ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN De Erfenis van een Zonderling. Crtep AKKERTJE No. 10.060 MAANDAG 29 APRIL 1940 80© Jaargang GEMEENTEWERKEN. Binnenland Feuilleton Neem'n STAATKFNDIG GEREF. PARTU. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland aUeen bjj vooruitbetaling. l> itgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFGON No. 2073. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en clicM's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrjjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. De DIRiECTETJiR VAN GEMEENTEWER KEN maakt bekend, dat op Donderdag 2 Mei 1940, geen huisvuil zal worden opgehaald. In de plaats hiervoor geschiedt dit voor de KOM op Woensdag 1 en Zaterdag 4 Mei 1940. De overige dagen blijft de dienst onge- j wijzigd. Deze regeling is niet van toepassing voor Driewegen en Sluiskil. Terneuzen, 29 April 1940. De Directeur van Gemeentewerken, B. VAN DER GRXE5NDT. EEN RELLETJE IN DE EERSTE KAMER. Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer van de begrooting voor onderwijs, kunsten en wetenscbappen voor 1940, heeft zicb Vrijdag- middag een incident voorgedaan. Tden de heer De Rijke (N.S.B.) bet woord voerde over de begrooting riep plotseling zijn fractiegenoot Van Vessem, doelende op de recberche, dat er menscben acbter een deur staan. Hij opende de deur en riep: „die moeten verwijderd worden". Toen de derde N.S.B.-er, de beer Von Bonninghausen inter- rumpeerde: ,,dat is gevaarlijk", waarschuwde de voorzitter der Eerste Kamer, Mr. W. L. baron de Vos van Steenwijk, tegen verstoring der orde. ,,Zij verstoren de orde" werd er.geinter- rumpeerd. De heer De Rijke ging daarop weer verder met de bespreking van de begrooting, docb eenige oogenbbkken later liep de heer Von Bonninghausen plotseling weer naar de deur rechts van den voorzitterszetel, rukte deze open en riep: ,,die moet open". De voorzitter: „de deur gaat dicht". Toen daarop de deur van de andere zijde weer gesloten werd, trapte de heer Von Bdn- ninghausen er tegen, roepende: ,,de recher che kan vertrekken" De vergadering werd vervolgens een half uur geschorst. DE INSCHRIJVINGSPLICHT VOOR KLEINE BOEREN EN TFINBOFWERS BIJ DE ARBEIDSBEMIDDELING. Daar gebleken is, dat in de praktijk de werkzaamheden van de B-grondgebruikers over het algemeen een zoodanig karakter dragen, dat perioden van arbeidsoverschot, waarin betrokkenen zich de voor hen nood- zakelijke neveninkomsten uit werkzaamheden bij derden kunnen verwerven, afwisselen met perioden, waarin de op het bedrijf te verrich- j ten noodzakelijke werkzaamheden een zoo- i danigen omvang hebben, dat van werken bij derden geen sprake kan zijn, hebben de Minis ters van sociale en van oeconomische zaken besloten den inschrijvingsplicht bij de bureaux van de arbeidsbemiddeling in zooverre te wij- zigen, dat deze in laatstbedoelde periode mag komen te vervallen. Voor het overige blijft zij echter geheel intact. Daar, naar gelang van de soorten van be- drrjven en de streek, waar zrj liggen, boven- bedoelde perioden blijken te verschillen, kan een voor het geheele land geldende tijdsduur, waarin ontheffing van bedoelden inschrij vingsplicht mag worden toegestaan, niet wor den gegeven. De gemeentebesturen dienen zich daarom ten deze te verstaan met de betrokken Rijks- landbouw- en Rijkstumbouwconsulenten en met dezen na te gaan of, en hoe lang bedoel- de vrijstelling kan worden verleend. Dit over- leg is verbindend in dezen zin, dat nimmer over een langeren tijdsduur, dan door de con- sulenten wordt geadviseerd, vrijstelling mag worden gegeven, terwijl uit het bovenstaande tevens duidelijk moge blijken, dat het karak ter van de B-groep met zich brengt, dat een Oorspronkelijke roman van WILLY WATERMAN. (Nadruk verboden.) 7Vervolg. Pete gooide de deur vein de safe weer in het slot en keerde met de lijst in zijn hand terug naar het schrijfbureau. 'Hij legde de lijst erop neer en ging in een stoel zitten. Lois nam tegenover hem plaats en elk namen ze een vel van den stapel. „Ik zal doorstrepen. welke we al hebben", zei ze, ,,we behoeven er nog maar zeven te leeren." Ze nam een zilveren potloodje uit haar taschje en op dat oogenblik weerklonk van buiten het geluid van een claxon. Vaag drong het gebrom van een motor tot hen door. ,,Dat is mijn wagen" riep Lois en sprong op. ,,Ze rijden ermee weg!" Pete handelde op hetzelfde oogenblik. Hij sprong de kamer uit, trende de gang door en opende de voordeur. Toen hij den tuin door- holde, en dat was een heel eind, hoorde hij Lois achter zich aan komen. Hij vemam nu geen autogeluid meer, even- min een wagen die wegreed, maar toen hij hijgend bij het tuinhek aankwam, dat wit schemerde in de duistemis, stond er alleen zijn eigen gehuurde wagen. Die had ook niet kunnen verdwijnen, want hij had er dezen keer den contactsleutel afgenomen. Hij stond stil en staarde om zich heen. Geen enkel geluid was te hooren, behalve de stappen van Lois, toen ze aan kwam rennen. „Is mijn wagen weg?" hijgde ze. en ander uiteraard nimmer zal vermogen te leiden tot een voor het geheele jaar geldende vrijstelling van den inschrijvingsplicht. NATIONALE VROUWENRAAD. Donderdag is te Zwolle de 41ste algemeene vergadering van den nationalen Vrouwenraad van Nederland begonnen. De presidente, mej. Joh. Westerman, heette in haar openingswoord in het bijzonder wel- kom baronesse Van Voorst tot Voorst, echt- genoote van den Commissaris der Koningin in Overijssel en mevrouw Van Walsum, echt- genoote van den burgemeester van Zwolle. Hierna gaf mej. Westerman een uiteenzetting van het doel van den raad. Juist op de door vrouwen in veertig jaar veroverde rechten werd in de laatste jaren talrijke malen inbreuk gemaakt, zoowel door de overheid, als door particulieren en door het terugdringen van de vrouw van eenmaal ingenomen plaatsen wordt het den vrouwen onmogelijk gemaakt haar invloed te doen gel- den, wanneer maatregelen werden genomen, die haar bestaan ten nauwste raken. Daarom moeten wij vrouwen waakzaam blijven en Nederland toonen, hoeveel krachten ongebruikt worden gelaten, wanneer vereeni- gingen en overheid niet aan vrouwen, zoowel als aan mannen, de kans geven plaatsen te zetten door de meest geschikte persoon. De moeilijke, aan spanningen zoo rijke tijd, dien wij thans doormaken, dringt ook de vrouwen van den vrouwenraad meer in de richting van activiteit. Gedachtig aan den raad der regeering, ons niet te laten influenceeren door geruchten en ons niet te doen afhouden van ons gewone werk, dat voortgang moet vinden, wilde spr. alien aansporen dien raad te volgen. Wij moeten vertrouwen op onze regeering, op onze kranige weermacht, en volgen het prach- tige voorbeeld van onze geliefde Koningin, door als Zij, belangstelling te toonen in het leveri onzer soldaten en te doen, wat onze hand vindt om te doen ten einde hen, die onder de mobilisatie lijden, te helpen en te steunen. En dan kalm en rustig te blijven. KOSTWINNERSVERGOEDING ZIEKE MILITAIREN. Wordt deze niet uitbetaald? Het Tweede Kamerlid Posthuma heeft aan den Minister van Defensie de volgende vragen gesteld: 1. Ir het waar, dat de kostwinnersvergoe- ding voor de militairen, die tijdens hun ver- lof ziek worden en deswege thuis of in een inrichting moeten worden verpleegd, niet wordt uitbetaald? 2. Indien dit zoo is, is de Minister dan, waar dit als een onbillijkheid wordt aange- voeld en in de betrokken gezinnen moeilijk- heden veroorzaakt, bereid dit verbod in te trekken In de voortgezette algemeene vergadering van de S. G. P. werden de heeren D. Kodde te Zoutelande en Ds. A. F. P. Pop herkozen als lid van het hoofdbestuur met resp. 265 en 257 van de 285 uitgebracht stemmen. De verslagen van secretaris en penning- meester werden goedgekeurd. Een voorstel van het Hoofdbestuur, lui- dende ,,Het Hoofdbestuur wordt gerechtigd bij emstige gevallen, die zich kunnen voordoen, uit elke provincie twee afgevaardigden bijeen te roepen om met elkander overleg te plegen", wordt met algemeene stemmen aangenomen. Door den afgevaardigde van Krabbendijke werd gevraagd, of pensioen als door Ds. Kers- ten in zijn rede bij de begrooting van Defensie ten aanzien van veldpredikers is bepleit, niet in strijd is met het geloof in de Voorzienig- heid Gods. De voorzitter, Ds. Kersten, merkte op, dat de Geref. vaderen immer voorstanders zijn geweest van het verzorgen van emeriti die- Pete maakte een brommend geluid: ,,Ik vrees, dat onze tegenstander een com plex heeft, of zoo iets; hij brengt zijn vrijen tijd blijkbaar door met het verzamelen van auto's. En toen viel Lois hem opgewonden in de rede: ,Daar zie ik een rood achterliehtje!" Pete keek in de aangewezen richting en zag een rood lichtje, dat eerst voor hem ver- borgen was gebleven door een boomstam. Samen liepen ze erheen. Het was Lois' wagen, een honderdtal meters verder netjes opzij van den weg geparkeerd met brandende lichten. Ze onderzochten het inwendige. Er was niets ongewoons aan te zien. De motor was netjes afgezet; de contactsleutel stak nog in het slot. ,,Snap je dat zei Lois en fronste haar wenkbrauwen. En toen uitte Pete een kreet: ,,De lijst!" Ze renden terug naar het hek, er door en op het huis af. 'Het licht straalde uit de voor deur, die ze wijd hadden laten openstaan. De eerste hlik, dien ze in de studeerkamer wierpen was voldoende. De schrijftafel was leeg. het eenige ding wat er nog op lag, was Lois' revolver, en de deuren, die uitkwamen op den tuin, stonden wagenwijd open. De regen had opgehouden en in de stilte drong door die geopende vensters het lang- zame tikken van de vallende droppels. Pete deed het licht uit en ging naar de ge opende deuren. Hij staarde in den tuin. Niets bewoog er, g6en geluid buiten het lekken van de droppels uit de boomen liet zich hooren. ,,Hij is weg!" zei Lois achter hem, in de donkerte van de kamer. Pete zei een krachtig woord en trok de tuindeuren dicht. „Inderdaad, en met hem onze ljjst!" naren des Woords, alsook van hun weduwen en weezen. Zoo nu predikanten als legerpredi- kanten en veldpredikers in Overheidsdienst treden, betaamt het de Overheid ook dit ge- deelte van den zorg der kerk voor haar Die- naren over te nemen en een pensioenregeling voor hen te geven. Dat heeft met verzekering niets te maken. Bij de rondvraag stelde Amersfoort voor om aan het Prinselijke echtpaar, dat Zondag 1.1. een voetbalwedstrijd te Amsterdam be- zocht, namens de Partij een schrijven te rich- ten met het dringend verzoek om toch niet voort te gaan met het zoo schromelijk ont- heiligen van den dag des Heeren. De voorzitter deelde mede, dat deze aange- legenheid ook de aandacht van het Hoofd bestuur heeft gehad en merkt op, dat door de afgevaardigden der S. G. P. herhaaldelijk tegen de ontheiliging van Gods dag is opge- komen en deze hopen dit te blijven doen. Aan het H. B. werd overgelaten ten dezen een besluit te nemen. Nadat Ds. v. d. Graaf een slotwoord had gesproken, werd de vergadering met dank- zegging gesloten. (De Z.) DE MINISTER-PRESIDENT OVER DEN STAAT VAN BELEG. Het A.N.P. meldt: In een der bladen (,,De Telegraaf") stond dezer dagen het volgende te lezen: ..Toen de opperbevelhebber met den eisch kwam, dat de Staat van Beleg in ons land moest worden ingevoerd, had de Regeering, daar zij geen tweede crisis in het opperbevel kon wenschen, moeten aftreden, teneinde plaats te maken voor een kabinet, dat wdl de waarborgen bood, door onze militaire over heid verlangd". Wij hebben naar aanleiding hiervan aan den Minister-President gevraagd, of er iets waars was in de voorstelling, dat de Staat van Be leg op eisch van den opperbevelhebber was ingevoerd. De Minister-President heeft hierop geant- woord, dat deze voorstelling op de meest vol- strekte fantasie berust. Tot de afkondiging van den Staat van Beleg, zeide de Minister, is op spontaan voorstel van den president door de leden van het kabinet eenstemmig besloten. Verschillende overwegingen hebben het kabinet daarbij geleid. Wanneer voor de afkondiging achteraf nog eenige rechtvaardi- ging noodig was, dan zou deze wel gegeven worden door het feit, dat in dezen tijd een Nederlandsch dagblad door dergelijk malicieus geschrijf de positie van de Nederlandsche Re geering poogt te ondermijnen. NEDERLAND: ERFDEEL EN TAAK. Een nationale uitgave op initiatief van den centralen raad van O. en O. Naar de N. R. Crt. verneemt legt de Wereld-bibliotheek te Amsterdam op het oogenblik de laatste hand aan een nationaal werk, dat tot titel draagt Nederland: Erfdeel en Taak, welke uitgave is verzorgd door de professoren J. van Gelderen, dr. P. Geyl, dr. H. Kramere, dr. F. Sassen en dr. A. A. van Schelven. Prins Bemhard heeft voor dit werk een inleiding geschreven. Dit boek werd samengesteld op initiatief van den Centralen raad van advies inzake ontwikkeling en ontspanning van de gemobi- liseerde militairen. De vijf genoemde auteurS, bij uitstek daartoe bevoegd, hebben in nauwe onderlinge samenwerking, elk op een ander gebied. op voor ieder bevattelijke wijze uiteen- gezet, hoe de Nederlandsche cultuurgemeen- schap is ontstaan en gegroeid en wat zij in haar tegenwoordigen vorm beteekent kortom: wat Nederlands erfdeel was van het voorge- slacht en wat Nederlands taak is voor de toekomst. Fit de Prinselijke inleiding. Prins Bernhard, eere-voorzitter van den centralen raad, kenschetst in de uitvoerige inleiding, waarmede hij deze uitgave heeft HOOFDSTUK IV. Nachtelijke omzwervingen van John. John zag Pete's roode achterliehtje in den regen verdwijnen en keerde zich weer tot den garagehouder: ..Ziezoo, nu zullen we eens zien, of we dien wagen van mjj uit de sloot kunnen opdelven. Het zal anders geen prettig karweitje zijn met dien regen!" De garagehouder zette de kraag van zijn leeren jas op, en keek naar buiten. „Dit soort van regens duurt nooit lang," merkte hij op. „Over een half uurtje is het droog! Waar ligt die wagen van u ergens?" John noemde het kruispunt, waar hij met zoo'n optimisme de bocht had willen nemen. „0. voor we daar goed en wel zijn, is het droog," merkte de man op, en raapte wat staaldraad en een ketting uit verschillende hoeken bij elkaar. Hij gooide dat alles ach- terin den bak van een zwaren takelwagen en klom achter het stuur. „U zult naast me moeten gaan zitten, meneer Crofts," lachte hij, ,,deze takelwa- gens zijn niet van alle comfort voorzien. John ging naast hem zitten, en trok den riem van zijn regenjas wat vaster aan. Hij was heusch door zijn oom niet als een pap- kindje opgevoed en een beetje avontuur lokte hem steeds aan. In het midden van den nacht in een slagregen een auto uit een sloot te halen was een werkje, dat hem interesseerde. De takelwagen reed voorzichtig achteruit, tusschen andere wagens door, de garage uit. De lichten van de garage werden uitgedaan en de deuren gesloten. Daama klom de man weer naast hem en reed weg. De regen was intusschen werkelijk minder geworden en hield snel op. De koplampen schenen lange streepen op den natten, vlak- ken weg en gedurende den heelen tocht kwa men ze geen levende ziel tegen. willen verrijken, de bedoeling van het werk als versterking van de nationale gedachte en opwekking en verlevendiging van het natio nale gevoel en beschouwt het als een verheu- gende uiting van Nederlandsche eensgezind- heid, dat vijf geleerden van verschillende geestelijke of staatkundige richting, zonder hun verschillende inzicht te verdoezelen, het werk hebben kunnen maken tot een harmo- nische eenheid. In zijn inleiding schrijft Prins Bernhard o.a., dat het doen geven van voorlichting om- trent onze nationale zaak noodig is. Immers, zoo gaat de Prins voort, indien een mobilisatie langeren tijd duurt, gaat menig militair zich afvragen, wkarom hij nu eigenlijk gemobili- seerd is, waarom hij zoo lang moet staan met het geweer aan den voet, waarom hij die per- soonlijke lasten in gezin, werk en anderszins moet dragen. Het zou onjuist zijn hier te denken aan een gebrek aan vaderlandsliefde, want het betreft een normale geestelijke reactie op de offers, die van hem worden gevorderd, welke hem zoo duidelijk en concreet voor oogen staan en waarvan hij dagelijks de moeilijkheden onder- vindt. Men kan zich voorstellen, dat daardoor bij sommigen het groote doel op den achter- grond verdwrjnt, omdat de begrippen over handhaving van de zelfstandigheid en be- houd van eigen volkscultuur slechts een vage beteekenis voor hen bezitten. De centrale raad meende daarom, dat een goed geschreven boek een middel zou kunnen zijn om aan deze begrippen een dieperen en levendigeren inhoud te geven. Hierdoor zou kunnen worden bereikt, dat de mensch leert inzien, hoe hij in velerlei opzicht werkelijk gebonden is aan zijn landgenooten en hoe de kracht van het nationale besef ligt opgeslo- ten in den wil om gemeenschappelijk samen te werken aan een doel. De nationale gedachte, aldus de Prins, steunt op het inzicht, dat in het verleden door voorgaande generaties in allerlei vorm een hecht fundament voor de eenheid isge- legd. Daarnaast moet ook het nationale ge voel worden aangekweekt, even onontbeerlijk als de nationale gedachte, omdat het den gloed brengt, welke den soldaat leidt tot dienstbaarheid voor zijn land en indien noodig tot het grootste offer, dat van zijn leven. Naar uit het voorwoord van den Prins ver der blijkt, was het dbel van den centralen raad allereerst een handleiding te verkrijgen, welke de officieren bij de voorlichting van den troep konden gebruiken. De officier, wiens taak als verantwoordelijk leider uiteraard niet beperkt, mag blijven bij het geven van mili tair onderricht, kan in dit boek een schat van gegevens vinden, waaruit hij kan putten, als hij zijn soldaten het waarom" van de mobili satie en van hun offers in tastbaren zin wil voorhouden. Prins Bernhard eindigt zijn woorden als volgt „Moge mijn aanbeVeling gaan naar alle landgenooten, die voorlichting behoeven om- trent ons nationaal erfdeel en onze nationale taak. Als de gedachten, in dit werk saamge- bracht, aldus gemeen goed zouden worden van de geheele bevolking, dan zou het loffelijk initiatief van den centralen raad en het hoogst verdienstelijke werk van de schrijvers in be- langrijke mate bijdragen tot een versterking van onze nationale eensgezindheid en tot de bijzondere bescherming van hetgeen ons alien dierbaar is, nl. de vrijheid en de onafhankelijk- heid van Nederland". HET AFLUISTEREN VAN SOHEEPSGESPREKKEN. De aandacht wordt er nog eens op geves- tigd, dat het aan nietrechthebbenden uitdruk- kelijk verboden is van scheepsradiotelefoon- gesprekken aanteekening te houden, op eenige wijze van het gehoorde gebruik te maken of den inhoud, de strekking of het bestaan der gesprekken aan derden bekend te maken. ,,Van een kant bezien is het nog zoo kwaad niet, dat het 's nachts moet gebeuren" merkte John op, ,,als we overdag met een takel wagen dwars over dien smallen grintweg gaan staan, krijgen we het binnen een minuut aan den stok met een heele rij woedende automo- bilisten." „Is er nog iets aan den wagen zelf stuk?" vroeg de chauffeur. John schudde ontken- nend het hoofd: ,,Ik geloof van niet, ik ben precies tus schen de boomen doorgeschoten, en in de sloot terecht gekomen. De vooruit brak en een glasscherf sneed me diep in mijn arm, ik ben er nog gelukkig afgekomen!" De ander beaamde dit. John keek op zijn horloge. Het was iets over twee. Hij verviel in gepeins en bedacht met een grijns, hoe Pete het wel stellen zou in dat vreemde, groote huis. Toen voelde hij den wagen sterk afremmen, en opkijkend, zag hij, dat ze bij het kruispunt waren, waar het ongeval was gebeurd. Ze zetten den wagen terzijde van den weg, en zoo, dat de koplampen het wrak van zijn wagen beschenen. Het regende nu niet meer, alleen de boomen dropen nog een weinig. John's auto was met den kop vooruit naar beneden gedoken en had zich tot de kap toe in de zachte modder gewerkt. Het geheele achtergedeelte zat nog op het droge, maar de garagehouder schudde bedenkelijk het hoofd: ,,Ik ben bang, dat er heel wat aan den motor gedaan zal moeten worden, voor de wagen weer rijdt!? zei hij, ,,de carburateur, de ontsteking en zoo zitten natuurlijk onder de modder en het water en zoolang daar een spatje in zit, loopt de motor geen slag. Maar enfin, we kunnen eerst eens kijken of we hem er uit kunnen krijgen." En het bleef bij kijken. De eerste staal draad, die ze aan de achterveeren bevestigden (Ingez. Med.) Bij overtreding van dit verbod zal ingevolge artikel 63, le lid van het radioreglement, tot strafvervolging worden overgegaan. BIJZONDERE BRIEFKAARTEN DER PRINSESJES. Van de bijzondere briefkaarten, voorzien van de beeltenissen der prinsesjes is reeds een zeer groot aantal verkocht. Er is echter nog een oplaag bij de postkantoren aanwezig. Deze briefkaarten worden meermalen in lijst- jes gezet, of in de huiskamer tentoongesteld. Hoe sympathiek deze handelwijze op zich zelf ook moge zijn, nog meer wordt aan de bedoe ling beantwoord, indien zij zoo veel mogelijk bij briefwisseling worden gebruikt, niet alleen in particuliere, doch ook in zakencorrespon- dentie. Het Algemeen Steuncomite 1939 doet nogmaals een beroep op alle Nederlanders, om bij de correspondentie, die per brdefkaart kan worden afgedaan, van de briefkaarten met de beeltenissen der prinsesjes gebruik te maken. NATIONAAL-SOCIALISTISCHE VRAGEN OVER EEN ENGELSCHE ADVERTENTIE EN EEN BERIOHT IN EEN ENGELSCH BLAD. De heer Rost van Tonningen heeft de vol gende vragen gesteld aan de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van Justitie: 1. Is het den minister bekend, dat in en- kele Nederlandsche provinciale bladen een ad- vertentie is opgenomen, welke blijkens den inhoud geplaats is door het Ministry of In formation of Great Britain en waarin propa ganda wordt gemaakt voor het deelnemen aan Britsche convooien door Nederlandsche schepen 2. Hebben de ministers overwogen, dat de strekking dezer advertentie in strijd is met de onzijdigheidspolitiek der Nederlandsche regeering en dat deze advertentie. afgezien nog van den tot ongehoorzaamheid aan de maatregelen der Nederlandsche regeering uit- lokkenden inhoud, een inmenging van de zijde van een Britsche regeeringsinstantie in de onzijdigheidspolitiek der Nederlandsche regee ring oplevert? 3. Kunnen de ministers mededeelen, welke Britsche ambtenaren of agenten hier te lande voor het aanbieden dezer advertentie verant woordelijk zijn 4. Kunnen de ministers mededeelen, of stappen ter zake bij de Britsche regeering zijn ondernomen en zoo ja, welke, alsmede of tegen den verantwoordelijken Britschen amb- tenaar of agent een strafvervolging is of zal worden ingesteld en of hij reeds is of zal wor den uitgewezen? 5. Kan de minister van justitie mededee len, of tegen de verantwoordelijke uitgevers van de provinciale bladen, waarin de in de voorgaande vragen bedoelde advertentie is opgenomen, een strafvervolging is of zal wor den ingesteld Voorts heeft de heer Rost van Tonningen knapte af, toen de takelwagen begon te trek ken. Toen namen ze een dubbele staaldraad, waarvan ze het eene einde aan een boom bon- den, en het andere einde, aan een katrol aan de achterbumper vastgemaakt, lieten trekken. De wielen van den takelwagen slipten over den betonweg, en hoewel ze er zand onder strooidenJohn's wagen zat muurvast in de modder en was er niet uit te krijgen. De garagehouder krabde zich het hoofd en stampte de weeke modder van zijn schoe- nen. ,,Dat gaat zoo niet. meneer Crofts", zei hij, ,,en toch moeten we dien wagen er mogelijk vannacht nog uit halen: morgen krijgen we er de kans niet voor met al het drukke ver- keer over dezen weg en dan is trouwens al veel te veel kwaad aan den motor gedaan". John trok zijn regenjas uit, en betastte zijn pijnlijken arm. Hij had het warm gekre- gen van het werk en zette zich op de tree- plank. Het felle licht van den schijnwerper op het dak scheen op zijn glanzend-blonde haren. „Da's prachtig!" zei hij, ,,maar ik ben benieuwd, hoe we dat vehikel er dan uit ge- sleurd krijgen... laten zitten kunnen we het niet, daar zijn we het over eens, maar er uit halen gaat blijkbaar evenmin!" De ander trok zijn leeren jas uit, en gooide die in den wagen: ,,Ik krijg hem er wel uit, maar dan moet ik een takel gaan halen, en wat van dien grond onder de achterwielen wegscheppen. Een schop heb ik hier in den wagen liggen... als u nu even terug zou willen rijden met den takelwagen, meneer Crofts, om de katrol te halen, dan werk ik intusschen hier met de schop verder. Hier hebt u den sleutel van de garage!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1