IVOROL geeft een zeer actief zacht en geurig schuim
Buitenland
Onrustige zenuwen
HET LiOT VAN DE OPVARENDEN VAN
DE BERNISSE.
De correspondent der N. R. Crt. te Stock
holm telefoneerde Dinsdagavond:
In de haven van Narvik steken thans de
masten en schoorsteenen van 27 gezonken
schepen boven water uit. Slechts twee Zweed-
sche schepen drijven nog, zij het dan met
zware slagzij, en vermoedelijk zullen ook zij
eraan gaan, want er gaat geen dag voorbij,
zonder hevige schotwisselingen tusschen de
Duitschers die nog steeds Narvik bezet hou
den en de Engelschen, die den toegang tot de
haven beheerschen.
Bij de gezonken schepen is een Neder-
landsch vaartuig, de ertsboot Bernisse. Geen
van de achttien opvarenden heeft eenig letsel
opgeloopen, hoewel zij eerst Zondag gelegen-
heid kregen Narvik te verlaten, en dus twaalf
dagen lang tegen wil en dank getuige zijn
geweest van den verbitterden strijd tusschen
Duitschers en Engelschen om deze Noorsche
haven,
Samen met een groot aantal Zweedsche
zeelieden zijn de achttien Nederlanders van-
daag na een dertig uren lange treinreis hier
aangekomen, waar zij voorloopig onder dak
zijn gebracht in afwachting van een gelegen-
heid om naar Nederland terug te keeren. Bij
de heerschende omstandigheden zullen er wel
ettelijke dagen verstrijken voor de reis voort-
gezet kan worden.
Over hun wedervaren te Narvik wilden de
Nederlandsehe zeelieden evenmin als de
Zweedsche veel vertellen. De indrukken zijn
te verschrikkelijk geweest. Bovendien hebben
de zeelieden een groot deel van deze twaalf
dagen doorgebracht in een oude tunnel die
met een vijftig meter dik granieten gewelf
een absoluut veilige schuilplaats bood. Het
schijnt dat de Engelschen zich ertoe bepalen
de Duitsche posities aan de haven te bestoken.
In de woonwijk van Narvik, die hooger
tegen de hellingen ligt, zijn maar een enkelen
keer granaten of bommen terecht gekomen,
en het aantal verwoeste woonhuizen was tot
Zondag toe dan ook niet grooter dan vier.
Als er geen mist was, had men hier van de
hoogte af een goed gezicht op het gevechts-
terrein. Men zag soms de granaten vliegen,
en de bommen fluitend naar omlaag storten.
Men zag eenmaal een zware granaat mid-
scheeps dwars door een Noorsche vrachtboot
slaan.
De Nederlandsehe consul te Narvik, de
heer Moslin, die evenals de meeste andere
inwoners vrouw en kinderen had wegge-
stuurd, en zelf naar den kelder was verhuisd,
heeft de opvarenden van de Bernisse in zijn
door een groote Nederlandsehe vlag gedekt
huis opgenomen. Een paar van de schepe-
lingen zijn den tweeden dag nog aan boord
van hun schip geweest waar zij wat proviand
hebben kunnen meenemen die goed van pas
is gekomen omdat er in Narvik al vrij spoedig
een nijpend gebrek aan verschillende levens-
middelen is ontstaan. Kleeren en dergelijke
heeft men over het algemeen niet kunnen
redden, zoodat men zich in Narvik van nieu-
we moest voorzien. Ook daarbij verleende de
heer Moslin zijn bemiddeling. Het is niet te
verwonderen, dat de Nederlanders vol lof zijn
over zijn huipvaardigheid. Nadat een week
lang de Zweedsche consul telkens weer met
de Duitsche autoriteiten onderhandeld had
over een gelegenheid om de stad te verlaten,
kregen de zeelieden Zondag de boodschap, dat
er 's nachts twee uur een trein zou gaan.
Hiermede kon gereden worden tot bij de Nor-
dalsbrug, die door de Noren vemield was,
maar niet zoo goed, dat de Duitschers haar
niet bijna alweer geheel hersteld hebben.
Een eind verder op waren in een tunnel de
rails over een grooten afstand opgebroken en
in totaal hebben de zeelieden een kilometer
of tien door de meterhooge sneeuw moeten
waden tot zij weer in een treintje konden
stappen, dat hen naar de Zweedsche grens
bracht. Daar wachtte een ambulancetrein,
die vooral op prjjs werd gesteld omdat de
bedden zoo goed waren. Als ambulance be-
hoefde zij echter geen dienst te doen, zieken
of gewonden waren er niet.
DE DOODSTRAF VOOR SPIONNAGE EN
LANDIV ERR A AD VERZOCHT.
Een groot aantal vooraanstaande personen
in Nederland heeft zich met een request ge-
richt tot den Minister van Justitie, waarin
zij te kennen geven, dat zij op initiatief van
Prof. H. P. Blok te Utrecht zich voorstander
hebben verklaard van een verzwaring tot de
"doodstraf gedurende den huidigen staat van
oorlog van de straffen, bedreigd tegen spion-
nage en landverraad.
Op grond van het groote aantal adhaesie-
betuigingen op het eerste perscommunique
ten deze ontvangen, zijn zij overtuigd zich
hiermede uit naam van een groot aantal
Nederlanders te hebben uitgesproken.
Verder verklaren zij met groote voldoening
te hebben kennis genomen van de door den
Minister aanhangig gemaakte wetswijzigin-
gen, welke deze materie betreffen, al gevoelen
zij zich nog niet ten voile bevredigd ten aan-
zien van de doeltreffendheid van dezelve.
Derhalve zouden zij het op hoogen prijs
stellen, indien de Minister alsnog een weg
zoude willen zoeken, waardoor een scherpere
reactie op deze, in het huidig tijdsgewricht
voor den staat zoo uiterst gevaarlijk gebleken
misdrijven, mogelijk ware.
NEDERLANDSCHE GEZANT TE ANKARA.
Naar de N. R. Crt. vemeemt is binnenkort
oe benoeming te verwachten van Mr. C. G. W.
H. baron Van Roetzelaer van Oosterhout, tot
nu toe gezantschapsraad bij Hr. Ms. gezant-
schap te Berlijn tot Hr. Ms. buitengewoon
gezant en gevolmachtigd minister te Ankara.
Mr. C. G. W. H. baron Van Boetzelaer van
Oosterhout is geboren op 19 November 1892
te Amersfoort. Hij studeerde aan de univer
siteit te Utrecht en promoveerde in de rechts-
wetenschappen. Op 9 Februari 1923 trad de
heei Van Boetzelaer in diplomatieken dienst
ecrst als attache bij het Nederlandsehe ge-
zantschap te Kopenhagen. Nog in hetzelfde
jaar werd hij werkzaam gesteld aan het
departement van buitenlandsche zaken. Twee
jaar later in Februari 1925 werd hij be-
noemd tot attach^ aan de Nederlandsehe
legatie te Boedapest. Op 27 Februari 1926
werd hij bevorderd tot gezantschapsseeretaris
in welke functie de heer Van Boetzelaer in
October van dat jaar werd overgeplaatst naar
Washington. Na een kort verblijf in Mexico
en bevordering, tijdens dat verblijf tot ge-
zantschaossecretaris eerste klasse, werd hij
op 10 September 1930 verbonden aan het
Nederlandsehe gezantschap te Brussel. Op
3 December 1934 werd de heer Van Boetzelaer
bevorderd tot gezantschapsraad, in welke
functie hij op 2 April 1936 naar Berlijn ging
waar de heer Van Boetzelaer dezer dagen.
zooals gemeld, afscheid heeft genomen.
waardoor elke poetsing met Ivorol een ware mondwassching wordt. Heerlijker tandpasta is er niet. Tube 60 - 40 - 25 cent.
controlebasis bij Duins in het Zuiden, tot de
basis Kirkwall in het Noorden. Het veld loopt
evenwijdig aan de kust en dient om de Engel-
sche kustvaart te beschermen tegen de aan-
vallen van Duitsche duikbooten. De aan-
wezigheid en de positie van dit mijnenveld is
indertijd door de Britsche admiraliteit uitvoe-
rig bekend gemaakt.
Het is technisch onmogelijk om een mijnen
veld zoo dicht te leggen, dat het ondoordring-
baar wordt. Dit zou te veel mijnenleggers en
mijnen eischen. De mogelijkheid bestaat altijd
om door zulk een uitgestrekt mijnenveld heen
te dringen, hoewel het risico, dat men loopt
wel heel groot is.
Het is ons nu gebleken, dat den laatsten
tijd heel wat kapiteins van kleine Nederland
sehe vaartuigen dit risico hebben genomen en
dwars door het mijnenveld zijn heengevaren.
De kapiteins, die wij wezen op het gevaar, dat
zij liepen, voerden aan, dat de doortocht bij
hoog water huns inziens niet gevaarlijk was.
Het leek ons echter, dat de schippers op deze
wijze een onnoodig groot risico nemen en wij
hebben den Engelschen autoriteiten, die voor
het leggen en het in stand houden van dit
veld verantwoordelijk zijn, hun meening om-
trent deze zaak gevraagd.
Onze officieele zegsman verklaarde, dat de
Engelsche regeering de neutrale scheepvaart
had gewaarschuwd tegen de aanwezigheid van
het mijnenveld en de risico's die men loopt
als men poogt er door heen te breken. Alle
neutrale schepen, zoo zei hij, kunnen van ons
een route krijgen, die hun veiligheid biedt
tegen dit gevaar.
Het is ons bekend, zoo vervolgde onze zegs
man, dat verschillende kleine neutrale sche
pen dezen waaghalzigen tocht hebben ge
maakt. Een paar maal isf het goed gegaan en
Meruit schijnen de scMppers te concludeeren,
dat zij bij hoog water immuun zijn tegen dit
gevaar. Dit is een verkeerde opvatting. Wij
geven toe, dat het mijnenveld niet zoo dicht
is, dat het totaal onmogelijk is er zonder
kleerscheuren door te dringen, maar aan den
anderen kant is het toch wel zoo effectief, dat
de kans, om er heelhuids doorheen te komen
heel klein is.
Wij vroegen of de Engelsche autoriteiten
maatregelen dachten te nemen tegen deze
roekelooze schippers. Het eenige wat wij doen,
zoo luidde het antwoord, is hen te waarschu-
wen als wij zien, dat zij door het veld heen
willen dringen. Zij doen dit op eigen verant-
woording en het is niet onze zaak hen tegen
dit gevaar te beschermen. De kapiteins kun
nen van ons een route krijgen, die hun vrijwel
volledige zekerheid waarborgt, maar als zij
deze niet willen accepteeren en op hun eigen
houtje willen handelen, dan moeten zij zelf de
zure vruchten maar plukken. Een ding is ech
ter zeker: het zal niet lang duren of een van
deze waaghalzen zal de zware tol betalen.
In het belang van de Nederlandsehe scheep
vaart leek het ons verstandig op dit gevaar
en op deze roekeloosheid te wijzen. De tijds-
besparing, die men op deze wijze krijgt, weegt
onzes inziens Met op tegen de gevaren, die
men loopt.
DE MENSCH IS VERRE VAN DEN VREDE.
keringswetten en wees hij op de noodzakeli.ke
herziening van de onderwijswet In het bijzon-
der bestreed spr. de uitkeering aan de kloos-
teriing-onderwijzers. Jaar op jaar worden
miilioenen guldens naar Rome's kloosters
gesieept via de onderwijswet zeide spr.
O, wat zal van Nederland geworden, zoo
God het gedenkboek van de zonden openen
zal en wraak oefenen naar Zijn verbolgen-
heid. De Deeuw heeft alrede gebruld, wie
zal niet vreezen?
Gelijk God Israel heeft uitgeleid uit Egypt.e
door de hand van Mozes, zoo voerde Hij in
den tachtigjarigen oorlog onze gewesten uit
de macht van Rome en Spanje door den dienst
der Oranjes. Maar de heilige roeping door
God aan de overheid gesteld is door de zich
noemende christelijke partijen openlijk ver-
loochend.
Toen Dr. Colijn niet genoeg buigen wilde,
werd hij door de Roomsche heeren in samen-
werking met de socialisten heengezonden. Nu
hebben de anti-revolutionnairen hun loon voor
het verraad aan de beginselen der hervorming
gepleegd, aldus spr. Als een uitgeknepen
Citroen zijn zij weggeworpen. Spr. bepleitte
de noodzakelijkheid van een protestantsche
partij op de vaste basis van Gods woord. De
zg. christelijke partijen welke de reformatie
verloochend hebben het bewijs geleverd dat
hun Christendom niet in staat is het land te
regeeren en den strijd' tegen de vijanden der
reformatie vol te houden, aldus spr.
Spr. herinnerde vervolgens aan het woord
des Apostels. „Zoo dan, mijn geliefde bree
ders, zijt standvastigLaat de handen
niet slap hangen, geeft de beginselen niet
prijs, gordt de wapenrusting aan. Er moge
nog kracht uitgaan van het kleine volksdeel,
dat bij de oude, beproefde waarheid wenscht
te blijven, zeide spr.
DE VLEESCHLOOZE DAG IN BELGIii.
In het Belgische Staatsblad van Woensdag
is het koninklij'k besiuit verschenen, waarbij
het uitstallen, verkoopen en leveren van
vleesch, met uitzondering van wild en ge-
vogeltje, den Maandag van iedere week wordt
verboden. Is de Maandag echter een feest-
dag dan geldt de verbodsbepaling voor den
Dinsdag. Bij hetzelfde besiuit wordt tevens
het serveeren van versch vleesch of inge-
maakte vleeschwaren M de restaurants, cafe's
en wmkels des Maandags verboden. De eer
ste vleeschlooze dag is bepaald op 29 dezer.
Van verschillende zijderr zijn ernstige be-
zwaren geopperd tegen het stellen van den
vleeschloozen dag op Maandag. De Oostend-
sche vischhandel zag liever de voorkeur ge-
geven aan den Woensdag en drong, in dien
zin, bij de regeering aan. Anderen meenen
dat, behalve wat de restaurants betreft, de
keuze van den Maandag niet tot het beoogde
resultaat zal leiden. In zekere kringen acht
men het dan ook waarschijnlijk, dat het aan
tal vleeschlooze dagen weldra op twee per
week zal worden gebracht.
ook
ROEKELOOZE SCHIPPERS.
Een der correspondenten van de N. R. Crt.
telefoneert uit Londen:
Zooals men weet, heeft de Engelsche
marine, kort na het uitbreken van den oorlog,
een mijnenveld voor de Engelsche Oostkust
gelegd, dat zich uitstrekt van de contrabande
Zijt standvastig, zegt Ds. Kersten.
O, die Volkenbond!
Te Rotterdam is, meldt de Midd. Crt.,
Woensdag de algemeene vergadering gehou-
den van de Staatkundig Gereformeerde Partij.
Ds. G. H. Kersten, lid van de Tweede Kamer,
heeft tijdens deze vergadering een rede uit
gesproken, getiteld ,,Zijt standvastig
Ds. Kersten begon zijn rede met te wijzen
op den vreeselijken oorlog, welke in ons we-
relddeel en in het Verre Oosten woedt. De
zucht naar expansie, de jacht naar machts-
verheffing en de drang om eens verkregen
machtsverheffing te handhaven, voerden de
bewindhebbers der wereld er toe den strijd op
te nemen. Zoo de Heere geen paal en perk
stelt, zullen zij niet rusten alvorens een der
tegenpartijen is ondergegaan.
Met God en Zijn woord rekende men met.
Menschelijke kracht en rede worden algemeen
°-esteld boven Zijn woord. Hier wordt ver-
heerlijkt het stelsel van Machiavelli, dat der
staats-almacht, d&dr het stelsel van de Fran-
sche revolutie, n.l. dat der menschelijke red-
en der volkssouvereiniteit.
Ds. Kersten wees op het werk van den Vol
kenbond, om in de toekomst alle geschillen
onder het oppergezag van de verdorven men
schelijke rede door onderling overleg te rege-
len en den oorlog van de aarde te bannen.
Niet in het zoeken van vrede op zichzelf lag
de fout. Dit is zelfs plicht. Maar het kwaad
school in den wortel, waaruit de Volkenbond
deze zocht, met negeeren van Gods woord.
En in het koor van den Volkenbond zong
Nederland mee. De mannen van de
zgn. christelijke" politiek waren er met
liberalen en socialisten zelfs de sterkste voor-
standers van Dr. Colijn achtte het vooi
Nederland niet mogelijk een verdedigmgs-
oorlog te voeren.
O die Volkenbond, die Volkenbond, zeide
spr.' Als Israel om het gouden kalf, zoo
danste de hooge wereld om dit maaksel harer
handen. Het was dan ook een reuzen oouw-
werk Maar het fundament deugde niet. De
afgevaardigden van de S.G.P. voerden alleen
het pleidooi tegen den Volkenbond.
Van vrede en ongekenden bloei is niets ge
komen. Integendeel de toestanden werden
onhoudbaar en niemand zag uitkomst. En wie
dacht er aan, dat God regeert dat Hi Zijn
a'macht toont? Hij schept den vrede en
rnaakt het kwaad.
Verschrikkelijke maatregelen tot verm^i-
,-nng van producten werden genomen. Gods
cordeelen wilde men met erkennen. Het „laat
ons eten en drinken en vroolijk zpn was en
bieef de leuze des volks. En het gevolg.
Groeiende werkloosheid en schuldenlast.
Van verre rommelde de donder van Gods
heilig misnoegen over de zonde, aldus spr.
Al nader kwam het zwiepen zijner roede en
toen niet werd gehoord, sloeg Zijn hand en
deed Hij bij vernieuwing het roode paard van
den oorlog rijden. Als men de snel opeenvol-
gende gebeurtenissen het oog laat voorbijgaan
dan ziet men dat Gods woord waar is, dat ons
zegt dat de mensch verre is van den vrede.
Laat Gods woord tot ons spreken. Zijn
wegen zijn hooger dan onze wegen Aan de
eene zijde dreigt de bond der goddeloozen de
wereld te overstroomen en aan de annere
zijde loert Rome op herstel van de oude we-
reldheerschapptf met zijn paus aan het hoo.d
als gebieder over staat en kerk.
Groote gevaren bedreigen ook ons volk.
Steeds verder vervreemd het zich van God
en zijn dienst. Spr. wees vervolgens op den
achterstand M leger en vloot welke mge-
haald moest worden op den fmancieelen dru
de zware belastingen en de vele gevaren wel-
kel ons omringen, de aan banden gelegde
scheepvaart en de gevaren ter zee.
De dagen konden wel eens voor de deur
staan, dat gehongerd zal worden naar het
weggeworpen of voor menschelijk gebruik
ondeugdelijk gemaakte voedsel.
Vervolgens keerde spr. zich tegen de verze-
VERSTERKINIG VAN DEN BELGISCHEN
ZENDER VAN HET N.I.R.
De Belgische minister van Verkeerswezen
en P.T.T., Delfosse, heeft in den Senaat een
verklaring afgelegd betreffende de thans be-
staande radiostations. De minister gaf voi
re ondig toe, dat de energie van den zender
van het N.I.R. (Nationaal Instituut voor
Radio-Omroep), die zich te Veltem, bij Leu-
ven, bevindt, Met groot genoeg is. „Ohze
zender (Vlaamsche en Fransche golf) van
10 kw, zeide Mj, kan noch M het buitenland
noch in onze provincie Luxemburg goed wor
den gehoord. Hij zou ten minste 120 kw sterk
moeten zijn. Te Tombeek, ten Zuid-Oosten
van Brussel, is een terrein aangekocht en zal
een nieuw station worden gebouwd, dat 12 a
13 millioen francs zal kosten. Wij wachten
alleen nog maar op het einde van den oorlog
om, met de verwezenlijking van dit plan, een
begin te maken". Wat de talrijke kleine zen-
ders betreft, die in Belgie bestaan en alien
in handen van particulieren zijn, zeide de
minister nog dat zijn departement een her
ziening van hun statuut voorbereidt en hun
aantal binnenkort, zal worden beperkt.
EEN VERBOND VOOR DE NATION ALE
ZELFSTANDIGHEID IN BELGIE.
'Het Verbond voor de Nationale Zelfstandig-
heid, eenigen tijd geleden in het leven geroe-
pen. heeft in verband met de buitenlandsche
politieke gebeurtenissen een verklaring gepu-
bliceerd, waarbij geconstateerd wordt, dat de
aanval, waarvan twee neutrale staten zoo pas
het slachtoffer werden, den wil tot paraat-
heid, door de Belgische bevolliing sedert het
uitbreken van den Meuwen oorlog aan den
dag gelegd, nog aanzienlijk heeft versterkt
Het Verbond herhaalt den wensch de drie
staten der oude Nederlanden: Nederland, Bel
gie en Luxemburg, broederlijk te zien samen-
werken op elk gebied, speciaal op dat der be-
veiliging van hun territoir en drukt verder
zijn vertrouwen uit in de weermacht die,
sinds bijna acht maanden, de grenzen be-
waakt. Onder de leidende figuren van hooger-
genoemd Verbond, die met deze verklaring
instemden, telt men den gewezen ambassa-
deur baron de Bassompierre, prof. dr. A. Bes-
semans, oud-rector van de universiteit te
Gent, graaf A. van der Burch, oud-minister,
senator Carton de Tournai, prof. dr. L. van
der Essen, secretaris van de R. K. universi
teit te Leuven, prof, van der Ghinst, prof. dr.
C. Heymans, hoogleeraar te Gent, graaf L. de
Lichtervelde, gewezen kabinetschef van het
regeeringspresidium, prof. mr. J. van Ovei-
beke, oud-minister, prof. P. Nolf, senator
baron P. Northomb, generaal Tombeur de
Tabora en J. van Severen, leider van het Ver
bond van Dietsche Nationaal-Solidaristen
(Verdinaso).
BELGISOHE AUTORITEITEN BLIJVEN
WAAKZAAM.
De Belgische autoriteiten hebben het in
verband met allerlei berichten over complot-
ten en spionnage noodig geoordeeld inlichtin-
gen aan de pers te verschaffen.
Het publiek wordt in de eerste plaats ge
waarschuwd, alle mogelijke sensationeele ge-
ruchten niet dadelijk voor zoete koek op te
nemen.
De .Daily Telegraph" meldt, dat in Oosten-
de en Zeebrugge vijftig Duitsche matrozen
waren gearresteerd. Dit bericht is door de
militairen tegengesproken. Het werd over-
dreven genoemd. Waar is echter, dat pas-
poortvisa werden aangevraagd voor drie offi-
cieren en twintig matrozen van de Duitsche
handelsvlcot. Deze zeelieden moesten in een
Belgische haven overgaan op 'n Duitsch
schip, dat vroeger onder Letlandsche vlag
had gevaren. Tenslotte zouden de visa niet
zijn verleend, zoodat de Duitschers niet naar
Belgie zijn gekomen. Dit wil echter nog niet
zeggen, dat de aanwezigheid van buitenland
sche officieren en matrozen in Belgie onmo
gelijk is.
Voorts is er nog altijd de zaak van de 22.000
paar militaire laarzen, die uit Aken naar
Brussel moeten zijn gestuurd aan het adres
van een kleinhandelaar in pelzen, die beweert
van niets te weten en de laarzen niet besteld
heeft. Men fluistert, dat de laarzen bestemd
waren voor ,,de Quilings". Van hoogerhand
wordt medegedeeld, dat het onderzoek wordt
voortgezet.
In de „Independance Beige" wijdt de beken-
de schrijver over militaire zaken, kolonel
Requette, een zeer openhartig artikel aan de
,,inwendige verdediging".
Hij zegt dat de les in Noorwegen voor Bel
gie net op tijd is gekomen, geeft vervolgens
een schema van een Putsch op den hoofdstad,
ondernomen door duizend of tweeduizend in
Belgische uniformen gestoken waaghalzen,
die alle belangrijke gebouwen bezetten, de
generaals en mmisters gevangen nemen, een
Quiling-regeering onmiddellijk in functie laten
treden, welke orders geeft geen weerstand te
bieden, terwijl vliegtuigen op de vliegvelden
en tevoren geschikt bevonden terreinen hulp-
troepen aanvoeren en er valsche orders wor
den gegeven naar het leger aan de grens,
waardoor daar verwarring en wanorde ont-
staat...
In Belgie zou zooiets thans slechts mogelijk
zijn als de regeering, die gewaarschuwd is,
haar plicht verzaakt.
Onder de in Belgie aanwezige vreemdelin-
gen acht de schrijifer zekere elementen aan-
wezig om zulk een coup te ondernemen en
zegt dan verder letterlijk:
,,De oorlogvoerenden hebben niet alle
dienstplichtigen, die in Belgie woonden, opge-
roepen.
Een bepaalde vertegenwoofdiging heeft
sedert het begin der vijandelijkheden haar
personeel zien toenemen met een honderdtal
personen, die wel geen exterritorialiteit ge-
Meten, maar die meerendeels stevige en vast-
beraden reserveofficieren zijn. Met halve
maatregelen kan men zulk een toestand niet
het hoofd bieden.
Indien werkloozen, doch Belgische staats-
burgers, onderworpen kunnen worden aan een
dagelijksche en strenge controle, waarom zou
den dan vreemdelingen, die in den leeftijd zijn
om de wapenen te hanteeren, en wier nor-
male verblijfplaats niet Brussel is, niet kun
nen worden onderworpen aan een even stren
ge bewakingj? Indien hun zulks te onaange-
naam mocht zijn, blijft hun steeds de moge
lijkheid naar hun land terug te keeren."
WEEK VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN
BELGIE.
De persdienst van het Belgische ministe-
rie van nationale verdediging deelt mede:
Op den 23en April zijn vreemde vliegtuigen
op groote hoogte herhaalde malen boven Bel-
gisch grondgebied verschenen. De batterijen
van het luchtdoelgeschut zijn in werking ge
steld. Verscheidene van deze toestellen wer
den geidentificeerd als van Duitsche nationa-
litedt en anderen van Fransche nationaliteit.
Twee Fransche toestellen, die een Duitsche
machine achtervolgden, drongen het land bin-
nen tot Bergen. Een ander toestel, dat even-
eens een Duitsche machine achtervolgde. werd
waargenomen in de omgeving van Neufcha-
teau Beide toestellen verdwenen naar de
grens van Luxemburg. De Belgische regee
ring zal de noodige protesten laten hooren.
ZWEDENS MOREELE PARAATHEID.
Reuter meldt uit Stockholm:
Kroonprins Gustaaf Adolf verklaart in een
boodschap aan den „Ohief Scout" der Zweed
sche padvinders o.a.Zweden staat voor een
ernstige situatie, doch wij verliezen den
moed niet.
De Goteborgs Handels Tidning wijst op de
moreele paraatheid van Zweden. Het blad
schrijft: Alle pogingen van een vijandelijke
strijdmacht, in Zweden aan land te gaan,
zouden op verzet stuiten.
Dagens Nyheter schrijftIn alle Zweed
sche kringen getuigt men van den wil, met
alle middelen de onafhankelijkheid van Zwe
den te verdedigen. Het Zweedsche volk houdt
van den vrede uit instinct en overtuiging, doch
niet uit blinde passie. Onderwerping aan een
vrede, waardoor wij van onze onafhankelijk
heid zouden worden beroofd, zou erger zijn
dan een strijd op leven en dood. Nooit heeft
Zweden deze waarheid beter begrepen dan
thans.
DE AMERIKANEN IN HONGARIJE.
Het Hongaarsche telegraafagentschap
meldt:
Zekere buitenlandsche bladen hebben mede
gedeeld, dat het gezantschap van de Ver.
Staten te Boedapest, de Amerlkaansche onder-
danen zou hebben aangeraden met spoed
Hongarije te verlaten. Hieruit zou men kun
nen opmaken, dat de toestand in Hongarije
verontrustend is.
Van welingelichte zijde wordt dienaan-
gaande verklaard, dat de Amerikaansche
legatie niets anders heeft gedaan dan een
circulaire zenden, waarin de Amerikaansche
onderdanen wordt gevraagd of zij het niet
nuttig achten naar de Vereenigde Staten terug
te keeren, nu nog alle mogelijkheid om te
reizen bestaat. Het doel van deze circulaire
is slechts die Amerikaansche burgers in
Europa te doen blijven, die hier een goede
reden voor hebben. Het zou dus niet juist
zijn hieruit gevolgtrekkingen te maken voor
de onrust in Hongarije.
BELGISCH
PATROUILLEVAARTUIG
BESCHOTEN.
ZWEDEN ZAL ZICH VERDEDIGEN.
Als de oorlog over Zweden komt, zal hij
waarschijnlijk den vorm aannemen van een
aanval uit de lucht, aldus schrijft volgens
Reuter Gotheborgs Handelstidning. Na ge-
sproken te hebben over de les van den Frn-
schen oorlog schrijft het blad: „De statistiek
leidt tot de conclusie, dat het voor kleine
staten de moeite loont zich te verdedigen
tegen de roovers in de lucht." Alle pogingen
van vijandelijke strijdkrachten om in Zweden
te landen, zullen worden weerstaan. Zweden
is moreel op alles voorbereid, zegt het blad
en voegt daar aan toe: ,,Naties, die niet in
staat zijn een terreur te overwinnen en be-
dreigingen met geweld te weerstaan, loopen
evenveel gevaar ten onder te gaan als slecht
gewapende landen. Het gevaar is misschien
voor hen zelfs grooter".
DUITSCHE SCHEPEN VERWIJDERD.
Naar het Zweedsche Telegraafagentschap
meldt, hebben Zweedsche marinevaartuigen
Dinsdag vijf Duitsche schepen verzocht zich
uit de Zweedsche territoriale wateren voor
Stroemstad aan de westkust van Zweden te
verwijderen. De vaartuigen, Noorsche wal-
vischvaarders, die waren uitgerust als mijnen-
vegers, voldeden onmiddellijk aan dit ver-
zoek.
EEN DUITSCHE TEGENSPRAAK.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt:
Volgens een bericht uit Stockholm zouden
Duitsche miltaire vliegtuigen Maandagmiddag
twee Zweedsche visschersbooten binnen de
Zweedsche territoriale wateren met machrne-
geweren beschoten hebben. Naar van Duit
sche zijde wordt vastgesteld, is dit bericht
geheel uit den duim gezogen. Het Duitsche
luchtwapen, zoo wordt hieraan toegevoegd,
behoeft zich niet schuldig te maken aan een
optreden, dat indruischt tegen het volken-
recht Zijn doel is niet ongewapende neutrale
visscherschepen, doch de gewapende vijand
die overal waar hij wordt aangetroffen, wordt
aangevallen.
Het Belgische karteeringsvaartuig Pastor
Pype, dat thans voor patrouillevaartuig
wordt gebruikt, is Dinsdag naar Belga meldt,
door een vliegtuig van onbekende nationali
teit met mitrailleurvuur bestookt op de
Noordzee ten Westen van Oostende. Niemand
aan boord werd getroffen.
ZWITSERSCH SPION TER DOOD
VEROORDEELD IN FRANKRIJK.
De militaire rechtbank te Lyon heeft dezei
dagen, volgens de N. R. Crt., den Zwitserschen
particulieren detective Paul Rochat wegens
militaire spionnage ten nadeele van Frankrijk
bij verstek ter dood veroordeeld.
Rochat is de man, die ook m de spionnage-
zaak tegen de danseres Virginia Capt verwik-
keld is geweest, die begin December door het
hoogste gerechtshof van Zwitserland wegens
militaire spionnage ten nadeele van Zwitser
land en ten gunste van Italie tot vijf jaar
gevangenisstraf werd veroordeeld. Bij dezelf-
de gelegenheid werd tegen Rochat wegens
politieke spionnage ten gunste van Italie een
veroordeeling tot een gevangenisstraf van 15
maanden uitgesproken. Hij zit thans in de
gevangenis, om deze straf te ondergaan.
Terstond bij de inhechtenisneming van
Rochat te zijnen huize te Geneve met Kerst-
mis 1938 werd hier verteld, dat hij blijde
mocht zijn aldus van zijn vrijheid te zijn be
roofd en dus niet meer de gelegenheid te heb
ben over de grenzen naar Frankrijk te gaan,
zooals hij veelvuldig pleegde te doen. Men
zeide toen reeds, dat hij zich in Frankrijk aan
heel wat erger soort spionnage had schuldig
gemaakt en dat hij gevangen zou zijn geno
men, zoodra hij weder den Franschen bodem
zou betreden hebben. Een heel wat strengere
straf zou hem dan zeker in Frankrijk zijn op-
gelegd dan hem in Zwitserland voor politieke
spionnage te wachten stond.
Het bericht van de terdoodveroordeeling
van Rochat door den militairen rechter van
Lyon bevestigt de juistheid dezer toen loo-
pende geruchten en toont, hoe dankbaar
I Rochat de Geneefsche politie mag zijn, dat zij
hem nog tijdig verhinderd heeft nogmaals een
uitstapje naar Frankrijk te maken. Hij zal
zeker wel met genoegen zijn vijftien maanden
uitzitten
Mijnhardt's Zenuwtabletten maken U spoedig
weer weldadig kalm. Buisje 40 en 75 cent.
Ingez. Med.
DE MOGELIJKHEID
VAN OORLOGSUITBREIDING.
De correspondent der N. R. Crt. te Parijs
meldde Woensdag:
De indruk heerscht hier, dat Europa op-
nieuw aan den vooravond van een uitbreiding
van den oorlog staat. Meer in het bijzonder
vreest men een Duitschen aanval op Zweden.
Verschillende overwegingen hebben er toe
bijgedragen deze vrees weer acuut te maken.
Primo loopen er sinds Dinsdag hardnekkige
geruchten omtrent de inscheping van aanzien-
lijke Duitsche troepen in de havens aan
Duitschlands noordkust. Ten tweede is de
scherpere toon van de Duitsche radio en pers
tegenover Zweden hier niet onopgemerkt voor-
bijgegaan. Ten derde is het aantal vliegtuigen,
dat verkenningstochten boven Zwedens grond
gebied maakt, in de laatste dagen sterk toe-
genomen, zoozeer zelfs, dat de Zweedsche
luchtafweerbatterijen er in geslaagd zouden
zijn verschillende van deze Duitsche vlieg
tuigen neer te halen. Ten slotte schijnt ook
de logica van de gebeurtenissen in Scandina-
vie een Duitschen aanval op Zweden maar ai
te waarschijnlijk te maken.
Reeds sinds eenigen tijd heeft men hier de
meening aangehangen, dat Duitschland door
de onmogelijkheid voldoende versterkingen
naar Noorwegen te sturen via de zeeroute, er
toe gedwongen zou kunnen worden zich een
weg door Zweden te banen. Naarmate de
positie van de Duitsche troepen in Noorwegen
moeilijker wordt en dat schijnt, volgens
hier bestaande opvattingen, m de laatste
dagen inderdaad het geval te zijn groeit
ook de waarschijnlijkheid, dat Duitschland
Zweden zal binnenvallen, om langs dezen weg
het contact met zijn voorposten op Noorsch
gebied te herstellen. Men constateert hier
echter met vreugde, dat een dergelijke ma
noeuvre Duitschland nog niet mee zou vallen
en zelfs duur te staan zou kunnen komen.
Zweden heeft een niet te onderschatten leger
op de been gebracht en men heeft hier nu het
volste vertrouwen, dat dit leger en zijn poli
tieke leiding Zwedens onafhankelijkheid tot
het laatst toe zullen verdedigen.
Rusland's gewijzigde houding.
Daarbij komt nog, dat het vooralsnog niet
te 7.eg'»en is, welke houding Rusland zou aan
nemen5 bij een Duitschen aanslag op Zweden.
Tot eenigen tijd geleden was men geneigd te
gelooven, dat Rusland Duitschland in Scandi
navie dezelfde hand- en spandiensten zou
leveren als Duitschland in het Finsche geval
voor Rusland heeft verricht. In deze pessi-
mistische opvatting is nu echter eenige ver-
andering gekomen. Men constateert verscnil-
lende teekenen, die er op zouden kunnen wij-
zen dat de betrekkingen tusschen Rusland en
Duitschland er niet bepaald hartelijker op zijn
geworden. Daar is ten eerste het feit, dat
Molotow en Stalin zich niet onder de staats-
lieden hebben bevonden, die Hitler bij zijn
51sten verjaardag een gelukwenschtelegram
hebben gezonden. t
Daarnaast is het niet zonder beteeke-
nis, dat Rusland zich weer voor de uitbreiding
van zijn handelsbetrekkingen met Engeland
be"int te interesseeren. Volgens Pertinax
tenslotte zou Moskou zelfs Zweden hebben
aangemoedigd en ondersteund in zijn weige-
rend antwoord op de Duitsche verzoeken om
toestemming voor het vervoer van Duitsch
legermateriaal over Zweedsch grondgebied.
Inmiddels wordt hier ook de positie van
Italie nog steeds met aandacht gadegeslagen,
maar ook in dit gebied van Europa meent