Buitenland
DE ENGELSCHE BOMAANVALLEN OP
OP ONS LAND.
Een laatste beroep op
het verstand.
De heer Rademakers werd als lid der N.S.B.
op 9 Mei in arrest gesteld. Hij werd onder het
gemeentehuis te Kessel gevangengezet. In
den ochtend van den tienden Mei is hij over-
leden ten gevolge van een schot in het ach-
terhoofd.
De Afweerdienst dec N.S.B. heeft nog klach-
ten ingediend wegens moord op zes personen.
De schuldigen zijn tot nog toe niet ontdekt.
GEEN GEHEIME TELEFOONNUMMERS
MEEK.
Naar vernomen wordt zullen op last van
het Duitsche gezag alle Nederlandsche ge-
heime telefoonaansluitingen als zoodanig ver-
vallen. De betrokken telefoonnummers wor-
den voortaan normaal bekend gemaakt en ge-
publiceerd in den telefoongids.
'Het totaal z.g. geheime telefoonnummers
te 's-Gravenhage bedroeg ongeveer 2000.
Hieronder waren er velen, die een geheime
aansluiting prefereerden, om niet voor aanbie-
ding van alle mogelijke leveranties opgebeld
te wocden, terwijl voorts ook verschillende
directeuren van groote instellingen naast de
lijnnummers van hun instellingen, die in den
gids vermeld stonden, eigen, niet gepubliceer-
de lijnen hadden, om niet door een ieder op
gebeld te worden.
DANKBETUIGING VAN DEN INSPECTEUR
VAN DEN GENEESKUNDIGEN DIENST
DER LANDMAOIHT.
De inspecteur van den geneeskundigen
dienst der landmacht schrijft:
Nu op 15 Juli 1940 ingevolge de gegeven
bevelen het Nederlandsche leger heeft opge-
houden te bestaan, is het mij ala inspecteu:
van den geneeskundigen dienst der landmacht
een behoefte, alien, die onder mijn bevelen
hebben gediend, hetzij rechtstreeks, hetzij in
verwijderd verband, alsook alle geneesheeren
van burgerziekeninrichtlngen en de burger-
geneesheeren, die hulp hebben verleend aan
zieke of gewonde militairen, mijn groote er-
kentelijkheid te betuigen voor hetgeen zij voor
het leger, alsook voor mij persoonlijk hebben
verricht.
Ik gedenk met groote dankbaarheid de zeer
groote welwillendheid, zelfs in vele gevallen
de vriendschappelijke houding, waarmede de
meeste geneesheeren mij zijn tegemoet ge-
treden.
Met grooten weemoed zullen wij steeds onze
tijdens den oorlog gevallen kameraden blijven
gedenken.
Een serie bormmem zonder noemens-
waardige uitwerking.
In de rede van den Fiihrer van het Duit
sche Rijk, Vrijdagavond uitgesproken, heeft
deze o.m. ook gewezen op de zinlooze aan-
vallen van Engelsche bombardeurs op ons
land, die onder bescherming van het nachte-
lijik duister optreden, zonder dat met de vei-
ligheid van de burgerbevolking ook maar
eenigszins rekening wordt gehouden. Men
weet, dat daarop reeds herhaaldelijk de aan-
dacht is gevestigd. De Fiihrer heeft vergel-
dingsmaatregelen in uitzicht gesteld.
Ook Vrijdag en Donderdag hebben Engel
sche vliegers lukraak bommen uitgeworpen
op plaatsen waar van eenig militair object
geen sprake kan zijn. Dooden vallen geluk-
kig niet te betreuren (behalve te Vlissingen)
en de aangerichte schade is nauwelijks noe-
menswaard. Enkele koeien werden gedood.
De bommen vielen op weiden en akkers; een
groot aantal is niet tot ontploffing gekomen.
VEREENGING van DEN DUUR VAN
EEN1GE WETTEN BETREFFENDE DE
VOED SELVOORZIENING ENZ.
In het Verordeningenblad no. 13 van heden
is opgenomen een besluit van de departemen-
ten van Handel, Nijverheid en Scheepvaart,
van Landbouw en Visscherij, van Waterstaat,
van Binnenlandsche Zaken, van Kolonien en
van Financien betreffende de verlenging van
de Bodemproductiewet, de Distributiewet, de
Prijsopdrijvings- en Hamsterwet, de Zeesche-
penvorderingswet, de W'et behoud scheeps-
ruimte en de Zee- en Luchtvaartverzekerings-
wet (alle van 1S39).
De bepalingen van deze wetten worden voor
zoover zij met de veranderde staatsrechte-
lijke verhoudingen vereenigbaar zijn, tot
nader order verlengd.
De op grond van de in genoemde wetten
uitgevaardigde voorschriften en afzonderlijke
maatregelen blijven tot nader order mede
van kracht, voor zoover uit den inhoud er van
niets anders blijikt.
WAAROM TEGEN DE S.D.A.P.
MAATREGEREN ZIJN GENOMEN.
Van bevoegde zijde verneemt het A.N.P.
bijzonderheden onitrent de overwegingen,
welke tot den maatregel tegen de vroegere
leiding van de socialistische partijen hebben
gevoerd.
De intecnationale verbindingen, aldus de
zegsman, van deze partijen met de intematio-
nalen, waren bekend. Deze intemationalen,
welke veelal sterk onder Franschen en Engel-
schen invloed hebben gestaan, waren het
Duitsche nationaai-socialisme v'ijandig gezind.
In het bijzonder echter heeft het aan Duitsche
zijde kwaad bloed gezet, dat de Nederland
sche socialistische partijen er niet toe hebben
kunnen besluiten deze verbindingen met de
intemationalen te verbreken of althans tijde-
lijk los te laten, toen in Augustus 1939 de oor
log uitbrak. De besprekingen met de inter-
nationalen, vooral de vertegenwoordiging van
de S.D.A.P. bij het congres van de S.A.I, te
Parijs, waren geschikt om de Nederlanders te
betrekken in een on-neutrale, anti-Duitsche
strooming. De critiek, welke -hiertegen hier
te lande is geuit, heeft in den boezem der
S.D.A.P. geen weerklank gevonden.
Een tweede reden voor den thans genomen
maatregel is de systematische anti-Duitsche
hetze, welke in die kringen is gevoerd. Deze
hetze dateert niet van het begin van dezen
oorlog; toen is zij integendeel onder aandrang
van de regeering verminderd. Det hetze is
sinds jaren stelselmatig gevoerd. Men kan
zeggen, dat de betcokken partijen sinds 1933
in openlijke vijandschap tot Duitschland ston
den.
In de derde plaats was de leiding der par
tijen sterk doortrokken van Joodsche elemen-
ten, die daar een veel grootere rol speelden,
dan door het percentage van de aangesloten
Joodsche arbeiders werd gerechtvaardigd.
Een en ander is reden geweest om de par
tijen onder het bewind van een commissaris te
stellen. Opgemerkt dient te worden, dat zij
niet ontbonden zijn, maar zich mettertijd
zelf een nieuwe leiding zullen kunnen geven.
DUITSCHE CONTACTCOMMISSARISSEN
BIJ ARBEIDERSORGANISATIES.
Bij het Christelijk Nationaal Vakverbond,
de Nederlandsche Vakcentrale en het R.K.
Werkliedenverbond zullen, meldt de N. R. Crt.,
door den Rijkscommissaris benoemde contact-
commissarissen regelmatig overleg met de be-
Sturen plegen en de werkzaamheden van de
organisaties van dag tot dag kunnen volgen.
Naar wij in een brief van een der genoemde
verbonden aan de aangesloten vereenigingen
en vakafdeelingen lezen, is het de bedoeling,
van den Rijkscommissaris beter dan tot dus-
verre op de hoogte te zijn met wat er in de
centrales en de aangesloten bonden gebeurt.
De verbonden zullen in hun werkzaamheid ten
bate van hun leden in geen enkel opzicht wor
den belemmerd, zoo is den besturen van Duit
sche zijde meegedeeld; de besturen zullen de
leiding houden en alles blijft normaal func-
tionneeren.
Het bovenstaande betreft slechts de drie
genoemde centrales; zooals men weet is voor
het N.V.V. een beheerder aangesteld.
NEDERLANDERS BIJ WIJZE VAN
REPRESAILLES IN HEOHTENIS
GENOMEN.
Zooals in een bericht in ons vorig nummer
werd bericht, hebben de Duitsche autoriteiten
besloten, represailles te treffen naar aanlei-
ding van de interneering van de Duitschers in
Ned. Oost- en West-Lndie. Terwijl de instan-
ties van de Duitsche weermacht en van het
Duitsche burgerlijke bestuur zich van het
oogenblik der Nedeclandsche capitulatie af
moeite hebben gegeven, de betrekkingen tus-
schen het Duitsche Rijk en de Nederlanden in
vreedzame banen te leiden en het herstel van
de normale verhoudingen te bespoedigen, heeft
de regeering in Nederlandsch-Indie niet opge-
houden zich op bijzonder Duitsch-vijandige
wijze te gedragen en zonder rekening te hou
den met de verhoudingen in het moederland
maatregelen in stand gehouden, welke door
het Duitsche Rijk niet langer voorbijgezien en
geduld kunnen worden.
Nadat tot op heden in Nederlandsch-Indie
meer dan 2000 Duitschers, waaronder vrou-
wen en kinderen, ge'intemeerd gehouden en
op de smadelijkste wijze behandeld werden,
heeft men zich thans van Duitsche zijde ge-
noodzaakt gezien, tegenmaatregelen niet lan
ger uit te stellen.
Dientengevolge is een aantal Nederland
sche onderdanen, die voor het grootste
deel tot het koloniaal bestuur in betrekking
staan, in hechtenis genomen. Het zal van het
inzicht van de beslissende krachten in Neder
landsch-Indie afhangen, hoelang deze to 2-
stand gehandhaafd moet blijven.
De aanneming van postzendingen voor de
Nederlandsche kolonien is tot nader order
gestaakt. (A.N.P.)
HET VERTOONEN VAN FIRMS.
'Het Verordeningenblad no. 13 vermeldt een
besluit van de secretarissen-generaal van Bin
nenlandsche Zaken en van Justitie betreffen
de het vertoonen van films.
Daarin wordt bepaald, dat in het bezette
Nederlandsche gebied slechts die films ver-
toond mogen worden, welke:
1. In het bezette Nederlandsche gebied
zijn vervaardigd en na 14 Mei 1940 door de
censuur zijn goedgekeurd;
2. In het Groot-Duitsche rijk, met inbe-
grip van het protectoraat Bohemen en Mora-
rie zijn vervaardigd en na 31 December 1936
door de censuur zijn goedgekeurd;
3. In het gebied van het Groot-Duitsche
rijk voor de vertooning zijn vrijgegeven;
Deze voorschriften gelden niet voor smal-
films van zuiver artistieken, religieuzen of
cultureelen aard, of voor smalfilms met uit-
sluitend familie-opnamen.
Hij, die opzettfjijk of door grove schuld in
strijd met deze voorschriften handelt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
2 jaar en met geldboete van ten hoogste
10.000 gulden of met een van deze straffen.
Dit besluit treedt met ingang van 26 Juli
1940 in werking.
OP DE REEDE VAN
BUENOS AIRES OFGELEGDE SCHEPEN.
Op de reede van Buenos Aires is in den
laatsten tijd een intemationale vloot van 32
schepen met een tonnemaat van in totaal
160.000 bruto reg. ton opgelegd. Het gaat
hier, aldus de Deutsche Allgemeine Zeitung,
voor het grootste gedeelte om schepen, die
tot dusver graan naar Engeland hebben ver-
voerd en thans aan stilliggen de voorkeur
geven- boven het dreigende totale verlies in de
Britsche wateren.
Het Hamburger Fremdenblatt meldt nog,
dat van deze schepen er tien van Nederland
sche nationaliteit waren. Verder 7 Italiaan-
sche, 3 Noorsche, 1 Deensche, 1 Roemeensch,
1 Grieksch en schepen van Belgische, Zweed-
sche en Finsche nationaliteit.
DE NEDERRANDSOHE AMBULANCE
IN FINLAND.
De Nederlandsche ambulance voor Finland
heeft haar werkzaamheden thans geeindigd,
aldus meldt de correspondent van de Tel.
Het geheele personeel brengt thans op een
eilandje bij Helsinki een vacantie door, die
min of meer .gedwongen is, omdat het per
soneel namelijk wacht op een doorreisvisum
naar Holland. De Finsche regeering neeft
haar erkentelijkheid voor het werk van de
ambulance o.a. g^toond door den leden een
reis van tien dagen naar Petsamo aan te
bieden.
Rede van den Rijkskanselier Hitler
in den Rijksdag.
Vrijdagavond heeft Hitler voor den Rijksdag
een rede uitgesproken.
Van het begin van den oorlog in het Vtes-
ten af, zoo zeide hij, lag een doorbraak van de
Maginot-linie in het voornemen. Eerst toen
zeker was, dat de tegenstanders een inval in
het Ruhrgebied wenschten uit te voeren door
Nederland en Belgie, volgde op 10 Mei een
tegenaanval over de grenzen van beide staten.
Hitler herinnerde er aan, dat van het begin
af aan twee punten op zrjn buitenlandsche
programma hadden gestaan.
1. De oprechte vriendschap met Italie, en
2. Het streven om betrekkingen van ge-
lijkheid met Engeland te bereiken.
De Fiihrer zeide het te betreuren, dat het
hem niet gelukt was, om de gewenschte be
trekkingen met Engeland te bereiken. Voor
beide landen zou dit een zegen geweest zijn.
Des te grooter is de vreugde dat de vriend
schap met Italie wel tot stand is gekomen.
Na dankbaarheid aan het adres van Italie
tot uitdrukking te hebben gebracht, werd
vastgesteld, dat de samenwerking tusschen
de beide landen, politiek en militair totaai is.
Van groote beteekenis waren Hitlers uit-
eenzettingen betrekking hebbend op de toe-
komst. Uit zijn rede blijkt, dat volgens den
Fiihrer de Duitsche weermacht na de over-
winningen sterker is dan ooit te voren, ster-
ker dan op den tienden Mei het geval was.
Van den toestand der bevoorrading van leger
en volk kan hetzelfde gezegd worden. De voe-
ding van het volk is voor den duur van den
oorlog verzekerd.
De Fiihrer sprak over de hoop, die vijandige
staatslieden koesteraen nopens een verwijde-
ring tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie.
Zij maken verkeerde gevolgtrekkingen.
Hitler wees daama nog eens op zijn op 6
October van het. vorige jaar aan Engeland en
Frankrijk gedaan aanbod; hij had toen blijk
gegeven van het goede inzicht in de komende
gebeurtenissen. Hoewel hij toen wist, hoe de
verdere ontwikkeling zou zijn, had hij niet
anders gevraagd dan den vrede. De lieden, die
bij de bewapeningsindustrie geinteresseerd
waren, wilden anders.
Vervolgens kwam Hitler te spreken over
hetgeen thans komen gaat. De lieden, die bij
de wapenindustrie geinteresseerd zijn, zullen
naar Canada gaan, doch het volk blijft in En
geland. Hij bracht naar voren, dat het niet
zijn bedoeling was oorlog te voeren, doch een
nieuwen socialen staat op te bouwen met een
hooge cultuur.
Hitler wees in dit verband op een rede,
welke Churchill onlangs gehouden heeft, waar-
in deze had gezegd, dat Hitler den oorlog"
Wilde.
De Fiihrer zette uiteen wat de gevolgen
zullen zijn. Hij zeide dat het Duitsche ant-
woord namelooze ellende over millioenen
menschen zal brengen. Hierdoor zal een groot
wereldrijk vernield worden en het is nimmer
zijn doel geweest dit rijk te vemietigen. Doch
deze strijd kan slechts tot de volkomen ver-
nietiging van een van de beide strijdenden
leiden. Churchill mocht gelooven dat dit
Duitschland zou zijn, hij, Hitler wist, dat het
Engeland zou zijn.
In een nogmaals uitgesproken, laatste be
roep op het verstand zeide de Fiihrer met na-
druk dat hij geen reden zag waarom de oor
log verder gevoerd zou moeten worden. Het
is mogelijk dat Churchill dit laatste beroep
aan zich voorbij zal laten gaan, van Duit-
schen kant is echter in ieder geval deze laat
ste gelegenheid geboden.
Aan de rede zelf is nog het volgende ont-
leend
Te midden vein den geweldigen strijd om de
vrijheid en voor de toekomst van het Duit
sche volk heb ik deze zitting bijeen doen roe-
pen. De motieven daarvoor liggen in de nood-
zakelijkheid, dat wij ons eigen volk inzicht
geven in den unieken historischen aard aer
gebeurtenissen, welke wij beleefd hebben, dat
wij verdienden dank brengen aan de soldaten
en in het streven, een paging te doen om nog
eens en voor het laatst een beroep op het ge-
zonde verstand te doen.
Nog op 2 September 1939 kon de strijd ver-
meden worden. Mussolini stelde voor alle
vijandelijkheden onmiddellijk te staken en tot
vreedzame onderhandelingen over te gaan.
Ofschoon Duitschland zijn legers zegevierend
zag oprukken, nam ik dit voorstel aan. Doch
de Engelsch-Fransche oorlogsophitsers hadden
oorlog noodig en geen vrede.
De gevonden documenten.
De Fiihrer sprak ook over de verzameling
documenten op het station te La Charitd aan-
getroffen.
Deze documenten, aldus Hitler, bevatten de
eigenhandige aanteekeningen van de heeren
Gamelin, Daladier, Weygand enz.
Zij toonen aan, hoe voor deze ijskoude poli-
tici en militairen alle kleine volken slechts
middel tot het doel waren, hoe zij trachtten
Finland voor hun belangen te gebruiken, hoe
zij besloten hadden, Noorwegen en Zweden tot
het tooneel van den oorlog te maken, hoe zij
beraamden den Balkan in brand te zetten, om
van daar uit honderd divisies als hulptroepen
te krijgen. Hoe zij voorbereidingen troffen
voor 't bombardement van Batoem en Bakoe,
hoe zij Nederland en Belgie steeds vaster in
hun netten verstrikten en eindelijk vastlegden
in bindende stafbesprekingen, en vele andere
dingen van deze aard.
Op 6 October heb ik van deze plants uit
voor de eerste maal in den oorlog tot het Duit
sche volk gesproken. Ik heb toen een beroep
gedaan op het inzicht der verantwoordelijke
mannen in de vijandelijke staten en op de vol
ken zelf.
Ik waarschuwde voor een voortzetten van
den oorlog waarvan de gevolgen slechts ver-
woestend konden zijn.
De verantwoordelijke elemlenten in Enge
land en Frankrijk hebben in mijn oproep een
gevaarlijken aanval op hun oorlogszaak ge-
speurd. Zij maakten zich dan ook onmiddel
lijk op, om te verklaren dat iedere gedachte
aan een vergelijk kansloos was, ja, als een
misdaad beschouwd werd, en dat de strijd
moest worden voortgezet.
In enkele dagen waren deze ophitsers er
in geslaagd mij Voor de rest van de wereld als
een lafaard voor te stellen.
Een groot-kapitalistische kliek van belang-
hebbenden heeft om voortzetting van den oor
log geschreeuwd.
Die voortzetting is thans begonnen.
Hitler gaf vervolgens een overzicht van den
gevoerden strijd en de behaalde resultaten, om
daarbij hulde te brengen aan de Duitsche
ima-dit
Met betrekking tot Nederland en Belgie
wees de Fiihrer er verder op, dat Duitschland
tegenover Nederland en Belgie slechts de
noodige beveiligingstroepen had opgesteld,
terwijl in dezen sector een duidelijke ophoo-
ping van Fransche formaties, in het bijzonder
van bijna alle gepantserde en gemotoriseerde
divisies, plaats vond. Beslissend echter, aldus
vervolgde de Fiihrer, was de volgende consta-
teering: terwijl bij een loyale interpretatie der
Belgisch-Nederlandsche neutraliteit beide lan
den gedwongen zouden zijn geweest, juist met
het oog op de concentratie van de sterkste
Engelsch-Fransche strijdkrachten aan hun
grenzen, ook hunnerzijds het oog in de eerste
plaats op het Westen gevestigd te houden,
begonnen zij daar in gelijke mate steeds meer
hun troepen te verzwakken om de grenzen
tegenover Duitschland te bezetten. Ook de
berichten over besprekingen tusschen de gene-
rale staven wierpen een eigenaardig licht op
de Belgisch-Nederlandsche neutraliteit.
Ik behoef er niet op te wijzen, dat deze be
sprekingen, wanneer zij werkelijk neutraal ge
weest zouden zijn, met beide partijen hadden
moeten worden gevoerd. Overigens vermeer-
derden de aanwijzingen voor een optreden der
FVransch-Engelsche troepen door Nederland en
Belgie tegen het Duitsche industriegebied zich
zoo zeer, dat men ook aan onzen kant deze
bedreiging als een zeer emstig gevaar in het
oog moest houden. De geheele Duitsche op-
marsch onderging dienovereenkomstig de
noodige wijzigingen. De nauwkeurige waar-
nemingen, die overal gedaan waren, gaven
langzamerhand de zekerheid, dat van begin
Mei af elk oogenblik een Engelsch-Fransche
aanval verwacht kon worden. Op 6 en 7 Mei
nam de vrees toe, dat van oogenblik tot
oogenblik een binnenrukken der zoogenaamde
geallieerden in Nederland en Belgie tegemoet
moest worden gezien. Op 8 Mei gaf ik daar-
om bevel voor den onverwijlden aanval op 10
Mei, des ochtens te 5.35 uur.
Het gelukken van een geweldige reeks van
veldslagen is in de eerste plaats aan den
Duitschen soldaat zelf te danken. Hij heeft
weer op alle plaatsen, waar hij gesteld was,
ten voile aan de verwachtingen voldaan. Alle
Duitsche stammen deelen in gelijke mate in
dezen roem. Ook de soldaten van de jonge,
eerst sedert 1938 opgenomen nieuwe rijks-
gouwen hebben voorbeeldig gestreden en hun
bloed gegeven.
Het leger heeft de hem opgedragen taak
onder leiding van kolonel-generaal von Brau-
chitch en zijn chef van den generalen staf
Hakder op waarlijk roemvolle wijze uitge-
voerd.
Eerst na het einde van dezen oorlog zal
het mogelijk zijn de prestaties van onze
marine en haar leider in vollen omvang te
waardeeren. Dat alles echter, zoo zeide Hit
ler verder, zou niet mogelijk zijn geweest zon
der de houding van het binnenlandsche front.
De Fiihrer deed hierop mededeeling van de
onderscheidingen, die verleend worden.
Ik moet, zeide hij o.a., in de eerste plaats
den man noemen, voor wien het mij moeilijk
valt, voldoenden dank te vinden voor de rer-
diensten, die zijn naam bindien aan de bewe-
ging, den staat en bovenal het Duitsche lucht-
wapen. Sedert het tijdstip van de oprichting
der S.A. is Goring met de ontwikkeling en
den bloei van de beweging verbonden. Hij
heeft als leider van de Duitsche luchtmacht
in het achter ons liggende verloop van den
oorlog bijgedragen tot het scheppen van de
voorwaarden voor de overwinning. Zijn ver-
diensten zijn uniek.
Ik benoem hem derhalve tot rijksmaar-
schalk van het Groot-Duitsche rijk en begif-
tig hem met het grootkruis van het IJzeren
Kruis.
Bevorderd zijn: tot generaal-veldmaar-
schalk: de opperbevelhebber van het leger,
von Brauchitch en de opperbevelhebbers van
verschillende legergroepen.
Voorts werd een aantal legerleiders in rang
bevorderd.
De rede van den Rijkskanselier was, naar
van Duitsche zijde gemeld wordt, ten opzichte
van zijn vredesaanbod aan Engeland, zelfs
voor overigens ing'ewijde kringen een verras-
sing. Zij is ongetwijfeld van groote beteeke
nis en verzwaart de verantwoordelijkheid van
den of de leiders der Britsche politiek ten
zeerste.
Maar zij is ook van groote beteekenis voor
andere landen, ook voor het onze. Het einde
van den strijd zal wel algemeen met verlangen
worden tegemoet gezien. Zou deze stem in
Engeland worden verhoord, en zou men er in
slagen, met goeden wil van beide zijden inder-
daad te komen tot een vreedzame regeling der
wederzijdsche belangen, dan zou dit ongetwij
feld door zeer velen worden toegejuicht. Het
zou beteekenen, dat een einde komt aan veel
bloedvergieten, veel vernieling, veel ellende en
leed, welke nu eenmaal aan oorlog onafschei-
delijk zijn verbonden. in het bijzonder aan een
oorlog, welke wordt gevoerd op zoo groote
schaal en met zoo geperfectioneerde middelen-
Het is toch inderdaad zoo, dat een oorlog niet'
wordt gevoerd om zichzelf, maar ter berei-
king van een doel, dat door de ontwikkeling
der geschiedenis gerechtvaardigd is en dat de
vele en groote offers moet waard zrjn; alleen
als dit doel langs vreedzamen weg onmogelijk
is te bereiken mag oorlog verantwoord heeten.
Het antwoord is nu aan Engeland, aan zijn
regeering, maar ook aan zijn burgers. Het
gaat om een hoogst belangrijke beslissing en j
het zou biiljjk zijn, indien men de Engelschen
eenigen tijd gunde tot rijpelijk overwegen, al- j
vorens zij die beslissing, waarvan zooveel af- I
hangt, nemen. Met spanning wacht de wereld
de ontwikkeling der dingen in de naaste toe-
komst af.
Indien men echter van de eerste perscom-
mentaren uit Engeland kennis neemt, is er i
indien deze de opinie der regeering en van de
bevolking weergeven, al heel weinig kans, dat
het aanbod van den Duitschen Rijkskanselier
tot den vrede leiden zal en is het te vreezen,
dat de strijd tot het bittere einde zal worden
uitgevochten, met al de ellende die daaraan
voor het menschdom verbonden is.
REGELING VOOR OPENBARE
WERKZAAMHEDEN IN BELGIE.
Het D.N.B. meldt uit Brussel:
De militaire bevelhebber in Belgie en
Noord-Frankrijk heeft een verordening voor
de uitoefening van openbare werkzaamheden
in Belgie uitgevaardigd om te verhinderen,
dat het tot rust brengen van het land belem
merd wordt.
Krachtens deze verordening is het in het
buitenland vertoevenden leden van de vroe
gere regeering-Pierlot verboden het bezette
•gebied te betreden. Alle personen, die in Bel
gie openbare werkzaamheden hebben uitge-
oefend en die in verband met de oorlogs-
gelbeurtenissen uit Belgie gevlucht zijn, kun
nen na hun terrugkeer de werkzaamheden
pas hervatten na uitdrukkelijke toestemming
van den militairen bevelhebber.
Openbare werkzaamheden in den zin van
deze verordening oefent hij uit, die een voor-
aanstaande functie be'kleedt bp openbare
licham'en, politieke of oeconomische organi
saties, of die bij pers of omroep invloed op
de openbare meening heeft.
BELGISCHE KRIJGSGEVANGENEN
WORDEN VRIJGELATEN.
Het D.NjB. meldt uit Berlijn:
De Fiihrer-heeft bepaald, dat alle Belgi
sche krijigsgevangenen, met uitzondering van
officieren en onderofficeren, worden vrijge-
laten. De terugkeer der v66r de capitulatie
naar Duitschland gebrachte krijgsgevangenen
zal geschieden naar gelang van de beschik-
bare vervoermiddelen. Er is reeds een begin
gemaakt.
DE DUITSCHE VOEDSELVOORZIENING
,RUiM VERZEKERD.
De New-York Times sprak onlangs de
meening uit, dat de tweede oorlogswinter in
Duitschland veel emstiger zou zijn dan de
eerste, omdat de korenvoorraden en de heele
graanhandel verdwenen zijn en buitendien de
schaarschte aan veevoeder het slachten van
groote hoeveelheden zwijnen veroorzaakt. Vbl-
gens het D.N.B. wordt dienaangaande van
deskundige zijde meegedeeld, dat op grond van
een bekendmaking van het voedsel-ministerie
de voorziening met koren en alle andere eerst
noodige levensmiddelen voor het volgende jaar
zoo afdoende verzekerd is, dat de bevoegde
instanties zich al met de ravitailleering voor
1941'43 bezig houden. Het is algemeen be
kend, dat tengevolge van de ruime voorraden
de bevolking rijkelijk met brood- en meelspps
kan voorzien worden. Evenmin is van
schaarschte aan veevoeder of van slachten op
groote schaal van zwijnen sprake. Al jaren is
de verbouw van voer in Duitschland geweldig
uitgebreid. Hiermee evenwijdig vertoont zich
een belangrijke stijging van de zwijnen en vee-
cijfers, die zich thans in opgaande lijn bewe-
wegan. Daarom is er niemand in Duitschland,
die een tweeden oorlogswinter met eenige
bezorgdheid tegemoet zou zien.
MISBRUIK VAN DIPLOMATIEKE
PRIVILEGES.
Het D.N.B. meldt uit Boekarest:
De vertegenwoordiger van de .Times" in
Boekarest, Gibson, die dezer dagen wegens
zijn optreden voor de Intelligence Service
uit het land gewezen zou worden, heeft, toen
de politie in zijn woning verscheen, glim-
lachend een verklaring getoond van de Engel
sche legatie, welke bevestigde, dat hij den
dag tevoren benoemd was tot tweeden pers-
attachO, zooda hij als lid van het corps diplo
matique exterritoriaal was. In Roemeensche
regeeringskringen noemt men deze handel-
wijze van het Engelsche gezantschap misbruik
van de diplomatieke privileges.
HET NIEUWE EUROPA.
Het artikel van Megerle in de Bdrsenzei-
tung verdient zeker de belangstelling, welke
er zoo ruimschoots aan geschonken is.
Terecht, schrijft de N. R. Crt., wijst onze
Berlijnsehe medewerker er op, dat een van
de drie groote vragen, welke rijzen als men
tracht te voorzien hoe het nieuwe Europa ge-
vormd zal worden, n.l. hoe de kaart van Euro-
pa er na het sluiten van den vrede uit zal zien,
nog niet voor beantwoording vatbaar is. A!
komen hierdoor Megerle's conclusies in zeker
opzicht in de lucht te hangen, zij blijven toch
van beteekenis, omdat men er de richtsnoe-
ren voor een nieuwe orientatie in kan vinden.
,Wat de politieke orientatie betreft moet
men in verband met bovengenoemden factor
een grooter voorbelioud in acht nemen, dan
met de oeconomische orientatie, doch daarin
kan men het met Megerle eens zijn, dat in het
nieuwe Europa, hoe ook ten slotte zijn staat-
kundige verdeeling zal zijn, een overwinnend
Duitschland en zijn spilgenoot Italie den toon
zullen aangeven. Voor de landen in Noord-
en West-Europa, welker belangen van o'uds-
her nauw met die van Duitschland verbonden
zijn, komt het er dus vooral op aan hun be
trekkingen met dit rijk op een basis te stellen,
welke een vruchtbare samenwerking mogelijk
zal maken. Daar deze landen reeds in oeco-
nomisch opzicht op deze samenwerking zrjn
aangewezen, moet het zonder groote bezwa-
ren mogelijk zijn ook in politiek opzicht de
samenwerking op een duurzamen en gezon-
den grondslag te plaatsen. Aldus wordt ook
dit vraagstuk voor een deel tot het oeconomi
sche herleid, al moet men Megerle toegeven,
dat de vereischte herziening om tot dit doel
te geraken van velen pijnlijke offers zal ver-
gen.
De kern van het probleem, voor zoover wij
dit thans kunnen overzien, zal dus voor dit
deel van Europa van oeconomischen aard zijn,
waarbij de sociale ordening tevens als gewich-
tige factor moet meetellen. Onze Berlijnsehe
medewerker vestigt er de aandacht op, dat men
met de erkenning van deze realiteiten alleen
er nog niet is. Zij vormen als het ware, om
in medische termen te spreken, de diagnose,
maar daarmee is de therapie nog niet aange-
duid, m.a.w. al onderkent men de kwaal,
daarmee is de geneeswijze nog niet vastge
steld. Het eene iichaam reageert anders op
een geneesmiddel dan het andere en in vele
gevallen zal men, hoe doortastend men overi
gens ook moge zijn, behoedzaam zijn weg
moeten gaan, nauwkeurig alle symptomen in
het genezingsproces moeten gadeslaan. Elk
land heeft zijn eigen sociaal-oeconomischen
opbouw, waarmede bij het voltrekken van
veranderingen rekening moet worden gehou
den. Anders dreigt een stoomis in het maat-
schappelijke leven, welke thans meer dan ooil
onwenschelijk zou zijn.
Duitschland, schrijft Megerle, stelt Europa
nieuwe oeconomische denkbeelden en een be-
proefd oeconomisch systeem ter beschikking.
Dit beteekent zekere afzetgebieden, reeht-
vaardige prijzen, stabiele valuta, een bestand
zijn tegen crisis en voor iedereen bereikbare,
van de kapitalistische overmaeht vrij zijnde,
handelsmethoden. Hiervoor geldt nu, wat wij
zooeven schreven, Duitschland stelt een ge
neesmiddel ter beschikking, dat in een bepaaid
geval beproefd is en doeltreffend is gebleken.
Men vergete daarbij echter niet, dat dit is
toegepast onder andere omstandigheden, toen
de ziekte een ander aspect vertoonde. Het
Duitsche geneesmiddel gold in de eerste plaats
het land krachtig, zelfstandig en onafhanke-
lijk te maken, onafhankelijk vooral ten op
zichte van producten, welke het in zijn ver-
armden toestand van na den vorigen oorlog
niet meer, dan met groote opofferingen kon
verkrijgen. Het berustte op een zekeren
aularkischen grondslag, welke, en door de
nieuwe politieke instelling van Europa, en
door een regeling van het koloniale vraagstuk
eerlang voor een belangrijk deel zal komen te
vervallen.
Deze wijzigingen in Duitschlands politieke
positie moet noodzakelijkerwijze ook leiden
tot allerlei oeconomische wijzigingen. Wan
neer men verzekerd kan zijn van een onbejem-
merden toevoer van grondstoffen op een ge-
zonde oeconomische basis, behoeft men niet
voort te gaan met een synthetische bereiding
of, wanneer deze minder oeconomisch werkt,
als men koloniale en andere producten kan
verkrijgen zonder daarmee zijn oeconomisch
bestel in de waagschaal te werpen, behoett
men niet naar ersatz-stoffen om te zien, en
zoo is er meer.
Zelfs als het vraagstuk een louter Euro-
peesch vraagstuk was, zou een nieuwe oeco
nomische ordening voor Duitschland reed*
deze en dergelijke vraagstukken doen rijzen,
nu het van intemationalen aard is, nu er niet
alleen ook koloniale vraagstukken, maar ook
vraagstukken van handel en verkeer ten op
zichte van andere werelddeelen mee gemoeid
zijn, geldt dit nog te meer. Men kan er zich
intusschen van verzekerd houden, dat Duitsch
land zich thans reeds op grondige wijze voor-
bereidt op een nieuwen intemationalen staat
van zaken, waarbij met behoud der beproefd
gebleken beginselen nieuwe wegen moeten
worden ingeslagen.
Geldt dit voor Duitschland, voor de staten
die na den vrede in nog hoogere mate dan tot
dusver op samenwerking met Duitschland zul
len zijn aangewezen, geldt het in dubbel op
zicht. Zij zullen niet alleen een nieuwen weg
in moeten slaan, maar zij zullen zich dien
nieuwen weg zelf moeten banen. Overleg en
samenwerking met Duitschland zal geboden
zijn, maar met een formeel overnemen van
vormen en denkbeelden uit het Duitschland
van voor dezen oorlog zullen zij er niet zijn,
omdat die vormen en denkbeelden door ie
resultaten van den oorlog eveneens verande
ringen zullen ondergaan. Dit zal de inspan-
ning des te grooter maken, doch tevens de
kans op het scheppen van lets duurzaam
beters verhoogen.