ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Mijnhardtjes No. 10.044 WOENSDAG 20 MAART 1940 80e Jaarqang Binnenland Buitenland Oe oorlog in Europa. EERSTE BLAD De Directeur van Gemeentewerken TERNEUZEN, 20 MAART 1940. 11 ^iii^ m .^iwirwr^e?' ■-"„ •-: .>-w»hhih mj^^i,|»,<ii i iiiii i u TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,— per jaar Voor Belgie en Amerika 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bjj vooruitbetaling. Ultgeefster: Firma P. J. VAN BE SANBE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ABVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. KLEINE ABVERTENTIENper 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. verkrijgbaar is. BIT BLAB VERSCHIJNT IEBEREN MAANBAG-, WOENSBAG- EN VRIJBAGAVONB. HERZIENING DEB LIJST VAN INKWABTIER1NG. Burgemeester en Wethouders der gemeente TERlNiHUZEN maken bekend, dat op heden gedurende veertien dagen ter gemeente- secretarie voor een ieder ter inzage is gelegd de herziene ljjst, bevattende de namen der inwoners, die voor het verleenen van inkwar- tiering en onderboud van krjjgsvolk in aan- merking komen, met aanduiding van de mate waarin ieder hunner, naar gelang van de be- schikbare ruimte zjjner woning en van de ge- bouwen en de getimmerten, voor stalling bruikbaar, geacht wordt daarin te kunnen voorzien. Inlichtingen omtrent bet indienen van be- zwaren tegen de lijst zjjn ter gemeente-secre- tarie te bekomen. Temeuzen, 19 Maart 1940. Burgemeester en Wethouders voomoemd, P. TF1T LEGEN, Voorzitter. iB. I. iZONNEVULDE, Secretaris. maakt bekend, dat op 22 en 25 Maart 1940 geen huisvuil zal worden opgehaald. In de plaats biervoor geschiedt dit voor: De kom op Dinsdag 26 Maart 1940 en het overige gedeelte op Zaterdag 23 en Dinsdag 26 Maart 1940. De overige dagen blijft de dienst onge- wjjzigd. Deze regeling is niet van toepassing voor Driewegen en Sluiskil. Temeuzen, 20 Maart 1940. De Directeur van Gemeentewerken, B. VAN DER GRIENDT. BE KONINGIN IN BE HOOFBSTAB. Terwijl vele bonderden schoolkinderen Maandagmorgen den bloemenrjjkdom op de tentoonstelling ..Amstelflora" bewonderden, bebben H. M. de Koningin en H. K. H. Prin- ses Juliana een bezoek gebracht aan de Am stelflora" in de Apollohal te Amsterdam. Nadat de beide vorsteljjke personen eenigen tjjd in de serre hadden vertoefd, begaven zij zich naar de tentoonstellingshal teneinde de bloemenpartijen in oogenschouw te nemen. Met groote aandacht bewonderden de vorste- lijke personen de verschillende inz)endingen. Op het einde van het bezoek offerden H. M. de Koningin en Prinses Juliana met haar ge- volg voor het Nederlandsche Roode Kruis, dat toestemming heeft op de exposities te collec- teeren. Het bezoek duurde ruim drie kwartier. Voorafgegaan door motorpolitie en den burgemeester in zjjn auto reden de Koningin en de Prinses vervolgens langs den kortsten weg van de Apollohal naar het Stedelijk Museum om daar de tentoonstelling ,,Het glas 1940" te bezichtigen. Langen tijd vertoefden de vorstelijke gasten in de expositiezalen. H. M. de Koningin liet, verschillende voorwerpen noteeren teneinde deze later in haar bezit te kunnen krijgen. Nadat de glasgraveur een korte demon strate had gegeven, keerden H. M. de Konin gin en Prinses Juliana naar de auto's terug. Tegen twaalf uur vertrokken de hooge be- zoeksters uit de hoofdstad naar Soestdijk. MINISTER SAP PLOTSELING OVERLEBEN. Geheel onverwacht is de minister van oeconomische zaken, middenstand en bevoor- rading, prof. G. Sap Maandagnacht tengevolge van een hartverlamming overleden. De ge- storvene was een der sterke mannen uit het kaljlnet-Pierlot wiens vaak gecritiseerde figuur dikwijls op den voorgrond kwam. Ongeveer 50 jaar geleden te Kortemark in West-Vlaanderen geboren, werd de jonge Gustave Sap opgeleid voor het onderwjjs. Tjjdens den wereldoorlog verbleef hij in Le Havre, waar de Belgische regeering zich tjjdeljjk had gevestigd. Hjj was aldaar werk- zaam als secretaris van den Katholiek- Vlaamschen minister Helleputte. Met de leiders van de Vlaamsche soldaien- beweging op het Uzerfront onderhield hij vriendschappeljjke betrekkingen die hem later als Vlaamsch politicus ten goede kwamen. Na den oorlog werd hjj een der coming men van de Katholieke staatspartij. Kpocdig kwam hjj in de Kamer als Katholiek-Vlaamsch afgevaardigde voor het arrondissement Roes- selaere-Tielt, welks Vertegenwoordiger hij tot heden was gebleven. Zijn groote belezen- heid op het gebied van landbouwoeconomie en middenstandsbelangen maakte het hem moge- liik, dat hij, hoewel geen academisch diploma bezittend, tot hoogleeraar in de oeconomische wetensehap werd benoemd aan de Katholieke universiteit te Leuven. Ook aan den strijd om de vervlaamsching van de rijksuniversiteit te Gent, het verleenen van amnestie aan de gewezen Vlaamsche activisten en veroordeelde oud-strijders, de totstandkoming van de administratieve taal- wet 1932 nam hij mede, dank zij den in/iocd door hem aangewend bjj de courant de Stan- daard, op zeer actieve wjjze deel. Zijn invloed groeide met den dag, en werd van dien aard, dat minister-president graaf de Brocqueville hem in 1934 een minister- portefSuille, die van financien, aanfbood Minister Sap behield deze portefeuille ook in de twee volgende kabinetten-Jaspar. Op financieel gebied bleef hij steeds een tegen- stander van devaluatie en alle gevaarijjke experimenten. Vervolgens was hij nog eenigen tijd minister van landbouw, maar na zijn ophefmakend conflict met minister-president Van Zeeland en zijn uitstooting uit de Katholieke Kamer- fractie, bleef hjj nog geruimen tijd op het achterplan. Hij slaagde er evenwel in het onder Van Zeeland verloren terrein terug te winnen en zijn politiek prestige te herstellen. Minister-president Pierlot nam hem weer als minister van oeconomische zaken in de regee- fuill °P> bjj welk departement vervolgens ook middenstand en bevoorrading kwamen. Minister Sap was een vriend van Neder- land en voorstander van nauwe oeconomische en cultureele samenwerking tusschen de beide landen. Hij was drager van het grootkruis van de orde van Oranje-Nassau. Zaterdag j.l. woonde hjj nog den Neder- landschen dag op de Brusselsche jaarbeurs bij, en wij hoorden hem toen nog een heil- dronk instellen op Koningin Wilhelmina en het huis van Oranje. Niets deed het onver- wachte einde vermoeden van dezen zeer be- drjjvigen bewindsman, die in de huidige moeilijke tijdsomstandigheden ongetwijfeld teveel van zijn krachten heeft gevergd. Maan- dagavond woonde hjj nog de wekelijksche vergadering van den raad van ministers bjj en ontwikkelde hij nog een plan tot regeling van de geschillen inzake de mijnindustrie. Vier uur later was hij gestorven. Dinsdagochtend half 10 kwam de minister- raad foijeen om de noodige maatregelen te treffen voor de uitvaart en de interimaire vervanging. DE ANGST VOOR EEN „BLITSCHEN VREDE" TE LONDEN. De correspondent der N. R. Crt. te Londen telefoneerde Dinsdagochtend: Het is niet te ontkennen, dat Engeland op het oogenblik een van die perioden van on- zekerheid, ongerustheid en twijfel doormaakt, waarmede elk oorlogvoerend land van tijd tot tijd te kampen heeft. Dat is niet alleen de meening van neutrale waarnemers, maar wordt door de Engelschen ook zelf erkend. Ons volk aldus de Daily Mail verkeert op het oogenblik in een staat van verbijste- rende onzekerheid. Dat is even eerlijk als waar. Chamberlain moest dan ook, toen hij Dinsdagmiddag in het Lagerhuis sprak, spij- kers met koppen slaan, wou hij het vertrou- wen van het volk in zijn eigen kracht, en nog meer in de kracht van zijn regeering, her stellen. Er zijn verschillende redenen voor deze ge- drukte stemming, welke zich de laatste week van het Engelsche volk heeft meester ge- maakt. De onmiddellijke aanleiding was on getwijfeld de capitulatie van Finland. A1 zijn de meeste verantwoordelijke lieden het er wel over eens, dat de geallieerden daar weinig aan hadden kunnen doenmen voelt toch algemeen, dat het prestige van de ge allieerden een zwaren slag heeft gekregen Belangrijker nog, men beseft, dat het diplo- matieke en militaire initiatief tengevolge van de Finsche capitulatie in 'handen van den vijand is overgegaan, en dat de geallieerden nu reeds een week de schijnbaar machtelooze toeschouwers zijn geworden bij het dynami- sche beleid van Duitschland. Dat stemt natuurlijk weinig bemoedigend. Ook de wijze. waa.rop Duitschland van het herwonnen ini tiatief gebruik heeft gemaakt, heeft veront- rusting gebaard. Men ruikt, dat er weer een vredesoffensief in de lucht zit, en men voelt zich dezen keer klaarblijkeljjk niet zoo abso- luut zeker van zijn zaak als bij de talrjjke vorige gelegenheden, wanneer er van Duitsche zijde met het lokaas van een goedkoopen vrede werd gewerkt. Dat zou men althans kunnen opmaken uit de ernstig beredeneerde waarschuwingen, welke de pers laat hooren tegen het gevaar van een vrede door compromis. Vroeger gaf men zich niet eens de moeite uit te leggen waarom een vrede met het nazi-regime niet in aanmerking kon komen. Men beschouwde dat als zoo vanzelfsprekend, en men was er zoo zeker van dat het heele volk van een dergelijken vrede niets zou willen weten, dat men alle geruchten over Duitsche vredes- offensieven met een verachteljjk schouderop- halen voorbjj ging. Zooals gezegd is het dezen keer anders. De artikelen in de kranten maken nu den indruk, te willen overtuigen; met andere woorden men is klaarblijkeljjk van meening. dat oyer- tuiging noodzakelijk is om het volk tegen het gevaar van een Duitschen vrede te waar- schuwen. Of zjjn deze waarschuwende en redeneeren- de artikelen meer voor de regeering dan voor het volk bedoeld? Zijn de bladen en de be- volkingsgroepen, die zij vertegenwoordigen bang, dat de regeering, dezelfde regeering die jarenlang zoo oneindig veel voor dezen vrede heeft opgeofferd weer voor de verleidine zou bezwijken Dat zou misschien een juis- tere interpretatie zijn. Immers, onder het volk is van eenig defaitisme nog niets te be- merken, zooals blijken moge uit de tusschen- ujdsche yerkiezingen van de laatste maan den, wadrin de .^top-den-oorlog"-candidaten tekenmale een uitermate droevig figuur heb- ben geslagen. OverigenS is het ook zeer wel mogelijk, dat alle waarschuwingen in de kranten niet op een gebrek aan vertrouwen in de standvastigheid van de regeering of van het volk wijzen, maar de natuurlijke psychologische gevolgen zijn van de malaise, waarin men op het oogenblik verkeert. Dat lijkt mij persoonlijk de meest waarschijnlijke verklaring. Men voelt zich gedeprimeerd, en in zijn depressie begint men aan allerhande dingen te twijfelen en om dien gevaarlijken twijfel dan weer op te hef- fen, spreekt men zich zelf moed en vastbera- denheid in, roept men zich de redenen in het geheugen, waarom men den strijd is begon- nen, en waarom men dezen moet volhouden. De slotsom van dit te rade gaan met zich zelf h) in elk geval voor vrijwel alle bladen dezelfde; elke vrede, welken nazi-Duitsch- aan te lieden heeft, is een gevaarlijke val, waar men niet in mag loopen. Enkele citaten mogen dienen om te toonen, hoe unaniem men het hierover eens is. De Times: „Geen vrede met Hitler". Observer: Vrede met Hitler zou een debacle voor de democratic zjjn". Manchester Guardian: Een conferentie met een Hitler, die nog over zijn militaire macht beschikt, zou de zekere weg naar den ondergang zijn." Yorkshire Post: ,,Geen vrede met nazi-isme". Het oorlogsbeleid te laks. De activiteit van de Duitsche diplomatic is e oh ter niet het eenige, wat hier ongerustheid heeft gewekt. In nog sterkere mate is deze ongerustheid te wijten aan een groeiende ach- terdocht, dat de regeering bij haar oorlogsbe leid niet krachtig genoeg te werk gaat. Op 1 elerlei gebied wordt dit beleid sterk gegispt, niet alleen door de beroepscritici van de oppositie, maar eveneens door getrouwe en ^™ednJ^e r®Seeringsaanhangers zooals de 7 n deel van de critiek zal onge- -»Wvfe tolljken te ^erusten op onvoldoende in- dchtmgen en als zoodanig onverantwoord te zijn, maar, onverantwoord of niet, het be- langrjjkste felt is, dat de regeering in bree der kring den indruk heeft gewekt niet krach tig genoeg op te treden. Men zegt, dat de regeering te langzaam reageert op de ,,blitz-diplomatie" van den tegenstander, dat zij zich het initiatief steeds uit handen laat nemen, dat zij bij den oorlog achter het front, dat wil zeggen de hervor- ming en het gebruik van het productiestelsel voor oorlogsdoeleinden, veel te omzichtig te werk gaat. Men wijst erop, dat het een schandaal is, dat er nog steeds honderdduizen- den werkloozen in Engeland rond'loopen. Men is er niet gerust op, dat de verliezen van de Engelsche koopvaardjjvloot spoedig genoeg aangevuld worden. Men dringt er op aan, dat het oorlogskabinet, dat veel te groot is om doeltreffend te kunnen functionneeren, hervormd moet worden tot eeh lichaam met vier of vjjf leden, dat zich vrij van departe- menteele beslommeringen, geheel aan de groote vragen van het oorlogsbeleid kan wijden. Kortom er is gisting en ontevredenheid in de Engelsche politieke keuken, gisting en on tevredenheid, welke groote politieke gevolgen zouden kunnen hebben, ware het niet, dat Chamberlain reeds zoo vele malen met een dergelijke broeiende opstandigheid te doen heeft gehad, en ze toch telkens weer de baas is geworden. FRANSOH SOHIP OP EEN MI.-JN GELOOPEN. j Het Fransche s.s. Capitaine Augustin (3137 ton) is voor de oostkust van Engeland op een mijn geloopen en gezonken. Twee leden der bemanning zijn gedood. De overigen zjjn in Engeland aan land gebracht. ITALIAANSOH STEENKOOLSCHIiP AAN ENGELSCHE KUST VERGAAN. Het Italiaansche steenkoolschip Tina Primo (groot 4853 ton) is Maandag in tweeen ge- broken, tengevolge van een ontploffing buiten de zuidoostkust van Engeland. Een matroos verdronk. De overige leden der bemanning, die uit 36 koppen bestond, zjjn aan land ge- komen in een havenstad aan de zuidoostkust, zeven hunner zijn licht gewond. DI TTSCH SCHIP ALS PRIJS TE GIBRALTAR BINNENSGEBRACIHT. Het Duitsche vrachtschip Uhenfels (7603 ton) is volgens Reuter te Gibraltar aange- komen met een Britsche prijsbemanning aan boord. De Uhenfels is in November in het zuide- lijk deel van den Atlantisohen Oceaan met een lading opium ter waarde van 240 duizend pond storling door de Britsche marine buitge- maakt en naar Freetown (Sierra Leone) op- gebracht. De Uhenfels bevindt zich thans in het droogdok voor onderzoek. DE SCHEPELINGEN VAN BE GRAF SIP EE. Nadat in December 1.1. de Graf Spee door bemanning was verlaten, welke naar Ar- gentinie was gevlucht, had de regeering van dat land bepaald, dat de Duitsche schepelin- gen zouden worden geintemeerd. Dat voor- nemen bleef echter aanvankelijk onuitge- voerd. Thans echter heeft de Britsche ambassa- deur te Buenos Aires de aandacht van de Argentjjnsche regeering gevestigd op het feit, dat er moeilijkheden zijn geweest tus schen schepelingen van de Graf Spee in uni form en Britsche zeelieden. De Argentjjnsche minister van binnenland- sche zaken antwoordde daarop, dat het toe- zicht op de Duitsche schepelingen van de Graf Spee uitsluitend de zaak was van de Argentjjnsche autoriteiten. Niettemin heeft de Argentjjnsche regeering tenslotte besloten de interneering van de Duitschers van de Graf Spee nu ook krachtig toe te passen. Het eerste contingent dier schepelingen ten getale van ongeveer 100 personen, is overge- bracht naar Mendoza. De Duitschers waren in burgerkleeding. De verdere mannen van de Graf Spee worden in afzonderlijke groepen overgebracht naar andere provincies. De officieren moeten zich bljjvend ophou- den m een gebied van 50 km straal, met Bue nos Aires als middelpunt. DE SLACHTOFFERS VAN DEN AANVAL OP SCAPA FLOW. Over de gevolgen van den Duitschen lucht- aanval op Scapa Flow meldt Reuter nog: De burgers, die blijkens het communique van de admiraliteit gedood of gewond zijn tjjjn de eerste slachtoffers onider de Britsche burgerbevolking sedert het uitbreken van den oorlog; de zeelieden natuurlijk niet mee- gerekend. James Isbister, oud 27 jaar, ambtenaar bjj den graafschapsraad van de Orkaden, stond in huis bjj de deur te kjjken, naar het vuren van het luchtafweergeschut op de aan- vaUende vliegtuigen, toen een vijandelijk toestel, jjlings wegvliegend, zjjn last van negentien zware bommen liet vallen. Dezelf de bom, die Isbister doodde, verwondde twee andere dorpelingen, die ook bjj de deur ston- den. De andere bommen vernielden het huisje van een oude vrouw. Een tweede vluchtende machine wierp 18 bommen tege- lijk neer. In totaal kwamen ruim 50 zwaar- explosieve bommen en vele tientallen brand- bommen neer bjj huizen, boerderijen en op de hellingen der heuvels van het district. De Volkische Beobachter schrjjft over den aan val op Scapa Flow: De geheele wereld weet nu reeds hoe de zaken staan, namelijk precies zoo als het Duitsche bericht het mee- deelt en zooals de Duitsche ooggetuigen het vertellen. Wanneer mijnheer Churchill van doode en gewonde burgers praat, om daarmee den indruk te wekken, dat onze aanvallen de met-strijdende bevolking golden dan vervalt deze dwaze true reeds door de afloop van deze Als Enge^che burgers daarbij schade hebben opgeloopen, dan zullen ze dat aan hun eigen afweergeschut te danken hebben. ENGELSCHEN BESTOKEN BASIS OP EILAND SYLT. Als antwoord op den aanval van de Duit sche luchtmacht tegen de Britsche vlootbasis in Scapa Flow, heeft, meldt „De Telegraaf" de Britsche luchtmacht Dinsdagavond om circa acht uur de Duitsche vliegtuigbasis te Homum op het eiland Sylt gebombardeerd. Volgens de officieele Britsche lezing heeft de Duitsche luchtbasis zware schade geleden. Het Duitsche Nieuwsbureau daarentegen meldt, dat hoegenaamd geen schade werd aangericht. Slechts geraakte een huis in brand. Tegen middemacht keerden eenige Britsche vliegtuigen via Sylt terug van een vlucht, die zij boven Praag en omgeving gemaakt had den. Op dat oogenblik werd het Duitsche eiland opnieuw door Britsche bommenwer- pers aangevallen. Het communique van de Britsche admirali teit luidt als volgt „Hedenavond heeft de Royal Air Force een aanval ondernomen op de Duitsche vlieg tuigbasis te Homum op het eiland Sylt, en er zware schade aangericht. Dit is een der lucht basis, vanwaar de vijandelijke vliegtuigen op- treden tegen onze Vlootstrijdkrachten en tegen de koopvaardijschepen. Deze actie volgde op den aanval op onze eigen kustbasis op de Orkaden." Het Duitsche communique luidt: ,,Heden- avond om 19,57, 20,58 en 21.16 uur trachtten Engelsche bommenwerpers het eiland Sylt aan te vallen. Behalve aan een huis, dat in brand geraakte, werd, dank zij den Duitschen luchtafweer, geenerlei schade aangericht. Een Engelsch vliegtuig werd neergeschoten." Kort nadat de Britsche bommenwerpers hun bommen op de Duitsche vliegtuigbasis hadden uitgeworpen, onderbrak minister- president Chamberlain de debatten in het Lagerhuis, om een verklaring af te leggen. Onder ademlboze stilte sprak de premier toen de volgende woorden: ,,Zoo juist bereikt mij het bericht, dat een aantal bommenwerpers van de Royal Air Force met succes het Duitsche eiland Sylt heeft aangevallen. Op het oogenblik, waarop ik dit aan u mededeel, worden de aanvallen vermoedelijk nog voortgezet. Het bericht heeft ons bereikt via de radio van het vlieg- tuig, waarin zich de commandant bevindt." Een daverend applaus vergezelde deze woor den van den premier. Van Deensche zjjde wordt gemeld, dat het een aanval op zeer groote schaal is geweest. In den namiddag, toen het nog licht was, zag men reeds de eerste toestellen verschijnen. De Britsche bommenwerpers vlogen in twee eskaders, voorafgegaan door een aantal zeer snelle verkenningsvliegtuigen. De bommenwerpers traden verrassend be- slist en snel op. Zij waren linea recta van de Britsche Noordkust naar Sylt gevlogen. Eenige toestellen vlogen zeer laag boven de Duitsche luchtbasis, toen het reeds duister was geworden. De bommen, die zij uitwierpen wogen vermoedelijk 200 kg. tegen Hoofdpijn, Kiespijn, Migraine (Ingez. Med.) BE ZOMERTIJD. Bij Kon. toesluit van 9 Maart 1940 is be paald, dat de Vervroeging met een uur van den wettelijken tijd dit jaar zal aanvangen den 19den Mei e.n zal eindigen den 6den October. CHR. R EISVEREENIGING „VOORWAARTS". Gisterenavond kwam deze vereeniging in ledenvergadering bijeen. Hoofdpunt van de bespreking was de jaar- ljjksche ledenreis. Het bestuur had een ge heel nieuw reisplan ontworpen, dat door den voorzitter uitvoerig werd toegelicht. Na ampele bespreking werd met algemeene stemmen het plan goedgekeurd en het bestuur gemachtigd verder de noodige voorbereidin- gen te treffen. Kan alles ongestoord worden uitgewerkt, dan zal dit jaar in Juni met de leden een drie-daagsche reis worden gemaakt naar het prachtige Oisterwijk. Ook de verdere plannen werden tenslotte goedgekeurd. Ook in 1940 dus „Voorwaarts". ALGEMEEN NEDERLANDSCH VERBOND. Lezing Br. Stracke. Voor het Algemeen Nederlandsch Verbond sprak Maandag de bekende Vlaamsche geeste- liike Dr. Stracke over het onderwerp Oud- Vlaanderen". De voordracht gaf een geheel nieuwen kjjk op de Nederlandsche geschiede- nis, die spreker als Groot-Nederlander beziet: de huidige geschiedschrtjvers hebben de oudere Nederlandsche historie steeds verkeerd ge- zien. Men stelde het voor, alsof het Neder landsche volk nooit anders dan tot de taal- grens is gekomen, en dit denkbeeld wordt ook door Prof. Geyl, hoezeer deze oude en ver- ouderde begrippen heeft bestreden, aange- hangen. Geheel ten onrechte: het concilie van Tours (812) schrjjft voor, dat de preek moet geschieden in het latjjn, in het Romaansch of in het Dietsch. De Franken, dus onze voorouders, zjjn van de Wezer tot de Loire het heerschende volk geweest in macht, in recht en in taal. Men mag de Franken niet als barbaren beschouwen, want vele cultuurwoorden in het Fransch zijn van germaanschen oorsprong: het Frankisch, dus het Nederlandsch, is dus bljjkbaar eultuur- drager geweest. De letterkunde is vermoe delijk veel ouder dan men gewoonljjk aan- neemt. Karel de Groote sprak nog Frankisch terwrjl pas na het jaar 1000 het Fransch „oud-roest van bedorven latjjn", begon on te komen. Op godsdienstig gebied zjjn de Franken wier kemland Zuid-Nederland was, van groo- ten invloed geweest: de Engelsche koningen werden door Vlaamsche geesteljjken tot het Christendom gebracht, en in de 15e eeuw is de Nederlandsche ascetische litteratuur w ereldberoemd De eerste kruistocht is een Dietsche kruis- tochtGodfried van Lotharingen werd koning van Jeruzalem omdat zijn leenheer Robrecht van Vlaanderen den eervollen titel afwees. Als men onze geschiedenis beziet, dan ver- baast men zich, dat aan de Zuid-Nederlan- ders voornaamheid ontbreekt, daardoor: geen zelfbewustzijn, geen saamhoorigheid, geen stamfierheid. ,,Die zich leven laat, leeft niet; hij die zjjn leven maakt, dat is een man." De boeiende en inhoudrijke lezing werd door een talrjjk publiek met aandacht gevolgd, en ook de discussie na afloop was zeer belang- wekkend. BIEFSTAL OPGEHELBERD. Een paar weken geleden werd bij de ge- meentepolitie aangifte gedaan, dat door de blinde gezusters de D., wonende in de Tholens- straat, een geldsbedrag werd vermist, zoodat een ongenoode gast, hetzij tijdens hun af- wezigheid, hetzij door op schandelijke wijze misbruik makende van het gemis van ge- zichtsvermogen der zusters, dit spaarpotje moest hebben ontvreemd. Hoewel aanvankelijk elke aanwijzing, die tot arrestatie van den dader kon leiden, ont- brak, gelukte het de politie eenige draden in handen te krijgen, met gevolg, dat de dade- res van deze laffe diefstal kon worden ont- maskerd. Door een familielid werd het ont- vreemde bedrag aangezuiverd, doch dit zal niet voorkomen, dat de daderes zich eerlang voor de justitie zal hebben te verantwoorden. PROPAGANBA-AVOND OPENBARE ULO-SOHOOL. Deze, gisteren in het Concert- en Bios- coopgebouw gehouden avond, mocht, als vong jaar, weer bogen op een druk bezoek. De zaal was zeer goed bezet, toen het orkest te ongeveer 8 uur aanving met een marsch, onder leiding van mevrouw 't GildeVan Staveren. Hierna trad naar voren de heer A. Leen- houts, hoofd der school, voor het uitspreken van een kort openingswoord, hetwelk kort moest zijn in verband met de uitgebreidheid van het programma. De heer Leenhouts heette de aanwezigen harteljjk welkom, spe- ciaal ook den heer Burgemeester en den heer De Kraker, wethouder. De veranderingen, die in het personeel der school plaats grepen en nog plaats grjjpen, werden aangeroerd, bjj het laatste doelend op het aanstaand vertrek van den heer Versprille. Na de opening werd aangevangen met de er<J®re afwerking van het programma. Be- gonnen met schoolzang, vervolgd met vrjje en orde-oefeningen en reidansen, alles onder leiding van de verschillende aan de school verbonden leerkrachten en uitgevoerd door leerlingen, konden we waarnemen, dat zoowel het een als het ander, in het bijzonder bjj de opgekomenen in den smaak viel. Een aller- hartelijkst applaus viel elke uitvoering af- zonderlijk ten deel. Nadat ook de muziek zich weer tot voile tevredenheid van het publiek had laten hooren, werd een tooneelstukje op- geVoerd, dat eveneens zeer veel bijval mocht oogsten, hetgeen dankbaar door speelsters en spelers werd aanvaard. Na de pauze werd op- gevoerd „Het weggestopte Pleegkind". Al- vorens hiertoe werd overgegaan, betrad de heer Leenhouts weer het tooneel en noodigde aldaar ook uit den heer Versprille, den schei- denden onderwijskracht. In welgekozen be- woordingen werd de heer Versprille gehul- digd als d e onderwijsman, met tact en pae- dagogisch inzioht ten opzichte zijner leerlin gen, als een onderwijzer die wel te vervangen maar zeker uiterst moeilijk te verbeteren°zal zijn hetgeen ook zijn nieuwe woonplaats zal ondervinden. Hem verder met zijn ge- zin te Hil'versum alle goed toewenschend, ook namens leerkrachten, ouders der leerlin gen en leerlingen, was het spreker een groot genoegen den scheidende namens deze alien een standaardwerk over Nederland te kunnen aanbieden. Spontaan was het benoodigde hiervoor bjjeen gebracht. Spreker besloot met een „lang zal hjj leven", dadelijk vol geestdrift overgenomen door de zaal. De heer Versprille bracht hierna dank voor het door zijn Hoofd gesprokene, er daarbjj op wijzend, dat de resultaten, eye hij doer zijn

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1