1 KJFLJKJ*. IVOROL-tandpasta is de beste it Feuilleton- vertellingen Dam- en Schaakrubriek m tcSi Burgerlijke Stand BRABANTSCHE BRIEVEN. DAMMEN SCHAKEN. m mM wm wm INGEZONDEN STUKKEN. LOOP DER BEVOLKING. fAl m Wm M doch dit is zeker niet het geval. Verdachte kan niet inzien, dat het paard pijn heeft ge- leden Volgens verdachte betrof het hier een redelijk doel n.l. om de gebruikswaarde en de bandeiswaarde te verhoogen. Hij zou geen straf kunnen aanvaarden. De Politierechter veroordeelde verdachte v. d. H. tot een geldboete van 50 of 25 dagen hechtenis en verdachte B. tot een geldboete van f 25 of 15 dagen hechtenis. STURM BERUST IN ZIJN VONNIS. Vijf jaar voor spionnage. Evenals de beide mede-verdachten in de Haagsche spionnage-zaak, heeft volgens de Tel. ook de hoofdverdachte, de zich ingenieur noemende genaturaiiseerde Duitsoher F. Sturm, in zijn vonnis vijf jaar gevangenis- straf berust. Tegen Sturm was acht jaar gevangenis- straf geeischt, omdat hij aan een buitenland- sche mogendheid berichten had doorgegeven over troepenlegermgen van het leger en foto- grafieen van scheepvaartlijsten. De recht- bank heeft de straf bepaald op vijf jaar. De officier Mr. J. C. V. Meischke heeft van hoo- ger beroep afgezien. Ulvenhout. Amico, Ge hebt in langen tijd niks van me ver- ncmen over den Vic! En als ik nou over hum schrijven zal, dan dan is dat 't slotbedrijf. Den Vic is vertrok- ken. 't Boschhuis staat leeg. En ik kan oe zeggen, da'k er veul weet van heb. 'Nen goeien vrind, een van de prachtig- ste kearels d-ie 'k ooit teugenkwam in m'n leven, verdween uit m'n gezicht, wijdweg, wjjd over de ronding van de weareld, aan ginnen kant van den versten ender. Den Vic zit in Amerika...! 't Kost nie anders. Enne... en dat maakt eigenlijk z'n vertrek nog triestiger. Ge wit, verlejen jaar, in de sombere dagen van 't Allerzielentij, stierf z'n Lien, 't -„ouwe mevrouwke", lijk ik haar altij noemde. Slechts korten tijd na moeders thuiskomst was 't klein gezin bij malkaar. In schoonen, bianken vrede trokken de jaartijen over 't boschhuis, waar den Vic schilderde en zong. Wlaar Hanneke tuinierde en eigens bloeide lijk 'n welige theeroos, bedaauwd van peerlend geluk. Waar de eekers over 't rieten dak van den Vic z'n atelier hipten, waar de houtduiven koerden in de hooge bronzen beuken die huihe machtige kroonen spreiden over den huize Zonneveld. Waar de boschveugeltjes paarden en stoeiden, floten en fleemden op de raam- durpels. Wlaar 't altij goed was om te zijn. Ook in '-t Najaar, als de beuken huilie bruine blaren over 't huis strooiden, dat ten leste tot de knieen in den Herfst zonk. Wiaarnaar ik, op den Vic z'n atelier, als ie daar te tooveren zat mee de lenige handen op papier of linnen, uren kijken kost; peinzen naar den ruischenden blarenval om 't stille huis, onder dieen gou- wen regen van 't herfstbosch. Uren peinzen, luisteren naar 't blarengeritsel, dat fluisterde deur de houten wanden van den Vic zijnen daglichten studio. Of in den winter, als ik pijpsmorend met 'm aan de hooge kolomkachel zat, schemerend in't ros gevlam, veilig in de donzen stilte van 't witte sneeuwbosch, daar schimmend deur de beslagen ramen. Ja, ik heb veul weet van m'nen witten toovenfeer, die wegtrok uit ons schoone bos- schen naar 'n vrimde weareld, die 'k nie ken. We hebben afscheid genomen, veur goed...! Hanneke tobde veul als 't ouwe mevrouwke de bosschen uitgedragen was, naar 't kerk- hoveke aan de Mark. Den Vic... ge weet 't, 'k Heb oe daar zoo nou en dan iets over geschreven g'-had. Maar 617. Een vrij scherp en onregelmatig gespeeld partijtje zonder opvallende fouten. Wij kunnen meer dan oppervlakkige kennisneming ten zeerste aanbevelen. Wit: K. Zwart: G. 1. 32—28 18—22 Een oude, maar altijd interessante voort- zetting. 2. 3732 2025 Gebruikelijker is 1218, 7-12 en 17. Het spel wordt nu weldra knap onregelmatig, het- geen vermoedelijk ook zwarts bedoehng was. 3. 41—37 14—20 4. 4641 1014 5. 34—30 25X 34 6. 39X30 20—26 7. 4034 510 8. 44—39 15—20 9. 50—44 12—18 10. 44—10 1823 11. 31—27 22X31 12. 36 X 27 17—21 13. 49—44 21—26 Zw. 1015 werd ai enige malen verhinderd door 3024 met schijfwinst. 14. 30—24 De consequentie van 7. 4034. 14. 20X29 gedw. 15. 33 X24 19X30 16. 35X24 14—19 17. 40—35 19X30 18. 35X24 13—19 Misschien wel het beste. 19. 24X13 8X19 De zwarte stelling ziet er nu tame lijk ver- fomfaaid uit. Dit is edhter meer schijn dan wat anders. 20. 44—40 3—8 Het vervolg zal moeten leren, of 28 hier niet beter was. 21. 28—22 Ineens 3430 levert niets op. 21. 8—13 Niet 1117 wegens 2722 en 3429. 22. 41—36 10—14 Dreigt 2329 en 19X17. 23. 34—30 25X34 24. 40X18 U—17 25. 22X11 13X31 26. 6X17 36X 27 De zwarte stand is nog steeds niet ,,wat je noemt", maar in een positie van 10 om 10 bij een rnassa speelvrijheid betekent dat aller- minst verlies. 27. 32—28 712 28. 39—34 2—8 'nen keer, toen zee-t-ie me: ,.Drd, Hanneke moet hierr wegg! M'm meiske... ze kwijnt dood...! Uren zit ze tegenover Lien d'r stoel en... en 'k heb gemerkt, zwijgend zit zij met haar doode moeder te praten...! 't Is hard Drd, 't is hard, maar m'n meiske moett hier vandaan. Hanneke gong. Den Vic zou den Vic nie zijn, als zijn besluit ten goeie nie uitgevoerd wierd, al was veur hum deus afscheid nog 't zwaarst. Weer was hij eenzaam in 't boschhuis. Mee zijnen hond, den Herman met wien ie z'n brood brak, met wien ie 'n paar keeren per week, als 't mee alles goed uitkwam, 'n werm maal gong gebruiken bij Kee, in de ,,Gouwen Koei". En hij schilderde deuzen winter de sneeuwbosschen bij ondergaande zon, z66 schoon, dat deuze kouwe landschappen, waar- op den vorst te kraken stond, 'nen bloedrooien zonnebol te zinken hong tusschen de doode boomen, den rossen avond leegbloedde over den witten boschbojem, ik zeg, hij schil derde de sneeuwbosschen bij ondergaande zon z66 schoon, dat ge 'r 'nen brok van in oew keel kreeg. Die schilderijen..., ik kende-n-er iederen boom, iederen vlonder, iederen avond, iederen deurkijk op. En toch... zo'nen doek, dat was gin landschap! 't Was veul eerder 'n muziekdrama, geschreven in kleuren, die ge- puurd waren uit den hartstocht van noeme- loos verdriet. Hij vroeg me nooit meer, lijk vroeger mee blijen, jongensachtigen trots, mijn oordeel. En hij stuurde de kunstwerken nie weg naar Amerika. Maar den atelier, ge wit, mee dieen levens- grooten Christus aan 'n kruis van twee onge- schilde zulverberken daar teugen den gebeit- sten wand, maar den atelier, waar 't ouwe mevrouwke als levend geschilderd stond op nen gedrapeerden sierezel, maar dieen atelier kwam vol te staan mee de schilderijen, waar- op de zon te zinken hong, achter 't winter- sche hout van 't doode bosch, dat kraakte van den vorst, waarin 'n eenzaamheid geschilderd stond zoo strak, zoo star als den dood eigens. Wij spraken samen nie meer over zijn werk. Eenen keer kost ik 't nie bij me houwen en zee: ,,Vic, jonk, ik wist nie dat 't meugelijk was, maar oew werk is nog schoonder..., 't is volmokt geworden!" Toen keek ie eigens ook naar den doek, dien k op 't oog had. Maar gin spierke ver- trok in het triestig hoofdLang peinsde-n-ie naar de schilderij, zwijgend. Bekans onver- schillig. En dan zee-t-ie: ,,ja, 'k zie er geen fout in", 'k Was efkes betutterd. Dan: „Ziede 'r dan eigens de pracht nie van? Vic!" Toen antwoordde-n-ie„en Hanneke Drd, dat zal je plezier doen. Hanneke gaat trou- wen." Da's t ennigste, amico, deur ons gesproken over den heelen oogst van kunstarbeid, deur hum in den langen eenzamen winter ver- gaard...! En als ik nou vertel, hoe we vroe ger soma 'nen ganschen avond zaten de ka- waauwelen over edn doekske, ja, over eenen boom, waarop wat zonnevlekken spulden, dan verstade wel hoeveul uren wij samen hebben zitten zwijgen in den stillen atelier. Soms wel, tot ie volstond mee de zwarte schaduwstree- pen van de boomen rondom, als 'n witte win- termaan te glanzen hong boven 't bosch. Hanneke is getrouwd, ja. Neee, da's toch niet zoo onverwacht, als gij nog efkes denken zou. t Is sjuust twee jaren gelejen nou, da'k oe al schreef over dieen Dr. van Dalen, Leeraar in de Wiskunde, op dezelfde school, waar Hanneke Zonneveld plotst stond als Dra. Engelsch. Sjuust ja, dieen eigensten van Dalen, die vroeger zeeofficier was gewist. Van wien Hanneke toen schreef: ,,Zeg, er is hier 'n nieuwe leeraar wiskunde gekomen, vlot type, gewezen zeeofficier. Als mijn lesuur volgt op t zijne, kan ik met de klas niets beginnen. Het jonge goedje dwdept met dezen 27jarigen schoolfrik, wien echter de zeewind nog in de blonde kuif zit." En zoo wijer. t Was teugen Paschen, toen zij dat schreef. Op nen oogenblik ook, dat 't meiske vergong in heimwee. In verlangen naar heur moeder. die al zooveul jaren weg was en nou ziek lag in n hospitaal in Boston. In Amerika. Natuurlijk niet 1218 wegens wit 2721; 2822; 37—32 en 42X24. 29. 43—39 8—13 Thans zou op 1218 dam gevolgd zijn door 27—21; 28—22 en 37—32. 30. 34—30 1—8 31. 3934 1721 32. 37-3-2 12—18 33. 4540 410 34 30—25 18—22 35. 27X18 13X33 36. 38X29 1015 Belet 3430 wegens 1923 en 913. 37. 40—36 21—27 38. 32X211 16X27 39. 34—30 6—11 40. 42-38 1117 41. 3024 19X30 42. 35X24 1722 43. 29—23 26—31 44. 4842 3137 Zwart 3136 veriiest door 42—37 enz. 45. 42X31 27X36 Stand na 45 zetten. ZWART 12 3 4 5 16 26 36 46 WIT 47 48 49 50 46. 47—41 Wit kon hier door 2419 o.i. winst for- ceren. We komen aanstonds op dit eindspel terug. 46. 36X47 47. 38—32 47X20 48. 23—19 14X23 49. 25X3 dam 23—29 waama wit de remise niet meer kon keren. Het slagzetje was dus een misreke- ning, omdat het, zoals wit meende, geen winst gaf. Uit de diagramstand was de volgende winstgang mogelijk: Wit 24—19, zwart 2227 gedw.; 19X10, 15X4; 23—19, 27—31; 38—32, 4—10 25—20 enz. wint. De zetten 2731 en 410 van zwart kun- Elke vergelijkende proef bewijst dit. In tuben van 60, 40 en 25 cent. (Ingez. Med.) Ik wist dat beter, dan den Vic. Want Han neke had mij voluit heur verdriet geschreven. Heur Vader schreef ze enkel over, zooals den Vic 't noemde, die ,,Zeewindindeblondekuif". En hij was daar nie heelegaar content mee...! Ik liet 'm den brief Vafi Hanneke lezen. Over heur moeder. En raaide 'm: ,,haal 't spek bij dieen kater zoolank weg dan. Jouw meiske heeft heimwee en ik hoop, dat dieen van Dalen nou nie mee heur spult! Ga naar Hanneke toe. Vic, leg duuzend gulden op tafel en lot heur mee den Paaschvacantie naar Amerika gaan." Ge wit, amico, het wijer verloop...! Dus daar gin woorden meer over. Alleen dit: IJJan- neke is al sinds ennigte weken nou: ..Mevrouw van Dalen". En diepin, begrijpelijk ook, was den Vic veul blij mee deuzen stap van ,,zijn meiske". Den Vic en ik, we zijn samen naar Zwolle gegaan, op den trouwdag, allebei gewapend mee onzen meerschuimert, dien we van haar gekregen hadden indertijd. Den mijnen brocht ze mee heelegaar uit Amerika! En als wij samen vecom reisden naar Ulvenhout, dan zee den Vic: ,,Dre. dit was 'n goeie dag. 'k Zal elken avond bidden voor 't geluk van m'n meiske, meer zorgeir heb ik nou niet meer." 'Nen drogen sndk snpktp deur 2'n keel, hij zette dbn breeSgerand«r"flambard diep in de oogen, zuc'htte, gong '"-rilee toee oogen zitten in den hoek van 't coupeeke, de beenen ge- strekt, de armen gevouwen veur de borst. Eenen brok rust. Als ik na 'n kwartier 'ns over m'n krant naar 'm keek, dan zat ie nog sjuust zoo, maar me dunkt ik zag 'n traan peerlen op zijnen mouw. Ik begreep: deuzen mensch was op den oogenblik 'nen gelukkigen mensch, maar toch...? Och, geluk...! 't Is 'n gek iets. 't Is als 'nen edelsteen. Er zitten zooveul kantjes en vlakskes aan. ;t Eene lijkt zwart, 't ander diepblaauw, 't derde lijkt 'n zonneke wel! En 't geheel? 't Is 'nen gekristaliseerden kalei- doscoop van donkere en lichte glanzings, die pieken in oew oogen en soms in oew hart. In den Bosch stapten we over. IJsbeerden over de donkere, stille statie, waar 'nen enke- len reiziger, hoog in den kraag, geeuwend stond te staren in den eindeloozen tunnel van den donkeren nacht. naar den trein die komen moest. „Ja", zee toen den Vic ineens. ,,Ja". Toen bleef ie staan. Zag mij efkens aan mee moeie oogen, troebeler nog dan slfders. Langs zijnen mond bewoog 'n zenuwtrekske. ,,Eh... Dre. „Is er iets, Vic?" Toen trok ie aan dfen rever van m'nen bon- kert, knikte„Ja, Dre..., daar is iets...!" Hij kneep z'n oogen wat spottend dicht, rekte zijnen mond. ,,Je zult even raar opkijken, DrA..!" ,,Allee, Vic, ik... ik begrij-p oe nie!" „DrA ik ben op 'n leeftrjd, dat... wel dat men z'n schaapjes op 't droge moet hebben...! Ik knikte. Lachte 'n bidtje. Daarover was toch ginnen zurg. Veur den Vic nie, veur mij nie. Hij liet m'nen jas los, keek me vandaag veur 't eerst lachend aan en zee, mee veul plazier: „en ik hen nou zoo arm als de ratten, man!" 'k Stond even betutterd. Sprakeloos. Dan: ,,eh... Vic... kearel... da's nie waar!" Hij knikte leutig. „Ge... gij... ge hebt mee de duuzendjes ge- g66id. Veur... veur Lien, veur Hanneke... ge gong naar Amerika ,gls 'n ander op 'n fiets- toerke, ge...? Dat kan nie zijn, kearel!" ,.Drd, Lien heeft me duuzenden gekost! Goddankk! Ik had t en ze is verpleegd, ge- holpen. verzorgd als... als 'n vorstinn!" Hij bleirde dat woord over 't leege perron. „Ik heb ons huis ingericht voor mijn Lien en mijn Hanneke zoo goed als mogelijk wass! Goddankk! Ik heb m'n zoon uit de West laten komen voor't geluk van Lieneke", (hier wierd z'n stem heesch) „van Hanneke, m'n jongen en mezelf. Die dagen, Dreze waren..." twee ken verwisseld worden, maar leiden dan tot dezelfde slotstand. Eindspel van Zwart: 2 schrjven op 26 en 38. Wit: 1 schijf op 22. Dammen op 6 en 50. Wit forceert de winst. Probleem van Edg. Plasschaert, Clinge. (Uit ,,Het Damspel".) ZWART 1 2 3 4 5 16 26 WIT 47 48 49 50 Wit speelt en wint. Een theoretisch pionnenspel. tranen biggelden royaal over z'n fanatiek hoofd: ,,ze waren... on-be-taall-haarrGod dankk, ik kdn hetalen! In bijna 'n jaar heh ik niets meer verkocht!" ..Waarom nie... Vicf?" ,,Denk je, dat ik... m'h werk laat torrpedee- ren doorr den eenn of anderenn oorrlogs- idioott (Dit is 't ennigste deur hum ooit over 't wearelddrama gesproken.) ,,Daarbij... ik weet nietof ik m'n laatste werk ver- koopp... Toen hield ie even op mee spreken. Begost weer te ijsbeeren deur den killen donker van deuzen nacht-statie. Ik zag z'n witte krullen beven op den jaskraag. Plotseling bleef ie weer staan. ,,Hannekes trouwpartij, inrichting, uitzet, bruidschatt..., denk je, dat 'n dochter van Victorr Zonne veld... zonder bruidsschatt trouwt?! Han- nekes trouwpartij heeft mij de rrest gekostt van m'n bezit...! Goddankk, nogeens!! Ik ben... alles... kwijt, Dr6! Alles!!"... (Den sta- tiechef kwam 'ns kijken.) ,,Nou wddt ik ten- minste, alles te hebben gedaan, wat gedaan kon, wat gedaan moest worden!" Dan zacht daarachter, spottend mee z'n eigen: ,,maar ik—benzooarmalsderatten, nou." Dan: ,,als.de... ratten...!!" Dit daverde-n-ie deur den nacht en daarachter begost ie te lachen, te lachen... 'k wierd efkes bang veur 'm. 't Wierd weer stil. Nachtstil. Nou en dan knerste valsch ennigt lawijt van verre ran- geertreinen. Wij liepen, liepen, liepen stadig „deur den donker, hier en daar onder 'n wiebelend licht van de kap. ,,En... eh... enn... nou, Vic?" „En nou, Dre?" vroeg ie spottend. ,,Nou ga 'k naar Amerika. Verzenden gaat niet meer, je wddtt...! En ik moet... haha... ik moet gaan werken voor 'n onderdak en 'n korstt hroodd voor mezelf en voor Herrman!" Den trein liep binnen. Gelukkig maar. Deus bericht..., ik was er veul temeergeslagen van. In den coupe kost ik niks meer vragen. We waren nie alleen. Maar de gedachten tol- den deur m'n hoofd. Den Vic sliep! Verlejen week is ie vertrokken. In den laten namiddag gong ie hij ons weg. Nog zie 'k 'm gaan. Z'n korte, pittige sil- houet teugen de rosse avondzon in, die in z'n witte krullen 'nen aureool spon om zijn hoofd. Nog zie 'k 'm gaan. Altij zal ik 'm in 't ver volg zoo zien. Wegstappend van Ulvenhout, teugen d'avondzon, mee Herman, den gebril- den boxer, naast 'm. Zoo kwdm ie veur enkele jaren ook, in den Nazomer, mee ondergaande zon de ,,Gouwen" ingestapt, waar ik zat mee den Fielp...! Als ie den bocht van den weg om was, dan dan wist ik mee m'n eigen gin raad. Thuisblijven...Neee, dat gong nie! Ampart gaan zitten...? Dat gaat nie. mee Trui, ziede...! Naar de ,,Gouwen" Wa'n gedacht 't Bosch maar in. En toen... toen mokte-n-ik 'n fout als ik groot ben. 'k Kwam uit, aan 't verlaten boschhuis. Maar...! Daar ga'k veurloopig nie meer naar toe. Als den Vic me gezien had...! Kom ik schei er af. Als ie me 'ns schrijft, hou 'k oe toch op de hoogte van 'm. Me dunkt, ook jou kan deuzen witten tooveneer nie koud gebleven zijn. Veul groeten van Trui, Dre III, den Eeker en als altij gin horke minder van oewen t.a.v., DRA (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Mijnheer de Redacteur Vergun mrj nog een wederwoord op het ingezonden stuk van den heer Krijger, zoo als dit voorkwam in Uw blad van Maandag 1.1. Laat ons eerst de foutieve zetten van Wit be kijken 1. g3—g4 f6f5f 2. g4Xf5 Ke6f6 3. Ke4f3 Kf6Xf5 Remise. Voor de beginners, die dit nog niet mochten weten, zal ik even doorspelen: 4. Ke3, Kf6, 5. Ke4, Ke6, 6. f5f, Kf7, 7. Ke5, Ke7, 8. f6t; nu komt het er op aan voor Zwart, n.l. 8. Kf8 (8. Ke8?, 9. Ke6, Kf8, 10. f7 en de zwarte koning moet wij-ken naar g7, waardoor de partij verloren is), 9. Ke6, Ke8, 10. f7t (wan- neer de pion de 7e rij met schaak betreedt is het remise), Kf8, 11. Kf6 en Zwart staat pat. Eveneens is fout 1. f5t?, want de zwarte koning is dan niet meer van de 6e rij te ver- drijven. Gaat de witte koning naar beneden, dan gaat de zwarte achter hem aan en Wit kan evenmin winnen. Er blijft dus niets anders over dan: 1. Ke4d4 Ke6d6 (of A) 2. g3g4 -De belangrijke zet, die Wit de winst be- zorgt. 2Kd6e6 2. Kc6? 3. Ke4, gevolgd door Kf5 en Kg6. 3. Kd4c5 f6f5 4. g4g5 en de zwarte pion wordt na enkele zetten veroverd. Nu A: 1. -Ke4d4 Ke6—f5 2. Kd4d5 Kf5g4 3. Kd-5e6 Kg4Xg3 Wanneer 3. f5, dan 4. Ke5 4. f4f5 Kg3f4 5. Ke6xf6 en de witte pion haalt dame. Zwart aan zet. 1. f6-f5t 3. Ke4d4 Ke6d6 (stelling B) Steeds gaat de zwarte koning tegenover de witte staan en Wit kan dit niet meer verhin- deren, daar hij de zet g3g4 niet meer tot zrjn heschikking heeft. Ik hoop, dat U het niet te sdai toegint te vinden. Bijt er even doorheen en Uw moeite zal beloond worden in de practische partij. Plaats in bovenstaand diagram de pion g3 op g2. Het onderschrift luidt dan: Wit wint, wie er ook aan zet is". -r a b cdefg h Wit aan zet wint. Zwart aan zet maakt remise. Wit aan zet. Wit aan zet. 1. 2. Ke4- 02- -d4 -g4! Ke6d6 Nu is dezelfde stelling ontstaan als in het allereerste verloop. De zet g3 zou dus fout zijn wegens f5f (remise). Zwart aan zet. 1. 2. 3. Ke4d4 g2—g3! f6—f5t Ke6d6 Het spijt mij, dat ook de heer Krijger mrj niet kan inlichten waarom een nationaal be- lang, als de Wereldomroep, niet betaald moet worden door alle belastingbetalers, maar _.jchts door een klein gedeelte. De verwijzmg naar de wijze waarop de Minister de Omroep wil financieren, snijdt geen hout, de Omroep- vereenigingen en haar orgaan de Nozema zijn in wezen de makers van het wetsontwerp. Ik kan hier dan ook slechts mijn vraag herhalen ,wat deden de omroepvereenigingen vooi <}e minst draagkrac-htigen bij de samenstel!irig van het wetsvoorstel. Op eventueele mindere opbrengst van de voorgesteide belasting din het bedrag wat nu vrijwiliig opgebra-cht wordt, kan dit initiatdef niet afgestuit zgh. Wanneer het wetsontwerp wet wordt, komt er een dergelijk bedrag binnen dat de Omr-t- pen alle financieele zorgen aan den kant kun nen zetten, voorzoover die er waren. Wat dus het systeem der vrijwillige bijdragen te maken heeft met vrijstellihg of vermindering van de omroepbelasting voor de minst draaig- krachtigen ontgaat mij. Uit eigen omgeving kan ik, naast de groep der werkloozen, de luisteraars aan-wijzen. als daar zjjn de behoeftige ouden van dagen. zie- ken enz. die, hetzij door liefdadige stadge- nooten, of door zelf het bedrag bij elkaar te schrapen, radio-bezitter zijn. En deze groep is de dupe van de voorgesteide wet. Wan neer men dan geen weg weet aan te wijzen om de genoemde groep' der luisteraars vrij*te stellen en de Regeering niet weet hoe aan het geld te komen voor de Wereldomroep, is er het middel van een algemeene belasting. Etke belastingplichtige 1 op zijn Personeele belas ting en het bedrag is er. Zelfs een progres- sieve belasting, aan de luisteraars opgelegd, zoodat men bij een zeker inkomen vrijgesteld zou zijn, zou uitkomst geven. Ik ben nbg steeds nieuwsgierig waarom deze mogeltjk- heden niet door de Omroepvereenigingen naar voren zijn gebracht. Het spijt mij, dat de heer Krijger het per- soonlijke element uit deze geda.chtenwisseling loslaat en de geste der Radio-centrales tegen over de Omroepbelasting er hij haalt. Mocht de heer Krijger er echter prijs op stellen. dan wil ik hem gaarne het een en ander mede- deelen betreffende de verhouding Omroepver eenigingenRadio-centrales. Dit zou een zeer interessante discussie tot gevolg kunnen heb ben. In elk geval mag ik aannemen, dat de heer Krijger weet, dat de Radio-centrales jaarlijks een bedrag \an 700.000 aan de Om roepvereenigingen bijdragen. Voorwaar geen peulschi). En ook mag ik aannemen, dat het hem bekend is voor welk belangrijk bedrag elke Radio-centrale diegenen onder haar abound s tegemoetkomt in de abonnements- betaiing, voor wie deze onkosten nog te zwaar zijn. Nogmaals, er is een moreele verplichting voor iedere Radio-bezitter, die betalen kan om bij te dragen aan den Omroep. Maar ook in zijn laatste schrijven heeft de heer Krijger mij niet kunnen inlichten wat de omroepen gedaan hebben voor de minst draagkrachtigen om hen in de gelegenheid te stellen hun radio te behouden. Evenmin is mij gebleken, dat zij eenige invloed aangewend hebben b(j de Regeering om het betreffende wetsvoorstel in bovengdnoemde geest in te kleeden. Er blijft mij echter de goede hoop, dat bij de be- bandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer nog wel het een en ander over boven- genoemd vraagstuk gezegd zal worden. Laten wij hopen, dat uit deze behandeling meer licht geworpen wordt op verschillende duistere kwesties, welke samenhangen met de indie- ning der Radiobelasting. Laten we opletten. U dankend voor de plaatsruimte. Hoogachtend, L. DE JONGE BAA6 Van Steenbergenlaan 13. SAS VAN GENT. Geboorten. 24 April. Gaston Henri Ghislain, z. van Guillaume Francois Paulus en van Lea Louise Chislaine Maloux (won. te Alfortville (Fr.). Overlijden. 23 April. Cyrillus Josephus van Waes. oud 75 j. SAS VAN GENT. Gedurende de week van 21 t/m 26 April zijn uit deze gemeente vertrokken: A. Matthijs, fabrieksarbeider, naar West- do rpe. A. C. Oosterhout, zonder, naar Breda. V. Gilson en gezin, onderwijzer o.l.o., naar Amsterdam. Stelling B is nu ontstaan, echter met lit verschil, dat Zwart aan zet is. Plaats vervolgens in het diagram de pion g3 op g4. Het onderschrift moet dan ver- anderd worden in: .Remise, wie er ook aan zet is. Zwart aan zet geeft de situatie zooals aan- gegeven in het begin van de rubriek, dus f5f. Wit aan zet. 1. f4—f5t Ke6e7! 2. Ke4d5 Ke7—d7 3. Kd5c5 Kd7c7 enz. Tot slot nog de volgende fijnheid. Stonden in het laatste voorbeeld alle stukken een veld opgeschoven naar boven, dus Ke5, pionnen f5 en g5, Ke7, pion f7, dan wint Wit: 1. f5—f6t Ke7e8 2. Ke5d6 Ke8d8 3. g5g6! f7Xg6 4. f7f6 en wint. Partijs telling. b c d e f g Wit aan zet wint. Uit een partij HavasiSacconi (Folkestone 1934). 1. Rf6!, gf6: (Tg8, 2. Rg7:t, Tg7:, 3. Td8t), 2. ef6:, Tg8, 3. Td8!, Tcd8:, 4. Td8: en mat op de volgende zet.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 8