Buitenland
aan den Minister van Justitie nog de volgen-
de vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat in de
Engelsche Sunday Chronicle van 14 April j.l.
een bericht voorkomt van den Amsterdam-
schen correspondent van dat blad, volgens
hetwelk in Nederland 20.000 Nederlandsche
Nationaal-Socialisten, beschikkende over
groote geheime voorraden mitrailleurs, ge-
weren, revolvers en groote hoeveelheden muni-
tie, gereedstaan am een staatsgreep te onder-
nemen, teneinde Nederland onder de macht
van een bevrienden buurstaat te brengen?
2. Kan de minister mededeelen of tegen
den Amsterdamschen correspondent van de
Sunday Chronicle een strafvervolging is of zal
worden ingesteld, alsmede of hij eventueel na
het ondergaan van een straf zal worden uit-
gewezeri?
„VOLK EN VADEBLAND" IN BESLAG
GENOMEN.
De procureur-generaal bij het Gerechtshof
te 's-iGravenhage heeft, op grond van de pers-
verordening van den opperbevelhebber, op-
dracht gegeven de oplage van het weekblad
,,Volk en Vaderland", dat Vrijdag is ver-
schenen, in het geheele arrondissement 's-Gra-
venhage in beslag te doen nemen.
NEDERLAND EN BELGIE.
Belgische domper op enthousiasme
voor economiscihe samenwerking.
De Standaard, het toonaangevende Vlaam-
sche dagblad, publiceert een uitvoerige be-
schouwing van de hand van baron R. de
Kerchove d'Exaerde, vice-voorzitter van de
Kamer van Volksvertegenwoordigers, over de
economische samenwerking tusschen Neder
land en Belgie.
Dit artikel is niet in een juichtoon gesteld,
en schijnt eerder geschreven te zijn om een
domper te zetten op het enthousiasme van te
ijverige voorstanders van een gemeenschap-
pelijke BelgischNederlandsche economie. De
schrijver is natuurlijk zeer verheugd over de
kentering ten goede, die zich de laatste jaren
in de verhouding tusschen beide landen heeft
voltrokken, maar bij een economische samen
werking kan noch mag men de belangen van
den landbouw over het hoofd zien. Het is ver-
keerd te meenen, dat Belgie v66r alles een
industrieel land is. De land- en tuinbouw is
minstens even belangrijk als de nijverheid, en
juist deze omstandigheid schijnt men bij elke
onderhandeling uit het oog te verliezen. Een
economische samenwerking is alleen mogelijk
„indien in beide landen eerlijk en loyaal wordt
gestreefd naar werkelijk begrijpen van elkan-
ders levensnoodwendigheden". Bjj het afslui-
ten van handelsverdragen met Nederlanders
zijn de Belgische onderhandelaars steeds
teruggekomen met vele voordeelen voor de in-
dustrie maar met vele nadeelen voor den land
en tuinbouw. Tot dezen wantoestand hebben
de opeenvolgende Belgische regeeringen sinds
1920 krachtig bijgedragen. Tegen een derge-
lijke verkeerde mentaliteit hebben de land-
bouwvertegenwoordigers in het parlement niet
opgehouden te protesteeren, echter geheel zon-
der resultaat.
De heer Kerchove vestigt er de aandacht
op, dat einde Mei het contingenteerings-
accoord, dat Belgie met Nederland gesloten
heeft vervalt, en het is derhalve hoog tijd aan
de belangen van den land- en, tuinbouw te
denken. Hij gaat van de stelling uit, dat de
binnenlandsche markt in de eerste plaats moet
voorbehouden blijven aan den binnenlandschen
producent, en dat de kostprijs van het eigen
product de maatstaf moet zijn voor de te vol-
gen handelspolitiek.
Alleen wanneer de marktprijs van de bin
nenlandsche producten boven den kostprijs
zou stijgen, zou hierin een aanwijzing te vin-
den zijn van een werkelijk tekort, en zou de
import tegen normale prijzen van dergelijke
artikelen te rechtvaardigen zijn. Bovendien
moet het beheer van de contingenten in eigen
land behouden blijven. Tot nu toe was alleen
Nederland, en wel de Nederlandsche groenten-
centrale, meester over de contingenten.
Aangaande een eventueele tol-unie verwijst
de heer De Kerckhove met instemming naar
een uitlating van het orgaan De Boer, dat
zich sterk keert tegen de meer en meer in-
gang vindende meening, volgens welke Neder
land en Belgie elkander economisch zouden
aanvullen. Op land- en tuinbouwgebied is dit
allerminst het geval, ,,en een tol-unie zal der
halve tot het rrjk der onmogelijkheden blijven
behooren zoolang de land- en tuinbduw van
Belgie niet in de gelegenheid wordt gesteld
met gelijke wapens, dus met denzelfden steun
als de Nederlanders, zijn levensbestaan te
verdedigen".
Het besluit van den heer De Kerchove
d'Exaerde luidt als volgt: „De tijden zijn rijp
pm op dit stuk, in een geest van cultuur-
solidariteit, te onderhandelen, maar waar een
der contracteerende partijen de dupe zou wor
den, kan geen sprake zijn van hartelijke soli-
dariteit".
Maar daarbij mogen wij toch niet vergeten,
dat, zoowel in Zweden, als in Duitschland en
Nederland. de officieele instanties voortdurend
in de weer zijn geweest om de noodige ver-
gunningen voor ons te verkrijgen. Eindelijk
zijn deze vergunningen afgekomen, vooral voor
de volledige medewerking van de Duitsche
regeering.
Wij vroegen den heeren Geijssendorffer en
Sillevis naar de voorwaarden, waaraan zij i
moesten voldoen om naar Nederland terug te
keeren. De Zweedsche regeering had een
speciale route opgegeven en de machines
moesten over dit gedeelte van Zweden op een
speciale hoogte vliegen. De regeering had de i
luchtdoelbatterijen op deze route in kennis
gesteld van het passeeren van de Nederland
sche machines. De Duitsche regeering had
geen speciale voorschriften geeischt. Alleen
had men gezegd, dat het aan te raden was,
zoo hoog mogelijk te vliegen. In rechte lijn j
zijn de K.L.M.-machines van [Stockholm via
Gothenburg dwars over Denemarken naar de
Noordzee gevlogen en vandaar in Zuidelijke
richting naar Schiphol. Tijdens den tocht
was het weer voortreffelijk en het zicht uit-
stekend. Noch Geijssendorffer noch Sillevis
evenwel hebben iets gemerkt van den oorlogs-
toestand.
ONWETTIG ACHTERBLIJVEN VAN
VERLOF.
Bepaald is, dat militairen die wegens on-
wettig achterblijven van verlof, naar hun
onderdeel worden teruggeleid, behalve de
onkosten van terugvervoer van henzelf, boven
dien die reis- en verblijfkosten van hun bege-
leiders zullen moeten terugbetalen.
TWEE LAMP F.N AANGEBODEN AAN DE
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
Vrij dagmorgen heeft in de hal van het
nieuwe gebouw van de Rijksverzekeringsbank
te Amsterdam een korte plechtigheid plaats
gehad, tijdens welke de heer F. S. Noordhoff
van de N.V.V. mede namens het algemeen
R. K. Werkliedenverbond, het Christelijk Na-
tionaal Vakverbond en de Nederlandsche Vak-
centrale aan het bestuur van de Rijksverze
keringsbank twee monumentale lam pen ter
plaatsing in de hal heeft aangeboden.
De heer Noordhoff sprak bij deze aanbie-
ding- een korte rede uit, waarin hij gewaagde
van de uitstekende verstandhouding tusschen
het bestuur van de bank en de besturen van
de vakvereenigingen.
De plaatsvervangend voorzitter van de rijks
verzekeringsbank, Mr. H. Bijleveld, dankte
den besturen voor dit geschenk, dat niet alleen
artistiek schoon is, maar daarenboven uiter-
mate symbolisch. Want licht moet schijnen
over het werk van de rijksverzekeringsbank
en de arbeid, in dit gebouw verricht, brengt
licht in vele gezinnen.
De lampen zijn vervaardigd naar een ont-
werp van architect Roozenburg door de edel-
smederij Brom te Utrecht. Zij zijn opgesteld
ter zijde van de groote hal.
PAOHTOPDRIJVINGSWET.
DE „MEES" EN DE „UIL" WEER OP
SCHIPHOL.
Na een vlucht van 4V2 uur zijn de K.L.M.-
toestellen ,,Mees' 'en ,,Uil", die door het bin-
nentrekken van de Duitschers in Denemarken
en Noorwegen aanvankelijk op het vliegveld
van Malmd in Zweden werden opgehouden, op
het Amsterdamsche vliegveld Schiphol veilig
geland.
Op Maandag 8 April waren de vliegers met
den normalen lijndienst van Amsterdam naar
Malmo gegaan en het was de bedoeling, dat
zij Dinsdag 9 April naar Schiphol zouden
terugkeeren. In den nacht van Maandag op
Dinsdag evenwel trokken de Duitschers Dene
marken en Noorwegen binnen.
De Zweedsche regeering nam toen de maat-
regel de vliegvelden in het Zuiden van Zwe
den te evacueeren, zoodat de „Mees" en de
„Uil"" Donderdag 11 April van Malmd naar
Stockholm vertrokken, waar zij in ieder geval
veilig op het oogenblik van vertrek konden
wachten.
Als bijzonderheid vertelden de heeren Geij-
sendorffer en Sillevis, de beide gezagvoerders,
nog, dat de machines in den nacht van 8 op
9 April aan een groot gevaar zijn ontsnapt.
In dien nacht n.l. is er brand uitgebroken op
het vliegveld van Malmd.
De groote hangar, waarin de Nederlandsche
toestellen stonden geborgen, brandde geheel
uit en het is aan de tegenwoordigheid van
geest van het personeel van de Zweedsche
Luchtvaart Mij A.B.A. te danken, dat de
K.L.M.-toestellen konden worden gered. De
hangar brandde g&heel uit. Daarin bevonden
zich de radiodienst, de meteorologische dienst,
de telefooncentrale en het magazijn van
reservemateriaal van de Zweedsche Lucht-
vaartmaatschappij, welke door het vuur uiter-
aard een groot verlies heeft geleden.
Zooals gezegd, vertrokken de „Mees" en
de „Uil" op 11 April naar Stockholm en sinds
dien dag tot Donderdag toe hebben Geijssen
dorffer en Sillevis, alsmede de K.L.M.-ver-
tegenwoordiger De Stoppelaar constant po-
gingen in het werk gesteld om een startver-
gunning naar Nederland te verkrijgen.
„Wrj hebben ons alleen maar geergerd, dat
wij niet weg mochten", zoo zeiden de beide
gezagvoerders.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp tot bepalingen ten aanzien van
de pacht, in het bijzonder tot voorkoming van
het opdrijven van pachtprijzer. in de tegen-
woordige buitengewone omstandigheden
(pachtprijsopdrijvingswet 1940).
Aan de memorie van toelichting wordt ont-
leend
Het groote verschil tusschen de buitenge
wone omstandigheden, waaronder wij thans
leven en die, welke bij het uitbreken van den
oorlog van 1914 heerschten, openbaart zich
ook op het gebied van landbouw en pacht.
Toen bewoog de Nederlandsche landbouw zich
in opwaartsche richting en mocht zich zoo
wel economisch als financieel in een gezon-
den groei verheugen. Toen bleef de pacht,
ofschoon haar ontwikkeling velen reeds zorg
baarde, binnen het spoor, door de eischen van
het maatschappelijk verkeer en het land-
bouwbedrijf getrokken. Thans bevindt de
Nederlandsche landbouw zich reeds geduren-
de een decennium in crisistoestand. Thans
spannen tal van factoren samen om den pacht-
prijs op te schroeven tot een peil hetwelk
wellicht in een redelijke verhouding staat tot
de voor land geboden koopprijzen, maar
geenszins tot de opbrengstmogelijkheid van
het boerenbedrijf.
Bij de aan het landbouwbedrijf vreemde
factoren, zooals de viucht van het beleggings
kapitaal in den grond, welke de neiging heb
ben het prijspeil van de pacht op te stuwen,
voegt zich thans de mobilisatietoestand
Evenmin als op ander gebied mag de regee
ring ten aanzien van de pacht aan dezen fac
tor- vrij spel laten. Dit klemt te meer, nu de
pachtprijzen reeds zonder den invloed van
dien factor de grens van het toelaatbare heb
ben bereikt, zoo niet overschreden, en dat,
hoewel het landbouwbedrijf slechts met moeite
en dan nog dank zij den steun van een heel
stelsel van overheidsmaatregelen het hoofd
boven water heeft weten te houden.
De ontworpen regeling heeft de strekking
een plafond aan te brengen, waarboven de
pachtprijzen niet zullen mogen stijgen. Zij
gaat daarbij uit van den pachtprijs, welke op
1 September 1939 voor het gepachte gold of
krachtens beslissing van pachtkamer of
paChtbureau op dat tijdstip geacht moet wor
den te hebben gegolden. Dit criterium heeft
het voordeel, dat de pachtkamers en pacht-
bureaux met een vasten maatstaf kunnen
werken. Zulks mag echter niet leiden tot
verstarring van den pachtprijs, indien de om
standigheden zoo worden, dat een verhooging
boven het peil van 1 September 1939 redelijk
is te achten. Daarom is bepaald, dat de
Minister van Economische Zaken, het bestuur
van den Nederlandschen pachtraad gehoord,
bevoegd zal zijn te bepalen, dat bij de toe-
passing van de wet de pachtprijs, welke op
1 September 1939 gold, met een door hem
vast te stellen percentage wordt vermeerderd.
De verschillen tusschen Pachtwet
en Pachtprijsopdrijvingswet.
tietoestand geen prijsstrijging kan worden ge-
duld, welke het uitsluitend rechtstreeksche
gevolg is van den toestand en niet op grond
van economische oorzaken verantwoord is te
achten.
Het verschil in doelstelling en als gevolg
daarvan in criterium tusschen de Pachtwet
en het onderhavige wetsontwerp brengt mede,
dat ten aanzien van pachtcontracten, welke
het door dit ontwerp voorgeschreven prijspeil
overschrijden anders behoort te worden ge-
handeld dan de Pachtwet voorschrijft ten
aanzien van pachtovereenkomsten, welke een
buitensporig karakter dragen.
Het wetsontwerp bepaalt, dat de pacht
kamer of het pachtbureau den pachtprijs,
welke hooger is dan die, welke op 1 Septem
ber 1939 voor het gepachte gold of geacht
wordt te hebben gegolden, tot op dezen prijs
terugbrengt.
Kan de Pachtwet, zooals hierboven werd
betoogd niet dienen tot verwezenlijking van
het door het onderhavige wetsontwerp be-
oogde, de organisatie, welke ingevolge die
wet in het leven is geroepen, kan zeer wel
mede met de toepassing van een pachtopdrij-
vingswet worden belast. Bij de samenstelling
van het wetsontwerp is van die mogelijkheid
dan ook een dankbaar gebruik gemaakt en
wel zoo, dat de pachtkamers en de pacht-
bureaux bij de toetsing van pachtcontracten
ingevolge de Pachtwet mede de hun bij dit
wetsontwerp opgedragen taak zullen vervul-
len. Hierdoor wordt de instelling van bijzon-
dere colleges overbodig, hetgeen ook voor de
justiciabelen gemak oplevert, terwijl boven
dien het bij de toepassing der beide wetten
gewenschte organisch verband vanzelf aan-
wezig is.
Bij de inschakeling op de bovenomschreven
wijze van de colleges en organen, welke met
de toepassing van de Pachtwet zijn belast,
zou zeer gemakkelijk ook toepasselijk kunnen
worden verklaard de sanctie, waarmede deze
wet het instltuut van de voorafgaande toet
sing van pachtcontracten dekt. Van deze mo
gelijkheid is echter geen gebruik gemaakt,
omdat die sanctie de regeering onvoldoende
is voorgekomen om een uit den nood des tijds
geboren regeling van zoo ver strekkenden
aard als het wetsontwerp bevat, te hand-
haven.
DE SUJKER VOOR DE J1AMFABRIEKEN.
Van officieele zijde wordt medegedeeld:
Aangezien alle hier te lande geteelde sui-
kerbieten van den nieuwen oogst evenals het
vorige jaar, voor de suikerbereiding beschik-
baar moeten blijven, ligt het in het voomemen
het verbod om suikerbieten te vervoeren, af
te leveren en te bewerken, anders dan naar
of in de suikerfabrieken te handhaven.
Ter tegemoetkoming aan de suikerbieten-
verwerkende appelstroop- en jamfabrikanten
zal evenwel zooveel mogelijk t.z.t. het ver-
voer van suikerbieten naar en de aflevering
daarvan aan die fabrieken worden mogelijk
gemaakt.
Het bewerken van de bieten zal aan ge-
noemde fabrikanten slechts onder enkele
voorwaarden worden toegestaan. Het ligt o.a.
in de bedoeling, geen grootere hoeveelheid bie
ten te doen verwerken, dan eenzelfde fabriek
1939 heeft verwerkt, terwijl zal moeten
worden aangetoond, dat voor de verwerkte
bieten minstens de garantieprijs is betaald,
welke thans is vastgesteld op 12,50 per
1000 kg.
Indien zulks met het oog op de suikerberei
ding wenschelijk is, zullen voor appelstroop-
en jamfabrieken minder suikerbieten worden
vrijgelaten dan het vorige jaar. In dat geval
zal deze vermindering geschieden in verhou
ding tot de in 1939 verwerkte hoeveelheid. De
fabrieken kunnen echter zonder bezwaar
reeds thans contracten afsluiten voor de leve
ring van suikerbieten tot de hoeveelheid,
welke zij het vorige jaar verwerkten, daar de
suikerfabrieken deze zoo noodig te alien tijde
tegen den garantieprijs zullen overnemen.
Men weet nog niet hoe de rantsoeneering,
als die komt zal worden ingericht.
De regeering hoopt, dat als de zomerprijzen
voor de brandstoffen eenmaal zijn vastgesteld,
ieder die daartoe in staat is, zijn hoeveelheid
kolen voor den winter zal opdoen. Dat verge-
makkelijkt het maken van voorraden voor de
overheid. Bovendien hebben de menschen er
voordeel van.
WAAROM WIJ NIET MEEDOEN.
De Parijsche Temps schrijft, kennelijk doe-
lende op Nederland, over ,,kleine mogend-
heden, die door hun machtig koloniaal impe-
rium feitelijk in den toestand van groote
mogendheid verkeeren, maar desalniettemin
afhankelijk zijn op het stuk der defensie van
de hulp van Engeland en Frankrijk".
„Waarom zouden zij dan geen tegenpraesta-
tie leveren? Waarom zouden zij dan geen
verplichtingen hebben? Waarom zouden de
neutralen, die wij hier op het oog hebben, pas-
sief toezien bij het duel op leven en dood,
waarbij het lot van alle Rijken, ook het hun-
ne, op het spel staat? Wij stellen hun deze
vraag, en het is in hun belang, zoowel als in
het onze, dat wij hun verzoeken er over na te
denken".
Deze uitlating is in de Ned. pers niet onbe-
antwoord gebleven, merkt het D. v. Z. op.
Het Vaderland repliceert kort en kondig:
,,In antwoord hierop kunnen wij de Temps
mededeelen, dat wij deze vraag reeds lang
overdacht en voorzien hadden, v66r dit blad
haar stelde, en wij antwoorden ,,Uw vraag is
fout!" Nederland heeft uit eigen krachten
zijn imperium opgebouwd en niet bij de >gra-
tie van andere mogendheden! Nederland
deinst voor geen offer en krachtsinspanning
terug om de eigen positie zoo onaantastbaar
mogelijk te maken, hier zoowel als overzee.
Nederland is dientengevolge een brok, dat
voor geen enkelen agressor, hier of overzee
gemakkelijk te verteren zal zijn en zoomede
in deze woelige wereld 'n stabiliseerende fac
tor, waarin ons geplaagd Europa nog altijd
een vast punt vindt.
Dat is onze tegenprestatie, ten bate van
alien!"
KOSTWINNERSVERGOEDING VOOR
AMjBTENAREN.
Naar ,,De Tijd" vemeemt, overweegt de
regeering maatregelen, waardoor het den ge-
meenten onmogelijk wordt gemaakt, een deel
der op haar drukkende Iasten, voortvioeien-
de uit het gemobiliseerd zijn der ambtenaren,
of het Rijk af te schuiven. Het betreft hier
in het bijzonder uitbetaling van salarissen aan
gemobiliseerde ambtenaren van provineie en
gemeente.
BR ANtDSTOFFENR ANTSOENEERIN G IN
VOORBEREIDING.
Het Rjjksinstituut voor Brandstoffen-econo-
mie in Den Haag bereidt thans een regeling
van een brandstoffenrantsoeneering voor. Dat
wil echter niet zeggen, dat het vaststaat dat
die ook wordt ingevoerd. Zoolang onze brand-
stoffen-positie blijft zooals zij nu is dat wil
zeggen als wij de beschikking houden over
onze mijnen in Limburg en als wij in de toe-
komst evenveel kolen uit het buitenland krij-
gen als thans denkt de regeering er niet
aan tot rantsoeneering over te gaan, want dan
is er geen tekort.
Maar er moet met de mogelijkheid rekening
gehouden worden, dat onze brandstoffenpositie
ongunstiger wordt. Vandaar de voorzorg,
klaar te zijn als ons onaangename verrassin-
gen boven het hoofd zouden hangen, deelt het
Haarlemsch Dagblad mee.
Er is op dit oogenblik nog niet te zeggen,
hoe de rantsoeneering dan geregeld zal wor
den, omdat men niet weet over hoeveel brand-
stof men dan de beschikking heeft. Er wordt
evenwel naar gestreefd te bereiken, dat in de
zomermaanden de menschen zooveel mogelijk
hun winterbrandstof in huis zullen hebben.
Alle kolen, die in Limburg gedolven worden,
stuurt men zoo gauw mogelijk naar het bin-
nenland, opdat daar voorraden voor den win
ter gemaakt worden.
De zomerprijzen voor de brandstoffen zijn
nog niet vastgesteld. De kolen die uit het bui
tenland aangevoerd worden, kosten veel meer
van transport dan verleden jaar, zoodat die
duurder verkocht moeten worden. Daar de
regeering evenwel door de Limburgsche kolen
prijsregelend kan optreden, zal er naar ge
streefd worden een verhooging van de prijzen
voor huisbrand zooveel mogelijk te beperken.
Wel staat vast, dat de nieuwe zomerprijzen
hooger zullen zijn dan die van het vorige jaar.
De vrees werd gekoesterd, dat goedgesitu-
eerden, nu er een rantsoeneering van brand
stoffen wordt voorbereid, zoo gauw mogelijk
groote voorraden brandstoffen zouden inslaan
voor den volgenden winter. Daartegen zijn
KABINET PIERLOT MOET BLIJVEN EN
ZIJN PLIGHT DOEN.
De Belgische kabinetsraad is onder voor-
zitterschap van den premier, Pierlot, bijeen-
gekomen, en heeft besloten op uitdrukkelijk
verlangen van den konlng zijn taak voort te
zetten.
De tekst van den brief, welken Koning
Leopold tot Pierlot heeft gericht, luidt als
volgt
Op het oogenblik, dat het leger de wacht
houdt aan de grenzen, en dat de toestand aan
alle Belgen den plicht oplegt zich nog hechter
aaneen te sluiten, is de tijd niet geschikt, een
ministercrisis te openen over kwesties van
binnenlandsche politiek. Ik zou tegen de
hoogste belangen des lands handelen, indien
ik het ontslag van de regeering zou aanvaar-
den, juist nadat de Senaat onlangs nog beves-
tigd heeft, dat onze buitenlandsche politiek
practisch de volkomen instemming van de
natie heeft.
Ik verzoek u dus, onverwijld de taak voort
te zetten, welke de regeering op zich genomen
heeft, en welke het belang van het vaderland
vereischt. Opnieuw spreek Ik in u mijn ver-
trouwen uit.
Nadat oorspronkelijk de indruk was ge-
wekt, dat de Koning het ontslag van het kabi-
net Pierlot had aanvaard, werd later op den
middag bekend, dat de premier 's morgens
na zijn onderhoud met den Kohing w61 had
gezegd, dat door zijn ontslagaanvrage de
regeeringscrisis was geopend, maar dat hij
had verzwegen, dat de Koning dit ontslag niet
had aanvaard. Deze had na zijn lang onder
houd met staatsminister Hymans aan den pre
mier een brief meegegeven voor het kabinet,
waarin hij, in ernstige bewoordingen, de
redenen uiteenzette, waarom hij van oordeel
is, dat onder de huidige omstandigheden een
kabinet, dat juist in den senaat van alle par
tijen volledige goedkeuring verwierf ten aan
zien van zijn buitenlandsch beleid, niet om
een kwestie van zuiver buitenlandschen poli-
tieken aard, het roer aan anderen in handen
mag geven.
Koning Leopold heeft zoodoende gedaan wat
vrijwel iedereen hoopte, dat hij doen zou.
Belgie bezit dus weer, of nog steeds, een
kabinet-PIerlot. Het is alleen niet het zesde
sedert deze ruim een jaar geleden zijn kabinet
formeerde, maar het blijft het vijfde.
De vraag zou kunnen rijzen, of hetgeen
met dit wetsontwerp wordt beoogd, niet van
zelf zou worden bereikt als gevolg van de ver-
dere doorwerking van de Pachtwet. Het ant
woord moet ontkennend luiden. De doelstel
ling van de Pachtwet voor zoo ver zij zich
met de prijsvorming bemoeit is een geheel
andere dan die van het onderhavige wetsont
werp. De Pachtwet wil waken tegen uitbui-
ting van de eene partij door de andere en be-
perkt er zich dan ook toe, pachtprijzen, welke
excessief zijn in het licht van de concrete
verhouding van pachter en verpachtster, on- evenwei maatregelen genomen, want de lever-
A n n n 1 J n M i i1n v, i M V* nil J 1*1 *1 O O Y*i 1IM O
mogelijk te maken. Zij is meer sociaal dan
economisch gericht. Het onderhavige wets
ontwerp daarentegen wil een dam opwerpen
tegen een onder de huidige omstandigheden
economisch niet te verantwoorden stijging
van het pachtprijspeil, ook al zou dit voor be-
paalde pachters dragelijk kunnen worden ge-
noemd. Het begrip buitensporig, hetwelk de
Pachtwet als criterium geeft, behoort dan ook
tot een geheel andere categorie van waarden
dan de gedachte, dat' gedurende den mobilisa-
anciers moeten aanteekening houden aan wie
zij brandstoffen afleveren, zoodat de overheid,
mocht de rantsoeneering noodig blijken, pre-
cies weet wie al kolen voor het volgende sei-
zoen in voorraad hebben.
De opzet is, dat in het geval van rantsoe
neering de beschikbare hoeveelheden zoo bil-
lijk mogelijk verdeeld zullen worden, terwijl
men voorkomen wil, dat goed-gesitueerden
zich een voordeel zouden verzekeren op
anderen.
TWEE DUITSCHE PATROUILLE-
VAARTUIGEN IN DEN GROND GEBOORD
In een gezaghebbende Franscbe mededee-
ling werd Vrijdag bekend gemaakt, dat tijdens
een patrouilletocht, die den geheelen nacht
duurde, in het Skagerrak twee Duitsche
patrouillevaartuigen tot zinken zijn gebracht
door een Franschen torpedobootjager. De
verklaring voegt hieraan toe, dat lichte Fran-
sche eenheden samenwerkten met de Engel
sche vloot, die het Skagerrak bewaakt. De
vijandelijke patrouilleschepen, die tot zinken
werden gebracht, waren snelle vaartuigen,
gewapend met geschut, torpedolanceerbuizen,
en installaties voor het werpen van diepte-
bommen.
BRITSCHE ERSATZ.
Er zijn niet alleen ersatzwaren in Duitsch
land. Teneinde den import van hout uit de
Baltische landen te beperken en deviezen te
sparen, fabriceert men thans in Engeland een
product, hetwelk het lichte hout vervangt in
de bouwindustrie. Het wordt in hoofdzaak
gemaakt uit een soort cement en zaagsel. Bij
een ander precede worden agavevezels ge-
bruikt.
Drie fabrieken zijn in aanbouw tot fabrica
te van een kunstmatig weefsel, genaamd
Wylon, hetwelk met kunstmatige zijde kan
vergeleken worden.
Verder werden in het Lagerhuis onlangs de
resultaten ten toon gesteld van verscheidene
procddO's van producten, die petroleum kun
nen vervangen. Men zou reeds 1 millioen
400.000 hectol. van die synthetische brandstof
gefabriceert hebben.
KONING HAAKON NAAR ENGELAND?
De speciale correspondent van de Messagero
meldt, dat daar hardnekkig het nog niet tegen
gesproken gerucht de ronde doet, volgens ket-
welk koping Haakon per vliegtuig zou zijn
aangekomen in een plaatsje in het uiterste
noorden, naar het schijnt het eiland Seiland,
waar hij zou wachten op een Britsch oorlogs-
schip dat hem naar Engeland moet brengen.
Kroonprins Olaf en de leden der regeering
zouden zich in een dichtbij Zweden gelegen
gebied bevinden.
PUBLIOATIE DER BRITSCHE LEGATIE
IN ZWEDEN GEKONFISKEERD.
De Britsche legatie deelt, volgens U. P.
mede, dat de Zweedsche regeering „op verzoek
van een vreemde mogendheid" het jongste
door de legatie uitgegeven weekoverzicht van
nieuwsberichten in beslag heeft genomen.
De legatie verklaart, dat zij Zondag diplo-
matieke stappen zal doen en waarschijnlijk
een protest zal indienen.
De woordvoerder der Britsche legatie deelde
verder mede, dat Zweedsche politie-agenten in
het gebouw der legatie verschenen waar zij
iformeel te kennen gaven, dat de Zweedsche
minister van justitie de inbeslagneming had
gelast van het nieuwsoverzicht der legatie,
getiteld „iStora Brittannia", d.i. „sterk Brit-
tannia".
De politie verklaarde voorts, dat het besluit
om de publicatie van het overzicht tegen te
houden Vrijdag door den Koning en den mi-
nisterraad was genomen ingevolge de bepalin
gen der Zweedsche perswet.
De woordvoerder zeide, dat het overzicht
van deze week in 50.000 exemplaren was ge-
drukt, welke over Zweden, Finland en Noor
wegen zouden worden verspreid. Het behelsde
in hoofdzaak een resume van de internatio-
nale dagbladpers en de belangrijkste berich-
ten, waarbij het standpunt der geallieerden
werd toegelicht.
Later deelde de Britsche legatie mede, dat
de gezant zelf Zaterdagochtend een bezoek
zou brengen aan den Zweedschen Minister
van Buitenlandsche Zaken, Giinther. Hij zou
ook protesteeren tegen de verspreiding van de
verschillende publicaties der Duitsche legatie
dit als tegen-actie tegen het verbod van het
Britsche weeknieuws.
De Britsche legatie verklaarde voorts nog,
dat zij voomemens was Zondagochtend ook
een bulletin", te publiceeren, waarin zij com-
mentaar zal leveren op Ribbentrops verklarin-
zen en het Duitsche Witboek.
HET VOORDEEL VAN HET INITIATIEF.
Het ontbreekt het Britsche publiek niet aan
waarschuwingen tegen te groot optimisme
wat de vorderingen van de campagne in Noor
wegen betreft. De militaire correspondenten
der bladen analyseeren de situatie in realis-
tische bewoordingen. De Eveneing News uit
de klacht, dat de regeering het publiek tot
dusver niet ten voile in vertrouwen genomen
heeft, doch de Duitsche invasie heeft voorge-
steld als iets dat bijna in het voordeel van
Engeland was. Zoolang geen noodvliegvelden
zijn ingericht achter de Britsche linies en zoo
lang geen Britsche gevechtsvliegtuigen en
bommenwerpers van Noorschen bodem af
opereeren, zal het een gevaarlijke illusie zijn
te denken aan een gemakkelijke of zelfs suc-
cesrijke campagne. Evenmin zullen wij iets
van beteekenis kunnen bereiken, zoolang wij
niet een of twee voomame havens heroveren.
De Evening Standard merkt op: De Duitsche
troepen hebben nog steeds het voordeel van
het feit, dat zij het initiatief genomen hebben.
Laat ons een goed begrip houden van de
moeilijkheden in de Noorsche campagne.
NIEUWE LANDINGEN BIJ NAMSOS.
Menschen uit de buurt van Namsos, die
Vrijdag de Zweedsche grens overgekomen zijn,
hebben, onafhankelijk van elkaar, verteld, dat
de activiteit van de Duitsche vliegtuigen in
dit opmarschgebied van de Engelsche en Fran-
sche landingstroepen sedert Woensdag zoo
sterk verminderd is, dat opnieuw troepen aan
land gebracht konden worden-en waarschijn
lijk niet alleen troepen, maar ook artillerie
en ander zwaar materieel, waarvan de ont-
scheping in een haven, waar men niet met de
schepen aan de kade kan aanleggen, uit den
aard der zaak nogal omslachtig is. Dit be-
vestigt, dat de geallieerde troepen thans, in
tegenstelling tot enkele dagen geleden, over
vrij veel luchtafweergeschut beschikken en
dat ook jachtvliegtuigen hun steunen. Naar
alle waarschijnlijkheid komen deze toestellen
van vliegtuigmoederschepen voor de kust, al
kan voor korten tijd ook een provisorisch
vliegveld op het ijs van een meer in de bergen
gemaakt zijn. Het is onmogelijk te voorspel-
Ien hoe de situatie aan het front bij de Dront-
heimfjord zich ontwikkelen zal. De geallieer
de troepen zijn er in aantal waarschijnlijk ster-
ker dan de Duitsche, die echter voortdurend
versterkt worden, volgens sommigen met
twee- a drieduizend man per dag, die alien
per vliegtuig uit het Zuiden komen. Volgens
geruchten zouden Duitsche troepen overzee
naar een plaats benoorden Namsos gebracht
zijn Foldereid lijkt daartoe het meest ge
schikt 1 om vandaar uit de geallieerden in
den rug aan te vallen.
RUIM 300 NOORSCHE EN DEENSCHE
SCHEPEN IN GEALLIEERDE HAVENS.
De radio-omroep aan de Deensche en Noor
sche schepen in voile zee, om zich naar de
dichtstbijzijnde geallieerde havens te begeven,
heeft, naar Reuter meldt, zeer veel succes
gehad. De laatste cijfers toonen aan, dat zich
150 Noorsche schepen in de havens van Groot-
Brittannie en de controlebases bevinden en
een gelijk aantal in de Britsche koloniale
havens; 25 Noorsche schepen bevinden zich
in Fransche havens en 20 in de Fransche kolo
niale havens. Voor de Deensche schepen zijn
de cflfers: 65 in havens en bases van Enge
land, 2'5 in Britsche koloniale havens, 9 in
Fransche havens, 6 in Fransche koloniale
havens. Schepen onder de 1000 ton zijn hier
in niet begrepen.
Ofschoon er geen gegevens beschikbaar
zijn over het aantal Noorsche en Deensche
schepen, dat de Duitsche instructies heeft op-
gevolgd om zich naar Spaansche of Italiaan-
sche havens te begeven, gelooft men, dat dit
klein is, vergeleken met het aantal, dat zich
thans in de geallieerde havens bevindt.
De oproep heeft, naar men meent, meer
succes gehad bij de Noorsche dan bij de Deen
sche schepen tengevolge van het feit, dat den
Noorschen reeders vrije verzekering is aan
geboden. Men gelooft, dat vele Deensche
scheepskapiteins besloten hebben, hun reeders
te gehoorzamen, overeenkomstig de instruc
ties na den inval in hun land. Er is echter
een geval, dat de kapitein van een te Ant-
werpen liggend Deensch schip, toen Denemar
ken bezet werd, gebrekkige instructies kreeg
in de Duitsche en niet in de Deensche taal.
Dientengevolge stoomde hij onmiddellijk het
Kanaal in en liet zijn schip door de geallieer
den „veroveren". Een groot deel van de
Deensche en Noorsche schepen in de geallieer
de havens beschouwt zich thans als geallieer
de schepen en sluit zich aan bij de Britsche
konvooien.
EEN VERKLARING
VAN VON RIBBENTROP.
Zaterdag is door den Duitschen Minister
van Buitenlandsche Zaken Von Ribbentrop
een officieele regeeringsverklaring afgelegd.
Deze was op eenigszins sensationeele wijze
aangekondigd. Het corps diplomatique was
daarvoor in groot omaat uitgenoodigd en ook
de buitenlandsche persvertegenwoordigers. Op
gestelde vragen werd geantwoord, dat de ver
klaring van politieken aard en hoogst belang
rijk zou zijn.
De korte inhoud der verklaring kwam hier
op neer, dat de Duitsche regeering meent,
documenten die in Noorwegen in haar handen
gevallen zijn te kunnen bewijzen, dat de ge
allieerden reeds een bezetting van Noorwegen
in den zin hadden, vodrdat daaraan door de
Duitschers werd gedacht, en dat het daarom
voor de Duitschers zaak werd hen voor te zijn.