Ter Neuzensche Courant De Erfenis van een Zonderling. Binnenland Feuilleton Vrijdag 14 Juni 1940 No. 10.074 TWEEDE BLAD VAN DE VLEESCHVOORZIENING VAN ONS LAND. Geen gebrek aan rumdvleesohanderg staat het met varkensvleesch en -vet. De ,,Vee- en Vleeschhandel" geeft een uit- voerige beschouwing over de positie van Nederland. Het blad zegt o.m.: Het is een feit, dat de veevoedervoorziening zorgen zal baren. Van de voergranen voerden we tot dusver de helft in, n.l. 11.000 a 12.000 ton per jaar. Verder importeerden we jaar- lijks 500 600 millioen kg veekoeken. Door de veranderde situatie zal een beiangrijk deel dezer aanvoeren voorloopig afgesneden zijn. Het rijksbureau voor de voedselvoorziening heeft dan ook einde der vorige week bekend gemaakt, dat de landbouwers er rekening mee dienen te houden, dat in het algemeen tot 1 Febr. 1941 voor het rundvee g6dn krachtvoer zal worden toegewezen. Aangedrongen wordt dan ook op het zoo hoog mogelijk vergrooten van de productie van hoogwaardig ruwvoeder en op het zoo mogelijk verschuiven van den kalftijd. Aan den anderen kant vallen de voor Juni vastgestelde voedemormen voor de varkens houderij nogal mee. Toch is het haast wel zeker, dat in de toekomst speciaal de varkens- en de pluimveestapel zeer beperkt zullen moe- ten worden. Dit beteekent echter nog geenszins, dat daardoor de hinnenlandsche voorziening ge- vaar loopt. Men moet n.l. wel bedenken, dat ons land aan zuivel en vleesch beiangrijk meer produ- ceerde dan voor eigen gebruik noodig was. Van onze jaarlijksche melkproductie van vijf milliard kg werd tot dusver circa 40 pet. uit- gevoerd, waarvan het grootste deel naar Bngeland. Onze melkproductie zou dus nog al wat kunnen dalen alvorens de hinnenlandsche voorziening in het gedrang zou komen, ook al moet men er rekening mee houden, dat aan de productie van margarine en plantaardige vetten wel goeddeels een eind zal komen. Bovendien hebben we ook nog altijd onze reu- zel a la vervangingsmiddel. Bp de beoordeeling van de vleeschpositie moet men wel onderscheid maken tusschen varkensvleesch en rundvleesch. De lajatste jaren bedroeg de varkpnsvleesch- productie circa 200 millioen kg per jaar. Hier- van werd ongeveer 165 millioen kg in het bin nenland verbruikt; circa 35 millioen kg werd uitgevoerd. Van dezen uitvoer van 35 mil lioen kg was ongeveer 30 millioen kg voor Engeland bestemd (bacon) en deize hoeveel- heid is dus thans ter beschikking gekomen. Dit beteekent, dat de varkensvleeschproduc- tie met ongeveer 20 pet. kan dalen, voordat dit op de hinnenlandsche markt merkbaar zal zijn. Waarschijnljjk echter zal de productie van varkensvleesch wel meer dan 20 pet. beperkt moeten worden, zoodat dus ook het verbruik hier te lande zal moeten dalen. Bij het rundvleesch is de situatie anders. Sinds een jaar of vijf is het zoo, dat de heele rundvleeschproductie van circa 130 millioen kg in het binnenland wordt opgenomen; export van rundvleesch komt niet voor, in- tegendeel werd regelmatig per jaar wat Deensch en Argentijnsch rundvleesch inge- voerd. Een export-reserve" zooals bij het varkensvleesch, hebben we dus bij het rund vleesch niet. Hier staan evenwel een paar andere fac- toren tegenover. In de eerste plaats is de rundvleeschproduc tie bij lange na niet zoo sterk van de ge- importeerde voedermlddelen afhankelijk als die van varkensvleesch; zij steunt veel meer op de eigen bodemproductie. Bovendien schuilt echter in den huidigen rundveestapel nog een flinke vleeschreserve. Als gevolg van de teeltregeling is onze rundveestapel n.l. sterk verouderd. We hebben op het oogenblik 700.000 melkkoeien, ouder dan derdekalfs, tegen vijf jaar geleden 560.000. Deze ver- oudering kan niet zoo doorgaan. Er komt eenmaal een tijd, dat dit legioen oudere melk koeien uit de productie moet worden geno- men en voor de slachtbank moet worden be stemd; de rundveestapel moet dan weer met jong vee worden aangevuld. Vrees voor een ineenstorting der slachtvee- prijzen is oorzaak geweest, dat de maatregel het opheffen der teeltregeling voor rundvee steeds achterwege bleef. Nu het kracht- voervraagstuk echter plotseling in hooge mate urgent is geworden, zou het ons niet verwon- deren, indien thans spijkers met koppen wer- den geslagen en de geheele teeltregeling voor rundvee radicaal over boord werd gezet. In dat geval zal een te groot aanbod van slachtvee wel opgevangen worden, hetzij door een inblikking op groote schaal (welke het Oorspronkelijke roman van WILLY WATERMAN. (Nadruk verboden.) 18) Vervolg. Ze keerden am, boen John hem tegenhield. ,,Zeg dolende ridder... wou je al die parkie ten in je broekzakken stoppen? Haal liever eerst den koffer uit den wagen!" Ze haalden den koffer uit den wagen, Pete wapesnide zich ermee en tezamen togen ze nu naar het huiis van Primstone. ,,Maar goed, dat hij ons daar juist niet ach- ter elkaar heeft zien binnenikomen!" zed Pete. „'t Zou een beetje raar staan, als we nu als de beste vrienden kwamen aaniwandelen, ter wijl we elkaar een half uur geleden aankeken als nijdige honden." Op dat moment sprong de deur open en bet drietal schoot met onwaardige haast de wachtkamer in. „Vlug!" zei John en tilde het groote dek- sel van de zitting van een der vensferbanken op. Pete dock er in met vliegende haast en de zitting ging weer naar beneden boven Pete en den koffer. Lois ging rustig op een stoel zitten terwijl John de kamer rondbeende. Lang hoefde hij dat echter niet te doen, want de deur van Priimstone's kantoor ging weer open en Prim- stone's rose kogelhoofd verscheen om den hoe|k. Een oogenblik later trad hij in zijn geihee! het vertrek binnen en kwam op Lois af: „Aha! jongedame... is u daar weeij? Zoo vroeg al geslaagd?" voordeel heeft, dat op die manier de vleesch reserve voor ons land bewaard blijft, hetzij door een export van slachtvee naar Duitsch- land. Een derde mogelijkheid is, dat op korten termijn een distributie van varkensvleesch wordt ingevoerd, waardoor uiteraard de vraag naar rundvleesch zal stijgen en dus een groo- ter 'aantal slachtkoeien in het binnenland zal kunnen worden geplaatst. Hoe dit echter ook zij, ten aanzien van de vleeschvoorziening be- hoeven we ons vooreerst o.i. niet al te bezorgd te maken. (Is hier niet over het hoofd gezien, de uit voer naar Duitschland De varkenshouderij. Omtrent de varkenshouderij in het bizonder bericht het blad nog nader: Van verschillen- den kant wordt ons de vraag gesteld, hoe het nu zal gaan met de varkenshouderij en de prijzen der varkens, daar het door de schaarschte aan voer onmogelijk zal blijken den varkensstapel in stand te houden. De vragen zijn begrijpelijk en de situatie is ook wel zoo, dat het er om gaat welke tak van veehouderij het meest het loodje zal moe ten leggen, n.l. de varkenshouderij of de kip- penhouderij. Belangrijke inkrimping zal er moeten ikomen, want ook de hinnenlandsche rogge zal wel goeddeels of geheel voor de broodvoonziening worden gebruikt. Nu wordt de varkensstapel zooveel mogelijk intact ge- houden en men mag aannemen, dat het ook hier die richting wel uit zal gaan. De bacon- varkensproductie zal in de naaste toekomst wel hebben afgedaan. Het vetvraagstuk do- mineert, nu de invoer van buitenlandsche vetten, die zeer beiangrijk was, ook is afge- sloten. In Duitschland zijn zeer groote varkens- mesterijen opgericht bij de groote steden, waar de dieren met keukenafval worden gemest. Ook hier te lande zal de afval tot waarde ge- bracht moeten worden. Een ieder die een varken kan houden doe bet, in eigen en algemeen belang. De teeltbeperking kan o.i. dan ook worden afgeschaft. Het gaat hier niet om de produc tie te remmen, maar die met het beschikbare voer zoo groot mogelijk te doen zijn. Wordt de productie wel loonend, want de varkensprijzen zakken?, zoo werpt zich de vraag op. Het is ons bekend, dat de regeering maat- regelen beraamt om een ineenstorting van de varkensmarkt te voorkomen en dan kan o.i. niet anders worden gedaan, dan dat de Ned. Veehouderijcentrale de geheele varkenspro- ductie afneemt, via de markt of anderszins en dus bepaalde prijzen worden gesteld, waar- bij o.i de bepaling naar kwaliteit volgens maatstaf voor het baconvarken geen opgeld rneer kan doen, daar het zal gaan om spek en vet. (De Veeh. Centrale is inmiddels reeds weer begonnen met de ovememing van var kens). De Ned. Veehouderij Centrale zal de var kens hebben te distribueeren voor het binnen land en hebben te. exporteeren zoolang er nog overschot is. Moet de varkenshouderij tot de helft worden ingekrompen, wat we voor het najaar niet ultgesloten achten, dan zal het varkensvleesch op de distributiebon moeten komen. HET UITERLIJK VAN HET WITTEBROOD IS VERANfDERD. De directeur van het station voor maal- derij en baJkkerij te Wageningen, Dr. J. van der Lee, schrijft het volgende: In den laatsten tijd zijn in de dagbladpers mededeelingen verschenen betreffende de samenstelling en den aard van het brood, dat in de naaste toekomst zal worden verstrekt. Menigeen, vooral onder de ouderen, zal hierbij het schrikbeeld hebben zien oprjjzen, van het brood, zooals dat in de laatste jaren van het tijdper'k 19141918 werd gebakken. Voor dergelijke voorgevoelens bestaat echter in het geheel geen grond. Voor de naaste toekomst is namelijk nog een voldoende hoeveelheid grondstoffen aan- weizig om Meruit behoorlijk, dat wil zeggen, smakelijk en voedzaam, brood te bakken. De aard van de grondstoffen brengt echter mee, dat het uiterlijk van het wittebrood ver- anderd is. Er wordt thans namelijk van overheids- wege voorgesehreven, dat van de door de meelfabrieken te vermalen tarwe (en rogge) voor de broodtoloem een grooter deel moet worden gebruikt dan vroeger het geval was. Terwijl vroeger bijna uitsluitend het bin- nenste van de graankorrel (het meellichaam) tot bloem vermalen werd, wordt thans ook een deel van den buitenkant der korrel mee vermalen. Men spreekt dan ook van een hoogere uitmaling. Het gevolg hiervan is in de eerste plaats, dat de kleur van de bloem en ook het binnenste van het brood, minder wit worden. Verder zal het publiek er aan moeten wen- nen, dat het brood ontvangt, dat vaster in elkaar zit, dus bij eenzelfde gewicht als vroe ger kleiner van stuk is. De voedzaamheid en de malschheid van het brood staan evenwel geenszins achter bij die van het blarike wittebrood. Integendeel, aller- Lois glimlachte lief tegen hem en knikte; .Jnderdaad, mijnheer Primstone... ik heb de dame in kwestie opgeheld en ze kon ons dadelijk in Cosy Comer ontmoeten... als u dus den tijd hebt..." Brimstone's gelaat drukte uit, dat alle tijd, dien hij had, tot haar beschikking zou wor den gesteld en Lois stond al op, toen in de stilte een zonderling geluid uit de richting van de vensters klonk. Wat het precies was, viel niet uit te maiken, maar zonderling was het zeer zeker. Primstone's gehoor scheen goed in orde te zijn, want hij sloot zijn mond weer en staarde naar de ramen. Lois haastte zich, een verhaal te beginnen over de voordeelen van Cosy Corner voor het bespreken van erfeniskwesties en John begon een liedje te neurien en het vertrek rond te ijsberen, doch het was vruchteloos. Het ge luid van zooeven herhaalde zich, hetzelfde, alleen duidelijker, en kort daarop klonk het voor de derde maal. Het was een catastrofe. Primstone verhief zich op zijn teenen, sohonk geen aandacht aan het gebabbel van 'Lois, bracht met een gebaar het gelbrom van John tot zwijgen en luisterde, naar de vensterbanken starend. Er was geen redding meer mogelijk... met een daverend laiwaai klonk door de stilte een driemaal her- haald ,,hatschie" en Primrose, een krijsch uitend, vloog op de vensterbank aan de lin- kerzijde af. Hij opende het deksel en staarde in het pur- peren gelaat van een hem totaal onbekemd persoon, die, met stof overdekt probeerde, zijn niezen in een handkoffer te smoren. iHij keerde rich om, nu zelf purper... en staarde weer, staarde zeer strak naar de monding van een allerliefst revolvertje, dat de beminnelijke jongedame van zoo juist vlak onder zijn neus hieM. ,,'Geen geluid en geen berweging!" fluisterde lei waardevolle bestanddeelen, bijv. vitaminen uit de buitenste lagen van de graankorrel zijn in het brood aanwezig. Het spreekt vanizelf, dat van de bakkers thans een snelle aanpassing van den nieuwen toestand geeischt wordt. De nieuiwe brood- bloem stelt vooral doordat ze baktechnisch moeilijk te hanteeren is, bijizondere eischen voor de behandeling van het deeg en het bak ken van het brood. Aan voorlichting op dit gebied ontbreekt het den bakker niet. In de proefbakkerij van het station voor maalderij en bakkerij te Wageningen worden voortdurende bakproeven met de nieuwe melanges genomen, teneinlde met de resul- taten hiervan de bakkers en dus ook onze be- volkinig zooVeel mogelijk van dienst te zijn. Hiernaast geven meel- en gistfabrieken en de bakkersvakpers hun voorlichting aan de bakkerij. Een gelukkige omstandigheid is hierbjj, dat dank zij de toepassing van de vestigingswet op het bakkersbedrijf vele gevestigde of toe- komstige bakkers in de laatste jaren hun practische en theoretische kennis vermeer- derd hebben. Juist hierdoor zal een aanpas sing door de bakkers aan den nieuwen toe- stand gemakkelijker zijn. Aan den anderen kant wordt een drlngend beroep gedaan op het publiek, begrip te toonen voor den nieuwen toestand. ROTTERDAM IN DEN LOOP VAN ZES EEUWEN. Van nietig gehucht tot een der eerste havensteden van Europa. Onder wel zeer tragische omstandigheden herdacht op 7 Juni de stad Rotterdam het feit, dat zij zes eeuwen geleden voor het eerst stadsrechten ontving. Op 7 Juni 1340 was het dus, dat Rotterdam zich als stad mocht beschouwen. Het privilege, door den Graaf van Henegouwen verleend, luidde gelijk aan die, waarmee Beverwijk en Haarlem als stad weiden erkend. Er worden ook andere jaartalien genoemd, 1299 en 1328, maar 1340 schijnt het meest waarschijnlijk juist te zijn. Omstreeks het jaar ,130 lagen aan de Merwe een tweetal kasteelen, waaromheen zich lang- zaam, uiterst langzaam, een aantal woningen van visschers en beurtschippers groepeerde. In- het midden van de 16e eeuw, toen Antwer- pen reeds een bloeiende handelsstad was ge worden, was Rotterdam nog niet meer dan een kleine plattelands-marktplaats. In 1572 bevond zich Rotterdam met zijn ruim 8000 inwoners gedurende vier maanden in het bezit der Spanjaarden, die de stad leeg plunderden. Maar na den vrede van Minister begon Rotterdam zich geleidelijk doch snel te ont- wikkelen. In 1650 was het aantal inwoners reeds tot 50.000 gestegen; en daarmee was Rotterdam de tweede stad van Holland en een belangrijke haven voor handel en doorvoer geworden. De scheepvaart op den Rijn vond in Rotterdam haar eindpunt; Oost- en vooral Wlest-Indische Compagnie hadden een beiang rijk aandeel in de verdere ontwikkeling der stad. De groote zeeschepen konden meren aan den Maasoever, voor kleinere gebruikte men de havens", die in onze oogen niet meer zijn dan flinke grachten, als Wijnhaven, Leuve- haven, Scheepmakershaven en Haringvliet. Rotterdam behield dit karakter heel lang. Nog in 18621854 werd de Westerhaven ge- graven, eveneens weinig meer dan een gracht. Pas toen in 1866 de spoorweg Rotterdam Emmerik werd geopend, toen het viaduct en de spoorbrug over de Maas werden gebouwd, veranlderde het karakter van Rotterdam snel. Een groot bezwaar voor Rotterdams ont wikkeling als haven was de slechte verbinding met de zee. Een groot zeeschip, dat de stad wilde bereiken, moest het Brouwershavensche Gat binnenvaren, een deel van zijn lading los- sen om zijn diepgang te verminderen, door Volkerak en Haringvliet naar Hellevoetsluis varen en dan door het Voomsche Kanaal met zijn vele sluizen naar Rotterdam sukkelen. Ondanks veel kortzichtigheid en tegenwer- king werd in 1863 door de beide Kamers van de Staten-Generaal het ontwerp goedgekeurd, dat door Ir. P. Caland was gemaakt voor den aanleg van den Nieuwen Waterweg. Daarna volgden al spoedig de aanleg van Binnen- haven. Entrepot-haven en Rijnhaven en van het geheele grootsche havencomplex, dat Rot terdam gemaakt heeft tot wat het in 1940... was. Want, zooals mien weet, de stad heeft veel geleden, ontzettend veel. Dat Rotterdam echter schooner en groot- scher zal herrijzen uit de puinhoopen van thans, staat voor ieder, die weet, welk een energie de stad in den loop van haar historie steeds heeft getoond, vast. ONZE VLEESCHVOORZIENING. Uit het feit, dat extra varkens uit de markt worden genomen, volgt, lezen wij in ,,De Vee- en Vleeschhandel", dat voor het oogenblik van een schaarschte van varkensvleesch nog geen sprake is. Ook rundvleesch is er nog meer dan voldoende. Gezien de positie van het krachtvoer is het evenWel te voorzien, dat hierin binnen afzienbaren tijd verandering zal komen en vooral het varkensvleesch betrek- kelijk schaarsch zal worden. de beminnelijke jongedame. Primstone maakte geen geluid en geen beweging.en bepaalde zich ertoe, met groote angstoogen naar het zwarte kringeitje v66r hem te staren, terwijl zijn gelaat steeds dieper purper werd. Aclhter hem klonk nog eenmaal een krach- tag ..hatschie" en Pete, langzaam zijn natuur- lijke kleur weer aannemend, verMef zijn met stof bedekte gestalte uit de vensterbank en ging achter Primstone staan. John was reeds verdwenen... met Pete's handkoffer was hij in Primstone's kantoor gedoken en de drie in doodsche stilte wach- tende personen, waarvan twee met hoopvol en een met wanhopig hart, hoorden hem daar snel, en op zijn teenen rondloopen. Pete hield zijn handen ter hoogte van Primstone's Adamsajppel, om bij het eerste verdachte geluid, dat lichaamsdeel tot rede te brengen, maar hij behoefde niets te doen. De deur aan het andere einde van het ver trek liet iemand door, en die iemand kwam snel en geruischloos op hen toe, een hand koffer dragend. ..KJaar!" fluisterde John. ,,Stop hem in de vensterbank." Het was een goed denkbeeld. Lois hield haar revolver onder zijn neus, tot hij in de wolken stof was neergelaten en de klep boven zijn hoofd dichtging. Geen geluid steeg er uit de ruimte op. ,,Vlug!" zei Lois en stak haar revolver in haar taschje. Snel, maar met volkomen kalme gezichten wandelde het drietal op de wacht- kamerdeur toe, sloot haar weer aclhter zich en stond1 een oogenblik later op straat. Nog steeds was het stil achter hen. Jclhn!" zei Lois, terwijl ze vlug doorliepen, ,,jij gaat met den koffer in den wagen, en rijdt direct naar huisPete en ik gaan afzonderlijkals we bij elkaar blijven en de politie wordt gewaarschuwd, hebben ze ons dadelijk te pakken!" En aldus geschiedde. Lois en Pete bleven Het is daarom, dat we nog weer eens wlllen wijzen op de beteekenis van bet schaap als vleeschleverancier. In de jaren voor de crisis waren de meeste schapen, die hier te lande ge- slacht werden, bestemd voor export naar het buitenland. Gedurende den loop van de crisis is hierin echter een algeheele verandering ge komen. De export liep sterk achteruit en de schapenhouderij zag zich genoodzaakt voor haar product afzet op de hinnenlandsche markt te zoeken. Inmiddels kan geconstateerd worden, dat de laatste jaren het aantal schapen beiangrijk is gestegen. In 1910 waren hier te lande 890.000 schapen. Dit aantal daalde tot 668.000 stuks in 1920 en 485.000 stuks in 1930. Dit was dus vlak voor de doorwerking van de crisis. Daar na trad evenwel een stijging in, zoodat in 1939 het aantal schapen 690.000 stuks bedroeg. Ge durende de crisisjaren steeg het aantal dus met 205.000 stuks of circa 42 pet. ENGELSCHE, FRANSCHE EN BELGISOHE VALUTA GEKOPPELD. Uitbreiding overeenkomst tot den gulden. Naar de Britscbe schatkist mededeelt, aldus verneemt de Frankf. Ztg. via Zurich, is in de tusschen Groot-Brittannie, Frankrijk en Bel- gie afgesloten overeenkomst inzake de con- tr61e op de valuta een vaste koers tusschen pond sterling, Franschen franc en Belgischen franc vastgeste.ld. De waarde van de beide francs is op dezelfde hoogte ten aanzien van het pond vastgesteld, n.l. 176% Fransche of Belgische francs in het pond In verband hiermede verluidt noig te Lon- den, dat een uitbreiding van deze overeen komst tot den Nederlandschen gulden, voor zoover hij in de Nederlandsche kolonien nog onder den invloed van de geallieerden staat, reeds dezer dagen te verwachten is. DE DISTRIBUTIE VAN TEXTIEL- GOEDEREN. De secretaris-generaal, waajrnemend hoofd van het departement van handel, nijverheid en scheepvaart, maakt het volgende bekend; De aandacht wordt er nogmaals op geves- tigd, dat alle handelaren in textielproducten ongeacht hun functie zioh moeteri doen in- schrijVen bij het rijksbureau voor de distribu tie van textielproducten door den handel ten- einde een vergunning te kunnen krijgen voor de uitoefening van hun bedrrjf. Het zal bin- nenkort verboden zijn handel in textielpro ducten te drijven zonder in het hezit te zijn van deze vergunning. Bepaalde nader bekend te maken artikelen vallen Met onder de on- derstaande algemeene voorschriften ter be- perking van de aflevering van textielproduc ten. In het algemeen vallen onder deze producten wol, alle weefsels en afgewerkte textielpro ducten welke noodizakelijk zijn voor kleeding, dekking en verzorging van den mensoh. Voor het afleveren o.a. van woninginrichtingen is een speciale vergunndng van den plaatselijken distrdhutiedienst noodizakelijk. De beschikbare voorraad van deze goederen moet toch in de eerste plaats gebruikt worden voor onze me- deburgers wier hudsraad en inboedel in de laatste crisis verloren zijn gegaan. De onderstaande voorschriften vereischen in de eerste plaats de afgifte van bonnen door den winkelier voor elke aflevering van textiel producten, welke sledhts in beperkte mate betrokken kunnen worden. Ultdrukkelijk wordt er de aandacht op gevestigd, dat deze bonnen bewaard moeten worden aangezien t.z.<t. de kooper opgave zal moeten doen van zijn aankoopen, terwijl Ide verkoopers aan het publiek volgens nader aan te wijzen groepen en sorteering hun bonnen dan eventueel later zullen moeten inleveren. Er wordt in eigen belang een beroep op de algemeene mede- werking van verkoopers en het koopende pu bliek gedaan. Door de hierboven gemelde t.z.t. in te stellen scherpe controle van de op deize wijze van twee kanten te verkrijgen gegevens zal blijken in hoeverre voldaan is aan de ge- geven voorschriften. Met name de z.g. groote artikelen, welke hieronder gespecificeerd staan zullen indien zij in grootere hoeveelheden afgeleverd en ontvangen zijn in mindering worden gehraeht van in de toekomst te verleenen rechten van aanschaffing. De z.g. groote artikelen zijn o.a. wollen dekens, costuums voor mannen en jongens, mantelcostuums, wollen japonnen, wollen da mes- en kindermantels, overjassen voor man nen en jongens, regenjassen en regenmantels, bedstellen, matrassen, stoffen bestemd voor de vervaandiging van deze goederen. De bestaande regeling en voorschriften heb ben een tijdelijk karakter. 2!ij dienen als over- gangsmaatregel voor de verbeterde en defini- tieve regeldng, welke zal worden ingesteld zoodra het rijksbureau voor de distributie van textielproducten door den handel de gegevens verzameld heeft, welke noodzakelijk zijn om deze definitieve voorschriften zoo juist moge lijk te doen zijn en de organdsatle gereed is. Al de maatregelen, welke genomen zullen worden op het gebied van de verdeeling van textielgoederen, hebben ten doel te voorkomen dat een kledn gedeelte van de volksgemeen- een beetje bij John achter, en die liep zoo snel nij kon r.aar den wagen. Een moment later waren Lois en Pete een zijstraat ingeslagen en wandelden naar het dichtst'bijizijnde restau rant. Ze trokken hun jassen uit, Lois zette haar hoed af en midden tusschen het taJrijke pu bliek gebruikten ze Mm lundh. ,,Als ze naar ons zoeken!" zei Lois... doen ze dat vast Met in een restaurant vlakbij Bovendien hebben we onze jassen uitgedaan en de beschrijving klopt dus heelemaal niet!" Toen keek ze Pete aandachtig aan en glimlachte „Arme Pete! Om in dien stofboel gezet te worden!" Pete gromde iets, snoot zorgvuldig zijn neus, stopte zijn zaikdoek weer weg en knip- oogde tegen de zoldering: ,,Toch ben ik blij, dat het zoo geloopen is!" zei hij. Lois keek hem verbaasd aan: ,,Hoezoo?" Pete grinnikte en keek haar onversaagd aan: .Nu z:t ik tenminste alleen met jou hier!" Lois graaide haar taschje naar zich toe en versdhool zich achter haar spiegeltje: ,.Ik heb een pracht van een honger!" Pete riep een voorbijsnellenden kellner. „Ik merk tot mijn groot genoegen op," zei hij, „dat we het tot dusver rOerend eens zijn! Ober... de spijskaart!" HOOFDSTUK IX. John tijgt ten strijde. .Terwijl Lois en Pete aldus genoeglijk samen hun lunch gebruikten, was John, met zijn kostbare lading parkieten in voile vaart op weg naar huis. Het eenige oponthoud, dat hij zich het eerste uur getroostte, was voor het innemen van benzine en olie; vlak daarna stoof hij weer, zoo snel zijn wagen wilde, over schap zich "thans voorziet van extra voorra- den, terwijl dan door den slechten aanvoer van grondstoffen de groote rest der bevolking reeds binnenkort niet goed zal kunnen worden voorlziien van datgene wat voor het dagelijk- sche lev en en werken noodzakelijk is. Het adres van het rijksbureau voor de dis tributie is Damstraat 1, Den Haag, tel. 394930. De volledige regeling is van 13 Juni j.l. af voor iederen handelaar in textielproducten verkrijgbaar bij de plaatselijke distributie- diensten tegen betaling van 2% ct. per exem- plaar. Geen enkele handelaar zal zich der- halve op onbekenldheid met deze regeling kun nen beroepen. Tot zoover de officieele publicatie. De N. R. 0*t. teekent Merbij nog het volgende aan: De boven geschetste regeling zal in de plaats treden van de maatregelen, die de fa- brikanten en handelaren op eigen gezag heb ben getrotffen, om het inkoopen van goederen op groote schaal door bepaalde personen te voorkomen en een zoo billijk mogelrjke verdeeling van de voorraden te bevorderen. Eigenlijk behoefde rich niemand hieraan te houden. Deize incidenteele regeling, die ver- scMllende ufitleggingen toeliet, zal thans door een bindende worden vervangen, die de toe- wijzingen, welke gedaan kunnen worden, nauiwkeurig zal omschrijven. In sommdge opzichten zullen koopers be perkt worden in vergelijking met hetgeen tot duOver wordt toegestaan. Dit is, naar ons met nadruk is verze'kerd, noodig om een billijke en gelijkmatlge verdeeling te handhaven, opdat niet degenen, die over ruime kasmiddelen be- sdhifcken zich meer zullen kunnen aans chaff en dan zij, die weiMg gereed geld hebben. De algemeene grondgedaehte van de regeling is, dat de in Nederland aanwezige voorraden voor het Nederlandsche verbruik gereserveerd blijven. De meening, dat er groote hoeveel heden textielgoederen naar Duitschland weg- gevoerd zijn of zouden worden, is, zoo ver- klaarde men ons, onjuist. PENSIOENEN VOOR NABESTAANDE VAN GESNEUVELDEN. Zooals wij hebben gemeld, kunnen de nage- laten betrekkingen van gesneuvelde militairen aanspraken doen gelden op pensioen. Deze aanVragen moeten voor wat betreft bet be- roepspersoneel worden ingedlend bij den pen- sloenraad, Benoordenhoutsebeweg alhier en voor wat betreft de dienstplichtigen en het reserve-personeel bij het departement van Defensie. De pensioenraad kent alleen pen- sioenen voor weduwen, weezen en pleegkinde- ren, terwijl defensie ook nog pensioen toe kan kennen, indien de gesneuvelde militair kost- winner is geweest voor andere familieleden, zooals ouders of grootouders. Wat men moet overleggen. Bij de aanvraag voor pensioen, welke niet op zegel behoeft te worden gesteld, moet wor den overgelegd de overlijdensacte van den ge- sneuvelden militair, de geboorteacte van de weduwe, een huwelijksacte, afgegeven na den datum van overlijden, zulks ten bewijze van het feit, dat het huwelijk nog Met ontbonden was, alsmede een geboorteacte van de minder- jarige kinderen. De mogelijkheid van cumulatae. Als een gesneuvelde militair, bijvoorbeeld een reserve-officier tevens burgerlijk ambte- naar in's Rrjks dienst is geweest, moeten twee pensioen-aanvragen worden ingediend en wel een bij defensie en een bij den pensioenraad. Er bestaat mogelijkheid van een cumulatief pensioen, doch alleen in het geval, dat de ge sneuvelde als militair een hooger inkomen genoot, dan als burger ambtenaar. Bijvoor beeld een onderwijzer met een inkomen van f 2500 is tevens reserve-kapitein en geniet als zoodanig een inkomen van f 4000. In dat ge val wordt het pensioen berekend volgens een inkomen gelijk aan de som der beide jaar- wedden. Dat is echter het eenige geval, dat cumulatie volgens de wet mogelijk is, en het is wel te verwachten, dat dit spoedig zal wor den gewijzigd. Er zijn tameijk veel ambtena-- ren, die in een dergelijke situatie hebben ver- keerd. De grootte van het pensioen hangt uit den aard van de zaak af van het laatst genoten inkomen, met dien verstande, dat voor een soldaat een minimum-grondslag van 700 is vastgesteld. Van dit bedrag krrjgt de weduwe de helft, dus 350, plus 10 pet. voor ieder minderjarig kind, met maximum van 80 pet. van den grondslag, of 500. Bij gezinnen met een groot aantal kinderen is de mogelijkheid Met uitgesloten, dat een gratificatie boven bet pensioenmaximum wordt toegekend. Hiertoe is een verklaring van den burgemeester noo dig, waarin de omstandigheden waaronder het gezin leeft, in moeten zijn beschreven. Bljjven de kinderen als voile weezen achter, dan wordt een bedrag van 20 procent van den grondslag voor ieder kind ultgekeerd. Indien verzuimd wordt een pensioenaan- vrage in te dienen, wordt door de betrokken instanties, wanneer zij kennis nemen van het overlijden, automatisch nagegaan of er nabe- staanden zijn, die recht op pensioen kunnen doen gelden. den breeden weg. Tweemaal sloeg hij een zij weg in en maakte een grooten omweg, om eventueele vervolgers op een dwaalspoor te brengen, maar de overweging, dat alleen een vaag signalement van hem bekend was en dat nog in zijn regenjas, terwijl zeer waar schijnlijk Primstone, in zijn waardigheid van advocaat, zich wel tweemaal bedenken zou voor hij aan de politie en dus ook aan de pers mededeelde. dioor een knappe jongedame te zijn beetgenomen, deed hem langizamerhand zijn vaart minderen en hij Stopte tenslotte bij een bakkerswimkel langs den weg, om wat broodjes op te doen. Met de broodjes en enkele reepen choeolade klom hrj weer achter het stuur en al kauwen- de kreeg Mj een goed denkbeeld. Hij reed den wagen in een zijweg en nam den koffer er uit. Op zijn knieen opende hrj dicii en bezag de collectie parkieten met tevreden blik. Een erivan droeg in zijn binnenste een kost- baar papiertje en John maakte een veront- schulidigend geibaar, toen hp zijn zakmes te voorschijn haalde en de beesten een Voor een opensneed. Ze waren opgevuld met zaagsel, sommiige met houtwol en v66r John er vier had onderzoeht, was het een vreeselij'ke rom- mel om hem heen. Maar buiten den wagen durfde hij het toch Met te doen, een man, die op een landweg een paar dazijn parkieten aan reepjes snijdt, is een ongeiwoon schouwspel en kon lastige aandacht trek ken. 'Dus werkte hij onversaagd verder in zijn auto en het geluk was met hem. De achtste parkiet bevatte houtwol en toen hij die eruit haalde, bleek er binnenin een gevouwen papiertje te zitten. John sloeg het open en wierp er een vluchtigen blik op. Zooals op alle andere, stond in den bovenhoek een num- mer, er onder een handteekeMng en in het midden een los woord. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 5