sehap het Wit-Gele Kruis reeds eenige jaren bestond en het mogelijk was, dat er plannen bestonden tot het oprichten van een afdeeling in onze gemeente. Een bezoek werd gebracht bij den toen- maligen Zeer Eerw. Heer Pastoor Buijsrogge. Hierbij bleek, dat deze er niet aan dacht om een dergelijke afdeeling op te richten, zoolang de hoogere kerkelijke autoriteiten hem daar- toe niet de verplichting oplegden. Hij was bereid tot voile medewerking, doch wenschte verschoond te blijven deel uit te maken van een eventueel bestuur. Beide bezoeken vonden plaats in Juli 1914 en, gaven, zooals te begbijpen is, alle moed, dat spoedig onze gemeente een vereeniging „Het Groene Kruis" rijk zou zQn. In overleg met den heer Lammertsma en de beide artsen Yens en Bom, werd besloten een algemeene vergadering op te roepen. In deze vergadering zou dan Dr. Yens het doel eener vereeniging ,,Het Groene Kruis" uiteen- zetten om daardoor ieders medewerking te verkrijgen. Deze vergadering heeft echterniet plaats kunnen vinden, want eind Juli brak de wereldoorlog uit, die vier jaar lang de wereld in vuur en vlam zou zetten. Velen onzer zullen zich die dagen nog zeer goed herinneren en vooral dien Zaterdag- morgen, toen door de algemeene mobilisatie onze jonge mannen, waaronder vele huis- vaders, per trein de gemeente verlieten met onbekende bestemming en waarbij alle ellende en \yreedheid van een oorlog, voor den geest kwarn en. Er werd aan geheel andere dingen gedacht dan aan het oprichten van een Groen Kruis. Daarbij kwam, dat reeds zeer spoedig in onze gemeente troepen werden gelegerd, waardoor alle beschikbare gebouwen werden ingenomen, en tot gevolg had, dat voor de voorgenomen algemeene vergadering geen geachikte zaal gevonden kon worden. Wat nu, vroeg men zich af. De gedachte rees om de pogingen tot het oprichten eener vereeniging, nog maar wat uit te stellen, daar volgens de algemeene meening, een Europische oorlog niet lang zou kunnen duren. Alles was evenwel te mooi voorbereid om te toesluiten tot uitstellen, waarvan allicht een afstel zou kunnen komen. De noodzakelijk- heid van een goede ziekenverzorging bleef be- staan en na overleg werd besloten door te zetten en geen algemeene vergadering op te roepen, doch van elke richting e6n persoon nit te noodigen tot een bespreking. Op 7 Augustus 1914 kwamen dan ook de volgende heeren tezamen: Ds. Lammertsma, M Wolfert Jz., J. de Kraker Oz., A. de Visser, P. L>e Feber, Dr. J. C. Bom, Dr. P. A. Yens pn spreker. Getracht was om ook een Roomsch-Katho- liek er bij te krijgen, doch dit was niet gelukt. Op deze vergadering werd het doel eener vereeniging ,,Het Groene Kruis" uiteengezet, n.l.het hebben en doen gebruiken van ver- piegingsartikelen, het in dienst stellen van een verpleegster en het bestrijden der tuber- culose, in verband met de bepalingen, onder welke voor dezen arbeid rijkssubsidie kon ver kregen worden. Direct merkte een der aanwezigen op, dat het niet gemakkelyk uitvoerbaar zou zijn om alhier een verpleegster te hebben, doch dat dit misschien gezamenlijk zou kunnen geschie- den met de gemeente Terneuzen of Zaamslag. Gelukkig bleek al reeds zeer spoedig, dat een dergelijke opmerking wel wat te zwaartillig was geweest. Alle aanwezigen waren bereid mede te wer- ken tot het oprichten eener vereeniging ,,Het Groene Kruis", en besloot men om spoedig weer een vergadering te houden, waarvoor dan ieder der thans aanwezigen een persoon zou medebrengen en waarop dan een ontwerp statuten en reglement zou worden aangeboden. Op 14 September 1914 kwam deze vergade ring bijeen en waren hierbij, naast de daar straks genoemde acht personen, tegenwoordig de heeren J. de Feijter Lev.z., J. de Kraker Ha.. A. de Ruijter, L. H. Burm, F. ten Kaate, F Augusteijn en H. Smies. In deze vergadering werd reeds allereerst de opmerking gemaakt, het vreemd te hebben gevonden, dat geen algemeene vergadering, waarop ieder aanwezig kon zijn, was uitge- schreven. Enkelen meenden, dat hierdoor velen niet genegen zouden zijn, om, bij een eventueel tot stand komen der vereeniging, als lid toe te treden. Zooals reeds eerder is gezegd, was de reden hierVan het ontbreken van een geschikte zaal, en, gelukkig, billijkte de meerderheid der aan wezigen deze reden, want niet alleen werd definitief besloten tot het oprichten eener vereeniging „Het Groene Kruis", maar ook werden de statuten en het reglement vast- gesteld, ja zelfs vond de benoeming van het bestuur plaats. Bij acclamatie werden respec- tievelijk benoemd tot voorzitter en tot secre- taris spreker en de heer P. Le Feber, terwijl door stemming werden benoemd de heeren Ik H. Burm, Ds. Lammertsma, A. de Visser, J de Kraker Cz. en J. de Kraker Rz. De dok- toren Bomwen Yens werden aan het bestuur toegevoegd als adviseerende leden. In een daarop direct volgende bestuursver- gadering werd benoemd tot penningmeester de heer J. de Kraker Riz. Tevens werd beslo ten zich als lid aan te sluiten bij de Centrale Vereeniging „Het Groene Kruis" te Utrecht. Maandag 14 September 1914 is alzoo de dag, waarop onze plaatselijke vereeniging ,jHet Groene Kruis" is opgericht. Deze op richting had plaats in een tijd, waarin geheel Europe een hel was, het gebulder der kanon- sen dagelijks gehoord werd, voortdurend vluchtelingen uit het naburig Belgie om onderdak vroegen en onze gemeente daarbij hog huisvesting moest verleenen aan een ge deelte van ons eigen leger. De tijden waren dan ook zeer gedrukt, doch gelukkig heeft dit haar groei niet vertraagd, ja wellicht eerder bevorderd. Als resultaat van eep artikel geplaatst in de Axelsche Cou- rant, met aanbeveling van de plaatselijke geestelijken en doktoren, benevens door huis- bezoek, gaven zich 64 leden op met een con- tributie van 116. Weliswaar was dit cijfer niet zoo schitte- rend, maar het begin was gemaakt en bij het bestuur bestond de vaste overtuiging, dat het ledental zou toenemen wanneer getoond werd, dat de vereeniging werkelijk in staat was het iiiden der zieken te verzachten. Aan het aanstellen van een verpleegster kon nog niet worden gedacht, doch door het verstrekken van doelmatige verplegingsarti- kelen zouden reeds velen gewonnen kunnen worden. Veertien dagen na den oprichtings- datum werd dan ook besloten om tot eenbe- drag van f 500, de meest noodzakelijke arti- kelen aan te schaffen. Het geld hiervoor was Wel niet aanwezig, maar het bestuur, vol ver- trouwen en gedachtig aan de oude spreuk „de cost gaet voor de baet", twijfelde er niet aan, dat het ledental, en daarmede de contri butie, zou toenemen. Verplegingsartikelen vragen evenwel ber- ging en vooral schoonhouden, ontsmetting en onderhoud. Van bouwen van een magazijn, alsmede het aanstellen van een behoorlijk ge- salarieerde magazijnhoudster, was nog geen sprake, daarvoor waren de middelen nog niet toereikend. De secretaris Le Feber was ech- ter bereid de verschillende artikelen op zijn zolder op te bergen, terwijl zijn oudste doch- ter zich wilde belasten met het afgeven en onderhoud dezer artikelen. Bij besluit van 1 October 1914, onder no. 16, Staatscourant no. 255, verkreeg de vereeni ging de Koninklijke goedkeuring. In het begin van October woedde de oorlog in de onmiddelljjke nabijheid onzer grenzen. Het Belgische leger, achtervolgd door de Duit- sche troepen, vluchtte uit Antwerpen naar de kust. Dit had tot gevolg, dat alle gemeenten in Zeeuwsch-Vlaanderen, alzoo ook de onze, overstroomd werden door vluchtelingen uit de grensgemeenten. Handen kwamen tekort om alien hulp te verleenen en vooral kostte 'tveel moeite om ieder onder dak te brengen. Alle gebouwen, kerken, scholen, schuren, magazjjnen, waren geheel bezet met menschen van allerlei rang en stand, waaronder natuur- lijk tal van kinderen, oude vrouwen en man nen. Op dat oogenblik bleek het groote nut der aansluiting onzer vereeniging bij de Cen trale Vereeniging, daar Ds. Fleischer, de op- richter van ,,Het Groene Kruis" en voorzitter der centrale vereeniging, zich direct in ver- binding stelde met ons bestuur en daarbij een noodziekenhuis, voorzien van de noodigste verplegingsmiddelen, ten behoeve der Belgi sche vluchtelingen aanbood. Van dit aanbod werd evienwel geen gebruik gemaakt, daar door de gemeente 'reeds een ziekenbarak op het concoursterrein was ingericlit. Wat zou een dergelijke ziekenbarak een mooie reclame geweest zjjn voor onze vereeniging, vooral daar de benarde tijden invloed uitoefenden op het uitbreiden van het ledental en dit in December 1914 nog slechts 97 bedroeg' met een contributie van 168,50. In 1915 verliet het bestuurslid de heer J. de Kraker Cz. de gemeente en werd in zjjn plaats tot bestuurslid benoemd de heer C. Smies Hz. Aangezien het getal leden niet genoegzaam uitbreidde, ondanks de propaganda die voort durend in de Axelsche courant werd gemaakt, besloot men in 1916 een circulaire te versprei- den, dat tot gevolg had, dat f 80 meer aan contributie werd verkregen en het ledental 225 werd, met een contributie van f 320. In dat jaar schonk de heer A. J. Claessens een ligtent, waarvan reeds direct een tuber- culoselijdster dankbaar gebruik kon maken. Geleidelijk groeide het verplegingsmateriaal aan en toonde de vereeniging wat zij op het gebied der verpleging kon uitrichten. Niet- tegenstaande dit, vloeiden, tegen de verwach- ting, de inkomsten niet voldoende en werd in 1916 aan de gemeente om een bijdrage ver- zocht, met het gunstig resultaat, dat een jaarlijksche subsidie van 25 werd verleend. Voortdurend voelde men de behoefte aan een verpleegster, doch zoolang de geldmidde- len hiervoor niet toereikend waren, kon daar- aan niet gedacht worden. In October van 1916 verliet Ds. Lammertsma de gemeente en ver- loor de vereeniging hierdoor een bestuurslid, die, als mede-oprichter, zeer veel voor ,,Het Groene Kruis" had gedaan om dit bij de in- woners ingang te doen vinden. In zijn plaats werd benoemd de heer L. P. Bakker. Behalve aan een verpleegster, werd er ook voortdurend over gedacht een magazijn te bouwen, dat eveneens zeer noodig was, daar, ondanks het gering bedrag aan contributie, toch voortgegaan werd met de aanschaffing der meest noodzakelijke verplegingsartikelen. Hiervoor was het oog gevallen op een per- ceel grond aan de Oosterstraat, eigendom van de Diaconie der Nederduitsch Hervormde Ge meente. Een perceel, dat ten zeerste geschikt zou zijn voor een dergelijk doel. Al spoedig werd het bekend, dat dit lichaam het perceel gaarne zou willen verkoopen en, hoewel er nog geen vaste plannen bestonden tot het bouwen van een magazijn, kocht de vereeni ging in 1917 dezen bouwgrond voor een prijs van f 650, en dat in dien tijd reeds achting voor ,,Het Groene Kruis" bestond, moge blij- ken uit het feit, dat wijlen notaris J. A. Dreg- mans, aanwezig in de vergadering, waarin,,het besluit genomen werd, zich bereid verklaarde de koopacte slechts tegen vergoeding der ver- plichte rechten te passeeren. De belangstelling en de liefde voor onze vereeniging groeiden trouwens voortdurend aan en is dit wel hoofd- zakelijk te danken aan de medewerking der bestuursleden om niet alleen te zorgen, dat er steeds voldoende artikelen voorradig waren maar dat ook de meest practische werden aangeschaft in het belang der zieken. Uit alle kringen werd medewerking ver kregen om het ledental zooveel mogelijk uit te breiden. Als bewijs hiervoor kan dienen, dat in de algemeene vergadering van 5 Juni 1918 de heer Piet Ortelee zich aanbood om geheel belangeloos met brochures en circu- laires leden te werven en hjj daarbij het schit- terend resultaat had, dat 100 nieuwe leden toetraden met een contributie van 131,60. De behoefte aan een verpleegster deed zich echter voortdurend voelen en in dezelfde ver gadering van 5 Juni 1918 werd het besluit ge nomen om informaties in te winnen naar de kosten van een wijkverpleging en zoo noodig daarna een buitengewone algemeene vergade ring te houden. Naar verschillende zijden werd ge'informeerd, berekeningen werden gemaakt, van alle kanten werd deze zaak bekeken en kwam men tot de conclusie, dat het aanstel len van een verpleegster slechts mogelijk was, wanneer de gemeente de subsidie verhoogde tot 1000 per jaar en dat de vereeniging daar bij tevens op zich nam de bestriding der tu- berculose, waardoor het mogelijk zou zijn een rijksbgdrage in het salaris der verpleegster te verkrijgen, wanneer deze dan tevens als huisbezoekster voor de tuberculosebestrijding zou optreden. In de algemeene vergadering van 21 Juli 1919 werd een overzicht gegeven van de verkregen inlichtingen en werd, op voorstel van het bestuur, besloten aan de ge meente een jaarlijksche subsidie van 1000 te vragen, waarbij de vereeniging zich dan verplichtte een wijkverpleegster aan te stel len. Dit voorstel werd niet alleen met alge meene stemmen aangenomen, maar zelf s werd het bestuur gemachtigd de benoodigde gelden op andere wijze bijeen te brengen, wanneer de gemeenteraad het verzoek niet zou inwil- ligen. Wel een bewijs, dat de behoefte aan een wijkzuster sterk werd gevoeld. Er bestond echter alle verwachting, dat de gemeente w61 aan het verzoek zou voldoen, en deze ver wachting, dit vertrouwen, werd niet be- schaamd, want in de raadsvergadering van 21 October 1919 werd gunstig op het verzoek beslist. Op 17 November 1919 vond een buiten gewone algemeene vergadering plaats, waarin de statuten werden gewijzigd in verband met de tuberculosebestrijding. Deze wijziging werd Koninklijk goedgekeurd, bij besluit van 28 Januari 1920, no. 55, Staatsblad no. 50, van 11 Maart 1920. Tevens werd in genoemde ver gadering besloten om sollicitanten op te roe pen voor wijkverpleegster en huisbezoekster tuberculosebestrijding. Het aantal verple gingsartikelen was intusschen z66 toegenomen dat de secretaris verklaarde deze artikelen niet langer meer op zijn zolder te kunnen heb ben, zoodat uitgezien diend,e te worden naar een andere bergplaats. Erg gemakkelijk was dit niet en bleek hierbij op nieuw de nood- zakelijkheid van een eigen gebouw, doch hier- aan was nog niet te denken wegens de groote kosten. In de oude kazeme, eigendom der ge meente, was een lokaal, dat tijdens de mobili satie gediend had tot cachot voor de militai- ren en dat zeer geschikt zou zijn om tijdelijk voor magazijn te dienen. Aan de gemeente werd een verzoek gericht dit te mogen ge bruiken, met gevolg, dat de vereeniging er de tijdelijke beschikking over kreeg. Met het verdwijnen der artikelen uit het huis van den secretaris, moesten wij echter ook de uitste- kende zorgen missen, die zijn dochter hieraan gedurende zes jaar had besteed en stond de vereeniging voor de noodzakelijkheid een ma gazijnhoudster te zoeken, die uit den aard der zaak, niet te ver van het magazijn zou mogen wonen. De keuze was daardoor zeer beperkt, doch gelukkig liet de Weduwe W. de Bruijne, die in de nabijheid woonde, zich een benoe ming als zoodanig welgevallen. Al zeer spoe dig trad deze weer in het huwelijk, waardoor zg op een te grooten afstand van het maga- zgn kwam te wonen om zich verder met de verzorging hiervan te belasten. Tot onze groote vreugde was evenwel haar zuster, vrouw De Fouw, die tegenover de kazerne woonde, genegen haar plaats in te nemen. In de bestuursvergadering van 16 Januari 1920 werd uit acht sollicitanten als wijkver pleegster benoemd mej. G. van Eenennaam, als zoodanig werkzaam te Wolfertsdijk, die in de bestuursvergadering van 6 April 1920 werd ingeleid als wijkverpleegster onzer ver eeniging. Hiermede deed dus de wijkverple ging haar eerste intrede in onze gemeente. Niet ieder was evenwel gesteld op de ver pleegster aan het ziekbed. Velen beschouwden het als een tekortkoming aan de zieke bloed- verwant om de verpleging in handen te geven van een vreemde. Veel vooroordeel was alzoo te overwinnen eer de wijkverpleging ingebur- gerd zou zijn. Zuster Van Eenennaam had ech ter indertijd een zelfde strijd moeten voeren te Wolfertsdijk, was dus ten zeerste met de moeilijkheden bekend en hierdoor, doch voor al door haar tactisch optreden, gelukte het haar al spoedig de mensrtlen aan den nieuwen toestand te wennen. Van belang hiervoor was natuurlijk een goede verzorging der zieken, waardoor het ieder meer en meer duidelijk werd hoeveel vroeger door de zieke noodeloos was geleden in vergelijking met thans, nu de verpleging in handen van een deskundige was. Wel bleven natuurlijk enkelen, en die zijn er op het oogenblik zelfs nog, zich verzetten tegen een bezoek aan het ziekbed door de wijkzuster, maar zachtjesaan veranderde dit, vooral door de zichtbare resultaten. En wan neer thans mocht worden besloten om de wijk verpleging af te schaffen, ben ik ervan over- tuigd, dat zoo goed als de geheele gemeente zich hiertegen zou verzetten. De voomaam- ste wensch, gekoesterd bij de oprichting, was dus in vervulling gegaan. Die tot het bouwen van een eigen magazijn echter nog niet. Het aantal artikelen vermeerderde voortdurend, vooral nu er een wijkverpleegster was, die, bekend met de verschillende verplegingsarti kelen, de beste hiervan, zooveel mogelijk, wenschte aan te schaffen. Waren het tot nu toe over het algemeen slechts artikelen ge weest van betrekkelijk kleinen omvang, thans kwamen hierbij ligtenten, ledikanten, ligstoe- len, enz., alle artikelen, die veel plaats voor opberging vroegen en maakte het bouwen van een eigen magazijn een punt van bespreking uit in de bestuursvergadering van 17 Maart 1920. Om te beginnen werd de portefeuille met teekeningen van dergelijke gebouwen gevraagd aan het Centraal Bureau, dat tot gevolg had, dat aan den architect C. C. van Beaumont te Haarlem, onder wiens beheer de Gereformeer- de Kerk en de pastorie was gebouwd, opge- dragen werd een ontwerp te maken met be- grooting voor een magazijn. Deze voldeed aan het verzoek en werd in de bestuursvergade ring van 1 October 1920 een ontwerp voor een wijkgebouw ter tafel gebracht, waarvan de bouwkosten geraamd werden op 35.000. Ik zal wel niet behoeven te vertellen, dat het in die vergadering tot geen besluit kwam. Op 24 April 1920 werd In de gemeente de eerste Emmabloemcollecte gehouden, die netto opbracht 160. Had tot nu toe onze vereeniging de geheele gemeente omvat, onverschillig de gezindte of politieke richting, in 1921 kwam er gevaar. dat hierin verandering zou komen door het oprichten van een Wit-Gele Kruis" waar door zoo goed als alle Roomsch-Katholieke leden uit de vereeniging zouden treden. Een vermindering van het bedrag aan contributies zou natuurlijk hiervan het gevolg zijn en werd besloten nu reeds door intensieve propaganda te trachten dit bedrag op dezelfde hoogte te houden door het aanwerven van leden maar ook door' verhooging der contributie. Hoewel in de vergadering van 1 October 1920 geen besluit was genomen inzake het bouwen van een magazijn, toch werden de pogingen daar- toe niet gestaakt. Het benoodigde geld was natuurlgk hoofdzaak. In de kas waren geen voldoende geldmiddelen daarvoor aanwezig, wel was indertijd besloten een bouwfonds te vormen, waarin jaarlijks een bedrag uit de gewone middelen zou worden gestort, doch veel was hiervan niet terecht gekomen. Gelukkig had ,,Het Groene Kruis" reeds zeer veel vrienden voor wie niets teveel was om mede te werken aan haar bloei. Zonder te kort te willen doen aan de anderen, wil ik hier een vereeniging noemen waaraan ,,Het Groene Kruis" zeer veel heeft te danken, en dat is de Christelijke vrouwenvereeniging ..Tryfosa". In 1922 hield deze vereeniging een bazar van door haar leden gemaakte goederen waar van de netto opbrengst zou gegeven worden aan ,,Het Groene Kruis", als steun voor den bouw van een magazijn. De netto-opbrengst bedroeg f 550, en mag dit bedrag beschouwd worden als den eersten van het magazijn. Deze eerste steen was tevens een prikkel voor het bestuur, om de pogingen voor het bouwen van een magazijn flink aan te pakken en werd besloten te trachten rentelooze aan- deelen uit te geven. Het resultaat dezer pogingen was echter niet schitterend, daar slechts 16 aandeelen van f 100 ieder, werden aangeboden. Met rentelooze aandeelen zou het dus niet gaan en w'erd in de algemeene vergadering van 10 Mei 1922 besloten om te trachten rentegevende aandeelen te plaatsen desnoods gelden op hypotheek te nemen. Erg vlot ging ook dit niet en verliepen er nog- maals twee jaren, voordat het bestuur met een definitief voorstel tot bouwen, zou kunnen komen. Vast stond, dat niet gedacht kon worden aan een wijkgebouw, waarvan inder tijd een teekening was gemaakt en waarvan de kosten begroot werden op 35.000. Op verzoek maakte de architect De Beaumont een nieuw plan, doch nu voor een magazijn met woning voor de wijkverpleegster en de maga zijnhoudster, daar van het denkbeeld om een wijkgebouw te stichten werd afgezien. Niet alleen wegens de hooge kosten geschiedde dit, maar ook omdat in dien tfld voldoende gele- genheid bestond voor ziekenverpleging, n.l. te Terneuzen, Sluiskil, Hulst en Groenedijk. In de algemeene vergadering van 2 Mei 1924 kon dan ook het bestuur komen met een nieuw plan, waarvan de begrooting der kos ten bedroeg f 10.000. Dit plan werd goed gekeurd en met algemeene stemmen het bestuur gemachtigd over te gaan tot het houden eener aanbesteaing en obligaties uit te geven van /100 ieder tegen een rente van 5 c/c. Op 26 Juni 1924 vond deze aanbeste- iing plaats en werd de bouw gegund aan den leer Van Sabben te Axel voor een som var 9980. Eenmaal begonnen met bouwen ging •et gemakkelijker om obligaties te plaatser en kon gedurende dit bouwen, zonder eenige moeite voldaan worden aan alle betalings- verplichtingen. Een gebouw, vooral het gedeelte bestemd tot woning der wijkverpleegster moet worden gemeubileerd en was het wederom de reeds genoemde vereeniging Tryfosa, die door het opnieuw houden van een bazar, de benoodigde gelden schonk voor de meubileering van de kamers voor de wijkverpleegster, alsmede van de bestuurskamer. Wegens drukke werkzaamheden bedankte in de bestuursver gadering van 13 Juni 1924, de heer J. de Kraker als penningmeester en werd in diens plaats benoemd de heer L. P. Bakker. Het magazijn werd op 15 Januari 1926 in gebruik genomen. Aangezien de wijkver pleegster liever in haar kosthuis bleef wonen werd dit voorloopig alleen bewoond door de magazijnhoudster met haar gezin en bleef het gedeelte, bestemd voor de verpleegster, onbe- woond. In de algemeene vergadering van 23 Februari 1925 werd in de plaats van het overleden bestuurslid de heer L. H. Burm, als zoodanig gekozen de heer P. de Kort. Op 19 Februari 1926 hield het bestuur zijn eerste vergadering in het nieuwe gebouw en waarbij als feestgave kon worden meegedeeld, dat een der obligatiehouders zijn obligaties aan de vereeniging had geschonken. In het voor- jaar van 1926 werd alhier een tentoonstel- ling gehouden door de Centrale Vereeniging voor Tuberculosebestrijding, die zeer veel be- zoekers trok en dezen een kijk gaf, op wat in ons land gedaan werd door deze vereeniging en wat de resultaten waren dezer bestrijding. Wegens huwelijk vroeg de wijkverpleegster G. van Eenennaam, ontslag met ingang van 1 October 1926 en dat haar met dank voor de belangrijke diensten, door haar bewezen, eervol werd verleend. Besloten werd sollici tanten op te roepen, met verplichting te wonen in het gebouw. Vier sollicitanten deden zich op waaruit gekozen werd Zuster M. A. Bouwens te Middelburg, die echter deze be noeming niet aannam en werd daarna be noemd mejuffrouw M. E. Voswijk uit Amster dam. Werd in 1921 reeds gesproken over plannen tot het oprichten van een Wit- Gele Kruis", zes jaar later in 1927 vond dit werkelijk plaats en had tot gevolg, dat de heer P. de Kort in de bestuursvergadering van 26 November 1928, ontslag nam als lid van het bestuur. In de algemeene vergade ring van 28 Februari 1929 werd in diens plaats benoemd de heer Lev. van Hoeve Jz. Door de oprichting van deze nieuwe vereeni ging verloor de onze natuurlijk het grootste gedeelte harer Roomsch-Katholieke leden. Hoewel hierdoor het bedrag aan contributies verminderde. bleef zij gelukkig in staat haar werk zonder veel moeite voort te zetten. In Januari 1928 hield de wijkverpleegster een moedercursus, die door een veertigtal vrou wen met succes gevolgd werd. Op 4 Juni 1928 vroeg evenwel zuster Voswijk eervol ontslag met ingang van 15 September, daar zij, naar haar meening te weinig werk had. Een oproeping voor een nieuwe werd gedaan, met het resultaat, dat 19 sollicitanten zich aanmeldden, waaruit benoemd werd zuster A. J. Kruithof uit Schiedam. Tot onzen spyt werd de magazijnhoudster vrouw De Fouw, ernstig ziek. Met veel moeite en extra hulp wist zij nog geruimen tijd haar werk te ver- richten, doch haar kwaal verergde zoodanig, dat zij het werk niet meer aan kon en in Juni 1929 eervol ontslag vroeg. Op de meest eer- volle wjjze werd haar dit ontslag verleend en werden er sollicitanten opgeroepen. Zeven- tien personen meldden zich aan en werd hier- uit, in de bestuursvergadering van 24 Juni 1929, tot magazijnhoudster benoemd mejuf frouw Joh. van DrielMeeusen, die op het oogenblik, nog steeds tot voile tevredenheid, het magazijn en de artikelen onderhoudt. In de bestuursvergadering van 26 Septem ber 1932 werd besloten tot het houden eener cursus Eerste Hulp bij Ongelukken. Deze cursus ving aan in November 1932, onder lei- ding van Dr. Bom, met 19 deelnemers en deel- neemsters. In 1933 en in 1934/1935 vonden herhalingscursussen plaats. Op 13 Februari 1935 nam Dr. Van Gelderen uit Middelburg aan 11 dezer cursisten een examen af, met tot resultaat, dat aan alien het diploma uit- gereikt kon worden. Teneinde in staat te zijn meer artikelen, noodig bij de tuberculosebestrijding, aan te schaffen werd in 1932, onder leiding van de wijkverpleegster, een bazar gehouden, die bruto 1500 opbracht.In de algemeene ver gadering van 15 Februari 1933 werd tot be stuurslid benoemd de heer A. van 't Hoff, in de plaats van het overleden lid, den heer C. Smies Hermz. De heer P. Le Feber, die van de oprichting af de functie van secretaris had vervuld, bedankte als zoodanig, in de verga dering van 23 Februari 1937, wegens een zeer ernstige ziekte. In zijn plaats werd als be stuurslid benoemd zijn zoon de heer A. P. Le Feber, die in de daarop volgende bestuurs vergadering benoemd werd tot secretaris, welke betrekking hij op dit oogenblik, nog steeds op de meest waardige wijze, vervult. In de bestuursvergadering van 28 October 1938 vroeg en verkreeg de wijkverpleegster Kruithof, eervol ontslag, wegens haar benoe ming als zoodanig te IJselmonde. Een oproe ping werd gedaan met het resultaat, dat 21 sollicitanten zich opdeden en waaruit benoemd werd de tegenwoordige wijkverpleegster mejuffrouw G. M. Kloet. Hiermede mijne heeren meen ik u een blik te hebben gegeven in de geschiedenis onzer vereeniging. Mocht ik hierbij iets over het hoofd hebben gezien, dan vraag ik daarvoor wel verontschuldiging. Met dankbaarheid mogen wij terugzien op den afgelegden weg. Onze vereeniging ,,Het Groene Kruis", gebo- ren in een tijd, waarin de groote wereldbrand rondom woedde heeft niet alleen 25 jaar lang stand kunnen houden, maar is tevens gewor- den een vereeniging, die de liefde en de mede werking van de geheele bevolking bezit en die in onze gemeente niet gaarne meer gemist zou worden. Dat de vereeniging dit alles heeft kunnen bereiken, is in de eerste plaats te danken aan de goede geest, die steeds heerschte en nog heerscht, in onze bestuurs- vergaderingen. De onderlinge samenwerking van het bestuur liet en laat tot heden nimmer te wenschen over en zal, naar ik vertrouw, u het mij niet ten kwade duiden, dat ik thans allereerst een persoonlijk woord richt tot mijn medebestuursleden. Met voldoening en dankbaarheid richt ik daarbij mijn blik achterwaarts op den afge legden weg, doch daarbij komt helaas een weemoeaige gedachte naar voren, als ik denk aan de leden van ons bestuur, die voor altjd van ons zijn weggegaan. Met u, mijnheer A. de Visser en J. de Kraker Rz., zijn wij drieen de eenige overgeblevenen der zeven eerste bestuursleden. Van de andere vier is nog slechts in leven Ds. Lammertsma, terwijl voor goed zijn weggegaan de heeren P. Le Feber, L. H. Burm en J. de Kraker Cz. en zelfs reeds weer de heer C. Smies Hz., die in de plaats vah laatstgenoemde gekozen werd. Met dankbaarheid denken wij terug aan het- geen zij deden in het belang onzer vereeni ging en brengen een eeresaluut aan hunne lagedachtenis. Gedurende de verloopen 25 jaar is het be- ;tuur talrijke malen bijeen geweest en ik ge- loof niet, dat er in dien tijd eenig besluit is genomen, waarbij geen eensgezindheid be stond. Onze vergaderingen kenmerkten zich door de goede geest, die hierin heerschte, terwijl ieder bezield was met het voornemen zijn voile medewerking te verleenen aan den bloei onzer vereeniging. Van deze plaats zeg ik hun hiervoor mjjn haj;telijken dank en hoop, dat deze goede ver- standhouding nimmer verdwijnt. Zonder me dewerking der leden kan een bestuur evenwel zeer weinig ujtvoeren. Met voldoening kan ik hier verklaren, dat deze medewerking ten voile werd gegeven. Mocht er iets gedaan worden in het belang van ,,Het Groene Kruis", steeds was ieder be reid zich hiervoor te geven. Had een vereeni ging bij opheffing een saldo over, waarvoor een bestemming diende gevonden te worden, steeds was ,,Het Groene Kruis" de eerste, die genoemd werd als daarvoor in aanmerking komende. Daarom ook mijn hartelijken dank aan de leden voor hun medewerking en voor hun genegenheid, die zij aan onze vereeniging toe- dragen. Jammer genoeg is het bedrag der contributies niet voldoende om de vereeni ging finantieel te beheeren zonder buitenge- wonen steun. Wijkverpleging is dan ook niet mogelijk zonder de jaarlijksche subsidie van f 1000 der gemeente. De wijkverpleging is thans zoo ingeburgerd, het nut ervan wordt voortdurend gezien en de resultaten zoodanig gewaardeerd, dat wij onze gemeente, zonder deze instelling niet meer kunnen indenken en volgens mgn vaste overtuiging kan deze zelfs niet meer gemist worden. Daarom een woord van hartelijken dank aan het bestuur der ge meente, dat tot op heden, niettegenstaande het steeds moeilyker wordt een sluitende be grooting op te maken, het ons mogelijk blijft maken de wijkverpleging in stand te houden door niet te tornen aan het bedrag dezer sub sidie. Geen wijkverpleging is mogelijk zonder verpleegsters, die uit den aard der zaak daar- van het belangrijkste gedeelte vormen. De verpleegster moet opgewassen zijn tegen haar vaak moeilijk, doch mooi werk en weten om te gaan met zieken, die dikwijls als gevolg van hun ziekte, veeleischend en slecht gehu- meurd kunnen zijn. Ook moeten zij kunnen samenwerken met de doktoren. Tot mijn groote vreugde hadden wij in het afgeloopen tijdperk hierover nimmer te klagen. De moei- lijkste taak had zeer zeker onze eerste zuster, mej. Van Eenennaam, die er voor stond om in onze gemeente de wijkverpleging ingang te doen vinden. Velen hadden bezwaar de ver pleging hunner verwanten uit handen te geven aan een vreemde. Zij beschouwden het als hun plicht om zelf hun naastbestaanden te verplegen. Met tact en voorzichtigheid wist zuster Van Eenennaam op te treden en zelf afkomstig van het platteland, kende zij vol- komen de eigenaardigheden van een dergelijke bevolking en verwierf zij al spoedig het ver trouwen der gemeentenaren. Meer en meer werd ingezien, dat door een zorgvolle en des kundige verpleging, het lijden eener ziekte aammerkelijk verlicht werd en al zeer spoedig had zij de voldoening dat haar hulp regelmatig werd aanvaard en dat deze op prijs werd ge steld. Een bijzonder woord van dank wll ik haar daarom brengen, zonder daarbij te kort te doen aan de plichtsgetrouwheid der na haar gekomen wijkzusters Voswijk, Kruithof en de op dit oogenblik in functie zijnde zus ter Kloet. Ook aan haar alien ben ik niets dan dank versehuldigd en ik ben ervan overtuigd, dat al onze leden het hiermede met mij eens zijn. Trouwens de van tijd tot tijd ingekomen buitengewone giften van dankbare, door haar verzorgde zieken, geven daarvan het spreken- de bewijs. Klachten over haar kwamen zelden in en is het voor het bestuur, in het 25jarig tijdvak, als het ware geweest of er geen wijk verpleging bestond. Met opgewektheid en eveneens zonder ernstige klachten harerzijds, vervulden alien haar plicht en dat dit het ge- val was mag grootendeels ook toegeschreven worden aan de goede verstandhouding, die tusschen haar en de doktoren bestond en nog steeds bestaat. Het is mijn vaste overtuiging, dat een tactisch optreden tegen de wijkzusters door heeren artsen, niet anders dan ten goede komt aan de wijze, waarop een zuster iederen dag haar vaak zoo moeilijke werkzaamheden aanvangt en volbrengt. Er kunnen tijden zijn, waarin het onmoge- lijk is, dat edn zuster het verlangde werk doet en waarin twee of meer harer haar han den zouden volhebben. In zulke tijden is het noodig, dat er geschipperd wordt en niet het onmogelijke wordt verlangd. Is het vaak'al lastig om edn heer te dienen, veel lastiger is het, wanneer dit er twee of meer zijn. Iedere arte zijn eigen verpleegster zou een ideale toestand zijn, jjaaar de financien laten dit niet toe en is dus hieraan niet te denken. Tot mijn blrjdschap mag ik gelukkig hier verklaren, dat tot nu toe ook nog nimmer ernstige klachten bij het bestuur inkwamen over de wijkzuster van heeren doktoren. Dit pleit niet alleen vdor de zuster maar ook voor de heeren geneeskundigen. Daarom ook mijn hartelijken dank aan heeren doktoren voor hunne medewerking, waardoor de taak van het bestuur ten zeerste verlicht wordt. Een bijzonder woord van dank past hierbjj aan de beide artsen Bom en Yens. Bij de ge- boorte verleenden zij hun assistentie en hiel- pen met kracht om de jonggeborene door de moeilijke kinderjaren heen te brengen. Het zal ook voor hen een voldoening zijn, dat het jonge wicht opgroeide tot een flinke deem. Wil een wijkverpleging aan haar doel be- antwoorden en op prijs gesteld worden door de patienten, dan is het beschikbaar stellen van goed gereinigde en frisch uitziende arti kelen, waarvan men, om het eenvoudig uit te drukken, niet vies behoeft te zijn, een zaak van groot belang. Een magazijnhoudster, die hieraan de hand houdt is dan ook meer dan noodzakelijk. Ook hierover hebben wij tot one genoegen nimmer te klagen gehad en past ons zeer zeker ook daarom een woord van hartelijken dank voor haar goede zorgen aan de verschillende artikelen besteed en waardoor ook zij hebben meegewerkt de verpleging zoo goed mogelijk aan haar doel te beantwoorden. Bij de oprichting en verder bij het propa ganda maken om het ledental uit te breiden, hebben wij tot ons genoegen steeds de voile medewerking gehad van de plaatselijke pers. Van deze plaats wil ik ook hiervoor mijn hartelijken dank uitspreken met de hoop, dat de goede verhouding, die steeds tusschen haar en onze vereeniging bestond, mag voort- duren. Op een oogenblik als dit richten wfl onwillekeurig ons oog voorwaarts met de ge dachte, zal het ons mogelijk zijn aan de keten van 25 schakels er opnieuw 25 te voegen en hoe zal dan na deze 25 jaren, onze vereeni ging er voorstaan. Aan voorspellingen wil ik mij niet wagen, doch wanneer ,,Het Groene Kruis" de achting en de liefde van de leden blijft behouden en alien blijven medewerken haar bloei te bevor- deren, durf ik hier als mijn vaste overtuiging uitspreken, dat ,,Het Groene Kruis", omhan- gen met een gouden krans, nog veel grootere beteekenis zal bezitten in onze gemeente, dan op dit oogenblik, waarop een zilveren krans haar siert. Ik eindig met de bede, dat dit wer kelijk zoo moge zijn.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 3