ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
U hebt het zelf in de hand...
MAGGI5 AROMA
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
No. 10.041
WOENSDAG 13 MAART1940
80e Jaargang
Binnenland
FeuiMeton
NAGEVULD VOORDELIGER: Flesje No. 0...14 ct. No. 1...27 ct.
BERICHT.
om supces met Uw maaltijden te
oogsten.
Ook in deze tijden is Maggi's
Aroma het ideale hulpmiddel om
Uw soepen, bouillon, stamppotten
enz. im smaak te verbeteren.
Alle bliksoepen maakt U met een
tikje Maggi's Aroma smakelijker!
En - de beproefde, ongeeven-
aarde kwaliteit van Maggi's Aroma
waarborgt een uiterst zuinig gebruik.
NEUZENSCHE COU RANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgle en Amerika /2,10, overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. v
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TEEEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer 0,20.
KEEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent by vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de liitgave.
DIT READ VERSCHIJNT IEDEREN MAAN DAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
Door de voortdurende styging der papier-
pwjzen wordt, ingaande het eerste kwartaal,
de abonnementsprijs met 10 cent per drie
maanden verhoogd.
GEMEENTE TERNEUZEN.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van TER-
NEU1ZEN brengen ter openbare kennis, dat
ter gemeente-secretarie van Axel ter inzage
ligt, een verzoek met bijlagen van de CIE.
NEERLANDXISE DE L'AZOTE N.V., fabri-
kante te Axel-Sluiskil om vergunning tot het
oprichten van een magazijn voor kunstmest
te bezigen als opslagplaats voor de vervaar-
digde nitraatmeststoffen, met electro-moto-
ren tot een totale kracht van 60 P.K., op het
perceel kadastraal bekend gemeente Axel,
Sectie A, no. 1148, plaatselijk gemerkt wijk
P. no. 134.
Op Dinsdag 26 Maart a.s., des namiddags
om drie uur zal in het gemeentehuis van
Axel gelegenheid bestaan om bezwaren tegen
de inwilliging van dit verzoek in te brengen
en deze mondeling en schriftelyk toe te
lichten.
Zoowel de verzoekster, als zij, die bezwaren
hefoben, kunnen gedurende drie dagen v66r het
bovengemelde tijdstip ter secretarie der ge
meente Axel kennis nemen van de terzake in-
gekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er
op gevestigd, dat volgens de bestaande juris-
prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij,
die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinder-
wet op de bovenbepaalde dag voor het ge-
meentebsetuur van Axel verschenen zijn, ten-
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Terneuzen, 12 Maart 1940.
Burgemeester en Wethouders voomoemd,
P. TELLEGEN, Voorzitter.
B. I. ZONNEVTJLLE, Secretaris.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelling.
De Burgemeester van TERNEUZEN, brengt
ter algemeene kennis, dat een uitspraak op
aanvrage om vrijstelling van den Dienst-
plicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een
ieder ter inzage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettelijke vertegen-
woordiger.
b. door elk der overige voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hun wettelijke vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending.
Terneuzen, den 13 Maart 1940.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
DE KONINGIN TER KERKE.
H. M. de Koningin heeft Zondagochtend de
godsdienstoefening bijgewoond in de Bethle-
hemskerk te 's-Gravenhage onder gehoor van
Ds. Den Hertog.
Roman van
JOHANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
32)
Vervolg.
De ylymscherpe, honende stem van den
Attorney-General bracht O'Kelly eindelijk
van zijn stuk. Hij deed onzeker en verloor
iets van zijn zelfbewuste houding. Natuurlyk
begreep hij zeer goed, dat dit de zwakke plek
in zijn verdediging was. Want iedereen moest
overtuigd zijn, dat hij zich alleen niet had
durven inschepen omdat hij vreesde, dat de
voor hem gevaarlijke inhoud van het docu
ment hem noodlottig zou worden.
Toen de spion geen antwoord gaf op dien
uitval. hervatte de president het verhoor.
,,Weet u wat er van het document gewor-
den is?"
,,Neen, ik heb mijn kennis nadien niet meer
teruggezien, sir", antwoordde O'Kelly met
een poging, om zijn onschuldige houding te
hernemen.
,,WSe was die kennis, uw vertrouwde dus?"
,,Van een antwoord op die vraag wensch Ik
verschoond te worden, sir."
"U, weigert dus opheldering dienaan-
gaande?
„Ja ik weiger", antwoordde de spion
krachtig.
Er ging een beweging door de zaal en de
beteekems ervan scheen O'KeUy niet te ont-
gaan. Zijn weigering' om voor de geheele
waarheid uit te komen, moest wel een slech-
en mdruk maken, na de zoogenaamde beken-
ROUW1BEKEAG BIJ FAMILIES VAN EEN
DER SLAGHTOFFERS VAN DE RAMP
VAN HR. MS. O. 11.
Prins Bemhard heeft Maandagmorgen o.a.
de stellingen in de omgeving van Hellevoet-
sluis bezichtigd. Hij gaf den wensch te ken-
nen om zijn deelneming te gaan betuigen by
de familie van sergeant G. L. Logmans te
Nieuw Helvoet. Hier heeft de Prins ongeveer
10 minuten doorgebracht en zich onderhou-
den met de weduwe en ouders van het slacht-
offer van het ongeluk met de O. 11. De bur
gemeester was bij dit bezoek tegenwoordig en
hij heeft den Prins uitgeleide gedaan.
Dit bezoek is door de betrokkenen en de
bevolking buitengewoon op prijs gesteld.
HET WILHELMUS.
Burgemeester en Wethouders van 's-Gra
venhage hebben, in overeenstemming met den
inspecteur van het lager onderwijs een om-
zendbrief gericht aan de hoofden van alle
openbare lagere scholen, waarin op de nood-
zakelijkheid gewezen wordt, dat de leerlingen
van de hoogere klassen van alle openbare
scholen althans het le (Wilhelmus van Nas-
sauwe enz.); 6e (Mijn Schilt ende betrouwen
enz.) en 14e (Oorlof, mijn arme schapen enz.)
van ons volkslied leeren zingen. Gerekend
wordt daarbij natuurlijk op de noodige histo-
rische en taalkundige voorlichting.
COMITe voor economischen vrede.
Naar de N. R. Crt. ter oore komt, zal op
28 en' 29 Maart a.s. te "s-Gravenhage een bij-
eenkomst worden gehouden van het Comity
voor Economischen vrede, dat onlangs is ge-
vormd door het Bureau van de Internationale
Kamer van Koophandel en door de Carnegie
Endowment for International Peace.
President van dit Comite is de heer Thomas
Watson (Amerika). Het is evenwel niet zeker
of deze in de gelegenheid is de a.s. bijeen-
komst in Den Haag te presideeren. Mocht hij
inderdaad niet naar Den Haag kunnen komen,
dan zal de byeenkomst onder voorzitterschap
staan van onzen landgenoot Dr. F. H. Fente-
ner van Vlissingen, vice-president van het
Comitd, en eere-voorzitter van de Internatio
nale Kamer van Koophandel.
Voorts vernemen wij, dat oud-minister Dr.
H. Colijn en de heer Paul van Zeeland ,oud-
minister-president van Belgie, de uitnoodiging
hebben aanvaard om als adviseurs van het
Comitd op te treden. Verwacht wordt dat
beide staatslieden de a.s. besprekingen in Den
Haag zullen bijwonen.
WEER EEN NEDERLANDSCH TANK-
SCHIP VERLOREN GEGAAN.
Naar het A.N.P. van de reederij N.V. Petro
leum Maatschappij Da Corona, een dochter-
maatschappij van het Koninklijke Shell Con
cern verneemt, is het motortankschip „Eulo-
ta" op weg van Rotterdam naar Curasao
Maandagavond op de Noordzee door een ont-
ploffing verloren gegaan.
De geheele bemanning, bestaande uit 42
personen, is door een Engelsch oorlogsschip
gered.
De „Eulota" is een schip van 6236 ton bruto
en 3606 ton netto d.w. 9000 ton. Het is in
1931 gebouwd bij de N.V. Wilton-Feijenoord.
De „Eulota" was toegerust met paravanes.
Op 8 Maart was het schip van Rotterdam
vertrokken en het voer in ballast naar
Curasao.
De ontploffing had plaats op 48 gr. 35 min.
N.(B. en 8 gr. 22 min. W.L.
Gezagvoerder van de ,,Eulota" was kapi-
tein B. Elzinga.
DE „AMOR" VAN DE K.N.S.M. OP EEN
MIJN GELOOPEN.
Maandagochtend is het stoomschip ,,Amor"
van de K.N.S.M., dat met een lading stuk-
goederen van West-Indie kwam, op vijf mijl
ten Noordwesten van Fairbank boei, in de
nabijheid van het lichtschip West-Hinder op
een mijn geloopen en gezonken.
De bemanning, welke uit 33 koppen be-
stond, is gered door het Iersche stoomschip
tenis, waarmee hij voor den dag was ge
komen.
IDe president liet hem nu voorloopig met
rust. De getuigen werden voorgeroepen, aller-
eerst Sir Buddock. Hy bevestigde dat de in
houd van het document een groot belang was
voor de Staat en verhaalde de geschiedenis
van den diefstal, waarna ook Gordon zijn
verklaringen aflegde.
,,'Het document is weer terechtgekomen,
nietwaar sir?" informeerde de president, zich
opnieuw tot den onderstaatssecretaris wen-
dend.
,,Jawel, men heeft het ons langs een ge-
heimzinnigen weg weer terugbezorgd". be-
aamde sir Buddock.
Gordon hield tijdens dit korte verhoor
scherp het oog op O'Kelly gericht om te zien,
of deze bekend was met de verdere geschie
denis van het document. Toen sir Buddock
bevestigend antwoordde, zag hij den spion de
wenkbrauwen fronsen en verscheen er een
gespannen uitdrukking op zyn gelaat.
„Wieet u ook, wie het u terugbezorgde?"
kwam de president.
„Neen, de identiteit van den onbekende
derde is ons verborgen gebleven, sir. Alleen
weten wij, zooals u reeds uit het dossier zal
zijn gebleken, dat de onbekende identiek is
aan de vertrouwde van O'Kelly. Hij of zij
schijnt het O'Kelly opzettelijk afhandig te heb
ben gemaakt met het doel het ons weer in
handen te spelen."
Bij deze verklaring zag Gordon den spion
plotseling sidderen. Doch hij beheerschte zich
onmiddellijk, de president richtte opnieuw het
woord tot hem.
O'Kelly, u hebt die verklaring gehoord.
Uw vertrouwde heeft zooiets als verraad aan
u gepleegd, waarmee hij Engeland intusschen
een goeden dienst heeft bewezen. Bent u thans
misschien bereid zijn naam te noemen?"
„Neen antwoordde O'Kelly en voor de eer-
60
Aroma
(Ingez. Med.)
„City of Bremen", dat de schipbreukelingen
Maandagmiddag omstreeks vijf uur behouden
te Vlissingen aan land heeft gebracht.
De „Amor" was een schip van 2325 bruto
ton.
Tusschen den Noord-Hinder en den West-
Hinder is de „Amor" van de K.N.S.M. het
slaehtoffer van een mijn geworden. Het schip
werd midscheeps zoodanig getroffen, dat het
ongeveer vijf minuten na de ontploffing in de
diepte verdween.
In Hotel Goes, te Vlissingen, waar de schip
breukelingen door bemiddeling van het carga-
doorskantoor R. Stofkoper waren onderge-
bracht, heeft de Zeeuwsche corr. der N. R.
Crt. met de officieren en de leden van de be
manning gesproken.
De „Amor", die met een lading graan,
gerst en katoen van Obristobal op weg was
naar Antwerpen, was Zondag uit Plymouth
vertrokken. Alvorens de nacht aanbrak was
het schip in verband met de gevaren, verbon-
den aan een nachtelyken overtocht, in Duins
gaan liggen. Maandagochtend om zes uur
werd de reis voortgezet. Om omstreeks tien
uur werden de opvarenden opgeschrikt door
een hevige explosie. De „Amor" bleek mid
scheeps in a an raking te zijn gekomen met een
mijn, die een geweldige ravage aanrichtte.
Vele leden van de bemanning bevonden zich
tijdens de explosie in hun logics. Iedereen
snelde naar boven en men zag, dat het water
met groote kracht het schip binnendrong.
Spoedig stond het den opvarenden tot aan de
knieen. Om het schip dreef reeds een ge-
deelte van de lading. De marconist trachtte
een S.O.S.-sein uit te zenden, maar de radio-
installatie werkte niet meer. Op commando
van kapitein H. Beuker begaf de bemanning
zich rustig naar de sloepen. De bakboord-
sloep bleek echter geheel stukgeslagen en de
stuurboordsloep was, doordat de ,,Amor" sterk
helde, niet los te maken.
Men begon het ergste te vreezen, want de
toestand werd hoogst precair. Het schip was
middendoor gebroken, de deklading belemmer-
de de bewegingen en het water steeg steeds
hooger. Plotseling draaide de „Amor" als een
kurketrekker om haar as; masten en schoor-
steen scheurden en vielen. Maar deze be
weging had tevens tengevolge, dat de stuur
boordsloep loskwam. De geheele bemanning
kon daarin een plaats vinden.
Toen was het zaak zoo vlug mogelijk uit de
buurt van het zinkende schip te komen. Met
man en macht trok men aan de riemen. Nau-
welijks was men eenige tientallen meters van
het schip verwijderd, of het verdween in de
diepte. Gelukkig voer in de nabijheid een
ander schip, welks bemanning met spanning
den loop van de gebeurtenissen aan boord van
de ,,Amor" had gevolgd. Het koerste op de
sloep met de schipbreukelingen aan en spoe
dig waren alien behouden aan boord, waar zij
een gastvrij onthaal vonden. Het reddende
schip, de „City of Bremen", dat, evenals de
,.Amor", op weg was naar Antwerpen, heeft i
de geredden te Vlissingen aan den wal gezet. j
Daar de „City of Bremen" geen radio aan
boord had, werd de ramp van de „Amor" eerst
MM..i i
ste maal tijdens het verhoor klonk zijn stem
heesch en mat, alsof hij alle zelfvertrouwen
verloren had. Blijkbaar had hij er tot nu toe
niet het minste vermoeden van gehad, welk
gebruik de ander vaniiizijn vertrouwen had
gemaakt indien hij al had geweten, dat het
document zijn bestemming nooit had bereikt
moest hij in de meening hebben verkeerd, dat
het veiiigheidshalve verstopt of vemietigd
was. De verrassende onthulling van sir Bud
dock moest hem dan ook treffen als een
zware slag en inderdaad deed zijn houding dit
vermoeden.
„Blijft u bij die weigering?" hield de presi
dent aan.
,.Ja, en daar zal ik steeds bij blijven", ver-
zekerde de spion op norschen toon.
Zijn houding bracht iedereen in verbazing.
Welke reden had O'Kelly thans nog om den
man, die verraad aan zijn zending had ge
pleegd niet te noemen? Werd hij ervan weer-
houden door een soort eergevoel? Of vreesde
hij. dat er nog veel meer bezwarends voor hem
aan den dag zou komen, als de ander aan den
tand werd gevoeld Het was een puzzle, die
alleen O'Kelly kon oplossen. Maar iedereen
begreep, dat het gebrek aan openhartigheid
op dit punt zeker niet in zijn voordeel zou
zijn......
Het verhoor kreeg hierna een vlotter ver-
loop. Thans verschenen de Nederlandsche ge
tuigen: de conducteur, die Gordon bewuste-
loos in den trein gevonden had, de chauffeur,
die O'Kelly en zijn gezellin naar Esschen had
gereden en de purser van de Harwichboot,
waarmee de spion op den avond van den
diefstal van het document naar Engeland
te<ruggekeerd was. Him verklaringen wier-
pen geen nieuw lieht op de zaak, doch beves-
tigden slechts O'Kelly's bekentenis, voor
zoo veel deze betrekking had op zijn handelin-
gen in Nederland.
Vervolgens kwamen andere getuigen aan
bekend, nadat de hemanning Vlissingen had
bereikt.
Van de opvarenden hebben slechts twee
leden eenig letsel bekomen, n.l. een bediende,
die vingerkwetsuren heeft en een stoker, die
aan een been is gewond.
De geredden zijn Maandagavond per trein
naar Amsterdam vertrokken.
WAT IS ER MET DE „RIJNSTROOM", DE
„GRUTTO" EN DE „VECHT" GEBEURD?
Nadat de maritieme medewerker van „Het
Vaderland" gewezen heeft op het weerzin-
wekkende van het door de modeme groote
vliegtuigen tot doelwit kiezen van weerlooze
ongewapende neutrale kleine schepen en een
overzicht te hebben gegeven van de Neder
landsche schepen die vanaf het begin van de
vijandelijkheden verloren zijn gegaan, schrijft
hij, dat voor zoover het den strijd ter zee be-
treft, wij staan in de periode van den
onbeperkten duikbootoorlog
in 1917.
Het zonder waarschuwing torpedeeren van
de „Tajandoen", „Den Haag", „Tara" en
„Ceronia" is hiervan het duidelijkste bewijs.
Het op verschillende tijden bestoken van een
groot aantal kleine ongewapende schepen door
zwaar bewapende bommenwerpers wekt
groote verontwaardiging in het land van Huig
de Groot, den schrijver van ,,De Mare Uibe-
rum" (Vrije Zee). De laatste dagen staan wij
voor het geheimizinnig verdwijnen van de
„Rijnstroom", de ,,Grutto" en de „Vecht", zon
der dat iets van de opvarenden wordt ver-
nomen. Uit gevonden wrakstukken en lading
kan met zekerheid worden aangenomen, dat
de schepen zijn gezonken. In het bijzonder
valt hierbij op, dat van de opvarenden niets
werd vernomen, ondanks het groot aantal red-
dingsmiddelen aan boord en ondanks het feit,
dat hij het s.s. „Vecht" kort nadat het schip
was gezonken een visschersman ter plaatse
kwam.
Zoolang van de 52 opvarenden van deze drie
schepen niemand aanspoelt, blijft onbeant-
woord de vraag: „wat is er met de opvaren
den gebeurd?" De drie schepen zijn op een
druk bevaren gebied plotseling vergaan, juist
gedurende den donkeren nacht. Bij het op een
mijn loopen zullen kleine schepen inderdaad
plotseling kunnen zinken, zonder dat veel tyd
overblijft om een sloep te strijken,' doch een
enkeling weet gewoonlijk wel een drijvend
voorwerp te vinden en zich een poosje boven
water te houden, vooral nu een ieder in het
gevaarlijke gebied het zwemvest aan heeft of
dit in de onmiddellijke nabijheid gereed heeft
Explosies zijn door andere vaartuigen niet ge-
meld, terwijl bovendien overdag geen schepen
varend op dezelfde trajecten, op een mijn zijn
^geloopen. Vliegtuigen hebben op deze kleine
schepen in donkeren nacht. zoodra bij een
eerste aanval de lichten worden gedoofd,
slechts zeer geringe aanvalskansen.
Een hypothese.
Ik aeht het niet geheel onmogelijk, dat on-
de beurt: mr. Wick en eeinge andere inspec-
teurs van het Centraal Bureau. Hun verkla
ringen beliehtten helder den levensloop van
den spion en lieten geen twijfel over aan zijn
relaties met de grooten man achter de scher-
men, Trebitsch Dincoln.
O'Kelly scheen zich niet te kunnen her-
stellen van den slag, die hem was toegebracht
door de onthullingen van Sir Buddock. Zijn
schouders waren ingezakt en zijn gelaat stond
somber. Toch was hij met heel zijn aandacht
bij het verhoor en herhaaldelijk dwaalde zijn
blik naar zijn verdediger.
Mr. Beaverlooke had zich nagenoeg geheel
buiten het verhoor gehouden. Iedereen be
greep echter, dat deze terughouding in haar
geheel paste in het verdedigings-systeem. Hij
vocht geen feiten aan, die vast stonden en
door O'Kelly waren bekend. Evenmin trachtte
hij verwarring te stichten, door twijfel te
wekken aan ondergeschikte verklaringen in
het getuigenverhoor. Maar straks zou hij al
zijn vernuft spitsen op het requisitoir en de
twee zwakke plekken verdedigen in O'Kelly's
verweer: de verzekering van den spion, dat
hij onbekend was geweest met den werkelij-
ken inhoud van het couvert en de houding,
die hij had aangenomen tegenover den aan-
drang van den president, de identiteit van
den geheimzinnigen derde te ontsluieren...
Toen de dactyloscoop met zijn verkaring
alien twijfel had opgeheiven, of het bezwa-
rende briefje wel in het bezit van O'Kelly
was geweest, werd het getuigenverhoor be-
emdigd. De president somde alle vaststaan-
de feiten nog eens op en vroeg den spion ten-
slotte met nadruk, of hij bleef volharden bij
zijn bewering, onbekend te zijn geweest met
den werkelijken inhoud van het couvert.
Bij deze kardinale vraag, die de kern vorm-
de van het' schuldvraagstuk, kreeg O'Kelly
zijn oude veerkracht terug.
„Ik ontken pertinent, ik heb er niets van
derzeebooten in den nacht de schepen hebben
aangehouden en de bemanning er hebben af-
gehaald om vervolgens de booten door het
openen van buitenboordsopeningen, dan wel
door het doen springen van door hen aan
boord geplaatste bommen hebben vernietigd.
Het lanceeren van een torpedo van 26.000
komt mij niet zoo waarsehijnlijk voor. Ook
acht ik het niet geheel uitgesloten, dat snelle
Duitsche bovenwaterstrijdkrachten onder dek-
king van de duistemis een uitval van de Duit
sche Bocht hebben ondernomen, waarbij ik
nl. denk aan de 62 ton groote Duitsche motor-
torpedobooten (Schnell-boote), welke een
snelheid hebben van 3036 mijl en een be
manning van 17 man. Ik acht het dan niet
onmogelijk dat de bemanning van de drie
schepen naar Duitschland is medegenomen en
een ieder verder in volkomen onwetendheid
wordt gehouden, met het tweeledig doel: ten
eerste, dat geen bekendheid wordt gegeven
aan het optreden, ten tweede, dat de zee-
varenden van dit spoorloos verdwijnen onder
den indruk zullen komen.
De vraag rijst, wat tegen deze aanvallen
kan worden gedaan. Na de luchtaanvallen op
onze schepen en het spoorloos verdwijnen van
de schepen is eenige dagen geleden gepubli-
ceerd, dat na informatie te bevoegder plaatse
werd medegedeeld, dat de regeering stappen
zal doen om de scheepvaart te beschermen.
Een dergelijke duidelijke toezegging stemt
hoopvol, evenals het bericht, dat de Commis-
sie van de veiligheid ter zee een onderzoek
zal instellen naar de mogelijkheid van pa-
trouilleering van koopvaardijschepen op een
speciale, voor een groot deel afgebakende
route, door een aantal kleine schepen, waar-
door de opvarenden verzekerd zullen zyn, dat
bij een ongeval steeds hulp nabij is.
Dit systeem verdient aanbeveling boven het
systeem van in verband varen.
Snelle schepen kunnen nu de grootste snel
heid ontwikkelen en zijn niet gebonden aan
kleinere snelheden van schepen, waarmede
anders gezamenlijk zou zijn overgestoken,
waardoor de snelle schepen straks bij het lan-
ger worden van de dagen een groot gedeelte
van het gevaarlijke traject overdag kunnen
afleggen. Wanneer de door de Commissie ge-
dachte treilers geheel worden ingesteld op het
opnemen van drenkelingen en het verleenen
van eerste hulp aan drenkelingen, beteekent
dit een belangrijke vermeerdering van veilig
heid voor de zeevarenden. De oorlogvoeren-
den zullen nimmer eenig bezwaar kunnen heb
ben tegen het instellen van dezen ,,Eerste-
hulp-dienst" en het is te hopen, dat wanneer
deze dienst eenmaal werkt, geen der oorlog-
voerenden deze visscherschepen eenigen over-
last zal doen, opdat zij ongestoord hun taak
van barmhartigheid kunnen uitvoeren. Zou-
den deze schepen toch lastig worden gevallen
door vliegtuigaanvallen, dan zou het aanbe
veling kunnen verdienen voor dezen dienst
oorlogsschepen aan te wijzen, zoo noodig
noodgedwongen met aantrekking van strijd-
krachten uit Indie, indien hiervoor in Neder
land geen materieel aanwezig is.
I geweten", antwoordde hij, zich hoog op-
richtend.
„Dan wordt de zitting van het High Court
geschorst en vanmiddag om twee uur her-"
opend", besloot de president zyn onderzoek.
Het High Court trok zich terug en daarop
werd O'Kelly weggeleid. Hij liep thans weer
kaarsrecht en zijn gelaat stond onbewogen.
Gordon staarde hem na, totdat hij achter de
deuren verdwenen was, die toegang gaven
tot de cellengang. Toen wendde hij zich met
een vragenden blik tot Sir Buddock.
.,Zou hij nog hopen, of zijn zaak verloren
aehten?" vroeg hij.
,,Hij twijfelt", antwoordde de onderstaats
secretaris peinzend. „En dat doe ik ook. Er
kan nog veel afhangen van het requisitoir en
het pleidooi. Alleen weet ik heel zeker, dat
de onthulling van het aandeel, dat onze ge-
heimzinnige derde in de zaak heeft gehad,
hem een gevoelige klap heeft toegebracht..."
Het vonnis.
De rechtszaal van het High Court bood
s middags nog een levendiger aanblik dan
's morgens. De geringe bekendheid, die
tijdens het vooronderzoek aan het proces ge
geven was had tengevolge gehad, dat slechts
wemigen zich ervoor hadden geinteresseerd.
Doch nadat zich in het lunchuur het gerucht
had vsrspreid dat zelfs de onderstaatssecre
taris van Buitenlandsche Zaken als getuige
was opgetreden en dat lord Gordon Trevelyan
er een rol in had gespeeld, was de toeloop
van nieuwsgierigen voor de middagzitting zoo
enorm, dat geen plaatsje in de zaal onbezet
was gebleven en honderden teleurgesteld
moesten worden afgewezen.
(Wordt vervolgd.)