sehap het Wit-Gele Kruis reeds eenige jaren
bestond en het mogelijk was, dat er plannen
bestonden tot het oprichten van een afdeeling
in onze gemeente.
Een bezoek werd gebracht bij den toen-
maligen Zeer Eerw. Heer Pastoor Buijsrogge.
Hierbij bleek, dat deze er niet aan dacht om
een dergelijke afdeeling op te richten, zoolang
de hoogere kerkelijke autoriteiten hem daar-
toe niet de verplichting oplegden.
Hij was bereid tot voile medewerking, doch
wenschte verschoond te blijven deel uit te
maken van een eventueel bestuur.
Beide bezoeken vonden plaats in Juli 1914
en, gaven, zooals te begbijpen is, alle moed,
dat spoedig onze gemeente een vereeniging
„Het Groene Kruis" rijk zou zQn.
In overleg met den heer Lammertsma en
de beide artsen Yens en Bom, werd besloten
een algemeene vergadering op te roepen. In
deze vergadering zou dan Dr. Yens het doel
eener vereeniging ,,Het Groene Kruis" uiteen-
zetten om daardoor ieders medewerking te
verkrijgen. Deze vergadering heeft echterniet
plaats kunnen vinden, want eind Juli brak
de wereldoorlog uit, die vier jaar lang de
wereld in vuur en vlam zou zetten.
Velen onzer zullen zich die dagen nog zeer
goed herinneren en vooral dien Zaterdag-
morgen, toen door de algemeene mobilisatie
onze jonge mannen, waaronder vele huis-
vaders, per trein de gemeente verlieten met
onbekende bestemming en waarbij alle ellende
en \yreedheid van een oorlog, voor den geest
kwarn en. Er werd aan geheel andere dingen
gedacht dan aan het oprichten van een
Groen Kruis.
Daarbij kwam, dat reeds zeer spoedig in
onze gemeente troepen werden gelegerd,
waardoor alle beschikbare gebouwen werden
ingenomen, en tot gevolg had, dat voor de
voorgenomen algemeene vergadering geen
geachikte zaal gevonden kon worden.
Wat nu, vroeg men zich af. De gedachte
rees om de pogingen tot het oprichten eener
vereeniging, nog maar wat uit te stellen,
daar volgens de algemeene meening, een
Europische oorlog niet lang zou kunnen duren.
Alles was evenwel te mooi voorbereid om te
toesluiten tot uitstellen, waarvan allicht een
afstel zou kunnen komen. De noodzakelijk-
heid van een goede ziekenverzorging bleef be-
staan en na overleg werd besloten door te
zetten en geen algemeene vergadering op te
roepen, doch van elke richting e6n persoon
nit te noodigen tot een bespreking.
Op 7 Augustus 1914 kwamen dan ook de
volgende heeren tezamen: Ds. Lammertsma,
M Wolfert Jz., J. de Kraker Oz., A. de Visser,
P. L>e Feber, Dr. J. C. Bom, Dr. P. A. Yens
pn spreker.
Getracht was om ook een Roomsch-Katho-
liek er bij te krijgen, doch dit was niet gelukt.
Op deze vergadering werd het doel eener
vereeniging ,,Het Groene Kruis" uiteengezet,
n.l.het hebben en doen gebruiken van ver-
piegingsartikelen, het in dienst stellen van
een verpleegster en het bestrijden der tuber-
culose, in verband met de bepalingen, onder
welke voor dezen arbeid rijkssubsidie kon ver
kregen worden.
Direct merkte een der aanwezigen op, dat
het niet gemakkelyk uitvoerbaar zou zijn om
alhier een verpleegster te hebben, doch dat
dit misschien gezamenlijk zou kunnen geschie-
den met de gemeente Terneuzen of Zaamslag.
Gelukkig bleek al reeds zeer spoedig, dat een
dergelijke opmerking wel wat te zwaartillig
was geweest.
Alle aanwezigen waren bereid mede te wer-
ken tot het oprichten eener vereeniging ,,Het
Groene Kruis", en besloot men om spoedig
weer een vergadering te houden, waarvoor dan
ieder der thans aanwezigen een persoon zou
medebrengen en waarop dan een ontwerp
statuten en reglement zou worden aangeboden.
Op 14 September 1914 kwam deze vergade
ring bijeen en waren hierbij, naast de daar
straks genoemde acht personen, tegenwoordig
de heeren J. de Feijter Lev.z., J. de Kraker
Ha.. A. de Ruijter, L. H. Burm, F. ten Kaate,
F Augusteijn en H. Smies.
In deze vergadering werd reeds allereerst
de opmerking gemaakt, het vreemd te hebben
gevonden, dat geen algemeene vergadering,
waarop ieder aanwezig kon zijn, was uitge-
schreven. Enkelen meenden, dat hierdoor velen
niet genegen zouden zijn, om, bij een eventueel
tot stand komen der vereeniging, als lid toe
te treden.
Zooals reeds eerder is gezegd, was de reden
hierVan het ontbreken van een geschikte zaal,
en, gelukkig, billijkte de meerderheid der aan
wezigen deze reden, want niet alleen werd
definitief besloten tot het oprichten eener
vereeniging „Het Groene Kruis", maar ook
werden de statuten en het reglement vast-
gesteld, ja zelfs vond de benoeming van het
bestuur plaats. Bij acclamatie werden respec-
tievelijk benoemd tot voorzitter en tot secre-
taris spreker en de heer P. Le Feber, terwijl
door stemming werden benoemd de heeren
Ik H. Burm, Ds. Lammertsma, A. de Visser,
J de Kraker Cz. en J. de Kraker Rz. De dok-
toren Bomwen Yens werden aan het bestuur
toegevoegd als adviseerende leden.
In een daarop direct volgende bestuursver-
gadering werd benoemd tot penningmeester
de heer J. de Kraker Riz. Tevens werd beslo
ten zich als lid aan te sluiten bij de Centrale
Vereeniging „Het Groene Kruis" te Utrecht.
Maandag 14 September 1914 is alzoo de
dag, waarop onze plaatselijke vereeniging
,jHet Groene Kruis" is opgericht. Deze op
richting had plaats in een tijd, waarin geheel
Europe een hel was, het gebulder der kanon-
sen dagelijks gehoord werd, voortdurend
vluchtelingen uit het naburig Belgie om
onderdak vroegen en onze gemeente daarbij
hog huisvesting moest verleenen aan een ge
deelte van ons eigen leger.
De tijden waren dan ook zeer gedrukt, doch
gelukkig heeft dit haar groei niet vertraagd,
ja wellicht eerder bevorderd. Als resultaat
van eep artikel geplaatst in de Axelsche Cou-
rant, met aanbeveling van de plaatselijke
geestelijken en doktoren, benevens door huis-
bezoek, gaven zich 64 leden op met een con-
tributie van 116.
Weliswaar was dit cijfer niet zoo schitte-
rend, maar het begin was gemaakt en bij het
bestuur bestond de vaste overtuiging, dat het
ledental zou toenemen wanneer getoond werd,
dat de vereeniging werkelijk in staat was het
iiiden der zieken te verzachten.
Aan het aanstellen van een verpleegster
kon nog niet worden gedacht, doch door het
verstrekken van doelmatige verplegingsarti-
kelen zouden reeds velen gewonnen kunnen
worden. Veertien dagen na den oprichtings-
datum werd dan ook besloten om tot eenbe-
drag van f 500, de meest noodzakelijke arti-
kelen aan te schaffen. Het geld hiervoor was
Wel niet aanwezig, maar het bestuur, vol ver-
trouwen en gedachtig aan de oude spreuk
„de cost gaet voor de baet", twijfelde er niet
aan, dat het ledental, en daarmede de contri
butie, zou toenemen.
Verplegingsartikelen vragen evenwel ber-
ging en vooral schoonhouden, ontsmetting en
onderhoud. Van bouwen van een magazijn,
alsmede het aanstellen van een behoorlijk ge-
salarieerde magazijnhoudster, was nog geen
sprake, daarvoor waren de middelen nog niet
toereikend. De secretaris Le Feber was ech-
ter bereid de verschillende artikelen op zijn
zolder op te bergen, terwijl zijn oudste doch-
ter zich wilde belasten met het afgeven en
onderhoud dezer artikelen.
Bij besluit van 1 October 1914, onder no. 16,
Staatscourant no. 255, verkreeg de vereeni
ging de Koninklijke goedkeuring.
In het begin van October woedde de oorlog
in de onmiddelljjke nabijheid onzer grenzen.
Het Belgische leger, achtervolgd door de Duit-
sche troepen, vluchtte uit Antwerpen naar de
kust. Dit had tot gevolg, dat alle gemeenten
in Zeeuwsch-Vlaanderen, alzoo ook de onze,
overstroomd werden door vluchtelingen uit
de grensgemeenten. Handen kwamen tekort
om alien hulp te verleenen en vooral kostte
'tveel moeite om ieder onder dak te brengen.
Alle gebouwen, kerken, scholen, schuren,
magazjjnen, waren geheel bezet met menschen
van allerlei rang en stand, waaronder natuur-
lijk tal van kinderen, oude vrouwen en man
nen. Op dat oogenblik bleek het groote nut
der aansluiting onzer vereeniging bij de Cen
trale Vereeniging, daar Ds. Fleischer, de op-
richter van ,,Het Groene Kruis" en voorzitter
der centrale vereeniging, zich direct in ver-
binding stelde met ons bestuur en daarbij een
noodziekenhuis, voorzien van de noodigste
verplegingsmiddelen, ten behoeve der Belgi
sche vluchtelingen aanbood. Van dit aanbod
werd evienwel geen gebruik gemaakt, daar
door de gemeente 'reeds een ziekenbarak op
het concoursterrein was ingericlit. Wat zou
een dergelijke ziekenbarak een mooie reclame
geweest zjjn voor onze vereeniging, vooral
daar de benarde tijden invloed uitoefenden
op het uitbreiden van het ledental en dit in
December 1914 nog slechts 97 bedroeg' met
een contributie van 168,50.
In 1915 verliet het bestuurslid de heer J. de
Kraker Cz. de gemeente en werd in zjjn plaats
tot bestuurslid benoemd de heer C. Smies Hz.
Aangezien het getal leden niet genoegzaam
uitbreidde, ondanks de propaganda die voort
durend in de Axelsche courant werd gemaakt,
besloot men in 1916 een circulaire te versprei-
den, dat tot gevolg had, dat f 80 meer aan
contributie werd verkregen en het ledental
225 werd, met een contributie van f 320.
In dat jaar schonk de heer A. J. Claessens
een ligtent, waarvan reeds direct een tuber-
culoselijdster dankbaar gebruik kon maken.
Geleidelijk groeide het verplegingsmateriaal
aan en toonde de vereeniging wat zij op het
gebied der verpleging kon uitrichten. Niet-
tegenstaande dit, vloeiden, tegen de verwach-
ting, de inkomsten niet voldoende en werd in
1916 aan de gemeente om een bijdrage ver-
zocht, met het gunstig resultaat, dat een
jaarlijksche subsidie van 25 werd verleend.
Voortdurend voelde men de behoefte aan
een verpleegster, doch zoolang de geldmidde-
len hiervoor niet toereikend waren, kon daar-
aan niet gedacht worden. In October van 1916
verliet Ds. Lammertsma de gemeente en ver-
loor de vereeniging hierdoor een bestuurslid,
die, als mede-oprichter, zeer veel voor ,,Het
Groene Kruis" had gedaan om dit bij de in-
woners ingang te doen vinden. In zijn plaats
werd benoemd de heer L. P. Bakker.
Behalve aan een verpleegster, werd er ook
voortdurend over gedacht een magazijn te
bouwen, dat eveneens zeer noodig was, daar,
ondanks het gering bedrag aan contributie,
toch voortgegaan werd met de aanschaffing
der meest noodzakelijke verplegingsartikelen.
Hiervoor was het oog gevallen op een per-
ceel grond aan de Oosterstraat, eigendom van
de Diaconie der Nederduitsch Hervormde Ge
meente. Een perceel, dat ten zeerste geschikt
zou zijn voor een dergelijk doel. Al spoedig
werd het bekend, dat dit lichaam het perceel
gaarne zou willen verkoopen en, hoewel er
nog geen vaste plannen bestonden tot het
bouwen van een magazijn, kocht de vereeni
ging in 1917 dezen bouwgrond voor een prijs
van f 650, en dat in dien tijd reeds achting
voor ,,Het Groene Kruis" bestond, moge blij-
ken uit het feit, dat wijlen notaris J. A. Dreg-
mans, aanwezig in de vergadering, waarin,,het
besluit genomen werd, zich bereid verklaarde
de koopacte slechts tegen vergoeding der ver-
plichte rechten te passeeren. De belangstelling
en de liefde voor onze vereeniging groeiden
trouwens voortdurend aan en is dit wel hoofd-
zakelijk te danken aan de medewerking der
bestuursleden om niet alleen te zorgen, dat
er steeds voldoende artikelen voorradig waren
maar dat ook de meest practische werden
aangeschaft in het belang der zieken.
Uit alle kringen werd medewerking ver
kregen om het ledental zooveel mogelijk uit
te breiden. Als bewijs hiervoor kan dienen,
dat in de algemeene vergadering van 5 Juni
1918 de heer Piet Ortelee zich aanbood om
geheel belangeloos met brochures en circu-
laires leden te werven en hjj daarbij het schit-
terend resultaat had, dat 100 nieuwe leden
toetraden met een contributie van 131,60.
De behoefte aan een verpleegster deed zich
echter voortdurend voelen en in dezelfde ver
gadering van 5 Juni 1918 werd het besluit ge
nomen om informaties in te winnen naar de
kosten van een wijkverpleging en zoo noodig
daarna een buitengewone algemeene vergade
ring te houden. Naar verschillende zijden werd
ge'informeerd, berekeningen werden gemaakt,
van alle kanten werd deze zaak bekeken en
kwam men tot de conclusie, dat het aanstel
len van een verpleegster slechts mogelijk was,
wanneer de gemeente de subsidie verhoogde
tot 1000 per jaar en dat de vereeniging daar
bij tevens op zich nam de bestriding der tu-
berculose, waardoor het mogelijk zou zijn een
rijksbgdrage in het salaris der verpleegster
te verkrijgen, wanneer deze dan tevens als
huisbezoekster voor de tuberculosebestrijding
zou optreden. In de algemeene vergadering
van 21 Juli 1919 werd een overzicht gegeven
van de verkregen inlichtingen en werd, op
voorstel van het bestuur, besloten aan de ge
meente een jaarlijksche subsidie van 1000
te vragen, waarbij de vereeniging zich dan
verplichtte een wijkverpleegster aan te stel
len. Dit voorstel werd niet alleen met alge
meene stemmen aangenomen, maar zelf s werd
het bestuur gemachtigd de benoodigde gelden
op andere wijze bijeen te brengen, wanneer
de gemeenteraad het verzoek niet zou inwil-
ligen. Wel een bewijs, dat de behoefte aan
een wijkzuster sterk werd gevoeld. Er bestond
echter alle verwachting, dat de gemeente w61
aan het verzoek zou voldoen, en deze ver
wachting, dit vertrouwen, werd niet be-
schaamd, want in de raadsvergadering van
21 October 1919 werd gunstig op het verzoek
beslist. Op 17 November 1919 vond een buiten
gewone algemeene vergadering plaats, waarin
de statuten werden gewijzigd in verband met
de tuberculosebestrijding. Deze wijziging werd
Koninklijk goedgekeurd, bij besluit van 28
Januari 1920, no. 55, Staatsblad no. 50, van
11 Maart 1920. Tevens werd in genoemde ver
gadering besloten om sollicitanten op te roe
pen voor wijkverpleegster en huisbezoekster
tuberculosebestrijding. Het aantal verple
gingsartikelen was intusschen z66 toegenomen
dat de secretaris verklaarde deze artikelen
niet langer meer op zijn zolder te kunnen heb
ben, zoodat uitgezien diend,e te worden naar
een andere bergplaats. Erg gemakkelijk was
dit niet en bleek hierbij op nieuw de nood-
zakelijkheid van een eigen gebouw, doch hier-
aan was nog niet te denken wegens de groote
kosten. In de oude kazeme, eigendom der ge
meente, was een lokaal, dat tijdens de mobili
satie gediend had tot cachot voor de militai-
ren en dat zeer geschikt zou zijn om tijdelijk
voor magazijn te dienen. Aan de gemeente
werd een verzoek gericht dit te mogen ge
bruiken, met gevolg, dat de vereeniging er de
tijdelijke beschikking over kreeg. Met het
verdwijnen der artikelen uit het huis van den
secretaris, moesten wij echter ook de uitste-
kende zorgen missen, die zijn dochter hieraan
gedurende zes jaar had besteed en stond de
vereeniging voor de noodzakelijkheid een ma
gazijnhoudster te zoeken, die uit den aard der
zaak, niet te ver van het magazijn zou mogen
wonen. De keuze was daardoor zeer beperkt,
doch gelukkig liet de Weduwe W. de Bruijne,
die in de nabijheid woonde, zich een benoe
ming als zoodanig welgevallen. Al zeer spoe
dig trad deze weer in het huwelijk, waardoor
zg op een te grooten afstand van het maga-
zgn kwam te wonen om zich verder met de
verzorging hiervan te belasten. Tot onze
groote vreugde was evenwel haar zuster,
vrouw De Fouw, die tegenover de kazerne
woonde, genegen haar plaats in te nemen.
In de bestuursvergadering van 16 Januari
1920 werd uit acht sollicitanten als wijkver
pleegster benoemd mej. G. van Eenennaam,
als zoodanig werkzaam te Wolfertsdijk, die
in de bestuursvergadering van 6 April 1920
werd ingeleid als wijkverpleegster onzer ver
eeniging. Hiermede deed dus de wijkverple
ging haar eerste intrede in onze gemeente.
Niet ieder was evenwel gesteld op de ver
pleegster aan het ziekbed. Velen beschouwden
het als een tekortkoming aan de zieke bloed-
verwant om de verpleging in handen te geven
van een vreemde. Veel vooroordeel was alzoo
te overwinnen eer de wijkverpleging ingebur-
gerd zou zijn. Zuster Van Eenennaam had ech
ter indertijd een zelfde strijd moeten voeren
te Wolfertsdijk, was dus ten zeerste met de
moeilijkheden bekend en hierdoor, doch voor
al door haar tactisch optreden, gelukte het
haar al spoedig de mensrtlen aan den nieuwen
toestand te wennen. Van belang hiervoor was
natuurlijk een goede verzorging der zieken,
waardoor het ieder meer en meer duidelijk
werd hoeveel vroeger door de zieke noodeloos
was geleden in vergelijking met thans, nu de
verpleging in handen van een deskundige was.
Wel bleven natuurlijk enkelen, en die zijn
er op het oogenblik zelfs nog, zich verzetten
tegen een bezoek aan het ziekbed door de
wijkzuster, maar zachtjesaan veranderde dit,
vooral door de zichtbare resultaten. En wan
neer thans mocht worden besloten om de wijk
verpleging af te schaffen, ben ik ervan over-
tuigd, dat zoo goed als de geheele gemeente
zich hiertegen zou verzetten. De voomaam-
ste wensch, gekoesterd bij de oprichting, was
dus in vervulling gegaan. Die tot het bouwen
van een eigen magazijn echter nog niet. Het
aantal artikelen vermeerderde voortdurend,
vooral nu er een wijkverpleegster was, die,
bekend met de verschillende verplegingsarti
kelen, de beste hiervan, zooveel mogelijk,
wenschte aan te schaffen. Waren het tot nu
toe over het algemeen slechts artikelen ge
weest van betrekkelijk kleinen omvang, thans
kwamen hierbij ligtenten, ledikanten, ligstoe-
len, enz., alle artikelen, die veel plaats voor
opberging vroegen en maakte het bouwen van
een eigen magazijn een punt van bespreking
uit in de bestuursvergadering van 17 Maart
1920. Om te beginnen werd de portefeuille met
teekeningen van dergelijke gebouwen gevraagd
aan het Centraal Bureau, dat tot gevolg had,
dat aan den architect C. C. van Beaumont te
Haarlem, onder wiens beheer de Gereformeer-
de Kerk en de pastorie was gebouwd, opge-
dragen werd een ontwerp te maken met be-
grooting voor een magazijn. Deze voldeed aan
het verzoek en werd in de bestuursvergade
ring van 1 October 1920 een ontwerp voor een
wijkgebouw ter tafel gebracht, waarvan de
bouwkosten geraamd werden op 35.000.
Ik zal wel niet behoeven te vertellen, dat het
in die vergadering tot geen besluit kwam.
Op 24 April 1920 werd In de gemeente de
eerste Emmabloemcollecte gehouden, die netto
opbracht 160.
Had tot nu toe onze vereeniging de geheele
gemeente omvat, onverschillig de gezindte of
politieke richting, in 1921 kwam er gevaar.
dat hierin verandering zou komen door het
oprichten van een Wit-Gele Kruis" waar
door zoo goed als alle Roomsch-Katholieke
leden uit de vereeniging zouden treden. Een
vermindering van het bedrag aan contributies
zou natuurlijk hiervan het gevolg zijn en werd
besloten nu reeds door intensieve propaganda
te trachten dit bedrag op dezelfde hoogte te
houden door het aanwerven van leden maar
ook door' verhooging der contributie. Hoewel
in de vergadering van 1 October 1920 geen
besluit was genomen inzake het bouwen van
een magazijn, toch werden de pogingen daar-
toe niet gestaakt. Het benoodigde geld was
natuurlgk hoofdzaak. In de kas waren geen
voldoende geldmiddelen daarvoor aanwezig,
wel was indertijd besloten een bouwfonds te
vormen, waarin jaarlijks een bedrag uit de
gewone middelen zou worden gestort, doch
veel was hiervan niet terecht gekomen.
Gelukkig had ,,Het Groene Kruis" reeds zeer
veel vrienden voor wie niets teveel was om
mede te werken aan haar bloei. Zonder te
kort te willen doen aan de anderen, wil ik hier
een vereeniging noemen waaraan ,,Het Groene
Kruis" zeer veel heeft te danken, en dat is
de Christelijke vrouwenvereeniging ..Tryfosa".
In 1922 hield deze vereeniging een bazar
van door haar leden gemaakte goederen waar
van de netto opbrengst zou gegeven worden
aan ,,Het Groene Kruis", als steun voor den
bouw van een magazijn. De netto-opbrengst
bedroeg f 550, en mag dit bedrag beschouwd
worden als den eersten van het magazijn.
Deze eerste steen was tevens een prikkel
voor het bestuur, om de pogingen voor het
bouwen van een magazijn flink aan te pakken
en werd besloten te trachten rentelooze aan-
deelen uit te geven. Het resultaat dezer
pogingen was echter niet schitterend, daar
slechts 16 aandeelen van f 100 ieder, werden
aangeboden. Met rentelooze aandeelen zou
het dus niet gaan en w'erd in de algemeene
vergadering van 10 Mei 1922 besloten om te
trachten rentegevende aandeelen te plaatsen
desnoods gelden op hypotheek te nemen. Erg
vlot ging ook dit niet en verliepen er nog-
maals twee jaren, voordat het bestuur met
een definitief voorstel tot bouwen, zou kunnen
komen. Vast stond, dat niet gedacht kon
worden aan een wijkgebouw, waarvan inder
tijd een teekening was gemaakt en waarvan
de kosten begroot werden op 35.000. Op
verzoek maakte de architect De Beaumont een
nieuw plan, doch nu voor een magazijn met
woning voor de wijkverpleegster en de maga
zijnhoudster, daar van het denkbeeld om een
wijkgebouw te stichten werd afgezien. Niet
alleen wegens de hooge kosten geschiedde dit,
maar ook omdat in dien tfld voldoende gele-
genheid bestond voor ziekenverpleging, n.l. te
Terneuzen, Sluiskil, Hulst en Groenedijk.
In de algemeene vergadering van 2 Mei
1924 kon dan ook het bestuur komen met een
nieuw plan, waarvan de begrooting der kos
ten bedroeg f 10.000. Dit plan werd goed
gekeurd en met algemeene stemmen het
bestuur gemachtigd over te gaan tot het
houden eener aanbesteaing en obligaties uit
te geven van /100 ieder tegen een rente van
5 c/c. Op 26 Juni 1924 vond deze aanbeste-
iing plaats en werd de bouw gegund aan den
leer Van Sabben te Axel voor een som var
9980. Eenmaal begonnen met bouwen ging
•et gemakkelijker om obligaties te plaatser
en kon gedurende dit bouwen, zonder eenige
moeite voldaan worden aan alle betalings-
verplichtingen.
Een gebouw, vooral het gedeelte bestemd
tot woning der wijkverpleegster moet worden
gemeubileerd en was het wederom de reeds
genoemde vereeniging Tryfosa, die door het
opnieuw houden van een bazar, de benoodigde
gelden schonk voor de meubileering van de
kamers voor de wijkverpleegster, alsmede
van de bestuurskamer. Wegens drukke
werkzaamheden bedankte in de bestuursver
gadering van 13 Juni 1924, de heer J. de
Kraker als penningmeester en werd in diens
plaats benoemd de heer L. P. Bakker.
Het magazijn werd op 15 Januari 1926 in
gebruik genomen. Aangezien de wijkver
pleegster liever in haar kosthuis bleef wonen
werd dit voorloopig alleen bewoond door de
magazijnhoudster met haar gezin en bleef het
gedeelte, bestemd voor de verpleegster, onbe-
woond. In de algemeene vergadering van 23
Februari 1925 werd in de plaats van het
overleden bestuurslid de heer L. H. Burm,
als zoodanig gekozen de heer P. de Kort. Op
19 Februari 1926 hield het bestuur zijn eerste
vergadering in het nieuwe gebouw en waarbij
als feestgave kon worden meegedeeld, dat
een der obligatiehouders zijn obligaties aan
de vereeniging had geschonken. In het voor-
jaar van 1926 werd alhier een tentoonstel-
ling gehouden door de Centrale Vereeniging
voor Tuberculosebestrijding, die zeer veel be-
zoekers trok en dezen een kijk gaf, op wat in
ons land gedaan werd door deze vereeniging
en wat de resultaten waren dezer bestrijding.
Wegens huwelijk vroeg de wijkverpleegster
G. van Eenennaam, ontslag met ingang van
1 October 1926 en dat haar met dank voor de
belangrijke diensten, door haar bewezen,
eervol werd verleend. Besloten werd sollici
tanten op te roepen, met verplichting te
wonen in het gebouw. Vier sollicitanten deden
zich op waaruit gekozen werd Zuster M. A.
Bouwens te Middelburg, die echter deze be
noeming niet aannam en werd daarna be
noemd mejuffrouw M. E. Voswijk uit Amster
dam. Werd in 1921 reeds gesproken over
plannen tot het oprichten van een Wit-
Gele Kruis", zes jaar later in 1927 vond dit
werkelijk plaats en had tot gevolg, dat de
heer P. de Kort in de bestuursvergadering
van 26 November 1928, ontslag nam als lid
van het bestuur. In de algemeene vergade
ring van 28 Februari 1929 werd in diens
plaats benoemd de heer Lev. van Hoeve Jz.
Door de oprichting van deze nieuwe vereeni
ging verloor de onze natuurlijk het grootste
gedeelte harer Roomsch-Katholieke leden.
Hoewel hierdoor het bedrag aan contributies
verminderde. bleef zij gelukkig in staat haar
werk zonder veel moeite voort te zetten. In
Januari 1928 hield de wijkverpleegster een
moedercursus, die door een veertigtal vrou
wen met succes gevolgd werd. Op 4 Juni
1928 vroeg evenwel zuster Voswijk eervol
ontslag met ingang van 15 September, daar
zij, naar haar meening te weinig werk had.
Een oproeping voor een nieuwe werd gedaan,
met het resultaat, dat 19 sollicitanten zich
aanmeldden, waaruit benoemd werd zuster
A. J. Kruithof uit Schiedam. Tot onzen spyt
werd de magazijnhoudster vrouw De Fouw,
ernstig ziek. Met veel moeite en extra hulp
wist zij nog geruimen tijd haar werk te ver-
richten, doch haar kwaal verergde zoodanig,
dat zij het werk niet meer aan kon en in Juni
1929 eervol ontslag vroeg. Op de meest eer-
volle wjjze werd haar dit ontslag verleend en
werden er sollicitanten opgeroepen. Zeven-
tien personen meldden zich aan en werd hier-
uit, in de bestuursvergadering van 24 Juni
1929, tot magazijnhoudster benoemd mejuf
frouw Joh. van DrielMeeusen, die op het
oogenblik, nog steeds tot voile tevredenheid,
het magazijn en de artikelen onderhoudt.
In de bestuursvergadering van 26 Septem
ber 1932 werd besloten tot het houden eener
cursus Eerste Hulp bij Ongelukken. Deze
cursus ving aan in November 1932, onder lei-
ding van Dr. Bom, met 19 deelnemers en deel-
neemsters. In 1933 en in 1934/1935 vonden
herhalingscursussen plaats. Op 13 Februari
1935 nam Dr. Van Gelderen uit Middelburg
aan 11 dezer cursisten een examen af, met
tot resultaat, dat aan alien het diploma uit-
gereikt kon worden.
Teneinde in staat te zijn meer artikelen,
noodig bij de tuberculosebestrijding, aan te
schaffen werd in 1932, onder leiding van de
wijkverpleegster, een bazar gehouden, die
bruto 1500 opbracht.In de algemeene ver
gadering van 15 Februari 1933 werd tot be
stuurslid benoemd de heer A. van 't Hoff, in
de plaats van het overleden lid, den heer C.
Smies Hermz. De heer P. Le Feber, die van
de oprichting af de functie van secretaris had
vervuld, bedankte als zoodanig, in de verga
dering van 23 Februari 1937, wegens een zeer
ernstige ziekte. In zijn plaats werd als be
stuurslid benoemd zijn zoon de heer A. P.
Le Feber, die in de daarop volgende bestuurs
vergadering benoemd werd tot secretaris,
welke betrekking hij op dit oogenblik, nog
steeds op de meest waardige wijze, vervult.
In de bestuursvergadering van 28 October
1938 vroeg en verkreeg de wijkverpleegster
Kruithof, eervol ontslag, wegens haar benoe
ming als zoodanig te IJselmonde. Een oproe
ping werd gedaan met het resultaat, dat 21
sollicitanten zich opdeden en waaruit benoemd
werd de tegenwoordige wijkverpleegster
mejuffrouw G. M. Kloet.
Hiermede mijne heeren meen ik u een blik
te hebben gegeven in de geschiedenis onzer
vereeniging. Mocht ik hierbij iets over het
hoofd hebben gezien, dan vraag ik daarvoor
wel verontschuldiging. Met dankbaarheid
mogen wij terugzien op den afgelegden weg.
Onze vereeniging ,,Het Groene Kruis", gebo-
ren in een tijd, waarin de groote wereldbrand
rondom woedde heeft niet alleen 25 jaar lang
stand kunnen houden, maar is tevens gewor-
den een vereeniging, die de liefde en de mede
werking van de geheele bevolking bezit en die
in onze gemeente niet gaarne meer gemist
zou worden. Dat de vereeniging dit alles
heeft kunnen bereiken, is in de eerste plaats
te danken aan de goede geest, die steeds
heerschte en nog heerscht, in onze bestuurs-
vergaderingen. De onderlinge samenwerking
van het bestuur liet en laat tot heden nimmer
te wenschen over en zal, naar ik vertrouw,
u het mij niet ten kwade duiden, dat ik thans
allereerst een persoonlijk woord richt tot mijn
medebestuursleden.
Met voldoening en dankbaarheid richt ik
daarbij mijn blik achterwaarts op den afge
legden weg, doch daarbij komt helaas een
weemoeaige gedachte naar voren, als ik denk
aan de leden van ons bestuur, die voor altjd
van ons zijn weggegaan. Met u, mijnheer A.
de Visser en J. de Kraker Rz., zijn wij drieen
de eenige overgeblevenen der zeven eerste
bestuursleden. Van de andere vier is nog
slechts in leven Ds. Lammertsma, terwijl voor
goed zijn weggegaan de heeren P. Le Feber,
L. H. Burm en J. de Kraker Cz. en zelfs
reeds weer de heer C. Smies Hz., die in de
plaats vah laatstgenoemde gekozen werd.
Met dankbaarheid denken wij terug aan het-
geen zij deden in het belang onzer vereeni
ging en brengen een eeresaluut aan hunne
lagedachtenis.
Gedurende de verloopen 25 jaar is het be-
;tuur talrijke malen bijeen geweest en ik ge-
loof niet, dat er in dien tijd eenig besluit is
genomen, waarbij geen eensgezindheid be
stond. Onze vergaderingen kenmerkten zich
door de goede geest, die hierin heerschte,
terwijl ieder bezield was met het voornemen
zijn voile medewerking te verleenen aan den
bloei onzer vereeniging.
Van deze plaats zeg ik hun hiervoor mjjn
haj;telijken dank en hoop, dat deze goede ver-
standhouding nimmer verdwijnt. Zonder me
dewerking der leden kan een bestuur evenwel
zeer weinig ujtvoeren. Met voldoening kan ik
hier verklaren, dat deze medewerking ten
voile werd gegeven.
Mocht er iets gedaan worden in het belang
van ,,Het Groene Kruis", steeds was ieder be
reid zich hiervoor te geven. Had een vereeni
ging bij opheffing een saldo over, waarvoor
een bestemming diende gevonden te worden,
steeds was ,,Het Groene Kruis" de eerste, die
genoemd werd als daarvoor in aanmerking
komende.
Daarom ook mijn hartelijken dank aan de
leden voor hun medewerking en voor hun
genegenheid, die zij aan onze vereeniging toe-
dragen. Jammer genoeg is het bedrag der
contributies niet voldoende om de vereeni
ging finantieel te beheeren zonder buitenge-
wonen steun. Wijkverpleging is dan ook niet
mogelijk zonder de jaarlijksche subsidie van
f 1000 der gemeente. De wijkverpleging is
thans zoo ingeburgerd, het nut ervan wordt
voortdurend gezien en de resultaten zoodanig
gewaardeerd, dat wij onze gemeente, zonder
deze instelling niet meer kunnen indenken en
volgens mgn vaste overtuiging kan deze zelfs
niet meer gemist worden. Daarom een woord
van hartelijken dank aan het bestuur der ge
meente, dat tot op heden, niettegenstaande
het steeds moeilyker wordt een sluitende be
grooting op te maken, het ons mogelijk blijft
maken de wijkverpleging in stand te houden
door niet te tornen aan het bedrag dezer sub
sidie. Geen wijkverpleging is mogelijk zonder
verpleegsters, die uit den aard der zaak daar-
van het belangrijkste gedeelte vormen. De
verpleegster moet opgewassen zijn tegen haar
vaak moeilijk, doch mooi werk en weten om
te gaan met zieken, die dikwijls als gevolg
van hun ziekte, veeleischend en slecht gehu-
meurd kunnen zijn. Ook moeten zij kunnen
samenwerken met de doktoren. Tot mijn
groote vreugde hadden wij in het afgeloopen
tijdperk hierover nimmer te klagen. De moei-
lijkste taak had zeer zeker onze eerste zuster,
mej. Van Eenennaam, die er voor stond om
in onze gemeente de wijkverpleging ingang
te doen vinden. Velen hadden bezwaar de ver
pleging hunner verwanten uit handen te
geven aan een vreemde. Zij beschouwden het
als hun plicht om zelf hun naastbestaanden
te verplegen. Met tact en voorzichtigheid wist
zuster Van Eenennaam op te treden en zelf
afkomstig van het platteland, kende zij vol-
komen de eigenaardigheden van een dergelijke
bevolking en verwierf zij al spoedig het ver
trouwen der gemeentenaren. Meer en meer
werd ingezien, dat door een zorgvolle en des
kundige verpleging, het lijden eener ziekte
aammerkelijk verlicht werd en al zeer spoedig
had zij de voldoening dat haar hulp regelmatig
werd aanvaard en dat deze op prijs werd ge
steld. Een bijzonder woord van dank wll ik
haar daarom brengen, zonder daarbij te kort
te doen aan de plichtsgetrouwheid der na
haar gekomen wijkzusters Voswijk, Kruithof
en de op dit oogenblik in functie zijnde zus
ter Kloet. Ook aan haar alien ben ik niets dan
dank versehuldigd en ik ben ervan overtuigd,
dat al onze leden het hiermede met mij eens
zijn. Trouwens de van tijd tot tijd ingekomen
buitengewone giften van dankbare, door haar
verzorgde zieken, geven daarvan het spreken-
de bewijs. Klachten over haar kwamen zelden
in en is het voor het bestuur, in het 25jarig
tijdvak, als het ware geweest of er geen wijk
verpleging bestond. Met opgewektheid en
eveneens zonder ernstige klachten harerzijds,
vervulden alien haar plicht en dat dit het ge-
val was mag grootendeels ook toegeschreven
worden aan de goede verstandhouding, die
tusschen haar en de doktoren bestond en nog
steeds bestaat. Het is mijn vaste overtuiging,
dat een tactisch optreden tegen de wijkzusters
door heeren artsen, niet anders dan ten goede
komt aan de wijze, waarop een zuster iederen
dag haar vaak zoo moeilijke werkzaamheden
aanvangt en volbrengt.
Er kunnen tijden zijn, waarin het onmoge-
lijk is, dat edn zuster het verlangde werk
doet en waarin twee of meer harer haar han
den zouden volhebben. In zulke tijden is het
noodig, dat er geschipperd wordt en niet het
onmogelijke wordt verlangd. Is het vaak'al
lastig om edn heer te dienen, veel lastiger is
het, wanneer dit er twee of meer zijn. Iedere
arte zijn eigen verpleegster zou een ideale
toestand zijn, jjaaar de financien laten dit niet
toe en is dus hieraan niet te denken.
Tot mijn blrjdschap mag ik gelukkig hier
verklaren, dat tot nu toe ook nog nimmer
ernstige klachten bij het bestuur inkwamen
over de wijkzuster van heeren doktoren. Dit
pleit niet alleen vdor de zuster maar ook voor
de heeren geneeskundigen. Daarom ook mijn
hartelijken dank aan heeren doktoren voor
hunne medewerking, waardoor de taak van
het bestuur ten zeerste verlicht wordt.
Een bijzonder woord van dank past hierbjj
aan de beide artsen Bom en Yens. Bij de ge-
boorte verleenden zij hun assistentie en hiel-
pen met kracht om de jonggeborene door de
moeilijke kinderjaren heen te brengen. Het
zal ook voor hen een voldoening zijn, dat het
jonge wicht opgroeide tot een flinke deem.
Wil een wijkverpleging aan haar doel be-
antwoorden en op prijs gesteld worden door
de patienten, dan is het beschikbaar stellen
van goed gereinigde en frisch uitziende arti
kelen, waarvan men, om het eenvoudig uit te
drukken, niet vies behoeft te zijn, een zaak
van groot belang. Een magazijnhoudster, die
hieraan de hand houdt is dan ook meer dan
noodzakelijk. Ook hierover hebben wij tot one
genoegen nimmer te klagen gehad en past
ons zeer zeker ook daarom een woord van
hartelijken dank voor haar goede zorgen aan
de verschillende artikelen besteed en waardoor
ook zij hebben meegewerkt de verpleging zoo
goed mogelijk aan haar doel te beantwoorden.
Bij de oprichting en verder bij het propa
ganda maken om het ledental uit te breiden,
hebben wij tot ons genoegen steeds de voile
medewerking gehad van de plaatselijke pers.
Van deze plaats wil ik ook hiervoor mijn
hartelijken dank uitspreken met de hoop, dat
de goede verhouding, die steeds tusschen
haar en onze vereeniging bestond, mag voort-
duren. Op een oogenblik als dit richten wfl
onwillekeurig ons oog voorwaarts met de ge
dachte, zal het ons mogelijk zijn aan de keten
van 25 schakels er opnieuw 25 te voegen en
hoe zal dan na deze 25 jaren, onze vereeni
ging er voorstaan.
Aan voorspellingen wil ik mij niet wagen,
doch wanneer ,,Het Groene Kruis" de achting
en de liefde van de leden blijft behouden en
alien blijven medewerken haar bloei te bevor-
deren, durf ik hier als mijn vaste overtuiging
uitspreken, dat ,,Het Groene Kruis", omhan-
gen met een gouden krans, nog veel grootere
beteekenis zal bezitten in onze gemeente, dan
op dit oogenblik, waarop een zilveren krans
haar siert. Ik eindig met de bede, dat dit wer
kelijk zoo moge zijn.