Buitenland 0e oorlog in Europa. DE NOORSCHE KONING EN KROONPRINS AAN GEVAAR ONTSNAPT. zake waarvan de doodstraf kan worden opge- legd, of van een misdrijf tegen de veiligheid van den Staat, desertie in tijd van oorlog, feitelijke insubordinatie of militaire oproer, op een tijdstip waarop het plegen van bet misdrijf nog kan worden voorkomen, opzette- lijk nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven hetzij aan de ovenheid, hetzij aan den bedrei-gde, wordt, indien bet misdrijf is ge- volgd, gestraft gelijk de medeplichtige. Met gelijke straf wordt gestraft hij, die, kennis dragende van eenig in het eerste lid vermelde reeds gepleegd misdrijf op een tijd stip waarop de gevolgen nog kunnen worden afgewend, opzettehjk nalaat daarvan gelijke kennisgeving te doen. Art. 146. Hij, die mondejjng of bij ge- schrifte, een militair opruit tot eenig misdrijf, in dit Wetboek omschreven, of door hem te begaan onder een der in artikel 44 van het Wetboek van Strafrecht vermelde omstandig- heden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren. De schuldige wordt gestraft met gevange nisstraf van ten hoogste vijftien jaren, indien de opruiing betreft een der misdrijven om- schrbven in de artikelen 92ilOl of 121 van het Wetboek van Strafrecht, desertie of onge- hoorzaamheid in tifd van oorlog, of muiterij of militair oproer buiten tijd van oorlog. De schuldige wordt gestraft met den dood, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren: 1. indien de opruiing geschiedt in tijd van oorlog en zij betreft een der in artikel 92 en 93 van het Wetboek van Strafrecht omschre ven misdrijven, militair verraad, desertie in een der in artikel 100 omschreven gevallen, ongehoorzaamheid in een der in het laatste lid van artikel 114 omschreven gevallen, muiterij, militair oproer of het in artikel 148 omschre ven misdrijf; 2. indien de opruiing geschiedt aan boord van een oorlogsvaartuig zich ergens bevinden- de wttw geen onmiddellijke hulp te verkrij- gen is en zij muiterij of militair oproer betreft. Met gelijke straffen wordt gestraft hij die een der in dit artikel vermelde geschriften waarvan hij den inhoud kent, verspreidt, ten toon stelt, aanslaat of ter verspreiding in voorraad heeft. Art. 147. Hij die door een sein, teeken, voor- stelling, toespraak, lied, geschrift of afbeel- ding de tucht onder de krijgsmacht tracht te ondermijnen, of die, met de strekking van het geschrift of de afbeelding bekend, zoodanig stuk verspreidt, ten toon stelt, aanslaat of ter verspreiding in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren. Indien het feit is gepleegd in tijd van oorlog, wordt de schuldige gestraft met gevangenis straf van ten hoogste tien jaren. Met gelijke straffen wordt gestraft hij, die het wapen van Nederland, van den Koning, van een lid van het Koninklijk Huis of van den Regent, de Nederlandsche vlag of wimpel of een regimentsvaandel of regimentsstan- daard beschimpt. Art. 149. Hij die geweld pleegt tegen een doode, zieke of in den krijg verwonde, behoo- rende tot de krijgsmacht van een der strij- dende partijen, wordt gestraft met den dood, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren. Onder hen, die behooren tot de krijgsmacht van een der strijdende partijen, worden voor de toepassing van dit artikel gerekend alien, die bij deze krijgsmacht in dienstbetrekking zijn of haar met toestemming van de militaire overheid vergezellen of volgen. Titel VI. DiefstaJ, verduistering en heling. Art. 151. Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren wordt gestraft hij, die dief- stal pleegt en daarbij misbruik heeft gemaakt van de gelegenheid, hem verschaft door zijne inkwartiering of door zijne huisvesting op openbaar gezag. Art. 154. Met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren wordt gestraft, hij, die diefstal pleegt aan of tegen een doode, zieke of in den krijg verwonde, behoorende tot de krijgsmacht van een der strijdende partijen/ De bepaling van het tweede lid van artikel 149 geldt voor de toepassing van dit artikel. Art. 157. De militair, die opzettelijk eenig voorwerp door een der in dezen Titel om schreven misdrijven verkregen, koopt, huurt, inruilt, in pand neemt, als geschenk aanneemt of uit winstbejag verkoopt, verhuurt, verruilt, in pand geeft, vervoert, bewaart of verbergt, wordt, als schuldig aan heling, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren. Met gelijke straf wordt gestraft hij die opzettelijk uit de opbrengst van eenig door zoodanig misdrijf verkregen voorwerp voor- deel trekt. Art. 158. De militair, die eenig voorwerp koopt, huurt, inruilt, in pand neemt, als ge schenk aanneemt of uit winstbejag verkoopt, verhuurt, verruilt, in pand geeft, vervoert, bewaart of verbergt, wordt, indien aan zijne schuld te wijten is, dat zijne handeling een door een der in dezen Titel omschreven mis drijven verkregen voorwerp betreft, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren. Met gelijke straf wordt gestraft hij die uit de opbrengst van eenig voorwerp voordeel trekt, indien aan zijne schuld te wijten is, dat zijne handeling een door zoodanig misdrijf ver kregen voorwerp betreft. Titel VH. Veniieling, besohadiging of wegmaking van ten behoeve van de krygsmaicht dienende goederen. Art. 159. Hij die wederrechtelijk en opzet telijk een dier, dat ten behoeve der krijgs macht wordt gebezigd, doodt, beschadigt, voor den dienst ongeschikt maakt of wegmaakt, wordt gestraft: 1. indien hij het feit pleegt, terwijl hij be- hoort tot eene op voet van oorlog gebrachte krijgsmacht, met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren; 2. in andere gevallen met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren. BEFALINGEN VAN DE INVOERINGSWET MILITAIR STRAF- EN TUCHTRECHT. Titel VIII. Bepalingen omit rent de registratie van den militairen rechter. 1. Rechtsmacht van den militairen rechter in het algemeen. Art. 77. De militaire rechter neemt verder kennis: 1. van de bepaalde strafbare feiten begaan door hen die ten aanzien van zoodanige feiten bij de wet met militairen zijn gelijk gesteld. 2. van de strafbare feiten begaan door hen die bij eene op voet van oorlog gebrachte krijgsmacht in dienstbetrekking zijn of haar met toestemming van de militaire overheid vergeizellen of volgen. Art. 78. Bovendien neemt de militaire rech ter, voor zoover hij niet reeds krachtens een der beide voorgaande artikelen bevoegd is, kennis: 1. van de misdrijven in geval van oorlog door wien ook begaan in een staat van beleg verklaard gedeelte van het grondgebied des Rijks, voor zoover die misdrijven zijn om schreven in een der Titels I of H van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht of in het Wetboek van Militair Strafrecht; 2. in geval van oorlog, van de strafbare feiten begaan in een in staat van beleg ver klaard gedeelte van het grondgebied des Rijks, wanneer de burgerlijke rechter, die, volgens de wet in eerste instantie had moeten recht spreken, niet in staat is daarvan kennis te nemen; 3. van de strafbare feiten op door de Nederlandsche krijgsmacht geheel of ten deele bezet vijandelijk gebied door wien ook begaan, indien eenig Nederlandsch- belang daardoor is of kan worden geschaad, tenzij het feit niet strafbaar is gesteld bij het Wetboek vax Militair Strafrecht en de oorlog een eind heeft genomen. BELGIE EN SOANDINAVIE. Belgie vreest vrij ernstige gevolgen van het gebeurde. Niet alleen om staatkundige en militaire redenen volgt men, volgens den correspondent der N. R. Crt. te Brussel, in Belgische krin- gen met gespannen belangstelling de ontwik- keling van de oorlogsgebeurtenissen in Noord- Europa, ook zuiver economisohe factoren spreken daarbij, voor de industrie, den handel en de scheepvaart hun woordje mee. Slaat men even de handelsstatistieken over 1938 op, dan ziet men dat de waarde van de uit Denemarken in de BelgischLuxemburg- sche Unie geimporteerde goederen 114.666.000 francs bedroeg, waartegenover deze unie naar Denemarken voor 161.585.000 frans uitvoerde. Voor den handel met Noorwegen waren deze cijfers resp. 190.187.000 francs en 879.033.000 francs; voor den handel met Zweden 459.360.000 francs en 576.373.000 francs. Het ligt voor de hand, dat de uitbreiding van het Europeesche conflict tot de Scandina- vische landen een zeer noodlottigen invloed moet hebben op de economische betrekkingen tusschen hen en Belgie. Vooral te Antwer- pen is men dit onmiddellijk gewaar geworden. Sedert September j.l. bedroeg het aandeel van Noorwegen in het havenverkeer te Ant- werpen 11.9 pet. of 4.3 pet. meer dan v<5<5r het uitbreken van den nieuwe oorlog. Het aandeel van Denemarken was gestegen van 3.6 tot 5.4 pet., dat van Zweden klom van 3.7 tot eveneens 5.4 pet. Alles bij elkaar be- reikte het percentage voor de drie Scandina- vische staten dus 22.7 pet. Op dit oogenblik liggen drie Deensche, een Zweedsch en zes Noorsche schepen in de haven van Antwerpen. De vertegenwoordi- gers van de Noorsche reederijen wachten op instructies. Van telefonische of telegrafische verbinding met de Noorsche havensteden is geen sprake. Verscheidene schepen, voor Antwerpen bestemd, hadden Oslo, Bergen en Kopenhagen verlaten v66r den inval van de Duitsche troepen in Denemarken en Noor wegen. Men wist niet, waar deze schepen zich thans bevinden. Toch verwacht men, dat zij ongehinderd de Belgische havens zullen kunnen bereiken. De bevoorrading van de bevolking van Belgie zal ongetwijfeld heel wat hinder van den oorlog in het Noorden ondervinden. Reeds is de invoer van kookvisch uit Noorwegen, die tengevolge van het mijnengevaar sinds ge- ruimen tijd via Denemarken per spoor ge- schiedde, totaal stopgezet. Hetzelfde geldt voor den aanvoer van visch uit Denemarken. De Belgische markt zal zich dus bijna geheel te Oostende en zoo mogelijk voor een gedeelte ook te IJmuiden, moeten voorzien. Een andere vraag is nog, waar de binnen- kort onder de auspicien van de Belgische regeering op te richten- Natrama (Nationale Trasportmaatschappij) thans de 350.000 ton scheepsruimte, noodig geacht voor de ravi- tailleering van de eigen bevolking, zal kun nen vinden. Zal het nu nog mogelijk zijn, Scandinavische schepen in huur te nemen of aan te koopen Op deze vraag zal eerst bin- nen enkele dagen een antwoord zijn te ver- wachten. DE BETOOGING DER BRUSSELSCHE STUDENTEJN. Aan de sympathiebetooging voor Frankrijk en Engeland, Donderdagochtend, geheel on- verwacht, door studenten van de Brusselsche Universiteit op touw gezet, namen, volgens den correspondent der N. R. Crt. te Brussel, naar raming ongeveer 500 a 600 jongelieden deel. De studenten kwamen bij elkaar in de Billiardstraat, waar zich verscheidene legatie- gebouwen, w.o. ook de Duitsche ambassade bevinden, d%ch werden spoedig door een be- trekkelijk groot aantal politieagenten omringd die echter niet konden beletten, dat een op- tocht werd gevormd, waarin talrijke borden met opschriften in het Fransch en in het Nederandsch gesteld als: ,,Leve de Vrijheid!" „Weg met de dictatuur", ,,Hulde aan het democratische Frankrijk", ,,Leve Groot-Bri- tanje", enz. werden meegedragen. De stoet begaf zich eerst naar de Spastraat waar, vobr het gebouw van de Britsche am bassade, het ,,God save the King" werd ge- zongen. Een deputatie overhandigde een manifest van sympathie aan een attach^ die, van achter het hek, dat het gebouw van de straat scheidt, het gebeurde gadesloeg. Iefcs later trokken de studenten naar de Fransche ambassade waar, tot driemaal toe, de ,,Mar- saillaise" werd ingezet. Nadat de politie ge- holpen door een afdeeling gendarmerie, een poging van de betoogers om zich ook naar de Duitsche ambassade te begeven, had ver- ijdeld, zakten de studenten af naar het Beurs- plein waar zij, na eerst de ..Madelon" en „Tipperary" te hebben gezongen, zonder inci- denten uit elkaar gingen. DE VERSCHROMPELING VAN HET REXISME IN BELGIe. De gep. kolonel der gendarmerie, senator Vigneroh, heeft aan de pers verklaard, dat hij uit de rexistische partij is getreden. Aanlei- ding tot dit besluit was de houding, sinds enkele maanden door het orgaan van Rex Le Pays Re61 aangenomen ten aanzien van de buitenlandsche gebeurtenissen. Deze houding, aldus senator Vigneron, acht ik onvereenig- baar met mijn opvatting van de internationale moraal. Senator Vigneron verlaat dus de partij van Degrelle, maar blrjft lid van de Belgische Eerste Kamer. SCHEEPSRAMPEN C(P DE BELGISCHE KUST. Naar Belga uit Oostende meldt, meent men Vrijdagnacht een levendig kanonvuur te heb ben gehoord, dat scheen te komen uit de rich- ting van het vuurschip Wandelaar aan den ingang van de Schelde. Een Belgisch pa- trouillevaartuig begaf zich derwaarts. Het meldde, dat het door allerlei wrakstukken voer, die afkomstig leken van een schip, dat kortgeleden tot zinken was gebracht. De op- gevischte wrakstukken zijn alle bevuild door stookolie. Men heeft er niet uit kunnen op- maken wat de identiteit was van het schip. Men heeft geen vliegtuigen of lijken gevon- den. Het onderzoek dat is ingesteld om sporen te vinden van het schip, dat Donderdagmiddag voor Nieuwpoort op een mijn liep en in de lucht vloog, is zonder resultaat gebleven. DUITSCHE TREILER OPGEIBRACHT. Naar Reuter meldt, is de Duitsche treiler Friesland (247 ton) met een prijsbemanning in een Schotsche haven binnengebracht. De treiler zou er een van vele zijn, welke voor de Noorsche kust zijn buitgemaakt. Onlangs is ook een Duitsche treiler als prijs binnen gebracht. DE NOORSCHE ZEELIEDEN IN ENGELAND. Reuter meldt uit Londen: Het verbod voor neutrale schepelingen om te Hull™ en andere havens aan de Oostkust van Engeland en Schotland aan wal te gaan is voor de Noorsche zeelieden opgeheven. AMEHIKAANSGHE SENATORS DIE EILANDEN WILLEN KOOPEN. Een United Press bericht uit Washington maakt melding van een voonstel, afkomstig van senator Ernest Lundeen (Minnesota), waarin de senator er voor pleit, dat de Ver. Staten Greenland van Denemarken zullen koopen, zoodra dat maar mogelijk is. Senator Lundeen heeft nog een ander plan, n.l. dat de Ver. Staten de Bermuda-eilanden van En geland zullen aanvaarden als gedeeltelij'ke af- betaling van de schuld uit den wereldoorlog. Ook een ander senator Reynolds van Noord- Carelina is plotseling kooplustig geworden en heeft het plan geopperd, dat de Ver. Staten de beide Fransche eilanden St. Pierre en Mi- quelin zullen koopen. Deze eilanden liggen ter hoogte van New Foundland. DE ITALJAANSCHE PERS OVER DE ACTIE IN HET NOORDEN. Stefani meldt uit Rome: De bladen merken <tf> dat de strijd tusschen de geallieerden en Duitschland op de Noord- zee nog niet geeindigd is, doch dat Duitsche konvooien nieuwe contingenten van duizenden manschappen en honderden kanonnen in Noorwegen aan land hebben gezet, waar Duitschland steeds meer de overhand krijgt op den Noorschen tegenstand. Voorts merken de bladen op, dat het groote lucht- en vloot- offensief van de geallieerden negentig pro- cent van zijn doelwitten gemist heeft en dat de belangrijkste strijdkrachten van de ge- allieerde vloot zich op hun bases hebben teruggetrokken. De Popolo d'ltalia schrijft, dat Parijs en Londen erop rekenden de blokkade tegen Duitschland niet alleen nauwer aan te halen door het leggen van mijnen in de territoriale wateren, maar ook door groote aankoopen van grondstoffen. Doch tegenover deze eco nomische opvatting van den oorlog hebben de Duitschers hun methode geplaatst en het ge- volg is, dat de Scandinavische markten op het oogenbliik door de Duitschers gecontroleerd worden. Chamberlain, zoo vervolgt het blad, had er zich op beroemd in Noorwegen alle walvischtraan te hebben laten aankoopen, doch wij hopen, dat al die traan te zijner tijd zal dienen voor ,,het laatste oliesel" van de democratieen. NIEUWE ENGELSCHE MIJNENVEILDEN ZULLEN WORDEN GELEGD. De Britsche admiraliteit deelt volgens Reuter mee, dat een gebied op de Noord- zee, in het Skagerrak en het Kattegat, ge- vaarlijk is door mijnen. Dit gebied raakt de Noorsche, Deensche en Duitsche kusten en loopt langs de Zweedsche en Nederlandsche territoriale wateren. Er zullen geen mijnen worden gelegd in een vaargeul, die zich zal uitstrekken over een breedte van 10 mijl ter weerszijden van zekere punten. Reuter meldt, dat de mededeeling van de Engelsche admiraliteit beteekent, dat mijnen worden gelegd over een aanzienlijk gebied in Skagerrak en Kattegat, zoowel als in de Noordzee van een punt bij de Nederlandsche kust tot aan de kust van Noorwegen. De meest Westelijke grens van het gebied reikt tot 420 mijl ten Noorden van een punt van de Nederlandsche kust bij Terschelling, tot 60 mijl ten Zuidwesten van Bergen. Het mijnenveld loopt dan naar het Oosten en om- vat de ge'neele Noordzee tot de Deensche kust, het Skagerrak daarbij insluitend. Het meest Zuidelijke deel van het mijnenveld omvat het Engelsche mijnenveld buiten de Nederiandsche kust en dekt elken uitgang van Sylt en de baai van Helgoland. Opgemerkt moet worden, dat dit nieuwe mijnenveld Nederlandsche of Zweedsche ter ritoriale wateren nergens binnendringt. Er is voor gezorgd dat een kanaal van 20 mijlen breedte is opengelaten voor de neutrale scheepvaart van de Zweedsche kust af. Dit kanaal loopt ongeveer door het midden van het nieuwe mijnenveld. De tekst van de bekendmaking luidt: Het volgende gebied in de Noordzee, het Skagerrak en het Kattegat is gevaarlijk wegens mijnen: 1. Westelijke begrenzing: 5 graden ten Oosten van de Nederlandsche territoriale wateren tot 56 graden Noorderlengte, van- daar naar een punt op 60 graden noorder- breedte en 4 graden oosterlengte. 2. Noordelijke grens: 60 graden noorder- breedte tot aan de Noorsche kust, vandaar Zuidwaarts en Oostwaarts langs de kust cot de Zweedsche territoriale wateren. 3. Oostelijke grens: de Zweedsche territo riale wateren. 4. Verdere begrenzing: a. In het Kattegat tot 57 gr. Noorder- breedte, b. In het Skagerrak en de Noordzee, le Deensche en Duitsche kust en de Nederland sche territoriale wateren. Geen mijnen worden gelegd in een kanaal dat zich uitstrekt tot tien mijl aan iedere zijde van een lijn die de volgende punten ver- bindt 1. Het licht van Ramskan op 58 gr. 46 in. 30 sec. Noorderbreedte en 7 graden 50 minu- ten Oosterlengte. 2. Op 57 gr. 30 minuten Noorderbreedte en 4 gr. 38 m. Oosterlengte. ONGEVEER 20.000 DUITSCHERS IN ZUID-NOORWHGEN Reuter meldde Vrijdagnacht uit Stockholm: De sterkte van de Duitsche strijdmacht in het Zuiden van Noorwegen wordt op het oogenblik op 20.000 man geschat. Men weet het evenwel niet nauwkeurig. De geruchten, dat de Duitschers troepen vervoeren met vliegtuigen, hebben te Stock holm een zekere vrees gewekt. TEGENSPRAAK. Te bevoegder plaatse verklaart-men, dat de geruchten, volgens welke Duitschland van Zweden het recht tot doortocht van troepen zou hebben verlangd, elken grond missen. In het buitenland doen geruchten de ronde, volgens welke Duitschland in een nota aan 'Hongarije, Zuid-Slavie en Roemenie politie- recht voor den Donau geeischt zou hebben. Van bevoegde zijde verklaart men, aldus het D.N.B., dat slechts met de betreffende regee- ringen contact gezocht is naar aanleiding van de Engelsche sabotagepogingen op den Donau. Van een nota is echter niets bekend. In het bijzonder met Roemenie bestaat er volkomen overeenstemming over de noodzakelijkheid van beveiliging der Donauvaart met alle mid- delen. DUITSCHE SPION GEARRESTEERD. Gemeld wordt, dat in de Turksche militaire z6ne nabij Smyrna een Duitscher gear- resteerd is, die daar bezitg was foto's te ma- ken aldus een telegram uit Ankara. Toen de films ontwikkeld werden, bleken opnamen te zijn gemaakt van strategische punten en olie- opslagplaatsen. DE VESTIGING DER FINSCHE GEEVACUEERDEN. De Finsohe grondbezitters hebben volgens het DJI.B, in Helsingfors een commissie be- noemd, ter vertegenwoordiging van hun be- langen bij de oplossing der urgente problemen van de vestiging der geevacueerden uit de afgestane gebieden. Nu het wetsontwerp op de nieuwe agrarische hervorming gepubliceerd is, hebben de grondeigenaars verklaard, dat zij het standpunt om in de eerste pl'aats het particuliere bezit en eerst daarna het staats- bezit te gebruiken voor de geevacueerden, niet deelen. De grondeigenaars zijn voorstan- ders van een vrijwillige oplossing der proble men met zooveel rrfcgelijk uitsluiten van dwangmaatregelen van staatswege. Havas meldde Vrijdagnacht uit Stockholm: De Koning van Noorwegen, prins Olaf en minister-president Nygaarswold zijn in veilig heid. Het plaatsje Nyversgund, waar de generale staf zich had gevestigd, is door Duitsche bommenwerpers vernield. De Ko ning, prins Olaf en de minister-president zaten juist aan het diner toen zes Duitsche bommenwerpers verschenen en 25 tot 30 bom- men wierpen. Het bombardeonent duurde een uur en de vliegtuigen schoten ook met de mitrailleurs. De drie genoemden vluchtten in een auto, enkele minuten later keerden de vliegtuigen terug en begonnen de auto te bestoken. De in2;ittenden moesten de auto verlaten en door het bosch te voet verder gaan. Prins Olaf heeft onderweg een gewonde verbonden. Hierdoor kwam hij eenigen tijd later dan de koning en zoo is vermoedelijk het gerueht ontstaan, dat hij vermist zou zijn. TOESTAND IN NOORWEGEN. De Scandinavische correspondent der N. R. Crt. telefoneerde Vrijdagmiddag: Het is vrijwel ondoenlijk zich een eendger- mate duidelijk beeld van den toestand in Noorwegen te vormen. De mobilisatie gaat, zoo goed en zoo kwaad als dat onder de gege- ven omstandigheden mogelijk is, haar gang- en op verschillende plaatsen moeten belang- rijke troependeelen geconcentreerd worden, die echter in verscheidene gevallen zeer ge- handicapt worden, doordat de eigen mobilisa- tiecentra in handen van de Duitschers zijn. In het Noordelijke bergland zouden meer dan 30.000 man troeipen onder de wapens zijn, waarvan het meerendeel goed getraind is door den bewakingsdienst tijdens den oorlog in Finland. Een deel dezer troepen zal echter niet voor acties tegen de Duitsche bezettdngs- troepen gebruikt kunnen worden, daar men de bewaking aan de Varanger-fjord niet kan verzwakken. Volgens geruchten zou n.l. de bezetting van Narvik van een Russische basis uit ondemomen zijn. Een hevige luchtaanval is Donderdag in den namiddag ondernomen op het dorpje Nyberg- sund, den zeer tijdelijken zetel van de Noor sche regeering. Vijf Duitsche bommenwer pers hebben niet alleen veel bommen op het onbeschermde dorp geworpen, maar ook een uur lang van geringe hoogte met hun ma- chinegeweren de bosschen bij het dorp bestre- ken, waar de Duitschers Koning Haakon en kroonprins Olaf, de Noorsche regeering en vele leden van het diplomatieke korps kon den vermoeden. HEVIGE ENGELSCHE WNVAL OP NARVIK. De Britsche admiraliteit deelde Zaterdag- avond officieel mede: Sedert den aanval op Duitsche torpedo- bootjagers in de Narvikfjord op Woensdag door het tweede jagdrflottielje, heeft dit flot- tielje met versterkingen den vijand in de fjord van Narvik geblokkeerd. Zaterdag, tegen het middaguur, begaf zich Z.M.'s Warspite, ver- gezeld door een sterke macht torpedoboot- jagers en gebruikmakende van mijnvegers en andere vaartuigen, naar de fjord, teneinde de Duitsche jagers aan te vallen. Enkelen ervan, die reeds beschadigd waren, hadden een toe- vlucht in Narvik gezocht. Het was tevens de bedoeling den strijd aan te binden met de kustbatterijen, die mogelijk waren opgesteld. Volgens de mededeelingen, die ontvangen zijn van den bevelhebber, vice-admiraal Whit- worth, heeft deze op de Warspite den aanval geeommandeerd, welke aanval ongemeen suc- cesrijk was. -Het bleek, dat de vijandelijke tegenstand niet overmatig sterk was. Een veldhouwitser, welke aan de kust was ge plaatst, werd buiten gevecht gesteld door vuur van Z.M.'s Cossack. Vier Duitsche torpedo- bootjagers werden vernield en zonken in de baai van Narvik. Drie andere zochten een toevlucht in de Rombacksfjord, een kleine in- ham, acht of negen mijl diep achter Narvik. Deze werden achtervolgd en na een gevecht werden ook zjj vemietigd. Op het oogenblik van het verspreiden van dit communique is de admiraliteit niet nauw keurig op de hoogte van den toestand in de stad Narvik. Afdeelingen manschappen, mo gelijk Duitsche soldaten, werden waarge- nomen, terwijl zij vluchtten over de heuvels en verdere bijzonderheden worden afgewacht. Deze vernietiging van zeven vijandelijke torpedobootjagers werd niet bereikt zonder verliezen. Drie Britsche jagers werden be schadigd bij het gevecht, maar niet emstig en men gelooft, dat het verlies aan Britsche men- schenlevens zeer gering is geweest. Geen schatting kan op het oogenblik worden ge- geven van de (Duitsche verliezen aan man schappen, maar de zeven torpedobootjagers moeten meer dan duizend man aan boord ge- had hebben. De admiraliteit heeft gelukwenschen ge- seind aan den opperbevelhebber admiraal Sir Charles Forbes, aan vice-admiraal Whit- worth en aan de officieren en manschappen die hebben deelgenomen aan deze krachtige, stoutmoedige en bekwaam uitgevoerde vloot- actie, welke er wellicht toe kan leiden om den toestand op dit deel van de Noorsche kust op te helderen. De operaties zijn nog gaande." Reuter meldt uit Stockholm: Uit Noorwegen wordt vernomen, dat de Noorsche regeering van de regeeringen van Frankrijk en Engeland de krachtige verzeke- ring heeft gekregen dat onmiddellijke en doel- treffende hulp zal worden verleend en dat de noodige treepencontingenten in Noorwegen aan land zullen worden gezet. De opmarseh der Duitsche troepen. Volgens het D.N.B. zijn Vrijdag in den loop van den dag te Oslo voortdurend nieuwe sterke afdeelingen van de Duitsche weermacht aangekomen. Oprukkend uit Kristiansand hebben de Duitsche troepen Haegeland bereikt. Noor sche troepenafdeelirigen, die bij den opmarseh werden aangetreffen, hebben geen tegenstand geboden. Twee Britsche duikbooten tot zinken gebracht. Het D,N.B. meldt uit Berlijn:- Tijdens een verkenningsvlucht boven de Noordzee verrasten Zaterdag Duitsche ge- vechtsvliegtuigen twee aan de oppervlakte varende Britsche duikbooten. Beide vaartui gen werden met verscheidene bommen aange- vallen en door voltreffers tot zinken gebracht. Van het Vrijdag plaats gehad hebbende luchtgevecht voor de Noorsche kust, waar bij de Engelschen tien bombardementsvliegtuigen verloren hebben, zoo vervolgt het D.N.B., zijn nog drie andere Duitsche jagers niet in hun basis teruggekeerd, zoodat het aantal der Duitsche verliezen in dit gevecht verhoogd wordt tot een totaal van vijf machines. Duitsch nieuws uit Noorwegen. Het Duitsche Nieuwsbureau meldt: Tot verhooging van het gevoel van veilig heid van het Noorsche volk en tevens tot con- solideering van den toestand, dragen twee aingen bij: De berichten over de successen van de Duitsche weermacht aan de Noorsche kust en de aankomst van steeds nieuwe Duit sche troepentransporten. De overal waar- neembare vlotte samenwerking tusschen de Duitsche militairen en de Noorsche autoritei- ten duidt op den wil naar rust en orde. De uitgeweken bevolking keert meer en meer naar haar woningen en werk terug. Overal breekt het inzicht baan, dat arbeid en produc- tie in het belang van het algemeen moeten voortgaan, willen niet breede kringen der be volking gebrek gaan lijden. De belangstelling voor geruchten en verkeerde berichten van buitenlandsche zenders vermindert. De bevol king heeft inmiddels meer dan eens zelf kun nen waarnemen, dat voorspellingen en val- sche berichten uit deze bronnen nooit met de waarheid overeenstemmen. Op den 12den April is de kustverdediging van Drontheim door inmiddels aangekomen Duitsche zware artillerie versterkt. Dit be teekent een nieuwe versterking van de aldaar volkomen onbeschadigd in Duitsche handen gevallen en door de Duitsche troepen voor het vuren gereed gemaakte Noorsche kust- artillerie. Hevige gevechten in Zuidoost Noorwegen. Reuter meldt uit Stockholm: Nadat Zaterdagmorgen nieuwe Duitsche troepen te Skieberg, op 20 km ten Noord-^ westen van Halden, nabij de Zweedsche grens aan land waren gezet, wordt thans in het uiterste Zuidoosten van Noorwegen hevig ge- streden. Halden is nog in Noorsche handen, hoewel de bevolking vertrokken is. De Noor sche vlag waait nog van het nabijgelegen fort Frederikhald. Meer naar het Noorden, in Sarpsbor-g, waar de Noorsche nat.-socialisten sterk in aantal zijn,. vinden straatgevechten plaats. De Noren zouden met succes tegenstand bieden te Rak- gestad, ten Noorden van Halden. De veer- diensten tusschen Halden en Zweden zjjn ge- staakt en de telefoonlijnen doorgesneden. Van het eiland Koster, tegenover Stremstad. wordt groote bedrijvigheid in de lucht gemeld. Beheersohte stemming in Zweden. De correspondent der N. R. Crt. te Stock holm telefoneerde Zaterdagavond Op het groote publiek heeft de radio-toe- spraak van den premier een merkbaar kal- meerenden invloed gehad. De stemming is rustiger, veel beheerschter dan sedert Maan- dag het geval is geweest, al spreekt het van zelf, dat welhaast niemand zich werkelijk ge- rust kan gevoelen. Sterk verbreid is de opvat ting, dat de paraatheid van Zweden, de ino- reele zoowel als de deze week belangrijk ver- sterkte defensieve, een aantasting van de Zweedsche neutraliteit zeer riskant, of zelfs, zooals een van de regeeringsorganen het uit- drukt, al te riskant maakt, maar dit neemt niet weg, dat men vrij algemeen de ontwikke- ling van de gebeurtenissen in Noorwegen de allergrootste beteekenis ook voor Zweden toekent. Men vraagt zich daarom gespannen af hoe de geallieerden de Noren denken te helpen, en of zij inderdaad van plan zijn voile en onmid dellijke hulp" te verleenen, zooals het den eersten dag heette, nu de Duitschers blijkbaar voort kunnen gaan hun posities te versterken, en Churchill in het Lagerhuis van de ,,beper- king in de hulp, die wij kunnen verleenen" ge- waagde. Beteekent dit niet, zoo vraagt Dagens Nyheter zich af, een belofte van hulp voor de toekomst of een beperking van de hulp tot een of ander gebied waar de ge allieerden speciale belangen te bewaken heb ben? Geen verdeeldheid onder het Noorsche volk. Intusschen schrijft de N. R. Crt. spannen de Noren al hun krachten in om onvoorbereid weerstand te kunnen bieden aan de Duitsche troepen, die althans wat uitrusting en ge- oefendheid betreft, ver hun meerderen zijn. De taak van de Noorsche regeering en het Noorsche opperbevel is uiterst moeilijk, ook al blijkt niet het minst uit het feit, dat ten minste twee van de ministers in Quisling's nationaiistische kabinet zich ter beschikking van de werkelijke Noorsche regeering gesteld te hebben, dat van verdeeldheid in het Noor sche volk geen sprake is. Het nadeel aange- richt, doordat verschillende verantwoordeljjke militairen de Duitschers als beschermers meenden te moeten verwelkomen, wordt daar door echter niet kleiner. Het zou er waar- schijnlijk anders uitzien wanneer de bevelvoe- rende officier te Narvik niet nagelaten had de commandanten van de pantserschepen Norge en Eidsvold te waarschuwen, toen in den nacht van Maandag op Dinsdag uit Oslo het alarmbericht kwam en wanneer in verschil lende mobilisatiecentra in het Zuiden de dienstplichti-gen, die zich Dinsdag kwamen melden, niet met verlof en zonder wapenen of uniform naar huis gezonden waren.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 6