ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN IN DIPLOMATIEKEN DIENST. 1(1 ES PIJN? Di,n Mijnhardtje rijwielen, de beste Voor den prijs No. 10.050 VRIJDAG 5 APRIL 1940 80f.Jaargang Binnenland Feuilleton EERSTE BLAD TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post f 6— per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post •vbonnementen voor het buitenland alleen bjj vooruitbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2078. ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20. KT.F.TNF ADVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MA AND AG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. H. M. DE KONINGIN BEZOEKT EEN GEDEELTE VAN HET EERSTE LEGERKORPS. H. M. de Koningin beeft Donderdag, verge- zeld van de hofdame jonkvrouwe L. H. barones Sclhimmelpenninck van der Oye, den adju- dant generaal-majoor tit. jhr. W. C. M. de Jonge van Ellemeet en den ordonnans-officier kapitein jbr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst, een bezoek gebracht aan het Noordelijk gedeelte van bet eerste legercorps. Hare Majesteit heeft de legering van verschillende onderdeelen bezichtigd. Bovendien bebben verecbillende afdeelingen voor de Koningin gedefileerd. DE NEDEKLANDSCH-BELGISCH- LUXEMBURGSCHE HANDELS- COMMISSIE. Belga meldt uit Brugge: A.s. Zaterdag, des morgens om 11 uur, zal in bet gebouw van bet provinciale bestuur alhier de permanente Nederlandsch-Belgisch- Luxemburgsche handelscommissie vergaderen, onder leiding van den Belgischen oud-minis- ter van Isacker en den Nederlandscben oud- minister Posthuma. Op de agenda staat o.a. een onderzoek naar de kwestie van de aangehouden ladingen en naar de moeilijkheden, welke zich voordoen in bet bandelsverkeer tusschen Nederland en Belgie. Na de bijeenkomst zullen de gedelegeerden in bet provinciale bestuursgebouw de gasten zijn van den heer Baels, gouvemeur der provincie, en van gedeputeerde staten van West-Vlaanderen. De vorige vergadering der commissie werd te 's-Gravenhage gehouden. HERKEURING BUITENGEWOON DIENSTPLICHTIGEN. Naar het Handelsblad vemeemt, zal de her- keuring van de buitengewoon dienstplichtigen van de lichtingen 1936 en 1937 door heel bet land beginnen op 7 Mei a.s. Aan ben die daar- voor in aanmerking komen, zal binnenkort een oproep worden toegezonden met opgave van de plaats waar zij zich aan keuring moeten onderwerpen. Zrj, die door lichaamsgebreken verwachten te worden afgekeurd, kunnen zich aan die keuring onttrekken indien zij aan den voorzitter van den keuringsraad een door twee doktoren opgestelde verklaring van on- geschiktheid overleggen, welke verklaring ge- legaliseerd behoort te zijn door den burge- meester van de plaats hunner inwoning. VERLENGING VAN HET HANDELS- ACCOOED. Een Belgische delegatie onder leiding van den heer Boutquin, directeur van de afdee- ling Handelsaccoorden van het departement van buitenlandsche zaken en van den buiten- landschen handel en samengesteld uit afge- vaardigden van de ministers van Buitenland sche zaken en van den buitenlandschen han del, van Economische zaken en van Land- bouw, is Donderdag te 's-Gravenhage aange- koimen, teneinde met een Nederlandsche dele gatie, onder leiding van den heer Lamping, directeur van de Handelsaccoorden, onder- handelingen te openen over een verlenging van het op 13 Juni 1939 gesloten accoord tus- sdhen beide landen inzake contingenteeringen. Dit accoord loopt 30 April af. Namens de regeering van Luxemburg zal bij deze besprekingen tegenwoordig zijn de heer Majerus. WAT IS ONS BELANG BIJ EENZIJDIG DUITSCH LUCHTVRACHTVERVOER Het Tweede Kamerldd Van Kempen heeft aan de Ministers van Waterstaat en van Roman van J0HANN D. DEGREEF. (Nadruk verboden.) 40) Vervolg. Maar zij konden ook niets meer zeggen, nu dat eene .besproken was en uit den weg ge- mimd. De afgirond gaapte tusschen hen en die maakte elk overtollig woord tot een gevaar, waarvan de gevolgen niet te overzien waren. Zwijgend soupeerden zij. Om twaalf uur durfden zij elkander eindelijk even aan te blikken. „Gelukkige Kerstmis", bracht het meisje met eenige moeite uit. ,,Ik wensch, dat deze Kerstmis je liefste hoop in vervulling doet gaan", antwoordde hij eras tig. Met een handdruk bezegelden zij hun wen- sehen. En daarop begaven zij zich ter ruste, met verwarde gedachten en verwarde gevoe- lens en in angstige onzekerheid wat de dag van morgen brengen zou. Margareth, doodvermoeid en veriest van haar vreeselijk geheim, sliep spoedig in, een slaap zonder droomen. Maar Gordon streed met zijn eigen geheim, een strijd tusschen verstand en gevoel. Het verstand bleef einde lijk overwinnaar. Drots, eerzucht, carri^re, een selecte positie in de 'Engelsche society, kortom alles waaraan het leven voor hem zijn waarde ontleende en dat er een bestaans- grond, vorm en inhoud aan gaf, zou hij be- reid zijn geweest over te geven aan de macht van een liefde, zoo sterk en verheven als die van Margareth Norman. Defensie de volgende schriftelijke vragen ge- steld 1. Is het waar dat aan een Duitsche Luchtvaartmaatschappij vergunning is ge- geven tot het heropenen van de luchtlijn Ber linAmsterdam voor vracht- en postvervoer, terwijl door de Duitsche autoriteiten aan de K.L.M. niet wordt toegestaan op datzelfde traject een vliegdienst te onderhouden, respec- tievelijk den dienst tezamen met de Duitsche maatschappij te exploiteeren 2. Kan de Minister van Waterstaat mede- deelen, welk Nederlandsch belang met boven- bedoelde vergunning is gediend? 3. Hebben de ministers ten behoeve van de controle op voor 's lands veiligheid onge- wenschte herichtgeving naar het buitenland de noodzakelijkheid overwogen voor het vlieg- veld Schiphol onverwijld den staat van Beleg af te kondigen, opdat het vervoer van brie- ven en pakketten per luchtpost door de be- voegde autoriteiten kan worden geeontro- leerd DE OECONOMISCHE TOENADERING TUSSCHEN BELGIE EN NEDERLAND. Op uitnoodiging van de vereeniging van oud-leerlingen van de openhare handelsscholen te Amsterdam Hou en Trouw, de Nederland sche maatschappij voor Nijverheid en Handel, dep. Amsterdam de Amsterdamsche vereeni ging voor Nijverheids- en Handelsbelangen en de vereeniging De Induatrieele Club, heeft volgens de N. R. Crt., Woensdagavond in de aula van het Koloniaal Instituut de oud-minis- ter van oeconomische zaken van Belgie, Ph. van Isacker, Belgisch voorzitter van de oeco nomische commissie BelgieLuxemburg Nederland, een rede gehouden over: De oeco nomische toenadering tusschen Nederland en Belgie. Bij den aanvang van zijn uiteenzetting, her- innerde de heer Van Isacker aan de pogingen tot oeconomische toenadering tusschen Neder- lad en Belgie, die reeds v65r den wereldoorlog in de beide landen werden aangewend. Voor- aanstaande staatslieden hebben er hun beste krachten aan besteed. Opvallend is, dat de wensch tot oeconomische toenadering ont- stond op het oogenblik zelf, toen de beide landen werden gescheiden. Nochtans waren, v66r 1914, de redenen voor een oeconomische samenwerking lang niet zoo dringend als na het verdrag van Ver sailles. Nederland en Belgie zullen steeds den hoogsten bloei van oeconomische welvaart bereiken in een periode van vrijhandel en oeconomische internationale collaboratie. De jaren die den wereldoorlog zijn voorafgegaan, behooren tot de meest vruchtbare op gebied van vrijhandel, die de geschiedenis heeft gekend. In de toenaderingsgedachte van v66r 1914 ziet spr. veel minder den drang van de be- hoefte dan den wil om samen het gemeen- sehappelijk NederlandschBelgisch-vrijhan- delsideaal te dienen. De gevolgen van den oorlog 19141918 hebben het probleem van de oeconomische toenadering op een heel ander plan gesteld. De realiteitszin van beide volken deed hen spoedig inzien, dat ditmaal samenwerking was geboden. De wereldcrisis. Het verstoorde evenwicht tusschen voort- brengst en verbruik bleef zonder merkbare gevolgen, zoo lang het oorlogsherstel duurde. Eerst na 1929, gedurende de wereldcrisis, kon men vaststellen hoe zwaar de stoornis was. Het is, met het oog op de agrarische moei lijkheden, die Nederland, vooral sedert 1930, doormaakt en die zijn verhouding tot de Belgische oeconomie vrg gevoelig influencee- ren, niet zonder belang, de aandacht te vesti- gen op het speciaal acuut karakter, dat het gemis aan evenwicht tusschen productie en verbruik op landbouwgebied heeft aange- nomen. Onze lage landen zijn de aangewezen marktplaats van West-Europa. De inzinking van den wereldhandel heeft nergens zooveel schade berokkend als in onze gewesten. Belgie had in 1913 een in- en uitvoerhandel van 9 milliard goudfranken; in 1939 nog slechts van 4 milliard. Zoodra zich de nieuwe richting van de wereldoeconomie na den wereldoorlog af- teekende, hebben Nederland en Belgie elkan der gevonden in de verdediging van hun ge- meenschappelijk vrrjhandelsideaal. Een laat- ste poging om de vrrjheidsgedachte hoog te bouden, voor ze geheel ineenstortte, is wel de oeconomische conferentie van Geneve in 1927. Hiema, zonder algemeene internationale besprekingen te verwaarloozen, zrjn Neder land en Belgie zich gaan toeleggen op een meer regionale uitbreiding van de handels- relaties. Het korte tijdperk van de regionale oeconomische ententes o.a. in West-Europa, in Scandinavie, aan de Baltische Zee en in het Balkangebied brak aan. Waren deze ententes geslaagd, wellicht waren ze de grondslag geworden van een nieuwe internationale col- loboratie. Nederland en Belgie zjjn van deze nieuwe richting de baanbrekers geweest. De oorzaken die Ouchy hebben doen mis- lukken zijn bekend: de agrarische kwestie, het dieper inwerken van de oeconomische crisis en vooral de meestbegunstigingsclau- sule. Het initiatief om de kwestie voor een be- voegde vertegenwoordiging van het bedrijfs- leven van de beide landen te brengen is te danken aan de Nederlandsche Kamer van Koophandel en speciaal aan haar voorzitter, den heer Vink. Onze taak. Onze taak is aldus spr. de mogelijk- heden van elk oogenblik tot werkelijkheid te maken; deze mogelijkheden door grondige studie op te zoeken en te realiseeren; paral lel met onze regeeringen te arbeiden; hun be- slissingen voor te bereiden en aan de uitvoe- ring er van mee te helpen; zooals het overigens werd vastgelegd tijdens besprekin gen van de beide voorzitters van de commissie met de ministers Pierlot en Steenberghe. Het pleit voor de realiteitszin van de leder) van de permanente oeconomische commissie dat deze van meet af zijn begonnen met de studie van de moeilijkheden, die op den weg liggen naar een vruchtbare samenwerking. Mij persoonlrjk, zegt de heer Van Isacker, wil het voorkomen, dat de kern van de moei lijkheden ligt in het niet zoo compleet aan- vullende karakter van beide landen op oeco- nomisch gebied. Nederland heeft niet uitsluitend een agra rische oeconomie; Belgie niet uitsluitend een industrieele oeconomie. Sedert de geheurtenissen van 1 September is in onze beide landen de drang naar toe nadering krachtig versterkt. Wg voelen ons, door een nog grootere afzondering dan v66r het uitbreken van den oorlog, tot meer daadwerkelrjke hulpverlee- ning verplicht en vooral stellen we de vraag of, na den oorlog, de samenwerking niet als een onmisbare voorwaarde van onze oecono mische zelfstandigheid zal geboden zijn. Het is normaal dat tegenover de blokkade, die de beide oorlogvoerende partijen hebben uitgeroepen, landen als Nederland en Belgie met de oorlogvoerende landen oeconomische oorlogsaccoorden afsluiten. De onderhande- lingen zijn ver gevorderd aan Duitsche zijde en kwamen reeds aan FranschEngelsche zijde tot een resultaat. Wij zullen nu voor- loopig weten waaraan wij ons te bouden hebben. Voorloopig, want de oorlogsaccoor den zullen verder worden gewijzigd of aan- gevuld. Bij de onderhandelingen zelf kan gemeenschappelijk overleg onze macht ver- meerderen. De na-oorlogsche samenwerking evenwel zal de vooraaamste zijn. Ze kan beslissend zijn voor de toekomst van de beide landen. Thans zoeken vrijwel alle oorlogvoerende landen in de verscherping van de autarkie of in het invoeren van de autarkie de oplossing voor hun oeconomische oorlogsmeilijkheden. Europa zal onmiddellrjk na den huidigen oor log, autarkisch zijn ingericht. Een ommekeer op korten termgn omdat het vrede is geworden, zou geen verschijnsel zijn dat met gevestigde economische wetten over- een stemt. De noodzakelijkheid wordt wel eens voor de kleinere landen in het vooruit- zicht gesteld om in het Europa van morgen economische aansluiting te zoeken bij een van de grootere groepeeringen, die zich wellicht, op dit oogenblik reeds aan het vormen zijn. Kleinere landen, totaal afgezonderd, zullen het in elk geval hard te verduren hebben. Een grootere onderlinge economische ge- bondenheid moet, wat ook gebeure, de kleine mogendheden meer macht verzekeren, hen misschien in de gelegenheid stellen econo- misch geheel zelfstandig te blijven, en, in elk geval, veel poiitiek gevaar wegnemen indien verder steun zoeken bij grootere economische groepen noodzakelijk mocht blijken. Ik zal, zoo vervolgde spr., het niet wagen nauwkeurig omlrjnde formules van economi sche samenwerking voor te stellen. De evolu- tie, die we brjwonen, is zoo wisselvallig, dat wat vandaag waarschijnlijk lijkt, morgen als onmogelijk moet worden verworpen. Een NederlandschBelgischLuxemburgsche tol- unie werd reeds in het vooruitzicht gesteld. Als vurig aanhanger van de Nederlandsch Belgische economische eollaboratie klopt mijn hart er warm voor. Een poiitiek gevaar vor men tolunies alleen wanneer ze met groote mogendheden zijn afgesloten. Luxemburg voelt zijn zelfstandigheid volledig veilig, sedert het een tolunie heeft met Belgie. Het vraag- stuk van de NederlandschBel>gische tolunie heeft dan ook heelemaal geen poiitiek aspect. Het is een zuiver economisch probleem. Ik aarzel niet om te verklaren dat onze beide landen avontuurlijk zouden handelen indien ze onmiddellijk volledig de tolmuren tusschen beide landen afbraken. Wel kan ik in het ver- leden oogenblikken aanwijzen, die de tolunie zouden hebben toegelaten en ook in de toe komst kunnen deze betere dagen terugkomen. Mijn formule blijft: „in alle omstandigheden de banden zoo nauw toesnoeren als het econo misch niet schadelijk kan zijn noch voor Nederland, noch voor Belgie." De heer van Isacker besprak daarna de voorstellen van afwijking van de meestbegun- stiging, die in April 1929 door het economisch donsultatief comity van Geneve werden ge- daan. Spreker eindigde met hulde te brengen aan de Vorstenhuizen van Nederland en van Bel gie. Hoe hooger de nood is, hoe dringender onze Vorsten er door hun daden op wijzen, dat onze beide landen gemeenschappelijk een rol hebben te vervullen. Geen beter, geen vreed- zamer terrein van toenadering dan 'dit der (Ingez. Med.) Maar nimmer zou hij kunnen tolereeren dat men een Lady Trevelyan de eer en de ach- ting onthield, waarop zij recht had als zijn vrouw. En dat men haar met den vinger na- wees waar zij versoheen. En dat stond Mar gareth te wachten als zij zijn vrouw werd. "Het was ondenkbaar dat hjj bereid zou zjjn haar op te sluiten voor de wereld. Het was even ondenkbaar dat de lasterende, kwaad- sprekende wereld haar sparen zou. En wilde hij dus haar waarachtig geluk dienen, dan mocht hij haar niet een positie opdringen die haar 'n leven lang herinneren zou aan de schande van een onwaardigen vader. Dan moest zijn liefde voor haar even onbaatzuch- tig zijn als de hare, dan moest hjj haar vrij- laten zich te verbergen daar waar zij ver- koos Moe van het gepeins viel hij eindelijk in slaap. Om zeven uur beide hij de legatie reeds op. Hij droeg den butler op hem onmiddellrjk te telefoneeren als de gezant aan het ontbrjt zat en bleef ongeduldig wachten. Een uur later kreeg hij de waarschuwing. Margareth had zich nog niet vertoond toen hjj het huis verliet. iSnel reed hij naar de legatie en liet zich aandienen. De gezant was verrast door dit bezoek en evenzeer verraste hem Gordon's verzoek om yoor een of twee dagen naar Londen te mo- gen vertrekken, teneinde den Koning een particuliere aangelegenheid voor te dragen. Hij gaf echter zonder aarzelen of vragen zjjn toestemming en daarop bestelde Gordon ter- stond een extra-vliegtuig naar Londen. Toen hij terugkeerde aan de Juliana van Stolberglaan was Margareth juist gereed met het ontbijt. Zij was zeer ernstig gestemd, doeh scheen vol vertrouwen. Haastig deelde hrj haai' mee welke maatregelen hij getroiffen had en een half uur later reeds waren zij op weg naar het Rotterdamsche vliegveld Waal- haven. Eh het was precies twaalf uur toen zij in Croydon uitstapten en Engelschen grond onder de voeten hadden. Margareth droeg een dichte voile voor het geiaat. zoodat zij niet het minst hoefde te vreezen, te zullen worden herkend. Gordon bracht haar naar een besdheiden hotel, waar zij zeker kon zijn geen bekenden te zullen ontmoeten. En daarop reed hij naar huis. Bert was verrast hem te zien. Gordon nam met een ernstig glimlachje zijn wenschen voor Kerstmis in ontvangst en verzocht hem ter- stond mylady te gaan waarscliuwen. Terwrjl hg zijn jas uittrok zwierf zijn blik door de hall. De ruimte hing vol dennengeur, lady Allenby had er een geweldigen Kerstboom opgesteld met geschenken voor haar pach- ters, die haar den volgenden dag hun wen schen voor de wisseling des jaars zouden komen aanbieden. Gordon vond altijd veel ge- noegen in dergelijke huiselijke festiviteiten, doch thans stelde hij er niet het minste be lang in. Zijn hart was zwaar van zorg; nu hij eenmaal in Londen was leek het hem toe dat hrj een onmogelijk pogen onderaomen had. Lady Allenby was in haar boudoir. ..Gordon", juichte ze, verrukt met de blijde verrassing die zij dacht dat hij haar had wil- len bereiden. Doch toen zij zijn ernstig ge- zicht zag ontstelde zij. ,,Wat is er?" vroeg zij verschrikt. „Iets emstigs, doch het betreft niets waar- om u zich ongerust zou hoeven te maken", antwoordde Gordon, terwijl hij de oude dame de hand kuste. ,,Ga zitten, tante, en bereid u voor op een sensatie". Lady Allenby was grootendeels gerustge- steld door zrjn woorden. Zij ging zitten en Gordon zette zich op een verguld boudoir- stoeltje aan haar voeten. „Je maakt me nieuwsgierig, beste jongen". zei ze met een blik vol verwachting. Gordon knikte, en zocht naar een inleiding. ,,U moet niet schrikken, 't is iets sensatio- neels, tante", hegon hij voorzichtig. ,,Het be treft Margareth..." .Margareth?" vroeg de oude dame ver- bduft. „Wat heeft een arme doode..." Gordon schudde het hoofd. „Dat was een vergissing, tante. Zij is niet dood..." Lady Allenby stond plotseling op. ,,Wat zeg je? Ben je nu dwaas, jongen?" viel zij verbijsterd uit. ..Integendeel, zeer ernstig, tante. Ik her- haal het: Margareth leeft. Zij heeft de wereld alleen maar in den waan willen bren gen, dat zij dood was..." ,,M'n hemel... Een afschuwelijke comedie... Waar om, waartoe Verbijsterd, met een blik waarin bijna af- grijzen lag, ging zij weer zitten. Toen begon Gordon te vertellen. Van het sensationeele bezoek, de onthullingen en de ontdekking dat zij de dochter van O'Kelly was. En toen van de moreele martelingen, die het ongelukkige meisje zoo heldhaftig had doorstaan Lady Allenby had haar oogen gesloten. Haar geiaat stond bleek en strak. En her- haaldelijk gaf zij lucht aan haar verbijstering door Gordon te onderbreken. „M'n hemel... 'Hoe is 't mogelijk... zoo'n schurk... zoo'n meisje... Ik begrijp het niet, neen, ik begrijp het niet. Wacht toch eens even, Gordon, laat me nadenken..." Eindelijk was Gordon uitgesproken. De oude dame opende haar oogen en liet haar verwezen blik door het boudoir dwalen. In haar verwarde brein verhelderde plotseling het begrip, dat heel de comedie die Marga reth had gespeeld en de Londensche Society in opschudding had gebracht, 't schier nood- wendig gevolg was geweest van haar kordaat en offervaardig besluit Gordon voor de ge volgen van den documentendiefstal te behoe- den. Duidelijk bleek, dat zij hiertoe bewogen was door haar liefde voor Gordon en dat, ter wijl zij wist, dat er geen hoop voor haar was... ,,Dat meisje is een heldin", sprak zij plot seling zacht, als voor zichzelf. Wij moeten iets voor haar doen, dat is duidelijk. Maar wat, beste jongen...?" ,,De Koning..." „Goed, daar zal ik voor zcrgen", onderbrak fwee ttuk> 10 ct. - Twaall stubs 50 df (Ingez. Med.) economie. Laten we samen arbeiden aan de na-oorlogsche welvaart van West-Europa. De rede, welke oud-minister Van Isacker hield, werd voorafgegaan door een kort woord van welkom, uitgesproken door Prof. G. A. Ph. Weyer, voorzitter van de Nederlandsche maatschappij voor Nijverheid en Handel, departement Amsterdam. Spr. heette in het bijzonder welkom den Belgischen gezant, Zijne Excellentie L. C. Nemry, den Belgischen con- sul-generaal te Amsterdam, den heer J. van Haute, den secretaris-generaal van het minis- terie van Economische Zaken, Mr. Dr. A. A. van Rhijn, oud-minister, Dr. F. E. Posthuma 1 en den heer Gottfr. H. Crone, voorzitter van de Kamer van Koophandel te Amsterdam. Prof. Weyer zeide, dat het onderwerp, dat de heer Van Isacker behandelt, ieder, die ter vergadering aanwezig was, na aan het hart ligt. hoewel wg zoo zei hrj zeker nog niet alleen een gevestigd oordeel over de materie hebben. ONTSTEMMING TE IJMUIDEN. De correspondetn van het R. Nbl. te IJmui- den schrijft: In reederskringen moge men den indruk hebben gekregen, dat het er den Duitschers om te doen is, de schepen te laten stoppen om ze te waarsehuwen (of om ze beter te kunnen raken?), in visscherskringen denkt men daar heel anders over. Een vliegtuig- bestuurder heeft, zoo zegt men, nog wel an- dere middelen om een schip te laten stoppen, bijv. door het uitsteken van een vlag, bij duisternis door het afschleten van een licht- kogel. En er behoeft toch omtrent de natio- naliteit van onze treilers niet de minste twg- fel te bestaan. Op minstens vier plaatsen prijkt het rood-wit-blauw van onze Neder landsche vlag, n.l. tweemaal op den boeg, een maal aan een stag aan den voormast en een maal op de brug; op minstens drie plaatsen, tweemaal op den boeg en eenmaal op de koel- kast (des nachts verlichtstaat met groote, duidelijke letters het woord ./Holland". Moet het nog duidelrjker? Het eenige, dat tot een misverstand aan- leiding zou kunnen geven, is het rood-wit- blauw op de brug. Als een vliegtuig dwars over het schip vliegt, zou, het, van boven ge- zien, den indruk kunnen geven, dat het de Fransehe kleuren zrjn, maar men smijt toch zoo maar niet met bommen, zonder dat men de zekerheid heeft van de nationaliteit Men kan toch bovendien .Holland" zien staan. Maar er is nog meer: de gevallen van de ,,Protinus", de .Viking Bank" en de „I. S. Groen" staan niet op zichzelf. Men kijke maar eens naar Belgie. De Onderzoeksraad voor de Seheepvaart te Oost- ende heeft juist dezer dagen een aantal ram- pen behandeld, aan Belgische visschersvaar- tuigen overkomen, door de beschieting van de Z 4, de Z 7 en de H 65, scheepjes van 30 tot 45 ho. reg. ton. Zouden de Duitsche vlie- gers ook deze scheepjes voor bewapende En gelsche treilers, schepen van 200 tot 500 ton, hebben aangezien. De Z 4 werd Donderdag 7 Maart bestookt op 48 mgl N.W. van Zeebrugge van een hoogte van ongeveer 30 meter en ook geraakt, de Z 7 werd beschoten door een Duitsch vlieg tuig, dat bijna tegen den mast vloog, op de H 65 drong een kogel in het logies. En van de Z 47, die nooit meer is teruggekeerd, neemt men aan, dat dit scheepje van slechts 26 ton in den grond is geschoten, niet ver van de Belgische kust. Deze meening is gebaseerd de oude dame hem met een resoluut gebaar. ,,Maar dat bedoel ik niet. Ik had het oog op Margareth zelf. Wat kunnen we voor haar doen?" "Als de wereld meer begrip toonde", begon Gordon langzaam, „en zij was niet zoo mee- docgenloos en onchristelijk, was er maar e6n antwoord op die vraag..." Lady Allenby keek hem peinzend aan. ,,Daar had zij eenig recht op, beste jongen", gaf zij met een hoofdknikje ten antwoord. ,,En ik geloof niet, dat wij ons voor haar zou den hoeven te schamen. Zg is van betere adel dan die, welke de Koning te vergeven heeft. Maar je zou haar doemen tot een diep onge- lukkig leven, beste jongen. Je zou alles op moeten geven en je ergens met haar gaan be- graven, wil je haar kunnen beschermen tegen de vieze modder waarmee zij geworpen zou worden. Verbeeld je! His ladyship, de doch ter van een moordenaar en landverrader. Neen, dat duldt de wereld niet. En als je je zou beveiligen voor de Society door bijvoor- beeld ergens in de Sahara te gaan leven, zou zij zich van haar leven edn lang grievend ver- wijt maken, nadat zij je carriere vernietigd en je positie onmogelijk had gemaakt. Neen, daar valt niet aan te denken, Gordon..." Zij dacht even na, terwijl Gordon verdrie- tig voor zich uit bleef staren. ,,Maar ik zal er iets op vinden," besloot de oude dame plotseling. ,,ik zal in geen geval toestaan, dat zij onder vreemden gaat. Zij moet het huishoudelijk bestuur van Allenhy- Castle maar op zich nemen. Ik ontvang daar toch nimmer gasten en zij heeft daar een vrij rustig en onhekommerd lewn, met genoeg verantwoording om haar gedachten te ver- zetten. Ik zal nu maar eens beginnen met haar uit dat hotelletje te gaan halen. al zal het moeite kosten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1