Ter Neuzensche Courant De Erfenis van een Zonderling. Binnenland Feuilleton Vrijdag 7 Juni 1940 No. 10.071 TWEEDE BLAD VAN TMDELIJKE DIENST BIJ BE MARECHAUSSEE. Gemeld wordt, dat voor korporaals en man- schappen, die daartoe geschikt en genegen zijn, in beperkte mate de gelegenheid open- gesteld wordt om tijdelijk dienst te nemen bij bet wapen der Koninklijke Marechaussee. Zij moeten zicli hiertoe in verbinding stel- len met hun rechtstreekschen commandant, die over de gegevens beschikt, welke hij aan den inspecteur der Kon. Marechaussee moet doen toekomen. De beoordeeling, of een ge- woon of buitengewoon dienstplichtige, die op het oogenblik onder de wapenen is, voor tijde- lijke plaatsing bij genoemd wapen in aanmer- king komt, berust bij den inspecteur der Kon. Marechaussee. Gegadigden moeten tusschen de 20 en 30 jaar oud zijn, bij voorkeur onge- huwd. In het bijzonder zal worden gelet op goede gezondheid, goed gedrag, betrouwbaar- heid en ontwikkeling. ONZE VELDPREDIKERS. De Haagsche redacteur van de ,,Standaard" heeft zich gewend tot den Leger- en Vloot- predikant in Algemeenen Dienst, Kol. Dr. W. G. Harrenstein, met de vraag of het hem al bekend was of er veldpredikers onder de ge- sneuvelden of vermisten waren. Dr. Harrenstein kon mededeelen, dat van de veldpredikers, naar hij wist, vijf in krijgsge- vangenschap zijn, terwijl er van twee nog geen enkel gegeven is binnengekomen, maar hij had redenen om te vermoeden, dat ook deze zich in krijgsgevangenschap met hun regiment hebben begeven. Er mag gereede hoop bestaan, dat deze zeven veldpredikers binnenkort naar het vaderland zullen kunnen terugkeeren. Alle andere veldpredikers zijn in leven. De berichten, aldus Dr. Harrenstein, of geruchten over gesneuvelde veldpredikers zijn dus abso- luut uit de lucht gegrepen. Ik kan u mede deelen, dat alle Geref. veldpredikers behouden zijn en ook alle Chr. Geref. Onder de krijgs- gevangenen bevindt zich een Geref. veldpredi- ker, de andere zes zijn Ned. Herv. Van de veldpredikers zijn ongeveer 50 door mij, aldus Dr. Harrenstein, met groot verlof gezonden en verkeeren thans weer temidden van gezin en gemeente. Echter moeten er nog 80 dienst doen voor de resteerende 50 Nederlandsche militairen, voor wie juist nu geestelijke verzorging meer dan ooit eisch is. De Opperbevelhebber van Hand- en Zeemacht heeft de regeling van de geestelijke verzor ging geheel in mijn handen gelegd. De Kerken, die hun domine nog korten tijd moeten mis- sen, hebben de schuld van dit feit dus alleen aan mij te wijten. Ik vertrouw, aldus besloot Dr. Harrenstein, dat zij dit offer nog even zullen willen bren gen, want ik verzeker hen, dat ik geen dag anger dan strikt noodzakelijk is, hun doming in dienst zal houden. ROTTERDAM GAAT NIEUWE KERKEN BOUWEN. Verschillende kerken in Rotterdam hebben het verlies van een of meer van haar gebou- wen te betreuren. Dat daarbij ook Rotter- dams oudste monument behoort, n.l. de Groote of St. Laurenskerk, beteekent niet alleen een verlies voor de Ned. Herv. Gemeente, doch voor geheel de stad, zoo schrijft ,,De Stan- daand". De Ned. Herv. Gemeente mist thans voorts nog twee andere kerkgebouwen, n.l. de Wes- terkerk aan de Kruiskade en de Zuiderkerk aan de Gedempte Glashaven. Eerstgenoemde kerk had geen historische beteekenis. Ernsti- ger is het verlies van de Zuiderkerk. Belang- rijke kunstwerken zijn hier verloren gegaan, n.l. de gehrandschilderde ramen, welke het levenswerk zijn geworden van den kunstenaar Marius Richters, die daaraan 15 jaren heeft besteed. De Gereformeerde Kerk van Rotterdam C heeft het verlies van twee gebouwen te boe- ken, ml. de Nieuwe Westerkerk aan de Am- manstraat en de Nieuwe Oosterkerk aan den Goudscheweg. Beide gebouwen dateeren uit den tijd na de Doleantie en hadden dus geen historische waarde. De Nieuwe Oosterkerk was, na den verkoop van het gebouw aan de Hoveniersstraat het eenige gebouw voor het Oostelrjk dee] der ge meente. De Chr. Geref. Kerk verloor haar achter de Jonker Pransstraat verscholen gelegen kerk- gebouw. De Presbyteriaansche Gemeente van Dr. M. H. A. van der Valk heeft haar gebouw ,,De Hoop" in de Generaal van der Heydenstraat eveneens moeten missen. Oorspronkelijke roman van WILLY WATERMAN. (Nadruk verboden.) 15) Vervolg. Het droeg het cijfer 4, en de. handteekening, die Pete ontcijferde als zijnde J. M. K. Panni- ford. Zoo had dus de oude oom geheeten. Pete bekeek den aschbak en de reuklampjes. Ze hadden alle bronzen of koperen voetstuk- ken, en in elk van die voetstukken was een gaatje dichtgesmoltem De oude baas was zelf ook een handige rakker geweest, bedacht Pete, terwijl hij ze weer neerzette, om die gaten in het brons dicht te smelten, zonder het papier te schroeien of te verbranden. Met het olifantje in zijn hand ging hij terug r.anr zijn stoel. Geen van hen drieen had dat beestje nog kunnen bekijken, nadat Lois ermee uit Londen was teruggekeerd. Het heele ding was nauwelijks grooter dan zijn vuist, ruw afgewerkt en voorzien van twee ivoren slagtandem Hij keerde het om en om, klopte er op, kraste er met zijn nagel over en toen zag hij, dat de streep, die zijn nagel erop achterliet, op een plaats plotselin r dieper werd. Hij ikraste opnieuw op die plaats en ontdekte, dat daar een fijne, cirkel- vormige snede was, onder aan den buik van het beest, die met zwarte was was dicht- gestrekem Met zijn zakmes volgde hij de snede en probeerde de houten prop, die het gaatje afsloot, er uit te wippen. Plotseling voelde hij het houten cylindertje meegeven en het volgende oogenblik hield hij het in zijn hand en staarde in een gaatje, uitgeboord in Verdwenen is ook de Doopsgezinde Kerk, een schuilkerk, gebouwd op een binnenterreir. tusschen de St. Laurensstraat en da La.rwan- straat, toegankelijk door een poortje met een smeedijzeren hek in eerstgenoemde straat. Deze kerk was gebouwd in 17721775 naar ontwerp van Aart Kool met medewerking van zijn zoon Aart Kool Jr. De Luthersche Kerk aan den Wolfshoek, hoek Posthoomsteeg, de kerk met het kope ren dak, zal in het stadsbeeld ook ten zeerste worden gemist. Op 16 December 1936 werd het 200-jarig bestaan van deze kerk herdacht. HET KOOPEN, GEBRUIKEN ENZ. VAN HOUT. Bepalingen van de houtbeschikking 1940 no. 1. In de Staatscourant is opgenomen de Hout beschikking 1940 no. 1. Volgens artikel 2 is iedere handelaar en/of agent in hout, gebruiker, verbruiker, bewer- ker of verwerker van hout verplicht aan den directeur van het rijksbureau voor hout op diens last opgave te doen van de voorraden hout en van de gekochte, verkochte, afge- leverde, gebruikte, verbruikte, bewerkte of verwerkte hoeveelheden hout, alsmede van de doeleinden, waartoe deze hoeveelheden heb ben gediend en zullen dienen, desverlangd on der overlegging Van de daarop betrekking hebbende bescheiden. De opgaven moeten schriftelijk geschieden, desverlangd op en overeenkomstig een door den directeur vast- gesteld formulier binnen een telkenmale door hem te bepalen tenmijn. Bij artikel 3 is het verboden zonder uit- drukkelijke toestemming van den directeur buitenlandsche koopcontracten te annuleeren of te wijzlgen. Art. 4. a. Het is verboden hout te verkoo- pen, te gebruiken, te verbruiken, te bewerken, te verwerken, te doen bewerken, te doen Ver- werken of af te leveren, zonder daartoe van den directeur verkregen schriftelijke vergun ning. Voor zoov'fir de vorenbedoelde hande- lingen door of ten behoeve van de Duitsche en Nederlandsche bevoegde militaire autori- teiten en instanties zullen worden verricht, wordt een algemeene dispensatie verleend. b. Van het verbod, bedoeld sub a, geldt tot een nader door den directeur te bepalen tijdstip een algemeene dispensatie, behalve voor nieuwen bouw, waarv'oor nog geen ge- meentelijke bouwvergunning is verleend, met uitizondering van wederopbouw van in den oorlog verwoeste of besch^digde gebouwen of kunstwerken. c. Aan een vergunning, als bedoeld sub a, kunnen door den directeur voorwaarden en beperkingen worden verbonden. d. De vergunningen mogen door den hou- der niet worden overgedragen. Artikel 5. Het is aan natuurlijke of rechts- personen, die van den handel in hout niet hun normaal bedrijf maken, verboden hout te koopen zonder daartoe van den directeur ver kregen schriftelijke vergunning, tenzij dit hout voor eigen gebruik is bestemd. Aan de vergunning kunnen voorwaarden en beper kingen worden verbonden. Artikel 6. Ter zake van het verleenen van een vergunning, als bedoeld in de artikelen 4 en 5, wordt een door den directeur in overleg met de in artikel 5 genoemde personen te be palen consentgeld geheven, te berekenen naar de bruto-waarde der betrokken goederen, tot een maximum van 1 pet. van deze waarde, met dien verstande, dat het consentgeld ten minste 0,25 per vergunning zal bedragen. De directeur is bevoegd van de betaling, al dan niet onder door hem te stellen voorwaar den, geheel of gedeeltelijke dispensatie te ver leenen. De bevoegdheden, in het bovenstaande aan den directeur verleend, worden uitgeoefend in overleg met de heeren F. B. J. Gips en Mr. D. F. Pont, resp. voorzitter en directeur van den Nederlandschen Houtbond, tevens leden van de Commissie van Bijstand van het Rijks bureau. NATION ALE HULPACTIE TEN BATE VAN ONZE BEHOEFTIGE MILITAIREN EN DE NABESTAANDEN VAN GESNEUVELDE MILITAIREN. Gemeld wordt: Ons leger heeft in dezen korten oorlog moedig gestreden tegen een even dapperen als ridderlijken tegenstander. Het Nederland sche volk heeft thans den plicht, de geleden schade te hecstellen van de gezinnen onzer soldaten. De overheid zal daaraan slechts in zeer geringe mate kunnen tegemoet komen; daarom rust op onze geheele natie de onaf- wijsbare plicht, in die nood te voorzien. Het bestuur van het alom bekende, reeds uit den vorigen wereldoorlog dateerende Marine-rampenfonds, dat zich het vorige jaar het lot heeft aangetrokken van de slacht- offers van de verongelu'kte mijnenvegers ,,Wil- lem van Ewijck" en ,.Jan van Gelder", heeft thans het initiatief genomen tot het organi- seeren van een nationale steunactie ten be hoeve van de behoeftige oorlogsslachtoffers van land- en zeemacht, die in de oorlogsdagen het lichaam van het olifantje. Diep daarin schemerde iets wits en toen Pete een paar klopjes met zijn zakmes op het ding gaf, viel er een opgerold papiertje uit. Het droeg eveneens een woord, een nummer en de handteekening van den ouden Panniford. Pete stopte het papiertje weer in het beest, schoof de houten stop weer in het gaatje en zette het ding bij de rest op de safe. „Netjes gedaan," mompelde hij, ,,er was niets van te zien!" Hij borg de geheele collectie weer in de safe, sloeg de deur dicht en draaide het slot om. De warme zomermiddag en de loome ge- luiden van buiten deden hun invloed gelden. Hij geeuwde en zocht een detectiveroman uit een van de boekenkasten. Met dat boek dook hij in een van de leeren fauteuils en las, tot zijn polshorloge zes uur wees. Toen stond hij op, legde zijn boek weg en rekte zich uit. „Tijd om John te wekken", mompelde hij en liep de trap op. Bij zijn tweede klop antwoordde hem de slaperige stem van John en even later stak die zijn hoofd met verwarde blonde haren om de deur. „Zes uren heeft de klok!" zei Pete, „jouw wacht hegint!" John knikte en trok de deur open. ,,-Ik ga eerst een heet bad nemen. We hebben twee badkamers; als je verstandig bent, doe je het ook, dan ben je om tien uur zoo frisch als een hoentje. Al je boel ligt in de slaapkamer hiernaast, Lois heeft 't klaar gelegd." ,,Lois is een engel!" zei Pete en hij meende het ,,er staat een heele lunch voor je klaar, beneden, beter laat dan nooit! Addio!" Hij verdween in zijn slaapkamer, haalde een handdoek ten zijn badjas en al de rest te voor- schijn en even later kondigden twee rauw ge- zongen liederen uit twee verschillende kamers aan, dat er heete baden werden genomen. van 10 tot 14 Mei zijn gevallen bij de verdedi- ging van onzen vaderlandschen grond. Steunende op de groote populariteit en het algemeen vertrouwen, welke het Marine-ram penfonds in den lande geniet, welk vertrou wen is gebleken uit de vele giften uit alle streken des lands, die bij het fonds zijn bin- nengestroomd, heeft het bestuur gemeend, zijn groote ervaring en organisatie te moeten beschikbaarstellen voor dit doel. Het wil trachten dit doel te bereiken door de stichting van een daartoe strekkend af- zonderlijk fonds, dat den naam zal dragen van Leger- en vlootfonds 1940, voor hen die vielen". De opperbevelhebber van land- en zee macht, generaal H. G. Winkelman, heeft zich dadelijk bereid verklaard, het beschermheer- schap der nieuwe stichting te aanvaarden. 'Het is mogelij'k, dat ook van andere zijden prijzenswaardige pogingen zullen worden aangewend om voor de oorlogsinvaliden en nabestaanden van gesneuvelden gelden in te zamelen. Teneinde versnippering te voor- komen, verzoeken wij de Nederlandsche bur- gerij zich hiervan te onthouden. Het bestuur van het Marinerampenfonds hoopt binnen enkele dagen met de voorbereiding zoover ge- vorderd te zijn, dat het in staat is, het cen- trale gironummer te vermelden, waarop bij- dragen worden ingewaoht. Inmiddels kenne een ieder zijn plicht en stelle zijn bijdrage reeds vast. NEDERLANDSCH OLEARING- INSTITUUT. In aansluiting aan de publicatie van 18 Mei j.l., maakt de directie van het Nederlandsch Clearinginstituut, met machtiging van het Departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, bekend, dat niet alleen ten aan- zien van Duitschland, maar ook ten aanzien van Bulgarije, Chili, Italie, Roemenie en Tur- kije, de voldoening van clearingplichtige schulden weder op normale wij'ze door storting in de clearing dient te geschieden. Ook de autonome maatregelen betreffende het betalingsverkeer met Spanje, Denemar- ken en Noorwegen blijven voorloopig onvcr- anderd van kracht. De koersen voor stortingen blijven tot nader bericht voor: Reichsmarken 75,63; lires 9,55; Turksehe ponden 145)4; Deensche kro nen 36,40 en Noorsche kronen 42.80. ONJUISTE BELASTTNGAANGIFTEN. Geen strafvervolging bij verbeterde opgave voor 15 Juni a.s. Het departement van financien maakt het volgende bekend: De saamhoorigheid van de bevolking van Nederland legt iederen inwoner den duren plicht op naar beste krachten bij te dragen tot leniging van den nood waarin het land door de krijgsverrichtingen is komen te ver keeren. Een ieder dient er van doordrongen te zijn, dat hij gehouden is zijn aangifte voor de belastingen naar inkomen en vermogen voor het belastingjaar 1940/1941 op tijd, juist en volledig te doen, en dat hij, indien hij deze aangifte reeds mocht hebben gedaan deze ten spoedigste dient te verbeteren ingeval zij on- juist mocht zijn. Aan belastingplichtigen die over verstreken belastingjaren hun aangiften niet hebben gedaan zooals het behoorde wordt de gelegen heid gegeven hun fout te herstellen door begane onjuistheden te verbeteren, zonder dat zij zich daardoor blootstellen aan de sancties, welke op het doen van onjuiste aan giften staan. Een juiste of verbeterde aan gifte voor de. belastingen naar inkomen en vermogen voor het belastingjaar 1940/1941, waaruit blijkt, dat over vroegere jaren onjuiste aangiften zijn gedaan, zal namelijk worden beschouwd als een uit eigen beweging gedane verbetering van die vroegere onjuiste en on- volledige aangiften. Dit heeft in de eerste plaats tot gevolg, dat tegen de aangevers geen strafvervolging we- gens het doen van onjuiste aangiften over vroegere jaren zal worden ingesteld. Voorts is bepaald, dat bij navordering van belasting over vroegere belastingjaren, waarvoor de wettelijke termijn van navordering nog niet is verstreken, geen verhooging zal worden ge- vorderd, en verder, dat ook wegens andere overtredingen van de wetten op de belastin gen naar inkomen en vermogen, zooals het overleggen van valsche of onjuiste boeken, bescheiden en opgaven, geen strafvervolging zal worden ingesteld. Voor hen, die hun aangiften over het belas tingjaar 1940/1941 reeds hebben gedaan, staat de gelegenheid tot het verbeteren van even- tueele onjuiste aangiften open tot 15 Juni 1940. Ook zij, die door de oorlogsomstandigheden of om andere redenen niet in staat zijn ver beterde aangiften voor 15 Juni 1940 te doen, zullen op straffeloosheid aanspraak hebben, indien zij den inspecteur der directe belastin gen voor dien datum van de onjuistheid hun- ner aangiften kennis geven, met de verklaring, dat zij ten spoedigste een juiste en volledige aangifte zullen doen. Mochten onjuiste aangiften voor de divi dend- en tantiemebelasting of voor de doode HOOFDSTUK VTH. De jaeht op de opgezette parkiet. Pete ontwaakte uit een droom, waarin hij vol enthousiasme aan het jagen was op drie lieden uit inlichtingenbureaux, die elk een heelen sleep gestolen auto's achter zich aan sjorden en hij had juist drie van hen in kel- ders vol vuurspuwende draken gestopt, toen hij gewekt werd door een geklop op zijn deur. Hij riep slaperig: ,,Ja en vroeg zich af, waar hij ergens was, toen de stem van John klonk, die riep „Kwart voor tien!" F&n geluid van stroomend badwater klonk een eindje verder en met een sprong was Pete uit zijn bed. Hij schoot in zijn kamerjas en stak zijn hoofd buiten de deur. „Wachter, wat is er van den nacht?" in- formeerde hij. )VNiks bijzonders" zei John, ,,ik heb Lois al gewekt en die zit in haar bad!" „Ik hoor het!" zei Pete en trok zijn hoofd terug, ,,ik ben z66 beneden!" Dat was hij inderdaad. Hij wist niet, wat er dien nacht nog kon geschieden en om- gordde zijn lendenen met een stevige plus- fours, trok flinke schoenen aan en herlaadde Lois' pistool met de patronen, die hij op Bealie had gevonden. Een veeg over zijn kin bewees hem, dat er nog niet gekrabd behoefde te worden en tevreden keek hij uit het raam. De zon was onder en de violette lucht voor- spelde een prachtigen nacht. Het pistool bungelend aan zijn pink, daal- de Pete de trap af en ging de hall in. John zat in een fauteuil, aan een pijp trekkend en had het telefoonboek op zijn knieen. ..Hallo!" zei hij ,,goed geslapen?" ..En of!" zei Pete, ,,op voile kracht!" John hield het telefoonboek omhoog: ,,Ik heb alle wetenswaardigheden over den eige- naar van de opgezette parkiet opgescharreld en ze op een vodje papier geschreven. Als Ixiis handbelasting zijn gedaan, dan kunnen ook deze vo6r 15 Juni 1940 straffeloos worden verbeterd. BOIJWE VLAS WEER COMMANDANT VAN HET LEGER DES HEILS. In „De Strrjdkreet" van deze week richt commandant Vlas tot officieren en soldaten van het Leger des Heils de volgende oproep: „Nu in Gods voorziening onder buiten- gewone en zeer moeilijke omstandigheden de leiding van ons geliefd Leger in ons Vaderland opnieuw in mijn handen is gelegd, is mijn eer ste werk, u er mede in kennis te stellen, dat ik vanaf Maandag 20 Mei mijn werkzaam- heden op het Hoofdkwartier hervat heb. Ik ben mij diep bewust, dat deze taak te zwaar is om in menschelrjke kracht alleen te worden volbracht, maar ik ben evenzeer er van verzekerd, dat mijn vast vertrouwen op mijn God en Heiland, Jezus Christus, en de hartelijke, loyale en vastberaden medewerking van al mijn makkers, mij in staat zal stellen, deze groote verantwoordeijkheid te dragen tot het welzijn van ons geliefd Leger en tot de eer en heerlijkheid van den Naam onzes Gods. God heeft ons jarenlang het goede doen aan- schouwen, en als de tijd nu mocht zijn aange- broken om ons te louteren, dan weet ik, dat u ook bereid is het offer te brengen. Offers zul len noodig zijn om een heiliger gemeenschap en een vredige, rechtvaardige samenleving op te bouwen. Het woord offer" verontrust ons, Heilssol- daten, niet. Wij brengen het met bereidheid, indien het belang van onze medemenschen en de eere Gods dit vragen. Maar bovenal richten wij het oog op en verblijden wij ons over de menigte kansen, welke ons thans en in de toekomst geschon- ken worden om den geest van onzen Heiland in onze daden te openbaren. In Rotterdam, waar wij zelf zwaar getroffen zijn, heeft de overheid van het begin af aan dankbaar gebruik gemaakt van de diensten, welke onze dappere officieren en makkers on- middellijk hebben aangeboden. Ook het Leger in Den Haag werd in deze hulpverleening in- geschakeld. Tienduizenden hunkeren naar een aanmoe- digend woord, roepen om vertroosting; dui- zenden zielen zijn doorboord van smart. Laat ons hun den balsem Gileads brengen. ,,Wij moeten sterk zijn en wij kunnen sterk zijn, als wij onze kracht zoeken in onzen God en vastberaden de handen ineenslaan, om een- drachtig en fier onze Legervaan en de eeuwige beginselen, welke zij vertegenwoordigt hoog te houden". DE ZUIDERZEEWERKEN WORDEN KRACHTIG VOORTGEZET. Hoe staat het met de drooglegging der Zuiderzee Bij informatie werd aan de ,,Telegraaf" van gezaghebbende zijde verzekerd, dat de voort- zetting van de uitvoering der Zuiderzeewe'-- ken met kracht ter hand wordt genomen. De geheel nieuwe situatie, waarin wij ons op het oogenblik bevinden, schept uiteraard tal van nieuwe problemen. Reden waarom men ons in dit stadium nog geen gedetailleerde inlichtin- gen kon verstrekken. Deze kunnen evenwel binnen zeer afzienbaren tijd worden tegemoet gezien. De Zuiderzeewerken zijn onze nationale trots, waardoor den naam, dien onze water- bouwkundigen reeds eeuwen lang over de ge heele wereld genieten, nieuwen luister werd bijgezet. Onder de huidige omstandigheden echter kan de voltooiing van dit gigantische werk van nog veel verstrekkender zin zrjn. Naast propagandistische waarde wordt het een kwestie van prestige. Thans kan Neder land bewijzen, dat het zich snel en volkomen weet aan te passen. Daamaast mogen de Zuiderzeewerken als object van werkverruiming evenmin worden verwaarloosd, terwijl de gedachte, dat hier nieuwe Nederlandsche cultuurgrond aan het water wordt ontworsteld, juist in deze dagen een nog diepere beteekenis krijgt en voor onze voedselvoorziening van het hoogste belang is. DE OORLOG EN HET AUTOVERKEER IN ONS LAND. Het streven van de Engelschen om de in Nederland aanwezige benzine- en olievoor- raden, die voor circa 2 jaar toereikend zouden geweest zijn, te treffen, dat na de vemieling van de olietanks te Amsterdam, o.a. door grootendeels mislukte aanvallen op de olie- installaties te Rotterdam en Vlaardingen is tot uiting gekomen, heeft het gevolg gehad, dat thans het autoverkeer in ons land zoozeer beperkt is moeten worden, dat Zondag van het gebruikelijke verkeer en de uitstapjes, die velen ter gelegenheid van het weekeinde plachten te maken, niets is kunnen komen. Waren de Engelsche bombardementen ach- terwege gebleven, aldus onze inlichtingen, dan zou er van een dergelijke beperking geen sprake hebben behoeven te zijn. (N. R. Crt.) DE ENGELSCHE LUCHTAANVALLEN OP ROTTERDAM. In den nacht van Maandag op Dinsdag heb ben, meldt de N. R. Crt., Engelsche vliegtuigen opnieuw een aanval op Rotterdam beproefd, beneden is en we gesoupeerd hebben, zal ik ze je wel vertellen." Op dat oogenblik daalde Lois de trap af. Met denzelfden rvooruitzienden blik als Pete had ze een tweed-rok aangetrokken en een leeren golf-jasje. Onder dat bruin-roode jasje had ze een crdme trui en het geheel leverde een voortreffelijk schouwspel op. „Gegroet schoone avondfee," fluisterde Pete met ontzag, ,,ziehier..4... uw wapen!" En hij overhandigde haar het pistool. Lois nam het met een lachje aan en stak het in een zak van haar jasje. ,,John vertel me niet, dat je me met opzet hebt laten plapen van twee uur af tot nu toe!" John keek verontwaardigd: ,,Maar Lois! Ik heb het totaal vergeten! Stom van me!" John stond op: „Als we nu eerst eens gaan eten, ik heb zoo goed en zoo kwaad het ging een souper klaargemaakt. Dan kunnen we daama op het oorlogspad tijgen." Het souper was voortreffelijk en Pete be- gon langzaam een gunstiger opinie te koeste- ren over een oom, die jongens en meisjes alle- bei hetzelfde leerde. Hij zelf zou in geen honderd jaar er in sla- gen, een souper te bekokstoven, dat hier ook maar in de verste verte op leek. Onder de koffie stelde Pete een vraag over 'n probleem, dat hem heel den middag al had beziggehouden ,,Wie houdt hier in vredesnaam het huis sch'oon en wie wascht het vaatwerk af en zoo John lachte: ,,Ja, dat schijnt hier door kaboutertjes te gebeuren. Maar 's morgens vroeg om zeven uur komt een vrouw, die alles afwascht, wat er staat, de enkele kamers doet, die we be neden in gebruik hebben en ons om half negen wekt. Ze heeft een sleutel van de achter- verder is er geprobeerd ook tot de vliegvelden Ypenburg en Schiphol door te dringen. De Engelschen hebben een krachtigen tegen- stand van Duitsch luchtafweergeschut onder- vonden. Te Rotterdam, waar het slechts om enkele toestellen te doen was, zijn geen mili taire objecten getroffen en evenmin oecono- mische objecten van belang. De door de vliegtuigen geworpen bommen zijn, naar van Duitsche zijde is meegedeeld, op onbebouwde terreinen nabrj den Nieuwen Waterweg en aan den buitenkant van Rotterdam terecht geko men. Tot een aanval op de vliegvelden Ypen burg en Schiphol hebben de Engelschen het in het geheel niet kunnen brengen, daar zij door jachtvliegtuigen werden onderschept. Het Duitsche luchtafweergeschut heeft bij den aanval op Rotterdam 2 Engelsche toestel len neergeschoten, bij den uitval naar de ge noemde vliegvelden hebben Duitsche jagers nog twee Engelsche toestellen geveld. De Duitsche afweer heeft goed gewerkt, men vertrouwt, dat de Engelschen ook in de toekomst geen kans zullen krijgen schade aan te richten. Hierbij mag worden aangeteekend, dat het om militaire redenen niet steeds mogelijk is min of meer gepreciseerde mededeeling te doen over eventueele actie van geallieerde vliegtuigen boven Nederlandsch gebied, daar zulke mededeelingen voor de aanvallers vingerwijzingen zouden kunnen bevatten, die men van Duitsche zijde uit den aard der zaak wenscht te vermijden. Omtrent onze badplaatsen worden de meest geruststellende mededeelingen gegeven. De Duitsche luchtafweer is zo6 krachtig, dat het bedrijf aan onze kust van luchtaanvallen niets heeft te duchten. Op Scheveningen begint zich het strandleVen reeds te ontwikkelen, zoo ook te Zandvoort. EEN DUITSCH DAGBLAD IN ONS LAND. Er zal er in ons land een Duitsch dagblad beginnen te verschijnen onder den titel: Deut sche Zeitung in den Niederlanden. Het zal te Amsterdam worden gedrukt, waar ook de redactie gevestigd is en zal in de eerste plaats bestemd zijn voor de in ons land wonende Duitschers en de Duitsche bezettingstroepen, maar bij den opzet ervan is van de veronder- stelling uitgegaan, dat de zaken, die het zal bevatten ook menigmaal geschikt zullen zijn het Nederlandsche publiek belangstelling in te boezemen, des te meer, daar het zich met het Duitsche streven in het algemeen en met de Nederlandsch-Duitsche betrekkingen in het bizonder bezig zal houden en herhaaldelijk mededeelingen uit de eerste hand zal doen die voor Nederland van belang zijn. DE TERUGKEER VAN NEDERLANDSCHE KRIJGSGEVANGENEN UIT DUITSCHLAND. Ingevolge het besluit van den Ftihrec en Opperbevelhebber zullen de Nederlandsche militairen, die zich in Duitschland in krijgsge vangenschap bevinden of hebben bevonden, zooals eerder is aangekondigd, evenzeer als de krij'gsgevangenen, die zich op Nederlandsch grondgebded bevinden, in de gelegenheid ge- steld worden naar hun haardsteden terug te keeren en zullen alleen de beroepsmilitairen onder hen, vooreerst in kazemes onderdak gebracht worden. Voor de vrijlating van de Nederlandsche krijgsgevangenen in Duitschland gelden over- eenkomstige voorsehriften als voor die hier te lande: am te beginnen wordt aanstonds de helft vTij'gelaten, de andere helft volgt zoo spoedig mogelijk, d.w.z. zoo spoedig als het economische leven in ons land in staat is hen op te nemen. Haar aftocht uit Duitschland is thans in vollen gang. Wederzijds van de grens zijn uitgebreide maatregelen getroffen om de transporten zoo snel mogelijk door te zenden. In de gevallen, dat teruggekeerden geen werk hebben, resp. kunnen vinden, moeten zij zich, evenals zulks voor de naar huis ge zonden krijgsgevangenen in ons eigen land geldt, bij het dep&t van hun onderdeel aan- melden. Over hetgeen er met de beroepsmilitairen zal geschieden !s, naar van bevoegde zijde werd meegedeeld, weldra een beslissing te verwachten; men nam aan, dat deze van be- vredigenden aard voor de betrokkenen zou zijn. DE VERZORGING VAN HEN, DIE ONDERDAK NOODIG HEBBEN. Als Staatsblad no. O. 302 is verschenen een besluit van den opperbevelhebber van land- en zeemacht van 29 Mei, betreffende de regeling van de huisvesting en verzorging van personen, die tengevolge van het oorlogs- geweld onderdak van noode hebben. Volgens artikel 1 van dit besluit is de com missie Burgerbevolking, onder oppertoezicht van het waarnemende hoofd van het departe ment van binnenlandsche zaken en voor die gevallen, welke onder de bemoeiing van een regeeringscommissaris voor de hulpverleening vallen, mede onder diens toezicht, belast met de algemeene leiding van en de zorg voor de huisvesting en verzorging en al hetgeen daar- mede verband houdt van de personen. die ten- deur en zorgt ook voor het aanvullen van onzen Voorraad. Ze was vroeger bij mijn oom huishoudster. Als we om negen uur beneden zijn gekomen, gaat ze naar boven, om onze twee of drie kamers te doen, terwijl Lois voor het ontbijt zorgt en als we daarmee klaar zijn, is alles in orde en we zien nooit ver- velende bedienden om ons heen draaien ./Dus alles komt in crde, zonder dat je ooit iemand ziet!" zei Pete, ,,'t Maakt op iemand, die hier voor 't eerst is, een sprook- jesindruk!" Ze verlieten de eetkamer en gingen naar de hall. De groote klok tikte zwaar en de wijzers stonden op even voor half elf. Het was intusschen geheel donker geworden en John ontstak enkele lichten. ,,Over een minuut of tien," zei hij, „als onze sigaretten op zijn, gaan we vriend Bealie op- halen! Ik heb het telefoonboek nageslagen op den naam Primstone. G.A.G. Primstone, K.C. an een heele reeks letters achter zijn naam. Zijn adres is High Road, 387. Eton en zijn beroep staat in den gids aangegeven als advocaat. En deze gewichtige man is de ge- lukkige eigenaar van ons parkietje. Verder heb ik opgebeld naar een of andev adres in Eton, ook op de (High Road, naar een kruide- nier en hem met een smoesje over een leve- rantie van balen suiker iets over Primstone gevraagd. Ik hoop niet, dat ik vriend Prim- stone's financieele positie in discrediet heb gebracht, maar wat ik te weten kwam is het volgende Primstone K.-G. is een zeer ordelievend ouderwetsch en behoorlijk man, financieel boven alien twijfel verheven en een groot min- naar van muziek. Dat is alles, wat er in de conversatie met den kruidenier uitlekte. Ik durfde niet veirder vragen. want dat stond wel een beetje raar!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 5