ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
No. 10.051
MAANDAG 8 APRILJ940
80s Jaargang
Binnenland
Feuilleton
EERSTE BLAD
ARRANGEMENT MET ENGELAND
betreffende'een ONGESTOORDEN
AANVOER.
jm ill J
NEDERLANDSCHE WERELDOMROEP.
itti
NEUZENSCHE CO U RANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen f 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,10, overlge landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TKLEFOON No. 2073.
ADVERTENTIeN Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en clicbd's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrygbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor do uitgave,
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
ALGEMEEN KAPVERBOD.
De Buigemeester van TERNEUZEN brengt
op verzoek van den Minister van Economische
Zaken het volgende ter openbare kennis:
De Regeeringscommissaris voor de Bodem-
productie vestigt de aandacht van belang-
hebbenden op het bepaalde in artikel 7 der
Bodemproductiebeschikking 1939, opgenomen
in de Nederlandsche Staatscourant van 8 en
9 December 1939, no. 241, op grond van welke
bepaling bosschen en andere houtopstanden
slechts mogen worden geveld of gerooid
krachtens vergunning.
Deze beboort te worden aangevraagd bij den
Productie-commissaris voor den boschbouw
en de houtteelt, adres Bureau Staatsbosch-
bebeer, Museumlaan 2, te Utrecht. Het ver-
dient aanbeveling, ter bevordering van een
spoedige afdoening bij het aanvragen van een
dergelijke vergunning gebruik te maken van
een daartoe bestemd formulier, dat op een
desbetreffend,.»tot den Productie-commissaris
voornoemd gericht verzoek kosteloos zal wor
den toegezonden en dat bovendien kan wor
den verkregen ten kantore van de houtvesters
en van de boschwachters bij het Staatsbosch-
beheer.
In het bijzonder wordt er op gewezen, dat
niet alleen voor algeheele veiling, doch ook
voor dunning van bosschen vergunning noodig
is, terwijl alle houtopstanden dus ook
wegbeplantingen, rijen, groepen of alleen-
staande boomen en hakhout onder de be-
schikking vallen.
Veiling of roofing zonder vergunning wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren of geldboete van ten hoogste tien-
duizend gulden.
Temeuzen, 8 April 1940.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLBGEN.
Zooals reeds werd gemeld, zijn de onderhan-
delingen, die de Nederlandscbe delegatie
sinds einde October, zij het met onderbreking,
te Londen heeft gevoerd, beeindigd door de
parafeering van een arrangement. Dit arran
gement treedt heden, 8 April, in werking. In
een bijeenkomst op het Departement van
Algemeene Zaken heeft de heer A. Th. Lam
ping, directeur van de Handelsaccoorden, die
de besprekingen namens de Nederlandsche
Regeering te Londen voerde, het volgende
medegedeeld:
Reeds spoedig na het uitbreken van den
oorlog werd de noodzaak gevoeld met de ver-
schillende landen, waarmede wij een belang-
rijk handelsverkeer in stand houden, overleg
te plegen om de handelsbetrekkingen aan te
passen aan de zoo zeer gewijzigde omstandig-
heden.
Wat onze verhouding tot Engeland betreft,
hier bleek het gewenscht tot een regeling te
komen over de toepassing van het contra-
bande-systeem. Twee problemen toch lagen
in het bijzonder de Nederlandsche Regeering
na aan het hart: de aanvoer van overzee en de
scheepvaart,
Een evenzoo mogelijk onbelemmerde aan
voer is noodig, niet alleen voor onze voedsel-
voorziening, maar ook om het onze industrie
mogelijk te maken te blijven werken: voor
binnenlandsche behoeften maar ook voor den
onontbeerlijken export.
Het ondervinden van moeilijkheden by den
aanvoer heeft natuurlijk zijn onmiddellijken
terugslag op de scheepvaart. De moeilijk
heden, waarvoor wij ons geplaatst vonden,
behoeven hier niet in herinnering te worden
gebracht. Reeds kort na het uitbreken van
den oorlog werden onze schepen bij de con-
Roman van
JOHANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
41)
Vervolg.
,,Zij kan net zoo good hier logeeren", zei
lady Allenby.
,^U is een schat, tante!" viel Gordon met
dankbaar enthousiasme uit.
,,Welneen, jongen. De Allenby's zijn ech-
ter evenmin als de Trevelyans, ooit ondank-
baar geweest. O ja, en nu zal ik even een
van die vergulde knapen uit de omgeving van
den koning tot rede zien te brengen..."
Zij nam de huistelefoon en liet zich aan-
sluiten op het graafschapsnet. Toen riep zij
het Buckingham Palace op.
„De maarschalk van het protocol", ver-
zocht zij den hofbediende, die haar te woord
stond.
Eenige oogenblikken later vroeg zij dien
onzichtbaren hofdignit£Lris waar de Koning
zich op den tweeden Kerstdag bevond. Toen
verzocht zij hem te willen zorgen, dat de
Koning Gordon een kort gehoor zou toestaan.
Het antwoord seheen haar niet aan te staan,
want zij trok een boos gezicht.
,,<W|at kunt u niet?" viel zij scherp uit.
-■Veertig jaar geleden bezwoer u mij in heili-
gen ernst in staat te zijn een paar sterren
voor me van den hemel te plukken! En zou
u nu zelfs niet bij machte zijn, 'n toevallig
rendez-vous met den Kohing te bewerkstel-
ligen
Gordon schoot in den lach, tante Mary had
er slag van haar zin door te drijven...
trolestations aangehouden voor onderzoek op
contrabande.
Het aantal aangehouden schepen steeg met
den dag, de overligtyd leverde, naast groote
kosten, ernstige bezwaren van velerlei aard
op en niet minder zwaar begon de onzeker-
heid op den handel te drukken, die herhaalde-
lijk zijn goederen door de oorlogvoerenden in
beslag zag genomen.
De enkele hier geschetste moeilijkheden
maken het duidelijk, dat het gewenscht bleek,-
met de Engelsche regeering een regeling te
treffen.
Een eerste contact kwam einde September
van het vorige jaar door onze delegatie te
Londen tot stand. De Britsche regeerings-
delegatie was samengesteld uit ambtenaren
van het Ministerie voor Economische Oorlog-
voering en werd gepresideerd door sir Frede
rick Leith-Ross, directeur-generaal van ge-
noemd ministerie, waamaast uiteraard ook
besprekingen werden gevoerd met lord Finlay,
den voorzitter van de Contrabande Controle
Commissie en andere autoriteiten, die belast
waren met de regeling en de toepassing van
het recht van contrabande door de Britsche
vloot.
De eigenlijke onderhandelingen begonnen
een maand later; de delegatie keerde na een
verblijf van zes weken in Londen naar Neder-
land terug om de voorloopige resultaten aan
de Nederlandsche Regeering voor te leggen.
Begin Januari vertrok de delegatie ten derde
male ter vervolging van de besprekingen over
bet arrangement, dat op 21 Maart werd
geparafeerd.
Het arrangement moet eigenlijk worden be-
schouwd als de bevestiging van den toestand
zooals deze gedurende de onderhandelingen is
geregeld en is erop gericht de moeilijkheden
en bezwaren voor beide partijen, voortsprui-
tende uit den oorlog zooveel mogelijk te ver-
minderen.
Dit geldt voor wat Nederland betreft vooral
de wijze waarop de aanvoer is geregeld. De
thans getroffen regeling is erop gericht dezen
zoo ongestoord mogelijk te doen verloopen en
het oponthoud van de schepen zooveel moge
lijk te bekorten door een vergemakkelijking
van het onderzoek op contrabande.
Het behoeft geen betoog, dat een zoodanige
regeling niet kan werken zonder dat van
Nederlandsche zijde maatregelen worden ge
troffen, die belichaamd zijn in een tweetal
Koninklijke Besluiten, welke Vrijdag zijn ge-
publiceerd.
Het eene Koninklijke Besluit noemt ver-
schillende goederen, waarvan de invoer ver
boden is, tenzij vergunning is verleend door
de Algemeene Nederlandsche Invoer Centrale
(A.N.I.C.) voor de aan dit lichaam geadres-
seerde goederen. Deze regeling berust op de
Invoernoodwet, welke met het oog op den
oorlogstoestand werd tot stand gebracht ter
verzekering van den voor ons land onontbeer
lijken aanvoer. Door deze maatregelen ont-
vangen de importeurs en de scheepvaart
waarborgen, dat goederen op deze wijze be-
handeld, zonder moeilijkheden de Britsche
controleposten zullen kunnen passeeren.
Bij de Earners van Koophajidel en Fabrieken
zullen aanvraagformulieren beschikbaar zijn,
welke een snelle afdoening van zaken door de
A.N.I.C .zullen bevorderen. Voor den invoer
van goederen, die van overzee worden aange-
voerd, wordt op deze aanvraagformulieren
machtiging tot adresseering ,,iaan de order
van de A.N.I.C." en vervolgens een invoer-
vergunning verleend. Het is de taak van de
belanghebbenden steeds tijdig zorg te dragen
dat zij in het bezit zijn van het A.N.I.C.-adres;
de rest volgt dan vanzelf. Voor den invoer
over de landgrenzen is afgezien van aanvraag
formulieren en zullen namens de A.N.I.C. de
Kamers van Koophandel en Fabrieken zonder
nadere formaliteiten, de consentgelden be-
taald zijnde, overgaan tot uitreiking van de
vereischte vergunningen. Het consjentgeld is
gesteld op niet meer dan 1 pro mille. Door de
aangelegenheid op deze wijze te regelen, mag
worden verwacht, dat handel en verkeer zoo
Met een tevreden gezicht legde de oude
dame de telefoon neer.
„De Koning is morgenmiddag van vier tot
vijf aanwezlg bij het Kerstfeest in het Huis
der Invaliden uit den Zuid-Afrikaanschen oor
log. Als je zorgt tijdig aanwezig te zijn zal
de hertog van Abbotsford trachten de aan
dacht van den Koning op je te vestigen..."
Een Koninklyke sensatie.
Margareth bleek slechts na heel veel moeite
en aandrang te .bewegen, lady Allenby naar
haar woning te volgen. De schier moeder-
lijke teederheid waarmee de oude dame haar
omhelsde en toesprak riep een stortvloed van
tranen bij het meisje te voorschijn. Doch
hiema brak de angstige spanning, waarin zij
sinds haar terugkeer in Londen was komen
te verkeeren. En weldra gelukte het lady
Allenby zelfs een glimlach op haar lijdend
gezichtje te voorschijn te tooveren.
„Hoofd op, kind, je hoeft je voor niets te
schamen; je gaat met me mee naar huis en
daar vieren we knus Kerstmis met ons
drieen", wekte zij het meisje op. ,,En mor-
genvroeg, als we samen zijn, zullen we eens
rustig praten. Maak je nu voorloopig maar
geen zorgen meer, alles komt wel terecht."
,,U is wel goed, mylady", stamelde Marga-
reth, diep getroffen door zooveel hartelijkheid,
die zij niet had verwacht na de onthulling
dat zij een dochter van den pseudo O'Kelly
was.
Terwijl lady Allenby aldus haar best deed
het meisje op haar gemak te stellen, begaf
Gordon zich naar de Williamsons. Hij was
tot de bevinding gekomen, dat het nergens
toe dien-de Margareth's pleegouders en de
Hendons langer onkundig te laten van het
gebeurde dan volstrekt noodzakelijk was. Er
bestond altijd gevaar dat Margareth door den
een of ander opgemerkt zou worden en dat
zou maar aanleiding geven tot de krankzin-
nigste geruohten. Eenmaal moest de waar-
min mogelijk belemmering zullen ondervinden
van de ter zake ingevolge het arrangement
getroffen maatregelen. In denzelfden gedach-
tengang zijn vrijstellingen verleend voor goe
deren, welke bestemd zijn voor persoonlijk
gebruik, terwijl goederen, welke v66r 8 April
werden afgezonden, eveneens uitgezonderd
zijn.
Het andere Koninklijke besluit regelt den
uitvoer, zooals deze van Nederlandsche zijde
is vastgesteld op grond van het met de Brit
sche regeering gepleegde overleg. Het uit-
gangspunt is tweeledig.
In de eerste plaats zal voor een aantal pro-
ducten, waaronder voornamelijk die vallen,
welke overzee plegen te worden aangevoerd,
geen dispensatie worden verleend voor den
uitvoer naar een der belligerenten, welke het
ook zij. Daarnaast zal voor een groote reeks
van goederen wel een uitvoermogelijkheid
naar de belligerenten mogelijk zijn, zij het dat
deze aan een voor alle belligerenten gelijkelijk
geldende limiet is gebonden. Deze regeling is
relatief gunstig te achten voor oijze land-
bouw-, veeteelt- en tuinbouwproducten, die
een niet onbelangrijke uitvoermogelijkheid
naar de belligerenten behouden.
Voorts valt als beginsel de handel met neu-
trale landen buiten het arrangement, met uit-
zondering van een aantal landen in Europa,
waarheen de uitvoer op dezelfde wijze zal
worden gecontroleerd als ten aanzien van de
belligerenten zal geschieden. Voor alle lan
den zal evenwel dispensatie moeten worden
aangevraagd van de uitvoerverboden, die im-
mers een algemeen karakter dragen. De niet
Europeesche landen vallen alien buiten het
arrangement.
Ter uitvoering van het arrangement zal de
Uitvoerverbodenwet 1914 nader worden toege-
past. Het desbetreffende Koninklijke Be
sluit, dat Vrijdag werd gepubliceerd, bevat
een herziening van de bestaande uitvoerver
boden, aangevuld met een aantal nieuwe. De
in de We: op de Uitvoerverboden voorziene
dispensatie-mogelijkheid blijft van kracht. Ter
verkrijging van uitvoervergunning dient men
zich te wenden tot het Crisis Uitvoer Bureau,
resp., voorzOover het betreft monopoliepro-
ducten, tot de desbetreffende monopoliehoud-
sters (centrales).
Tenslotte zij nog de aandacht erop geves-
tigd, dat het arrangement niet regelt het bila-
terale handelsverkeer tusschen Nederland en
Engeland in den zin van de handelsovereen-
komsten in vredestijd, doch slechts het raam
uitmaakt van de aanvoer- en uitvoermoge-
lijkheden, waarbinnen met de verschillende
betrokken landen ingevolge de bestaande of
te sluiten handelsovereenkomst handel kan
worden gedreven.
Binnenkort zal een delegatie naar Parijs
vertrekken ten einde te trachten aldaar met
de Fransche regeering een soortgelijk arran
gement te treffen.
DE HEER T. BAKKER ZAL IN 1941
ALS KAMERLID AFTREDEN.
Naar gemeld wordt is de heer J. Bakker,
lid van de Tweede Kamer voor de Chr. Hist.
Unie, voomemens zich bij de Kamerverkiezin-
gen in 1941 in verband met zijn ieeftijd niet
opnieuw voor een candidatuur beschikbaar te
stellen.
De heer Bakker, die het sociale element
in de Chr. Hist. Unie vertegenwoordigt,
maakt sinds 1918 deel uit van de Tweede
Kamer.
MINISTER WELTER 60 JAAR.
Minister Welter is Zaterdag 60 jaar ge-
worden. Hoewel hij zich niet geheel wel ge-
voeide door een lichte griep, heeft hij des
ochtends zijn gewone ambtsbezigheden ver-
richt op het departement van kolonien, waar
zeer vele hoofdambtenaren hem hun opwach-
ting kwamen maken. Tal van schriftelijke
gelukwenschen kwamen op het departement
en ten huize van den Minister binnen. Minis
ter Dijxhoorn kwam zijn jarigen ambtgenoot
heid toch aan den dag treden en de menschen
die het meisje hadden grootgebraeht, waren
wel de eerste die er recht op hadden alles te
vememen.
Zijn bezoek was sen groote verrassing voor
de Williamsons. Zijn gezicht voorspelde hun
bovendien iets ernstigs en zoodra hij gezeten
was, kwam hij dan ook maar terstond met
zrjn geheim voor den dag. 'Hij bereidde hen
voor met dat er geruchten gingen die het
hoogst onzeker maakten of het inderdaad
Margareth's iijk wel was, dat men in Ballock
had gevonden. En toen het echtpaar van zijn
grootsten schrik en verrassing bekomen was,
deelde hij hun de voile waarheid mee.
Zijn schokkend relaas maakte een verbijs-
terenden indruk. Mrs. Williamson schreide
bij de gedachte aan de ellende die het meisje
doorstaan had en de overste blikte somber
voor zich uit. Maar geen van beiden lieten
zij een woord van verwijt hooren, allebei
waren zij vol begrip voor de verschrikkelijke
positie waarin Margareth had verkeerd. Wel
spraken zij vol verachting over den pseudo
O'Kelly en tenslotte betreurden zij het, dat
Margareth niet had kunnen besluiten de
openbare meening te tarten door naar hen
terug te keeren.
Even ontsteld en onthutst wa<ren de Hen
dons. Gordon's verhaal klonk ongelooflijk als
het fantastisch product van een verwarden
geest. En toch waren de feiten zoo natuur-'
lijk en de samenhang zoo logiseh. Toen zij
er zich eindelijk mee vertrouwd hadden ge-
maakt, leek het hun zelfs het meest verwon-
derlijk, dat zij Margareth's bezwijming en
vlucht niet direct in verband hadden gebracht
met de geheimzinnige geschiedenis van het
document.
Gordon braoht hartelijke woorden en wen-
schen voor Margareth mee naar huis. Het
meisje was er door geroerd, elk bewijs, hoe
gering ook, dat men haar het gepleegde be-
drog niet kwalijk nam scheen haar zorgen
s*o
(Ingez. Med.)
gelukwenschen *en ook eenige andere bezoe-
kers lieten zich in den loop van den ochtend
bij den Minister aandienen om hem met zijn
verjaardag te feliciteeren.
In de werkkamer van den Minister had de
vereeniging vpi ambtenaren van het departe
ment van kolonien een groote mand met bloe-
men laten plaatsen.
DE VOORGESTELDE WIJZIGING VAN DE
WET OP DE PERSONEELE BELASTING.
Het comity van actie, uitgaande van de ex-
ploitanten van schouwburgen en zaalverhuur-
ders in Nederland, heeft een adres gezonden
aan den Minister van Financien, waarin be-
zwaar wordt gemaakt tegen het aanhangige
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van
de wet op de personeele belasting 1896.
Adressant verzoekt den Minister het daar-
heen te willen leiden, dat:
a. de theaterbedrijveji gelijk gesteld wor
den met fabrieken en werkplaatsen;
b. voor zoover het onder a gestelde niet in
aanmerking kan komen, gelijkstelling van
theaterbedrijven met cafe's en restaurants;
c. de huurwaarde van alle niet gehuurde
resp. van onder abnormale omstandigheden
gehuurde perceelen zonder uitzondering wordt
vastgesteld op 6 pet. van de verkoopwaarde.
DE VERKOOP VAN ZEEP WEER VRIJ.
Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling
om de ondernemingen, welke zijn ingeschre-
ven bij de sectie zeep van 't rijksbureau voor
chemische producten, van 1 Mei a.s. af geheel
vrrj te laten in de door hen te verkoopen, af
te leveren of in eigen bedrijf te gebruiken
hoeveelheden zeep.
De thans bestaande quoteering van den
afzet komt dan dus te vervallen.
Mocht het in de toekomst noodzakelijk blij-
ken opnieuw tot quoteering over te gaan dan
zal de periode van 1 September 1938 tot 1
Sept. 1939 we-der als basisperiode gelden.
Naar het Handelsblad meldt, zal bij de
Staten-Generaal een wetsontwerp worden
ingediend, dat de totstandkoming van den
Nederlandschen Wereldomroep regelt. Dit
voccstel van wet is reeds door den minister-
raad behandeld en heeft den Raad van State
bereikt.
Vaak is van verschillende zijden op een
regeling van deze aangelegenheid aangedron-
gen. Het schijnt echter, dat de financiering
van de gevolgen dezer wettelijke regeling
moeilijkheden medebracbt.
Wij hebben goeden grond om aan te nemen
schrrjft het blad, dat de geruchten omtrent
het instellen van een radiobelasting hiermede
verband houden. Hierbij zou dan bedoeld zijn,
een heffing te vorderen van hen, die welis-
waar een ontvangtoestel hebben, maar niet
bij een der omroepvereenigingen zijn aange-
sloten.
OVER DEN RUG VAN OF ANDERS
GEZEGD VIA DE NEUTRALEN.
Het gaat inderdaad wel wat vreemd toe in
den thans tusschen de geallieerden en Duitsch-
land heerschenden oorlog. Oorlogvoeren in
den zin dien wjj daaronder tot hiertoe ver-
stonden wordt er niet gedaan. In plaats van
resultaten van veldslagen luiden de berichten
voor een deel te verlichten.
Langzaam verstreek de dag. Zij spraken
slechts weinig en in het geheel niet over de
gebeurtenissen waarvan hun gedaehten geen
oogenblik aflieten. En den volgenden mor-
gen was de spanning zelfs zoo gegroeid, dat
er bijna geen woord meer gesproken werd.
Maar als zij elkander toevallig of bewust aan-
keken lag er slechts edn vraag in hun oogen:
zal de Koning gunstig of ongunstig op het
verzoek beslissen
's Middags, toen de auto voorreed en Gor
don en Margareth gereed waren om in te
stappen, gaf lady Allenby hun de hand.
.,Moed, en doe je best, Gordon".
Gordon knikte nerVeus. Zijn onrust steeg
met de minuut en langzamerhand begon hij
het vertrouwen in den goeden afloop van zijn
moeilijke missie te verliezen. Margareth ver
ging het evenzoo. Zij was doodsbleek en leek
zwakker dan toen zij, schijnbaar opgestaan
uit den dood, Gordon's kamers in 's-Graven-
hage binnenwankelde.
Zwijgend legden zij den rit af. Het was
nog tien minuten voor vieren toen zij aan het
Invalidenhuis kwamen. De directeur, telefo-
nisch op de hoogte gebracht door den hertog
van Abbotsford, liet hen in de spreekkamer,
omdat de versierde regentenkamer bestemd
was voor de ontvangst van den Koning.
Traag verstreken de minuten. Margareth
zat roerloos en met de hand-en in haar schoot
gevouwen als een wanhoopsbeeld in een hoek.
Gordon liep zenuwachtig rond en geen van
beiden durfde een woord te spreken. Even na
vieren hoorden zij den Koning aankomen. De
gangen van het kazerneachtig gebouw waren
gevuld met een luid gejuich dat zich voort-
plantte over de binnenplaats en eindelijk ver-
doofde in de recreatiezaal. Toen werd het
stil en ving het duldeloos wachten weer aan.
Eindelijk, na een goed half uur, hoor-den zij
schreden naderen. De adjudant-directeur trad
binnen.
van het oorlogsfront over het algemeen:
niets bijzonders te melden, zij het dan ook,
dat er, blijkens de gepubliceerde verlieslijsten,
toch slachtoffers vallen.
En zooals het te land gaat, is het ook op
zee: er bestaan machtige oorlogsvloten,
doch deze blijven ongebruikt in de haven, en
het eenige gevaar waaraan deze vloten bloot-
staan is een verassenden en vermetelen duik-
boot-aanval of een lichte bestoking met vlieg-
tuigen.
En de luchtvloten... deze hebben wel dienst-
gedaan in het zwakke Polen om verwoesting
aan te richten en in het nummeriek zwakkere
Finland, doch de luchtvloten der thans strrj-
dende partijen beperken zich thans blijkens de
berichten tot verkenningsvluchten boven
elkaars gebied, of, althans van de zijde van
een der strijdende partijen tot het bombar-
deeren van vreedzame koopvaardijschepen en
visschersvaartuigen, waarvan ook vele slacht
offers onder de neutralen vallen, neutralen,
die niets liever wenschen dan hun eigen leven
te leven, doch die procentsgewijs op zee de
grootste verliezen lijden.
Het doel van de geallieerden is blijkbaar,
zonder inzet van veel kostbaar menschen-
materiaal, den strijd economisch uit te vech-
ten en den tegenstander z66 uit te putten,
dat deze ten slotte op genade of ongenade zal
moeten overgeven.
Maar bij die afsluitingspolitiek van den
vijand gaat het blijkbaar niet geheel naar
wensch. Er zijn in den laatsten tijd ook be-
richtan vernomen, waaruit viel af te leiden,
dat de geallieerden volkeren over de gang van
zaken niet zoo bijster tevreden zijn, dat zij
van oordeel zrjn, dat er te weinig schot zit in
den gang van zaken, en de kabinetswijzigin-
gen, zoowel in Engeland als in Frankrijk, zijn
daarvan een symptoom.
Omtrent dit onderwerp bevatte de Midd.
Crt. dezer dagen een iezenswaardig artikel,
waarin werd betoogd, dat de oorlogvoerenden
in hun eischen tegenover de neutralen steeds
verder gaan. Noch de geallieerden, noch de
Duitschers zijn het eens met de neutraliteit,
zooals die in dezen oorlog wordt toegepast,
en die toch naar wij ons herinneren in
dezen oorlog niet afwijkt van de houding der
neutralen in den vorigen oorlog.
Het blad schrijft verder: ,,De Engelschen
roepen er het hardst hun verontwaardiging
over uit. Wellicht zouden de Duitschers even
hard roepen als zij in dezelfde omstandig
heden waren als de Engelschen, doch voor hen
is de toestand thans anders.
De Duitschers hebben er belang bij, dat de
neutralen neutraal blijven, want het is niet
waarschijnlijk, dat neutralen, die een andere
houding aannemen, de zijde van Duitschland
zouden kiezen.
Duitschland voert thans nog handel met een
aantal neutralen, wier producten over land
aan te voeren zrjn, of door neutrale territo-
riale wateren.
Berlijn kan niets liever wenschen, dan dat
deze toestand zoo blijft, want zoo werkt de
blokkade in ieder geval niet voor 100 procent,
al zullen de Duitschers de ongemakken heusch
wel voelen.
Deze handel met de neutralen is den Ge
allieerden echter een doom in het oog. De
Geallieerden zijn nu eenmaal officieel van
meening, dat zij niet alleen voor zichzelf vech-
ten, maar ook voor de redding van Europa,
,,-Mylord, de adjudant van Zijne Majesteit
noodigt u...", sprak hij haastig.
Margareth vloog plotseling op. ,,Zal je...?"
smeekt^ zij angstig.
Alles doen waartoe ik hij machte ben",
beloofde Gordon, snel op haar toetredend.
'In dat angstig oogenblik waarin de hoog
opgolvende onrust zijn laatste restje moed
dreigde mee te sleuren verloor hij den afgrond
uit het oog.
,,Kus me", bad hij, ,,dat zal me vertrouwen
geven"
Zonder aarzelen hief zij haar gelaat op. Hij
kuste haar bleeke lippen, die aanv-oelden als
ijs en tegelijk maakte zich een brjna woest
verlangen van hem meester. Neen, hij wilde,
hij kon niet van haar afzlen. Hij wilde haar
behouden, tot elk-en prijs! Hun liefde was
machtig genoeg om het hoofd te kunnen bie-
den aan de lasteiypraat en het oordeel van de
Engelsche society, van de he-ele wereld des-
noods. 'Hij wilde... hij moest..."
,,Mylord..." mompeide de amhtenaar drin-
gend.
Als een dronken man waggelde hij de
spreekkamer uit. Doch toen hij op een der
corridors het geschitter van uniformen zag
en temidden daarvan de Koning in civiel ont-
dekte, werd hij zichzelf weer.
-De adjudant wenkte h-em haastig naderbij
en wees hem een plaatsje achteraf. Als in
een droom zag hij hoe de Koning met deze
en gene invalid-e een vriendelijk praatje
maakte. Toen keek hij plotseling rond of hij
nog iemand vergeten had. De adjudant trad
hem op zij en fluisterde hem iets toe. En
daarop hief de Koning zijn blik op en vielen
zijn oogen op Gordon. Hij beantwoordde diens
diepe buiging met een hoofdknikje en groette
vervolgens in het rond om heen te gaan. Hij
verdween naar de directeurskamer en Gordon
kreeg een wenk van den adjudant hem te
volgen.
(Wordt vervolgd.)