Buitenland aan den Minister van Justitie nog de volgen- de vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat in de Engelsche Sunday Chronicle van 14 April j.l. een bericht voorkomt van den Amsterdam- schen correspondent van dat blad, volgens hetwelk in Nederland 20.000 Nederlandsche Nationaal-Socialisten, beschikkende over groote geheime voorraden mitrailleurs, ge- weren, revolvers en groote hoeveelheden muni- tie, gereedstaan am een staatsgreep te onder- nemen, teneinde Nederland onder de macht van een bevrienden buurstaat te brengen? 2. Kan de minister mededeelen of tegen den Amsterdamschen correspondent van de Sunday Chronicle een strafvervolging is of zal worden ingesteld, alsmede of hij eventueel na het ondergaan van een straf zal worden uit- gewezeri? „VOLK EN VADEBLAND" IN BESLAG GENOMEN. De procureur-generaal bij het Gerechtshof te 's-iGravenhage heeft, op grond van de pers- verordening van den opperbevelhebber, op- dracht gegeven de oplage van het weekblad ,,Volk en Vaderland", dat Vrijdag is ver- schenen, in het geheele arrondissement 's-Gra- venhage in beslag te doen nemen. NEDERLAND EN BELGIE. Belgische domper op enthousiasme voor economiscihe samenwerking. De Standaard, het toonaangevende Vlaam- sche dagblad, publiceert een uitvoerige be- schouwing van de hand van baron R. de Kerchove d'Exaerde, vice-voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, over de economische samenwerking tusschen Neder land en Belgie. Dit artikel is niet in een juichtoon gesteld, en schijnt eerder geschreven te zijn om een domper te zetten op het enthousiasme van te ijverige voorstanders van een gemeenschap- pelijke BelgischNederlandsche economie. De schrijver is natuurlijk zeer verheugd over de kentering ten goede, die zich de laatste jaren in de verhouding tusschen beide landen heeft voltrokken, maar bij een economische samen werking kan noch mag men de belangen van den landbouw over het hoofd zien. Het is ver- keerd te meenen, dat Belgie v66r alles een industrieel land is. De land- en tuinbouw is minstens even belangrijk als de nijverheid, en juist deze omstandigheid schijnt men bij elke onderhandeling uit het oog te verliezen. Een economische samenwerking is alleen mogelijk „indien in beide landen eerlijk en loyaal wordt gestreefd naar werkelijk begrijpen van elkan- ders levensnoodwendigheden". Bjj het afslui- ten van handelsverdragen met Nederlanders zijn de Belgische onderhandelaars steeds teruggekomen met vele voordeelen voor de in- dustrie maar met vele nadeelen voor den land en tuinbouw. Tot dezen wantoestand hebben de opeenvolgende Belgische regeeringen sinds 1920 krachtig bijgedragen. Tegen een derge- lijke verkeerde mentaliteit hebben de land- bouwvertegenwoordigers in het parlement niet opgehouden te protesteeren, echter geheel zon- der resultaat. De heer Kerchove vestigt er de aandacht op, dat einde Mei het contingenteerings- accoord, dat Belgie met Nederland gesloten heeft vervalt, en het is derhalve hoog tijd aan de belangen van den land- en, tuinbouw te denken. Hij gaat van de stelling uit, dat de binnenlandsche markt in de eerste plaats moet voorbehouden blijven aan den binnenlandschen producent, en dat de kostprijs van het eigen product de maatstaf moet zijn voor de te vol- gen handelspolitiek. Alleen wanneer de marktprijs van de bin nenlandsche producten boven den kostprijs zou stijgen, zou hierin een aanwijzing te vin- den zijn van een werkelijk tekort, en zou de import tegen normale prijzen van dergelijke artikelen te rechtvaardigen zijn. Bovendien moet het beheer van de contingenten in eigen land behouden blijven. Tot nu toe was alleen Nederland, en wel de Nederlandsche groenten- centrale, meester over de contingenten. Aangaande een eventueele tol-unie verwijst de heer De Kerckhove met instemming naar een uitlating van het orgaan De Boer, dat zich sterk keert tegen de meer en meer in- gang vindende meening, volgens welke Neder land en Belgie elkander economisch zouden aanvullen. Op land- en tuinbouwgebied is dit allerminst het geval, ,,en een tol-unie zal der halve tot het rrjk der onmogelijkheden blijven behooren zoolang de land- en tuinbduw van Belgie niet in de gelegenheid wordt gesteld met gelijke wapens, dus met denzelfden steun als de Nederlanders, zijn levensbestaan te verdedigen". Het besluit van den heer De Kerchove d'Exaerde luidt als volgt: „De tijden zijn rijp pm op dit stuk, in een geest van cultuur- solidariteit, te onderhandelen, maar waar een der contracteerende partijen de dupe zou wor den, kan geen sprake zijn van hartelijke soli- dariteit". Maar daarbij mogen wij toch niet vergeten, dat, zoowel in Zweden, als in Duitschland en Nederland. de officieele instanties voortdurend in de weer zijn geweest om de noodige ver- gunningen voor ons te verkrijgen. Eindelijk zijn deze vergunningen afgekomen, vooral voor de volledige medewerking van de Duitsche regeering. Wij vroegen den heeren Geijssendorffer en Sillevis naar de voorwaarden, waaraan zij i moesten voldoen om naar Nederland terug te keeren. De Zweedsche regeering had een speciale route opgegeven en de machines moesten over dit gedeelte van Zweden op een speciale hoogte vliegen. De regeering had de i luchtdoelbatterijen op deze route in kennis gesteld van het passeeren van de Nederland sche machines. De Duitsche regeering had geen speciale voorschriften geeischt. Alleen had men gezegd, dat het aan te raden was, zoo hoog mogelijk te vliegen. In rechte lijn j zijn de K.L.M.-machines van [Stockholm via Gothenburg dwars over Denemarken naar de Noordzee gevlogen en vandaar in Zuidelijke richting naar Schiphol. Tijdens den tocht was het weer voortreffelijk en het zicht uit- stekend. Noch Geijssendorffer noch Sillevis evenwel hebben iets gemerkt van den oorlogs- toestand. ONWETTIG ACHTERBLIJVEN VAN VERLOF. Bepaald is, dat militairen die wegens on- wettig achterblijven van verlof, naar hun onderdeel worden teruggeleid, behalve de onkosten van terugvervoer van henzelf, boven dien die reis- en verblijfkosten van hun bege- leiders zullen moeten terugbetalen. TWEE LAMP F.N AANGEBODEN AAN DE RIJKSVERZEKERINGSBANK. Vrij dagmorgen heeft in de hal van het nieuwe gebouw van de Rijksverzekeringsbank te Amsterdam een korte plechtigheid plaats gehad, tijdens welke de heer F. S. Noordhoff van de N.V.V. mede namens het algemeen R. K. Werkliedenverbond, het Christelijk Na- tionaal Vakverbond en de Nederlandsche Vak- centrale aan het bestuur van de Rijksverze keringsbank twee monumentale lam pen ter plaatsing in de hal heeft aangeboden. De heer Noordhoff sprak bij deze aanbie- ding- een korte rede uit, waarin hij gewaagde van de uitstekende verstandhouding tusschen het bestuur van de bank en de besturen van de vakvereenigingen. De plaatsvervangend voorzitter van de rijks verzekeringsbank, Mr. H. Bijleveld, dankte den besturen voor dit geschenk, dat niet alleen artistiek schoon is, maar daarenboven uiter- mate symbolisch. Want licht moet schijnen over het werk van de rijksverzekeringsbank en de arbeid, in dit gebouw verricht, brengt licht in vele gezinnen. De lampen zijn vervaardigd naar een ont- werp van architect Roozenburg door de edel- smederij Brom te Utrecht. Zij zijn opgesteld ter zijde van de groote hal. PAOHTOPDRIJVINGSWET. DE „MEES" EN DE „UIL" WEER OP SCHIPHOL. Na een vlucht van 4V2 uur zijn de K.L.M.- toestellen ,,Mees' 'en ,,Uil", die door het bin- nentrekken van de Duitschers in Denemarken en Noorwegen aanvankelijk op het vliegveld van Malmd in Zweden werden opgehouden, op het Amsterdamsche vliegveld Schiphol veilig geland. Op Maandag 8 April waren de vliegers met den normalen lijndienst van Amsterdam naar Malmo gegaan en het was de bedoeling, dat zij Dinsdag 9 April naar Schiphol zouden terugkeeren. In den nacht van Maandag op Dinsdag evenwel trokken de Duitschers Dene marken en Noorwegen binnen. De Zweedsche regeering nam toen de maat- regel de vliegvelden in het Zuiden van Zwe den te evacueeren, zoodat de „Mees" en de „Uil"" Donderdag 11 April van Malmd naar Stockholm vertrokken, waar zij in ieder geval veilig op het oogenblik van vertrek konden wachten. Als bijzonderheid vertelden de heeren Geij- sendorffer en Sillevis, de beide gezagvoerders, nog, dat de machines in den nacht van 8 op 9 April aan een groot gevaar zijn ontsnapt. In dien nacht n.l. is er brand uitgebroken op het vliegveld van Malmd. De groote hangar, waarin de Nederlandsche toestellen stonden geborgen, brandde geheel uit en het is aan de tegenwoordigheid van geest van het personeel van de Zweedsche Luchtvaart Mij A.B.A. te danken, dat de K.L.M.-toestellen konden worden gered. De hangar brandde g&heel uit. Daarin bevonden zich de radiodienst, de meteorologische dienst, de telefooncentrale en het magazijn van reservemateriaal van de Zweedsche Lucht- vaartmaatschappij, welke door het vuur uiter- aard een groot verlies heeft geleden. Zooals gezegd, vertrokken de „Mees" en de „Uil" op 11 April naar Stockholm en sinds dien dag tot Donderdag toe hebben Geijssen dorffer en Sillevis, alsmede de K.L.M.-ver- tegenwoordiger De Stoppelaar constant po- gingen in het werk gesteld om een startver- gunning naar Nederland te verkrijgen. „Wrj hebben ons alleen maar geergerd, dat wij niet weg mochten", zoo zeiden de beide gezagvoerders. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot bepalingen ten aanzien van de pacht, in het bijzonder tot voorkoming van het opdrijven van pachtprijzer. in de tegen- woordige buitengewone omstandigheden (pachtprijsopdrijvingswet 1940). Aan de memorie van toelichting wordt ont- leend Het groote verschil tusschen de buitenge wone omstandigheden, waaronder wij thans leven en die, welke bij het uitbreken van den oorlog van 1914 heerschten, openbaart zich ook op het gebied van landbouw en pacht. Toen bewoog de Nederlandsche landbouw zich in opwaartsche richting en mocht zich zoo wel economisch als financieel in een gezon- den groei verheugen. Toen bleef de pacht, ofschoon haar ontwikkeling velen reeds zorg baarde, binnen het spoor, door de eischen van het maatschappelijk verkeer en het land- bouwbedrijf getrokken. Thans bevindt de Nederlandsche landbouw zich reeds geduren- de een decennium in crisistoestand. Thans spannen tal van factoren samen om den pacht- prijs op te schroeven tot een peil hetwelk wellicht in een redelijke verhouding staat tot de voor land geboden koopprijzen, maar geenszins tot de opbrengstmogelijkheid van het boerenbedrijf. Bij de aan het landbouwbedrijf vreemde factoren, zooals de viucht van het beleggings kapitaal in den grond, welke de neiging heb ben het prijspeil van de pacht op te stuwen, voegt zich thans de mobilisatietoestand Evenmin als op ander gebied mag de regee ring ten aanzien van de pacht aan dezen fac tor- vrij spel laten. Dit klemt te meer, nu de pachtprijzen reeds zonder den invloed van dien factor de grens van het toelaatbare heb ben bereikt, zoo niet overschreden, en dat, hoewel het landbouwbedrijf slechts met moeite en dan nog dank zij den steun van een heel stelsel van overheidsmaatregelen het hoofd boven water heeft weten te houden. De ontworpen regeling heeft de strekking een plafond aan te brengen, waarboven de pachtprijzen niet zullen mogen stijgen. Zij gaat daarbij uit van den pachtprijs, welke op 1 September 1939 voor het gepachte gold of krachtens beslissing van pachtkamer of paChtbureau op dat tijdstip geacht moet wor den te hebben gegolden. Dit criterium heeft het voordeel, dat de pachtkamers en pacht- bureaux met een vasten maatstaf kunnen werken. Zulks mag echter niet leiden tot verstarring van den pachtprijs, indien de om standigheden zoo worden, dat een verhooging boven het peil van 1 September 1939 redelijk is te achten. Daarom is bepaald, dat de Minister van Economische Zaken, het bestuur van den Nederlandschen pachtraad gehoord, bevoegd zal zijn te bepalen, dat bij de toe- passing van de wet de pachtprijs, welke op 1 September 1939 gold, met een door hem vast te stellen percentage wordt vermeerderd. De verschillen tusschen Pachtwet en Pachtprijsopdrijvingswet. tietoestand geen prijsstrijging kan worden ge- duld, welke het uitsluitend rechtstreeksche gevolg is van den toestand en niet op grond van economische oorzaken verantwoord is te achten. Het verschil in doelstelling en als gevolg daarvan in criterium tusschen de Pachtwet en het onderhavige wetsontwerp brengt mede, dat ten aanzien van pachtcontracten, welke het door dit ontwerp voorgeschreven prijspeil overschrijden anders behoort te worden ge- handeld dan de Pachtwet voorschrijft ten aanzien van pachtovereenkomsten, welke een buitensporig karakter dragen. Het wetsontwerp bepaalt, dat de pacht kamer of het pachtbureau den pachtprijs, welke hooger is dan die, welke op 1 Septem ber 1939 voor het gepachte gold of geacht wordt te hebben gegolden, tot op dezen prijs terugbrengt. Kan de Pachtwet, zooals hierboven werd betoogd niet dienen tot verwezenlijking van het door het onderhavige wetsontwerp be- oogde, de organisatie, welke ingevolge die wet in het leven is geroepen, kan zeer wel mede met de toepassing van een pachtopdrij- vingswet worden belast. Bij de samenstelling van het wetsontwerp is van die mogelijkheid dan ook een dankbaar gebruik gemaakt en wel zoo, dat de pachtkamers en de pacht- bureaux bij de toetsing van pachtcontracten ingevolge de Pachtwet mede de hun bij dit wetsontwerp opgedragen taak zullen vervul- len. Hierdoor wordt de instelling van bijzon- dere colleges overbodig, hetgeen ook voor de justiciabelen gemak oplevert, terwijl boven dien het bij de toepassing der beide wetten gewenschte organisch verband vanzelf aan- wezig is. Bij de inschakeling op de bovenomschreven wijze van de colleges en organen, welke met de toepassing van de Pachtwet zijn belast, zou zeer gemakkelijk ook toepasselijk kunnen worden verklaard de sanctie, waarmede deze wet het instltuut van de voorafgaande toet sing van pachtcontracten dekt. Van deze mo gelijkheid is echter geen gebruik gemaakt, omdat die sanctie de regeering onvoldoende is voorgekomen om een uit den nood des tijds geboren regeling van zoo ver strekkenden aard als het wetsontwerp bevat, te hand- haven. DE SUJKER VOOR DE J1AMFABRIEKEN. Van officieele zijde wordt medegedeeld: Aangezien alle hier te lande geteelde sui- kerbieten van den nieuwen oogst evenals het vorige jaar, voor de suikerbereiding beschik- baar moeten blijven, ligt het in het voomemen het verbod om suikerbieten te vervoeren, af te leveren en te bewerken, anders dan naar of in de suikerfabrieken te handhaven. Ter tegemoetkoming aan de suikerbieten- verwerkende appelstroop- en jamfabrikanten zal evenwel zooveel mogelijk t.z.t. het ver- voer van suikerbieten naar en de aflevering daarvan aan die fabrieken worden mogelijk gemaakt. Het bewerken van de bieten zal aan ge- noemde fabrikanten slechts onder enkele voorwaarden worden toegestaan. Het ligt o.a. in de bedoeling, geen grootere hoeveelheid bie ten te doen verwerken, dan eenzelfde fabriek 1939 heeft verwerkt, terwijl zal moeten worden aangetoond, dat voor de verwerkte bieten minstens de garantieprijs is betaald, welke thans is vastgesteld op 12,50 per 1000 kg. Indien zulks met het oog op de suikerberei ding wenschelijk is, zullen voor appelstroop- en jamfabrieken minder suikerbieten worden vrijgelaten dan het vorige jaar. In dat geval zal deze vermindering geschieden in verhou ding tot de in 1939 verwerkte hoeveelheid. De fabrieken kunnen echter zonder bezwaar reeds thans contracten afsluiten voor de leve ring van suikerbieten tot de hoeveelheid, welke zij het vorige jaar verwerkten, daar de suikerfabrieken deze zoo noodig te alien tijde tegen den garantieprijs zullen overnemen. Men weet nog niet hoe de rantsoeneering, als die komt zal worden ingericht. De regeering hoopt, dat als de zomerprijzen voor de brandstoffen eenmaal zijn vastgesteld, ieder die daartoe in staat is, zijn hoeveelheid kolen voor den winter zal opdoen. Dat verge- makkelijkt het maken van voorraden voor de overheid. Bovendien hebben de menschen er voordeel van. WAAROM WIJ NIET MEEDOEN. De Parijsche Temps schrijft, kennelijk doe- lende op Nederland, over ,,kleine mogend- heden, die door hun machtig koloniaal impe- rium feitelijk in den toestand van groote mogendheid verkeeren, maar desalniettemin afhankelijk zijn op het stuk der defensie van de hulp van Engeland en Frankrijk". „Waarom zouden zij dan geen tegenpraesta- tie leveren? Waarom zouden zij dan geen verplichtingen hebben? Waarom zouden de neutralen, die wij hier op het oog hebben, pas- sief toezien bij het duel op leven en dood, waarbij het lot van alle Rijken, ook het hun- ne, op het spel staat? Wij stellen hun deze vraag, en het is in hun belang, zoowel als in het onze, dat wij hun verzoeken er over na te denken". Deze uitlating is in de Ned. pers niet onbe- antwoord gebleven, merkt het D. v. Z. op. Het Vaderland repliceert kort en kondig: ,,In antwoord hierop kunnen wij de Temps mededeelen, dat wij deze vraag reeds lang overdacht en voorzien hadden, v66r dit blad haar stelde, en wij antwoorden ,,Uw vraag is fout!" Nederland heeft uit eigen krachten zijn imperium opgebouwd en niet bij de >gra- tie van andere mogendheden! Nederland deinst voor geen offer en krachtsinspanning terug om de eigen positie zoo onaantastbaar mogelijk te maken, hier zoowel als overzee. Nederland is dientengevolge een brok, dat voor geen enkelen agressor, hier of overzee gemakkelijk te verteren zal zijn en zoomede in deze woelige wereld 'n stabiliseerende fac tor, waarin ons geplaagd Europa nog altijd een vast punt vindt. Dat is onze tegenprestatie, ten bate van alien!" KOSTWINNERSVERGOEDING VOOR AMjBTENAREN. Naar ,,De Tijd" vemeemt, overweegt de regeering maatregelen, waardoor het den ge- meenten onmogelijk wordt gemaakt, een deel der op haar drukkende Iasten, voortvioeien- de uit het gemobiliseerd zijn der ambtenaren, of het Rijk af te schuiven. Het betreft hier in het bijzonder uitbetaling van salarissen aan gemobiliseerde ambtenaren van provineie en gemeente. BR ANtDSTOFFENR ANTSOENEERIN G IN VOORBEREIDING. Het Rjjksinstituut voor Brandstoffen-econo- mie in Den Haag bereidt thans een regeling van een brandstoffenrantsoeneering voor. Dat wil echter niet zeggen, dat het vaststaat dat die ook wordt ingevoerd. Zoolang onze brand- stoffen-positie blijft zooals zij nu is dat wil zeggen als wij de beschikking houden over onze mijnen in Limburg en als wij in de toe- komst evenveel kolen uit het buitenland krij- gen als thans denkt de regeering er niet aan tot rantsoeneering over te gaan, want dan is er geen tekort. Maar er moet met de mogelijkheid rekening gehouden worden, dat onze brandstoffenpositie ongunstiger wordt. Vandaar de voorzorg, klaar te zijn als ons onaangename verrassin- gen boven het hoofd zouden hangen, deelt het Haarlemsch Dagblad mee. Er is op dit oogenblik nog niet te zeggen, hoe de rantsoeneering dan geregeld zal wor den, omdat men niet weet over hoeveel brand- stof men dan de beschikking heeft. Er wordt evenwel naar gestreefd te bereiken, dat in de zomermaanden de menschen zooveel mogelijk hun winterbrandstof in huis zullen hebben. Alle kolen, die in Limburg gedolven worden, stuurt men zoo gauw mogelijk naar het bin- nenland, opdat daar voorraden voor den win ter gemaakt worden. De zomerprijzen voor de brandstoffen zijn nog niet vastgesteld. De kolen die uit het bui tenland aangevoerd worden, kosten veel meer van transport dan verleden jaar, zoodat die duurder verkocht moeten worden. Daar de regeering evenwel door de Limburgsche kolen prijsregelend kan optreden, zal er naar ge streefd worden een verhooging van de prijzen voor huisbrand zooveel mogelijk te beperken. Wel staat vast, dat de nieuwe zomerprijzen hooger zullen zijn dan die van het vorige jaar. De vrees werd gekoesterd, dat goedgesitu- eerden, nu er een rantsoeneering van brand stoffen wordt voorbereid, zoo gauw mogelijk groote voorraden brandstoffen zouden inslaan voor den volgenden winter. Daartegen zijn KABINET PIERLOT MOET BLIJVEN EN ZIJN PLIGHT DOEN. De Belgische kabinetsraad is onder voor- zitterschap van den premier, Pierlot, bijeen- gekomen, en heeft besloten op uitdrukkelijk verlangen van den konlng zijn taak voort te zetten. De tekst van den brief, welken Koning Leopold tot Pierlot heeft gericht, luidt als volgt Op het oogenblik, dat het leger de wacht houdt aan de grenzen, en dat de toestand aan alle Belgen den plicht oplegt zich nog hechter aaneen te sluiten, is de tijd niet geschikt, een ministercrisis te openen over kwesties van binnenlandsche politiek. Ik zou tegen de hoogste belangen des lands handelen, indien ik het ontslag van de regeering zou aanvaar- den, juist nadat de Senaat onlangs nog beves- tigd heeft, dat onze buitenlandsche politiek practisch de volkomen instemming van de natie heeft. Ik verzoek u dus, onverwijld de taak voort te zetten, welke de regeering op zich genomen heeft, en welke het belang van het vaderland vereischt. Opnieuw spreek Ik in u mijn ver- trouwen uit. Nadat oorspronkelijk de indruk was ge- wekt, dat de Koning het ontslag van het kabi- net Pierlot had aanvaard, werd later op den middag bekend, dat de premier 's morgens na zijn onderhoud met den Kohing w61 had gezegd, dat door zijn ontslagaanvrage de regeeringscrisis was geopend, maar dat hij had verzwegen, dat de Koning dit ontslag niet had aanvaard. Deze had na zijn lang onder houd met staatsminister Hymans aan den pre mier een brief meegegeven voor het kabinet, waarin hij, in ernstige bewoordingen, de redenen uiteenzette, waarom hij van oordeel is, dat onder de huidige omstandigheden een kabinet, dat juist in den senaat van alle par tijen volledige goedkeuring verwierf ten aan zien van zijn buitenlandsch beleid, niet om een kwestie van zuiver buitenlandschen poli- tieken aard, het roer aan anderen in handen mag geven. Koning Leopold heeft zoodoende gedaan wat vrijwel iedereen hoopte, dat hij doen zou. Belgie bezit dus weer, of nog steeds, een kabinet-PIerlot. Het is alleen niet het zesde sedert deze ruim een jaar geleden zijn kabinet formeerde, maar het blijft het vijfde. De vraag zou kunnen rijzen, of hetgeen met dit wetsontwerp wordt beoogd, niet van zelf zou worden bereikt als gevolg van de ver- dere doorwerking van de Pachtwet. Het ant woord moet ontkennend luiden. De doelstel ling van de Pachtwet voor zoo ver zij zich met de prijsvorming bemoeit is een geheel andere dan die van het onderhavige wetsont werp. De Pachtwet wil waken tegen uitbui- ting van de eene partij door de andere en be- perkt er zich dan ook toe, pachtprijzen, welke excessief zijn in het licht van de concrete verhouding van pachter en verpachtster, on- evenwei maatregelen genomen, want de lever- A n n n 1 J n M i i1n v, i M V* nil J 1*1 *1 O O Y*i 1IM O mogelijk te maken. Zij is meer sociaal dan economisch gericht. Het onderhavige wets ontwerp daarentegen wil een dam opwerpen tegen een onder de huidige omstandigheden economisch niet te verantwoorden stijging van het pachtprijspeil, ook al zou dit voor be- paalde pachters dragelijk kunnen worden ge- noemd. Het begrip buitensporig, hetwelk de Pachtwet als criterium geeft, behoort dan ook tot een geheel andere categorie van waarden dan de gedachte, dat' gedurende den mobilisa- anciers moeten aanteekening houden aan wie zij brandstoffen afleveren, zoodat de overheid, mocht de rantsoeneering noodig blijken, pre- cies weet wie al kolen voor het volgende sei- zoen in voorraad hebben. De opzet is, dat in het geval van rantsoe neering de beschikbare hoeveelheden zoo bil- lijk mogelijk verdeeld zullen worden, terwijl men voorkomen wil, dat goed-gesitueerden zich een voordeel zouden verzekeren op anderen. TWEE DUITSCHE PATROUILLE- VAARTUIGEN IN DEN GROND GEBOORD In een gezaghebbende Franscbe mededee- ling werd Vrijdag bekend gemaakt, dat tijdens een patrouilletocht, die den geheelen nacht duurde, in het Skagerrak twee Duitsche patrouillevaartuigen tot zinken zijn gebracht door een Franschen torpedobootjager. De verklaring voegt hieraan toe, dat lichte Fran- sche eenheden samenwerkten met de Engel sche vloot, die het Skagerrak bewaakt. De vijandelijke patrouilleschepen, die tot zinken werden gebracht, waren snelle vaartuigen, gewapend met geschut, torpedolanceerbuizen, en installaties voor het werpen van diepte- bommen. BRITSCHE ERSATZ. Er zijn niet alleen ersatzwaren in Duitsch land. Teneinde den import van hout uit de Baltische landen te beperken en deviezen te sparen, fabriceert men thans in Engeland een product, hetwelk het lichte hout vervangt in de bouwindustrie. Het wordt in hoofdzaak gemaakt uit een soort cement en zaagsel. Bij een ander precede worden agavevezels ge- bruikt. Drie fabrieken zijn in aanbouw tot fabrica te van een kunstmatig weefsel, genaamd Wylon, hetwelk met kunstmatige zijde kan vergeleken worden. Verder werden in het Lagerhuis onlangs de resultaten ten toon gesteld van verscheidene procddO's van producten, die petroleum kun nen vervangen. Men zou reeds 1 millioen 400.000 hectol. van die synthetische brandstof gefabriceert hebben. KONING HAAKON NAAR ENGELAND? De speciale correspondent van de Messagero meldt, dat daar hardnekkig het nog niet tegen gesproken gerucht de ronde doet, volgens ket- welk koping Haakon per vliegtuig zou zijn aangekomen in een plaatsje in het uiterste noorden, naar het schijnt het eiland Seiland, waar hij zou wachten op een Britsch oorlogs- schip dat hem naar Engeland moet brengen. Kroonprins Olaf en de leden der regeering zouden zich in een dichtbij Zweden gelegen gebied bevinden. PUBLIOATIE DER BRITSCHE LEGATIE IN ZWEDEN GEKONFISKEERD. De Britsche legatie deelt, volgens U. P. mede, dat de Zweedsche regeering „op verzoek van een vreemde mogendheid" het jongste door de legatie uitgegeven weekoverzicht van nieuwsberichten in beslag heeft genomen. De legatie verklaart, dat zij Zondag diplo- matieke stappen zal doen en waarschijnlijk een protest zal indienen. De woordvoerder der Britsche legatie deelde verder mede, dat Zweedsche politie-agenten in het gebouw der legatie verschenen waar zij iformeel te kennen gaven, dat de Zweedsche minister van justitie de inbeslagneming had gelast van het nieuwsoverzicht der legatie, getiteld „iStora Brittannia", d.i. „sterk Brit- tannia". De politie verklaarde voorts, dat het besluit om de publicatie van het overzicht tegen te houden Vrijdag door den Koning en den mi- nisterraad was genomen ingevolge de bepalin gen der Zweedsche perswet. De woordvoerder zeide, dat het overzicht van deze week in 50.000 exemplaren was ge- drukt, welke over Zweden, Finland en Noor wegen zouden worden verspreid. Het behelsde in hoofdzaak een resume van de internatio- nale dagbladpers en de belangrijkste berich- ten, waarbij het standpunt der geallieerden werd toegelicht. Later deelde de Britsche legatie mede, dat de gezant zelf Zaterdagochtend een bezoek zou brengen aan den Zweedschen Minister van Buitenlandsche Zaken, Giinther. Hij zou ook protesteeren tegen de verspreiding van de verschillende publicaties der Duitsche legatie dit als tegen-actie tegen het verbod van het Britsche weeknieuws. De Britsche legatie verklaarde voorts nog, dat zij voomemens was Zondagochtend ook een bulletin", te publiceeren, waarin zij com- mentaar zal leveren op Ribbentrops verklarin- zen en het Duitsche Witboek. HET VOORDEEL VAN HET INITIATIEF. Het ontbreekt het Britsche publiek niet aan waarschuwingen tegen te groot optimisme wat de vorderingen van de campagne in Noor wegen betreft. De militaire correspondenten der bladen analyseeren de situatie in realis- tische bewoordingen. De Eveneing News uit de klacht, dat de regeering het publiek tot dusver niet ten voile in vertrouwen genomen heeft, doch de Duitsche invasie heeft voorge- steld als iets dat bijna in het voordeel van Engeland was. Zoolang geen noodvliegvelden zijn ingericht achter de Britsche linies en zoo lang geen Britsche gevechtsvliegtuigen en bommenwerpers van Noorschen bodem af opereeren, zal het een gevaarlijke illusie zijn te denken aan een gemakkelijke of zelfs suc- cesrijke campagne. Evenmin zullen wij iets van beteekenis kunnen bereiken, zoolang wij niet een of twee voomame havens heroveren. De Evening Standard merkt op: De Duitsche troepen hebben nog steeds het voordeel van het feit, dat zij het initiatief genomen hebben. Laat ons een goed begrip houden van de moeilijkheden in de Noorsche campagne. NIEUWE LANDINGEN BIJ NAMSOS. Menschen uit de buurt van Namsos, die Vrijdag de Zweedsche grens overgekomen zijn, hebben, onafhankelijk van elkaar, verteld, dat de activiteit van de Duitsche vliegtuigen in dit opmarschgebied van de Engelsche en Fran- sche landingstroepen sedert Woensdag zoo sterk verminderd is, dat opnieuw troepen aan land gebracht konden worden-en waarschijn lijk niet alleen troepen, maar ook artillerie en ander zwaar materieel, waarvan de ont- scheping in een haven, waar men niet met de schepen aan de kade kan aanleggen, uit den aard der zaak nogal omslachtig is. Dit be- vestigt, dat de geallieerde troepen thans, in tegenstelling tot enkele dagen geleden, over vrij veel luchtafweergeschut beschikken en dat ook jachtvliegtuigen hun steunen. Naar alle waarschijnlijkheid komen deze toestellen van vliegtuigmoederschepen voor de kust, al kan voor korten tijd ook een provisorisch vliegveld op het ijs van een meer in de bergen gemaakt zijn. Het is onmogelijk te voorspel- Ien hoe de situatie aan het front bij de Dront- heimfjord zich ontwikkelen zal. De geallieer de troepen zijn er in aantal waarschijnlijk ster- ker dan de Duitsche, die echter voortdurend versterkt worden, volgens sommigen met twee- a drieduizend man per dag, die alien per vliegtuig uit het Zuiden komen. Volgens geruchten zouden Duitsche troepen overzee naar een plaats benoorden Namsos gebracht zijn Foldereid lijkt daartoe het meest ge schikt 1 om vandaar uit de geallieerden in den rug aan te vallen. RUIM 300 NOORSCHE EN DEENSCHE SCHEPEN IN GEALLIEERDE HAVENS. De radio-omroep aan de Deensche en Noor sche schepen in voile zee, om zich naar de dichtstbijzijnde geallieerde havens te begeven, heeft, naar Reuter meldt, zeer veel succes gehad. De laatste cijfers toonen aan, dat zich 150 Noorsche schepen in de havens van Groot- Brittannie en de controlebases bevinden en een gelijk aantal in de Britsche koloniale havens; 25 Noorsche schepen bevinden zich in Fransche havens en 20 in de Fransche kolo niale havens. Voor de Deensche schepen zijn de cflfers: 65 in havens en bases van Enge land, 2'5 in Britsche koloniale havens, 9 in Fransche havens, 6 in Fransche koloniale havens. Schepen onder de 1000 ton zijn hier in niet begrepen. Ofschoon er geen gegevens beschikbaar zijn over het aantal Noorsche en Deensche schepen, dat de Duitsche instructies heeft op- gevolgd om zich naar Spaansche of Italiaan- sche havens te begeven, gelooft men, dat dit klein is, vergeleken met het aantal, dat zich thans in de geallieerde havens bevindt. De oproep heeft, naar men meent, meer succes gehad bij de Noorsche dan bij de Deen sche schepen tengevolge van het feit, dat den Noorschen reeders vrije verzekering is aan geboden. Men gelooft, dat vele Deensche scheepskapiteins besloten hebben, hun reeders te gehoorzamen, overeenkomstig de instruc ties na den inval in hun land. Er is echter een geval, dat de kapitein van een te Ant- werpen liggend Deensch schip, toen Denemar ken bezet werd, gebrekkige instructies kreeg in de Duitsche en niet in de Deensche taal. Dientengevolge stoomde hij onmiddellijk het Kanaal in en liet zijn schip door de geallieer den „veroveren". Een groot deel van de Deensche en Noorsche schepen in de geallieer de havens beschouwt zich thans als geallieer de schepen en sluit zich aan bij de Britsche konvooien. EEN VERKLARING VAN VON RIBBENTROP. Zaterdag is door den Duitschen Minister van Buitenlandsche Zaken Von Ribbentrop een officieele regeeringsverklaring afgelegd. Deze was op eenigszins sensationeele wijze aangekondigd. Het corps diplomatique was daarvoor in groot omaat uitgenoodigd en ook de buitenlandsche persvertegenwoordigers. Op gestelde vragen werd geantwoord, dat de ver klaring van politieken aard en hoogst belang rijk zou zijn. De korte inhoud der verklaring kwam hier op neer, dat de Duitsche regeering meent, documenten die in Noorwegen in haar handen gevallen zijn te kunnen bewijzen, dat de ge allieerden reeds een bezetting van Noorwegen in den zin hadden, vodrdat daaraan door de Duitschers werd gedacht, en dat het daarom voor de Duitschers zaak werd hen voor te zijn.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 2