Zomersproeten
SPRUTOL
Buitenland
HET ALGEMEEN BESTUUR DER
NEDERL. VEREENIGING VOOR LUC'HT-
BESCHERMING IS AFGETREDEN.
De Nederlandsche Vereeniging voor Lucht-
bescherming heeft Zaterdag in het gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen te Utrecht
de wegens het conflict uitgestelde buitenge-
wone algemeene ledenvergadering gehouden.
Deze vergadering had te beslissen of de
voorgelegde statuten zouden worden behan-
deld, dan wel of andere plannen uitvoering
vergen.
Verschillende leden gaven van hun opvat-
ting blijk.
De heer Goedbloed (Zeeland) gaf den raad,
zich te schikken naar den wensch van de
regeering, in wier handen aldus spreker
we toch vallen. Men houde het hoofd koel
en het hart warm.
Na de pauze deed de waarnemend voorzit-
ter voorlezing van de volledige motie-Den
Haag, waarin o.m. staat dat het algemeen
bestuur der N.V.L. op de buitengewone alge
meene vergadering van 27 April 1940 ver-
klaard heeft te zullen aftreden en zich vooraf
heden demissionnair te beschouwen en in het
belang der continuiteit zijn voile medewer-
king te verleenen aan een te benoemen com-
missie, en dat de vergadering besluit een com-
missie te benoemen van ten hoogste elf leden,
die het contact met den minister zal herstel-
len, de loopende zaken met het demission-
naire bestuur zal afwikkelen en de over-
neming in de werkzaamheden door het nieuwe
bestuur zal voorbereiden.
Deze motie werd met algemeene stemmen
aangenomen.
In de commissie heeft Jhr. Mr. Schuurcque
Boeye, te Zierikzee, zitting voor Zeeland.
De commissie zal zelf haar voorzitter kie-
zen, waarbij van verschillende zijden er op
werd aangedrongen, hiertoe Mr. P. J. Oud,
burgemeester van Rotterdam, uit te noodigen.
DALING VAN DE WERKEGOOSHEID
De directeur van den rijksdienst der werk-
loosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling
deelt de volgende resultaten mede van de ver-
zameling door het. centraal bureau voor de
statistiek van de voorloopige gegevens over de
week van 8 tot en met 13 April 1940.
Op 13 April 1940 waren bij de organen der
openbare arbeidsbemiddeling ingeschreven
239.119 werkzoekenden (226.309 mannen en
12.810 vrouwen).
Hiervan waren 169.309 (161.085 mannen en
8.224 vrouwen) werkloos en waren 54.286 per-
sonen geplaatst bij werkverruimingen. Blijk-
baar waren er dus 15.524 personen als werk-
zoekende ingeschreven, die in het vrije bedrtjf
werkten, doch ander werk zochten.
In de week van 8 tot en met 13 April 1940
waren bij gesubsidieerde vereenigingen met
werkloozenkas aangesloten 598.881 personen,
wa^ronder 75.261 landarbeiders.
Van de 523.620 verzekerden, buiten de land
arbeiders, was het werkloosheidspercentage
16.6 (in de vorige verslagweek van 25 tot en
met 30 Maart 1940 was dit percentage 18.0).
Voor de 598,881 verzekerden, met inbegrip
van de landarbeiders, was het werkloosheids
percentage 16.0 (vorige verslagweek 17.9).
In de overeenkomstige verslagweek van
April was het werkloosheidspercentage voor
alle verzekerden in de laatste jaren als volgt:
(tusschen haakjes zijn vermeld de percentages,
indien de landarbeiders buiten beschouwing
worden gelaten)1932: 23,3 (23.9); 1933.
26.8 (27.6); 1934 24.3 25.9); 1935: 28.0
(30.5); 1936 29.6 32.0); 1937: 25.5 (27.6);
1938: 23.8 (25.1); 1939: 20.5 (21.2) en 1940:
16.0 (16.6)
De grafiek doet zien, dat de afgeloopen
strdnge winter op de werkloosheid grooten
invloed heeft uitgeoefend Het tijdvak, waar-
over de werkloosheid, die in den winter altijd
een hoogtepunt bereikt, hoog bleef, was dezen
winter van buitengewoon langen duur. Als
reactie daarop vertoont zij sinds eind Februari
een groote daling van 27.1 procent tot 18 op
het einde van Maart (thans verder gedaald
tot 16 procent).
verdwijnen spoedig door een P*'
Bij alle Drogisten
HET WETSONTWERP INZAKE
PERSONEELPENSIOENPONDSEN.
Het Verbond van Protestansch-Christelijke
werk^evers in Nederland heeft een adres ge-
richt tot de Tweede Kamer, waarin het er
op aandringt, dat de Kamer de verwerping
van het wetsontwerp inzake de personeel-
pensioen- en spaarfondsen zal bevorderen,
althans daarin zulke verbeteringen worden
aangebracht, dat de voornaamste bezwaren,
in het adres ontwikkeld, worden wegge-
nomen. -
De bezwaren zijn vooral, dat het civiele
recht inzake particuliere pensioenvoorziemn-
gen ongeregeld blijft en dat de ontwikkeling
van de pensioenregelingen langs den weg
van bedrijfsorganisatorische samenwerkmg
van patroons- en arbeidersorganisaties (be-
drijfspensioenfondsen ook als samenwer-
king in de ondememing (ondernemmgsfond-
sen) door het wetsontwerp eerder wordt be-
lemmerd dan gestimuleerd.
REORGANISATIE van het
MIDDELBAAR ONDERWIJS.
Minister Bolkestein heeft een nota van
wiizigingen op het wetsontwerp tot regelmg
van het voorbereidend hooger en algemeen
vormend middelbaar onderwijs bij de Tweede
Kamer ingediend, waardoor dit on twerp be-
langrijke veranderingen ondergaat. Den minis
ter staat voor oogen een nieuwe organisatie
van het voorbereidend hooger onderwijs, die
het klassieke onderwijs zal versterken.
Volgens de thans ingediende voorstellen
zullen de namen H.B.iS. en Gymnasium ver-
dwijnen. De drie schooltypen van voorberei
dend hooger onderwijs, die de minister wil in-
voeren. zullen alle den naam lyceum dragen.
Deze drie typen, die alle een zes-jarigen cur-
sus krijgen (avondlycea vier jaar), zijn.
le. Het lyceum-A of gymnasium, met een
alzijdig klassiek onderwijs, toegang gevend
tot de examens van alle hooger onderwijs (ge-
middeld aantal lesuren per klasse 32 per
week)
2e. Het lyceum-B met Latijn toegang
gevende tot de examens in de B-faculteiten,
de ecopomische en de vereenigde faculteiten
der universiteiten, en tot die der hooge-
scholen;
3e. het lyceum-C toegang gevende tot de
examens in de economische, de vereenigde
faculteiten der universiteiten (echter niet die
in de physische aardrijkskunde) en tot die
der economische hoogeScholen.
Middelbaar onderwijs.
Het algemeen vormend middelbaar dag-
onderwijs wenscht de minister tot slechts
twee schooltypen te beperken, de algemeene
middelbare school met vierjarigen cursus en
de middelbare school voor meisjes met vijf-
jarigen cursus.
RI.JKSKOEENBUREAU.
De Minister van Oeconomische Zaken maakt
bekend, dat de directeur van het Rijkskolen-
bureau, in verband met het afloopen op 1 Mei
van de algemeene dispensatie van het verbod
tot verkoopen, doen verkoopen, afleveren en
doen afleveren van vaste brandstoffen, be-
doeld in artikel 7, lid 1, van de Brandstoffen-
beschikking 1939 No. 1, zooals deze is gewij-
zigd bij beschikking van 24 April 1940.
No. 24641 N (Nederlandsche Staatscourant
no. 80), geen nieuwe algemeene dispensatie
heeft verleend van bovenbedoeld verbod, voor
zoover betreft den verkoop en de aflevering
van steenkolen, steenkoolbriketten, cokes,
bruinkolen, bruinkoolbriketten en petroleum-
cokes. Voor alle overige vaste brandstoffen
heeft de directeur de algemeene dispensatie
tot een nader te bepalen tijdstip verlengd.
Ten aanzien van steenkolen, steenkoolbri
ketten, cokes, bruinkolen, bruinkoolbriketten
en petroleum cokes heeft de directeur van het
Rijkskolenbureau tot een nader te bepalen
tijdstip dispensatie van het verbod tot verkoop
en aflevering verleend aan groothandelaren,
handelaren, slijters en depothouders in den
zin van de bovenaangehaalde Brandstoffen-
beschikking. Groothandelaren worden door
het Rijkskolenbureau in kennis gesteld van de
voorwaarden, welke voor hen zijn verbonden
aan deze dispensatie, terwijl de condities,
waarop de dispensatie is verleend aan hande
laren, alsmede de slijters en depothouders, aan
wie zij leveren, zijn neergelegd in een circu
late, welke bij de kantoren van de plaatselijke
distributiediensten gratis verkrijgbaar is.
Handelaren wordt in hun eigen belang aan-
geraden, zich zoo spoedig mogelijk op de
hoogte te stellen van bedoelde condities, aan
gezien niet-nakoming daarvan intrekking van
hun dispensatie en eventueel schrapping van
hun inschrrjving bij het Rijkskolenbureau ten
gevolge kan hebben. Slijters en depothou
ders zullen omtrent de geldende bepalingen
worden ingelicht door de handelaren, van wie
zij hun brandstoffen betrekken.
DE OMROEPfHEFFING.
Telkens hoort men de laatste dagen, schrijft
de H. Crt., de omroepers van verschillende
omroepvereeniglngen de luistervinken aan-
sporen om zich thans zoo spoedig mogelijk bij
de betrokken vereenigingen aan te sluiten,
aangezien zij anders binnenkort verplicht zul
len zijn, wanneer zij zich niet voor ,f 5 per
jaar hebben aangesloten bij een van de om-
roepvereenigingen (A.V.R.O., K.R.O., N.C.R.V.
V.A.R.A. of V.P.R.O.) 6 per jaar aan den
Staat te betalen.
Deze vermaning is ietwat voorbarig, want
het wetsontwerp waarin deze verplichting
voor de luisteraars in beginsel is neergelegd
de genoemde cijfers staan in de toelichting
vermeld is pas in het eerste stadium van
behandeling. Het is 8 dezfer ingediend en er
zullen nog wel eenige weken, misschien zelfs
enkele maanden verloopen, eer het tot wet
zal zijn verheven. De mogelijkheid bestaat
zelfs, dat het zoover niet komen zal, althans
dat het ontwerp in zijn tegenwoordigen vorm
op ernstige bezwaren zal stuiten en min of
meer ingrijpend zal worden gewijzigd.
Een feit is het, dat, indien men de vertogen
in verschillende persorganen nagaat, de be
zwaren tegen de voorgestelde regeling met
den dag toenemen, terwijl men, naar men ons
mededeelde, onder de Kamerfracties die men
aan omroepvereenigingen geparenteerd zou
beschouwen, er over het algemeen ook niet
zoo enthousiast over is.
NAVORDERING SUIKERACCIJNS.
De regeeringspersdienst vestigt er de aan-
dacht op, dat als gevolg van het op 25 April
1940 door de Eerste Kamer der Staten-
Generaal aangenomen ontwerp van wet o.a.
tot navordering van 10 opcenten op den
accijns van suiker, de gebruiker of hoofd-
gebruiker van »een opslagplaats waarin op
Woensdag 1 Mei 1940 suiker aanwezig is in
een hoeveelheid van meer dan 2500 kilogram,
op dien datum daarvan schriftelijk aangifte
behoort te doen bij den ontvanger der accijn-
zen voor de plaats, waarin de opslagplaats
is gelegen.
In den voorraad, die op 1 Mei 1940 aan
wezig is, wordt begrepen de hoeveelheid sui
ker, welke op dien datum naar den ontbieder
nog in vervoer is. Indien iemand in dezelfde
gemeente meer dan een opslagplaats voor
suiker in gebruik heeft, worden deze hier als
een opslagplaats beschouwd.
Inlichtingen te dezer zake kunnen worden
ingewonnen bij de inspecteurs en de ont-
vangers der accijnzen en bij de ambtenaren
van den actieven dienst.
1
DE VLEESCHVOORZIENING VAN HET
EEGER EN DE GEMEENTELIJKE
INVOER-KEURING.
De Minister van Sociale Zaken heeft zich
met een schrijven gericht tot de gemeente-
besturen, aan welk schrijven het volgende is
ontleend
Ingevolge artikel 8 van de vleeschkeurings-
wet en gezien een desbetreffend arrest van
den Hoogen Raad is de keuring van vleesch
bij invoer in een gemeente wettelijk verplicht.
Het is thans gebleken, dat de desbetreffende
keuring van vleesch, bestemd voor militairen,
moeilijkheden oplevert, aangezien het onder-
werpen van dat vleesch aan de gemeentelijke
invoerkeuring de vleeschvoorziening van het
leger zou desorganiseeren en de kosten van
de voedselvoorziening van het leger onnoodig
zou opvoeren. De keuring door militaire keur-
meesters biedt voldoenden waarborg tegen de
consumptie van ongeschikt vleesch.
Een oplossing van de moeilijkheden kan
slechts worden verkregen, indien de verplich
ting van gemeentelijke invoerkeuring buiten
werking wordt gesteld voor vleesch, bestemd
voor militairen. Een ontwerp van wet, strek-
kende tot wijziging der vleeschkeuringswet in
bovenbedoelden zin. wordt door mij voorbereid.
Ik zou het zeer op prijs stellen, indien uw ge
meente hare medewerking zou willen ver
leenen tot het voorkomen van moeilijkheden
door voorshands invoerkeuring van het voor
militairen bestemde vleesch achterwege te
laten.
PARTIJRAAD DER S.D.A.P. BIJEEN.
De partijraad der Soc. Dem. Arbeiderspartij
is Zaterdag en Zondag te Utrecht bijeen ge-
weest.
In de vergadering van Zondagochtend heeft
de voorzitter der soc.-dem. Tweede Kamer-
fractie, de heer W. Drees, een inleiding ge
houden die bedoeld was als grondslag voor
een discussie van vertrouwelijken aard. Zoo
als gewoonlijk bij vergaderingen van den
partijraad was een gedeelte der zittingen
huishoudelijk.
In zijn inleiding constateerde de heer Drees,
dat de binnenlandsche politiek door de ge-
beurtenissen in het buitenland op den achter-
grond wordt gedrongen.
Ons land is in dit conflict neutraal en wij
willen a lies doen, nu de collectieve veiligheid
helaas niet is gehandhaafd, om de neutraliteit
te behouden. Van den uitslag van het conflict
hangt echter ook het lot van ons land en van
de arbeidersbeweging af.
Nederland is materieel en psychisch ontzag-
lijk veel beter voorbereid dan in September,
ook wat het binnenlandsche gevaar betreft.
Wij kunnen ons verheugen in een krachtige
regeering.
Sommigen vreezen voor het binnenlandsch
verraad van de Quislings" en de ,,Kuusinens'
Imierdaad, zegt spr., moeten wij op onze
hoede zijn gezien hetgeen er reeds aan het
licht is gekomen. Een hoogere maximum straf
voor spionnage is zeker gewenscht. Hoofd-
zaak is echter, dat het verraad bijtijds ont-
dekt wordt. 1
De staat van beleg is ingevoerd omdat deze
bepaalde bevoegdheden aan het gezag ver-
leent, waarover de regeering anders niet be-
schikt. In volkomen overeenstemming met
civiele en militaire autoriteiten is tot dezen
maatregel besloten.
Men meene vooral niet, dat de Justitie niet
reeds lang een intensief toezicht op bepaalde
elementen uitoefent. Te betreuren is het, dat
iemand als de oud-minister Colijn het een
paar maal noodig heeft geaCht om op een ge-
vaarlijke wijZe in het openbaar de regeering
op belangrijke punten in gebreke te stellen.
Vooral geldt dit voor opmerkingen inzake het
nu reeds contact zoeken met bepaalde mo-
gendheden, iets wat de regeering terecht af-
wijst, daar dit de kans om in het conflict te
worden betrokken, bevorderen zou.
De abnorrpale tijden kunnen het soms on-
vermijdelijk maken, dat men bezwaren tegen
bepaalde voorstellen moet opofferen ter wille
van andere zeer belangrijke overwegingen.
Politiek zal men nu en dan voor moeilijke be-
slissingen geplaatst worden, daarbij moet
zegt spr. in het parlement voor ons het
recht blijven bestaan, bij bepaalde punten van
de opVatting der regeering af te wijken. Een
regeering moet kunnen handelen. Een te groot
gedwongen overleg verlamt de kracht der
democratic. Echter behoudt het parlement het
recht op een zelfstandig oordeel. Aan den
anderen kant wil spr. het niet wagen met
secundaire kwesties in de binnenlandsche po
litiek groote moeilijkheden en verwarring te
veroorzaken.
Zwakke punten zijn er in het regeeringsbe-
leid intusschen ook aan te wijzen. De gang
van zaken bij de luchtbescherming levert stof
tot critiek; de perspectieven inzake de wo-
ningvoorziening stemden spr. evenmin tot te-
vredenheid, terwijl bijv. het aanleggen van
een vluchtelingenkamp dicht bij de Duitsche
grens geen gelukkige greep was.
De kosten voor het levensonderhoud zijn
met 8 procent gestegen. A1 kan men niet
iedere stijging compenseeren, toch hebben de
zwaarst getroffenen recht op verhooging van
inkomsten.
Met instemming heeft spreker gezien, dat
de regeering maatregelen tegen stijging van
pachtprijzen heeft genomen. Minder ingeno-
men is hij met de speciale heffingen op sui
ker en koffie, daar deze de minst koopkrach-
tigen het zwaarst treffen. De mobilisatie-uit-
gaven moeten gedekt worden. Bij de verdee-
ling der zware lasten houde de regeering ech
ter rekening met het feit, dat beneden de
/3000 inkomen van progressie nauwelijks
sprake is, daar de progressie bij de inkomsten-
belasting te niet wordt gedaan door de reeds
sterk verhoogde verbruiksbelastingen.
Op den duur moet een oplossing gevonden
worden, die de massa niet onredelijk belast.
Met grooten nadruk komen de soc. democraten
op voor een vermogensheffing. Deze moet tot
practische politiek gemaakt worden, al zal
daamaast niet elke belasting van de massa
voorkomen kunnen worden.
De plangedachte laten de soc. democraten
geenszins los, al krijgt deze in den mobilisa-
tietijd een bijzonder aspect.
Op deze inleiding volgde een uitvoerige ge-
dachtenwisseling. De partijvoorzitter, de heer
K. Vorrink, constateerde in zijn slotwoord, dat
diepe tegenstellingen in de S.D.A.P. niet be
staan. De offervaardigheid voor het nationale
welzijn laat niets te wenschen.
In de huislhoudelijke zittingen heeft het par-
tijbestuur, daartoe gemachtigd door het con-
gres, den partijraad in de gelegenheid gesteld
een aantal zaken af te doen, die anders be-
handeld plegen te worden in het congres, dat
echter dit jaar niet zal worden gehouden.
De door het partijbestuur uit de gestelde
candidaten gemaakte voordrachten voor de
candidaatstelling voor de in dit jaar te hou-
den verkiezingen voor de Eerste Kamer, wer-
den door den partijraad goedgekeurd.
De volgende lijsten zullen worden ingediend:
In groep 1 ('Utrecht, Limburg, Noord-Bra-
bant en Zeeland)
1. Ch. W. J. van der Bilt (aftr.); 2. C. A. F.
Lammers; 3. H. Ploeg Jr.; 4. L. N. Palar; 5.
A. Rorije.
In groep 3 (Noord-Holland en Friesland)
zullen twee lijsten worden ingediend:
Lijst A. 1. J. J. Vorrink (aftr.); 2. M. A.
Reinalda (aftr.); 3. C. Woudenberg; 4. E.
Boekman; 5. J. Tuin; 6. P. J. Duinkerken
iLijst B. 1. S. de la Bella (aftr.); 2. N. Vijl-
brieg (aftr.); 3. G. van den Berg; 4. B. J. J.
Wijkamp; 5. J. van der Kieft; 6. J. Berger.
passing zou kunnen brengen, heeft zij, naar
verluidt, daarvan afgezien en zullen de belas-
tingontwerpen aan de goedkeuring van het
parlement worden onderworpen.
DE VLEESCHLOOZE DAG IN BELGIe.
In een verklaring, die de Belgische minis
ter van economische zaken de Schrijver voor
de pers heeft afgelegd, heeft hij de redenen
opgesomd voor de invoering van den vleesch-
loozen dag, o.a. het gestegen vleeschverbruik
door het leger na de mobilisatie en het ver-
loren gaan van de Deensche markt van be-
vroren vleesch. De minister verzocht de be-
volking, zich te beperken en geen buitenspo-
rige voorraden te vormen, teneinde te voor
komen, dat de regeering nog strengere maat
regelen zou moeten nemen.
De minister drong ook aan op beperking
van het papierVerbruik. Voorts vroeg hij den
industrieelen, zich bepaalde offers te getroos-
ten, om de buitenlandsche markten niet ver
ier en te doen gaan.
DE BELGISCHE
ONAFHANKELIJK,HEIDSLEENING
GESRaAAGD.
De Belgische minister van financien Gutt
heeft Dinsdag voor de radio een rede uitge-
sproken, waarin hij mededeelde, dat de onaf-
hankelijkheidsleening boven verwachting is
geslaagd, aangezien het bedrag der inschrij-
vingen op het oogenblik de twee milliard
franken te boven gaat. Rekening houdende
met voorstellen uit het publiek is besloten om
behalve de groote stukken ook stukken uit te
geven van 100 frs. met eenjarigen looptijd, die
het publiek zelfs in de postkantoren zal kun
nen koopen. Een groot deel van dit geld zal
in Belgie blijven, aangezien het zal dienen tot
voeding, kleeding en verschaffing van onder-
dak aan de soldaten, waartoe voor een be-
langrijk deel grondstoffen en arbeidskrachten
uit Belgie noodig zijn. Wanneer tegen de ver
wachting in en ondanks de hechte defensie
Belgie mocht worden aangevallen, dan zouden
de schatkistbiljetten in het buitenland be-
taalbaar zijn of zou de nationale bank loket-
ten openen. De laatste drie maanden, aldus de
minister verder, is goud tot een bedrag van 2
milliard naar Belgie teruggekeerd. De minis
ter vroeg zijn toehoorders geen geld op te pot-
ten, maar in te schrijven op de leening, welker
certificaten niets anders zijn dan rentedra-
gende biljetten.
Dit te doen is gemakkelijk en bovendien.
draagt men dusdoende bij tot de Belgische
veiligheid, terwijl het nog voordeelig ook is.
Een toespeling makende op de offers, die de
regeering binnenkort aan de bevolking zal
vragen in den vorm van belastingen, zeide de
minister: vergeet niet, hoemeer de leening
aan middelen opbrengt, hoe minder wij van de
belastingen zullen moeten vragen. Deze lee
ning moet dus in het belang van alien een
succes worden.
ONGERUSTHEID OMTRENT BELGISCH
SOHIP ONJGEGKOND GEBLEKEN.
Het Belgisch s.s. Ville de Bruges (ex pre
sident Harding), waaromtrent men sedert en
kele dagen in Belgische scheepvaartkringen in
ongerustheid verkeerde, is in verband .met de
eischen der blokkade naar Havre opgebracht,
waar het ongeveer 48 uur heeft gelegen. Dins-
dagmorgen heeft het toestemming gekregen,
zijn reis voor te zetten.
EEN BELANGWEKKENDE BESCHOUWING
VAN DE ECONOMIST.
genoeg om een groeiend scepticisme in onze
impertalistische macht te verbreiden.
Het woord „plutodemocratisch verval'' heeft
men in Italie er zoo ingepompt, dat vele lei-
ders er nu in gelooven, en onze miserabele
mislukkingen tegenover Hitler, met als hoog
tepunt Miinchen en Praag, hebben dit geloof
alleen nog maar versterkt.
Sommige Italianen gelooven niet, dat wij
den oorlog kunnen winnen, en, zooals het
blad Regime Fascista het naievelijk uitdrukt:
„Het is belachelijk, dat ons volk, dat zijn
groote toekomst niet opgeeft, geen deel zou
hebben in de transtformatie van de kaart van
Europa en misschien van de wereld".
Overtuigd als zij zijn van onze machteloos-
heid, dringen zekere kringen er op aan, dat
Italie zich bij de jakhalzen zal voegen, die om
het lijk heendringen. De passieve eerste zes
maanden hebben hun weinig reden gegeven
anders te gaan denken.
Het is daarom mogelijk, dat het lot van
Italie aan het zijden draadje van de gebeur-
tenissen in het Noorden hangt. Een verplet-
terende overwinning der geallieerden en een
van Hitler's belangrijkste steunpilaren kan
ineenstorten.
Feitelijk ligt de beslissing bij 6en man. Het
is belangrijk te onthouden, dat vier jaren van
tegemoetkoming hem niet hebben kunnen be-
wegen ook maar een beetje van zijn anti-
pathie tegen ons te laten varen, een anti-
pathie, welke misschien dertien jaar ouder is
dan de sancties en een permanente onder-
stroom in zijn regime.
Het is duidelijk, dat de mogelijkheid van
een Italiaansche interventie in de nabije toe
komst niet over het hoofd gezien moet wor-
RADIOREDE VAN KAMIEL HUYSMANS
NIET DOORGEGAAN.
De 1 Mei-groet, dien de burgemeester van
Antwerpen Kamiel Huysmans Woensdagavond
voor het programma van de V.A.R.A. aan de
Nederlandsche radio-luisteraars zou brengen,
is niet doorgegaan, omdat de overheid het
niet wenschelijk achtte dat in dezen tijd bui-
tenlanders toespraken met politieken inhoud
in ons land door de radio houden.
KONING LEOPOLD IN HET
GRENSGEBIED.
Koning Leopold heeft Maandag de vesting-
werken in de kantonnementen van de grens
troepen in het district Eupen^MalmedydSt.
Vith geheel onverwachts geinspecteerd. Te
St. Vith, waar de geheele bevolking Duitsch
spreekt, werd hij door de inwoners herkend
en op een geestdriftige ovatie onthaald.
PRIJZENPOLITIEK EN BELASTING-
ONTWERPEN IN BELGIE.
De Belgische minister van economische
zaken bereidt verscheidene maatregelen voor
met het doel het hamsteren alsmede het op-
drijven van de prijzen der levensmiddelen te
voorkomen. De minister zal de gedelegeerden
der groote industrieele en commercieele licha-
men ontbieden en met iedere branche afzon-
derlijk de voorgenomen maatregelen bespre-
ken. Daar de kwestie der prijzen nauw ver
band houdt met de noodig geachte verhooging
van zekere invoerrechten en andere indirecte
belastingen heeft minister De Schrijver bij
zijn collega van financien op wijziging van
een deel der belastingplannen aangedrongen.
Zoo is alreeds besloten het accijnsrecht op de
suiker niet met 1 franc maar slechts met 50
centimes per kilogram te vermeerderen. Hoe-
wel de regeering, steunend op de speciale vol-
machten, de nieuwe en verhoogde belastingen
door middel van koninklijke besluiten in toe-
De bevolking van Italie heeft een sterke
afschuw van oorlog, welken ook, maar
vooral van een oorlog aan Duitsche zijde. De
geheele invloed van het Vaticaan, tezamen
met dien van het koninghuis Savoye zou voor
voortzetting van de Italiaansche neutraliteit
zijn en zekere invloedrijke leiders zijn bekend
om him standpunt, dat zij gekant zijn tegen
t gewaagde avontuur, welke 'n oorlog op dit
kritieke oogenblik zou beteekenen. Duitsch-
land zou den geallieerden een slagveld en
front op Italiaanschen bodem verschaffen,
juist in den tijd, dat (na radicale reorgani-
satie) het Italiaansche leger het minst be-
kwame is van de drie wapens.
Op oeconomisch gebied is het vooruitzicht
nog somberder. Het eerste effect van de inter
ventie zou de uitbreiding van de geallieerde
blokkade tot Italie zijn, onder condities, welke
haar succesvolle uitwerking verzekeren.
Voor zijn belangrijkste grondstoffen is Italie
grootendeels afhankelijk van leveranties uit
landen buiten de Middellandsche Zee en voor
al uit Amerika, en hoewel Duitschland met
een groote krachtsinspanning gegarandeerd
heeft, om in de kolenbehoeften te voorzien,
zal het uitbreken van vijandelijkheden, vooral
op den Balkan, een onmiddellijke stopzetting
veroorzaken van het transport van de millioe-
nen ton kolen per maand. De buitengewone
koude van dezen winter heeft bovendien groo
ten last veroorzaakt ten aanzien van de
watervoorziening en dus ook het complete
hydro-electrische systeem in Italie bescha-
digd. Ook is de voedselvoorziening verre
van gelukkig. In geen enkel deel van Mid-
den-Europa zal de oogst goed zijn. Men zegt,
dat Italie beneden het minimum, dat het als
autarkisch land noodig heeft, staat. Geen
wonder dus, dat de bevolking het meest den
honger vreest, als zij een oorlog onder de
oogen ziet.
Als rationeele argumenten tenslotte beslis-
ten, zou men veilig kunnen voorspellen. dat
Italie non-belligerent bleef.
Maar er is ook nog een reeks van tegen-
strijdige verlangens, overtuigingen en halve
waarheden, welke waarschijnlijk een even
belangrijke rol zullen spelen.
In oeconomische kringen kunnen de argu
menten, gebaseerd op de onbekwaamheid van
Italie om thans een oorlog te voeren van-
wege haar oeconomische moeilijkheden, in
precies de tegenovergestelde richting werken.
Met het oog op geleidelijke oeconomische
uitputting, welke de kracht en de hulpbronnen
van het land ondermijnt, zullen de Italiaan
sche leiders misschien een wanhopigen sprong
thans v?rkiezen boven de langzame nederlaag
van een altijd grooter wordend faillissement.
Italie's oorlogsvoorraden zijn thans grooter
dan zij waarschijnlijk ooit weer zullen zijn.
Met bovenmenschelijke krachtsinspanning zijn
reserves van belangrijke grondstoffen, vooral
van petroleum, opgeslagen in de laatste zes
maanden. Als de geallieerden de blokkade
verscherpen, bijvoorbeeld door een systeem
van rantsoeneering, kunnen de voorraden niet
vermeerderd worden. Men moet dus reke
ning houden met een oeconomische prijsfactor.
Het zijn echter factoren van prestige en
psychologie, welke het vormen van bepaalde
conclusies verbieden. Wij in Engeland, aldus
de Economist, onderschatten misschien het
feit, dat onze politiek in Italie doel gemist
heeft.
De toepassing der sancties was de grootste
f0Ut niet omdat zij aangewend werden,
maar omdat zij niet in hun vollen omvang
aangewend werden. Zij waren vijandelijk ge
noeg om een blijvenden wrok onder het Ita
liaansche volk te verwekken en vruchteloos
ENOEUSGHE MIJNENVEGER
VERGAAN.
De Engelsche admiraliteit heeft meege-
deeld, dat de mijnenveger Dundon gezonken
is, nadat hij op een mijn geloopen was. Drie
officieren en 24 minderen worden vermist.
Men vreest, dat zij zijn omgekomen.
De Dundon, die 700 ton mat, behoorde tot
de 23 mijnenvegers, die onder het oorlogs-
noodprogramma gebouwd zijn en tusschen
Juni 1917 en Augustus 1919 te water gelaten
zijn. De normale sterkte van de bemanning
was 73. Hij was gewapend met een vier duims
en nog een kleiner kanon en werd in 1936 ter
beschikking gesteld, maar later weer in dienst
genomen.
DE BRITSCIHE MAATREGELEN INZAKE
DE MIDDELLANDSCHE ZEE.
Reuter vemeemt uit betrouwbare bron te
Londen, dat de maatregelen van de Britsche
regeering ten aanzien van de Middellandsche
Zee lou.ter voorzorgen van defensieven aard
zijn. De regeering hoopt van harte, dat zij
slechts tijdelijk zullen zijn. In ieder geval zijn
zij uitsluitend genomen tengevolge van de
noodzaak elke mogelijke gebeurtenis in de
Middellandsche Zee onder het oog te zien,
hoever deze ook in het verschiet mocht liggen.
EEN REDE VAN EDEN.
In een Woensdag te Londen gehouden rede
heeft Eden, de Engelsche minister van kolo-
nien o.a. verklaard:
Het is onvermijdelijk, dat wij slechte zoowel
als goede dagen zullen meemaken voor de
strijd tenslotte met de overwinning is beslo
ten. Ik heb nooit mijn overtuiging, dat onze
vijand werkelijk formidabel is, onder stoelen
of banken gestoken. Het is te alien trjde in een
oorlog verkeerd, den vijand. tegenover wien
men staat, te kleineeren.
Ten aanzien van de verklaring van Von
Ribbentrop, dat de Britsche en de Noorsche
regeering een oorlogscomplot hadden ge-
smeed, zeide Eden, dat zulk een fantastisch
sprookje bij niemand, die op de hoogte is van
de feiten of het leven en de politiek van Noor-
wegen, geloof zal vinden.
Er kan, aldus verklaarde de minister, voor
niemand van ons vrede zijn, voordat het ge
heele Noorsche volk weer van zijn vrijheid ge-
niet, onder zijn eigen koning en in zijn eigen
land.
Voortgaande zeide Eden, na gewezen te
hebben op de grootere hulpbronnen der ge
allieerden; het is niet voldoende zich tevreden
te stellen met het bestaan van deze hulp
bronnen en te herhalen, dat de tjjd voor ons
werkt. De tijd moet ook gebruikt worden.
Niets minder dan de grootste krachtsinspan
ning, waartoe het Britsche volk in staat is,
is genoeg om de overwinning te behalen.
OOK EGYIPTE NEEMT VOORZORGS-
MAATREGELEN.
Met het oog op de onzekerheid in den toe-
stand van de Middellandsche Zee zijn zekere
defensieve voorzorgsmaatregelen in geheel
Egypte genomen.
Deze voorzorgsmaatregelen, aldus Reuter,
volgden op een dag van geruchten, waarvoor
de belangstelling nog vergroot werd door de
berichten over de Engelsche maatregelen ten
aanzien van de scheepvaart door de Middel
landsche Zee. De stemming in Egypte blijft
kalm. Het stimuleerende effect van de aan-
wezigheid van een groot geallieerd leger in
het Naburige Oosten treedt thans duidelijk
aan den dag. De plaatselijke Italiaansche
kringen schijnen evenzeer in het duister te
tasten als ieder ander over den laatsten gang
der gebeurtenissen, aangezien zij den geheelen
dag de kantoren der dagbladen opbelden om
te trachten de geruchten te verifieeren.
BEREIDT ITALIe ZICH TEN OORLOG?
Er is in Italie een commissie in het leven
geroepen welke een Snellen en ordelijken over-
gang van de Italiaansche communicatiemid-
delen op oorlogsvoet zal moeten verzekeren.
De commissie zal zich bezighouden met
telefoon-, telegraaf- en radiotelefonische ver-
bindingen.
De directie van de Milaneesche jaarbeurs
heeft besloten, op het terrein waar de jaar
beurs steeds wordt gehouden, aardappelen te
gaan telen, in plaats van de bloemen, die er
totdusver werden gekweekt.
BEZOEK VAN QUISLING AAN HITLER
OP 6 APRIL.
Het. blad ,,Allehanda'" meldt uit Gothen
burg: Een Noorsche douane-ambtenaar en
een Noorsche journalist, die naar Zweden
zijn gevlucht, hebben in een onderhoud met
een Gothenburgsch blad verklaard, dat het
vast staat, dat majoor Quisling op 6 April een
bezoek heeft gebracht aan Hitler.
De douane-ambtenaar verklaarde: Quisling
verliet Oslo drie dagen voordat de Duitschers
Noorwegen binnendrongenhij reisde over
Zweden naar Berlijn. Vddr de bezetting door
de Duitschers keerde hij per vliegtuig naar
Oslo terug.
De journalist, die tot aan de bezetting voor
de regeering-Nygaardsvold werkte, zeide te
hebben vernomen, dat Quisling den Duitschers
had medegedeeld, dat hun expeditie naar
Noorwegen ,,een aangename en vreedzame
militaire wandeling" zou zijn, waartegen geen
enkele Noor zich zou verzetten.