en met een beetje behoor- lijk voedsel in je maag ben je weer net zoo mooi als vroeger. Ik weet niet precies wat er aan zit, maar ik denk zoo dat ze je zoowat drie quid i) per week zal betalen en de kost. Het kan nooit kwaad om net eens te probee- ren. Ga morgen maar met me mee, dan zal ik je voorstellen." Natuurlijk had Elsie, na de zenuwsloopende teleurstellingen van de voorafgaande weken, deze kans direct met beide handen aange- grepen. i) pond sterling. DISTRIBUTIE VAN GOEDKOOPt MARGARINE EN VET. Ingevolge departementale beslissing van 14 Augustus j.l. komen ondersteunde of tewerk- gestelde werkloozen en armlastigen en de daarmede gelijkgestelden, aan wie een boter- kaart werd uitgereikt, thans wel in aanmer king voor het verkrijgen van goedkoope mar garine en bak- en braadvet. Ter bevordering van een juiste controle zul len bedoelde rechthebbenden bij de inlevering van boterbons in de lokalen der distributie van goedkoope margarine en vet van 26 Aug. a.s. af hun distributiestamkaart moeten ver- toonen, bij gebreke waarvan niet tot afgifte van de genoemde producten kan worden over- gegaan. VOORRADEN EIEREN MOETEN WORDEN OPGEGEVEN. Het Rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd maakt het volgende bekend: Ten einde op elk oogenblik een overzicht te hebben van de opgeslagen koelhuis- en kalk- eieren en van de eiproducten, is bepaald, dat ieder zijn voorraden moet opgeven aan de Nederlandsche Centrale voor eieren en pluim- vee te Beekbergen. Deze opgave moet geschieden uiterlijk 24 Augustus, naar den toestand van 21 Augus tus. Deze opgave behoeft alleen verstrekt te worden door diegenen, die de koelhuis- en kalkeieren en de eiproducten in voorraad hebben voor verkoop of om deze te gebruiken in het eigen bedrijf. Hieronder vallen niet de eieren, die parti culieren voor eigen consumptie hebben inge- slagen. Het afleveren van koelhuis- en kalkeieren en eiproducten, alsook het aanwenden daar van in het eigen bedrijf mag alleen geschie den na verkregen machtiging van de Neder landsche Centrale voor eieren en pluimvee te Beekbergen. Van den opslag van koelhuis- en kalkeieren en van het bereiden van eiproducten na heden, moet terstond worden kennis gegeven aan de genoemde Centrale met vermelding van de hoeveelheden. Bij alle opgaven moeten kip- pen- en eendeneieren en de uit deze bereide producten afzonderlijk worden opgegeven. BRIEFWISSELING MET IN DUITSOHLAND GEINTERNEERDE NEDERLANDERS. Naar van bevoegde zijde wordt bericht, moet de gepubliceerde mededeeling betreffen de correspondentie en verzending van postpak- ketten aan Nederlandsche geintemeerden in Duitschland aldus worden opgevatl, dat tot nu toe slechts het adres van de in Duitschland aangehouden Nederlanders bekend is, n.l. Ilag XTTT, Wiilstaurg bei Weissenburg, Bayern. (Ilag beteekent Intemierungslager.) Ten overvloede zij de aandacht er op ge- vestigd, dat correspondentie en postpakket- ten voor deze geintemeerden moeten worden aangeboden bij de postkantoren. Men begrijpe dus goed, dat eerst wanneer ook het interneeringsadres van de in Neder land, als represaillemaatregel tegen de inter- neering van Duitschers in Nederlandsch-Indie, aangehouden Nederlanders bekend zal zijn, correspondentie en verzending van pakketten aan hen mogelijk wordt. Zoodra. zulks het ge val is, zal hiervan onmiddellijk nadere be- kendimaking volgen. AANVRAGEN TOT PRIJSVERHOOGING VAN IMPORTARTIKELEN. De secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart vestigt er de aandacht op, dat ingevolge de prijzenbeschikking 1940 no. 1 prijsverhooging van ingevoerde artikelen zon der speciale toestemming niet is toegestaan. Met het oog op een snelle afdoening der desbetreffende aanvragen zijn de directeuren der rijksbureaux voor de nijverheid, bij wie alle verzoeken om prijsverhooging voor indus- trieele artikelen moeten worden ingediend, gemachtigd in vele gevallen de aanvragen om prijsverhooging voor ingevoerde artikelen ter stond af te doen. Onder de aandacht van be- langhebbenden zij echter gebracht, dat het ook in deze gevallen noodzakelijk is; 1. dat de aanvragen vergezeld gaan van de stukken, welke de noodzaak der gevraagde prijsverhooging kunnen staven. 2. dat indien in een branche verscheidene importeurs of grossiers bestaan, de aanvrage tot prijsverhooging, indien eenigszins moge lijk, gezamenlijk geschiedt, bijv. via het bureau van de importeurs- of grossiersvereeniging. Geschiedt dit niet, dan veroorzaakt zulks vertraging in de behandeling. GEVLUCIHTE ENGEILSCfJE VLIEGERS GEVANGEN GENOMEN. Men zal zich herinneren, dat 17 dezer een Engelsch vliegtuig op den Tiggeltschen weg bij Rijsbergen in den omtrek van Breda, een noodlanding moest maken. De inzittenden, naar men vermoedde, twaalf in getal, wisten, na zich verkleed te hebben, te ontvluchten. Naar thans vernomen wordt, heeft de oproep in de pers, waarbij een belooning werd gesteld voor wie kon helpen de gevluchten te vinden, succes gehad. De vluchtelingen zijn n.l. inmid- dels gevangen genomen. Bij de eerste ontmoeting was Yolande de beminnelijkheid zelve geweest. Nadat ze het relaas van Elsie's wederwaardigheden had aangehoord, klopte ze het meisje bemoedi- gend op den rug en zei: „Dat alles is nu voor- bij, lieveling. Nu ga je een ander leven begin- nen. Ik ben er vast van overtuigd, dat je na en beetje oefening een prima mannequin zult worden." Dat was nu vier maanden geleden. Gedu- rende den heeten zomer een van de meest afmattende van de laatste twintig had had de geparadeerd door die salon in barokstijl. Het doel van dit alles was vrouwen te ani- mejsren tot het koopen van japonnen, die ze zich in negen van de tien gevallen niet kon- den permitteeren. De slachtoffers werden dan op de navolgende manier toegesproken Yolande (tot vermoedelijke koopster) ,,Maar madame, deze japon is als voor U ge maakt, juist Uw genre!" De spreekster placht dan achter haar rug een teeken te geven en dan verscheen zij als Venetia, de mannequin van Je zaak, vanachter de zware, zilvergrijze portieres aan het einde van den salon en zweefde met onnavolgbare gratie over het tapijt, gekieed in een nauw- sluitend avondtoilet, waarin ze er uitzag als een droom. De conversatie werd dan als volgt voort- gezet: De klant: „Ik moet toegeven, het is werke- lijk schitterend." Yolande: „Het toilet zou voor U gemaakt kunnen worden, madame." Weer een teeken en opnieuw werd voor de klant geparadeerd. En steeds was het het- zelfde, steeds poseeren, steeds de steriotiepe ■glimlach. Deze vier maanden hadden Elsie Spain doo- delijk veimoeid. (Wordt vervolgd.) door SYDNEY HORLER. Geautoriseerde vertaltng door Mevr. T. GSIECKMBEREBOER. 2) Vervolg. Daama had ze een baantje gehad als gou- vemante en ook hiervoor bieek ze totaal on- geschikt, dus werd' ze na een maand ontsla- gen. In deze twee betrekkingen was het beste in haar onderdrukt en ze vor.d het leven ho- peloos hard en zwaar. Ze voelde dat, als ze zoo doorging, ze heel gauw verslagen zou zijn. Tot nu toe had ze het op de gebruikelijke manier geprobeerd, maar nu deed ze iets, dat ze vroeger nooit zou durven en dat ze zeker gelaakt zou hebben. Ze ging namelijk op een morgen, toen ze nog maar een enkele shilling over had, op weg naar het Majestic Theater, die vermaarde tempel van modemen zang en dans. Met kloppend hart opende ze de deur van den too- neelingang en ze moest eerst al haar moed bij elkaar rapen, voor ze een plaats durfde te vragen als revuegirl. Men zegt altijd dat driemaal scheepsrecht is en nu ze haar schoonheid exploiteerde, oogstte Elsie meer succes dan ze ooit had dur ven droomen. Maar deze triomf leverde weer, een nieuw gevaar op. Want juist door haar lichamelijke charme ontdekie ze al heel spoe- dig, dat een theater eigenlijk niets meer of minder is dan een soort wildernis, waarin mannen rondsluipen, op jacht naar prooi. Heel vroeger had ze hierover wel eens lets gelezen, maar ze had het nooit voor moge lijk gehouden. Nu ondervond zij het aan den lrjve. Ze zei tot zichzelf dat menig meisje al die attenties zou accepteeren als een eerbewijs. Zij kon er echter niets anders in zien dan hoon en beleediging en er bleef haar slechts ddn weg open, zoo spoedig mogelijk het tooneel verlaten, opdat ze een zuiverder lucht kon inademen. En aldus deed ze. In dien tijd woonde ze in een goedkoop pen sion in Ladbroke Grove. Als ze aanleg had gehad, zou ze een fortuin kunnen verdienen met het schrijven van een roman over haar ondervindingen bij ,,Moeder" Shipley. Maar zooals de zaken nu stonden maakten al die, voor haar zoo onbekende types haar toch al reeds overspannen zenuwen nog meer van streek. Het was op een avond, nadat ze doodmoe en totaal uitgeput uit de city was terugge- keerd, waar ze vruchtelooze pogingen had aangewend om het een of andere baantje op een kantoor maohtig te worden, dat ze dat gewichtige gesprek had met Susy Jarvis. Susy, een roodharig modistetje, keek het meisje, dat ze naar haar eigen kamertje had meegenomen, onderzoekend aan. ,/Hier, sla dit eerste eens naar binnen", zei ze op haar ordinairen, maar goedhartigen toon. „Je ziet er uit of je het hard noodig hebt. Dat eten van vanavond! Als je zooiets ten- minste nog eten kan noemen! Ik ben misse- lijk van dat voer hier! Als ,,Moeder" er niet mee ophoudt alle levensmiddelen in haar slaapkamer te bewaren, zal ik hier nog moe ten inrukken." ,,Ik wou dat ik het kon!" lets van haar oude energie schemerde in Elsie's woorden door. ,,Maar ik ben heelemaal aan lager wal ik bezit geen ,,bob" i) meer." Het meisje, dat iSchilling.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 5