Bureau Voedselvoorzlening Zealand.
Sport
Landbouwberichten
Gemengde Berichten
VERBOD DER
METRO-GOLDWIJN ROLPRENTEN.
TERNEUZEN, 21 AUGUSTUS 1940.
VOETBAL.
RECHTSZAKEN.
MOEDER VERDRINKT HAAR
DOCHTERTJE.
Italiaansche troepen kwamen bij hun offen-
sief te staan voor de door de Engelschen ge-
reed gemaakte defensieve middelen, voor de
beste rijkstroepen en voor zeer versche ver-
sterkingen, waaronder pas aangekomen Fran-
scbe vliegtuigen en bestuurders. Hulde aan 't
opperbevel en aan de Ital. soldaten, die een
overwinning bebaald hebben op den vijand, op
zijn wapenen, op de moeilijkheden van bet kli-
maat en het terrain. Met dit offensief heeft
Italie de Engelsche strijdkrachten aldaar uit-
geput. De verovering van Britseh-Somaliland
zal aan Italie de mogelijkheid geven een breed
front vrij te krijgen, neemt de mogelijkheid
weg van een eventueele Britsche actie in dien
sector, verhoogt de Italiaansche bedreiging
voor de vitale basis van Aden, verstrekt Ita
lie nieuwe economische middelen, waaronder
zes millioen stuks vee, maakt een enormen
indruk op de bevolkingen aan de Roode Zee,
die gevoelig zijn voor de aftakeling van het
Engelsche prestige en moedigt de anti-Engel-
sche beweging der Arabieren aan. De Brit
sche propaganda poogt tevergeefs de beteeke-
nis van Somaliland en van de Italiaansche
overwinning te verkleinen. Deze overwinning,
tezamen met het optreden van de Duitsche
luchtmacht tegen de militaire centra van
Engeland, vormt een essentieel bestanddeel
voor den opmarsch van de twee asmogend-
heden naar de zegepraal.
BRITSqH SOMALI-LAND „MET SUCCES"
ONTRUIMD.
Het D.N.B. vemeemt uit Londen:
!Het agentschap Reuter meldt officieel, dat
Britsch Somaliland door de Britsche troepen
„met succes" is ontruimd. Alle kanonnen
aldns dit bericht zijn ingescheept, met uit-
zondering van twee, die voordien verloren zijn
gegaan.
Tevoren had het D.N.B. uit Rome gemeld:
Van bevoegde Italiaansche zijde wordt het
volgende aan het Italiaansche weermachts-
bericht van Maandag toegevoegd:
Volgens de jongste berichten zijn de Engel-
sche eenheden reeds met inschepingen in de
haven van Berbera (Britseh-Somaliland) be-
gonnen. De tweede Engelsche verdedigings-
linie, waarvan in het weermachtsbericht
sprake is, loopt in een halven cirkel ongeveer
twintig tot vijfentwintig km van de stad
Berbera verwijderd, zoodat men de Engel
sche positie met een Duinkerken in het klein
kan vergehjken. De gevechten om dezen
tweeden verdedigingsgordel zijn buitengewoon
fel geweest. Aan Engelsche zijde zijn vooral
Rhodesische en Indische troepen gebruikt,
terwijl het gros van de Italiaansche eenheden,
die de operaties in Somaliland hebben ver-
richt, uit troepen van het moederland bestond,
waaraan uiteraard ook inlandsche troepen
waren toegevoegd.
In dezelfde kringen wijst men erop, dat in
Britseh-Somaliland buiten de havens van Ber
bera en Zeila de kust geen andere bruikbare
havens heeft en dat vooral de kust van Ber
bera uit naar het Oosten slechts uit zand-
duinen bestaat. Zou het den Engelschen troe
pen niet gelukken zich in te schepen, dan zou
hun evenals den troepen die zich nog in het
Oosten van Britseh-Somaliland bevinden, de
terugtocht zijn afgesneden.
Men meldt ons uit Berlijn:
Ook in Duitschland zijn de Metro-Goldwyn
rolprenten thans verboden. Het Rijksministe-
rie voor Propaganda heeft bepaald, dat alle
rolprenten dezer firma in het Rijksgebied niet
meer vertoond mogen worden. Dientengevolge
werd de Duitsche doch term aatschappij van
het concern te Berlijn verzocht, al haar films
die van Amerikaanschen oorsprong zijn, zoo
spoedig mogelijk, en wel uiterlijk op 15
Augustus uit omloop te nemen, zonder
rekening te houden met de afgesloten ver-
dragen. Onder dit verbod vallen ook die rol
prenten van de firma, die door derden in om
loop werden gebracht. Voorts is bepaald,
dat Metro-Goldwyn in de toekomst geen
enkele rolprent van zuiver Duitschen oor
sprong meer mag uitbaten; voor zoo ver
het concern hiertoe met Duitsche firma's
contracten heeft afgesloten, zullen deze
moeten worden overgedragen op een door de
Rijksfilmkamer erkende Duitsche uitleen-
firma of particulier, waarbij er op gelet moet
worden, dat ook deze Duitsche films onder
geen omstandigvheden meer het merk Metro-
Goldwyn vertoonen.
HET DUITSCHE LEGERBERIGHT.
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakt bekend:
Het duikbootwapen heeft nieuwe successen
behaald. Een duikboot heeft het 4578 brt.
groote bewapende Britsche koopvaardijschip
Ampleforth, alsmede een ander vijandelijk
koopvaardijschip van 6680 brt. tot zinken ge-
brachit. Een andere duikboot onder leiding van
luitenant ter zee eerste klasse Cohauss, waar
van reeds een resultaat van 32300 brt. was
gemeld, heeft in totaal 41.000 brt. vijandelijke
handelsscheepsruimte tot zinken gebracht.
In het kader der gewapende verkenning be-
stookte het luchtwapen, wapenfabrieken, op-
slagplaatsen voor brandstof, spoorweginstal-
laties, havens, vliegvelden en troepenconcen-
traties, in het bijzonder in de graafschappen
Suffolk, Norfolk en Oxford succesrijk met
bommen.
Des nacht waren onze aanvallen gericht op
vliegvelden in Zuid-Engeland, alsmede op
haveninstallaties en groote tankinstallaties
aan de Britsche Zuid- en Zuid-Westkust.
IVijandelijke vliegtuigen wierpen in den
nacht van 19 op 20 Augustus op verschillende
plaatsen bommen op woonwijken en open ter-
reinen. Enkele burgers werden gedood en ge-
wond. Verscheidene huizen werden vemield.
Dank zij het krachtig optreden van den vei-
ligheids- en hulpdienst, alsmede van den eigen
hulpdienst der bevolking konden op verschil
lende plaatsen ontstane branden snel bedwon-
gen worden.
Vier vijandelijke vliegtuigen werden door
jagers en luchtdoelartillerie neergeschoten.
Twee eigen vliegtuigen worden vermist.
ENGELSCHE TROEPEN UIT SJANGjHAI
VERTROKKEN.
Domei meldt uit Sjanghai:
De Britsche troepen te Sjanghai, bestaande
uit het tweede bataljon van het regiment
East-Surrey en het eerste bataljon van de
Seaforth-hooglanders zijn Maandagmorgen
met onbekende bestemming uit Sjanghai ver-
trokken, waarmede aan hun dertienjarig ver-
blijf een eind is gekomen. Na een laatste
parade, welke door het consulaire corps en
andere autoriteiten werd bijgewoond, zijn de
troepen Maandagavond laat begonnen zich in
te schepen.
DE TIMES SPREEKT VAN EEN
..SMARTELIJKE SLAG".
Het D.N.B. verneemt uit Londen:
(De „succesrijke ontruiming" van Britsch-
bomaliland wordt door de Times een „smarte-
ijke slag" genoemd. Het prestige is, zoo
meent het blad, vooral in oorlogstijd een zeer
belangrijke factor en het zou geen zin heb- f
ben, een prestige-verlies te willen verkleinen
of teleurgestelde verwachtingen te willen
negeeren. Het blad probeert zich te troosten
met de gedachten, dat het definitieve lot van
Britseh-Somaliland op andere oorlogstoonee-
len beslist zal worden.
GELUKWENSCH VAN HITLER AAN
MUSSOLINI.
De Flihrer heeft naar aanleiding van de
Italiaansche overwinning in Oost-Afrika het
volgende telegram aan Mussolini gezonden:
„Duce, ik bied U en Uw weermacht naar
aanleiding van de groote overwinning in Oost-
Afrika mijn hartelijke gelukwenschen en die
van het geheele Duitsche volk aan. Uw Adolf
Hitler."
HOOGERE BENZINEPRIJS.
De benzineprijzen zijn met ingang van gis-
teren verhoogd. Voor levering in vaten of aan
de pomp is de prijs thans 21 cent per liter.
GEEN SCHOOL WEEK VAN DERTIG
UREJf.
Zooals men weet bestond het plan de les-
roosters voor het middelbaar onderwijs op 30
uren per week te brengen. Naar het Handels-
blad vemeemt is dit plan echter niet doorge-
gaan. In het algemeen bhjven de lesroosters
onverandefd.
GEVONDEN VOORWERPEN.
De Inspecteur van Politie te Temeuzen,
maakt bekend, dat omtrent onderstaande
gevonden voorwerpen, inlichtingen te beko-
men zijn, aan de daarachter vermelde adres-
sen.
Zilveren halskettinkje, Bureau van Politie.
Portemonnaie met inhoud, C. Densen, Lan-
ge Kerkstraat 72.
Kindertaschje, J. Rottier, Donze-Visser-
straat 115.
Blauwe regenjas, J. de Regt, Tholensstr. 192.
Vloermatje, J. Eckhardt, Nieuwstraat 24.
Kinderdriewieler, Bureau van Politie.
Kindertaschje, W. Schellinkhout, Noord-
straat 66.
Vulpen, merk Moor, G. Kamerik, Schooll. 21.
Blauwe alpinomuts, Bureau van Politie.
Kindertaschje, P. Joosse, Donze-Visser-
straat 69.
Garantiebewijs t.n.v. D. de Pooter, Bureau
van Politie.
Medaillon, P. van Eenenaam, Donze-Vis-
serstraat 106.
Huissleutel en zakdoek, W. J. Bliek, Noord-
straat 15.
Zwart kinderrijwiel, dames model, Bureau
van Politie.
Geel kindertaschje met inhoud, H. Geers,
Molengang 4.
STICHTING ZWAGERMAN.
Gisteravond had in het Gebouw Em
manuel" een bijeenkomst plaats, waarin de
heer Zwagerman een uiteenzetting gaf van
het doel en streven der Stichting Oorlogs-
schade 1940, welke stichting, zooals de heer
Mr. Tichelman in zijn inleiding zeide, bekend
staat onder den naam Stichting Zwagerman,
die het doel nastreeft om het verlies, dat de
slachtoffers van het oorlogsgeweld- hebben
geleden, zooveel mogelijk te vergoeden en te
herstellen dat wat verloren ging. Er is te dien
opzichte reeds veel arbeid verricht, doch er
blijft nog ontzaglijk veel werk te verrichten.
Deze arbeid zal echter eerst dan tot voile
ontplooiing kunnen komen, zoo alien, die op
eenigerlei wijze schade hebben geleden, zich
hecht aaneensluiten en door hun lidmaatschap
van de Stichting Zwagerman toonen een
steentje te willen bijdragen voor den arbeid
die uiteindelijk toch ten behoeve van de door
den oorlog getroffenen wordt verricht.
De heer Zwagerman hierna het woord ver-
krijgende, zeide voortdurend getroffen te wor
den door de schoonheid van onze provincie
en juist in dezen oogsttijd komt tot uiting van
welke groote waarde het is als de menschen
uit deze vruchtbare aarde weten voort te
brengen en rust en vrede heerscht daar
waar gearbeid wordt. Het is alsof een booze
droom ons voorbij is gegaan, want wij konden
ons niet voorstellen, dat het oorlogsgeweld in
de landen om ons heen ook over ons zou
komen. Helaas is het geen droombeeld ge
weest en de oorlogsslachtoffers hebben er-
varen hoe in een korte spanne tijds de vruch-
ten van jaren arbeid verloren gingen, hoe him
woning, met zooveel zorg en liefde opge-
bouwd, in een rookende puinhoop werd her-
schapen.
Er zijn gezinnen waarin een doode te be-
treuren valt en dit verlies is onherstelbaar.
Naast de onherstelbare verliezen waarin
een doode te betreuren viel, zijn er ook gees-
telijke en cultureele verliezen, die, zij het met
moeite en ten koste van jaren arbeid weer
te herstellen zijn, al zullen ook hier wel ge-
vallen te boekstaven liggen van waarden die
voor goed verloren gingen, en ten slotte zijn
er geldelijke verliezen, die wel te herstellen
zijn en het een plioht is van het geheele
Nederlandsche volk om hen bij te staan, die
door de ramp, die over ons is heengegaan, zijn
getroffen. Nog teveel treft men de meening
aan, dat de getroffenen al blij zullen mogen
zijn zoo zij hun geleden schade gedeeltelijk
zullen zien vergoed, welke meening men
helaas ook nog in Regeeringskringen in Den
Haag kan aantreffen.
Toen op 17 Mei onze mooie hoofdstad zoo
zwaar getroffen werd kwamen een 15-tal
personen, die door deze ramp getroffen wer
den, bij elkaar en stelden zich de vraag: wat
nu? Moeten wij bij de pakken gaan neerzit-
ten of dienen wij te herbouwen, dat wat ver
loren ging, en daartoe krachtig mede te wer-
ken aan het herstel. Maar dan moet het ge-
schieden langs organisatorischen weg, niet
individueel, alien, die op eenigerlei wijze ge
troffen zijn, dienen zich provinciaal en lande-
lijk te vereenigen, opdat onze stem zal ge-
hoord worden en het Nederlandsche volk en
Overheid tot de overtuiging zullen komen,
dat waar wij alien gezamenlijk als volk de
kosten van defensie en mobilisatie moeten
dragen, wij ook de schade ontstaan uit het.
oorlogsgeweld gezamenlijk dienen te herstel
len, en als dat herstel komt, dit dan zoo snel
mogelijk zal geschieden en op een voor de
slachtoffers bevredigende wijze.
Er zijn in onze provincie reeds onder-afdee-
lingen van het Provinciaal comite opgericht,
en ook hier heeft een afdeeling Temeuzen
Sluiskil haar arbeid aangevangen.
Uit de besturen dezer onder-afdeelingen zal
een lid zitting hebben in het Provinciaal Be-
stuur, zoodat men dan een vertegenwoordiger
daarin krijgt uit Oost- en een uit West
Zeeuwsch-Vlaanderen, welke bestuursleden
met die uit andere deelen der provincie het
groote Provinciale Bestuur zullen vormen
van de Stichting, die al datgene zal doen wat
in haar vermogen is om de geleden schade
zoo goed mogelijk te herstellen en de belan-
gen van alien te behartigen. Dat deze com-
missie voor een zware taak staat, ontveinst
zij zich niet, doch hier is een edele en groot-
sche taak te vervullen, wier uiteindelijke op-
lossing een groote voldoening zp.1 geven aan
alien die op eenigerlei wijze hiervoor een
steentje hebben bijgedragen. Een oplossing
die het Nederlandsche volk in zijn geheel zal
sieren, waarop ons nageslacht en de geheele
wereld zal wijzen als voorbeeld van gemeen-
schapszin en offervaardigheid. Het is echter
te begrijpen, dat waar reeds zooveel voorbe-
reidende arbeid is verricht en nog zoo'n berg
werk te verzetten is, het noodig is, dat de ge
troffenen de commissieleden, die overigens
hun tijd en arbeidskracht gratis ter beschik-
king stellen, in staat moeten stellen datgene
te doen wat in hun oogen moet gedaan wor
den om het gestelde doel te bereiken. De kos
ten van het lidmaatschap behoeft voor nie-
mand een bezwaar te zijn, want deze bedragen
slechts 50 cent of 1, al zal een hoogere bij-
drage niet worden afgewezen. De leden zul
len eerlang een geschrift ontvangen waarin
op overzichtelijke wijfce de verschillende
Regeeringsinstanties en comity's zijn opge-
nomen, tot wie men zich dient te wenden, en
zal men dienaangaande voorlichting ontvan
gen.
Als voorbeeld, dat het niet zoo eenvoudig
is de geleden schade te onderkennen, gaf de
heer Zwagerman aan, dat in groote trekken
twee soorten oorlogssehade gerubriceerd
worden: Defensieschade en Oorlogsgeweld-
schade.
Indien Nederlandsche militairen een ge
bouw in bezit namen en dit tengevolge hier-
van vemietigd werd, indien het noodig geacht
werd een schip te doen zinken of land onder
water werd gezet, indien Fransche of Bel-
gische militairen vorderingen hebben gedaan
of Nederlandsche troepen goederen hebben
gerequireerd, zoo wordeh deze beschouwd als
defensieschade en kunnen de betrokkenen
zich gelukkig achten, want er zijn een drietal
wetten waarop zij zich kunnen beroepen, dat
de voile 100 der geleden schade wordt ver
goed.
Alle overige schaden worden gerangschikt
onder Oorlogsgeweldschade, deze zijn weder
onderverdeeld in groepen, schaden aan on-
roerende en roerende goederen, bedrijfsuit-
rustingen, schaden door plunderingen enz.
Zoo heel eenvoudig is het dus niet en tot
welke normen men zal komen voor de vast-
stelling der schaden is nog niet bekend, al
kan men wel zeggen, dat diegenen die min
der schade hebben geleden dan hun weeikloon
bedraagt geen uitkeering zullen ontvangen.
Zij wier woning geheel is vernield kunnen
thans reeds 80 der geschatte waarde bij
herbouw renteloos ontvangen, terwijl het
overig gedeelte tegen 4 rente wordt ver
strekt, wellicht dat dit percentage nog lager
zal worden gesteld indien zulks noodig blijkt.
Ook wordt tegen een laag percentage geld
verstrekt aan hen, die hun getroffen woning
willen herstellen.
Zakenmenachen, die tot de slachtoffers be-
hooren en bedrijfskapitaal noodig hebben om
hun bedrijf weer op gang te brengen, kunnen
dit via hun bankinstelling, of indien zij deze
niet hebben via de Middenstandsbanken, weder
verkrijgen tegen een laag percentage en op
gemakkelijke aflossingsvoorwaarden.
Dit alles op aftrek van hetgeen zij later
zullen uitgekeerd krijgen voor de geleden
Oorlogsgeweldschade.
Verder zijn er nog hulpverleeningen die
verstrekt worden uit de 10 millioen gulden,
die de Regeering heeft uitgetrokken voor de
kleinere zakenmenschen, die hun bedrijf
zagen vernield en eenig bedrijfskapitaal noo
dig hebben om dit weer op gang te brengen
waarbij dan een voorloopige bijslag kan
worden gegeven op hun wekelijksche verdien-
sten, of voor hen die hun huisraad verloren
en voor aanschaffing tot een bedrag van 300
noodig hebben, zoo ook voor herstel van een
ziekte veroorzaakt door het oorlogsgeweld.
Hiervoor dient men zich te wenden tot de
Stichting Temeuzen of tot de gemeente.
Men ziet hieruit wel, dat reeds tal van
voorzieningen zijn getroffen en hiervoor com-
missies zijn ingesteld, doch wij dienen alien
toe te treden tot de Provinciale vereeniging,
via de plaatselijke afdeelingen, opdat er
kracht van kan uitgaan bij ons streven tot
algeheele vergoeding der geleden schade ont
staan uit oorlogsgeweld. Helaas bestaat er
bij de Regeeringsautoriteiten nog niet het
inzicht dat ook hiervoor de voile 100 dient
te worden vergoed. Men staart nog op de
500 millioen gulden, waarop het totale bedrag
der oorlogssehade wordt begroot, en wijst er
op dat het belastbaar bezit van het Neder-
iandsche volk 15 milliard gulden bedraagt,
hetgeen dus 10 der geleden schade zou
bedragen.
Men laat het dan voorkomen alsof deze
last door de bevolking niet te dragen is, doch
men vergeet er dan bij te zeggen, dat waar
deze last voor geheel Nederland te zwaar
zou ziin, dit dan voor het getroffen deel alleen
zeer zeker het geval zal zijn.
Als men ziet, dat in den Nederlandschen
landbouw, en dat is nog het armste deel der
bevolking, een bedrag van 10 milliard gulden
is vertegenwoordigd, kan men veilig het
nationaal bezit op 50 a 60 milliard gulden
taxeeren, hetgeen dus Aeerkomt op een hef-
fing van 2 k 3 voor het volledig en alge-
heel herstel.
Hiema gaf de heer Zwagerman een overzicht
van de formulieren, die de getroffenen eer
lang zullen hebben in te vullen bij de Schade-
Enquete-Oommissie, die voor dezen arbeid
zal worden bijgestaan door deskundigen. Hij
drong er op aan, dat alien hun gegevens
betreffende de geleden schade, zoo nauwgezet
mogelijk en plichtsgetrouw zullen indienen,
op zoodanige wijze dat de deskundigen hun
uiteindelijke rapporten kunnen opmaken.
De heer Zwagerman eindigde met de hoop
uit te spreken, dat het Nederlandsche volk en
de Regeering zal zorgen, dat het leed, voor
zoover dit hersteld k&n worden, volledig zal
worden geheeld.
Een hartelijk applaus beloonde spreker
voor zijn gevoelvolle rede en de heer
Mr. Tichelman was de tolk der ver-
gadering toen hij den spreker zijn dank be-
tuigde voor het vele werk, dat hij reeds had
verricht en daarbij de hoop uitsprak, dat de
heer Zwagerman eerlang de voile vrucht van
zijn moeizamen arbeid zal oogsten.
REDDINGBOOT TE BRESKENS
GESTATIONNEERD.
Naar de Pr. Z. Crt. verneemt, is de red-
dingboot „Maria Carolina Blankenheym" Za-
terdagmorgen van Vlissingen naar Breskens
vertrokken, alwaar het vaartuig tijdelijk ge-
stationneerd zal worden. Het bestuur der Red-
dingmaatschappij heeft tegelijkertijd een nieu
we bemanning doen aanmonsteren, welke
grootendeels bestaat uit Breskensche vis-
scherslieden. Deze bemanning is thans in zgn.
vasten dienst, waarmede bereikt wordt, dat
de reddingboot op ieder tijdstip tot onmiddel-
lijk uitvaren gereed is. Tot schipper is be-
noemd de heer A. J. van den 'Heuvel te Bres
kens.
Kort voor het uitbreken van den oorlog
was een aanvang gemaakt met het bouwen
van een installatie voor draadlooze telefonie
aan boord van de M. C. Blankenheym. Nadat
hierbij eenige stagnatie was ingetreden is de
inrichting van deze installatie sedert eenige
weken gereed gekomen. Bij eventueel uitvaren
kan de bemanning daardooi communicatie
met den vasten wal onderhouden, hetgeen bij
het zoeken naar drenkelingen en het geven
van aanwijzingen van groot belang is.
EEN AANGESPOELDE MIJN OP HET
STRAND VAN ZOUTELANDE.
Zondagmorgen vroeg is op het strand te
Zoutelande een mijn aangedreven, zeer ten on-
gerieve van de vele personen die gedacht had-
den een zomerschen Zondag aan het bad-
strand door te brengen, daar nu de toegang
tot het badstrand door den burgemeester werd
verboden. Den geneelen dag bleef het strand
ontoegankelijk, omdat eerst 's avonds half 9
toen het geheel eb was, de mijn kon worden
onschadelijk gemaakt. (P. Z. Crt.)
DEVIEZEN GRENSBESCHIKKING I.
Nadere bepalingen voor het deviezen-
verkeer aan de grens.
De wnd. secretaris-generaal, wnd. hoofd
van het departement van financien heeft,
gelet op artikel 2, lid 4, en artikel 8 van het
Deviezenbesluit H, bepaald:
Art. 1. De uit- en invoer van betaalmid-
delen, bedoeld in artikel 2 van het Deviezen
besluit H, mogen alleen geschieden langs het
me est nabij de woonplaats van den grens-
bewoner gelegen douanekantoor en op tijd-
stippen, waarop, het kantoor voor het reizi-
gersverkeer is opengesteld, een en ander
behoudens door den inspecteur der invoer-
rechten en accijnzen, binnen wiens dienst-
kring dat kantoor is gelegen, voor bepaalde
gevallen te verleenen afwijkingen.
Art. 2. De grensbewoner is desgevraagd
verplieht de door hem uit- of ingevoerde
betaalmiddelen aan de bevoegde ambtenaren
der invoerrechten en accijnzen of aan andere
daartoe aan te wijzen ambtenaren te ver
toonen.
Art. 3. De door de binnen het Nederland
sche bezette gebied gevestigde werkgevers af
te geven, in artikel 3 van het Deviezenbe
sluit II bedoe'lde loonverklaringen moeten
luiden overeenkomstig het bjj deze beschik-
king gevoegde model.
Het eerste exemplaar van de loonverklarin
gen noet bij den uitvoer van de betaalmidde
len door den grensganger aan de ambtena
ren van de invoerrechten en accijnzen van
het kantoor, genoemd in de verklaring, ter
intrekking worden aangeboden.
Art. 4. I. De vergunning, bedoeld in artikel
5 van het Deviezenbesluit n wordt op daar
toe strekkend verzoek tot wederopzeggens
verleend door den inspecteur der invoerrech
ten en accijnzen.
2. De aanvragen tot het verkrijgen van
de vergunning moeten worden ingediend: a.
door een ingezetene bij den inspecteur der
invoerrechten en accijnzen over zijn woon
plaats; b. door een niet-ingezetene bij den
inspecteur der invoerrechten en accijnzen,
binnen wiens dienstkring het naastbij zijn
woonplaats gelegen grenskantoor valt.
3. De vergunning wordt verleend in den
vorm van een marktboek.
4. Indien de aanvrager dit verkiest, kan
aan hem meer dan e6n vergunning worden
verleend.
5. De vergunning vervalt, indien het
marktboek is volgeschreven.
6. Voor het verkrijgen van een nieuwe
vergunning moet de oude bij het indienen van
de aanvrage worden ingeleverd.
DE HAVENS ZIJN BIJNA GEHEEL VRU.
Nog enkele dagen en dan zullen, schrijft de
Pr. Z. Crt., de havens van Breskens, die na
de vlucht van de Franschen een treurigen
aanblik hadden gekregen door de tientallen in
brand gestoken en tot zinken gebrachte
schepen, weer hun gewone aanzien krijgen.
Het personeel van de twee machtige drijvende
bokken die thans in de haven aan het werk
zijn, hebben de vorige week niet stil gezeten.
Er lagen daar nog zeven schepen, n.l. de
ferry boot ,,Prinses Juliana", die bij den aan-
legsteiger gezonken was, de geheel uitge-
brande ferryboot „Prins Hendrik", waarvan
ook nog sleohts een gedeelte boven water uit-
stak' en verder de door het vuur vernielde
en gezonken ,,Prins Willem I", de ,,Ooster-
Schelde", beide eveneens van den provincialen
stoombootdienst, de ,,Stad Zierikzee" van de
Rotterdamsche Tramwegmaatschappij en de
Belgische loodsboot no. 17, terwijl voor de
haven de nieuwe Nederlandsche loodsboot no.
1 gezonken was. Nadat de „Prinses Juliana"
rechtgetrokken en gelicht en, zooals bekend,
naar Vlissingen was gesleept, zijn daarop de
,,Prins Willem I", de ,,Ooster-lSchelde" en de
,,iStad Zierikzee" gelicht. Deze schepen heb
ben thans met de als hospitaalschip inge-
richte provinciale boot ,,Schouwen", die bij
Hoofdplaat uitgebrand en gezonken heeft
gelegen, ligplaats gekregen aan den steiger
in de nieuwe haven. De ,,Prins Hendrik" is
gelicht en naar Vlissingen overgebracht, zoo
dat er thans nog twee schepen, n.l. de loods-
vaartuigen, overblijven. Hieraan is men thans
ook bezig, zoodat binnen enkele dagen dit
laatste tafereel van het oorlogstooneel in
de haven zal verdwijnen.
DE NIEUWE COMPETITIE-INDEELING.
Naar het A.N.P. in een onderhoud met de
heeren A. J. Staal en L. Boeljon van den
N.V.B. heeft vernomen, heeft de heer K. J. J.
Lotsy zjjn ontwerp van de competitie-indee-
ling aan het bestuur van den N.V.B. voorge-
legd.
Nog deze week zal de competitie-indeeling
worden bekend gemaakt. Nog is geen beslis-
sing genomen ten aanzien van een normale of
een noodcompetitie in het nieuwe seizoen.
Over de kwestie hoofdklasse is in het ge
heel niet gesproken, daar het absoluut niet in
de bedoeling heeft gelegen van het bestuur
van den N.VjB. om reeds nu daartoe over te
gaan.
Toch ligt het in de bedoeling om reeds den
eersten Zondag van de maand September met
de nieuwe competitie aan te vangen, zoodat
de vereenigingen zich hier reeds op kunnen
voorbereiden. Hierbij zal evenwel rekening
gehouden worden met de verschillende reeds
vastgestelde wedstrijden der traditioneele
tomooien, zooals de zilveren bal en het Arol-
tomooi. Voor verschillende tweede-klasse ver
eenigingen beteekent dit evenwel een buiten-
kansje, daar deze dan de gelegenheid krijgen
het seizoen te beginnen. Bovendien zal men
rekening moeten houden met het feit, dat het
in het voomemen ligt van het bestuur van
den N.V.B. voorloopig geen inhaalprogram-
ma's vast te stellen.
COMMANDANT VAN EEN
HULP-MIJNENLEGGER TE VLISSINGEN
PLEEGDE VERDUISTERING.
Voor den zeekrijgsraad te Den Haag had
zich te verantwoorden de luitenant ter zee 2e
klasse J. W., ter zake van verduistering in
dienstbetrekking als ambtenaar.
iBeklaagde had als commandant van de
hulp-mijnenlegger 1 en 2 te Vlissingen 200
gulden ontvangen om daarmede dienstuitga-
ven ten behoeve van de mijnenleggers te doen.
Bij de overdracht van de kas kon hij 136
gulden niet verantwoorden. Tijdens het voor-
onderzoek heeft W. bekend, het geld voor per-
soonlijke doeleinden te hebben besteed, doch
ter terechtzitting trok hij dit in. Echter kon
hij nu evenmin het zoekgeraakte bedrag
verantwoorden.
De fiscaal vond de zaak, door de houding
van beklaagde, die geen spoor van berouw
of eergevoel toont, onsmakelijk. De mentali-
teit van dezen man is beneden critiek. Hij
eischte 2 maanden gevangenisstraf met ont-
slag uit den militairen dienst en aftrek van
preventief. Voorts eischte spr. staande de
zitting, den beklaagde in arrest te stellen. De
laatste werd door den krijgsraad geweigerd.
Nader zal de beklaagde gelegenheid hebben
zich te verdedigen.
INLEVERING VAN HAVER.
Teneinde misverstand te voorkomen vestigt
de Provinciale Voedselcommissaris voor Zee-
land er de aandacht op, dat volgens instructie
van het R. V. V. O. te Den Haag thans alle
toegewezen haver van den oogst 1939 moet
worden ingeleverd. In verband hiermee zal
voor de eerstvolgende periode, welke loopt
van 19 Augustus tot 15 September a.s., geen
havertoewijzing- meer worden verstrekt aan
hen, die tot nu toe beschikten over gespaarde
haver kracihtens hun jaartoewijzing. Deze
veehouders komen derhalve in aanmerking
voor een mengvoedertoewijzing volgens. de
vastgestelde normen.
AANBIEDEN VAN ZADEN.
Aan de telers van Karwij-, Blauwmaan-,
Kanarie-, Mosterd- en Lijnzaad van oogst
1939 en vroegere oogsten, wordt bij deze
medegedeeld. dat zij van de verschillende
partijen der bovengenoemde zaden een
monster aan het kantoor van den Voedsel
commissaris te Goes of bij hun districts-
secretaris moeten aanbieden vdor 22 Augustus
1940.
Al deze zaden moeten v66r 31 Augustus
1940 ingeleverd zijn.
300.000 KOEIEN VERDWIJNEN.
Eenigen tijd geleden is medegedeeld, dat o.a.
de rundveestapel zal worden ingekrompen.
Volgens den Vee- en Vleeschhandel houdt
men er rekening mee, dat het aantal koeien
v66r den winter zal worden ingekrompen met
300.000 stuks, die ten deele zullen worden ge-
consumeerd, ten deele geexporteerd.
Ter persconferentie werd onlangs medege
deeld, dat de melkproductie met ongeveer een
milliard liter (20 pet.) zal worden verminderd.
In een vlaag van waanzin heeft te Amster
dam, volgens de Courant, een ongeveer 40-
jarige vrouw haar kindje van drie en een halve
maand, een .meisje, in den Amstel verdronken.
De daderes is, toen het drama bekend werd,
gearresteerd, waama het lijlije van de kleine
uit den Amstel is opgehaaid.
De vrouw was den laatsten tijd eenigszins
overstuur geraakt. Haar man, een kleerma-
ker, wist dit natuurlijk en probeerde telkens
door kalmte zijn vrouw tot rust te brengen.
Zij maakte zich emstig bezorgd over haar 18-
jarigen zoon, die binnenkort naar een sanato
rium zou moeten, om daar herstel te zoeken
voor een ernstige ziekte. Zijzelf was ook niet
sterk en vermoedelijk niet bestand tegen de
spanningen van deze dagen. Hoe het ook zij,
toen haar man naar zijn werk zou gaan, nam
hij voorzorgsmaatregelen, opdat zijn vrouw
niet alleen zou zijn. Hij waarschuwde een
schoonzuster, die zijn vrouw zou komen op-
zoeken.
Wat er precies gebeurd is, zal wel altijd een
raadsel blijven. Het staat in ieder geval vast,
dat de vrouw haar baby in een soort cape
heeft gewikkeld, vervolgens naar den Amstel
is geloopen en 'de kleine daarin heeft gegooid,
op een oogenblik dat er niemand anders in de
buiirt was. Na haar vreeselijke daad is de
vrouw naar de woning van de schoonzuster
gegaan aan wie zij een zeer verward verhaal
deed. Zij vertelde, dat zij aan den Amstel een
andere vrouw had zien loopen met haar kindje
in de armen en dat deze onbekende vrouw het
kind ten slotte had verdronken. Het verhaal
was zoo verward, dat de schoonzuster er aan-
vankelijk geen wijs uit kon worden, doch wel
begreep, dat er iets ontzettends gebeurd
moest zijn. Ze ging direct naar de politie, die
zoo snel mogelijk een onderzoek instelde. Met
veel moeite slaagde men er in de plaats te
vinden aan den Amstel, waar het kind in het
water werd geworpen. Een agent ging hier
dreggen en haalde inderdaad het kind op. De
levensgeesten waren reeds lang geweken.
De politie ging onmiddellijk over tot de
arrestatie van de moeder, die echter geen
enkele verklaring kon geven over de beweeg-
redenen van haar daad. Zij kon zich zelfs
niets meer herinneren. Herhaalde malen is de
vrouw ondervraagd, doch geen enkele maal
bekende zij het misdrijf; zij wist er niets meer
van. Ook de echtgenoot kon geen opheldering
geven, maar kon wel bevestigen, dat zijn
vrouw den laatsten tijd zeer van streek was.
EEN MIJN IN HET NET ONTPLOFT.
In de haven van Scheveningen is de schok-
ker Sch. 82, schipper G. Spaans, binnengeko-
men met twee gewonden van de Sch. 49, welk
visschersvaartuig op drie a vier mrjl ten
W.N.W. van Scheveningen ten gevolge van
een mijnontploffing was vergaan en waarbij de
zestienjarige scheepsjongen van de Sch. 49,
Wittebol genaamd, was verdronken.
Het A.N.P. vernam omtrent dit droevige
ongeval de volgende bijzonderheden:
De schokker was bezig met de vischvangst,
toen bij het ophalen van het net een van de
drie opvarenden daarin een mijn ontdekte. De
man waarschuwde onmiddellijk, doch op het-
zelfde moment kwam de mijn tot explosie.
Het vaartuig werd zoodanig uiteengeslagen,
dat het binnen twee minuten zonk. Men zag
den mast als een pijl de lucht inschieten. Met
behulp van de reddingboei en de drijvend ge-
bleven kap van de stuurhut wisten de onge
veer 40jarige schipper D. Ros en de matroos
zich boven water te houden, de scheepsjongen
was in de golven verdwenen en van hem werd
helaas geen spoor meer gevonden.
De Sch. 82, die in de omgeving vischte,
stevende met achterlating van zijn vischtuig
dadelijk naar de plaats van het ongeluk, waar
beide gewonden aan boord werden genomen;
de matroos Bruin, die er emstiger aan toe
bleek te zijn, had kneuzingen aan de borst-
kas opgeloopen.
Beide gewonden zijn naar een ziekenhuis
overgebracht.