Ter Neuzensche Courant
De Erfenis van een Zonderling
Binnenland
Feuilleton
Buitenlanti
Vrijdag 5 Juli 1940 No. 10.083
TWEEDE BLAD
HET BELANG DER GEMEENSOHAP
GAAT VOOR!
VAN
BRANDSTOFFEN MET MATE
BESCHIKBAAR.
Blijkens een publicatie voor handelaren in
vaste branastoffen zal het voor liet publiek
thans weer mogelijk zijn kolen te betrekken.
Men zal van heden af tot en met 30 Septem
ber 20 pCt. van den gedurende den tijd van
April 1939 tot en met Maart 1940 ontvangen
hoeveelheid kunnen betrekken, verminderd
met bet eventueel na 1 Mei reeds ontvangen
kwantum. Bovendien moeten de handelaren
zooveel mogelijk de te leveren brandstof ge-
lijkelijk over de afnemers verdeelen en tevens
de vverkelijk geleverde soort en kwaliteit der
vaste brandstoffen aan deze afnemers bere-
kenen.
Vooi' zoover de bescbikbare boeveelbeden dit
toe! a ten, zal aan nieuwe afnemers men ver-
sta bier onder afnemers steeds particuliere,
geen industrieele verbruikers, voor welke laat-
ste groejp een andere regelmg geldt - 20 pCt.
van bun geschatte normaie jaarverbruik van
vaste brandstoffen mogen worden geleverd,
vcrm.nderd met het eventueel reeds na 1 Mei
ontvangen kwantum. Van deze afleveringen
aan nieuwe-afnemers-verbruikers dient een
geteekend ontvangstbewijs te worden inge-
nomen.
De handelaren mogen tot en met 30 Sept.
a.s. tot nader order geen verplichtingen aan-
gaan tot het verkoopen of afleveren van vaste
brandstoffen na 30 September 1940.
ZESHONDERD NEDERLANDSCHE
BINNENSOHEPEN HEBBEN SCHADE
OPGELOOPEN.
Het aantal Nederlandsche binnenvaartuigen
dat tengevoge van den oorlog schade heeft
opgeloopen bedraagt zeshonderd. Die schade
wisselt af van een algebeel verlies van bet
vaartuig tot een licbte beschadiging, die voor
eenige tientallen guldens kan worden hersteld.
Binnenvaartuigen verkeeren inzooverre in ge-
lukkiger omstandigheden dan zeeschepen dat
ook gezonken en zwaar beschadigde vaartui-
gen gelicht kunnen wordenen ook moeten
worden, omdat zij anders de scbeepvaart
zouden hinderen. De kosten van dat iichten
zijn aanzienlijk, evenals in vele gevallen die
van de herstellingen die later moeten worden
verricht. Hoeveel de gezamenlijke kosten be-
dragen zuLlen valt nog niet te zeggen. Dat zij
eenige millioenen guldens zullen beloopen,
staat echter wel reeds vast. Naar men weet
is er een commissie ingesteld waar de schade
kan worden opgegeven. (Handelsblad.)
Wij weten alien wel, dat in een geordende
maatschappij bet algemeen belang steed3
boven het individueele belang gaat (of behoort
te gaan!); in bet dagel(j,ksch leven zijn er
voorbeelden te over te vinden, waar wij onze
eigen verlangens of behoeften aan banden
moeten leggen, terwille van een hooger be
lang dat tenslotte ook tocb weer't belang is
van ieder van ons. Wij behoeven daarvoor niet
eens ons te verdiepen in juridische construc-
ties bestaat niet nog in vele boerenstreken
van ons land (vooral op de armere gronden)
de goede gewoonte elkander te helpen als het
oogsten dringt? Zijn niet onze waterschappen
typisch Nederlandsch verschijnsel, dat in
geen ander land ter wereld te vinden is
voorbeelden van de gedachte, dat het alge
meen belang, of het algemeen belang van een
kleinere groep, v66r alles behartigd moet
worden
Toch, wij Nederlanders zijn geboren indivi-
dualisten, dat heeft in onze geschiedenis zijn
goede zij den gebad maar ook zijn noodlot-
tige fouten. Wij zijn gemeenlijk eerst dan tot
bet opgeven onzer particuliere belangen te
brengen, indi'en de nood zeer boog is.
Wij herinneren ons nog de enkele dagen van
den oorlog in Nederland hoe een ieder
slechts leefde in gemeenscbapszin, hoe alien
zonder morren de persoonlijke onaangenaam-
heden droegen en de noodzakelijke offers
brachten. Vergeten waren voor enkele dagen
de belangen van ieder persoonlijk, de tegen-
stellingen der groepen en kringen, die ons
anders zoo dierbaar waren. De gemeenschaps-
zin overbeerscbte alles. Het was omdat de
nood aan den man, was, omdat bet ging om
het welzijn van onze volksgemeenschap, waar-
binnen elk van ons zijn eigen geluk moet vin
den. Maar nu na den oorlog bet directe ge-
vaar voorbij is, nu komen ons aller eigen
belangen weer naar voren, leven de econo-
mische en andere groepsbelangen weer op.
Oorspronkelijke roman van
WILLY WATERMAN.
(Nadruk verboden.)
27) Vervolg.
Om kwart voor vijf stond hij weer voor het
huis van den man met de pendule en belde
aan. Het duurde eenigen tijd, voor de deur
openging en toen John binnenstapte, stond hij
voor een gesloten, glazen binner.deur. Die
deur werd geopend door een zeer zwaar ge-
bouwd man, met een gezicht als een beroeps-
bokser, die hem van top tot teen opnam en
vroeg, wat hij wenschte.
„Ik wensch mijnheer Peary persoonlijk te
spreken!" zeide Pete.
„Over wat voor aangelegenheid'?" infor-
meerde de man.
,,Een aangelegenheid van persoonlijken
aard! zei Pete, ,,hier is mijn kaartje."
De man drukte op een knop in den muur
en even later verscheen een bediende, die hem
binnenliet in een groote kamer en hem een
stoel gaf. Daarna verdlween hij met het kaar
tje in de gang.
Pete gebrmkte den tijd van wachten om
de kamer door te neuzen. !Hij had er geen
moment aan getwijfeld, dat hij toegelaten zou
worden en een gesprek met Frank Peary zou
kunnen houden; op zijn kaartje stond duide-
lijk vermeld, aan welke couranten hij mede-
werkte en voor niets hebben verzamelaars
zuik een zwak als voor verslaggevers, tegen
wie ze kunnen opscheppen.
Het meubilair van de kamer was stuk voor
stuk van een hooge waarde, maar het geheel
was afgrijselijk. Het vertrek zag er uit, of
men viei of vijf verschillende afdeelingen van
Is het gevaar werkelijk voorbij of is er
nu niet een veel grooter, veel ernstiger gevaar
voor in de plaats gekomen? Wij meenen van
wel. Nederland is zijn eigen staatsbestel
kwijtgeraakt. Nu is de staat o.a. de bescher-
mende vorm, die het geestelijk, cultureel en
economisch leven van een volk omhult, daaruit
geboren is, maar tevens daaraan bescherming
geeft. Die bescherming is weggevallen en
waar het nu in de allereerste plaats op aan-
komt is, door een krachtige inspanning aan
ons eigen volksleven, aan ons geestelijk en
stoffelijk bezit, zulk een vastheid en kracht
te geven, dat het ook zonder de bescherming
van het eigen staatsbestel zal kunnen blijven
leven en bloeien.
Er is inderdaad weer gevaar en opnieuw
moeten wij ons aaneensluiten tot den gemeen-
schap, nu niet alleen in naam, belichaamd in
den staat, maar nu in wezen. Eerst nu zal
moeten ,blijken, welke krachten er in ons volk
sluimeren. Wij beschikken niet meer souve-
rein over ons eigen lot wij zijn ingeschakeld
in een groot geordend geheel, dat geheel
Europa gaat omvatten.
Welnu, het is te voorzien, dat na den oor
log dit geheele gebied een geweldige activiteit
zal gaan ontplooien dat na het wegvallen
van vele grenzen, een nieuw leven zich zal
aankondigen.
Maar dat eischt ook van ons een krachtige
activiteit; de leidende machten in Europa
zullen nooit kunnen gedoogen, dat hier op
deze belangrijke plaats in het Westen, een
doode hoek zou ontstaan. Wij zullen als volk
de hand aan den ploeg moeten slaan, ons zelf
inschakelende in de nieuwe Europeesche ge-
meenschap, willen wij niet dat anderen dit
zullen doen.
'Dat zal offers van ons eischen, offers van
oude gewoonten, offers van groepsbelangen
ook. Wanneer wij ieder in zijn eigen omge-
ving, het werk van den opbouw en de omvor-
ming ter hand nemen, zal dit snel moeten
gebeuren en wij zullen ons niet al te veel
mogen storen aan allerlei langzamerhand ge-
groeide gewoonten en groepen. Moet er
ergens iets nieuws worden opgebouwd, dan
moeten de mannen die de noodzaak inzien en
ter zake kundig zijn, de handen ineen slaan;
zijn er groepen of vereenigingen die als geheel
mee kunnen werken, des te beter, maar het
mag niet meer zijn als vroeger, dat „samen-
werking" beteekende het zoeken van een com-
promis, waarbij ieders belang, het belang van
iedere groep of vereeniging, zoo goed mogelijk
gewaarborgd was. Nu is er geen sprake meer
van ,,samenwerking" in dien zin er is
slechts sprake van „opbouw" en daarbij
komen geen groepsbelangen meer ter sprake,
maar slechts is het noodig de krachten sa'men
te vatten, overal waar die te vinden zijn, over
en door de oude vormen heen.
Er zullen daarbij wel eens heilige huisjes
omver geloopen moeten worden dat doet
er weinig toe. Het algemeen belang eischt nu
den opbouw van een nieuwe maatschappij en
die eischt nieuwe krachten van iederen man
en iedere vrouw die mee wil werken.
Laat ieder in eigen omgeving het werk
zoeken, het nieuwe werk dat gedaan moet
worden en de krachten die daarvoor be-
schikbaar zijn.
En laat ons vooral onze jeugd opvoeden in
de gedachte dat het werken en bouwen voor
het algemeen, op den duur een dieper vreugde
sclienkt, dan alleen het werken voor eigen
belang. De Nederlandsche Volksgemeenschap
kan er slechts wel bij varen.
DE OUD-BURGEMEESTER VAN
HILVERSUM.
De Van Hogendorp-1940
De burgemeester van Hilversum, mr. dr. K.
L. C. M. I. baron de Wijkerslooth de Weerde-
steyn heeft, schrijft ,De Telegraaf", ontslag
als zoodanig gevraagd. Deze ontslagneming
komt niet onveiWacht. Deze jonge magistraat
die op 1 Februari j.l. het burgemeesterambt
van de Gooische hoofdstad aanvaardde, is
kennelijk niet opgewassen gebleken tegen de
geestelijke bezwaren van den laatsten moei-
lijken tijd. In de „microfoon-toespraken",
welke hij regelmatig tot de burgerij placht te
houden, was tegen het einde van de vorige
maand een reeks van getuigenissen, bekente-
nissen en beschuldigingen te hooren, die wel
zeer sterk aantoonden dat de heer De Wij
kerslooth te weinig realiseerde dat h(j, zeer
zeker onder de huidige omstandigheden,
krachtens zijn positie boven de partijen be-
hoorde te staan. Hij maakte politiek op eigen
gelegenheid en naar eigen inzichten.
De aftredende burgemeester had te kennen
gegeven, dat hij gaarne v66r de eerstvol-
gende raadszitting, die hij niet meer zou bij-
wonen persoonlijk afscheid van de raads-
leden zou nemen in feen te beleggen bijeen-
komst. Deze had j.l. Dinsdag plaats, doch had,
naar het Handelsblad meldt, een ongeiwoon en
eenigszins pijnlijk verloop.
Nadat de burgemeester alien raadsleden
een hand had gegeven, verzocht de burge
meester hun, zich naar de raadzaal te bege-
ven „ten einde hem nog eenmaal in de oude
formatie te zien." In de raadzaal hield de bur
gemeester een toespraak, in het verloop waar-
van hij het eerste nummer van een nieuw
blad, ,,Nationale Eenheid" geheeten, en waar-
van hij redacteur-uitgever bleek te zijn, open-
vouwde en daaruit een aantal stukken voor-
las. Allereerst een overzicht van de nationale
en internationale gebeurtenissen, met inbegrip
van die aan de fronten, vervolgens den stam-
boom van zijn geslacht, waarmede de burge
meester onthulde, dat hij in vrouwelijke lijn
rechtstreeks afstamt van Willem den Zwijger
en in ivelk verband hij opmerkte aan zijn
bloed en aan zijn geslacht het recht te ontlee-
nen leiding te geven.
Daarna volgde een proclamatie „aan het
Nederlandsche volk", waarin de burgemees
ter zeide „heden de Leiding, die het Neder
landsche Volk behoeft" op zich te nemen, nu
de ,,Van Hogendorp van 1940 zich niet meldt".
Na deze voorlezing verhieven twee personen
op de tribune zich en zongen, met den burge-
meestei, die eveneens was opgestaan, een
couplet van het Wilhelmus, onder doodsche
stilte aangehoord door de verbaasde raads
leden en overige, eveneens verbaasde, aan-
wezigen. Na nog zijn programma te hebben
voorgelezen, verwijderde de burgemeester
zich, uitgeleide gedaan door den bode.
Wethouder Bakker, die in den voorzitters-
zetel plaats nam, schorste de bijeenkomst en
nadat deze later weer geopend was, fwees de
wethouder er op, dat al wat er te voren ge-
schied was, niet in een officieele raadsver-
gadering is gebeurd. Deze liet hij eerst thans
aanvangen. Wethouder Bakker zeide, dat hij
en zijn medewethouders hadden gehoopt, dat
de burgemeester, die evenals wij alien door
de spanningen van dezen tijd bevangen is ge-
weest, na een korte rustpoos zijn functie op
nieuw zou vervullen, doch dat heeft niet zoo
mogen zijn. De nog steeds sprakelooze raad
ging hierna over tot de behandeling van de
agenda.
DE VER(HOUDING TUSSCHEN HET
RANTSOEN EN HET GEMIDDELDE
BROODVERBRUIK.
'Het brood is gerantsoeneerd op een hoe-
veelheid van 2000 gram per persoon per week
en zooals bekend zij, die zeer zwaren
arbeid te verrichten hebben, krijgen, schrijft
De Z., een grootere portie.
Hoe verhoudt zich deze rantsoeneering nu
eigenlijk tot het gemiddelde verbruik van
brood?
In het jaar 1933 bedroeg de behoefte aan
tarwebloem voor menschelijk gebruik 550.000
ton plus 50.000 ton tarwemeel (voor tarwe
bloem), in totaal dus 600.000 ton.
Van deze hoeveelheid Was toen noodig voor
banket 1991 ton, beschuit 8455 ton, zelfrijzend
bakmeel 2481 ton, suikerwerken 24 ton,
scheepsbeschuit 1200 ton, biscuits en wafels
10.368 ton, macaroni, vermicelli 5400 ton,
stijfsel 5272 ton, ouweis 90 ton, diversen 400
ton, totaal 39.280 ton.
Aan broodbakkers, tevens banket- en be-
schuitbakkers, werd 28.000 ton of vijf pet. van
hun bioemverbruik, beschikbaar gesteld in
den vorm van onvermengde bloem, d.w.z.
bloem die niet aan het maalgebod onderwor-
pen is. Een deel daarvan is gebruikt voor
banket of beschuit, zoo dat men uiteindelijk
komt op een verbruik voor brood van 520
540 millioen kilo bloem en meel.
Weet men nu, dat gemiddeld 90 brooden
van 800 gram uit een baaltje bloem van 50 kg
gebakken Worden, dan komt men, bij een be-
volking van 8.3 millioen zielen (dat was in
1933) op een gemiddelde broodconsumptie
van 9195 kg per jaar.
De laatste jaren was het totale bloem- en
meelverbruik tot ongeveer 700 millioen kg
per jaar gestegen. Houdt- men tevens reke-
ning met de toeneming der bevolking, dan
kan het broodverbruik waarschijnlijk op 98
kg gesteld worden.
Het thans vastgesteide rantsoen bedraagt
thans 2 kg per week of 104 kg per jaar.
Als we dus bij de oerekening van het ge
middelde in de afgeloopen jaren te krap zijn
geweest, dan blijkt hieruit, dat het rantsoen
van heden en het gemiddelde verbruik der
laatste jaren elkander niet veel ontloopen.
Let wel, het gemiddelde, want deze
distributie is voor vele gezinnen een beper-
king. De gezinnen van de groote brood-eters
zijn uiteraard het meest getroffen. Dat ligt
voor de hand. Doch voor hen, die zwaren,
resp. zeer zwaren arbeid verrichten, is er een
extra rantsoen van 50 en 100 pet. toegewezen,
waardoor men dan aan een der groote bezwa
ren, verbonden aan distributie van een zoo be-
langrijk volksvoedsel als brood, is tegemoet
gekomen.
Zij, die over het algemeen matige of zeer
matige broodgebruikers zijn, zullen hoogst-
waarschijnlijk van deze distributie niet veel
hinder ondervinden. Misschien houden ze nog
iets over, maar, zooals gezegd, de groote
brood-verbruikers, die met voor extra-toewij-
zing in aanrnerking komen, zullen het zeker
niet al te ruim hebben.
een museum bjj elkaar had gevoegd en met
het resultaat alle leege plekjes in de kamer
had opgevuld. Het was een verwarring van
sofa's, stoelen, leunstoelen, tafels en tafeltjes,
spiegels, zware kandelabers en kleeden. Kleine
snuisterijen 'waren er niet. Uitsluitend groote
en zware meubelstukken stonden in het rond.
En op den schoorsteenmantel, die op zichzelf
een prachtstuk was, stond een schitterende
Louis Seize pendule. Zelfs Pete, die in zijn
leven nooit veel interesse had gehad voor an-
tiek, zag dadelijk, welk een kostbaar voor-
werp het was en hij liep er op af. Maar voor
hij gelegenheid had, het ding nauwkeurig te
bekijiken, ging de deur open en Peary trad
binnen.
Pete had moeite, bij het zien van den kerel
zijn hilariteit te verbergen. Hij leverde in die
Weelderige omgeving een hoogst zonderling
Gchouwspel op. Hij had een broek en jas aan,
die op de meeste plaatsen kaal waren en een
gerafeld overhemd. Daarentegen waren zijn
vingers bedekt met kostbare ringen en zijn
haren waren keurig gekamd. Hij maakte den
fndruk, geen roode cent over te hebben voor
dingen, die hun waarde niet hielden, zooals
kleeren en dergelijke.
En deze zonderlinge figuur hield, in de deur-
opening staande, zijn kaartje in de hand, en
staarde hem aan:
„Is u venslaggever
Pete maakte een kleine bulging:
„Inderdaad, ik had vernomen van uw schit
terende collectie en ben hierheen gekomen, om
daar het een en ander van te (weten te
komen."
De man bij de deur yoelde zich zichtbaar
gevleid, dat de roem van zijn verzameling tot
de pers was doorgedrongen, wreef zich in de
handen, zoodat de steenen in zijn ringen fon-
kelden en kwam dichterbij.
En van dat oogenblik af stond zijn mond
niet stil. De eene stortvloed van termen en
namen van vorsten en tijdperken volgde op
de andere en Pete, die er maar die helft van
begreep en dat nog onvolledig, bepaalde zich
tot knikken en gespannen luisteren. Vanzelf
LEVEN IN BEZETTE GEBIEDEN TEN
DEELE AL WEER OP VREDESVOET.
In de bezette gebieden komt het leven ten
deele al weer op vredesvoet, aldus is, volgens
hot Handelsblad Dinsdag te Berlijn van be-
voegde Duitsche zijde verklaard in een voor-
dracht voor buitenlandsche correspondenten.
De economische herbouw is overal al ter
hand genomen. Naast het terugbrengen van
de gevluehte bevolking is het verstrekken van
onderdak en voedsel de eerste taak, waarbij
de Duitsche militaire autoriteiten de plaatse-
iijke overheid metterdaad ter zijde staan.
In Nederland en Belgie staat het scheppen
van arbeid op den voorgrond. De herbouw
van de verwoeste deelen van Rotterdam, Luik
en Antwerpen is in vollen gang. In de eerste
plaats wordt het verkeersnet in orde ge-
bracht, waarbij de compagnieen van den
Duitschen Arbeidsdienst van de organisatie
Todt en Duitsche arbeiders den Belgischen
autoriteiten ter zijde staan.
Intusschen leeft ook de Europeesche handel
weer op, ook in landen, die tot nu toe over-
wegend met Engeland handel dreven. Zoo
komen in Noorwegen de visscherij en de hout-
en de metaalindustrie weer tot ontwikkeling.
De onderhandelingen tusschen de Duitsche en
de Zweedsche papierindustrie zijn met succes
bekroond. Als gevolg hiervan zal de totale
uitvoer van de Zweedsche papierindustrie naar
Duitschland vier- tot vijfvoudig worden ver-
hoogd. De afvaardiging, die in Zweden is op-
getreden, is doorgereisd naar Finland. Ook in
Finland zal de Duitsche handel, na de laatste
overeenkomsten, met 75 pet. tegenover 1938/39
toenemen. Ten slotte vertoeft thans nog een
Deensche economische delegatie te Berlijn.
Overal in Buropa stelt men vast, dat Duitsch
land een afnemer is tegen vaste prijizen, die
niet van de wereldmarkt afhangen. De clea-
ringmark, die voortdurend in koers stijgt, is
een steeds hooger gewaardeerd betalingsmid-
del ten aanzien van industrieproducten.
Een land, dat zoo goede wapens fabriceert,
is ook in staat, producten voor gebruik
in vredestijd, die van eerste kwaliteit zijn, te
produceeren.
In verband hiermede werd de aandacht van
de correspondenten gevestigd op eenige bijzon-
derheden van de nieuwe economische orde-
ning, waarvoor in Europa de weg wordt ge-
baand en welke zich kenmerkt door arbeid en
orde en door het ontplooien van alle produc-
tieve krachten. De nieuwe economische orde,
die door het afbrokkelen van het economische
liberalisme wordt aangekondigd, bouwt op de
stelling, dat geld onvmchtbaar is, indien het
niet wordt gebruikt voor het scheppen van
nieuwe waarden. De opvattingen van En-
gelsch-Amerikaansche economische kringen
dat na den oorlog de welvaart van het libe
ralisme ten einde zal spoeden, moeten als
absurd worden beschouwd. Integendeel, na
het sluiten van den vrede zal zich een wel
vaart ontwikkelen, waarvan men zich thans
geen voorstelling kan maken, want die nieuwe
economische orde berust op den arbeid van
alle volkeren.
BESLAG OP NEDERLANDSCHE
VORDERINGEN IN HET BUITENLAND.
Naar, volgens het Handelsblad, uit betrouw-
bare bron verluidt, zou de naar Londen uitge-
weken Nederlandsche (Regeering aan haar
diplomatieke vertegenwoordigers in het bui-
tenland opdracht gegeven hebben om bedra-
gen aldaar, verschuldigd aan Nederlandsche
firma's of particulieren te incasseeren en over
te maken naar New York.
Van Duitsche zijde verklaart men naar aan-
leiding hiervan, dat dergelijke betalingen als
ongeldig beschouwd zullen worden en dat de
schuldenaar, die een dergelijke betaling deed
daarmee zijn schuld niet rechtsgeldig zal heb
ben gekweten. Hij zal dan ook verplicht blij
ven deze alsnog aan den werkelijken crediteur
in Nederland te voldoen.
De Nederlandsche Regeering, zoo verklaart
men, heeft door op ongrondwettige wijze het
land te verlaten haar vertegenwoordigende
bevoegdheid namens het Nederlandsche volk
verloren en kan derhalve niet meer optreden
als officieele vertegenwoordiging van ons volk.
Derhalve mist ziji het recht op deze wijze te
beschikken over bestanddeelen van het Neder
landsche volksvermogen, waarvan bovenbe-
doelde vorderingen een deel uitmaken.
CENTRAAL OVERLEG OP SOCL\AL
GEBIED.
Zooals bekend is, werd, schrijft de N. R. Ct.,
reeds gedurende een aantal. jaren geregeld
overleg gepleegd tusschen de centrale organi-
saties van werkstukken op sociaal gebied. On-
middellijk na het staken van de vijandelijk-
heden stelde dit overleg zich volledig ter be-
schikking van de Nederlandsche autoriteiten,
terwijil voorts ook de Middenstandscentralen
werden uitgenoodigd in den vervolge aan dit
overleg deel te nemen, welke uitnoodiging
gaarne werd aanvaard. Ook de Nederlandsche
Vakcentrale is sedertdien totdit overleg toe-
getreden.
Toen van de zijde van de bezettende over
heid via het departement van sociale zaken
contact werd' gezocht met de sociale organi-
kwam het gesprek ook op de pendule op den
schoorsteenmantel, en Pete, die dat moment
had afgewacht, trad er op toe. Er volgde een
opgewonden relaas van Peary over de pracht
van deze speciale pendule, en Pete, een groote
belangstelling aan den dag leggend, pakte
het ding op. Voor Peary den tijd had, hem te
Waarschuwen, gleed de klok uit zijn vingers
op den grond, precies op een dik kleedje, dat
voor den haard lag. Het toeval, door Pete
bestierd, wilde dat de pendule op dat kleedje
viel, via -zijn been en dit behoedde haar er
voor, totaal in gruizels te vallen, maar toen
Pete haar opraapte, was een gedeelte van het
versiersel gebroken en het glas was stuk. Het
spektakel, dat Peary maakte, was ontstellend.
Hij hoedde zich ervoor, Pete den mantel uit
te vegen, bedenkende dat het de pers was,
waartegen hij sprak, maar hij hing groote
verhalen op van de ]waarde van deze speciale
pendule en vertelde, dat juist dien middag nog
twee personen, een dame en een heer, bij hem
waren geweest en hem elk verlangd bedrag
ervoor hadden willen betalen.
Pete, met de pendule stevig in zijn handen
hij zag het nut ervan in, haar niet ten
tweeden male te laten vallen; alle overdrij-
ving schaadt hoorde hem onverstoorbaar
aan en toen Peary ophield, om adem te schep
pen en hem niet bepaald vriendelijk aanzag,
merkte hij doodkalm op:
,,Maak u maar niet ongerust, het komt in
orde!"
Het werd Peary nu bijna te machtig, hij
zfwaaide met zijn armen door de lucht en riep
uit, dat het prachtstuk onherroepelijk ge-
schonden was.
Maar Pete hief zijn hoofd op, trok zijn
wenkbrauwep omhoog en Peary bedaarde.
,,U weet," begon Pete, „wij lieden van de
pers kennen massa's menschen, van allerlei
soort. En ik weet toevallig in Londen een
kleinhandelaar in oudheden, die destijds een
vermogen heeft verdiend met het onzichtbaar
herstellen van kostbare voorwerpen. Dat
vermogen is ho in den crisis kwijtgeraakt,
maar dat doet er niet toe, hij is hard op weg,
saties in deri lande vond de desbetreffende
Duitsche autoriteit in bedoeld overleg het
Nederlandsche contactpunt, om vraagstukken
van sociaal belang in onderling overleg nader
onder oogem te zien. Sedertdien werden ook
de landbouwcentralen uitgenoodigd aan het
overleg te willen deelnemen, welke uitnoodi
ging' inmiddels is aanvaard.
Uit het voorgaande moge blijken, dat de
reeds bestaande samenwerking tusschen cen
trale organisaties op sociaal gebied eenerzijds
werd verstevigd en anderzijds uitgebreid,
zulks met de bedoeling naar Nederlandsehen
trant een centraal contact te vormen, niet
slechts voor onderling overleg, doch ook ten
aanzien van de Nederlandsche en Duitsche
overheidsinstanties. Gebleken is, dat de ver-
kregen samenwerking zoowel door de Neder
landsche als door de Duitsche overheid met
waardeering is begroet.
Het contact-adres voor de in het overleg
samenwerkende centralen bleef, evenals tot
dusver, berusten bij Mr. B. C. iSlotemaker,
algemeen secretaris van het Verbond van
Nederlandsche Werkgevers.
De aan bedoeld overleg deelnemende cen
trale organisaties zijn de volgende:
Werkgeverscentralen: Verbond van Neder
landsche Werkgevers, Centraal overleg in
arbeidszaken voor Werkgeversbonden; Alg.
Kath. Werkgeversvereeniging, R.K. Verbond
van Werkgeversvakvereenigingen, Verbond
van Prot. Christ. Werkgevers in Nederland.
Arbeiderscentralen; Nederlandsch Verbond
van Vakvereenigingen, R.K. Werkliedenver-
bond in Nederland, Christ. Nationaal Vak-
verbond in Nederland, Nederlandsche Vak
centrale.
Middenstandscentralen: Kon. Ned. Midden-
standsbond, Nederl. R.K. Middenstandsbond,
Christ. Middenstandsbond in Nederland.
Landbouwcentralen: Kon. Ned. Landbouw-
Comite, Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond,
Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland.
er weer een te verdienen. Het is een adres,
dat alleen aan de ingewijden bekend is en ik
geef u de verzekering, dat, als ik hem deze
pendule vanavond breng, ze over twee dagen,
absoluut onzichtbaar hersteld, weer in uw
handen terug is."
Hij zweeg en keek Peary vol zelfvertrou-
wen aan.
Deze waardige man scheen plotseling
nieiiwe hoop te koesteren. Hij keek van de
pendule naar Pete en van Pete weer naar de
pendule en zei tenslotte:
,,Denkt u werkelijk?"
„Absoluut!" zei Pete en keek de pendule
nog eens aank zonder eenigen twijfel: het is
een peulschilletje voor hem!"
„Wilt u ze dan meenemen?" informeerde
Peary... en weifelde. Pete begreep, waar de
schoen wrong, en, alsof hij de 'weifeling van
den ander niet had opgemerkt, zei hij:
„Het spreekt van zelf, dat de reparatie op
mijn kosten geschiedt. Het is door mijn
schuld gekomen, dus..."
(Hij voltooide zijn zin niet, maar maakte een
weidsch gebaar, ter aanvulling.
Nu deze last van zijn gemoed was wegge-
nomen, begon Peary weer met frisch enthou-
siasme over zijn verzameling te vertellen,
maar Pete, die oordeelde, dat hebbeh hebben
is, achtte de tijd aangebroken om te maken,
dat hij wegliwam en met een plotselingen blik
op zijn horloge, begon hij te praten over een
verslag, dat gemaakt moest worden en zoo
verder. Hij weidde zoo rad mogelijk uit over
de drukke bezigheden van een verslaggever,
om te beletten, dat zijn gastheer er aan dacht,
te informeeren, in welk blad het interview zou
verschijnen, en zijn list gelukte. In de vesti
bule, tijdens het openen van de deuren, bracht
Pete het gesprek nog haastig op de reparaties
aan de pendule en stoof, vo6r zijn gastheer
goed en wel z(jn zinnen weer bij elkaar had,
de trappen af en zijn wagen in. Toen hij
wegreed, voelde hij zich eerst geheel veilig.
Hij triomfeerde. Hij had de pendule, dat
was de hoofdzaak; en dat iedere handige repa-
rateur er In slagen zou, het ding weer in den
EEN OFFENSIEF TEGEN ENGELAND
IN DEN ROMEINSCHEN TIJD.
De komende krijgsverrichtingen hebben den
naam van Napoleon en diens aanvalsplan
tegen Engeland op de lippen gebracht. Het
is minder bekend dat Claudius Julius Caesar in
den nazomer van het jaar 55 voor onze jaar-
telling tot een offensief tegen Britannie be-
sloot. Het heele Gallie had hij ondeijworpen
en hij achtte het oogenblik gekomen het ge
vaar, dat bestendig oe Romeinsche heerschap-
pij in Gallie van de krijtrotsen aan den over-
kant van het Kanaal bedreigde, te niet te
doen.
De Romeinsche opperbevelhebber had een
hoog officier vooruitgestuurd om zich te ver-
gewissen van de landingsmcgelijkheden aan
de kust zonder havens en te trachten aan-
raking met de bewoners te vinden. Het lukte
hem een deel van de Britten aan Caesar's
kant te krijgen. In die omstandigheden kon
deze den overtocht wagen. In een nacht met
voile maan lichtte hij bewesten de door
Kanaalzwemmers bekend geworden kaap Gris
Nez bjj (Boulogne het anker en reeds de vroege
ochtend van den volgenden dag lag zijn vloot
voor wat tegeri|woordig Dover heet. Maar de
vijanden stonden dicht opeen en zwaar gewa-
pend op het strand en de rotsen. Caesar zag
de onmogelijkheid van een landing in.
Dies wendde hij den steven en beproefde hij
een landing op een ander punt. Toen de sol-
daten weifelden sprong de vaandrig van zijn
lijflegioen in de branding. Romeinen sloegen
een kamp aan het strand op, maar wegens
een springvloed scheepten ze zich overijld in.
De Volkischer Beobachter herinnert er nu
aan, dat Caesar het volgende jaar een
tweeden, zorgvuldiger voorbereiden overval
ondernam: 800 schcpen zetten vijf legioenen
en 2000 ruiters over. Ditmaal landde hij in
Kent, door den vijand amper lastig gevallen.
Wel vernielde een storm een deel der vaar-
tuigen aan de open reede, maar dit Iweerhield
den bevelvoerder met landinwaarts te trek-
ken. Cassivellannus, het hoofd van de Brit
ten, werd verslagen en zelfs aan een nieuwe
toepassing van de gevechtswagens door de
Britten wenden de Romeinen spoedig.
Ze bereikten weldra. de Theems, die ze iets
boven het huidige Lcnden overstaken., Toen
bleek Cassivellannus tot onderhandelingen
bereid.
HET GRAF VAN NAPOLEON.
Het bezoek, door Hitler, aan het graf van
Napoleon gebracht, haalt, schrijft de N. R.
Crt., dit opnieuw in de openbare. belangstel
ling. Na den dood van den keizer stond het
wel vast, dat zijn graf 'zou moeten beant-
woorden aan de iplaats, die deze bij. uitstek
aynamische figuur een korte spanne tijds als
een meteoor aan het internationale firmament
ingenomen had. Men kon het zich toen reeds
veroorloven, hem een indrukwekkende uit-
vaart te bereiden en volgens zijn wil: ,,ik wil,
ouden toestand te brengen, daar twijfelde hij
geen seconde aan. Wat zouden John en Lois
opkijken, als ze hem met zijn pendule zagen...
Hij reed fluitend terug naar de plek, *waar
hij den wagen van Lois had laten staan, met
het briefje erin, maar de wagen was weg.
John en zijn zuster hadden dus zijn briefje
gevonden... waarschijnlijk hadden ze op de
een of andere wijze hun beeldje ook al te pak-
ken! Hij reed even verder, maar stopte dan.
Hoe moest hij nu naar huis komen? Hij had
in zijn briefje gezet, dat ze niet op hem moes-
ten tvachten, hij zou wel komen. Ja, maar
hoe? Hij deed den wagen stoppen op een
stoffigen weg en stak zijn hoofd uit het
raampje,, toen er een inwoner van het dorp
voor bij kwam. Hij informeerde, of er een sta
tion der spoorwegen in de buurt was, maar
dat was niet het geval. Hij bedankte den
man en trok zijn hoofd terug. Hij zou dus een
wagen moeten huren, om zich naar het
dichtstbijzijnde station te laten brengen.
Een oogenblik later stond hij voor den
garagehouder en vroeg, waar het dichtstbij
zijnde station was. Het bleek achttien kilo
meter verder te zijn. Een taxi bracht hem
erheen, met zijn pendule. Hij vroeg den man,
even te wachten en ging het station binnen
om te informeeren, wanneer de eerstvolgende
trein naar huis liep. Dat bleek over veertig
minuten te zijn en Pete reed met zijn wagen
het stadje (weer in om een koffer te koopen,
waar zijn pendule in paste. Hij voelde er bit
ter weinig voor, met een kick in het bagage-
net de heele reis te maken. Hij vond een kof
fer van de juiste grootte, stopte de pendule
en de losse stukjes versiersel er weer in en
reed terug naar het station.
Den tijd, die hij nog over had, besteede
hij op nuttige wijze met het naar binnen wer
ken van enkele broodjes en toen deze ceremo-
nie was afgeloopen, rolde zijn trein aan.
Toen de sneltrein het station 'weer uitreed,
zat in een hoekje van een rookcoupd, een siga-
ret in zijn mondhoek, een zeer tevreden en
voldane Pete.
(Wordt vervolgd.)