AIGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN
No. 11.001
VRIJDAG 16 AUGUSTUS 1940
80® Jaargang
Wordt ons volk weer wakker?
Binnenland
EERSTE BLAD
EENHEID BIJ VERSCHEIDENHEID.
ABONNEMENTSPRIJSBinnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het truitenlancl alleen t»ij vooruitbetaling.
L'ltgeefster: Eirma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150
TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent brj vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien brj regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Xnzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BEAD VERSCHUNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Hemieuwde politieke werkzaamlieid is een
teeken van hemieuwd geestelijk leven.
Na een langdurige periode van geestelijken
stilstand begint er weer leven en beweging
in ons volk te komen. Er zijn verschillende
teekenen, die daarop wijzen. De lijn, waar-
langs deze actie zich zal ontwikkelen, tee-
kent zich nog niet duidelijk af, maar het feit
op zich-zelf, dat men gebroken heeft met de
oude opvattingen, en bereid is, nieuwe wegen
in te slaan, is in hooge mate bemoedigend.
„De politiek" heeft in Nederland de laat-
ste decennia veelal een slechten naam^gehad.
Dat lag niet aan „de politiek" zelve, maar
a an de wijze waarop zij werd bedreven en
aan de personen, die ,,aan politiek" deden. Er
was feitelijk in breede kringen van ons volk
geen belangstelling meer voor politiek. Voor
zoover het de bepaalde partij-politiek betrof
wekte deze slechts de belangstelling van die
groepen, die felle voorstanders waren van
een bepaalde politieke richting en steeds
grooter worden de kringen, die zich begon-
nen af te wenden van een politieken strijd,
die maar al te vaak de slechtste eigenschap-
pen van ons volk naar voren deed komen en
die bovendien weinig uitkomst meer bood op
een doorslaand resultaat. Daarbij komt dat
de nieuwere geestelijke stroomingen, welke
voor den oorlog in de wereld hun invloed be-
gonnen te doen gelden, de nieuwere inzichten,
ook op economisch gebied, die bij aanhangers
van verschillende levensbeschouwing begon-
nen door te dringen, geen plaats vinden in de
in den loop der jaren gegroeide prcgramma's
der politieke partijen. Het gevolg kon dan
ook niet uitblijven dat een steeds groeiende
massa in deze programma's geen aanknoo-
pingspunten meer vond, voor de zaken die
haar het nauwst aan het hart lagen. Het
toenemende aantal blanco-stemmen bij de
opeenvolgende verkiezingen sprak ten deze
een duidelijke taal. De buitenlandsche ge-
beurtenissen hadden hierin wellicht nog ver-
frissching kunnen teweeg brengen. Maar ons
volk heeft verleerd politiek te denken, de
Nedjerlandsche buitenlandsche politiek, voor
zoover men zelfs van een bepaalde „politiek"
kan spreken, bepaalde zich tot het streven
naar alle zijden vriendschappelijke betrek-
kingen te onderhouden, maar volgde geen
duidelijke uitgesproken, eigen lijn. Nederland
was van Europeesch standpunt gezien
een stilstaand water in de stroomingen der
buitenlandsche politiek. Hetgeen in allerlei
opzicht voordeelen had zoolang men deze
positie vol kon houden maar dan toch het
groote nadeel meebracht, dat de Nederland-
sche politiek niet meer in beweging werd
gebracht, niet bevrucht werd, door wat in
het buitenland voorviel.
Zooals gezegd, zoolang men deze houding
kon volhouden, braoht zij zekere voordeelen
mee en een aangenaam gevoel van rust in het
binnenland, al leek die vaak op een rust des
doods. Maar het gevaar werd gekweekt, dat
wanneer door groote gebeurtenissen in
Europa, men met geweld uit zijn rust zou
worden opgeschrikt, men niet in staat zou
zijn dit alles te .verwerken. Nederland miste
het politieke zintuig, dat voor een juist op-
vangen der Europeesche gebeurtenissen
werd vereischt.
Toen kwam de oorlog en Nederland werd
meegesleept in een draaikolk en in een golf
van rampen, die het voor geruimen tijd
iedere bezinning deed verliezen en in een
toestand van dof afwachten en ondergaan
bracht.
Alle pogingen die werden aangewend om
het geestelijk leven van ons volk weer te
activeeren, leden schipbreuk op deze afwach-
tende houding. En juist doordat Nederland
geen gelegenheid heeft gehad zich op een
dergelijke gebeurtenis voor te bereiden, al-
thans geestelijk in het geheel niet voorbereid
was, heeft deze periode van verlamming,
langer geduurd dan feitelijk noodig ware ge-
weest.
Intusschen ziet het er naar uit, dat er nu
toch verbetering in den toestand begint te
komen.
Na vele mislukte pogingen is de Nederland-
sche Unie tenslotte toch tot stand gekomen
en is er in geslaagd althans een belangrijk
deel van het Nederlandsche volk, zoo niet tot
volkomen politiek besef, dan toch tot nieuwe
politieke activiteit, tot vernieuwd politiek
denken te brengen.
Dat Dr. Colijn erin slaagt drie maal de
enorme Apollo-hal achtereen te vullen, is een
duidelijk bewijs, dat er eindelijk iets begint
wakker te worden in ons volk. Alweer, wij
laten ons hier niet uit over de politieke be-
teekenis van Colijns optreden, evenmin als
over dat van de Nederlandsche Unie, maar
wij constateeren slechts het feit, dat er weer
actie komt.
Eenzelfde beeld vertoont de arbeiders-
beweging. Tengevolge van den oerlog, even-
zeer als daama tengevolge van de benoeming
van een commissaris door Rijkscommissaris
Seyss Inquart, leek de socialistische be
weging volkomen dood. Het is echter niet
zoo van alle zijden zijn nu weer teekenen
van nieuw leven te bespeuren, van liefde tot
het vroegere werk en van bereidheid dit voort
te zetten.
Hetzelfde verschijnsel van activeering is
ook merkbaar in andere extremistische groe-
peeringen, in Nationaal Front, in N.S.B. en
in het Arbeidsfront. Zelfs in zuiver mate-
rieele belangengroepeeringen als de Vak-
bonden.
Wij constateeren overal de eerste teekenen
van nieuw leven als een zeker bewys, dat de
levenskracht van ons volk zich weer begint
te herstellen en dat er weer een toekomst is.
Wij willen daarmee niet zeggen, dat het
thans duideljjk .is, in welke richting de ont-
wikkeling zal gaan. Integendeel, juist het
ontbreken van voldoende politieke ^Choling,
maakt het voor ons volk op het oogenblik
zoo moeilijk tot een politieke wilsuiting te
komen. Het zal nog vele malen moeten ge-
beuren; dat met vertrouwen en goede wil
opgezette pogingen mislukken, omdat de
deelnemers nog niet rijp zijn voor een nieuwe
vaste lijn. Teveel van de zucht alleen maar
het oude te behouden, schuilt in allerlei ver-
nieuwingspogingen. En dat kan nu eenmaal
niet. Er zullen nieuwe wegen gegaan moe
ten worden in een nieuw Europa. Het is
echter een groot ve'rschil of men die nieuwe
wegen gaat in doffe berusting, dan wel met
een nieuw ontwaakten zin tot positieven
arbeid en tot onderlinge kritiek, die niet
anders is dan de wensch door zoeken tot den
juisten weg te komen.
In zijn dezer dagen te Amsterdam gehou-
den redevoering (in de gecombineerde ver-
gadering van anti-rev. en christ-hist. kies-
vereenigingen) heeft, schrijft de H. Crt.,
dr. Colijn tezamen met prof. Slotemaker de j
Brume, politiek verzamelen geblazen voor i
het orthodox-protestantsche deel van het
Nederlandsche volk. De beteekenis hiervan
voor het streven naar een zoo breed mogelijke
politieke wilsuiting van ons volk, valt niet
te ontkennen, gezien het groote gezag, dat
de beide sprekers hebben in den kring van
him geestverwanten en de zeer groote belang-
sielling voor hun woorden tijdens en na de
reeks van drie gelijkvormige vergaderingen.
Dr. Colijn heeft er verteld van de voorge-
schiedenis der Nederlandsche Unie. Nadat
aanvankelijk was gezocht naar een over-
koepeling van de in stand te houden oude
politieke partijen, werd deze gedachte losge-
laten door de initiatiefnemers, die een pro
gram aanboden, waarop een zeer groot deel
van het Nederlandsche volk tot overeenstem-
ming zou kunnen komen met uitwissching
van de oude politieke verdeeldheid. Van dit
eenheidsstreven, dat zoo grooten weerklank
vond bij de breede lagen van ons volk, keert
zich dan nu, naar het woord van Colijn, een
derde deel van het Nederlandsche volk af.
Toch legt ook dr. Colijn zich neer brj de nu
eenmaal niet te miskennen werkelijkheid, n.l.
dat Nederland zich in intemationaal opzicht
moet herorienteeren nu de oorlog de toestan-
den op het vasteland van Europa z66 grondig
gewijzigd heeft, dat het Duitsche overwicht
er moet worden aanvaard. Dat dit voor ons
land een nieuwe orienteering ook op nationaal
terrein meebrengt, erkent dr. Colijn even-
zeer, doch hij schijnt deze laatste orientatie
te willen ui'tstellen tot na opheffing van de
bezetting van ons grondgebied. Intusschen
zou dan het Nederlandsche volk in breeden
omvang kunnen getuigen van zijn gemeen-
schapsbesef, van zijn wil tot eenheid, met
eerbiediging van de geestelijke verscheiden-
heid.
Dit standpunt doet de vraag rijzen of hier-
bij wel voldoende zijn uiteen gehouden de
geestelijke beginselen, waar uit men leeft en
de sociale en economische werkelijkheid,
waarin men leeft. De nauwe verbonden
heid van ons lot met dat van het groote en
machtige Duitschland, nadat aan ons land
volgens belofte de vrijheid zal zijn hergeven,
beteekent allereerst een zeer nauwe econo
mische verbondenheid, welke alleen mogelijk
is bij gelijkgestemdheid en waar het sociale
leven onmiddellrjk samenhangt met de eco
nomische vormen, beteekent dit evenzeer een
nauwe verbondenheid op sociaal terrein,
waarvan de consequenties niet zijn te ont-
gaan. Ook zij, die de Nederlandsche Unie
hebben gesticht als politieke verzamelplaats
voor een zoo groot mogelijk deel van het
Nederlandsche volk, hebben zich gesteld op
het practische standpunt, dat het nieuwe
bestel, dat thans moet worden voorbereid gden
ruimte biedt voor de partijen, zooals wij die
tot dusver hebben gekend, met haar onder-
lingen strijd, waarbij het werkelijke volks-
belang maar al te licht in het gedrang ge-
raken kan.
Het laat zich aanzien, dat hiervoor even-
als voor den klassenstrijd, geen plaats zal zijn
in de nieuwe orde van zaken. Indien de
economische en daaruit voortvloeiende
sociale, orde zal worden gebaseerd op grond
van haar eigen vormen en eischen in ver-
band vooral met het groote continental eco
nomische geheel, zullen politieke scheidings-
lijnen, die rusten op beginselen van anderen
aard en daardoor de werkelijke maatschap-
pelijke gebieden op onlogische wijze verbrok-
kelen, niet bruikbaar blijken.
Natuurlijk blijft daamaast de geestelijke
verscheidenheid bestaan, en in een godsdien-
stig land als hpt onze zal zij stellig haar
stempel blijven drukken op het volkskarak-
ter. .Dat dit volkskarakter niet wordt be-
dreigd, is een belangrijk en verheugend iets.
Doch voor de politieke wilsvorming van ons
volk is het zeker, in verband met de nieuwe
orde van zaken in Europa, niet bevorderlijk,
dat ook op economisch en sociaal terrein
wordt vastgehouden aan de geestelijke schei-
dingslijnen, die nu eenmaal andere zijn dan
die van een geordend economisch en sociaal
bestel.
DE OPBOUWDLENS GAAT HELPEN BIJ
DEN OOGST IN FRANKRIJK.
Bij den staf van den Opbouwdienst is van
Duitsche zijde het verzoek ontvangen 1000
man en zoo mogelijk meer ter beschik-
king te stellen voor binnenhalen van den oegst
in Frankrijk. Naar de Tel. vemeemt is de
animo hiervoor zoo groot, dat gemakkelijk
aan dit verzoek voldaan kan worden.
De mannen van den Opbouwdienst die zich
voor dit doel vrijwilli.g kunnen opgeven, zul
len in korpsverband, geencadreerd door vol
doende officieren en onderofficieren, naar
Frankrijk vertrekken. Voor vervoer, legering
en landbouwwerktuigen zullen de Duitsche in-
stanties zorgen.
VERBOND VAN NEDERLANDSCHE
JOURN AUSTEN.
Naar gemeld wordt heeft de Raad van
Voorlichting voor de Nederlandsche Pers be-
sloten tot oprichting van een Verbond van
Nederlandsche Joumalisten.
DE ORGANISATIE VAN DE
NEDERLANDSCHE UNIE.
Tengevolge van een misverstand had het
A.N.P. gemeld, dat Mr. H. J. Reinink, chef
van de afdeeling hooger onderwijs aan het
departement van onderwijs, kunsten en
wetenschappen, dezer dagen zou zijn be-
noemd tot algemeen secretaris der Neder
landsche Unie.
Mr. Reinink is echter van den aanvang der
stichting van de Nederlandsche Unie tot
heden toe tijdelijk als haar algemeen secre
taris opgetreden; nu Dr. H. G. W. van der
Wielen, leider der volkshoogeschool te Bak-
keveen, bereid is gevonden, het algemeen
secretariaat definitief op zich te nemen, heeft
Mr. Reinink zijn functie thans overgedragen.
DE KOLENVOORZIENING.
Volgens inlichtingen die de Tel. ontvangen
heeft ligt het in de bedoeling voor de volgen-
de toewijzingen van brandstoffen een brand-
istoffenkaart te verstrekken, onderverdeeld
in bonnen van 1 hi. Van deze brandstoffen-
kaarten zal, evenals dit bij de textiel is ge-
schied, in mindering worden gebracht niet
slechts de 20 procent, die voor 30 September
is ontvangen, maar ook het kwantum, dat in
de zgn. vrije maand April is betrokken.
Zij, die gedurende Augustus en September
niet aan de beurt komen bij hun kolenlever-
ancier, zouden zich dus niet bezorgd behoeven
te maken over hun contingent, daar zij auto-
matisch een grooter aantal kolenbons toege-
wezen krijgen dan de particulieren, die reeds
de hun toekomende hoeveelheid steenkolen in
huis hebben.
WAP E N DER M A KEf 1I V ESS EE
Gedurende de eerste weken is een groot
aantal jongelui van het militaire dienstvak
overgegaan naar het wapen der Marechaus-
eee. Voordien bestond het slechts uit ruim
1000 officieren, onderofficiereii en manschap-
pen, over het geheele land verdeeld. Als regel
werd het commando over een brigade ge-
voerd door een opperwachtmeester, die zijn
aanstelling pas na een zeker aantal jaren
ontving.
In dezen gang van zaken is thans, naar
De Tijd meldt, een beduidende verandering
gekomen. Om te beginnen is het corps met
3000 officieren, onderofficieren en manschap-
pen uitgebreid. Deze zullen, na een goede
opleiding, bij de verschillende brigades wor
den ingedeeld, wat tot gevolg zal hebben, dat
groote brigades ontstaan, met aan het hoofd
een luitenant.
Zoo moet het in de bedoeling liggen be
paalde brigades uit circa 100 personen
samen te stellen. Ook zullen eenige nieuwe
divisies worden gevormd, o.m. te Zwolle.
De bevordering der onder-officieren wordt
door dezen gang van zaken belangrijk ver-
haast.
Vo6r de bezetting van Nederland was het
wapen der marechaussee een militair corps,
doch ook dit is veranderd. Het is thans een
burgerlijk politie-instituut geworden. dat zich
echter niet uitsluitend en ook niet in de
eerste plaats met vervulling van dagelijksche
politiediensten bezig zal houden.
EEN AVOND VAN KAMERAADSCHAP.
Door den Rijkscommissaris aan zijn
medewerkers aangeboden.
De Rijkscommissaris, Rijksminister Seyss-
Inquart, heeft Dinsdag, volgens de H. Crt.,
zijn medewerkers een Kameradschaftsabend
aangeboden in de zalen van den Dierentuin
in Den Haag.
Alle medewerkers van den Rijkscommis
saris, voor zoover bun werkzaambeden dit
toelieten, badden aan deze uitnoodiging ge-
hoor gegeven, zoodat te acht uur in den
avond naar schatting een zeshonderd dames
en heeren in de groote zaal aanwezig waren.
De zaal was vroolijk versierd, met vlagge-
doek, tientallen tafels waren aangericht, een
wel-voorzien koud buffet stond gereed; kort-
om: alle voorwaarden waren er voor een
gezellig samenzijn.
Dat echter deze avond van kameraadschap
zoo hijzonder slaagde, was wel in de eerste
plaats aan den Rijkscommissaris zelf te dan-
ken. Ongedwongen bewoog hij zich, van het
begin tot het einde, tusschen zijn gasten.
Geen officieel woord werd gesproken. Het
geheele samenzijn was uitsluitend gewijd aan
geizelligheid.
Toen dr. Seyss-Inquart tusschen zijn gasten
had plaats genomen, nam de heer Janke het
woord. Hij dankte den Rijkscommissaris
namens alle aanwezigen, voor de uitnoodi
ging en verklaarde dat alien hier bijeen, er
trotsch op waren om onder zijn leiding aan
een grootsche taak te arbeiden, welke tot
heil strekte van het Duitsche en het Neder
landsche volk. Namens de Nederlandsche
medewerkers van den Rijkscommissaris sprak
de heer Janke in gelijken geest in de Neder
landsche taal.
Dr. Seyss-Inquart richtte hierna een kort
woord tot zijn gasten. Hij dankte alien voor
hun aanwezigheid, en wees op den weldadigen
invloed van een goede kameraadschap tus
schen alien. Dit voert niet alleen er toe dat
alien zich met opgewektheid aan him taak
geven, maar heeft ook een ander en even
belangrijk gevolg.
Een goede kameraadschap brengt, namelijk
rncde, dat men elkander helpt en steunt, dat
men aanvult, waar anderen door omstandig
heden eens mochten te kort schieten. Ten
slotte wenscbte de Rijkscommissaris alien een
recht genoeglijken avond.
Dat is het dan ook geworden. Daarvoor
zorgden een uitstekend cabaret, prima mu-
ziek en het goede buffet, maar in de eerste
plaats de ongedwongenheid welke er heersch-
te, waartoe de Rijkscommissaris het voor-
beeld had gegeven.
Het was een avond van ware kameraad
schap, waarop zoowel gastheer als gasten
met alle voldoening kunnen terug zien.
RADIO-VRAAGGESPREK OVER DE
TEXTIELDISTRIBUTIE.
Maandagavond heeft mevr. Ch. Neytzell
de Wilde, voorzitster van de Nederlandsche
vereeniging voor Huisvrouwen, voor de radio
enkele vragen gesteld aan den heer H. G.
Hey, directeur van het Rijksbureau voor de
distributie van textielproducten door den han-
del, over de nieuwe distributieregeling van
textiel, welke de heer Hey beantwoordde.
De nieuwe regeling van de textieldistributie,
aldus ving mevr. Neytzell de Wilde aan, zoo
als die op 5 Augustus ingaat en van 12
Augustus af bij alle aankoopen van kracht
wordt, heeft uit den aard der :2aak de groote
belangstelling van alle huisvrouwen. Het is
nu nog niet mogelijk, om alle consequenties
van de regeling te overzien en er zullen op
den duur wel meer vragen rijzen, dan zich
thans laten formuleeren. Ik moet eerlijk
zeggen, dat ik de meeste vragen, die reeds
bij mij waren opgekomen, niet meer behoef
te stellen, nadat ik de handleiding heb be-
studeerd.
Nu ik de handleiding gelezen heb, zijn deze
vragen reeds beantwoord, omdat u in de
meeste dingen reeds had voorzien. Iedere
winkelier heeft deze handleiding en zal dus
de meeste vragen wel kunnen beantwoorden
voor de a.s. koopsters. Toch blijven nu nog
enkele dingen over die mij onduidelijk zijn.
Besteld voor 5 Augustus doch
nog niet afgeleverd.
Wanneer iemand een heerencostuum of
damesjapon heeft besteld en de stof daarvoor
is reeds gekocht en gereserveerd voor 5
Augustus doch het kleedingstuk is nog niet
afgeleverd, valt dit kleedingstuk dan onder
de eerste of onder de tweede distributierege
ling en maakt dit voor de betrokkenen ver-
schil uit in de puntenberekening
Het antwoord van den heer Hey luidde
hierop: alles wat afgeleverd wordt na 12
Augustus valt onder de tweede distributie
regeling, doch wat de puntentelling betreft,
heeft men hieraan geen schade, omdat deze
verkochte goederen mogen worden afgeleverd
met het afsnijden van 30 punten. Dit afsnijden
geschiedt door den plaatselijken distributie-
dienst. Voor het afleveren van deze goede
ren didnt een vergunning van dezen dienst
aan den leverancier te worden overgelegd.
Het bewaren ran de koopbons.
Vraag. De groote stukken moesten op het
formulier vermeld worden en hiervoor heeft
naarmate van het aantal punten, dat zij
vertegenwoordigen, al of niet aftrek van 30
punten van de distributiekaart plaats. Is
hiermede de verplichting vervallen om de
koopbons van al hetgeen men tusschen 28
Mei en 5 Augustus heeft gekocht gedurende
3 maanden te bewaren?
Antwoord: Nee mevrouw, deze verplich
ting moet blijven bestaan, want het is nog
niet duidelijk, welke personen volgens de
voorloopige distributieregeling, welke bekend
is gemaakt na 28 Mei, te veel hebben gekocht
en dus in overtreding zijn. Wij hebben deze
koopbons ook wel ter beschikking van de
winkeliers, maar het is gewenscht dat iedere
huisvrouw kan bewijzen en aantoonen wat zij
heeft gekocht en ontvangen en daarom moet
zij deze koopbons nog bewaren voor even-
tueele navraag door een van mijn inspecteurs.
Toeslagkaarten
Vraag: Wanneer een alleenstaand persoon
een jaarinkomen van minder dan /350 heeft,
komi die dan ook voor een toeslagkaart in
aanmerking
Antwoord: Ja mevrouw, ook een alleen
staand persoon met een jaarinkomen van
beneden 350 heeft recht op een toeslag
kaart.
Huishoudgoederen.
Vraag: Behoort mijn dienstmeisje wat
betreft punten voor huishoudgoederen tot
het gezin harer ouders en behoort mijn doch-
ter, die zelfstandig in een andere stad woont
in dat opzicht niet tot mijn gezin? Of is elk
van ons drieen uitsluitend op eigen huis-
houdgoed aangewezen?
Antwoord: Wat betreft de huishoudgoede
ren, zooals lakens, sloopen, haifddoeken en
dergelijke, behoort ieder tot het gezin, waar
in men werkelijk inwonend is en dus deze
goederen mede helpt verslijten.
Vraag: In verband met de voorgaande
vraag staat deze: zal er - nu ieder de uiter-
ste zuinigheid, ook met huishoudgoed, zal
willen betrachten niet neiging komen om
op gemeubileerde kamers wonende voor
eigen bed- en tafellinnen te laten zorgen,
zooals dat in universiteitssteden reeds door
sommige kamerverhuurders geeischt wordt,
en zal in dat geval niet een moeilijkheid ont
staan voor de huurders om zich uit het
beschikbare aantal punten het noodige goed
aan te schaffen?
Antwoord: In het algemeen zal men
natuurlijk met huishoudgoed de uiterste zui
nigheid gaan betrachten, maar de menschen,
die er hun beroep van maken om gemeubi
leerde kamers te verhuren en pension te hou
den, kunnen, wanneer de aanwezige goederen
versleten zijn, een speciale vergunning krij
gen. omdat zij hun beroep hiervan maken.
Eaboratoriumjassen en
uniformkleeding.
Vraag: Voor verschillende categorieen van
personen, zooals b.v. studenten in de chemie,
zal een groot aantal punten verbruikt moeten
worden voor z.g.n. laboratoriumjassen, die
toch onmisbaar zijn dm de kleeding eenigs-
zins te beschermen. Vallen dergelijke per
sonen onder degenen, die met een speciale
vergunning zulke kleedingstukken kunnen
verkrijgen
Antwoord: Inderdaad vallen dergelijke
personen onder degenen, die een speciale ver
gunning kunnen verkrijgen om deze kleeding
stukken, welke voor hun werk onmisbaar zijn
aan te schaffen.
Vraag: Wordt onder ,,unifbrmkleeding"
ook verstaan het verpleegsterscostuum en
dergelijke kleeding?
Antwoord: Inderdaad wordt het verpleeg
sterscostuum ook gerekend tot de uniform
kleeding en indien aanschaf noodzakelijk is,
kan een speciale vergunning hiervoor worden
verleend. Al deze speciale vergunningen
moeten In eerste instantie worden aange-
vraagd bij den plaatselijken distributiedienst,
welke dienst van ons een voorschrift heeft
ontvangen hoe in dergelijke gevallen moet
worden gehandeld. In twijfelgevallen of brj
moeilijkheden welke vooruit niet zijn voor
zien, zal deze dienst zich met ons in verbin-
ding stellen en daarna den verbruiker kunnen
helpen.
Verkoop op de markt.
Vraag: Is verkoop van textielgoederen op
de markt, door rondtrekkende kooplui, ven
ters en in tweedehands winkels aan de
nieuwe bepalingen onderworpen?
Antwoord Ik kan u daar kort op antwoor-
den mevrouw, door te zeggen, dat elke ver
koop van textielgoederen aan de bepalingen
is gebonden en ook die categorieen verkoopers
welke door u zijn genoemd moeten het voor-
geschreven puntenaantal innemen en zich aan
de voorgeschreven regelen houden. Met het
bestuur van den bond van marktkooplieden
zullen wij nader overleg plegen op welke wijze
dit het best kan geschieden en de speciale
moeilijkheden voor dezen handel onder het oog
zien.
Gordijnstoffen
Vraag: Kan ik gordijnstoffen zelf koopen
en verwerken?
Antwoord: De gordijnstoffen worden be-
schikhaar gesteld op een speciale vergunning
voor die menschen, welke deze beslist noodig
hebben. Wanneer deze vergunning is ontvan
gen, kunnen de glasgordijnen en vitrages af
geleverd worden en door de huisvrouw zelf
worden gemaakt. Voor overgordijnen kunnen
wij dit moeilijk toestaan, omdat deze stof
ook voor andere doeleinden heel goed kan
worden gebruikt en dan is een dergelijke af-
levering per meter niet juist. Op de speciale
vergunning zal dus worden vermeld of de
gordijnen alleen mogen worden gemaakt door
een stoffeerder, die bij ons is ingeschreven of
dat deze ook door den verbruiker zelf mogen
worden gemaakt. Ook deze vergunning moet
in eerste instantie hij den plaatselijken distri
butiedienst worden aangevraagd.
Voorlichting.
Nadat de vraagster den heer Hey had ge-
dankt voor de inlichtingen, deelde deze mede,
dat door het propagandabureau van den eco-
nomischen voorlichtingsdienst van het depar-
temient van Handel, Nrjverheid en Scheep-
vaart de voorlichting van het publiek, wat
betreft deze distributieregeling, zal worden
ter hand genomen. Een heel goed plan daar
voor is in overleg met mij ontworpen en met
dit werk kan direct worden begonnen, zoodat
wij hopen, dat het publiek binnenkort in deze
regeling tbuis zal zijn, aldus de heer Hey.
Een mededecling voor den handel.
Spr. deed voorts een mededeeling, die van
belang is voor den handel.
In verband met het groote aantal nage-
komen aanvragen tot het verkrijgen van een
algemeene vergunning is het den handel ge-
oorloofd tot uiterlijk 1 September, om zonder
deze vergunning van mijn Rijksbureau te
koopen en te verkoopen, wanneer men ten-
minste deze vergunning reeds schriftelijk
heeft aangevraagd. Wat betreft de sluiting
van de winkels zou ik nog willen opmerken,
dat men deze nog enkele dagen kan hand-
haven wanneer de inventarisatie nog niet ge
reed is.
De winkelier kan met de aflevering pas be
ginnen, wanneer hij met dit werk klaar is,
omdat anders groote fouten zullen ontstaan.
Men moet het dus een bepaalde zaak niet
kwalijk nemen wanneer deze na enkele dagen
nog niet aanvangt met den verkoop aan het
publiek.
Over de geheele regeling als zoodanig zou
ik willen zeggen, dat bij een dergelijk groot
en moeilijk werk natuurlijk ook door mijn
menschen fouten zullen zijn gemaakt, maar
dat het in mijn voornemen ligt om na enkele
weken een serie kleine wijzigingen aan te
brengen of een naderen uitleg te geven, na
dat ik voldoende zal hebben gehoord, welke
moeilijkheden bij de toepassing van de rege
ling zijn ontstaan.
Wij staan in regelmatig contact met de
organisaties uit den handel en met het publiek
en ik zal het mogelijke doen om de lasten,
welke aan deze regeling zijn verbonden tot
een minimum te beperken, terwijl ik natuur
lijk een open oor heb voor elk advies, dat
wordt uitgebracht en tot verbetering kan
leiden.
STEUN VOOR ONTSLAGEN ARBETiDERS
VOOR DE PERIODE VAN 10 MEI TOT
11 JUNI.
Geen verplichting om loon te betalen.
Zooals men weet bestaan er nog altijd
meeningsverschillen tusschen ambtelijke in
stances over de vraag of ontslagen arbeiders
over het tijdvak van 10 Mei tot 11 Juni recht
hebben op loon dan wel op steun.
Op 10 Mei zijn de vijandelijkheden uitge-
broken en op H Juni is verschenen de ver-
ordening, waarbij bepaald werd, dat geen
arteiders mochten worden ontslagen zonder
vergunning van den directeur-generaal van
den arbeid. Na het verschijnen van deze ver-
ordening hebben vele ontslagen arbeiders
zich weer bij hun patrooris aangemeld en zijn