Bureau Voedselvoorzlening Zealand. Sport Landbouwberichten Gemengde Berichten VERBOD DER METRO-GOLDWIJN ROLPRENTEN. TERNEUZEN, 21 AUGUSTUS 1940. VOETBAL. RECHTSZAKEN. MOEDER VERDRINKT HAAR DOCHTERTJE. Italiaansche troepen kwamen bij hun offen- sief te staan voor de door de Engelschen ge- reed gemaakte defensieve middelen, voor de beste rijkstroepen en voor zeer versche ver- sterkingen, waaronder pas aangekomen Fran- scbe vliegtuigen en bestuurders. Hulde aan 't opperbevel en aan de Ital. soldaten, die een overwinning bebaald hebben op den vijand, op zijn wapenen, op de moeilijkheden van bet kli- maat en het terrain. Met dit offensief heeft Italie de Engelsche strijdkrachten aldaar uit- geput. De verovering van Britseh-Somaliland zal aan Italie de mogelijkheid geven een breed front vrij te krijgen, neemt de mogelijkheid weg van een eventueele Britsche actie in dien sector, verhoogt de Italiaansche bedreiging voor de vitale basis van Aden, verstrekt Ita lie nieuwe economische middelen, waaronder zes millioen stuks vee, maakt een enormen indruk op de bevolkingen aan de Roode Zee, die gevoelig zijn voor de aftakeling van het Engelsche prestige en moedigt de anti-Engel- sche beweging der Arabieren aan. De Brit sche propaganda poogt tevergeefs de beteeke- nis van Somaliland en van de Italiaansche overwinning te verkleinen. Deze overwinning, tezamen met het optreden van de Duitsche luchtmacht tegen de militaire centra van Engeland, vormt een essentieel bestanddeel voor den opmarsch van de twee asmogend- heden naar de zegepraal. BRITSqH SOMALI-LAND „MET SUCCES" ONTRUIMD. Het D.N.B. vemeemt uit Londen: !Het agentschap Reuter meldt officieel, dat Britsch Somaliland door de Britsche troepen „met succes" is ontruimd. Alle kanonnen aldns dit bericht zijn ingescheept, met uit- zondering van twee, die voordien verloren zijn gegaan. Tevoren had het D.N.B. uit Rome gemeld: Van bevoegde Italiaansche zijde wordt het volgende aan het Italiaansche weermachts- bericht van Maandag toegevoegd: Volgens de jongste berichten zijn de Engel- sche eenheden reeds met inschepingen in de haven van Berbera (Britseh-Somaliland) be- gonnen. De tweede Engelsche verdedigings- linie, waarvan in het weermachtsbericht sprake is, loopt in een halven cirkel ongeveer twintig tot vijfentwintig km van de stad Berbera verwijderd, zoodat men de Engel sche positie met een Duinkerken in het klein kan vergehjken. De gevechten om dezen tweeden verdedigingsgordel zijn buitengewoon fel geweest. Aan Engelsche zijde zijn vooral Rhodesische en Indische troepen gebruikt, terwijl het gros van de Italiaansche eenheden, die de operaties in Somaliland hebben ver- richt, uit troepen van het moederland bestond, waaraan uiteraard ook inlandsche troepen waren toegevoegd. In dezelfde kringen wijst men erop, dat in Britseh-Somaliland buiten de havens van Ber bera en Zeila de kust geen andere bruikbare havens heeft en dat vooral de kust van Ber bera uit naar het Oosten slechts uit zand- duinen bestaat. Zou het den Engelschen troe pen niet gelukken zich in te schepen, dan zou hun evenals den troepen die zich nog in het Oosten van Britseh-Somaliland bevinden, de terugtocht zijn afgesneden. Men meldt ons uit Berlijn: Ook in Duitschland zijn de Metro-Goldwyn rolprenten thans verboden. Het Rijksministe- rie voor Propaganda heeft bepaald, dat alle rolprenten dezer firma in het Rijksgebied niet meer vertoond mogen worden. Dientengevolge werd de Duitsche doch term aatschappij van het concern te Berlijn verzocht, al haar films die van Amerikaanschen oorsprong zijn, zoo spoedig mogelijk, en wel uiterlijk op 15 Augustus uit omloop te nemen, zonder rekening te houden met de afgesloten ver- dragen. Onder dit verbod vallen ook die rol prenten van de firma, die door derden in om loop werden gebracht. Voorts is bepaald, dat Metro-Goldwyn in de toekomst geen enkele rolprent van zuiver Duitschen oor sprong meer mag uitbaten; voor zoo ver het concern hiertoe met Duitsche firma's contracten heeft afgesloten, zullen deze moeten worden overgedragen op een door de Rijksfilmkamer erkende Duitsche uitleen- firma of particulier, waarbij er op gelet moet worden, dat ook deze Duitsche films onder geen omstandigvheden meer het merk Metro- Goldwyn vertoonen. HET DUITSCHE LEGERBERIGHT. Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakt bekend: Het duikbootwapen heeft nieuwe successen behaald. Een duikboot heeft het 4578 brt. groote bewapende Britsche koopvaardijschip Ampleforth, alsmede een ander vijandelijk koopvaardijschip van 6680 brt. tot zinken ge- brachit. Een andere duikboot onder leiding van luitenant ter zee eerste klasse Cohauss, waar van reeds een resultaat van 32300 brt. was gemeld, heeft in totaal 41.000 brt. vijandelijke handelsscheepsruimte tot zinken gebracht. In het kader der gewapende verkenning be- stookte het luchtwapen, wapenfabrieken, op- slagplaatsen voor brandstof, spoorweginstal- laties, havens, vliegvelden en troepenconcen- traties, in het bijzonder in de graafschappen Suffolk, Norfolk en Oxford succesrijk met bommen. Des nacht waren onze aanvallen gericht op vliegvelden in Zuid-Engeland, alsmede op haveninstallaties en groote tankinstallaties aan de Britsche Zuid- en Zuid-Westkust. IVijandelijke vliegtuigen wierpen in den nacht van 19 op 20 Augustus op verschillende plaatsen bommen op woonwijken en open ter- reinen. Enkele burgers werden gedood en ge- wond. Verscheidene huizen werden vemield. Dank zij het krachtig optreden van den vei- ligheids- en hulpdienst, alsmede van den eigen hulpdienst der bevolking konden op verschil lende plaatsen ontstane branden snel bedwon- gen worden. Vier vijandelijke vliegtuigen werden door jagers en luchtdoelartillerie neergeschoten. Twee eigen vliegtuigen worden vermist. ENGELSCHE TROEPEN UIT SJANGjHAI VERTROKKEN. Domei meldt uit Sjanghai: De Britsche troepen te Sjanghai, bestaande uit het tweede bataljon van het regiment East-Surrey en het eerste bataljon van de Seaforth-hooglanders zijn Maandagmorgen met onbekende bestemming uit Sjanghai ver- trokken, waarmede aan hun dertienjarig ver- blijf een eind is gekomen. Na een laatste parade, welke door het consulaire corps en andere autoriteiten werd bijgewoond, zijn de troepen Maandagavond laat begonnen zich in te schepen. DE TIMES SPREEKT VAN EEN ..SMARTELIJKE SLAG". Het D.N.B. verneemt uit Londen: (De „succesrijke ontruiming" van Britsch- bomaliland wordt door de Times een „smarte- ijke slag" genoemd. Het prestige is, zoo meent het blad, vooral in oorlogstijd een zeer belangrijke factor en het zou geen zin heb- f ben, een prestige-verlies te willen verkleinen of teleurgestelde verwachtingen te willen negeeren. Het blad probeert zich te troosten met de gedachten, dat het definitieve lot van Britseh-Somaliland op andere oorlogstoonee- len beslist zal worden. GELUKWENSCH VAN HITLER AAN MUSSOLINI. De Flihrer heeft naar aanleiding van de Italiaansche overwinning in Oost-Afrika het volgende telegram aan Mussolini gezonden: „Duce, ik bied U en Uw weermacht naar aanleiding van de groote overwinning in Oost- Afrika mijn hartelijke gelukwenschen en die van het geheele Duitsche volk aan. Uw Adolf Hitler." HOOGERE BENZINEPRIJS. De benzineprijzen zijn met ingang van gis- teren verhoogd. Voor levering in vaten of aan de pomp is de prijs thans 21 cent per liter. GEEN SCHOOL WEEK VAN DERTIG UREJf. Zooals men weet bestond het plan de les- roosters voor het middelbaar onderwijs op 30 uren per week te brengen. Naar het Handels- blad vemeemt is dit plan echter niet doorge- gaan. In het algemeen bhjven de lesroosters onverandefd. GEVONDEN VOORWERPEN. De Inspecteur van Politie te Temeuzen, maakt bekend, dat omtrent onderstaande gevonden voorwerpen, inlichtingen te beko- men zijn, aan de daarachter vermelde adres- sen. Zilveren halskettinkje, Bureau van Politie. Portemonnaie met inhoud, C. Densen, Lan- ge Kerkstraat 72. Kindertaschje, J. Rottier, Donze-Visser- straat 115. Blauwe regenjas, J. de Regt, Tholensstr. 192. Vloermatje, J. Eckhardt, Nieuwstraat 24. Kinderdriewieler, Bureau van Politie. Kindertaschje, W. Schellinkhout, Noord- straat 66. Vulpen, merk Moor, G. Kamerik, Schooll. 21. Blauwe alpinomuts, Bureau van Politie. Kindertaschje, P. Joosse, Donze-Visser- straat 69. Garantiebewijs t.n.v. D. de Pooter, Bureau van Politie. Medaillon, P. van Eenenaam, Donze-Vis- serstraat 106. Huissleutel en zakdoek, W. J. Bliek, Noord- straat 15. Zwart kinderrijwiel, dames model, Bureau van Politie. Geel kindertaschje met inhoud, H. Geers, Molengang 4. STICHTING ZWAGERMAN. Gisteravond had in het Gebouw Em manuel" een bijeenkomst plaats, waarin de heer Zwagerman een uiteenzetting gaf van het doel en streven der Stichting Oorlogs- schade 1940, welke stichting, zooals de heer Mr. Tichelman in zijn inleiding zeide, bekend staat onder den naam Stichting Zwagerman, die het doel nastreeft om het verlies, dat de slachtoffers van het oorlogsgeweld- hebben geleden, zooveel mogelijk te vergoeden en te herstellen dat wat verloren ging. Er is te dien opzichte reeds veel arbeid verricht, doch er blijft nog ontzaglijk veel werk te verrichten. Deze arbeid zal echter eerst dan tot voile ontplooiing kunnen komen, zoo alien, die op eenigerlei wijze schade hebben geleden, zich hecht aaneensluiten en door hun lidmaatschap van de Stichting Zwagerman toonen een steentje te willen bijdragen voor den arbeid die uiteindelijk toch ten behoeve van de door den oorlog getroffenen wordt verricht. De heer Zwagerman hierna het woord ver- krijgende, zeide voortdurend getroffen te wor den door de schoonheid van onze provincie en juist in dezen oogsttijd komt tot uiting van welke groote waarde het is als de menschen uit deze vruchtbare aarde weten voort te brengen en rust en vrede heerscht daar waar gearbeid wordt. Het is alsof een booze droom ons voorbij is gegaan, want wij konden ons niet voorstellen, dat het oorlogsgeweld in de landen om ons heen ook over ons zou komen. Helaas is het geen droombeeld ge weest en de oorlogsslachtoffers hebben er- varen hoe in een korte spanne tijds de vruch- ten van jaren arbeid verloren gingen, hoe him woning, met zooveel zorg en liefde opge- bouwd, in een rookende puinhoop werd her- schapen. Er zijn gezinnen waarin een doode te be- treuren valt en dit verlies is onherstelbaar. Naast de onherstelbare verliezen waarin een doode te betreuren viel, zijn er ook gees- telijke en cultureele verliezen, die, zij het met moeite en ten koste van jaren arbeid weer te herstellen zijn, al zullen ook hier wel ge- vallen te boekstaven liggen van waarden die voor goed verloren gingen, en ten slotte zijn er geldelijke verliezen, die wel te herstellen zijn en het een plioht is van het geheele Nederlandsche volk om hen bij te staan, die door de ramp, die over ons is heengegaan, zijn getroffen. Nog teveel treft men de meening aan, dat de getroffenen al blij zullen mogen zijn zoo zij hun geleden schade gedeeltelijk zullen zien vergoed, welke meening men helaas ook nog in Regeeringskringen in Den Haag kan aantreffen. Toen op 17 Mei onze mooie hoofdstad zoo zwaar getroffen werd kwamen een 15-tal personen, die door deze ramp getroffen wer den, bij elkaar en stelden zich de vraag: wat nu? Moeten wij bij de pakken gaan neerzit- ten of dienen wij te herbouwen, dat wat ver loren ging, en daartoe krachtig mede te wer- ken aan het herstel. Maar dan moet het ge- schieden langs organisatorischen weg, niet individueel, alien, die op eenigerlei wijze ge troffen zijn, dienen zich provinciaal en lande- lijk te vereenigen, opdat onze stem zal ge- hoord worden en het Nederlandsche volk en Overheid tot de overtuiging zullen komen, dat waar wij alien gezamenlijk als volk de kosten van defensie en mobilisatie moeten dragen, wij ook de schade ontstaan uit het. oorlogsgeweld gezamenlijk dienen te herstel len, en als dat herstel komt, dit dan zoo snel mogelijk zal geschieden en op een voor de slachtoffers bevredigende wijze. Er zijn in onze provincie reeds onder-afdee- lingen van het Provinciaal comite opgericht, en ook hier heeft een afdeeling Temeuzen Sluiskil haar arbeid aangevangen. Uit de besturen dezer onder-afdeelingen zal een lid zitting hebben in het Provinciaal Be- stuur, zoodat men dan een vertegenwoordiger daarin krijgt uit Oost- en een uit West Zeeuwsch-Vlaanderen, welke bestuursleden met die uit andere deelen der provincie het groote Provinciale Bestuur zullen vormen van de Stichting, die al datgene zal doen wat in haar vermogen is om de geleden schade zoo goed mogelijk te herstellen en de belan- gen van alien te behartigen. Dat deze com- missie voor een zware taak staat, ontveinst zij zich niet, doch hier is een edele en groot- sche taak te vervullen, wier uiteindelijke op- lossing een groote voldoening zp.1 geven aan alien die op eenigerlei wijze hiervoor een steentje hebben bijgedragen. Een oplossing die het Nederlandsche volk in zijn geheel zal sieren, waarop ons nageslacht en de geheele wereld zal wijzen als voorbeeld van gemeen- schapszin en offervaardigheid. Het is echter te begrijpen, dat waar reeds zooveel voorbe- reidende arbeid is verricht en nog zoo'n berg werk te verzetten is, het noodig is, dat de ge troffenen de commissieleden, die overigens hun tijd en arbeidskracht gratis ter beschik- king stellen, in staat moeten stellen datgene te doen wat in hun oogen moet gedaan wor den om het gestelde doel te bereiken. De kos ten van het lidmaatschap behoeft voor nie- mand een bezwaar te zijn, want deze bedragen slechts 50 cent of 1, al zal een hoogere bij- drage niet worden afgewezen. De leden zul len eerlang een geschrift ontvangen waarin op overzichtelijke wijfce de verschillende Regeeringsinstanties en comity's zijn opge- nomen, tot wie men zich dient te wenden, en zal men dienaangaande voorlichting ontvan gen. Als voorbeeld, dat het niet zoo eenvoudig is de geleden schade te onderkennen, gaf de heer Zwagerman aan, dat in groote trekken twee soorten oorlogssehade gerubriceerd worden: Defensieschade en Oorlogsgeweld- schade. Indien Nederlandsche militairen een ge bouw in bezit namen en dit tengevolge hier- van vemietigd werd, indien het noodig geacht werd een schip te doen zinken of land onder water werd gezet, indien Fransche of Bel- gische militairen vorderingen hebben gedaan of Nederlandsche troepen goederen hebben gerequireerd, zoo wordeh deze beschouwd als defensieschade en kunnen de betrokkenen zich gelukkig achten, want er zijn een drietal wetten waarop zij zich kunnen beroepen, dat de voile 100 der geleden schade wordt ver goed. Alle overige schaden worden gerangschikt onder Oorlogsgeweldschade, deze zijn weder onderverdeeld in groepen, schaden aan on- roerende en roerende goederen, bedrijfsuit- rustingen, schaden door plunderingen enz. Zoo heel eenvoudig is het dus niet en tot welke normen men zal komen voor de vast- stelling der schaden is nog niet bekend, al kan men wel zeggen, dat diegenen die min der schade hebben geleden dan hun weeikloon bedraagt geen uitkeering zullen ontvangen. Zij wier woning geheel is vernield kunnen thans reeds 80 der geschatte waarde bij herbouw renteloos ontvangen, terwijl het overig gedeelte tegen 4 rente wordt ver strekt, wellicht dat dit percentage nog lager zal worden gesteld indien zulks noodig blijkt. Ook wordt tegen een laag percentage geld verstrekt aan hen, die hun getroffen woning willen herstellen. Zakenmenachen, die tot de slachtoffers be- hooren en bedrijfskapitaal noodig hebben om hun bedrijf weer op gang te brengen, kunnen dit via hun bankinstelling, of indien zij deze niet hebben via de Middenstandsbanken, weder verkrijgen tegen een laag percentage en op gemakkelijke aflossingsvoorwaarden. Dit alles op aftrek van hetgeen zij later zullen uitgekeerd krijgen voor de geleden Oorlogsgeweldschade. Verder zijn er nog hulpverleeningen die verstrekt worden uit de 10 millioen gulden, die de Regeering heeft uitgetrokken voor de kleinere zakenmenschen, die hun bedrijf zagen vernield en eenig bedrijfskapitaal noo dig hebben om dit weer op gang te brengen waarbij dan een voorloopige bijslag kan worden gegeven op hun wekelijksche verdien- sten, of voor hen die hun huisraad verloren en voor aanschaffing tot een bedrag van 300 noodig hebben, zoo ook voor herstel van een ziekte veroorzaakt door het oorlogsgeweld. Hiervoor dient men zich te wenden tot de Stichting Temeuzen of tot de gemeente. Men ziet hieruit wel, dat reeds tal van voorzieningen zijn getroffen en hiervoor com- missies zijn ingesteld, doch wij dienen alien toe te treden tot de Provinciale vereeniging, via de plaatselijke afdeelingen, opdat er kracht van kan uitgaan bij ons streven tot algeheele vergoeding der geleden schade ont staan uit oorlogsgeweld. Helaas bestaat er bij de Regeeringsautoriteiten nog niet het inzicht dat ook hiervoor de voile 100 dient te worden vergoed. Men staart nog op de 500 millioen gulden, waarop het totale bedrag der oorlogssehade wordt begroot, en wijst er op dat het belastbaar bezit van het Neder- iandsche volk 15 milliard gulden bedraagt, hetgeen dus 10 der geleden schade zou bedragen. Men laat het dan voorkomen alsof deze last door de bevolking niet te dragen is, doch men vergeet er dan bij te zeggen, dat waar deze last voor geheel Nederland te zwaar zou ziin, dit dan voor het getroffen deel alleen zeer zeker het geval zal zijn. Als men ziet, dat in den Nederlandschen landbouw, en dat is nog het armste deel der bevolking, een bedrag van 10 milliard gulden is vertegenwoordigd, kan men veilig het nationaal bezit op 50 a 60 milliard gulden taxeeren, hetgeen dus Aeerkomt op een hef- fing van 2 k 3 voor het volledig en alge- heel herstel. Hiema gaf de heer Zwagerman een overzicht van de formulieren, die de getroffenen eer lang zullen hebben in te vullen bij de Schade- Enquete-Oommissie, die voor dezen arbeid zal worden bijgestaan door deskundigen. Hij drong er op aan, dat alien hun gegevens betreffende de geleden schade, zoo nauwgezet mogelijk en plichtsgetrouw zullen indienen, op zoodanige wijze dat de deskundigen hun uiteindelijke rapporten kunnen opmaken. De heer Zwagerman eindigde met de hoop uit te spreken, dat het Nederlandsche volk en de Regeering zal zorgen, dat het leed, voor zoover dit hersteld k&n worden, volledig zal worden geheeld. Een hartelijk applaus beloonde spreker voor zijn gevoelvolle rede en de heer Mr. Tichelman was de tolk der ver- gadering toen hij den spreker zijn dank be- tuigde voor het vele werk, dat hij reeds had verricht en daarbij de hoop uitsprak, dat de heer Zwagerman eerlang de voile vrucht van zijn moeizamen arbeid zal oogsten. REDDINGBOOT TE BRESKENS GESTATIONNEERD. Naar de Pr. Z. Crt. verneemt, is de red- dingboot „Maria Carolina Blankenheym" Za- terdagmorgen van Vlissingen naar Breskens vertrokken, alwaar het vaartuig tijdelijk ge- stationneerd zal worden. Het bestuur der Red- dingmaatschappij heeft tegelijkertijd een nieu we bemanning doen aanmonsteren, welke grootendeels bestaat uit Breskensche vis- scherslieden. Deze bemanning is thans in zgn. vasten dienst, waarmede bereikt wordt, dat de reddingboot op ieder tijdstip tot onmiddel- lijk uitvaren gereed is. Tot schipper is be- noemd de heer A. J. van den 'Heuvel te Bres kens. Kort voor het uitbreken van den oorlog was een aanvang gemaakt met het bouwen van een installatie voor draadlooze telefonie aan boord van de M. C. Blankenheym. Nadat hierbij eenige stagnatie was ingetreden is de inrichting van deze installatie sedert eenige weken gereed gekomen. Bij eventueel uitvaren kan de bemanning daardooi communicatie met den vasten wal onderhouden, hetgeen bij het zoeken naar drenkelingen en het geven van aanwijzingen van groot belang is. EEN AANGESPOELDE MIJN OP HET STRAND VAN ZOUTELANDE. Zondagmorgen vroeg is op het strand te Zoutelande een mijn aangedreven, zeer ten on- gerieve van de vele personen die gedacht had- den een zomerschen Zondag aan het bad- strand door te brengen, daar nu de toegang tot het badstrand door den burgemeester werd verboden. Den geneelen dag bleef het strand ontoegankelijk, omdat eerst 's avonds half 9 toen het geheel eb was, de mijn kon worden onschadelijk gemaakt. (P. Z. Crt.) DEVIEZEN GRENSBESCHIKKING I. Nadere bepalingen voor het deviezen- verkeer aan de grens. De wnd. secretaris-generaal, wnd. hoofd van het departement van financien heeft, gelet op artikel 2, lid 4, en artikel 8 van het Deviezenbesluit H, bepaald: Art. 1. De uit- en invoer van betaalmid- delen, bedoeld in artikel 2 van het Deviezen besluit H, mogen alleen geschieden langs het me est nabij de woonplaats van den grens- bewoner gelegen douanekantoor en op tijd- stippen, waarop, het kantoor voor het reizi- gersverkeer is opengesteld, een en ander behoudens door den inspecteur der invoer- rechten en accijnzen, binnen wiens dienst- kring dat kantoor is gelegen, voor bepaalde gevallen te verleenen afwijkingen. Art. 2. De grensbewoner is desgevraagd verplieht de door hem uit- of ingevoerde betaalmiddelen aan de bevoegde ambtenaren der invoerrechten en accijnzen of aan andere daartoe aan te wijzen ambtenaren te ver toonen. Art. 3. De door de binnen het Nederland sche bezette gebied gevestigde werkgevers af te geven, in artikel 3 van het Deviezenbe sluit II bedoe'lde loonverklaringen moeten luiden overeenkomstig het bjj deze beschik- king gevoegde model. Het eerste exemplaar van de loonverklarin gen noet bij den uitvoer van de betaalmidde len door den grensganger aan de ambtena ren van de invoerrechten en accijnzen van het kantoor, genoemd in de verklaring, ter intrekking worden aangeboden. Art. 4. I. De vergunning, bedoeld in artikel 5 van het Deviezenbesluit n wordt op daar toe strekkend verzoek tot wederopzeggens verleend door den inspecteur der invoerrech ten en accijnzen. 2. De aanvragen tot het verkrijgen van de vergunning moeten worden ingediend: a. door een ingezetene bij den inspecteur der invoerrechten en accijnzen over zijn woon plaats; b. door een niet-ingezetene bij den inspecteur der invoerrechten en accijnzen, binnen wiens dienstkring het naastbij zijn woonplaats gelegen grenskantoor valt. 3. De vergunning wordt verleend in den vorm van een marktboek. 4. Indien de aanvrager dit verkiest, kan aan hem meer dan e6n vergunning worden verleend. 5. De vergunning vervalt, indien het marktboek is volgeschreven. 6. Voor het verkrijgen van een nieuwe vergunning moet de oude bij het indienen van de aanvrage worden ingeleverd. DE HAVENS ZIJN BIJNA GEHEEL VRU. Nog enkele dagen en dan zullen, schrijft de Pr. Z. Crt., de havens van Breskens, die na de vlucht van de Franschen een treurigen aanblik hadden gekregen door de tientallen in brand gestoken en tot zinken gebrachte schepen, weer hun gewone aanzien krijgen. Het personeel van de twee machtige drijvende bokken die thans in de haven aan het werk zijn, hebben de vorige week niet stil gezeten. Er lagen daar nog zeven schepen, n.l. de ferry boot ,,Prinses Juliana", die bij den aan- legsteiger gezonken was, de geheel uitge- brande ferryboot „Prins Hendrik", waarvan ook nog sleohts een gedeelte boven water uit- stak' en verder de door het vuur vernielde en gezonken ,,Prins Willem I", de ,,Ooster- Schelde", beide eveneens van den provincialen stoombootdienst, de ,,Stad Zierikzee" van de Rotterdamsche Tramwegmaatschappij en de Belgische loodsboot no. 17, terwijl voor de haven de nieuwe Nederlandsche loodsboot no. 1 gezonken was. Nadat de „Prinses Juliana" rechtgetrokken en gelicht en, zooals bekend, naar Vlissingen was gesleept, zijn daarop de ,,Prins Willem I", de ,,Ooster-lSchelde" en de ,,iStad Zierikzee" gelicht. Deze schepen heb ben thans met de als hospitaalschip inge- richte provinciale boot ,,Schouwen", die bij Hoofdplaat uitgebrand en gezonken heeft gelegen, ligplaats gekregen aan den steiger in de nieuwe haven. De ,,Prins Hendrik" is gelicht en naar Vlissingen overgebracht, zoo dat er thans nog twee schepen, n.l. de loods- vaartuigen, overblijven. Hieraan is men thans ook bezig, zoodat binnen enkele dagen dit laatste tafereel van het oorlogstooneel in de haven zal verdwijnen. DE NIEUWE COMPETITIE-INDEELING. Naar het A.N.P. in een onderhoud met de heeren A. J. Staal en L. Boeljon van den N.V.B. heeft vernomen, heeft de heer K. J. J. Lotsy zjjn ontwerp van de competitie-indee- ling aan het bestuur van den N.V.B. voorge- legd. Nog deze week zal de competitie-indeeling worden bekend gemaakt. Nog is geen beslis- sing genomen ten aanzien van een normale of een noodcompetitie in het nieuwe seizoen. Over de kwestie hoofdklasse is in het ge heel niet gesproken, daar het absoluut niet in de bedoeling heeft gelegen van het bestuur van den N.VjB. om reeds nu daartoe over te gaan. Toch ligt het in de bedoeling om reeds den eersten Zondag van de maand September met de nieuwe competitie aan te vangen, zoodat de vereenigingen zich hier reeds op kunnen voorbereiden. Hierbij zal evenwel rekening gehouden worden met de verschillende reeds vastgestelde wedstrijden der traditioneele tomooien, zooals de zilveren bal en het Arol- tomooi. Voor verschillende tweede-klasse ver eenigingen beteekent dit evenwel een buiten- kansje, daar deze dan de gelegenheid krijgen het seizoen te beginnen. Bovendien zal men rekening moeten houden met het feit, dat het in het voomemen ligt van het bestuur van den N.V.B. voorloopig geen inhaalprogram- ma's vast te stellen. COMMANDANT VAN EEN HULP-MIJNENLEGGER TE VLISSINGEN PLEEGDE VERDUISTERING. Voor den zeekrijgsraad te Den Haag had zich te verantwoorden de luitenant ter zee 2e klasse J. W., ter zake van verduistering in dienstbetrekking als ambtenaar. iBeklaagde had als commandant van de hulp-mijnenlegger 1 en 2 te Vlissingen 200 gulden ontvangen om daarmede dienstuitga- ven ten behoeve van de mijnenleggers te doen. Bij de overdracht van de kas kon hij 136 gulden niet verantwoorden. Tijdens het voor- onderzoek heeft W. bekend, het geld voor per- soonlijke doeleinden te hebben besteed, doch ter terechtzitting trok hij dit in. Echter kon hij nu evenmin het zoekgeraakte bedrag verantwoorden. De fiscaal vond de zaak, door de houding van beklaagde, die geen spoor van berouw of eergevoel toont, onsmakelijk. De mentali- teit van dezen man is beneden critiek. Hij eischte 2 maanden gevangenisstraf met ont- slag uit den militairen dienst en aftrek van preventief. Voorts eischte spr. staande de zitting, den beklaagde in arrest te stellen. De laatste werd door den krijgsraad geweigerd. Nader zal de beklaagde gelegenheid hebben zich te verdedigen. INLEVERING VAN HAVER. Teneinde misverstand te voorkomen vestigt de Provinciale Voedselcommissaris voor Zee- land er de aandacht op, dat volgens instructie van het R. V. V. O. te Den Haag thans alle toegewezen haver van den oogst 1939 moet worden ingeleverd. In verband hiermee zal voor de eerstvolgende periode, welke loopt van 19 Augustus tot 15 September a.s., geen havertoewijzing- meer worden verstrekt aan hen, die tot nu toe beschikten over gespaarde haver kracihtens hun jaartoewijzing. Deze veehouders komen derhalve in aanmerking voor een mengvoedertoewijzing volgens. de vastgestelde normen. AANBIEDEN VAN ZADEN. Aan de telers van Karwij-, Blauwmaan-, Kanarie-, Mosterd- en Lijnzaad van oogst 1939 en vroegere oogsten, wordt bij deze medegedeeld. dat zij van de verschillende partijen der bovengenoemde zaden een monster aan het kantoor van den Voedsel commissaris te Goes of bij hun districts- secretaris moeten aanbieden vdor 22 Augustus 1940. Al deze zaden moeten v66r 31 Augustus 1940 ingeleverd zijn. 300.000 KOEIEN VERDWIJNEN. Eenigen tijd geleden is medegedeeld, dat o.a. de rundveestapel zal worden ingekrompen. Volgens den Vee- en Vleeschhandel houdt men er rekening mee, dat het aantal koeien v66r den winter zal worden ingekrompen met 300.000 stuks, die ten deele zullen worden ge- consumeerd, ten deele geexporteerd. Ter persconferentie werd onlangs medege deeld, dat de melkproductie met ongeveer een milliard liter (20 pet.) zal worden verminderd. In een vlaag van waanzin heeft te Amster dam, volgens de Courant, een ongeveer 40- jarige vrouw haar kindje van drie en een halve maand, een .meisje, in den Amstel verdronken. De daderes is, toen het drama bekend werd, gearresteerd, waama het lijlije van de kleine uit den Amstel is opgehaaid. De vrouw was den laatsten tijd eenigszins overstuur geraakt. Haar man, een kleerma- ker, wist dit natuurlijk en probeerde telkens door kalmte zijn vrouw tot rust te brengen. Zij maakte zich emstig bezorgd over haar 18- jarigen zoon, die binnenkort naar een sanato rium zou moeten, om daar herstel te zoeken voor een ernstige ziekte. Zijzelf was ook niet sterk en vermoedelijk niet bestand tegen de spanningen van deze dagen. Hoe het ook zij, toen haar man naar zijn werk zou gaan, nam hij voorzorgsmaatregelen, opdat zijn vrouw niet alleen zou zijn. Hij waarschuwde een schoonzuster, die zijn vrouw zou komen op- zoeken. Wat er precies gebeurd is, zal wel altijd een raadsel blijven. Het staat in ieder geval vast, dat de vrouw haar baby in een soort cape heeft gewikkeld, vervolgens naar den Amstel is geloopen en 'de kleine daarin heeft gegooid, op een oogenblik dat er niemand anders in de buiirt was. Na haar vreeselijke daad is de vrouw naar de woning van de schoonzuster gegaan aan wie zij een zeer verward verhaal deed. Zij vertelde, dat zij aan den Amstel een andere vrouw had zien loopen met haar kindje in de armen en dat deze onbekende vrouw het kind ten slotte had verdronken. Het verhaal was zoo verward, dat de schoonzuster er aan- vankelijk geen wijs uit kon worden, doch wel begreep, dat er iets ontzettends gebeurd moest zijn. Ze ging direct naar de politie, die zoo snel mogelijk een onderzoek instelde. Met veel moeite slaagde men er in de plaats te vinden aan den Amstel, waar het kind in het water werd geworpen. Een agent ging hier dreggen en haalde inderdaad het kind op. De levensgeesten waren reeds lang geweken. De politie ging onmiddellijk over tot de arrestatie van de moeder, die echter geen enkele verklaring kon geven over de beweeg- redenen van haar daad. Zij kon zich zelfs niets meer herinneren. Herhaalde malen is de vrouw ondervraagd, doch geen enkele maal bekende zij het misdrijf; zij wist er niets meer van. Ook de echtgenoot kon geen opheldering geven, maar kon wel bevestigen, dat zijn vrouw den laatsten tijd zeer van streek was. EEN MIJN IN HET NET ONTPLOFT. In de haven van Scheveningen is de schok- ker Sch. 82, schipper G. Spaans, binnengeko- men met twee gewonden van de Sch. 49, welk visschersvaartuig op drie a vier mrjl ten W.N.W. van Scheveningen ten gevolge van een mijnontploffing was vergaan en waarbij de zestienjarige scheepsjongen van de Sch. 49, Wittebol genaamd, was verdronken. Het A.N.P. vernam omtrent dit droevige ongeval de volgende bijzonderheden: De schokker was bezig met de vischvangst, toen bij het ophalen van het net een van de drie opvarenden daarin een mijn ontdekte. De man waarschuwde onmiddellijk, doch op het- zelfde moment kwam de mijn tot explosie. Het vaartuig werd zoodanig uiteengeslagen, dat het binnen twee minuten zonk. Men zag den mast als een pijl de lucht inschieten. Met behulp van de reddingboei en de drijvend ge- bleven kap van de stuurhut wisten de onge veer 40jarige schipper D. Ros en de matroos zich boven water te houden, de scheepsjongen was in de golven verdwenen en van hem werd helaas geen spoor meer gevonden. De Sch. 82, die in de omgeving vischte, stevende met achterlating van zijn vischtuig dadelijk naar de plaats van het ongeluk, waar beide gewonden aan boord werden genomen; de matroos Bruin, die er emstiger aan toe bleek te zijn, had kneuzingen aan de borst- kas opgeloopen. Beide gewonden zijn naar een ziekenhuis overgebracht.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 3