ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
De Erfenis van een Zonderling.
No. 10.058
WOENSDAG 24 APRIL 1940
80© Jaargang
Binnenland
Feuilleton
Mare doge"
irwr*x,u s*i.,
ABONNEMENTSiPRIJS: Riimen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bjj vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika /2,10, overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het bultenland alleen bg vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEIN E ADVERTENTIRNper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clichd's worden naar plaatsruimte berekend.
Kandelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAB VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DE SAMENWERKING TUSSCHEN
NEDERLAND EN BELGIE.
Rede van den voorzitter der Belgisehe
Hamer van afgevaardigden te Am
sterdam.
Maandagavond is in bet gebouw Industria
te Amsterdam de jaarlijksche gemeenschap
pelijke maaltijd van de leden der Industrieele
club gehouden. Tijdens dit diner beeft, blij-
kens de N. R. Crt., de voorzitter van de Bel
gisehe kamer van afgevaardigden, de heer Fr.
van Cauwelaert, een rede uitgesproken.
De heer Van Cauwelaert vatte, zooals hij
zeide, de uitnoodiging om het woord te voeren,
op als een uiting van sympathie voor zijn land
en als een nieuwe uitdrukking van het verlan-
gen de samenwerking tusschen de Noordelijke
en de Zuidelijke Nederlanden te verruimen en
te verstevigen. Spr. memoreerde de recente
bezoeken van Koning Leopold aan Nederland
en Koningin Wilhelmina aan Belgie en den
dieperen zin van deze bezoeken in verband
met den huidigen intemationalen toestand.
Er zou in andere omstandigheden voor mij,
aldus spr., een ruime en graag gebruikte mo-
gelgkheid openstaan voor bespiegelingen ron-
dom de vraag, hoever deze verbondenheid tus
schen Nederland en Belgie gaat, maar ik ben
de eerste om te erkennen, dat zij in deze
dagen met veel omzichtigheid in het openbaar
moet worden aangeraakt. Ik zal me dan ook
aan geen practische besluiten wagen omtrent
de gevolgtrekkingen, welke uit deze verbon
denheid tegenover zekere gebeurlijkheden die-
nen te worden afgeleid. Spr. wenschte alleen
aan het vertrouwen lucht te geven, dat zij op
haar voile waarde zal worden geschat en dat
haar vorderingen in geval van nood zullen
worden beantwoord,. met de vastberadenheid
en den mannenmoed, welke in tijden als deze,
ook voor de kleinere landen, de eenig passen-
de onderbouw voor ware staatsmanswijsheid
leveren kunnen.
De verbondenheid der beide Nederlanden is
geen politieke toevalligheid. Zij staat geschre-
ven in onze geographische ligging en gesteld-
beid, in onze sociale en oeconomische nood-
zakelijkheden in onze staatkundige traditien,
in onze cultureele gemeenschap, in geheel ons
materieel en moreel be&taan. Deze saamhoorig-
heid tot grondslag te kiezen voor een doel-
vaste en zelfbewuste politiek, is, in het kort of
in het lang, voor ieder van ons een zaak van
zjjn of niet zijn.
Oeconotnisohe toenadering.
Ten aanzien van de oeconomische toenade
ring zeide spr. overtuigd te zijn, dat naarmate
het besef van de gemeenschappelijkheid onzer
hoogere belangen dieper in het gemoed van
onze volken zal doordringen, de toegevend-
heid, met welke de moeilijkheden van onze
wederkeerige marktverruiming moeten wor
den weggenomen, aan beide zijden zal toe-
nemen. Spr. hoopte, dat beide landen elkaar
zooveel mogelijk behulpzaam zullen zijn, om
tot aan het einde van den oorlog hun levens-
onderhoud te verzekeren.
Een bereidwillig wederkeerig dienstbetoon
wat betreft bevoorrading, voeding en vervoer,
kan bij langeren duur van den oorlog niet
alleen een kostbare bijdrage worden tot onze
gemeenschappelijke weerbaarheid, maar
tevens een voortreffelij ke school voor samen
werking, welke op de verdere toekomst van
onze landen een weldadigen invloed kan uit-
oefenen.
Maar, wat we elkander kunnen geven door
rail is weinig in vergelijking met hetgeen we
te winnen en te verdedigen hebben door een
gemeenschappelijke actie naar buiten. Niet in
de uitwisseling van goederen binnen de gren-
zen van onze eigen markten, maar in de
samenvoeging van onze krachten en middelen,
in het gemeenschappelijke doen^zijn van onze
pogingen op intemationaal gebiea, is de meest
5)
Vervolg.
Oorspronkelijke roman van
WILLY WATERMAN.
(Nadruk verboden.)
Op dit moment kwam de garage-eigenaar
weer te voorschijn, gekleed in een zware
leeren overjas. Hij had een sterke zaklan-
taarn in de hand en rammelde met een bosje
sleutels.
,,Wilde u ook een wagen hebben, meneer
Crofts? Welke?"
John legde uit, dat Pete een wagen hebben
wilde, om naar zijn huis te rijden.
Js hjj een vriend van u?" zei de garage-
houder en keek vol appreciatie naar Pete's
breede grjjns.
,)Dat zal waar wezen", lachte John, ,,ik
heb hem eerst bijna tot moes gereden, toen
redde hij mij van doodbloeden en toen heb
ben ze door mjjn toedoen zijn wagen weer
gestolen."
De garagehouder hep op een klein, kracht-
tig uitziend wagentje toe.
„Dit lijkt me wat voor u, mijnheer", zei
hij. ,,Loopt flink hard, heeft schitterend
lidht, en is soepel in het gebraik, een ideaal
wagen voor een persoon."
'Pete bekeek het ding met voldoening. Het
was een van die racewagentjes, die uitsluitend
in Engeland worden vervaardigd, klein, maar
met een krachtigen motor.
..Prachtig!" zei hij, „waar is het sleutel-
tje?"
De garagehouder trok een klein bosje uit
een zak van zijn leeren jas en haalde er een af
,,Alsjeblief!" zei hij, .water is er genoeg
volledige en ook de ware uitdrukking te zoe-
ken van onze verbondenheid. Ik verraad, al
dus spr. alvast geen geheim, wanneer ik de
overtuiging uitspreek, dat het zichtbaar paral-
lelisme, dat in de diplomatieke uitingen van
beide landen te voorschijn treedt, geen louter
toeval is, maar het is m.i. noodig, dat dit
samenvallen zooveel mogelijk worde veranderd
in samengaan en dat de openbare opinie van
beide landen doordrongen worde van een zelf-
de opvatting en van een zelfde plichtsbesef,
omtrent de taak, die onze landen wacht, in-
dien wij gespaard mogen blijven voor den
grawel van het geweld. Wij zullen in elk ge
val achteraf een helpende hand moeten bieden
aan degenen, die door het onheil minder wer-
den gespaard dan wij zelf.
Het beeld, na den oorlog.
Men paaie zich ten aanzien van het beeld
na den oorlog met geen illusies.
Zelfs indien Europa niet elk gehoor voor
rede zal hebben verloren, zal het noodig zjjn,
dat er meer gegeven worde dan de goede raad
van experts en aanmoedigende woorden van
vriendschap. Er zal grootmoedig hulpbetoon
noodig zijn: vanwege degenen die door den
oorlog werden gespaard, zoo niet begunstigd,
er zal een vastberaden en solidaire discipline
vereischt worden tusschen alien die een op-
recht herstel van den vrede willen bewerken.
Indien de lessen der geschiedenis niet alle
gezag hebben verloren, dan zullen deze van de
jongste twintig jaar wellicht eenigen invloed
uitoefenen op de richting, welke na dezen oor
log zal worden uitgegaan. Met kunstgrepen
als protectionisme, muntmanipulaties, invoer-
beperkingen en exportpremies, dumping naar
buiten en prijsregeling naar binnen kan men
de welvaart niet herstellen, in een wereld, die
gebukt gaat onder schulden en staatslasten,
waar zoo tallooze werkloozen zijn en waar de
overproductie zoo groot is. Men heeft den
zieke met kunstmiddelen opgewekt. Geen
enkel experiment bleef ongebruikt, geen en-
kele vergissing bleef ongedaan. Men nam lee-
ning voor koopkracht, schuldvordering voor
waarachtig bezit, opstapeling van crediet voor
vermeerdering van rjjkdom, herstelleveringen
voor werkelijk herstel. Inflatie, devaluatie,
deviezencontrdle en vlottende munt, zelfs een
heele gamma van waardeschakeeringen voor
een zelfde munt, en zelfs tot primitieven
warenruil. In plaats van terug te keeren naar
een wereld met kalme en vaste betrekkingen,
zijn wij beland in een van willekeur, speculatie
en goochelhandel. Het internationale zaken-
leven is tot een nachtmerrie geworden.
i De wanorde heeft echter geleid tot de
S ,,dwangorde". De staat is in de plaats getre-
den van het ontredderd en onmachtig prive
initiatief en is geworden tot Leviathan. Deze
voortgeschreden nationalisatie van het oeco
nomische leven leidde ook tot afsluiting, en dit
bracht een verlangen naar zelfvoorziening en
een groeiende behoefte aan een afgezonderde
en onbetwistbare „levensruimte" met zich
mede.
Spr. wilde geenszins den oorlog, die thans
gevoerd wordt, uit oeconomische oorzaken al
leen verklaren, en wilde slechts aantoonen,
dat men na dezen oorlog geen tweede maal
een weg moet opgaan, die de menschheid bij
elken stap van de ware orde en den vrede ver-
der verwijdert en die onvermijdelijk leiden
moet naar den progressieven ondergang of het
oeconomisch lijfeigenschap van de kleine
staten.
De oeconomische blokvormingen, op welke
de oeconomisch minder begunstigde groote
mogendheden zich in de laatste jaren hebben
toegelegd, waren reeds voldoende om zich over
de toekomst bezorgd te maken. Maar het ge-
vaar wordt nog grooter, wanneer groote
mogendheden in de overtuiging verkeeren, dat
zij hun voedingsbodem moeten verruimen tot
een volledig veiligheidsgebied, want dan voe-
len zij zich genoodzaakt hun macht steeds ver-
der buiten hun natuurlijke grenzen uit te brei-
den en dan vervalt iedere mogelijkheid om de
in den koeler en de benzine- en oliereservoirs
zijn vol."
Pete trapte op den starter en een veelbe-
lovend zwaar gebrom vervulde oogenblikke-
lijk de garage. Hij wuifde met zijn hand
tegen John, die belangstellend toekeek en
stuurde met een handigen zwaai het wagen
tje naar buiten, den regen in. Het autotje
had een linnen kiap, en het getrommel van
<ie droppels daarop was een gezellig geluid.
Met sissende banden schoot hij over den
betonweg. Het licht van de schijnwerpers
was verblindend sterk, en hij kon gemakke-
lijk van een afstandje de namen op de weg-
wijzers ontcijferen. John had hem in het be
gin van den avond de ligging van zijn huis
goed aangegeven, en hij aarzelde geen oogen-
blik bij de vele kruispunten, die hij passeer-
de. De regen stroomde onophoudelijk neer,
en teekende stralen in het blauwige licht der
koplampen. Pete keek op zijn horloge, voor
den eersten keer dien avond. In het licht
van het dashboardlampje zag hij, dht de
cijfers half twee wezen.
Hij lachte tevreden, en floot zachtjes, ter-
wjjl hij den wagen om een bodht liet schieten.
Een prettige gewaarwording van avontuur,
iets, waarop hij zijn geheele leven dol was ge-
weest, kwam over hem. Hier was hij in het
hoist van den nacht op weg, eon autodief te
beletten, eventueel een brandkast te plunde-
ren. Hij floot iets harder en drukte zijn voet
op het gaspedaal. Wat was dit voor een weg?
Een wegwijzer vertelde het hem en hij her-
kende den naam. Hieraan was John's huis ge-
legen. Het was een verlaten weg, aan weers-
kanten door boomen ingesloten. Hij moest bij
het derde huis zijn voorbrj het benzinestation.
Hij passeerde het benzinestation, waar nog
maar een enkel zwak lampje een pomp ver-
lichtte. -
Huizen waren hier schaarscih en hij had na
het tweede zeker een kilometer gereden, voor
hij aan zrjn rechterhand een wit hek ont-
ontdekte,
Hier moest het zijn
vrijheid van alien met de welvaart van alien
te verzoenen.
Het is te hopen, aldus spr., dat na dezen
strijd de menschheid opnieuw zal komen tot
inkeer en dat de volken in het bezit van een
vrede, door rechtvaardigheid en loyale ver-
standhouding, opnieuw hun welvaart zullen
willen bouwen op de eenige duurzame grond-
slagen, arbeid, spaarzin, initiatief der meest
begaafden, eerlijken handel en gemeenschaps-
zin. Maar het is ons recht, als kleine mogend
heden, om daarvoor thans reeds te ijveren,
want wij zijn gegadigden zelfs met onze be-
staansmogelijkheden. Het is onze plicht daar-
toe bij te drag-en.
Het heeft ook na 1918 aan wijzen raad en
wijze besluiten niet ontbroken. Indien men de
oorlogsschulden tijdig had gematigd, de be-
grootingen geevend, de munten gestabiliseerd,
de marktvoorraden gesaneerd en ware de Vol-
kenbond niet een zoo losse constructie geble-
ken, dan ware de oorlog, welke we thans be-
leven,/ de menschheid bespaard gebleven.
Maar dan mocht ook de last van het herstel
niet aan de noodlijdenden alleen worden over-
gelaten, dan had een bemoedigende solidari-
teit den wederopbouw van Europa moeten
maken tot een dragelijke taak.
Hoe weinig bemoedigend echter dit alles zijn
moge, het weerhoude ons niet van een plicht,
die ons bestaan zelf raakt, namelijk naar ons
beste vermogen en met beslistheid bij te dra-
gen, opdat na dezen oorlog opnieuw een oeco
nomische orde worde hersteld, waarin ook
kleine volken leven kunnen zonder in hun
redelijke waarde te worden verkleind en tot
leenman tegenover een machtiger mogendheid
te moeten afdalen. Hun vrijheid is de toets-
steen voor elke ware internationale rechts-
orde.
Wanneer de oorlog geeindigd zal zijn, kun
nen wij verwachten, dat de rampspoed verre
de middelen zal overtreffen.
Ook de neutrale volken van Europa moeten
zich op moeilrjke dagen voorbereiden. Maar
onze plaats, zoo zeide spr., zal zijn aan de
zijde van diegenen, die de zedelijke orde tus
schen de volken, voor de toekomst willen
mogelijk maken en de oeconomische vrijheid
en veiligheid willen herstellen.
Ik heb, aldus eindigde spr. zjjn rede, deze
woorden willen spreken tot u en uwe ambt-
genooten uit mijn eigen land, omdat het van u
als de leiders van aanzienlijke bedrrjven
grootendeels zal afhangen of we kunnen mede-
werken om deze beproefde levensregelen in
eere te herstellen. De bedrijfsleider van heden
is de drager van den gemeenschapszin bij uit-
stek geworden.
God geve, dat ons de tijd tot voorbereiding
worde gegund. Zoo Zijn wijsheid er anders
over beschikt, dan geve Hij u en ons de kracht
om onzen plicht geheel te doen.
HONDERDDUIZENDSTE RADIO-GESPKEK
MET INDIE.
Het lOO.OOOste radiotelefoongesprek is Dins-
uagmorgen aangevraagd en wel door den
Houthandel Jongeneel te Utrecht. Het is een
gesprek met Bandoeng, dat te 15 uur des na-
middags is afgewikkeld ten kantore van aan-
vrager. Voor dit gesprek zal de P.T.T.-dienst
geen kosten berekenen
DUITSCH JOURNALIST SLACHTOFFER
VAN ZIJN BEROEP.
Naar het Hbl. verneemt behoorde de ge-
troffene in het Zaterdagmorgen j.l. in Zuid-
Limburg gedaalde Duitsche vliegtuig eigenlijk
niet tot de bemanning van het vliegtuig. Het
was een oorlogscorrespondent, die in Duitsch-
land bij de legerleiding was ingedeeld en in
die kwaliteit aan verkenningsvluchten deel-
nam. Deze correspondenten hebben geen mili-
tairen rang, dragon geen distinctieven, maar
worden als officier beschouwd. Het eenige
wat hij bij zich had was een vulpen en een
camera. Bij de identificeering is gebleken, dat
het de ongeveer 23-jarige journalist F. Stem
was, afkomstig uit Berlijn.
Hij stopte en klom voorzichtig uit den wa
gen. Het zou mogelijk zijn, dat zijn vriend
met het knaagdierengelaat hier aan het
opereeren was en dan zou het een hoogst ge-
noeglijk partijtje worden, beloofde Pete zich-
zelf, terwijl hij grimmig het hek opende en
voorzichtig tusschen de boomen door naar het
huis liep.
Er was geen licht te zien. Alle blinden en
luiken stonden open; het was blijkbaar nog
dag geweest toen John en Lois weggingen.
Hij maakte behoedzaam een ronde om het
huis, scherp speurend naar openstaande ramen
of lichtschijnsels van binnen, maar hij ont-
dekte er geen. Toen, overtuigd dat er nie-
mand binnen was, haalde hij den sleutel te
voorschijn en opende de deur.
Het kostte hem even moeite om den scha-
kelaar in de hall te vinden, maar toen hij
eenmaal licht had en de voordeur achter zich
dicht had getrokken, ging alles vlot. Het eerst
van al ging hjj op zoek naar John's studeer-
kamer. Hij vond haar achter in het huis, met
drie openslaande ramen, uitziend op den tuin.
Het was een in echt mannelijken stijl gemeu-
bileerd vertrek. Op den prond lagen geen
kleeden, maar dierenvellen; al het meubilair
was van zwaar eikenhout, op twee heeren-
fauteuils na en rondom stonden boekenkasten
met een groote verscheidenheid van banden,
hun verschillende kleuren dof glanzend in het
licht.
Tusschen twee van die kasten, midden in 'n
zrjmuur stond de safe, aie John had bedoeld.
Pete was geen specialiteit op het gebied van
kluizen, maar zelfs voor hem was het geen
kunst, te zien, dat het een verouderd ding
was, van gewoon ijzer, dat elke inbreker met
een beetje handigheid in een wip open had.
Pete schoof twee fauteuils tegen elkaar,
zette een tafeltje ernaast, legde zijn sigaret-
tenkoker erop, en maakte zich gereed, om
boven wat dekens te gaan opsnorren.
Hij hep de trap op, om dat onmisbare
slaapgerei te halen, maar eenmaal boven,
i aakte hjj in een doolhof van gangen en slaap-
Van den bommenwerper, die van een duik-
vlucht van 8000 M. hoogte naar beneden
schoot, is tenslotte weinig meer overgebleven.
Slechts de romp en het staartstuk stonden nog
overeind. De vleugels waren vormelooze
massa's, die gedeeltelijk op het land, gedeel-
telijk in de weide en rond de boomen lagen
verspreid.
NATION AAL-SOCIALISTISCHE
PROPAGANDA ONDER DE
NEDERLANDERS IN BUITSCHLAND.
Alle in het Duitsche rijk wonende Neder-
landers hebben, meldt de Telegraaf, per post
een circulaire toegestuurd gekregen van de
,,Nationaal-Socialistische Bond van Nederlan-
ders in Duitschland", de organisatie, welke
in het leven is geroepen, toen het aan de
Nederlandsche politieke partijen verboden
werd, in het buitenland partij-afdeelingen op
te richten of te handhaven.
De circulaire draagt het opschrift: ,,Neder-
landers, ook gij zult kleur moeten bekennen"
en luidt:
,,Aan u, Nederlanders, gij, die met meerdere
tienduizenden het gastvrije Duitschland be-
woont, zijn deze woorden gericht. Wij vorde-
ren u op, kleur te bekennen.
Gij Nederlanders, die het rijke Holland hebt
moeten verlaten, om in het arme Duitschland
een levensonderhoud te kunnen vinden, gij
alien, die hier profiteert van het nationaal-
socialistische bewind, dat de arbeidsloosheid
wist uit te roeien, dat ook aan u weer de
mogelijkheid gaf, als eerlijk mensch te kunnen
leven en werken, gij alien, die nog tot de nor-
maal en oprecht denkende menschen gerekend
wilt worden, gij moet wel een gevoel van
groote dankbaarheid koesteren voor het natio-
naal-socialisme, dat hier in Duitschland den
noodtoestand van v66r 1933 wist te hervor-
men in een opbloeiende maatschappij, waarin
zelfs voor tienduizenden vreemdelingen uit het
rijke Holland nog plaats over is aan den een-
voudigen maar helder gedekten disch.
Maar, hoe ongeloofelijk dit ook klinken
moge, men vindt nog onder de hier wonende
Nederlanders vele vijanden van het nationaal-
socialisme, naast een zeer groot deel, dat tot
de onverschilligen, tot de lauwen gerekend
moet worden, terwijl een gelukkig voortdurend
aangroeiend aantal zich tot het nationaal-
socialisme bekend heeft.
Dat het mogelijk is, dat er nog Nederlan
ders in Duitschland verblijf kunnen houden
en nog wel nu in een oorlogstijd, die als be-
sliste vijanden van het nationaal-socialisme
bekend staan, wijst er maar al te duidelijk
op, welk een grootmoedigheid ons gastland
tegenover deze verdwaasde gasten betoont.
Maar wie zegt, dat dit zoo zal blijven? Aan
dit geluid kan ten slotte ook een einde komen.
Er kan een tijd komen, dat men hen als onge-
wenschte vreemdelingen het land zal uit-
zetten.
Wij geven dezen volksgenooten daarom den
welgemeenden raad, liefst zoo spoedig moge
lijk naar Nederland terug te keeren, waar zij
dan ongestoord verder kunnen kankeren en
stoken tegen het gastvrije Duitschland, waar
zij dan weer van harte kunnen genieten van
al die heerlijkheden, die Nederland hun kan
bieden: arbeidsloosheid, politieke verdeeldheid,
Joodsche overheersching, kapitalistische uit-
buiting en zooveel meer.
Na een oproep aan de onverschilligen en
lauwen" om mede te werken aan ,,de oprich-
ting van den Nederlandschen nationaal-socia-
listischen staat" eindigt de circulaire, die op
oranjekleurig papier gedrukt is, met de aan-
maning kleur te bekennen".
DE ONDERGANG VAN DE
^BURGERDIJK".
Te Zeebrugge is de treiler „Zeebrugge 15",
Blauche Marguerite, eigenaar Jan de Meester,
aangekomen met aan boord het bewijs, dat
het Nederlandsche stoomschip ,,Burgerdijk"
wel degelijk is getorpedeerd, zoo schrijft het
Brusselsche Laatste Nieuws.
kamers. De meeste waren leeg, net bleek een
groot en bijna ongebruikt huis te zijn, maar
ten laatste vond hij een kamer, die duidelijke
sporen van bewoning vertoonde, zooals asch
op den gronci en verspreide sokken, waaruit
hij opmaakte, John's kamer te hebben ont-
dekt. Hij graaide twee dekens van het bed en
draalde nog even, om een halve doos sigaret-
ten, die op het tafeltje stond, in zijn zak te
steken.
Zonder sigaretten kon een mensch niet
leven, oordeelde Pete altijd, en deze, gevoegd
bij die in zijn koker, gaven hem het gevoel,
tegen alles opgewassen te zijn.
Fluitend daalde hij de trap af, ging de hall
door en stapte de gang in, die naar John's
studeerkamer leidde. Maar hij had nog geen
twee passen gedaan, of hij voelde iets in zijn
rug geduwd en een heldere stem zei:
,,-Handen omhoog, vlug".
Het was jammer, dat Pete niet meer er-
varing in. dergelijke aangelegenheden had.
Was dat wel het geval geweest, dan zou hij
ongetwijfeld zijn handen omhoog gestoken
hebben en vlug ook, zooals hem werd aange-
raden. Een revolver in iemands rug is een
krachtig argument, waartegen weinig valt in
te brengen. Maar Pete was een man, opge-
voed in een streng gevoel voor orde en een
paar dekens zoo maar op den grond te laten
vallen, was niets voor hem.
Dus probeerde hij zich om te keeren en
protest aan te teekenen. Het volgende oogen-
blik gaf hij een schreeuw, liet de dekens in
kwestie vallen, of ze hem gebrand hadden en
graaide met zijn handen naar het prafond.
Wie het ook was, die er achter hem stond, hij
had er slag van, met een revolverloop op de
meest pijnlijke plaats van iemands rugge-
graat te porren.
,,En haal niet meer van die grapjes uit!"
zei de heldere stem, ,,of er gebeurt iets!"
Pete twijfelde er volstrekt niet aan, en de
lust in grapjes was hem benomen, om plaats
te maken voor een gegrond gevoel van ont-
stemming.
jaAds een
na\ daags ee»
Een VP" neraen.
dagen 100 iff
Op zeven mijlen zuid-west van het Engel-
sche lichtschip ,,Leesars" heeft de treiler een
tiental ijzeren tonnen opgelhaald die den naam
,,Burgerdijk" droegen en die zware en lichte
olie bevatten. Het onderzoek van de tonnen
heeft doen vaststellen dat in een ervan, waar
in een gat was waar te nemen, een groot stuk
van een torpedozat. Het wrakstuk wordt ter
beschikking gehouden van de overheden.
(Vliss. Crt.)
BELGISOHE VISSCHERSBOOTEN
BESCHOTEN.
De Belgisehe visschersbooten ,,H. 1", stuur-
man-eigenaar A. Neyts, uit Heist, en de
,.H. 15", stuurman A. Desmidt, eveneens uit
Heyst, die buiten hun weten in de Nederland
sche grenswateren aan het visschen waren,
werden door een kustwachter beschoten,
meldt het Laatste Nieuws.
De booten konden ontsnappen, zonder ge-
troffen te worden.
OPNIEUW EEN NEDERLANDSOH SCHIP
DOOR DUITSCHE VLIEGTUIGEN
AANGEVALLEN.
Maandag is te Delfzijl bericht binnenge-
komen, dat het 338 brato ton metende motor-
vrachtschip „Labelle", van de Delfzijlsche
Kustvaartonderneming" op de Noordzee door
een Duitsch vliegtuig is aangevallen en be
schoten.
Bij de aankomst in een haven aan de Engel-
sche Oostkust heeft de gezagvoerder hiervan
de reederij op de hoogte gesteld.
Een der opvarenden, de stuurman H. Oos-
terveldt, is door een der kogels licht gewond
aan den arm. Hij is in een hospitaal ter ver-
pleging opgenomen. Zijn toestand is zeer be-
vredigend. Het schip heeft de reis voortgezet.
DE „WOCANA" BIJ DE ENGELSCHE
OOSTKUST GEZONKEN.
Het 250 ton metende Nederlandsche schip
„Wocana" is, volgens een bericht aan de N.
R. Crt., na een aanvaring „ergens aan de
Engelsche Oostkust" vergaan. Het schip, dat
eigendom is van de reederij Smit te Groningen,
is Zondagmiddag uit Vlissingen vertrokken.
Het had een lading zoogenaamd zilverzand
(glaszand) aan boord.
Het schip bevond zich Zondagavond om-
streeks twaalf uur op eenigen afstand van de
Engelsche kust, toen plotseling een schip voor
het oog van den kapitein opdoemde. De
,,Wocana" was helder verlicht en kapitein F.
Tuit vertelde, dat zij zelfs een lichtbak had
ontstoken. Een aanvaring bleek echter on
vermijdelijk. De ,,Woeana" werd midscheeps
getroffen. Het schip begon onmiddellijk te
zinken.
De kapitein en de matroos H. Berg uit
Groningen bevonden zich op het dek. De drie
overige leden van de bemanning, de matroos
J. W. Hendriks uit Overschild, de matroos C.
J. H. van Ham uit Vlissingen en matroos-kok
J. van Geenhuizen, waren zich juist aan het
kleeden, daar zij de wacht zouden ovememen.
Door deze gelukkige omstandigheid slaagden
zij er in zich onmiddellijk in veiligheid te
stellen.
Het vijftal bereikte zonder moeite de red-
dingboot. De ,,Wocana" zonk vlug en binnen
vijf minuten was het schip verdwenen. De
schipbreukelingen werden aan boord van het
schip opgenomen, waarmee zij in aanvaring
waren geweest.
..Loop zachtjes reehtuit!" beval de stem.
Pete deed het. Hij wandelde voorbeeldig
reehtuit, zijn handen zoo hoog boven zijn
hoofd als mogelijk was, tot hij de deur van de
studeerkamer bereikte. Die deur stond open
en Pete was er van overtuigd, dat hjj die had
gesloten, toen hij naar boven liep, om dekens
te halen.
De stem achter hem beval hem, de kamer
in te gaan. Hij wandelde halverwege, tot hij
midden in het vertrek stond, en toen draaide
hij zich op commando om en stond daar stom-
verbaasd, zijn handen boven zijn hoofd, naar
de deuropening te zien.
Bij de deur, met een kleine, maar ongetwij
feld zeer bruikbare revolver in haar rechter
hand, stond het aantrekkelijkste meisje, dat
Pete ooit had gezien. Niet. dat dat zooveel
zei, tot dusver had Pete het te drak gehad
met zijn werk om speciale aandacht aan
vrouwen te kunnen besteden, maar het nam
niet weg, dat het meisje in kwestie zddr aan-
trekkelrjk was.
Zo6 aantrekkelijk, dat Pete voor een oogen-
blik de dreigende revolverloop vergat en zijn
armen liet zakken.
De stem zoo mogelijk nog helderder dan
zooeven, maakte hem daar onmiddellijk op
attent en de mond van het wapen schoot iets
naar voren.
Pete kwam weer bij zinnen en bewees dit
door een klagenden uitroep:
,,Pas op!"
De blonde fee bij de deur schoen dit zeer
vermakelijk te vinden en haar roode lippen,
ongeverfd, oordeelde Pete, die daar wel eeni
gen kijk op had, plooiden zich even in een
glimlachje
„Waarvoor
Dit leek Pete een overbodige vraag en hij
maakte een misprijzend geluid:
,,Die revolver wijst recht naar mijn maag."
,/Dat is ook de bedoeling!" zei het blonde
meisje.
(Wordt vervolgd.)