ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Mijnhardtjes
No. 10.044
WOENSDAG 20 MAART 1940
80e Jaarqang
Binnenland
Buitenland
Oe oorlog in Europa.
EERSTE BLAD
De Directeur van Gemeentewerken
TERNEUZEN, 20 MAART 1940.
11 ^iii^ m .^iwirwr^e?' ■-"„ •-: .>-w»hhih mj^^i,|»,<ii i iiiii i u
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,— per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling.
Ultgeefster: Firma P. J. VAN BE SANBE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ABVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ABVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
verkrijgbaar is.
BIT BLAB VERSCHIJNT IEBEREN MAANBAG-, WOENSBAG- EN VRIJBAGAVONB.
HERZIENING DEB LIJST VAN
INKWABTIER1NG.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
TERlNiHUZEN maken bekend, dat op heden
gedurende veertien dagen ter gemeente-
secretarie voor een ieder ter inzage is gelegd
de herziene ljjst, bevattende de namen der
inwoners, die voor het verleenen van inkwar-
tiering en onderboud van krjjgsvolk in aan-
merking komen, met aanduiding van de mate
waarin ieder hunner, naar gelang van de be-
schikbare ruimte zjjner woning en van de ge-
bouwen en de getimmerten, voor stalling
bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen
voorzien.
Inlichtingen omtrent bet indienen van be-
zwaren tegen de lijst zjjn ter gemeente-secre-
tarie te bekomen.
Temeuzen, 19 Maart 1940.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TF1T LEGEN, Voorzitter.
iB. I. iZONNEVULDE, Secretaris.
maakt bekend, dat op 22 en 25 Maart 1940
geen huisvuil zal worden opgehaald.
In de plaats biervoor geschiedt dit voor:
De kom op Dinsdag 26 Maart 1940 en
het overige gedeelte op Zaterdag 23 en
Dinsdag 26 Maart 1940.
De overige dagen blijft de dienst onge-
wjjzigd.
Deze regeling is niet van toepassing voor
Driewegen en Sluiskil.
Temeuzen, 20 Maart 1940.
De Directeur van Gemeentewerken,
B. VAN DER GRIENDT.
BE KONINGIN IN BE HOOFBSTAB.
Terwijl vele bonderden schoolkinderen
Maandagmorgen den bloemenrjjkdom op de
tentoonstelling ..Amstelflora" bewonderden,
bebben H. M. de Koningin en H. K. H. Prin-
ses Juliana een bezoek gebracht aan de Am
stelflora" in de Apollohal te Amsterdam.
Nadat de beide vorsteljjke personen eenigen
tjjd in de serre hadden vertoefd, begaven zij
zich naar de tentoonstellingshal teneinde de
bloemenpartijen in oogenschouw te nemen.
Met groote aandacht bewonderden de vorste-
lijke personen de verschillende inz)endingen.
Op het einde van het bezoek offerden H. M.
de Koningin en Prinses Juliana met haar ge-
volg voor het Nederlandsche Roode Kruis, dat
toestemming heeft op de exposities te collec-
teeren. Het bezoek duurde ruim drie kwartier.
Voorafgegaan door motorpolitie en den
burgemeester in zjjn auto reden de Koningin
en de Prinses vervolgens langs den kortsten
weg van de Apollohal naar het Stedelijk
Museum om daar de tentoonstelling ,,Het glas
1940" te bezichtigen.
Langen tijd vertoefden de vorstelijke gasten
in de expositiezalen. H. M. de Koningin liet,
verschillende voorwerpen noteeren teneinde
deze later in haar bezit te kunnen krijgen.
Nadat de glasgraveur een korte demon
strate had gegeven, keerden H. M. de Konin
gin en Prinses Juliana naar de auto's terug.
Tegen twaalf uur vertrokken de hooge be-
zoeksters uit de hoofdstad naar Soestdijk.
MINISTER SAP PLOTSELING
OVERLEBEN.
Geheel onverwacht is de minister van
oeconomische zaken, middenstand en bevoor-
rading, prof. G. Sap Maandagnacht tengevolge
van een hartverlamming overleden. De ge-
storvene was een der sterke mannen uit het
kaljlnet-Pierlot wiens vaak gecritiseerde
figuur dikwijls op den voorgrond kwam.
Ongeveer 50 jaar geleden te Kortemark in
West-Vlaanderen geboren, werd de jonge
Gustave Sap opgeleid voor het onderwjjs.
Tjjdens den wereldoorlog verbleef hij in Le
Havre, waar de Belgische regeering zich
tjjdeljjk had gevestigd. Hjj was aldaar werk-
zaam als secretaris van den Katholiek-
Vlaamschen minister Helleputte.
Met de leiders van de Vlaamsche soldaien-
beweging op het Uzerfront onderhield hij
vriendschappeljjke betrekkingen die hem later
als Vlaamsch politicus ten goede kwamen.
Na den oorlog werd hjj een der coming men
van de Katholieke staatspartij. Kpocdig
kwam hjj in de Kamer als Katholiek-Vlaamsch
afgevaardigde voor het arrondissement Roes-
selaere-Tielt, welks Vertegenwoordiger hij
tot heden was gebleven. Zijn groote belezen-
heid op het gebied van landbouwoeconomie en
middenstandsbelangen maakte het hem moge-
liik, dat hij, hoewel geen academisch diploma
bezittend, tot hoogleeraar in de oeconomische
wetensehap werd benoemd aan de Katholieke
universiteit te Leuven.
Ook aan den strijd om de vervlaamsching
van de rijksuniversiteit te Gent, het verleenen
van amnestie aan de gewezen Vlaamsche
activisten en veroordeelde oud-strijders, de
totstandkoming van de administratieve taal-
wet 1932 nam hij mede, dank zij den in/iocd
door hem aangewend bjj de courant de Stan-
daard, op zeer actieve wjjze deel.
Zijn invloed groeide met den dag, en werd
van dien aard, dat minister-president graaf
de Brocqueville hem in 1934 een minister-
portefSuille, die van financien, aanfbood
Minister Sap behield deze portefeuille ook
in de twee volgende kabinetten-Jaspar. Op
financieel gebied bleef hij steeds een tegen-
stander van devaluatie en alle gevaarijjke
experimenten.
Vervolgens was hij nog eenigen tijd minister
van landbouw, maar na zijn ophefmakend
conflict met minister-president Van Zeeland
en zijn uitstooting uit de Katholieke Kamer-
fractie, bleef hjj nog geruimen tijd op het
achterplan. Hij slaagde er evenwel in het
onder Van Zeeland verloren terrein terug te
winnen en zijn politiek prestige te herstellen.
Minister-president Pierlot nam hem weer als
minister van oeconomische zaken in de regee-
fuill °P> bjj welk departement vervolgens ook
middenstand en bevoorrading kwamen.
Minister Sap was een vriend van Neder-
land en voorstander van nauwe oeconomische
en cultureele samenwerking tusschen de beide
landen. Hij was drager van het grootkruis
van de orde van Oranje-Nassau.
Zaterdag j.l. woonde hjj nog den Neder-
landschen dag op de Brusselsche jaarbeurs
bij, en wij hoorden hem toen nog een heil-
dronk instellen op Koningin Wilhelmina en
het huis van Oranje. Niets deed het onver-
wachte einde vermoeden van dezen zeer be-
drjjvigen bewindsman, die in de huidige
moeilijke tijdsomstandigheden ongetwijfeld
teveel van zijn krachten heeft gevergd. Maan-
dagavond woonde hjj nog de wekelijksche
vergadering van den raad van ministers bjj
en ontwikkelde hij nog een plan tot regeling
van de geschillen inzake de mijnindustrie. Vier
uur later was hij gestorven.
Dinsdagochtend half 10 kwam de minister-
raad foijeen om de noodige maatregelen te
treffen voor de uitvaart en de interimaire
vervanging.
DE ANGST VOOR EEN „BLITSCHEN
VREDE" TE LONDEN.
De correspondent der N. R. Crt. te Londen
telefoneerde Dinsdagochtend:
Het is niet te ontkennen, dat Engeland op
het oogenblik een van die perioden van on-
zekerheid, ongerustheid en twijfel doormaakt,
waarmede elk oorlogvoerend land van tijd tot
tijd te kampen heeft. Dat is niet alleen de
meening van neutrale waarnemers, maar
wordt door de Engelschen ook zelf erkend.
Ons volk aldus de Daily Mail verkeert
op het oogenblik in een staat van verbijste-
rende onzekerheid. Dat is even eerlijk als
waar. Chamberlain moest dan ook, toen hij
Dinsdagmiddag in het Lagerhuis sprak, spij-
kers met koppen slaan, wou hij het vertrou-
wen van het volk in zijn eigen kracht, en nog
meer in de kracht van zijn regeering, her
stellen.
Er zijn verschillende redenen voor deze ge-
drukte stemming, welke zich de laatste week
van het Engelsche volk heeft meester ge-
maakt. De onmiddellijke aanleiding was on
getwijfeld de capitulatie van Finland. A1
zijn de meeste verantwoordelijke lieden het
er wel over eens, dat de geallieerden daar
weinig aan hadden kunnen doenmen voelt
toch algemeen, dat het prestige van de ge
allieerden een zwaren slag heeft gekregen
Belangrijker nog, men beseft, dat het diplo-
matieke en militaire initiatief tengevolge van
de Finsche capitulatie in 'handen van den
vijand is overgegaan, en dat de geallieerden
nu reeds een week de schijnbaar machtelooze
toeschouwers zijn geworden bij het dynami-
sche beleid van Duitschland. Dat stemt
natuurlijk weinig bemoedigend. Ook de wijze.
waa.rop Duitschland van het herwonnen ini
tiatief gebruik heeft gemaakt, heeft veront-
rusting gebaard. Men ruikt, dat er weer een
vredesoffensief in de lucht zit, en men voelt
zich dezen keer klaarblijkeljjk niet zoo abso-
luut zeker van zijn zaak als bij de talrjjke
vorige gelegenheden, wanneer er van Duitsche
zijde met het lokaas van een goedkoopen
vrede werd gewerkt.
Dat zou men althans kunnen opmaken uit
de ernstig beredeneerde waarschuwingen,
welke de pers laat hooren tegen het gevaar
van een vrede door compromis. Vroeger gaf
men zich niet eens de moeite uit te leggen
waarom een vrede met het nazi-regime niet
in aanmerking kon komen. Men beschouwde
dat als zoo vanzelfsprekend, en men was er
zoo zeker van dat het heele volk van een
dergelijken vrede niets zou willen weten, dat
men alle geruchten over Duitsche vredes-
offensieven met een verachteljjk schouderop-
halen voorbjj ging.
Zooals gezegd is het dezen keer anders. De
artikelen in de kranten maken nu den indruk,
te willen overtuigen; met andere woorden
men is klaarblijkeljjk van meening. dat oyer-
tuiging noodzakelijk is om het volk tegen
het gevaar van een Duitschen vrede te waar-
schuwen.
Of zjjn deze waarschuwende en redeneeren-
de artikelen meer voor de regeering dan voor
het volk bedoeld? Zijn de bladen en de be-
volkingsgroepen, die zij vertegenwoordigen
bang, dat de regeering, dezelfde regeering die
jarenlang zoo oneindig veel voor dezen vrede
heeft opgeofferd weer voor de verleidine
zou bezwijken Dat zou misschien een juis-
tere interpretatie zijn. Immers, onder het
volk is van eenig defaitisme nog niets te be-
merken, zooals blijken moge uit de tusschen-
ujdsche yerkiezingen van de laatste maan
den, wadrin de .^top-den-oorlog"-candidaten
tekenmale een uitermate droevig figuur heb-
ben geslagen.
OverigenS is het ook zeer wel mogelijk, dat
alle waarschuwingen in de kranten niet op een
gebrek aan vertrouwen in de standvastigheid
van de regeering of van het volk wijzen, maar
de natuurlijke psychologische gevolgen zijn
van de malaise, waarin men op het oogenblik
verkeert. Dat lijkt mij persoonlijk de meest
waarschijnlijke verklaring. Men voelt zich
gedeprimeerd, en in zijn depressie begint
men aan allerhande dingen te twijfelen en om
dien gevaarlijken twijfel dan weer op te hef-
fen, spreekt men zich zelf moed en vastbera-
denheid in, roept men zich de redenen in het
geheugen, waarom men den strijd is begon-
nen, en waarom men dezen moet volhouden.
De slotsom van dit te rade gaan met zich
zelf h) in elk geval voor vrijwel alle bladen
dezelfde; elke vrede, welken nazi-Duitsch-
aan te lieden heeft, is een gevaarlijke
val, waar men niet in mag loopen.
Enkele citaten mogen dienen om te toonen,
hoe unaniem men het hierover eens is. De
Times: „Geen vrede met Hitler". Observer:
Vrede met Hitler zou een debacle voor de
democratic zjjn". Manchester Guardian: Een
conferentie met een Hitler, die nog over zijn
militaire macht beschikt, zou de zekere weg
naar den ondergang zijn." Yorkshire Post:
,,Geen vrede met nazi-isme".
Het oorlogsbeleid te laks.
De activiteit van de Duitsche diplomatic is
e oh ter niet het eenige, wat hier ongerustheid
heeft gewekt. In nog sterkere mate is deze
ongerustheid te wijten aan een groeiende ach-
terdocht, dat de regeering bij haar oorlogsbe
leid niet krachtig genoeg te werk gaat. Op
1 elerlei gebied wordt dit beleid sterk gegispt,
niet alleen door de beroepscritici van de
oppositie, maar eveneens door getrouwe en
^™ednJ^e r®Seeringsaanhangers zooals de
7 n deel van de critiek zal onge-
-»Wvfe tolljken te ^erusten op onvoldoende in-
dchtmgen en als zoodanig onverantwoord te
zijn, maar, onverantwoord of niet, het be-
langrjjkste felt is, dat de regeering in bree
der kring den indruk heeft gewekt niet krach
tig genoeg op te treden.
Men zegt, dat de regeering te langzaam
reageert op de ,,blitz-diplomatie" van den
tegenstander, dat zij zich het initiatief steeds
uit handen laat nemen, dat zij bij den oorlog
achter het front, dat wil zeggen de hervor-
ming en het gebruik van het productiestelsel
voor oorlogsdoeleinden, veel te omzichtig te
werk gaat. Men wijst erop, dat het een
schandaal is, dat er nog steeds honderdduizen-
den werkloozen in Engeland rond'loopen. Men
is er niet gerust op, dat de verliezen van de
Engelsche koopvaardjjvloot spoedig genoeg
aangevuld worden. Men dringt er op aan,
dat het oorlogskabinet, dat veel te groot is
om doeltreffend te kunnen functionneeren,
hervormd moet worden tot eeh lichaam met
vier of vjjf leden, dat zich vrij van departe-
menteele beslommeringen, geheel aan de
groote vragen van het oorlogsbeleid kan
wijden.
Kortom er is gisting en ontevredenheid in
de Engelsche politieke keuken, gisting en on
tevredenheid, welke groote politieke gevolgen
zouden kunnen hebben, ware het niet, dat
Chamberlain reeds zoo vele malen met een
dergelijke broeiende opstandigheid te doen
heeft gehad, en ze toch telkens weer de baas
is geworden.
FRANSOH SOHIP OP EEN MI.-JN
GELOOPEN.
j Het Fransche s.s. Capitaine Augustin (3137
ton) is voor de oostkust van Engeland op
een mijn geloopen en gezonken. Twee leden
der bemanning zijn gedood. De overigen zjjn
in Engeland aan land gebracht.
ITALIAANSOH STEENKOOLSCHIiP
AAN ENGELSCHE KUST VERGAAN.
Het Italiaansche steenkoolschip Tina Primo
(groot 4853 ton) is Maandag in tweeen ge-
broken, tengevolge van een ontploffing buiten
de zuidoostkust van Engeland. Een matroos
verdronk. De overige leden der bemanning,
die uit 36 koppen bestond, zjjn aan land ge-
komen in een havenstad aan de zuidoostkust,
zeven hunner zijn licht gewond.
DI TTSCH SCHIP ALS PRIJS TE
GIBRALTAR BINNENSGEBRACIHT.
Het Duitsche vrachtschip Uhenfels (7603
ton) is volgens Reuter te Gibraltar aange-
komen met een Britsche prijsbemanning aan
boord.
De Uhenfels is in November in het zuide-
lijk deel van den Atlantisohen Oceaan met
een lading opium ter waarde van 240 duizend
pond storling door de Britsche marine buitge-
maakt en naar Freetown (Sierra Leone) op-
gebracht. De Uhenfels bevindt zich thans in
het droogdok voor onderzoek.
DE SCHEPELINGEN VAN BE
GRAF SIP EE.
Nadat in December 1.1. de Graf Spee door
bemanning was verlaten, welke naar Ar-
gentinie was gevlucht, had de regeering van
dat land bepaald, dat de Duitsche schepelin-
gen zouden worden geintemeerd. Dat voor-
nemen bleef echter aanvankelijk onuitge-
voerd.
Thans echter heeft de Britsche ambassa-
deur te Buenos Aires de aandacht van de
Argentjjnsche regeering gevestigd op het
feit, dat er moeilijkheden zijn geweest tus
schen schepelingen van de Graf Spee in uni
form en Britsche zeelieden.
De Argentjjnsche minister van binnenland-
sche zaken antwoordde daarop, dat het toe-
zicht op de Duitsche schepelingen van de
Graf Spee uitsluitend de zaak was van de
Argentjjnsche autoriteiten. Niettemin heeft
de Argentjjnsche regeering tenslotte besloten
de interneering van de Duitschers van de
Graf Spee nu ook krachtig toe te passen.
Het eerste contingent dier schepelingen ten
getale van ongeveer 100 personen, is overge-
bracht naar Mendoza. De Duitschers waren
in burgerkleeding. De verdere mannen van de
Graf Spee worden in afzonderlijke groepen
overgebracht naar andere provincies.
De officieren moeten zich bljjvend ophou-
den m een gebied van 50 km straal, met Bue
nos Aires als middelpunt.
DE SLACHTOFFERS VAN DEN AANVAL
OP SCAPA FLOW.
Over de gevolgen van den Duitschen lucht-
aanval op Scapa Flow meldt Reuter nog:
De burgers, die blijkens het communique
van de admiraliteit gedood of gewond zijn
tjjjn de eerste slachtoffers onider de Britsche
burgerbevolking sedert het uitbreken van den
oorlog; de zeelieden natuurlijk niet mee-
gerekend.
James Isbister, oud 27 jaar, ambtenaar
bjj den graafschapsraad van de Orkaden,
stond in huis bjj de deur te kjjken, naar het
vuren van het luchtafweergeschut op de aan-
vaUende vliegtuigen, toen een vijandelijk
toestel, jjlings wegvliegend, zjjn last van
negentien zware bommen liet vallen. Dezelf
de bom, die Isbister doodde, verwondde twee
andere dorpelingen, die ook bjj de deur ston-
den. De andere bommen vernielden het
huisje van een oude vrouw. Een tweede
vluchtende machine wierp 18 bommen tege-
lijk neer. In totaal kwamen ruim 50 zwaar-
explosieve bommen en vele tientallen brand-
bommen neer bjj huizen, boerderijen en op de
hellingen der heuvels van het district.
De Volkische Beobachter schrjjft over den
aan val op Scapa Flow: De geheele wereld
weet nu reeds hoe de zaken staan, namelijk
precies zoo als het Duitsche bericht het mee-
deelt en zooals de Duitsche ooggetuigen het
vertellen. Wanneer mijnheer Churchill van
doode en gewonde burgers praat, om daarmee
den indruk te wekken, dat onze aanvallen de
met-strijdende bevolking golden dan vervalt
deze dwaze true reeds door de afloop van deze
Als Enge^che burgers daarbij
schade hebben opgeloopen, dan zullen ze dat
aan hun eigen afweergeschut te danken
hebben.
ENGELSCHEN BESTOKEN BASIS OP
EILAND SYLT.
Als antwoord op den aanval van de Duit
sche luchtmacht tegen de Britsche vlootbasis
in Scapa Flow, heeft, meldt „De Telegraaf"
de Britsche luchtmacht Dinsdagavond om
circa acht uur de Duitsche vliegtuigbasis te
Homum op het eiland Sylt gebombardeerd.
Volgens de officieele Britsche lezing heeft
de Duitsche luchtbasis zware schade geleden.
Het Duitsche Nieuwsbureau daarentegen
meldt, dat hoegenaamd geen schade werd
aangericht. Slechts geraakte een huis in
brand.
Tegen middemacht keerden eenige Britsche
vliegtuigen via Sylt terug van een vlucht, die
zij boven Praag en omgeving gemaakt had
den. Op dat oogenblik werd het Duitsche
eiland opnieuw door Britsche bommenwer-
pers aangevallen.
Het communique van de Britsche admirali
teit luidt als volgt
„Hedenavond heeft de Royal Air Force
een aanval ondernomen op de Duitsche vlieg
tuigbasis te Homum op het eiland Sylt, en er
zware schade aangericht. Dit is een der lucht
basis, vanwaar de vijandelijke vliegtuigen op-
treden tegen onze Vlootstrijdkrachten en tegen
de koopvaardijschepen. Deze actie volgde op
den aanval op onze eigen kustbasis op de
Orkaden."
Het Duitsche communique luidt: ,,Heden-
avond om 19,57, 20,58 en 21.16 uur trachtten
Engelsche bommenwerpers het eiland Sylt
aan te vallen. Behalve aan een huis, dat in
brand geraakte, werd, dank zij den Duitschen
luchtafweer, geenerlei schade aangericht. Een
Engelsch vliegtuig werd neergeschoten."
Kort nadat de Britsche bommenwerpers
hun bommen op de Duitsche vliegtuigbasis
hadden uitgeworpen, onderbrak minister-
president Chamberlain de debatten in het
Lagerhuis, om een verklaring af te leggen.
Onder ademlboze stilte sprak de premier toen
de volgende woorden:
,,Zoo juist bereikt mij het bericht, dat een
aantal bommenwerpers van de Royal Air
Force met succes het Duitsche eiland Sylt
heeft aangevallen. Op het oogenblik, waarop
ik dit aan u mededeel, worden de aanvallen
vermoedelijk nog voortgezet. Het bericht
heeft ons bereikt via de radio van het vlieg-
tuig, waarin zich de commandant bevindt."
Een daverend applaus vergezelde deze woor
den van den premier.
Van Deensche zjjde wordt gemeld, dat het
een aanval op zeer groote schaal is geweest.
In den namiddag, toen het nog licht was, zag
men reeds de eerste toestellen verschijnen.
De Britsche bommenwerpers vlogen in twee
eskaders, voorafgegaan door een aantal zeer
snelle verkenningsvliegtuigen.
De bommenwerpers traden verrassend be-
slist en snel op. Zij waren linea recta van de
Britsche Noordkust naar Sylt gevlogen.
Eenige toestellen vlogen zeer laag boven de
Duitsche luchtbasis, toen het reeds duister
was geworden. De bommen, die zij uitwierpen
wogen vermoedelijk 200 kg.
tegen Hoofdpijn, Kiespijn, Migraine
(Ingez. Med.)
BE ZOMERTIJD.
Bij Kon. toesluit van 9 Maart 1940 is be
paald, dat de Vervroeging met een uur van
den wettelijken tijd dit jaar zal aanvangen
den 19den Mei e.n zal eindigen den 6den
October.
CHR. R EISVEREENIGING
„VOORWAARTS".
Gisterenavond kwam deze vereeniging in
ledenvergadering bijeen.
Hoofdpunt van de bespreking was de jaar-
ljjksche ledenreis. Het bestuur had een ge
heel nieuw reisplan ontworpen, dat door den
voorzitter uitvoerig werd toegelicht.
Na ampele bespreking werd met algemeene
stemmen het plan goedgekeurd en het bestuur
gemachtigd verder de noodige voorbereidin-
gen te treffen.
Kan alles ongestoord worden uitgewerkt,
dan zal dit jaar in Juni met de leden een
drie-daagsche reis worden gemaakt naar het
prachtige Oisterwijk.
Ook de verdere plannen werden tenslotte
goedgekeurd. Ook in 1940 dus „Voorwaarts".
ALGEMEEN NEDERLANDSCH
VERBOND.
Lezing Br. Stracke.
Voor het Algemeen Nederlandsch Verbond
sprak Maandag de bekende Vlaamsche geeste-
liike Dr. Stracke over het onderwerp Oud-
Vlaanderen". De voordracht gaf een geheel
nieuwen kjjk op de Nederlandsche geschiede-
nis, die spreker als Groot-Nederlander beziet:
de huidige geschiedschrtjvers hebben de oudere
Nederlandsche historie steeds verkeerd ge-
zien. Men stelde het voor, alsof het Neder
landsche volk nooit anders dan tot de taal-
grens is gekomen, en dit denkbeeld wordt ook
door Prof. Geyl, hoezeer deze oude en ver-
ouderde begrippen heeft bestreden, aange-
hangen. Geheel ten onrechte: het concilie
van Tours (812) schrjjft voor, dat de preek
moet geschieden in het latjjn, in het
Romaansch of in het Dietsch. De Franken,
dus onze voorouders, zjjn van de Wezer tot
de Loire het heerschende volk geweest in
macht, in recht en in taal. Men mag de
Franken niet als barbaren beschouwen, want
vele cultuurwoorden in het Fransch zijn van
germaanschen oorsprong: het Frankisch, dus
het Nederlandsch, is dus bljjkbaar eultuur-
drager geweest. De letterkunde is vermoe
delijk veel ouder dan men gewoonljjk aan-
neemt. Karel de Groote sprak nog Frankisch
terwrjl pas na het jaar 1000 het Fransch
„oud-roest van bedorven latjjn", begon on te
komen.
Op godsdienstig gebied zjjn de Franken
wier kemland Zuid-Nederland was, van groo-
ten invloed geweest: de Engelsche koningen
werden door Vlaamsche geesteljjken tot het
Christendom gebracht, en in de 15e eeuw is
de Nederlandsche ascetische litteratuur
w ereldberoemd
De eerste kruistocht is een Dietsche kruis-
tochtGodfried van Lotharingen werd koning
van Jeruzalem omdat zijn leenheer Robrecht
van Vlaanderen den eervollen titel afwees.
Als men onze geschiedenis beziet, dan ver-
baast men zich, dat aan de Zuid-Nederlan-
ders voornaamheid ontbreekt, daardoor: geen
zelfbewustzijn, geen saamhoorigheid, geen
stamfierheid. ,,Die zich leven laat, leeft niet;
hij die zjjn leven maakt, dat is een man."
De boeiende en inhoudrijke lezing werd door
een talrjjk publiek met aandacht gevolgd, en
ook de discussie na afloop was zeer belang-
wekkend.
BIEFSTAL OPGEHELBERD.
Een paar weken geleden werd bij de ge-
meentepolitie aangifte gedaan, dat door de
blinde gezusters de D., wonende in de Tholens-
straat, een geldsbedrag werd vermist, zoodat
een ongenoode gast, hetzij tijdens hun af-
wezigheid, hetzij door op schandelijke wijze
misbruik makende van het gemis van ge-
zichtsvermogen der zusters, dit spaarpotje
moest hebben ontvreemd.
Hoewel aanvankelijk elke aanwijzing, die
tot arrestatie van den dader kon leiden, ont-
brak, gelukte het de politie eenige draden in
handen te krijgen, met gevolg, dat de dade-
res van deze laffe diefstal kon worden ont-
maskerd. Door een familielid werd het ont-
vreemde bedrag aangezuiverd, doch dit zal
niet voorkomen, dat de daderes zich eerlang
voor de justitie zal hebben te verantwoorden.
PROPAGANBA-AVOND OPENBARE
ULO-SOHOOL.
Deze, gisteren in het Concert- en Bios-
coopgebouw gehouden avond, mocht, als
vong jaar, weer bogen op een druk bezoek.
De zaal was zeer goed bezet, toen het orkest
te ongeveer 8 uur aanving met een marsch,
onder leiding van mevrouw 't GildeVan
Staveren.
Hierna trad naar voren de heer A. Leen-
houts, hoofd der school, voor het uitspreken
van een kort openingswoord, hetwelk kort
moest zijn in verband met de uitgebreidheid
van het programma. De heer Leenhouts
heette de aanwezigen harteljjk welkom, spe-
ciaal ook den heer Burgemeester en den heer
De Kraker, wethouder. De veranderingen,
die in het personeel der school plaats grepen
en nog plaats grjjpen, werden aangeroerd, bjj
het laatste doelend op het aanstaand vertrek
van den heer Versprille.
Na de opening werd aangevangen met de
er<J®re afwerking van het programma. Be-
gonnen met schoolzang, vervolgd met vrjje
en orde-oefeningen en reidansen, alles onder
leiding van de verschillende aan de school
verbonden leerkrachten en uitgevoerd door
leerlingen, konden we waarnemen, dat zoowel
het een als het ander, in het bijzonder bjj de
opgekomenen in den smaak viel. Een aller-
hartelijkst applaus viel elke uitvoering af-
zonderlijk ten deel. Nadat ook de muziek zich
weer tot voile tevredenheid van het publiek
had laten hooren, werd een tooneelstukje op-
geVoerd, dat eveneens zeer veel bijval mocht
oogsten, hetgeen dankbaar door speelsters en
spelers werd aanvaard. Na de pauze werd op-
gevoerd „Het weggestopte Pleegkind". Al-
vorens hiertoe werd overgegaan, betrad de
heer Leenhouts weer het tooneel en noodigde
aldaar ook uit den heer Versprille, den schei-
denden onderwijskracht. In welgekozen be-
woordingen werd de heer Versprille gehul-
digd als d e onderwijsman, met tact en pae-
dagogisch inzioht ten opzichte zijner leerlin
gen, als een onderwijzer die wel te vervangen
maar zeker uiterst moeilijk te verbeteren°zal
zijn hetgeen ook zijn nieuwe woonplaats zal
ondervinden. Hem verder met zijn ge-
zin te Hil'versum alle goed toewenschend,
ook namens leerkrachten, ouders der leerlin
gen en leerlingen, was het spreker een groot
genoegen den scheidende namens deze alien
een standaardwerk over Nederland te kunnen
aanbieden. Spontaan was het benoodigde
hiervoor bjjeen gebracht. Spreker besloot
met een „lang zal hjj leven", dadelijk vol
geestdrift overgenomen door de zaal.
De heer Versprille bracht hierna dank voor
het door zijn Hoofd gesprokene, er daarbjj op
wijzend, dat de resultaten, eye hij doer zijn