Ter Neuzensche Courant De Erfenis van een Zonderling Binnenland Feuilleton Buitenlanti Vrijdag 5 Juli 1940 No. 10.083 TWEEDE BLAD HET BELANG DER GEMEENSOHAP GAAT VOOR! VAN BRANDSTOFFEN MET MATE BESCHIKBAAR. Blijkens een publicatie voor handelaren in vaste branastoffen zal het voor liet publiek thans weer mogelijk zijn kolen te betrekken. Men zal van heden af tot en met 30 Septem ber 20 pCt. van den gedurende den tijd van April 1939 tot en met Maart 1940 ontvangen hoeveelheid kunnen betrekken, verminderd met bet eventueel na 1 Mei reeds ontvangen kwantum. Bovendien moeten de handelaren zooveel mogelijk de te leveren brandstof ge- lijkelijk over de afnemers verdeelen en tevens de vverkelijk geleverde soort en kwaliteit der vaste brandstoffen aan deze afnemers bere- kenen. Vooi' zoover de bescbikbare boeveelbeden dit toe! a ten, zal aan nieuwe afnemers men ver- sta bier onder afnemers steeds particuliere, geen industrieele verbruikers, voor welke laat- ste groejp een andere regelmg geldt - 20 pCt. van bun geschatte normaie jaarverbruik van vaste brandstoffen mogen worden geleverd, vcrm.nderd met het eventueel reeds na 1 Mei ontvangen kwantum. Van deze afleveringen aan nieuwe-afnemers-verbruikers dient een geteekend ontvangstbewijs te worden inge- nomen. De handelaren mogen tot en met 30 Sept. a.s. tot nader order geen verplichtingen aan- gaan tot het verkoopen of afleveren van vaste brandstoffen na 30 September 1940. ZESHONDERD NEDERLANDSCHE BINNENSOHEPEN HEBBEN SCHADE OPGELOOPEN. Het aantal Nederlandsche binnenvaartuigen dat tengevoge van den oorlog schade heeft opgeloopen bedraagt zeshonderd. Die schade wisselt af van een algebeel verlies van bet vaartuig tot een licbte beschadiging, die voor eenige tientallen guldens kan worden hersteld. Binnenvaartuigen verkeeren inzooverre in ge- lukkiger omstandigheden dan zeeschepen dat ook gezonken en zwaar beschadigde vaartui- gen gelicht kunnen wordenen ook moeten worden, omdat zij anders de scbeepvaart zouden hinderen. De kosten van dat iichten zijn aanzienlijk, evenals in vele gevallen die van de herstellingen die later moeten worden verricht. Hoeveel de gezamenlijke kosten be- dragen zuLlen valt nog niet te zeggen. Dat zij eenige millioenen guldens zullen beloopen, staat echter wel reeds vast. Naar men weet is er een commissie ingesteld waar de schade kan worden opgegeven. (Handelsblad.) Wij weten alien wel, dat in een geordende maatschappij bet algemeen belang steed3 boven het individueele belang gaat (of behoort te gaan!); in bet dagel(j,ksch leven zijn er voorbeelden te over te vinden, waar wij onze eigen verlangens of behoeften aan banden moeten leggen, terwille van een hooger be lang dat tenslotte ook tocb weer't belang is van ieder van ons. Wij behoeven daarvoor niet eens ons te verdiepen in juridische construc- ties bestaat niet nog in vele boerenstreken van ons land (vooral op de armere gronden) de goede gewoonte elkander te helpen als het oogsten dringt? Zijn niet onze waterschappen typisch Nederlandsch verschijnsel, dat in geen ander land ter wereld te vinden is voorbeelden van de gedachte, dat het alge meen belang, of het algemeen belang van een kleinere groep, v66r alles behartigd moet worden Toch, wij Nederlanders zijn geboren indivi- dualisten, dat heeft in onze geschiedenis zijn goede zij den gebad maar ook zijn noodlot- tige fouten. Wij zijn gemeenlijk eerst dan tot bet opgeven onzer particuliere belangen te brengen, indi'en de nood zeer boog is. Wij herinneren ons nog de enkele dagen van den oorlog in Nederland hoe een ieder slechts leefde in gemeenscbapszin, hoe alien zonder morren de persoonlijke onaangenaam- heden droegen en de noodzakelijke offers brachten. Vergeten waren voor enkele dagen de belangen van ieder persoonlijk, de tegen- stellingen der groepen en kringen, die ons anders zoo dierbaar waren. De gemeenschaps- zin overbeerscbte alles. Het was omdat de nood aan den man, was, omdat bet ging om het welzijn van onze volksgemeenschap, waar- binnen elk van ons zijn eigen geluk moet vin den. Maar nu na den oorlog bet directe ge- vaar voorbij is, nu komen ons aller eigen belangen weer naar voren, leven de econo- mische en andere groepsbelangen weer op. Oorspronkelijke roman van WILLY WATERMAN. (Nadruk verboden.) 27) Vervolg. Om kwart voor vijf stond hij weer voor het huis van den man met de pendule en belde aan. Het duurde eenigen tijd, voor de deur openging en toen John binnenstapte, stond hij voor een gesloten, glazen binner.deur. Die deur werd geopend door een zeer zwaar ge- bouwd man, met een gezicht als een beroeps- bokser, die hem van top tot teen opnam en vroeg, wat hij wenschte. „Ik wensch mijnheer Peary persoonlijk te spreken!" zeide Pete. „Over wat voor aangelegenheid'?" infor- meerde de man. ,,Een aangelegenheid van persoonlijken aard! zei Pete, ,,hier is mijn kaartje." De man drukte op een knop in den muur en even later verscheen een bediende, die hem binnenliet in een groote kamer en hem een stoel gaf. Daarna verdlween hij met het kaar tje in de gang. Pete gebrmkte den tijd van wachten om de kamer door te neuzen. !Hij had er geen moment aan getwijfeld, dat hij toegelaten zou worden en een gesprek met Frank Peary zou kunnen houden; op zijn kaartje stond duide- lijk vermeld, aan welke couranten hij mede- werkte en voor niets hebben verzamelaars zuik een zwak als voor verslaggevers, tegen wie ze kunnen opscheppen. Het meubilair van de kamer was stuk voor stuk van een hooge waarde, maar het geheel was afgrijselijk. Het vertrek zag er uit, of men viei of vijf verschillende afdeelingen van Is het gevaar werkelijk voorbij of is er nu niet een veel grooter, veel ernstiger gevaar voor in de plaats gekomen? Wij meenen van wel. Nederland is zijn eigen staatsbestel kwijtgeraakt. Nu is de staat o.a. de bescher- mende vorm, die het geestelijk, cultureel en economisch leven van een volk omhult, daaruit geboren is, maar tevens daaraan bescherming geeft. Die bescherming is weggevallen en waar het nu in de allereerste plaats op aan- komt is, door een krachtige inspanning aan ons eigen volksleven, aan ons geestelijk en stoffelijk bezit, zulk een vastheid en kracht te geven, dat het ook zonder de bescherming van het eigen staatsbestel zal kunnen blijven leven en bloeien. Er is inderdaad weer gevaar en opnieuw moeten wij ons aaneensluiten tot den gemeen- schap, nu niet alleen in naam, belichaamd in den staat, maar nu in wezen. Eerst nu zal moeten ,blijken, welke krachten er in ons volk sluimeren. Wij beschikken niet meer souve- rein over ons eigen lot wij zijn ingeschakeld in een groot geordend geheel, dat geheel Europa gaat omvatten. Welnu, het is te voorzien, dat na den oor log dit geheele gebied een geweldige activiteit zal gaan ontplooien dat na het wegvallen van vele grenzen, een nieuw leven zich zal aankondigen. Maar dat eischt ook van ons een krachtige activiteit; de leidende machten in Europa zullen nooit kunnen gedoogen, dat hier op deze belangrijke plaats in het Westen, een doode hoek zou ontstaan. Wij zullen als volk de hand aan den ploeg moeten slaan, ons zelf inschakelende in de nieuwe Europeesche ge- meenschap, willen wij niet dat anderen dit zullen doen. 'Dat zal offers van ons eischen, offers van oude gewoonten, offers van groepsbelangen ook. Wanneer wij ieder in zijn eigen omge- ving, het werk van den opbouw en de omvor- ming ter hand nemen, zal dit snel moeten gebeuren en wij zullen ons niet al te veel mogen storen aan allerlei langzamerhand ge- groeide gewoonten en groepen. Moet er ergens iets nieuws worden opgebouwd, dan moeten de mannen die de noodzaak inzien en ter zake kundig zijn, de handen ineen slaan; zijn er groepen of vereenigingen die als geheel mee kunnen werken, des te beter, maar het mag niet meer zijn als vroeger, dat „samen- werking" beteekende het zoeken van een com- promis, waarbij ieders belang, het belang van iedere groep of vereeniging, zoo goed mogelijk gewaarborgd was. Nu is er geen sprake meer van ,,samenwerking" in dien zin er is slechts sprake van „opbouw" en daarbij komen geen groepsbelangen meer ter sprake, maar slechts is het noodig de krachten sa'men te vatten, overal waar die te vinden zijn, over en door de oude vormen heen. Er zullen daarbij wel eens heilige huisjes omver geloopen moeten worden dat doet er weinig toe. Het algemeen belang eischt nu den opbouw van een nieuwe maatschappij en die eischt nieuwe krachten van iederen man en iedere vrouw die mee wil werken. Laat ieder in eigen omgeving het werk zoeken, het nieuwe werk dat gedaan moet worden en de krachten die daarvoor be- schikbaar zijn. En laat ons vooral onze jeugd opvoeden in de gedachte dat het werken en bouwen voor het algemeen, op den duur een dieper vreugde sclienkt, dan alleen het werken voor eigen belang. De Nederlandsche Volksgemeenschap kan er slechts wel bij varen. DE OUD-BURGEMEESTER VAN HILVERSUM. De Van Hogendorp-1940 De burgemeester van Hilversum, mr. dr. K. L. C. M. I. baron de Wijkerslooth de Weerde- steyn heeft, schrijft ,De Telegraaf", ontslag als zoodanig gevraagd. Deze ontslagneming komt niet onveiWacht. Deze jonge magistraat die op 1 Februari j.l. het burgemeesterambt van de Gooische hoofdstad aanvaardde, is kennelijk niet opgewassen gebleken tegen de geestelijke bezwaren van den laatsten moei- lijken tijd. In de „microfoon-toespraken", welke hij regelmatig tot de burgerij placht te houden, was tegen het einde van de vorige maand een reeks van getuigenissen, bekente- nissen en beschuldigingen te hooren, die wel zeer sterk aantoonden dat de heer De Wij kerslooth te weinig realiseerde dat h(j, zeer zeker onder de huidige omstandigheden, krachtens zijn positie boven de partijen be- hoorde te staan. Hij maakte politiek op eigen gelegenheid en naar eigen inzichten. De aftredende burgemeester had te kennen gegeven, dat hij gaarne v66r de eerstvol- gende raadszitting, die hij niet meer zou bij- wonen persoonlijk afscheid van de raads- leden zou nemen in feen te beleggen bijeen- komst. Deze had j.l. Dinsdag plaats, doch had, naar het Handelsblad meldt, een ongeiwoon en eenigszins pijnlijk verloop. Nadat de burgemeester alien raadsleden een hand had gegeven, verzocht de burge meester hun, zich naar de raadzaal te bege- ven „ten einde hem nog eenmaal in de oude formatie te zien." In de raadzaal hield de bur gemeester een toespraak, in het verloop waar- van hij het eerste nummer van een nieuw blad, ,,Nationale Eenheid" geheeten, en waar- van hij redacteur-uitgever bleek te zijn, open- vouwde en daaruit een aantal stukken voor- las. Allereerst een overzicht van de nationale en internationale gebeurtenissen, met inbegrip van die aan de fronten, vervolgens den stam- boom van zijn geslacht, waarmede de burge meester onthulde, dat hij in vrouwelijke lijn rechtstreeks afstamt van Willem den Zwijger en in ivelk verband hij opmerkte aan zijn bloed en aan zijn geslacht het recht te ontlee- nen leiding te geven. Daarna volgde een proclamatie „aan het Nederlandsche volk", waarin de burgemees ter zeide „heden de Leiding, die het Neder landsche Volk behoeft" op zich te nemen, nu de ,,Van Hogendorp van 1940 zich niet meldt". Na deze voorlezing verhieven twee personen op de tribune zich en zongen, met den burge- meestei, die eveneens was opgestaan, een couplet van het Wilhelmus, onder doodsche stilte aangehoord door de verbaasde raads leden en overige, eveneens verbaasde, aan- wezigen. Na nog zijn programma te hebben voorgelezen, verwijderde de burgemeester zich, uitgeleide gedaan door den bode. Wethouder Bakker, die in den voorzitters- zetel plaats nam, schorste de bijeenkomst en nadat deze later weer geopend was, fwees de wethouder er op, dat al wat er te voren ge- schied was, niet in een officieele raadsver- gadering is gebeurd. Deze liet hij eerst thans aanvangen. Wethouder Bakker zeide, dat hij en zijn medewethouders hadden gehoopt, dat de burgemeester, die evenals wij alien door de spanningen van dezen tijd bevangen is ge- weest, na een korte rustpoos zijn functie op nieuw zou vervullen, doch dat heeft niet zoo mogen zijn. De nog steeds sprakelooze raad ging hierna over tot de behandeling van de agenda. DE VER(HOUDING TUSSCHEN HET RANTSOEN EN HET GEMIDDELDE BROODVERBRUIK. 'Het brood is gerantsoeneerd op een hoe- veelheid van 2000 gram per persoon per week en zooals bekend zij, die zeer zwaren arbeid te verrichten hebben, krijgen, schrijft De Z., een grootere portie. Hoe verhoudt zich deze rantsoeneering nu eigenlijk tot het gemiddelde verbruik van brood? In het jaar 1933 bedroeg de behoefte aan tarwebloem voor menschelijk gebruik 550.000 ton plus 50.000 ton tarwemeel (voor tarwe bloem), in totaal dus 600.000 ton. Van deze hoeveelheid Was toen noodig voor banket 1991 ton, beschuit 8455 ton, zelfrijzend bakmeel 2481 ton, suikerwerken 24 ton, scheepsbeschuit 1200 ton, biscuits en wafels 10.368 ton, macaroni, vermicelli 5400 ton, stijfsel 5272 ton, ouweis 90 ton, diversen 400 ton, totaal 39.280 ton. Aan broodbakkers, tevens banket- en be- schuitbakkers, werd 28.000 ton of vijf pet. van hun bioemverbruik, beschikbaar gesteld in den vorm van onvermengde bloem, d.w.z. bloem die niet aan het maalgebod onderwor- pen is. Een deel daarvan is gebruikt voor banket of beschuit, zoo dat men uiteindelijk komt op een verbruik voor brood van 520 540 millioen kilo bloem en meel. Weet men nu, dat gemiddeld 90 brooden van 800 gram uit een baaltje bloem van 50 kg gebakken Worden, dan komt men, bij een be- volking van 8.3 millioen zielen (dat was in 1933) op een gemiddelde broodconsumptie van 9195 kg per jaar. De laatste jaren was het totale bloem- en meelverbruik tot ongeveer 700 millioen kg per jaar gestegen. Houdt- men tevens reke- ning met de toeneming der bevolking, dan kan het broodverbruik waarschijnlijk op 98 kg gesteld worden. Het thans vastgesteide rantsoen bedraagt thans 2 kg per week of 104 kg per jaar. Als we dus bij de oerekening van het ge middelde in de afgeloopen jaren te krap zijn geweest, dan blijkt hieruit, dat het rantsoen van heden en het gemiddelde verbruik der laatste jaren elkander niet veel ontloopen. Let wel, het gemiddelde, want deze distributie is voor vele gezinnen een beper- king. De gezinnen van de groote brood-eters zijn uiteraard het meest getroffen. Dat ligt voor de hand. Doch voor hen, die zwaren, resp. zeer zwaren arbeid verrichten, is er een extra rantsoen van 50 en 100 pet. toegewezen, waardoor men dan aan een der groote bezwa ren, verbonden aan distributie van een zoo be- langrijk volksvoedsel als brood, is tegemoet gekomen. Zij, die over het algemeen matige of zeer matige broodgebruikers zijn, zullen hoogst- waarschijnlijk van deze distributie niet veel hinder ondervinden. Misschien houden ze nog iets over, maar, zooals gezegd, de groote brood-verbruikers, die met voor extra-toewij- zing in aanrnerking komen, zullen het zeker niet al te ruim hebben. een museum bjj elkaar had gevoegd en met het resultaat alle leege plekjes in de kamer had opgevuld. Het was een verwarring van sofa's, stoelen, leunstoelen, tafels en tafeltjes, spiegels, zware kandelabers en kleeden. Kleine snuisterijen 'waren er niet. Uitsluitend groote en zware meubelstukken stonden in het rond. En op den schoorsteenmantel, die op zichzelf een prachtstuk was, stond een schitterende Louis Seize pendule. Zelfs Pete, die in zijn leven nooit veel interesse had gehad voor an- tiek, zag dadelijk, welk een kostbaar voor- werp het was en hij liep er op af. Maar voor hij gelegenheid had, het ding nauwkeurig te bekijiken, ging de deur open en Peary trad binnen. Pete had moeite, bij het zien van den kerel zijn hilariteit te verbergen. Hij leverde in die Weelderige omgeving een hoogst zonderling Gchouwspel op. Hij had een broek en jas aan, die op de meeste plaatsen kaal waren en een gerafeld overhemd. Daarentegen waren zijn vingers bedekt met kostbare ringen en zijn haren waren keurig gekamd. Hij maakte den fndruk, geen roode cent over te hebben voor dingen, die hun waarde niet hielden, zooals kleeren en dergelijke. En deze zonderlinge figuur hield, in de deur- opening staande, zijn kaartje in de hand, en staarde hem aan: „Is u venslaggever Pete maakte een kleine bulging: „Inderdaad, ik had vernomen van uw schit terende collectie en ben hierheen gekomen, om daar het een en ander van te (weten te komen." De man bij de deur yoelde zich zichtbaar gevleid, dat de roem van zijn verzameling tot de pers was doorgedrongen, wreef zich in de handen, zoodat de steenen in zijn ringen fon- kelden en kwam dichterbij. En van dat oogenblik af stond zijn mond niet stil. De eene stortvloed van termen en namen van vorsten en tijdperken volgde op de andere en Pete, die er maar die helft van begreep en dat nog onvolledig, bepaalde zich tot knikken en gespannen luisteren. Vanzelf LEVEN IN BEZETTE GEBIEDEN TEN DEELE AL WEER OP VREDESVOET. In de bezette gebieden komt het leven ten deele al weer op vredesvoet, aldus is, volgens hot Handelsblad Dinsdag te Berlijn van be- voegde Duitsche zijde verklaard in een voor- dracht voor buitenlandsche correspondenten. De economische herbouw is overal al ter hand genomen. Naast het terugbrengen van de gevluehte bevolking is het verstrekken van onderdak en voedsel de eerste taak, waarbij de Duitsche militaire autoriteiten de plaatse- iijke overheid metterdaad ter zijde staan. In Nederland en Belgie staat het scheppen van arbeid op den voorgrond. De herbouw van de verwoeste deelen van Rotterdam, Luik en Antwerpen is in vollen gang. In de eerste plaats wordt het verkeersnet in orde ge- bracht, waarbij de compagnieen van den Duitschen Arbeidsdienst van de organisatie Todt en Duitsche arbeiders den Belgischen autoriteiten ter zijde staan. Intusschen leeft ook de Europeesche handel weer op, ook in landen, die tot nu toe over- wegend met Engeland handel dreven. Zoo komen in Noorwegen de visscherij en de hout- en de metaalindustrie weer tot ontwikkeling. De onderhandelingen tusschen de Duitsche en de Zweedsche papierindustrie zijn met succes bekroond. Als gevolg hiervan zal de totale uitvoer van de Zweedsche papierindustrie naar Duitschland vier- tot vijfvoudig worden ver- hoogd. De afvaardiging, die in Zweden is op- getreden, is doorgereisd naar Finland. Ook in Finland zal de Duitsche handel, na de laatste overeenkomsten, met 75 pet. tegenover 1938/39 toenemen. Ten slotte vertoeft thans nog een Deensche economische delegatie te Berlijn. Overal in Buropa stelt men vast, dat Duitsch land een afnemer is tegen vaste prijizen, die niet van de wereldmarkt afhangen. De clea- ringmark, die voortdurend in koers stijgt, is een steeds hooger gewaardeerd betalingsmid- del ten aanzien van industrieproducten. Een land, dat zoo goede wapens fabriceert, is ook in staat, producten voor gebruik in vredestijd, die van eerste kwaliteit zijn, te produceeren. In verband hiermede werd de aandacht van de correspondenten gevestigd op eenige bijzon- derheden van de nieuwe economische orde- ning, waarvoor in Europa de weg wordt ge- baand en welke zich kenmerkt door arbeid en orde en door het ontplooien van alle produc- tieve krachten. De nieuwe economische orde, die door het afbrokkelen van het economische liberalisme wordt aangekondigd, bouwt op de stelling, dat geld onvmchtbaar is, indien het niet wordt gebruikt voor het scheppen van nieuwe waarden. De opvattingen van En- gelsch-Amerikaansche economische kringen dat na den oorlog de welvaart van het libe ralisme ten einde zal spoeden, moeten als absurd worden beschouwd. Integendeel, na het sluiten van den vrede zal zich een wel vaart ontwikkelen, waarvan men zich thans geen voorstelling kan maken, want die nieuwe economische orde berust op den arbeid van alle volkeren. BESLAG OP NEDERLANDSCHE VORDERINGEN IN HET BUITENLAND. Naar, volgens het Handelsblad, uit betrouw- bare bron verluidt, zou de naar Londen uitge- weken Nederlandsche (Regeering aan haar diplomatieke vertegenwoordigers in het bui- tenland opdracht gegeven hebben om bedra- gen aldaar, verschuldigd aan Nederlandsche firma's of particulieren te incasseeren en over te maken naar New York. Van Duitsche zijde verklaart men naar aan- leiding hiervan, dat dergelijke betalingen als ongeldig beschouwd zullen worden en dat de schuldenaar, die een dergelijke betaling deed daarmee zijn schuld niet rechtsgeldig zal heb ben gekweten. Hij zal dan ook verplicht blij ven deze alsnog aan den werkelijken crediteur in Nederland te voldoen. De Nederlandsche Regeering, zoo verklaart men, heeft door op ongrondwettige wijze het land te verlaten haar vertegenwoordigende bevoegdheid namens het Nederlandsche volk verloren en kan derhalve niet meer optreden als officieele vertegenwoordiging van ons volk. Derhalve mist ziji het recht op deze wijze te beschikken over bestanddeelen van het Neder landsche volksvermogen, waarvan bovenbe- doelde vorderingen een deel uitmaken. CENTRAAL OVERLEG OP SOCL\AL GEBIED. Zooals bekend is, werd, schrijft de N. R. Ct., reeds gedurende een aantal. jaren geregeld overleg gepleegd tusschen de centrale organi- saties van werkstukken op sociaal gebied. On- middellijk na het staken van de vijandelijk- heden stelde dit overleg zich volledig ter be- schikking van de Nederlandsche autoriteiten, terwijil voorts ook de Middenstandscentralen werden uitgenoodigd in den vervolge aan dit overleg deel te nemen, welke uitnoodiging gaarne werd aanvaard. Ook de Nederlandsche Vakcentrale is sedertdien totdit overleg toe- getreden. Toen van de zijde van de bezettende over heid via het departement van sociale zaken contact werd' gezocht met de sociale organi- kwam het gesprek ook op de pendule op den schoorsteenmantel, en Pete, die dat moment had afgewacht, trad er op toe. Er volgde een opgewonden relaas van Peary over de pracht van deze speciale pendule, en Pete, een groote belangstelling aan den dag leggend, pakte het ding op. Voor Peary den tijd had, hem te Waarschuwen, gleed de klok uit zijn vingers op den grond, precies op een dik kleedje, dat voor den haard lag. Het toeval, door Pete bestierd, wilde dat de pendule op dat kleedje viel, via -zijn been en dit behoedde haar er voor, totaal in gruizels te vallen, maar toen Pete haar opraapte, was een gedeelte van het versiersel gebroken en het glas was stuk. Het spektakel, dat Peary maakte, was ontstellend. Hij hoedde zich ervoor, Pete den mantel uit te vegen, bedenkende dat het de pers was, waartegen hij sprak, maar hij hing groote verhalen op van de ]waarde van deze speciale pendule en vertelde, dat juist dien middag nog twee personen, een dame en een heer, bij hem waren geweest en hem elk verlangd bedrag ervoor hadden willen betalen. Pete, met de pendule stevig in zijn handen hij zag het nut ervan in, haar niet ten tweeden male te laten vallen; alle overdrij- ving schaadt hoorde hem onverstoorbaar aan en toen Peary ophield, om adem te schep pen en hem niet bepaald vriendelijk aanzag, merkte hij doodkalm op: ,,Maak u maar niet ongerust, het komt in orde!" Het werd Peary nu bijna te machtig, hij zfwaaide met zijn armen door de lucht en riep uit, dat het prachtstuk onherroepelijk ge- schonden was. Maar Pete hief zijn hoofd op, trok zijn wenkbrauwep omhoog en Peary bedaarde. ,,U weet," begon Pete, „wij lieden van de pers kennen massa's menschen, van allerlei soort. En ik weet toevallig in Londen een kleinhandelaar in oudheden, die destijds een vermogen heeft verdiend met het onzichtbaar herstellen van kostbare voorwerpen. Dat vermogen is ho in den crisis kwijtgeraakt, maar dat doet er niet toe, hij is hard op weg, saties in deri lande vond de desbetreffende Duitsche autoriteit in bedoeld overleg het Nederlandsche contactpunt, om vraagstukken van sociaal belang in onderling overleg nader onder oogem te zien. Sedertdien werden ook de landbouwcentralen uitgenoodigd aan het overleg te willen deelnemen, welke uitnoodi ging' inmiddels is aanvaard. Uit het voorgaande moge blijken, dat de reeds bestaande samenwerking tusschen cen trale organisaties op sociaal gebied eenerzijds werd verstevigd en anderzijds uitgebreid, zulks met de bedoeling naar Nederlandsehen trant een centraal contact te vormen, niet slechts voor onderling overleg, doch ook ten aanzien van de Nederlandsche en Duitsche overheidsinstanties. Gebleken is, dat de ver- kregen samenwerking zoowel door de Neder landsche als door de Duitsche overheid met waardeering is begroet. Het contact-adres voor de in het overleg samenwerkende centralen bleef, evenals tot dusver, berusten bij Mr. B. C. iSlotemaker, algemeen secretaris van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers. De aan bedoeld overleg deelnemende cen trale organisaties zijn de volgende: Werkgeverscentralen: Verbond van Neder landsche Werkgevers, Centraal overleg in arbeidszaken voor Werkgeversbonden; Alg. Kath. Werkgeversvereeniging, R.K. Verbond van Werkgeversvakvereenigingen, Verbond van Prot. Christ. Werkgevers in Nederland. Arbeiderscentralen; Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen, R.K. Werkliedenver- bond in Nederland, Christ. Nationaal Vak- verbond in Nederland, Nederlandsche Vak centrale. Middenstandscentralen: Kon. Ned. Midden- standsbond, Nederl. R.K. Middenstandsbond, Christ. Middenstandsbond in Nederland. Landbouwcentralen: Kon. Ned. Landbouw- Comite, Kath. Ned. Boeren- en Tuindersbond, Chr. Boeren- en Tuindersbond in Nederland. er weer een te verdienen. Het is een adres, dat alleen aan de ingewijden bekend is en ik geef u de verzekering, dat, als ik hem deze pendule vanavond breng, ze over twee dagen, absoluut onzichtbaar hersteld, weer in uw handen terug is." Hij zweeg en keek Peary vol zelfvertrou- wen aan. Deze waardige man scheen plotseling nieiiwe hoop te koesteren. Hij keek van de pendule naar Pete en van Pete weer naar de pendule en zei tenslotte: ,,Denkt u werkelijk?" „Absoluut!" zei Pete en keek de pendule nog eens aank zonder eenigen twijfel: het is een peulschilletje voor hem!" „Wilt u ze dan meenemen?" informeerde Peary... en weifelde. Pete begreep, waar de schoen wrong, en, alsof hij de 'weifeling van den ander niet had opgemerkt, zei hij: „Het spreekt van zelf, dat de reparatie op mijn kosten geschiedt. Het is door mijn schuld gekomen, dus..." (Hij voltooide zijn zin niet, maar maakte een weidsch gebaar, ter aanvulling. Nu deze last van zijn gemoed was wegge- nomen, begon Peary weer met frisch enthou- siasme over zijn verzameling te vertellen, maar Pete, die oordeelde, dat hebbeh hebben is, achtte de tijd aangebroken om te maken, dat hij wegliwam en met een plotselingen blik op zijn horloge, begon hij te praten over een verslag, dat gemaakt moest worden en zoo verder. Hij weidde zoo rad mogelijk uit over de drukke bezigheden van een verslaggever, om te beletten, dat zijn gastheer er aan dacht, te informeeren, in welk blad het interview zou verschijnen, en zijn list gelukte. In de vesti bule, tijdens het openen van de deuren, bracht Pete het gesprek nog haastig op de reparaties aan de pendule en stoof, vo6r zijn gastheer goed en wel z(jn zinnen weer bij elkaar had, de trappen af en zijn wagen in. Toen hij wegreed, voelde hij zich eerst geheel veilig. Hij triomfeerde. Hij had de pendule, dat was de hoofdzaak; en dat iedere handige repa- rateur er In slagen zou, het ding weer in den EEN OFFENSIEF TEGEN ENGELAND IN DEN ROMEINSCHEN TIJD. De komende krijgsverrichtingen hebben den naam van Napoleon en diens aanvalsplan tegen Engeland op de lippen gebracht. Het is minder bekend dat Claudius Julius Caesar in den nazomer van het jaar 55 voor onze jaar- telling tot een offensief tegen Britannie be- sloot. Het heele Gallie had hij ondeijworpen en hij achtte het oogenblik gekomen het ge vaar, dat bestendig oe Romeinsche heerschap- pij in Gallie van de krijtrotsen aan den over- kant van het Kanaal bedreigde, te niet te doen. De Romeinsche opperbevelhebber had een hoog officier vooruitgestuurd om zich te ver- gewissen van de landingsmcgelijkheden aan de kust zonder havens en te trachten aan- raking met de bewoners te vinden. Het lukte hem een deel van de Britten aan Caesar's kant te krijgen. In die omstandigheden kon deze den overtocht wagen. In een nacht met voile maan lichtte hij bewesten de door Kanaalzwemmers bekend geworden kaap Gris Nez bjj (Boulogne het anker en reeds de vroege ochtend van den volgenden dag lag zijn vloot voor wat tegeri|woordig Dover heet. Maar de vijanden stonden dicht opeen en zwaar gewa- pend op het strand en de rotsen. Caesar zag de onmogelijkheid van een landing in. Dies wendde hij den steven en beproefde hij een landing op een ander punt. Toen de sol- daten weifelden sprong de vaandrig van zijn lijflegioen in de branding. Romeinen sloegen een kamp aan het strand op, maar wegens een springvloed scheepten ze zich overijld in. De Volkischer Beobachter herinnert er nu aan, dat Caesar het volgende jaar een tweeden, zorgvuldiger voorbereiden overval ondernam: 800 schcpen zetten vijf legioenen en 2000 ruiters over. Ditmaal landde hij in Kent, door den vijand amper lastig gevallen. Wel vernielde een storm een deel der vaar- tuigen aan de open reede, maar dit Iweerhield den bevelvoerder met landinwaarts te trek- ken. Cassivellannus, het hoofd van de Brit ten, werd verslagen en zelfs aan een nieuwe toepassing van de gevechtswagens door de Britten wenden de Romeinen spoedig. Ze bereikten weldra. de Theems, die ze iets boven het huidige Lcnden overstaken., Toen bleek Cassivellannus tot onderhandelingen bereid. HET GRAF VAN NAPOLEON. Het bezoek, door Hitler, aan het graf van Napoleon gebracht, haalt, schrijft de N. R. Crt., dit opnieuw in de openbare. belangstel ling. Na den dood van den keizer stond het wel vast, dat zijn graf 'zou moeten beant- woorden aan de iplaats, die deze bij. uitstek aynamische figuur een korte spanne tijds als een meteoor aan het internationale firmament ingenomen had. Men kon het zich toen reeds veroorloven, hem een indrukwekkende uit- vaart te bereiden en volgens zijn wil: ,,ik wil, ouden toestand te brengen, daar twijfelde hij geen seconde aan. Wat zouden John en Lois opkijken, als ze hem met zijn pendule zagen... Hij reed fluitend terug naar de plek, *waar hij den wagen van Lois had laten staan, met het briefje erin, maar de wagen was weg. John en zijn zuster hadden dus zijn briefje gevonden... waarschijnlijk hadden ze op de een of andere wijze hun beeldje ook al te pak- ken! Hij reed even verder, maar stopte dan. Hoe moest hij nu naar huis komen? Hij had in zijn briefje gezet, dat ze niet op hem moes- ten tvachten, hij zou wel komen. Ja, maar hoe? Hij deed den wagen stoppen op een stoffigen weg en stak zijn hoofd uit het raampje,, toen er een inwoner van het dorp voor bij kwam. Hij informeerde, of er een sta tion der spoorwegen in de buurt was, maar dat was niet het geval. Hij bedankte den man en trok zijn hoofd terug. Hij zou dus een wagen moeten huren, om zich naar het dichtstbijzijnde station te laten brengen. Een oogenblik later stond hij voor den garagehouder en vroeg, waar het dichtstbij zijnde station was. Het bleek achttien kilo meter verder te zijn. Een taxi bracht hem erheen, met zijn pendule. Hij vroeg den man, even te wachten en ging het station binnen om te informeeren, wanneer de eerstvolgende trein naar huis liep. Dat bleek over veertig minuten te zijn en Pete reed met zijn wagen het stadje (weer in om een koffer te koopen, waar zijn pendule in paste. Hij voelde er bit ter weinig voor, met een kick in het bagage- net de heele reis te maken. Hij vond een kof fer van de juiste grootte, stopte de pendule en de losse stukjes versiersel er weer in en reed terug naar het station. Den tijd, die hij nog over had, besteede hij op nuttige wijze met het naar binnen wer ken van enkele broodjes en toen deze ceremo- nie was afgeloopen, rolde zijn trein aan. Toen de sneltrein het station 'weer uitreed, zat in een hoekje van een rookcoupd, een siga- ret in zijn mondhoek, een zeer tevreden en voldane Pete. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 5