ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN
De Erfenis van een Zonderling.
Crtep
AKKERTJE
No. 10.060
MAANDAG 29 APRIL 1940
80© Jaargang
GEMEENTEWERKEN.
Binnenland
Feuilleton
Neem'n
STAATKFNDIG GEREF. PARTU.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland aUeen bjj vooruitbetaling.
l> itgeefsterFirma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFGON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clicM's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrjjgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
De DIRiECTETJiR VAN GEMEENTEWER
KEN maakt bekend, dat op Donderdag 2 Mei
1940, geen huisvuil zal worden opgehaald.
In de plaats hiervoor geschiedt dit voor de
KOM op Woensdag 1 en Zaterdag 4 Mei 1940.
De overige dagen blijft de dienst onge- j
wijzigd.
Deze regeling is niet van toepassing voor
Driewegen en Sluiskil.
Terneuzen, 29 April 1940.
De Directeur van Gemeentewerken,
B. VAN DER GRXE5NDT.
EEN RELLETJE IN DE EERSTE KAMER.
Tijdens de behandeling in de Eerste Kamer
van de begrooting voor onderwijs, kunsten en
wetenscbappen voor 1940, heeft zicb Vrijdag-
middag een incident voorgedaan.
Tden de heer De Rijke (N.S.B.) bet woord
voerde over de begrooting riep plotseling zijn
fractiegenoot Van Vessem, doelende op de
recberche, dat er menscben acbter een deur
staan. Hij opende de deur en riep: „die
moeten verwijderd worden". Toen de derde
N.S.B.-er, de beer Von Bonninghausen inter-
rumpeerde: ,,dat is gevaarlijk", waarschuwde
de voorzitter der Eerste Kamer, Mr. W. L.
baron de Vos van Steenwijk, tegen verstoring
der orde.
,,Zij verstoren de orde" werd er.geinter-
rumpeerd.
De heer De Rijke ging daarop weer verder
met de bespreking van de begrooting, docb
eenige oogenbbkken later liep de heer Von
Bonninghausen plotseling weer naar de deur
rechts van den voorzitterszetel, rukte deze
open en riep: ,,die moet open".
De voorzitter: „de deur gaat dicht".
Toen daarop de deur van de andere zijde
weer gesloten werd, trapte de heer Von Bdn-
ninghausen er tegen, roepende: ,,de recher
che kan vertrekken"
De vergadering werd vervolgens een half
uur geschorst.
DE INSCHRIJVINGSPLICHT VOOR KLEINE
BOEREN EN TFINBOFWERS BIJ DE
ARBEIDSBEMIDDELING.
Daar gebleken is, dat in de praktijk de
werkzaamheden van de B-grondgebruikers
over het algemeen een zoodanig karakter
dragen, dat perioden van arbeidsoverschot,
waarin betrokkenen zich de voor hen nood-
zakelijke neveninkomsten uit werkzaamheden
bij derden kunnen verwerven, afwisselen met
perioden, waarin de op het bedrijf te verrich- j
ten noodzakelijke werkzaamheden een zoo- i
danigen omvang hebben, dat van werken bij
derden geen sprake kan zijn, hebben de Minis
ters van sociale en van oeconomische zaken
besloten den inschrijvingsplicht bij de bureaux
van de arbeidsbemiddeling in zooverre te wij-
zigen, dat deze in laatstbedoelde periode mag
komen te vervallen. Voor het overige blijft
zij echter geheel intact.
Daar, naar gelang van de soorten van be-
drrjven en de streek, waar zrj liggen, boven-
bedoelde perioden blijken te verschillen, kan
een voor het geheele land geldende tijdsduur,
waarin ontheffing van bedoelden inschrij
vingsplicht mag worden toegestaan, niet wor
den gegeven.
De gemeentebesturen dienen zich daarom
ten deze te verstaan met de betrokken Rijks-
landbouw- en Rijkstumbouwconsulenten en
met dezen na te gaan of, en hoe lang bedoel-
de vrijstelling kan worden verleend. Dit over-
leg is verbindend in dezen zin, dat nimmer
over een langeren tijdsduur, dan door de con-
sulenten wordt geadviseerd, vrijstelling mag
worden gegeven, terwijl uit het bovenstaande
tevens duidelijk moge blijken, dat het karak
ter van de B-groep met zich brengt, dat een
Oorspronkelijke roman van
WILLY WATERMAN.
(Nadruk verboden.)
7Vervolg.
Pete gooide de deur vein de safe weer in
het slot en keerde met de lijst in zijn hand
terug naar het schrijfbureau.
'Hij legde de lijst erop neer en ging in een
stoel zitten. Lois nam tegenover hem plaats
en elk namen ze een vel van den stapel.
„Ik zal doorstrepen. welke we al hebben",
zei ze, ,,we behoeven er nog maar zeven te
leeren."
Ze nam een zilveren potloodje uit haar
taschje en op dat oogenblik weerklonk van
buiten het geluid van een claxon. Vaag drong
het gebrom van een motor tot hen door.
,,Dat is mijn wagen" riep Lois en sprong
op. ,,Ze rijden ermee weg!"
Pete handelde op hetzelfde oogenblik. Hij
sprong de kamer uit, trende de gang door en
opende de voordeur. Toen hij den tuin door-
holde, en dat was een heel eind, hoorde hij
Lois achter zich aan komen.
Hij vemam nu geen autogeluid meer, even-
min een wagen die wegreed, maar toen hij
hijgend bij het tuinhek aankwam, dat wit
schemerde in de duistemis, stond er alleen
zijn eigen gehuurde wagen. Die had ook niet
kunnen verdwijnen, want hij had er dezen
keer den contactsleutel afgenomen.
Hij stond stil en staarde om zich heen.
Geen enkel geluid was te hooren, behalve de
stappen van Lois, toen ze aan kwam rennen.
„Is mijn wagen weg?" hijgde ze.
en ander uiteraard nimmer zal vermogen te
leiden tot een voor het geheele jaar geldende
vrijstelling van den inschrijvingsplicht.
NATIONALE VROUWENRAAD.
Donderdag is te Zwolle de 41ste algemeene
vergadering van den nationalen Vrouwenraad
van Nederland begonnen.
De presidente, mej. Joh. Westerman, heette
in haar openingswoord in het bijzonder wel-
kom baronesse Van Voorst tot Voorst, echt-
genoote van den Commissaris der Koningin
in Overijssel en mevrouw Van Walsum, echt-
genoote van den burgemeester van Zwolle.
Hierna gaf mej. Westerman een uiteenzetting
van het doel van den raad.
Juist op de door vrouwen in veertig jaar
veroverde rechten werd in de laatste jaren
talrijke malen inbreuk gemaakt, zoowel door
de overheid, als door particulieren en door
het terugdringen van de vrouw van eenmaal
ingenomen plaatsen wordt het den vrouwen
onmogelijk gemaakt haar invloed te doen gel-
den, wanneer maatregelen werden genomen,
die haar bestaan ten nauwste raken.
Daarom moeten wij vrouwen waakzaam
blijven en Nederland toonen, hoeveel krachten
ongebruikt worden gelaten, wanneer vereeni-
gingen en overheid niet aan vrouwen, zoowel
als aan mannen, de kans geven plaatsen te
zetten door de meest geschikte persoon.
De moeilijke, aan spanningen zoo rijke
tijd, dien wij thans doormaken, dringt ook
de vrouwen van den vrouwenraad meer in de
richting van activiteit.
Gedachtig aan den raad der regeering, ons
niet te laten influenceeren door geruchten en
ons niet te doen afhouden van ons gewone
werk, dat voortgang moet vinden, wilde spr.
alien aansporen dien raad te volgen. Wij
moeten vertrouwen op onze regeering, op
onze kranige weermacht, en volgen het prach-
tige voorbeeld van onze geliefde Koningin,
door als Zij, belangstelling te toonen in het
leveri onzer soldaten en te doen, wat onze
hand vindt om te doen ten einde hen, die onder
de mobilisatie lijden, te helpen en te steunen.
En dan kalm en rustig te blijven.
KOSTWINNERSVERGOEDING ZIEKE
MILITAIREN.
Wordt deze niet uitbetaald?
Het Tweede Kamerlid Posthuma heeft aan
den Minister van Defensie de volgende vragen
gesteld:
1. Ir het waar, dat de kostwinnersvergoe-
ding voor de militairen, die tijdens hun ver-
lof ziek worden en deswege thuis of in een
inrichting moeten worden verpleegd, niet
wordt uitbetaald?
2. Indien dit zoo is, is de Minister dan,
waar dit als een onbillijkheid wordt aange-
voeld en in de betrokken gezinnen moeilijk-
heden veroorzaakt, bereid dit verbod in te
trekken
In de voortgezette algemeene vergadering
van de S. G. P. werden de heeren D. Kodde
te Zoutelande en Ds. A. F. P. Pop herkozen
als lid van het hoofdbestuur met resp. 265 en
257 van de 285 uitgebracht stemmen.
De verslagen van secretaris en penning-
meester werden goedgekeurd.
Een voorstel van het Hoofdbestuur, lui-
dende
,,Het Hoofdbestuur wordt gerechtigd bij
emstige gevallen, die zich kunnen voordoen,
uit elke provincie twee afgevaardigden bijeen
te roepen om met elkander overleg te plegen",
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Door den afgevaardigde van Krabbendijke
werd gevraagd, of pensioen als door Ds. Kers-
ten in zijn rede bij de begrooting van Defensie
ten aanzien van veldpredikers is bepleit, niet
in strijd is met het geloof in de Voorzienig-
heid Gods.
De voorzitter, Ds. Kersten, merkte op, dat
de Geref. vaderen immer voorstanders zijn
geweest van het verzorgen van emeriti die-
Pete maakte een brommend geluid:
,,Ik vrees, dat onze tegenstander een com
plex heeft, of zoo iets; hij brengt zijn vrijen
tijd blijkbaar door met het verzamelen van
auto's. En toen viel Lois hem opgewonden in
de rede:
,Daar zie ik een rood achterliehtje!"
Pete keek in de aangewezen richting en
zag een rood lichtje, dat eerst voor hem ver-
borgen was gebleven door een boomstam.
Samen liepen ze erheen. Het was Lois'
wagen, een honderdtal meters verder netjes
opzij van den weg geparkeerd met brandende
lichten.
Ze onderzochten het inwendige. Er was
niets ongewoons aan te zien. De motor was
netjes afgezet; de contactsleutel stak nog in
het slot.
,,Snap je dat zei Lois en fronste haar
wenkbrauwen.
En toen uitte Pete een kreet:
,,De lijst!"
Ze renden terug naar het hek, er door en
op het huis af. 'Het licht straalde uit de voor
deur, die ze wijd hadden laten openstaan.
De eerste hlik, dien ze in de studeerkamer
wierpen was voldoende. De schrijftafel was
leeg. het eenige ding wat er nog op lag, was
Lois' revolver, en de deuren, die uitkwamen
op den tuin, stonden wagenwijd open.
De regen had opgehouden en in de stilte
drong door die geopende vensters het lang-
zame tikken van de vallende droppels.
Pete deed het licht uit en ging naar de ge
opende deuren. Hij staarde in den tuin.
Niets bewoog er, g6en geluid buiten het
lekken van de droppels uit de boomen liet
zich hooren.
,,Hij is weg!" zei Lois achter hem, in de
donkerte van de kamer.
Pete zei een krachtig woord en trok de
tuindeuren dicht.
„Inderdaad, en met hem onze ljjst!"
naren des Woords, alsook van hun weduwen
en weezen. Zoo nu predikanten als legerpredi-
kanten en veldpredikers in Overheidsdienst
treden, betaamt het de Overheid ook dit ge-
deelte van den zorg der kerk voor haar Die-
naren over te nemen en een pensioenregeling
voor hen te geven. Dat heeft met verzekering
niets te maken.
Bij de rondvraag stelde Amersfoort voor
om aan het Prinselijke echtpaar, dat Zondag
1.1. een voetbalwedstrijd te Amsterdam be-
zocht, namens de Partij een schrijven te rich-
ten met het dringend verzoek om toch niet
voort te gaan met het zoo schromelijk ont-
heiligen van den dag des Heeren.
De voorzitter deelde mede, dat deze aange-
legenheid ook de aandacht van het Hoofd
bestuur heeft gehad en merkt op, dat door
de afgevaardigden der S. G. P. herhaaldelijk
tegen de ontheiliging van Gods dag is opge-
komen en deze hopen dit te blijven doen.
Aan het H. B. werd overgelaten ten dezen
een besluit te nemen.
Nadat Ds. v. d. Graaf een slotwoord had
gesproken, werd de vergadering met dank-
zegging gesloten. (De Z.)
DE MINISTER-PRESIDENT OVER DEN
STAAT VAN BELEG.
Het A.N.P. meldt:
In een der bladen (,,De Telegraaf") stond
dezer dagen het volgende te lezen:
..Toen de opperbevelhebber met den eisch
kwam, dat de Staat van Beleg in ons land
moest worden ingevoerd, had de Regeering,
daar zij geen tweede crisis in het opperbevel
kon wenschen, moeten aftreden, teneinde
plaats te maken voor een kabinet, dat wdl de
waarborgen bood, door onze militaire over
heid verlangd".
Wij hebben naar aanleiding hiervan aan den
Minister-President gevraagd, of er iets waars
was in de voorstelling, dat de Staat van Be
leg op eisch van den opperbevelhebber was
ingevoerd.
De Minister-President heeft hierop geant-
woord, dat deze voorstelling op de meest vol-
strekte fantasie berust. Tot de afkondiging
van den Staat van Beleg, zeide de Minister,
is op spontaan voorstel van den president
door de leden van het kabinet eenstemmig
besloten. Verschillende overwegingen hebben
het kabinet daarbij geleid. Wanneer voor de
afkondiging achteraf nog eenige rechtvaardi-
ging noodig was, dan zou deze wel gegeven
worden door het feit, dat in dezen tijd een
Nederlandsch dagblad door dergelijk malicieus
geschrijf de positie van de Nederlandsche Re
geering poogt te ondermijnen.
NEDERLAND: ERFDEEL EN TAAK.
Een nationale uitgave op initiatief van
den centralen raad van O. en O.
Naar de N. R. Crt. verneemt legt de
Wereld-bibliotheek te Amsterdam op het
oogenblik de laatste hand aan een nationaal
werk, dat tot titel draagt Nederland: Erfdeel
en Taak, welke uitgave is verzorgd door de
professoren J. van Gelderen, dr. P. Geyl,
dr. H. Kramere, dr. F. Sassen en dr. A. A.
van Schelven.
Prins Bemhard heeft voor dit werk een
inleiding geschreven.
Dit boek werd samengesteld op initiatief
van den Centralen raad van advies inzake
ontwikkeling en ontspanning van de gemobi-
liseerde militairen. De vijf genoemde auteurS,
bij uitstek daartoe bevoegd, hebben in nauwe
onderlinge samenwerking, elk op een ander
gebied. op voor ieder bevattelijke wijze uiteen-
gezet, hoe de Nederlandsche cultuurgemeen-
schap is ontstaan en gegroeid en wat zij in
haar tegenwoordigen vorm beteekent kortom:
wat Nederlands erfdeel was van het voorge-
slacht en wat Nederlands taak is voor de
toekomst.
Fit de Prinselijke inleiding.
Prins Bernhard, eere-voorzitter van den
centralen raad, kenschetst in de uitvoerige
inleiding, waarmede hij deze uitgave heeft
HOOFDSTUK IV.
Nachtelijke omzwervingen van John.
John zag Pete's roode achterliehtje in den
regen verdwijnen en keerde zich weer tot
den garagehouder:
..Ziezoo, nu zullen we eens zien, of we dien
wagen van mjj uit de sloot kunnen opdelven.
Het zal anders geen prettig karweitje zijn met
dien regen!"
De garagehouder zette de kraag van zijn
leeren jas op, en keek naar buiten.
„Dit soort van regens duurt nooit lang,"
merkte hij op. „Over een half uurtje is het
droog! Waar ligt die wagen van u ergens?"
John noemde het kruispunt, waar hij met
zoo'n optimisme de bocht had willen nemen.
„0. voor we daar goed en wel zijn, is het
droog," merkte de man op, en raapte wat
staaldraad en een ketting uit verschillende
hoeken bij elkaar. Hij gooide dat alles ach-
terin den bak van een zwaren takelwagen en
klom achter het stuur.
„U zult naast me moeten gaan zitten,
meneer Crofts," lachte hij, ,,deze takelwa-
gens zijn niet van alle comfort voorzien.
John ging naast hem zitten, en trok den
riem van zijn regenjas wat vaster aan. Hij
was heusch door zijn oom niet als een pap-
kindje opgevoed en een beetje avontuur lokte
hem steeds aan. In het midden van den nacht
in een slagregen een auto uit een sloot te
halen was een werkje, dat hem interesseerde.
De takelwagen reed voorzichtig achteruit,
tusschen andere wagens door, de garage uit.
De lichten van de garage werden uitgedaan
en de deuren gesloten. Daama klom de man
weer naast hem en reed weg.
De regen was intusschen werkelijk minder
geworden en hield snel op. De koplampen
schenen lange streepen op den natten, vlak-
ken weg en gedurende den heelen tocht kwa
men ze geen levende ziel tegen.
willen verrijken, de bedoeling van het werk
als versterking van de nationale gedachte en
opwekking en verlevendiging van het natio
nale gevoel en beschouwt het als een verheu-
gende uiting van Nederlandsche eensgezind-
heid, dat vijf geleerden van verschillende
geestelijke of staatkundige richting, zonder
hun verschillende inzicht te verdoezelen, het
werk hebben kunnen maken tot een harmo-
nische eenheid.
In zijn inleiding schrijft Prins Bernhard
o.a., dat het doen geven van voorlichting om-
trent onze nationale zaak noodig is. Immers,
zoo gaat de Prins voort, indien een mobilisatie
langeren tijd duurt, gaat menig militair zich
afvragen, wkarom hij nu eigenlijk gemobili-
seerd is, waarom hij zoo lang moet staan met
het geweer aan den voet, waarom hij die per-
soonlijke lasten in gezin, werk en anderszins
moet dragen.
Het zou onjuist zijn hier te denken aan een
gebrek aan vaderlandsliefde, want het betreft
een normale geestelijke reactie op de offers,
die van hem worden gevorderd, welke hem
zoo duidelijk en concreet voor oogen staan en
waarvan hij dagelijks de moeilijkheden onder-
vindt. Men kan zich voorstellen, dat daardoor
bij sommigen het groote doel op den achter-
grond verdwrjnt, omdat de begrippen over
handhaving van de zelfstandigheid en be-
houd van eigen volkscultuur slechts een vage
beteekenis voor hen bezitten.
De centrale raad meende daarom, dat een
goed geschreven boek een middel zou kunnen
zijn om aan deze begrippen een dieperen en
levendigeren inhoud te geven. Hierdoor zou
kunnen worden bereikt, dat de mensch leert
inzien, hoe hij in velerlei opzicht werkelijk
gebonden is aan zijn landgenooten en hoe de
kracht van het nationale besef ligt opgeslo-
ten in den wil om gemeenschappelijk samen
te werken aan een doel.
De nationale gedachte, aldus de Prins,
steunt op het inzicht, dat in het verleden
door voorgaande generaties in allerlei vorm
een hecht fundament voor de eenheid isge-
legd. Daarnaast moet ook het nationale ge
voel worden aangekweekt, even onontbeerlijk
als de nationale gedachte, omdat het den
gloed brengt, welke den soldaat leidt tot
dienstbaarheid voor zijn land en indien
noodig tot het grootste offer, dat van zijn
leven.
Naar uit het voorwoord van den Prins ver
der blijkt, was het dbel van den centralen
raad allereerst een handleiding te verkrijgen,
welke de officieren bij de voorlichting van den
troep konden gebruiken. De officier, wiens
taak als verantwoordelijk leider uiteraard niet
beperkt, mag blijven bij het geven van mili
tair onderricht, kan in dit boek een schat van
gegevens vinden, waaruit hij kan putten, als
hij zijn soldaten het waarom" van de mobili
satie en van hun offers in tastbaren zin wil
voorhouden.
Prins Bernhard eindigt zijn woorden als
volgt
„Moge mijn aanbeVeling gaan naar alle
landgenooten, die voorlichting behoeven om-
trent ons nationaal erfdeel en onze nationale
taak. Als de gedachten, in dit werk saamge-
bracht, aldus gemeen goed zouden worden
van de geheele bevolking, dan zou het loffelijk
initiatief van den centralen raad en het hoogst
verdienstelijke werk van de schrijvers in be-
langrijke mate bijdragen tot een versterking
van onze nationale eensgezindheid en tot de
bijzondere bescherming van hetgeen ons alien
dierbaar is, nl. de vrijheid en de onafhankelijk-
heid van Nederland".
HET AFLUISTEREN VAN
SOHEEPSGESPREKKEN.
De aandacht wordt er nog eens op geves-
tigd, dat het aan nietrechthebbenden uitdruk-
kelijk verboden is van scheepsradiotelefoon-
gesprekken aanteekening te houden, op eenige
wijze van het gehoorde gebruik te maken of
den inhoud, de strekking of het bestaan der
gesprekken aan derden bekend te maken.
,,Van een kant bezien is het nog zoo kwaad
niet, dat het 's nachts moet gebeuren" merkte
John op, ,,als we overdag met een takel
wagen dwars over dien smallen grintweg gaan
staan, krijgen we het binnen een minuut aan
den stok met een heele rij woedende automo-
bilisten."
„Is er nog iets aan den wagen zelf stuk?"
vroeg de chauffeur. John schudde ontken-
nend het hoofd:
,,Ik geloof van niet, ik ben precies tus
schen de boomen doorgeschoten, en in de
sloot terecht gekomen. De vooruit brak en
een glasscherf sneed me diep in mijn arm,
ik ben er nog gelukkig afgekomen!"
De ander beaamde dit. John keek op zijn
horloge. Het was iets over twee. Hij verviel
in gepeins en bedacht met een grijns, hoe
Pete het wel stellen zou in dat vreemde,
groote huis.
Toen voelde hij den wagen sterk afremmen,
en opkijkend, zag hij, dat ze bij het kruispunt
waren, waar het ongeval was gebeurd.
Ze zetten den wagen terzijde van den weg,
en zoo, dat de koplampen het wrak van zijn
wagen beschenen. Het regende nu niet meer,
alleen de boomen dropen nog een weinig.
John's auto was met den kop vooruit naar
beneden gedoken en had zich tot de kap toe
in de zachte modder gewerkt. Het geheele
achtergedeelte zat nog op het droge, maar de
garagehouder schudde bedenkelijk het hoofd:
,,Ik ben bang, dat er heel wat aan den
motor gedaan zal moeten worden, voor de
wagen weer rijdt!? zei hij, ,,de carburateur,
de ontsteking en zoo zitten natuurlijk onder
de modder en het water en zoolang daar een
spatje in zit, loopt de motor geen slag. Maar
enfin, we kunnen eerst eens kijken of we hem
er uit kunnen krijgen."
En het bleef bij kijken. De eerste staal
draad, die ze aan de achterveeren bevestigden
(Ingez. Med.)
Bij overtreding van dit verbod zal ingevolge
artikel 63, le lid van het radioreglement, tot
strafvervolging worden overgegaan.
BIJZONDERE BRIEFKAARTEN DER
PRINSESJES.
Van de bijzondere briefkaarten, voorzien
van de beeltenissen der prinsesjes is reeds een
zeer groot aantal verkocht. Er is echter nog
een oplaag bij de postkantoren aanwezig.
Deze briefkaarten worden meermalen in lijst-
jes gezet, of in de huiskamer tentoongesteld.
Hoe sympathiek deze handelwijze op zich zelf
ook moge zijn, nog meer wordt aan de bedoe
ling beantwoord, indien zij zoo veel mogelijk
bij briefwisseling worden gebruikt, niet alleen
in particuliere, doch ook in zakencorrespon-
dentie. Het Algemeen Steuncomite 1939 doet
nogmaals een beroep op alle Nederlanders,
om bij de correspondentie, die per brdefkaart
kan worden afgedaan, van de briefkaarten
met de beeltenissen der prinsesjes gebruik te
maken.
NATIONAAL-SOCIALISTISCHE VRAGEN
OVER EEN ENGELSCHE ADVERTENTIE
EN EEN BERIOHT IN EEN
ENGELSCH BLAD.
De heer Rost van Tonningen heeft de vol
gende vragen gesteld aan de Ministers van
Binnenlandsche Zaken en van Justitie:
1. Is het den minister bekend, dat in en-
kele Nederlandsche provinciale bladen een ad-
vertentie is opgenomen, welke blijkens den
inhoud geplaats is door het Ministry of In
formation of Great Britain en waarin propa
ganda wordt gemaakt voor het deelnemen
aan Britsche convooien door Nederlandsche
schepen
2. Hebben de ministers overwogen, dat de
strekking dezer advertentie in strijd is met
de onzijdigheidspolitiek der Nederlandsche
regeering en dat deze advertentie. afgezien
nog van den tot ongehoorzaamheid aan de
maatregelen der Nederlandsche regeering uit-
lokkenden inhoud, een inmenging van de zijde
van een Britsche regeeringsinstantie in de
onzijdigheidspolitiek der Nederlandsche regee
ring oplevert?
3. Kunnen de ministers mededeelen, welke
Britsche ambtenaren of agenten hier te lande
voor het aanbieden dezer advertentie verant
woordelijk zijn
4. Kunnen de ministers mededeelen, of
stappen ter zake bij de Britsche regeering
zijn ondernomen en zoo ja, welke, alsmede of
tegen den verantwoordelijken Britschen amb-
tenaar of agent een strafvervolging is of zal
worden ingesteld en of hij reeds is of zal wor
den uitgewezen?
5. Kan de minister van justitie mededee
len, of tegen de verantwoordelijke uitgevers
van de provinciale bladen, waarin de in de
voorgaande vragen bedoelde advertentie is
opgenomen, een strafvervolging is of zal wor
den ingesteld
Voorts heeft de heer Rost van Tonningen
knapte af, toen de takelwagen begon te trek
ken. Toen namen ze een dubbele staaldraad,
waarvan ze het eene einde aan een boom bon-
den, en het andere einde, aan een katrol aan
de achterbumper vastgemaakt, lieten trekken.
De wielen van den takelwagen slipten over
den betonweg, en hoewel ze er zand onder
strooidenJohn's wagen zat muurvast in
de modder en was er niet uit te krijgen.
De garagehouder krabde zich het hoofd
en stampte de weeke modder van zijn schoe-
nen.
,,Dat gaat zoo niet. meneer Crofts", zei hij,
,,en toch moeten we dien wagen er mogelijk
vannacht nog uit halen: morgen krijgen we
er de kans niet voor met al het drukke ver-
keer over dezen weg en dan is trouwens al
veel te veel kwaad aan den motor gedaan".
John trok zijn regenjas uit, en betastte
zijn pijnlijken arm. Hij had het warm gekre-
gen van het werk en zette zich op de tree-
plank. Het felle licht van den schijnwerper
op het dak scheen op zijn glanzend-blonde
haren.
„Da's prachtig!" zei hij, ,,maar ik ben
benieuwd, hoe we dat vehikel er dan uit ge-
sleurd krijgen... laten zitten kunnen we het
niet, daar zijn we het over eens, maar er uit
halen gaat blijkbaar evenmin!"
De ander trok zijn leeren jas uit, en gooide
die in den wagen:
,,Ik krijg hem er wel uit, maar dan moet
ik een takel gaan halen, en wat van dien
grond onder de achterwielen wegscheppen.
Een schop heb ik hier in den wagen liggen...
als u nu even terug zou willen rijden met den
takelwagen, meneer Crofts, om de katrol te
halen, dan werk ik intusschen hier met de
schop verder. Hier hebt u den sleutel van de
garage!"
(Wordt vervolgd.)