Buitenland DE ENGELSCHE BOMAANVALLEN OP OP ONS LAND. Een laatste beroep op het verstand. De heer Rademakers werd als lid der N.S.B. op 9 Mei in arrest gesteld. Hij werd onder het gemeentehuis te Kessel gevangengezet. In den ochtend van den tienden Mei is hij over- leden ten gevolge van een schot in het ach- terhoofd. De Afweerdienst dec N.S.B. heeft nog klach- ten ingediend wegens moord op zes personen. De schuldigen zijn tot nog toe niet ontdekt. GEEN GEHEIME TELEFOONNUMMERS MEEK. Naar vernomen wordt zullen op last van het Duitsche gezag alle Nederlandsche ge- heime telefoonaansluitingen als zoodanig ver- vallen. De betrokken telefoonnummers wor- den voortaan normaal bekend gemaakt en ge- publiceerd in den telefoongids. 'Het totaal z.g. geheime telefoonnummers te 's-Gravenhage bedroeg ongeveer 2000. Hieronder waren er velen, die een geheime aansluiting prefereerden, om niet voor aanbie- ding van alle mogelijke leveranties opgebeld te wocden, terwijl voorts ook verschillende directeuren van groote instellingen naast de lijnnummers van hun instellingen, die in den gids vermeld stonden, eigen, niet gepubliceer- de lijnen hadden, om niet door een ieder op gebeld te worden. DANKBETUIGING VAN DEN INSPECTEUR VAN DEN GENEESKUNDIGEN DIENST DER LANDMAOIHT. De inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht schrijft: Nu op 15 Juli 1940 ingevolge de gegeven bevelen het Nederlandsche leger heeft opge- houden te bestaan, is het mij ala inspecteu: van den geneeskundigen dienst der landmacht een behoefte, alien, die onder mijn bevelen hebben gediend, hetzij rechtstreeks, hetzij in verwijderd verband, alsook alle geneesheeren van burgerziekeninrichtlngen en de burger- geneesheeren, die hulp hebben verleend aan zieke of gewonde militairen, mijn groote er- kentelijkheid te betuigen voor hetgeen zij voor het leger, alsook voor mij persoonlijk hebben verricht. Ik gedenk met groote dankbaarheid de zeer groote welwillendheid, zelfs in vele gevallen de vriendschappelijke houding, waarmede de meeste geneesheeren mij zijn tegemoet ge- treden. Met grooten weemoed zullen wij steeds onze tijdens den oorlog gevallen kameraden blijven gedenken. Een serie bormmem zonder noemens- waardige uitwerking. In de rede van den Fiihrer van het Duit sche Rijk, Vrijdagavond uitgesproken, heeft deze o.m. ook gewezen op de zinlooze aan- vallen van Engelsche bombardeurs op ons land, die onder bescherming van het nachte- lijik duister optreden, zonder dat met de vei- ligheid van de burgerbevolking ook maar eenigszins rekening wordt gehouden. Men weet, dat daarop reeds herhaaldelijk de aan- dacht is gevestigd. De Fiihrer heeft vergel- dingsmaatregelen in uitzicht gesteld. Ook Vrijdag en Donderdag hebben Engel sche vliegers lukraak bommen uitgeworpen op plaatsen waar van eenig militair object geen sprake kan zijn. Dooden vallen geluk- kig niet te betreuren (behalve te Vlissingen) en de aangerichte schade is nauwelijks noe- menswaard. Enkele koeien werden gedood. De bommen vielen op weiden en akkers; een groot aantal is niet tot ontploffing gekomen. VEREENGING van DEN DUUR VAN EEN1GE WETTEN BETREFFENDE DE VOED SELVOORZIENING ENZ. In het Verordeningenblad no. 13 van heden is opgenomen een besluit van de departemen- ten van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, van Landbouw en Visscherij, van Waterstaat, van Binnenlandsche Zaken, van Kolonien en van Financien betreffende de verlenging van de Bodemproductiewet, de Distributiewet, de Prijsopdrijvings- en Hamsterwet, de Zeesche- penvorderingswet, de W'et behoud scheeps- ruimte en de Zee- en Luchtvaartverzekerings- wet (alle van 1S39). De bepalingen van deze wetten worden voor zoover zij met de veranderde staatsrechte- lijke verhoudingen vereenigbaar zijn, tot nader order verlengd. De op grond van de in genoemde wetten uitgevaardigde voorschriften en afzonderlijke maatregelen blijven tot nader order mede van kracht, voor zoover uit den inhoud er van niets anders blijikt. WAAROM TEGEN DE S.D.A.P. MAATREGEREN ZIJN GENOMEN. Van bevoegde zijde verneemt het A.N.P. bijzonderheden onitrent de overwegingen, welke tot den maatregel tegen de vroegere leiding van de socialistische partijen hebben gevoerd. De intecnationale verbindingen, aldus de zegsman, van deze partijen met de intematio- nalen, waren bekend. Deze intemationalen, welke veelal sterk onder Franschen en Engel- schen invloed hebben gestaan, waren het Duitsche nationaai-socialisme v'ijandig gezind. In het bijzonder echter heeft het aan Duitsche zijde kwaad bloed gezet, dat de Nederland sche socialistische partijen er niet toe hebben kunnen besluiten deze verbindingen met de intemationalen te verbreken of althans tijde- lijk los te laten, toen in Augustus 1939 de oor log uitbrak. De besprekingen met de inter- nationalen, vooral de vertegenwoordiging van de S.D.A.P. bij het congres van de S.A.I, te Parijs, waren geschikt om de Nederlanders te betrekken in een on-neutrale, anti-Duitsche strooming. De critiek, welke -hiertegen hier te lande is geuit, heeft in den boezem der S.D.A.P. geen weerklank gevonden. Een tweede reden voor den thans genomen maatregel is de systematische anti-Duitsche hetze, welke in die kringen is gevoerd. Deze hetze dateert niet van het begin van dezen oorlog; toen is zij integendeel onder aandrang van de regeering verminderd. Det hetze is sinds jaren stelselmatig gevoerd. Men kan zeggen, dat de betcokken partijen sinds 1933 in openlijke vijandschap tot Duitschland ston den. In de derde plaats was de leiding der par tijen sterk doortrokken van Joodsche elemen- ten, die daar een veel grootere rol speelden, dan door het percentage van de aangesloten Joodsche arbeiders werd gerechtvaardigd. Een en ander is reden geweest om de par tijen onder het bewind van een commissaris te stellen. Opgemerkt dient te worden, dat zij niet ontbonden zijn, maar zich mettertijd zelf een nieuwe leiding zullen kunnen geven. DUITSCHE CONTACTCOMMISSARISSEN BIJ ARBEIDERSORGANISATIES. Bij het Christelijk Nationaal Vakverbond, de Nederlandsche Vakcentrale en het R.K. Werkliedenverbond zullen, meldt de N. R. Crt., door den Rijkscommissaris benoemde contact- commissarissen regelmatig overleg met de be- Sturen plegen en de werkzaamheden van de organisaties van dag tot dag kunnen volgen. Naar wij in een brief van een der genoemde verbonden aan de aangesloten vereenigingen en vakafdeelingen lezen, is het de bedoeling, van den Rijkscommissaris beter dan tot dus- verre op de hoogte te zijn met wat er in de centrales en de aangesloten bonden gebeurt. De verbonden zullen in hun werkzaamheid ten bate van hun leden in geen enkel opzicht wor den belemmerd, zoo is den besturen van Duit sche zijde meegedeeld; de besturen zullen de leiding houden en alles blijft normaal func- tionneeren. Het bovenstaande betreft slechts de drie genoemde centrales; zooals men weet is voor het N.V.V. een beheerder aangesteld. NEDERLANDERS BIJ WIJZE VAN REPRESAILLES IN HEOHTENIS GENOMEN. Zooals in een bericht in ons vorig nummer werd bericht, hebben de Duitsche autoriteiten besloten, represailles te treffen naar aanlei- ding van de interneering van de Duitschers in Ned. Oost- en West-Lndie. Terwijl de instan- ties van de Duitsche weermacht en van het Duitsche burgerlijke bestuur zich van het oogenblik der Nedeclandsche capitulatie af moeite hebben gegeven, de betrekkingen tus- schen het Duitsche Rijk en de Nederlanden in vreedzame banen te leiden en het herstel van de normale verhoudingen te bespoedigen, heeft de regeering in Nederlandsch-Indie niet opge- houden zich op bijzonder Duitsch-vijandige wijze te gedragen en zonder rekening te hou den met de verhoudingen in het moederland maatregelen in stand gehouden, welke door het Duitsche Rijk niet langer voorbijgezien en geduld kunnen worden. Nadat tot op heden in Nederlandsch-Indie meer dan 2000 Duitschers, waaronder vrou- wen en kinderen, ge'intemeerd gehouden en op de smadelijkste wijze behandeld werden, heeft men zich thans van Duitsche zijde ge- noodzaakt gezien, tegenmaatregelen niet lan ger uit te stellen. Dientengevolge is een aantal Nederland sche onderdanen, die voor het grootste deel tot het koloniaal bestuur in betrekking staan, in hechtenis genomen. Het zal van het inzicht van de beslissende krachten in Neder landsch-Indie afhangen, hoelang deze to 2- stand gehandhaafd moet blijven. De aanneming van postzendingen voor de Nederlandsche kolonien is tot nader order gestaakt. (A.N.P.) HET VERTOONEN VAN FIRMS. 'Het Verordeningenblad no. 13 vermeldt een besluit van de secretarissen-generaal van Bin nenlandsche Zaken en van Justitie betreffen de het vertoonen van films. Daarin wordt bepaald, dat in het bezette Nederlandsche gebied slechts die films ver- toond mogen worden, welke: 1. In het bezette Nederlandsche gebied zijn vervaardigd en na 14 Mei 1940 door de censuur zijn goedgekeurd; 2. In het Groot-Duitsche rijk, met inbe- grip van het protectoraat Bohemen en Mora- rie zijn vervaardigd en na 31 December 1936 door de censuur zijn goedgekeurd; 3. In het gebied van het Groot-Duitsche rijk voor de vertooning zijn vrijgegeven; Deze voorschriften gelden niet voor smal- films van zuiver artistieken, religieuzen of cultureelen aard, of voor smalfilms met uit- sluitend familie-opnamen. Hij, die opzettfjijk of door grove schuld in strijd met deze voorschriften handelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste 2 jaar en met geldboete van ten hoogste 10.000 gulden of met een van deze straffen. Dit besluit treedt met ingang van 26 Juli 1940 in werking. OP DE REEDE VAN BUENOS AIRES OFGELEGDE SCHEPEN. Op de reede van Buenos Aires is in den laatsten tijd een intemationale vloot van 32 schepen met een tonnemaat van in totaal 160.000 bruto reg. ton opgelegd. Het gaat hier, aldus de Deutsche Allgemeine Zeitung, voor het grootste gedeelte om schepen, die tot dusver graan naar Engeland hebben ver- voerd en thans aan stilliggen de voorkeur geven- boven het dreigende totale verlies in de Britsche wateren. Het Hamburger Fremdenblatt meldt nog, dat van deze schepen er tien van Nederland sche nationaliteit waren. Verder 7 Italiaan- sche, 3 Noorsche, 1 Deensche, 1 Roemeensch, 1 Grieksch en schepen van Belgische, Zweed- sche en Finsche nationaliteit. DE NEDERRANDSOHE AMBULANCE IN FINLAND. De Nederlandsche ambulance voor Finland heeft haar werkzaamheden thans geeindigd, aldus meldt de correspondent van de Tel. Het geheele personeel brengt thans op een eilandje bij Helsinki een vacantie door, die min of meer .gedwongen is, omdat het per soneel namelijk wacht op een doorreisvisum naar Holland. De Finsche regeering neeft haar erkentelijkheid voor het werk van de ambulance o.a. g^toond door den leden een reis van tien dagen naar Petsamo aan te bieden. Rede van den Rijkskanselier Hitler in den Rijksdag. Vrijdagavond heeft Hitler voor den Rijksdag een rede uitgesproken. Van het begin van den oorlog in het Vtes- ten af, zoo zeide hij, lag een doorbraak van de Maginot-linie in het voornemen. Eerst toen zeker was, dat de tegenstanders een inval in het Ruhrgebied wenschten uit te voeren door Nederland en Belgie, volgde op 10 Mei een tegenaanval over de grenzen van beide staten. Hitler herinnerde er aan, dat van het begin af aan twee punten op zrjn buitenlandsche programma hadden gestaan. 1. De oprechte vriendschap met Italie, en 2. Het streven om betrekkingen van ge- lijkheid met Engeland te bereiken. De Fiihrer zeide het te betreuren, dat het hem niet gelukt was, om de gewenschte be trekkingen met Engeland te bereiken. Voor beide landen zou dit een zegen geweest zijn. Des te grooter is de vreugde dat de vriend schap met Italie wel tot stand is gekomen. Na dankbaarheid aan het adres van Italie tot uitdrukking te hebben gebracht, werd vastgesteld, dat de samenwerking tusschen de beide landen, politiek en militair totaai is. Van groote beteekenis waren Hitlers uit- eenzettingen betrekking hebbend op de toe- komst. Uit zijn rede blijkt, dat volgens den Fiihrer de Duitsche weermacht na de over- winningen sterker is dan ooit te voren, ster- ker dan op den tienden Mei het geval was. Van den toestand der bevoorrading van leger en volk kan hetzelfde gezegd worden. De voe- ding van het volk is voor den duur van den oorlog verzekerd. De Fiihrer sprak over de hoop, die vijandige staatslieden koesteraen nopens een verwijde- ring tusschen Duitschland en de Sovjet-Unie. Zij maken verkeerde gevolgtrekkingen. Hitler wees daama nog eens op zijn op 6 October van het. vorige jaar aan Engeland en Frankrijk gedaan aanbod; hij had toen blijk gegeven van het goede inzicht in de komende gebeurtenissen. Hoewel hij toen wist, hoe de verdere ontwikkeling zou zijn, had hij niet anders gevraagd dan den vrede. De lieden, die bij de bewapeningsindustrie geinteresseerd waren, wilden anders. Vervolgens kwam Hitler te spreken over hetgeen thans komen gaat. De lieden, die bij de wapenindustrie geinteresseerd zijn, zullen naar Canada gaan, doch het volk blijft in En geland. Hij bracht naar voren, dat het niet zijn bedoeling was oorlog te voeren, doch een nieuwen socialen staat op te bouwen met een hooge cultuur. Hitler wees in dit verband op een rede, welke Churchill onlangs gehouden heeft, waar- in deze had gezegd, dat Hitler den oorlog" Wilde. De Fiihrer zette uiteen wat de gevolgen zullen zijn. Hij zeide dat het Duitsche ant- woord namelooze ellende over millioenen menschen zal brengen. Hierdoor zal een groot wereldrijk vernield worden en het is nimmer zijn doel geweest dit rijk te vemietigen. Doch deze strijd kan slechts tot de volkomen ver- nietiging van een van de beide strijdenden leiden. Churchill mocht gelooven dat dit Duitschland zou zijn, hij, Hitler wist, dat het Engeland zou zijn. In een nogmaals uitgesproken, laatste be roep op het verstand zeide de Fiihrer met na- druk dat hij geen reden zag waarom de oor log verder gevoerd zou moeten worden. Het is mogelijk dat Churchill dit laatste beroep aan zich voorbij zal laten gaan, van Duit- schen kant is echter in ieder geval deze laat ste gelegenheid geboden. Aan de rede zelf is nog het volgende ont- leend Te midden vein den geweldigen strijd om de vrijheid en voor de toekomst van het Duit sche volk heb ik deze zitting bijeen doen roe- pen. De motieven daarvoor liggen in de nood- zakelijkheid, dat wij ons eigen volk inzicht geven in den unieken historischen aard aer gebeurtenissen, welke wij beleefd hebben, dat wij verdienden dank brengen aan de soldaten en in het streven, een paging te doen om nog eens en voor het laatst een beroep op het ge- zonde verstand te doen. Nog op 2 September 1939 kon de strijd ver- meden worden. Mussolini stelde voor alle vijandelijkheden onmiddellijk te staken en tot vreedzame onderhandelingen over te gaan. Ofschoon Duitschland zijn legers zegevierend zag oprukken, nam ik dit voorstel aan. Doch de Engelsch-Fransche oorlogsophitsers hadden oorlog noodig en geen vrede. De gevonden documenten. De Fiihrer sprak ook over de verzameling documenten op het station te La Charitd aan- getroffen. Deze documenten, aldus Hitler, bevatten de eigenhandige aanteekeningen van de heeren Gamelin, Daladier, Weygand enz. Zij toonen aan, hoe voor deze ijskoude poli- tici en militairen alle kleine volken slechts middel tot het doel waren, hoe zij trachtten Finland voor hun belangen te gebruiken, hoe zij besloten hadden, Noorwegen en Zweden tot het tooneel van den oorlog te maken, hoe zij beraamden den Balkan in brand te zetten, om van daar uit honderd divisies als hulptroepen te krijgen. Hoe zij voorbereidingen troffen voor 't bombardement van Batoem en Bakoe, hoe zij Nederland en Belgie steeds vaster in hun netten verstrikten en eindelijk vastlegden in bindende stafbesprekingen, en vele andere dingen van deze aard. Op 6 October heb ik van deze plants uit voor de eerste maal in den oorlog tot het Duit sche volk gesproken. Ik heb toen een beroep gedaan op het inzicht der verantwoordelijke mannen in de vijandelijke staten en op de vol ken zelf. Ik waarschuwde voor een voortzetten van den oorlog waarvan de gevolgen slechts ver- woestend konden zijn. De verantwoordelijke elemlenten in Enge land en Frankrijk hebben in mijn oproep een gevaarlijken aanval op hun oorlogszaak ge- speurd. Zij maakten zich dan ook onmiddel lijk op, om te verklaren dat iedere gedachte aan een vergelijk kansloos was, ja, als een misdaad beschouwd werd, en dat de strijd moest worden voortgezet. In enkele dagen waren deze ophitsers er in geslaagd mij Voor de rest van de wereld als een lafaard voor te stellen. Een groot-kapitalistische kliek van belang- hebbenden heeft om voortzetting van den oor log geschreeuwd. Die voortzetting is thans begonnen. Hitler gaf vervolgens een overzicht van den gevoerden strijd en de behaalde resultaten, om daarbij hulde te brengen aan de Duitsche ima-dit Met betrekking tot Nederland en Belgie wees de Fiihrer er verder op, dat Duitschland tegenover Nederland en Belgie slechts de noodige beveiligingstroepen had opgesteld, terwijl in dezen sector een duidelijke ophoo- ping van Fransche formaties, in het bijzonder van bijna alle gepantserde en gemotoriseerde divisies, plaats vond. Beslissend echter, aldus vervolgde de Fiihrer, was de volgende consta- teering: terwijl bij een loyale interpretatie der Belgisch-Nederlandsche neutraliteit beide lan den gedwongen zouden zijn geweest, juist met het oog op de concentratie van de sterkste Engelsch-Fransche strijdkrachten aan hun grenzen, ook hunnerzijds het oog in de eerste plaats op het Westen gevestigd te houden, begonnen zij daar in gelijke mate steeds meer hun troepen te verzwakken om de grenzen tegenover Duitschland te bezetten. Ook de berichten over besprekingen tusschen de gene- rale staven wierpen een eigenaardig licht op de Belgisch-Nederlandsche neutraliteit. Ik behoef er niet op te wijzen, dat deze be sprekingen, wanneer zij werkelijk neutraal ge weest zouden zijn, met beide partijen hadden moeten worden gevoerd. Overigens vermeer- derden de aanwijzingen voor een optreden der FVransch-Engelsche troepen door Nederland en Belgie tegen het Duitsche industriegebied zich zoo zeer, dat men ook aan onzen kant deze bedreiging als een zeer emstig gevaar in het oog moest houden. De geheele Duitsche op- marsch onderging dienovereenkomstig de noodige wijzigingen. De nauwkeurige waar- nemingen, die overal gedaan waren, gaven langzamerhand de zekerheid, dat van begin Mei af elk oogenblik een Engelsch-Fransche aanval verwacht kon worden. Op 6 en 7 Mei nam de vrees toe, dat van oogenblik tot oogenblik een binnenrukken der zoogenaamde geallieerden in Nederland en Belgie tegemoet moest worden gezien. Op 8 Mei gaf ik daar- om bevel voor den onverwijlden aanval op 10 Mei, des ochtens te 5.35 uur. Het gelukken van een geweldige reeks van veldslagen is in de eerste plaats aan den Duitschen soldaat zelf te danken. Hij heeft weer op alle plaatsen, waar hij gesteld was, ten voile aan de verwachtingen voldaan. Alle Duitsche stammen deelen in gelijke mate in dezen roem. Ook de soldaten van de jonge, eerst sedert 1938 opgenomen nieuwe rijks- gouwen hebben voorbeeldig gestreden en hun bloed gegeven. Het leger heeft de hem opgedragen taak onder leiding van kolonel-generaal von Brau- chitch en zijn chef van den generalen staf Hakder op waarlijk roemvolle wijze uitge- voerd. Eerst na het einde van dezen oorlog zal het mogelijk zijn de prestaties van onze marine en haar leider in vollen omvang te waardeeren. Dat alles echter, zoo zeide Hit ler verder, zou niet mogelijk zijn geweest zon der de houding van het binnenlandsche front. De Fiihrer deed hierop mededeeling van de onderscheidingen, die verleend worden. Ik moet, zeide hij o.a., in de eerste plaats den man noemen, voor wien het mij moeilijk valt, voldoenden dank te vinden voor de rer- diensten, die zijn naam bindien aan de bewe- ging, den staat en bovenal het Duitsche lucht- wapen. Sedert het tijdstip van de oprichting der S.A. is Goring met de ontwikkeling en den bloei van de beweging verbonden. Hij heeft als leider van de Duitsche luchtmacht in het achter ons liggende verloop van den oorlog bijgedragen tot het scheppen van de voorwaarden voor de overwinning. Zijn ver- diensten zijn uniek. Ik benoem hem derhalve tot rijksmaar- schalk van het Groot-Duitsche rijk en begif- tig hem met het grootkruis van het IJzeren Kruis. Bevorderd zijn: tot generaal-veldmaar- schalk: de opperbevelhebber van het leger, von Brauchitch en de opperbevelhebbers van verschillende legergroepen. Voorts werd een aantal legerleiders in rang bevorderd. De rede van den Rijkskanselier was, naar van Duitsche zijde gemeld wordt, ten opzichte van zijn vredesaanbod aan Engeland, zelfs voor overigens ing'ewijde kringen een verras- sing. Zij is ongetwijfeld van groote beteeke nis en verzwaart de verantwoordelijkheid van den of de leiders der Britsche politiek ten zeerste. Maar zij is ook van groote beteekenis voor andere landen, ook voor het onze. Het einde van den strijd zal wel algemeen met verlangen worden tegemoet gezien. Zou deze stem in Engeland worden verhoord, en zou men er in slagen, met goeden wil van beide zijden inder- daad te komen tot een vreedzame regeling der wederzijdsche belangen, dan zou dit ongetwij feld door zeer velen worden toegejuicht. Het zou beteekenen, dat een einde komt aan veel bloedvergieten, veel vernieling, veel ellende en leed, welke nu eenmaal aan oorlog onafschei- delijk zijn verbonden. in het bijzonder aan een oorlog, welke wordt gevoerd op zoo groote schaal en met zoo geperfectioneerde middelen- Het is toch inderdaad zoo, dat een oorlog niet' wordt gevoerd om zichzelf, maar ter berei- king van een doel, dat door de ontwikkeling der geschiedenis gerechtvaardigd is en dat de vele en groote offers moet waard zrjn; alleen als dit doel langs vreedzamen weg onmogelijk is te bereiken mag oorlog verantwoord heeten. Het antwoord is nu aan Engeland, aan zijn regeering, maar ook aan zijn burgers. Het gaat om een hoogst belangrijke beslissing en j het zou biiljjk zijn, indien men de Engelschen eenigen tijd gunde tot rijpelijk overwegen, al- j vorens zij die beslissing, waarvan zooveel af- I hangt, nemen. Met spanning wacht de wereld de ontwikkeling der dingen in de naaste toe- komst af. Indien men echter van de eerste perscom- mentaren uit Engeland kennis neemt, is er i indien deze de opinie der regeering en van de bevolking weergeven, al heel weinig kans, dat het aanbod van den Duitschen Rijkskanselier tot den vrede leiden zal en is het te vreezen, dat de strijd tot het bittere einde zal worden uitgevochten, met al de ellende die daaraan voor het menschdom verbonden is. REGELING VOOR OPENBARE WERKZAAMHEDEN IN BELGIE. Het D.N.B. meldt uit Brussel: De militaire bevelhebber in Belgie en Noord-Frankrijk heeft een verordening voor de uitoefening van openbare werkzaamheden in Belgie uitgevaardigd om te verhinderen, dat het tot rust brengen van het land belem merd wordt. Krachtens deze verordening is het in het buitenland vertoevenden leden van de vroe gere regeering-Pierlot verboden het bezette •gebied te betreden. Alle personen, die in Bel gie openbare werkzaamheden hebben uitge- oefend en die in verband met de oorlogs- gelbeurtenissen uit Belgie gevlucht zijn, kun nen na hun terrugkeer de werkzaamheden pas hervatten na uitdrukkelijke toestemming van den militairen bevelhebber. Openbare werkzaamheden in den zin van deze verordening oefent hij uit, die een voor- aanstaande functie be'kleedt bp openbare licham'en, politieke of oeconomische organi saties, of die bij pers of omroep invloed op de openbare meening heeft. BELGISCHE KRIJGSGEVANGENEN WORDEN VRIJGELATEN. Het D.NjB. meldt uit Berlijn: De Fiihrer-heeft bepaald, dat alle Belgi sche krijigsgevangenen, met uitzondering van officieren en onderofficeren, worden vrijge- laten. De terugkeer der v66r de capitulatie naar Duitschland gebrachte krijgsgevangenen zal geschieden naar gelang van de beschik- bare vervoermiddelen. Er is reeds een begin gemaakt. DE DUITSCHE VOEDSELVOORZIENING ,RUiM VERZEKERD. De New-York Times sprak onlangs de meening uit, dat de tweede oorlogswinter in Duitschland veel emstiger zou zijn dan de eerste, omdat de korenvoorraden en de heele graanhandel verdwenen zijn en buitendien de schaarschte aan veevoeder het slachten van groote hoeveelheden zwijnen veroorzaakt. Vbl- gens het D.N.B. wordt dienaangaande van deskundige zijde meegedeeld, dat op grond van een bekendmaking van het voedsel-ministerie de voorziening met koren en alle andere eerst noodige levensmiddelen voor het volgende jaar zoo afdoende verzekerd is, dat de bevoegde instanties zich al met de ravitailleering voor 1941'43 bezig houden. Het is algemeen be kend, dat tengevolge van de ruime voorraden de bevolking rijkelijk met brood- en meelspps kan voorzien worden. Evenmin is van schaarschte aan veevoeder of van slachten op groote schaal van zwijnen sprake. Al jaren is de verbouw van voer in Duitschland geweldig uitgebreid. Hiermee evenwijdig vertoont zich een belangrijke stijging van de zwijnen en vee- cijfers, die zich thans in opgaande lijn bewe- wegan. Daarom is er niemand in Duitschland, die een tweeden oorlogswinter met eenige bezorgdheid tegemoet zou zien. MISBRUIK VAN DIPLOMATIEKE PRIVILEGES. Het D.N.B. meldt uit Boekarest: De vertegenwoordiger van de .Times" in Boekarest, Gibson, die dezer dagen wegens zijn optreden voor de Intelligence Service uit het land gewezen zou worden, heeft, toen de politie in zijn woning verscheen, glim- lachend een verklaring getoond van de Engel sche legatie, welke bevestigde, dat hij den dag tevoren benoemd was tot tweeden pers- attachO, zooda hij als lid van het corps diplo matique exterritoriaal was. In Roemeensche regeeringskringen noemt men deze handel- wijze van het Engelsche gezantschap misbruik van de diplomatieke privileges. HET NIEUWE EUROPA. Het artikel van Megerle in de Bdrsenzei- tung verdient zeker de belangstelling, welke er zoo ruimschoots aan geschonken is. Terecht, schrijft de N. R. Crt., wijst onze Berlijnsehe medewerker er op, dat een van de drie groote vragen, welke rijzen als men tracht te voorzien hoe het nieuwe Europa ge- vormd zal worden, n.l. hoe de kaart van Euro- pa er na het sluiten van den vrede uit zal zien, nog niet voor beantwoording vatbaar is. A! komen hierdoor Megerle's conclusies in zeker opzicht in de lucht te hangen, zij blijven toch van beteekenis, omdat men er de richtsnoe- ren voor een nieuwe orientatie in kan vinden. ,Wat de politieke orientatie betreft moet men in verband met bovengenoemden factor een grooter voorbelioud in acht nemen, dan met de oeconomische orientatie, doch daarin kan men het met Megerle eens zijn, dat in het nieuwe Europa, hoe ook ten slotte zijn staat- kundige verdeeling zal zijn, een overwinnend Duitschland en zijn spilgenoot Italie den toon zullen aangeven. Voor de landen in Noord- en West-Europa, welker belangen van o'uds- her nauw met die van Duitschland verbonden zijn, komt het er dus vooral op aan hun be trekkingen met dit rijk op een basis te stellen, welke een vruchtbare samenwerking mogelijk zal maken. Daar deze landen reeds in oeco- nomisch opzicht op deze samenwerking zrjn aangewezen, moet het zonder groote bezwa- ren mogelijk zijn ook in politiek opzicht de samenwerking op een duurzamen en gezon- den grondslag te plaatsen. Aldus wordt ook dit vraagstuk voor een deel tot het oeconomi sche herleid, al moet men Megerle toegeven, dat de vereischte herziening om tot dit doel te geraken van velen pijnlijke offers zal ver- gen. De kern van het probleem, voor zoover wij dit thans kunnen overzien, zal dus voor dit deel van Europa van oeconomischen aard zijn, waarbij de sociale ordening tevens als gewich- tige factor moet meetellen. Onze Berlijnsehe medewerker vestigt er de aandacht op, dat men met de erkenning van deze realiteiten alleen er nog niet is. Zij vormen als het ware, om in medische termen te spreken, de diagnose, maar daarmee is de therapie nog niet aange- duid, m.a.w. al onderkent men de kwaal, daarmee is de geneeswijze nog niet vastge steld. Het eene iichaam reageert anders op een geneesmiddel dan het andere en in vele gevallen zal men, hoe doortastend men overi gens ook moge zijn, behoedzaam zijn weg moeten gaan, nauwkeurig alle symptomen in het genezingsproces moeten gadeslaan. Elk land heeft zijn eigen sociaal-oeconomischen opbouw, waarmede bij het voltrekken van veranderingen rekening moet worden gehou den. Anders dreigt een stoomis in het maat- schappelijke leven, welke thans meer dan ooil onwenschelijk zou zijn. Duitschland, schrijft Megerle, stelt Europa nieuwe oeconomische denkbeelden en een be- proefd oeconomisch systeem ter beschikking. Dit beteekent zekere afzetgebieden, reeht- vaardige prijzen, stabiele valuta, een bestand zijn tegen crisis en voor iedereen bereikbare, van de kapitalistische overmaeht vrij zijnde, handelsmethoden. Hiervoor geldt nu, wat wij zooeven schreven, Duitschland stelt een ge neesmiddel ter beschikking, dat in een bepaaid geval beproefd is en doeltreffend is gebleken. Men vergete daarbij echter niet, dat dit is toegepast onder andere omstandigheden, toen de ziekte een ander aspect vertoonde. Het Duitsche geneesmiddel gold in de eerste plaats het land krachtig, zelfstandig en onafhanke- lijk te maken, onafhankelijk vooral ten op zichte van producten, welke het in zijn ver- armden toestand van na den vorigen oorlog niet meer, dan met groote opofferingen kon verkrijgen. Het berustte op een zekeren aularkischen grondslag, welke, en door de nieuwe politieke instelling van Europa, en door een regeling van het koloniale vraagstuk eerlang voor een belangrijk deel zal komen te vervallen. Deze wijzigingen in Duitschlands politieke positie moet noodzakelijkerwijze ook leiden tot allerlei oeconomische wijzigingen. Wan neer men verzekerd kan zijn van een onbejem- merden toevoer van grondstoffen op een ge- zonde oeconomische basis, behoeft men niet voort te gaan met een synthetische bereiding of, wanneer deze minder oeconomisch werkt, als men koloniale en andere producten kan verkrijgen zonder daarmee zijn oeconomisch bestel in de waagschaal te werpen, behoett men niet naar ersatz-stoffen om te zien, en zoo is er meer. Zelfs als het vraagstuk een louter Euro- peesch vraagstuk was, zou een nieuwe oeco nomische ordening voor Duitschland reed* deze en dergelijke vraagstukken doen rijzen, nu het van intemationalen aard is, nu er niet alleen ook koloniale vraagstukken, maar ook vraagstukken van handel en verkeer ten op zichte van andere werelddeelen mee gemoeid zijn, geldt dit nog te meer. Men kan er zich intusschen van verzekerd houden, dat Duitsch land zich thans reeds op grondige wijze voor- bereidt op een nieuwen intemationalen staat van zaken, waarbij met behoud der beproefd gebleken beginselen nieuwe wegen moeten worden ingeslagen. Geldt dit voor Duitschland, voor de staten die na den vrede in nog hoogere mate dan tot dusver op samenwerking met Duitschland zul len zijn aangewezen, geldt het in dubbel op zicht. Zij zullen niet alleen een nieuwen weg in moeten slaan, maar zij zullen zich dien nieuwen weg zelf moeten banen. Overleg en samenwerking met Duitschland zal geboden zijn, maar met een formeel overnemen van vormen en denkbeelden uit het Duitschland van voor dezen oorlog zullen zij er niet zijn, omdat die vormen en denkbeelden door ie resultaten van den oorlog eveneens verande ringen zullen ondergaan. Dit zal de inspan- ning des te grooter maken, doch tevens de kans op het scheppen van lets duurzaam beters verhoogen.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 2