GEMEENTERAAD VAN
AXEL.
Omvraag.
a. De heer DE REGT merkt op, dat in een
der vorige vergaderingen gesproken is om-
trent den toestand aan de Westzijde van de
Axelschestraat.
De VOORZITTER U bedoelt de rioleering.
De heer DE REGT licht toe, dat hij bedoelt
de toestand tusschen de tramrails en de be-
staande eigenaars.
De VOORZITTER deelt mede, dat Burge-
meester en Wethouders in dezen een confe-
rentie hebben gehad met de Directie der
Z.V.T.M. Deze is genegen het verzoek toe te
staan, mits de gemeente het uitvoert. Er.zou
aan vastzitten. dat een jaarlijksche retributie
betaald moet worden, doch Burgemeester en
Wethouders zijn het el niet over eens, dat dit
noodzakelijk is. Juist het stuk waar het hier
over gaat, is eigendom der gemeente en inder-
tijd in bruikleen afgestaan aan de Z.V.T.M.
'Hieromtrent is spreker persoonlijk in overleg
getreden met de directie der Z.V.T.M., en hij
meent, dat deze kwestie op goeden voet staat.
Hij hoopt er op, dat het daar behoorlijk voor
elkaar komt.
b. De heer FLORUSSE wil een kleinigheid
vragen. Hoe komt het, dat er op verschillende
plaatsen bij gladde wegen zoo slecht gestrooid
wordt. Er is gezegd, dat er weinig zand is,
doch dat kan toch geen motief zijn. Spreker
heeft het meegemaakt, dat het op Reuzen-
hoek geweldig glad was. In andere gemeen-
ten is men er direct bij om zand te strooien,
het is toch niet onmogelijk om een bakje zand
en 2 lui om te strooien weg te zenden.
De VOORZITTER antwoordt, dat men
thans leeft in buitengewone omstandigheden,
zooals de heer Florusse en spreker niet mee
gemaakt hebben. Pas is er gestrooid, of het
gaat sneeuwen, daar kan men ten slotte toch
geen van alien iets aan doen. De man van de
gemeente is voortdurend bezig geweest en
heeft op de meest bedreigde punten het eerst
gestrooid. Er is ook hulp gevraagd van de
burgerij, want 't ging zoo niet en langzamer-
hand zag iedereen in, dat het noodig was
medewerking te verleeneri. Het gaat echter
niet aan, om de wegen naar buiten en alle op-
ritten, die kilometers lang zijn, behoorlijk te
bestrooien, dat doet men elders ook niet. Dat
is geen kleinigheid.
De heer FLORUSSE merkt op, dat als de
menschen van de Griete naar het dorp moes-
ten komen langs de wegen zooals die er thans
bij lagen, het voor de menschen levensgevaar-
lijk was.
De VOORZITTER antwoordt, dat iedereen
daarvan heeft geprofiteerd. Het was overal
levensgevaar lij k
De heer FLORUS'SE is van meening, dat
men daarop moet voorbereid zijn en zorgen
dat er voldoende droog zand is.
De VOORZITTER antwoordt, dat er ge-
noeg zand aanwezig was. Doch men gaat er
niet aan beginnen om een ^veg, die 4 a 5 K.M.
lang is, geheel te bestrooien, dat doet men
elders ook niet. A1 zou dit gebeuren, dan kan
men daarmede onmogelijk om 9 uur 's mor-
gens klaar zijn, dat bestaat niet.
En hoe vaak gebeurt het niet, dat als het
sneeuwt en men bezig is zand te strooien, het
reeds weer dooit voor men er mee klaar is.
Iemand, die met deze zaak niet belast is,
weet niet hoe moeilijk het is,
De heer FLORUSSE merkt op, dat de man
van de gemeente Vrijdagmiddag bezig was
met den vuilniswagen. Vrijdagmiddag was
er op het dorp niet gestrooid. Spreker ge-
looft niet, dat het overdreven is, als men bij
deze toestanden edn of twee man in dienst
heeft, die daarmede belast zijn. Ook was het
toch wel mogelijk om de burgerij door middel
van uitbellen te verzoeken hun asch op den
weg te strooien. Indien er meer bekendheid
aan werd gegeven, zou daaraan ook meer ge
volg gegeven zijn. Spreker meent, dat dit een
wenk moet zijn voor het vervolg.
De VOORZITTER antwoordt, dat, dooreen
genomen, de burgerij heel goed heeft mede-
gewerkt. Over het algemeen is er tamelijk
goed meegemerkt. Spreker meent, dat men
moet denken: doe ik het voor een ander, zoo
doet de ander het voor mij. Zdo moet men
het beschouwen.
De heer MAAIS zou in dezen ook iets willen
zeggen.
De VOORZITTER merkt op, dat men naar
aanleiding van de gestelde vragen niet kan
gaan debateeren.
De heer MAAS merkt op, dat er veel klach
ten over de gladheid zijn, heel veel. Vandaag
is het glad, morgen iets minder. Spreker zou
dan ook graag zien, dat op Othene over een
auto met zand beschikt kon worden. Het aan-
tal klachten dat hierover gedaan is, is zeer
groot.
De VOORZITTER vindt het eigenaardig,
dat de menschen komen met klachten naar
een kantoor, dat hen niet helpen kan.
De heer MAAS is van meening, dat de
menschen liever met klachten komen naar
een gewoon mensch. Spreker is met Oude-
jaar naar Zaamslag geweest, maar het was
niet te doen.
De VOORZITTER stemt toe, dat het met
Oudejaar en Nieuwjaar glad is geweest, met
Oudejaar 's middags is dat begonnen, doch
op Nieuwjaar is het geen werkdag. Het is
dan ook moeilijk om menschen aan het werk
te zetten. Bovendien zou men met 1 man
weinig opschieten, en zou een behoorlijk aan-
tal menschen aangenomen moeten worden.
Daar begint men zoo gauw riiet aan.
c. De heer DE FEIJTER heeft een kleine
opmerking aan het adres van den Voorzitter
als hoofd van politie. Spreker meent, dat het
noodig is, dat er een goede bewaking is, er
zijn veel mannen onder dienst en op ver-
scheidene hofsteden heeft men veel graan
zitten. Die vrouwtjes gaan 's avonds naar
bed en weten dat zij onder de bewaking van
de mannen der wet veilig zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat de men
schen als er iets gebeurt, dit toch moeten
aanbrengen op de plaats waar het behoort.
De heer DE FEIJTER geeft te kennen, dat
men dat wel eens vergeet.
d- De heer MAAlS deelt mede, dat op 30
October een verzoek is binnengekomen van
C. P. de Vos en 7 anderen om verbetering
van de Brouwerijstraat en de Axelschestraat.
Kunnen Burgemeester en Wethouders hier
over al inlichtingen geven?
De VOORZITTBR antwoordt, dat Burge
meester en Wethouders dit verzoek naar den
architect zonden en een voorloopig rapport
over deze zaak ontvingen. Daarna is deze op-
nieuw in handen van den architect gesteld.
Er moet nog een uitpassing gebeuren en in
verband met de weersomstandigheden is dat
niet mogelijk.
De architect heeft daarom verzocht, te
mogen wachten tot de dooi is ingetreden.
De heer MAAS kan met dit antwoord ge-
noegen nemen en zal bericht afwachten.
e. De heer MAAS heeft nog iets. Op 6
Maart 1940 wordt het een jaar. dat een ver
zoek is ontvangen van G. Overdulve en 18
anderen in verband met het Achterstraatje.
Deze kwestie is verwezen naar Burgemeester
en Wethouders. De Voorzitter heeft toen ge
zegd, dat men den aanleg van de waterleiding
zou afwachten.
De VOORZITTER deelt mede, dat bierop
nog geen antwoord kan worden gegeven.
Burgemeester en Wethouders hebben gezegd,
dat zij het practisch achtten, hiermede te
wachten tot de aanleg van de waterleiding
achter den rug zou zijn. Hiermede is men
nog niet gereed, om thans een verandering
aan te brengen achten Burgemeester en Wet
houders niet in het belang van de zaak. De
heer Maas weet zelf, hoe het er uitziet als er
een gat in een harde weg gemaakt wordt.
Dat is jammer, maar het kan helaas niet
anders. Gevaar bestaat er daar niet, als dat
zoo was, moest er ingegrepen worden. Spre
ker gelooft, dat het verstandig is, hierover in
1940 nog niet te redeneeren of er verandering
moet komen, afgezien nog van de financieele
aangelegenheid hiervan.
De heer MAAS constateert, dat het dus
wacht met het oog er op, of er menschen aan-
sluiten aan de waterleiding. Hij is er van
overtuigd, dat dit een grondige reden is.
f. De heer MAAS heeft nog een vraag te
stellen. In de notulen der vorige vergadering
heeft hij gelezen, dat de man die te Othene
belast is met het ophalen van vuilnis en zink-
putten, moet hij ook niet den weg onder-
houden
De VOORZITTER antwoordt, dat deze man
vuil moet helpen ophalen, de zinkputten on-
derhouden en de hoopen bladeren opruimen.
Wat de reiniging daarvan betreft moet men
er rekening mee houden, dat deze in 1940 nog
nergens tot zijn recht is gekomen. Door de
vorst is er ten aanzien van de rioolputten een
heel moeilijke toestand ontstaan.
De heer MAAS stemt toe, dat nu alles be-
vroren is, er veel water blijft staan. In het
contract van den vorigen werkman stond, dat
hij moest helpen bij het vuilnis ophalen, de
zinkputten reinigen en de putten in de wegen
moest vullen. Indien hij zich goed herinnert,
staat in de notulen, dat de nieuwe anders niet
moest doen, dan helpen bij het ophalen van
vuilnis en het schoonhouden van de zink
putten
De VOORZITTER antwoordt, dat die man
geen straten moet vullen, hij moet alleen weg-
halen wat niet op de straat thuis hoort. Er
moet met den weg ook iets gebeuren, doch
daaraan is de heele maand Januari niets ge
daan kunnen worden. Men heeft geen maca
dam kunnen strooien, en ook geen sintels. Er
moet iets mee gebeuren, doch dit zal dan op
andere wijze dan vroeger plaats vinden.
De heer MAAS merkt op, dat er in het
achterstraatje een hoopje macadam ligt. Dat
moet die man dus niet uitstrooien, doch er
moet gewacht worden op den man van Zaam
slag.
De VOORZITTER antwoordt, dat die maca
dam ligt te wachten op beter weer.
Hjj sluit de vergadering door het uitspre-
ken van het dankgebed.
Vergadering van Dinsdag 27 Februari 1940,
des naimiddags 2 uur.
Voorzitter: de heer F. Blok, burgemeester.
Tegenwoordig de leden F. Dieleman, P. J.
van Bendegem, H. Smies, A. Th. 't Gilde, U.
Sytema, C. van Bendegem, C. Hamelink, P.
de Jonge, C. Schieman, B. Seghers, P. Goos-
sen, C. Th. van de Bilt en de Secretaris J. L.
J. Maris.
De VOORZITTER opent de vergadering
door het uitspreken van het geibedsformulier.
'Hij richt zich tot de vergadering in de vol-
gende bewoordingen
Mijne Heeren,
Bij deze eerste vergadering van uwen raad
in 1940 wil ik gaarne zooals gewoonlijk
gebruik maken van de gelegenheid u alien,
ieder met de zijnen, een gelukkig en gezegend
Nieuwjaar toe te wenschen.
Het jaar 1939 is voorbij gegaan met al zijn
zorgen en het jaar 1940 is begonnen terwijl
Europeesche landen rondom ons in den gru-
welijken oorlog zijn gezonken.
Nog steeds en jammer genoeg kan de
overheidsbemoeiing voor verschillende takken
van ons volksbestaan niet worden gemist.
Over het algemeen, hoewel de vastgestelde
prijzen voor de verschillende landbouwgewas-
sen zeker niet hoog te noemen zijn, was de
uitkomst van den landbouw in 1939 loonend,
mede in verband met de zeer goede opbreng-
sten.
De opibrengst der bieten bleef beneden het
normale terwijl het vlas zeer verschillend was.
Werkloozenzorg.
In het. beeld der werkloosheid is tot aan de
mobilisatie weinig verandering gekomen.
Tengevolge van de mobilisatie werden on-
geveer 300 personen opgeroepen, waardoor de
werkloosheid sterk verminderde.
Mede als gevolg daarvan is het gemiddeld
aantal werkloozen met 60 gedaald tot 123.
Over het eerste halfjaar bedroeg het gemid-
delde 196, over het tweede halfjaar 50.
In overheidszorg (steun en werkverschaf
fing) waren gemiddeld 46 personen per week
per jaar; over het aantal zorgweken bedroeg
het gemiddelde 63.
Het percentage der verzorgden steeg van
32 tot 37,4
In het algemeen zijn de werkloozen slechts
een gedeelte van het jaar in zorg, hetgeen
blijken kan uit het feit, dat de administratie
225 personen omvat, dit is 15 minder dan in
1938.
Aan steunuitkeeringen werd betaald
8685,32.
Bij de controle werden geen moeilijkheden
ondervonden; in het voor jaar is tijdelijk een
hulpcontroleur werkzaam geweest, omdat de
ccntroleur te veel met anbeidsbemiddelings-
werkzaamheden was bezet.
De werkverschaffing was minder omvang-
rijk.
Bij de centrale objecten van de waterleiding
werkten 18 personen gedurende 18 weken, bij
het Hulster- en Axeler Ambacht 7 man ge
durende 3 weken en bij «het object van den
heer F. D. Dekker te Zaamslag 25 man ge
durende 9 weken, terwijl bij het particuliere
object van den heer Jac. Dekker-de Feijter 28
man gedurende 8 weken geplaatst werden.
De totale ten laste der gemeente komende
kosten bedroegen voor die objecten gezamen-
lijk 7042,06.
In verband met de plaatsing van arbeids-
krachten buiten de gemeente (o.a. in West
Zeeuwsch-Vlaanderen, den Wieringermeer-
polder, Vlissingen en Duitsehland) "werd aan
vervoer-, reis- en verhuiskosten ruim 1500
betaald.
Aan kleine boerensteun, die 4 personen
omvatte, werd 300,31 betaald; daarenboven
ontrving 1 kleine boer steun in natura.
Over een gedeelte van het jaar ontving 1
kleine tuinbouwer aan steun een bedrag van
,f 70,10.
De totale uitgaven voor werkloozenzorg be
droegen 17743,52, hetgeen ruim f 9000 min
der is dan in 1938.
De distributie van levensmiddelen aan de
werkloozen verminderde; de deelneming aan
de spaarregeling, die grooter kon zijn, bleef
ongeveer gelijk.
Tenslotte zij er nog aan herinnerd, dat de
steunverleening en werkverschaffing op last
van den heer Inspecteur voor de werkverrui-
ming gedurende 14 weken stopgeizet is ge
weest, over welke aangelegenheid in het begin
meeningsverschil is geweest, hetgeen naar ik
hoop in de toekomst niet meer zal voorkomen.
Arbeidsbekniddeling.
Het aantal werkzoekende arbeiders, dat bij
de arbeidsbemiddeling stond ingeschreven, be
droeg over 1939 gemiddeld 120.
Het maximum aantal stempelaars was 405,
het minimum 2.
De mobilisatie is oorzaak geweest, dat de
werkloosheid de laatste 4 maanden sterk is
verminderd. Daar staat tegenover, dat het
werk in de bou/wvakken hlerdoor voor een
groot deel werd stilgelegd.
In de gemeente zijn 2688 personen ge
plaatst. De bemiddeling naar de ammoniak-
fabriek te Sluiskil vroeg weer veel tijd, omdat
de plaatsingen meest van korten duur waren.
Toen door de mobilisatie een aantal plaatsen
op de fabriek moest worden bezet, bleek men
niet bereid bij het zoeken van werkkrachten
de arbeidsbemiddeling in te schakelen. Slechts
met moeite is het gelukt een enkele arbeider
vast te plaatsen.
De intercommunale arbeidsbemiddeling
heeft zich in 1939 sterk uitgebreid. Er zijn
566 personen buiten de gemeente geplaatst
waarvan 358 landarbeiders in West Zeeuwsch-
Vlaanderen, tegen het vorige jaar 220.
Behoudens een loonconflict is deze bemid
deling steeds vlot verloopen, en hebben de
arbeiders tot voile tevredenheid der werk-
gevers gewerkt.
Ook de plaatsing in andere gemeenten heeft
zich uitgebreid. In den Wieringermeerpolder
zijn 33 landarbeiders voor den duur van 1 tot
4 maanden geplaatst.
De bemiddeling naar Duitsehland was niet
zoo groot; het aantal daar geplaatsten be
droeg 5.
Bevolking.
De sedert eenige jaren ingezette daling van
het bevolkingscijfer duurde voort. In het af-
geloopen jaar verminderde de bevolking met
85 personen, zoodat het totaal aantal in-
woners op 31 December 1939 6388 bedroeg.
Besmettelijke ziekten.
Besmettelijke ziekten bij den mensch kwa-
men bijna niet voor; enkele gevallen van rood-
vonk werden geconstateerd.
Onder het vee kwam hier en daar mond-
en klauwzeer voor; gelukkig in mindere mate
dan het vorig jaar.
Brandweer.
De brandweer behoefde weinig actief op te
treden, twee kleine binnenbranden en een uit-
slaande brand werden gebluscht.
Bouw- en woningtoezicht.
Het afgeloopen jaar bracht op het gebied
van de bouwindustrie weinig bedrijvigheid.
Voornamelijk in het gemeentelijk uitbreidings-
plan kwam er weinig verandering.
In een enkel gedeelte werd 90 M. nieuwe
straat aangelegd, waaraan bereids reeds ge-
bouwd werd. Ook voor particulier terrein
was deze aanleg van belang. (Verlenging van
Pieter PaulUsstraat en Bylocquestraat).
In het gemeentelijk uitbreidingsplan wer
den vier perceelen grond verkocht met een
oppervlakte van 689 M2. tegen een totaal be
drag van 1973.
In 1939 werden 14 bouwvergunningen afge-
geven voor nieuwe woningen, 3 woningen
werden na slooping opnieuw opgebouwd. Een
vijftal kon nog niet worden opgeleverd en is
alzoo nog in aanbouw.
Voor het verbeteren van de rioleering ten
behoeve van het af te voeren water uit de
kom en dat van den Noordpolder, werden
voorbereidende werkzaamheden verricht, zoo
dat thans, nu de weersgesteldheid het toelaat,
dit werk zeer spoedig in werkverschaffing
kan worden uitgevoerd.
Financien.
De finantieele positie onzer gemeente blijft
nog steeds de uiterste zorg vragen.
Werd eenige jaren geleden gehoopt op een
algemeene opleving van het economisch
leven, welke ook haar terugslag zou hebben
op de finantieele positie der gemeente en
waren de symptomen hiervan ook reeds hier
en daar te bespeuren thans dreigen de bij
zondere tijdsomstandigheden weer alles te
ontwrichten en wordt de toekomst, ook voor
de gemeentefinantien, zeer onzeker.
Bijzondere uitgaven dreigen het reeds
jarenlang met de meeste moeite bewaarde
evenwicht te verbreken.
Hierom vooral is, thans nog meer dan ooit,
de uiterste voorzichtigheid bij het finantieele
beleid geboden.
Evenwel heeft een en ander zich tot op
heden nog zoodanig in gunstigen zin ontwik-
keld, dat het ons ncg steeds mocht gelukken
een sluitende begrooting samen te stellen.
We mogen dan ook gelukkig constateeren,
dat de finantieele positie onzer gemeente nog
niet slecht is te noemen.
Helaas kan nog geen der genomen maat-
regelen, welke tot dit doel hebben medege-
werkt (ik noem thans slechts de heffing eener
plaatselijke wegenbelasting) ongedaan worden
gemaakt.
Wij kunnen slechts hopen, dat de toestand
zich dermate zal ontwikkelen of dat van
regeeringswege een dergelijke verruiming der
plaatselijke middelen zal worden bevorderd,
dat hiertoe binnen afzienbaren tijd wel kan
worden overgegaan.
Onderwjjs.
Het onderwijs kon geregelden voortgang
hebben.
Eenals vorige jaren geeft dit geen reden
tot bijzondere opmerkingen.
Gasfabriek.
Het gasbedrijf functionneerde regelmatig
zonder dat storingen van eenige beteekenis
zijn voorgekomen.
Het gasverbruik is iets achterujtgegaan;
het aantal verbruikers bleef op peil.
De aanvoer van steenkolen ondervond stag-
natie in de eerste 8 maanden, met het gevolg
dat duurder prijzen moesten betaald worden.
De voorraad kon op hetzelfde peil worden
gehandhaafd.
In tegenstelling met kolenprijzen, die om-
hoog liepen, daalde de cokesprijs in de eerste
helft van het jaar. Wel liepen deze prijzen op
het eind des jaars omhoog, doch konden de
resultaten hiervan niet voor het heele jaar
goedmaken.
Tengevolge van het uitbreken van den oor
log werd de uitvoer naar Belgie van cokes
en teer verboden en bleef alleen mogelijk met
consenten. Ook veroorzaakten verschillende
regeeringsmaatregelen verschillende admini-
stratieve werkzaamheden.
Al die maatregelen eischen voortdurend
zorg en aandacht.
Over het jaar 1939 zijn de laatste voile
afschrijvingen op de activa noodig geweest.
Thans zijn meerdere objecten geheel afge-
schreven en zullen meerdere volgen.
Het aantal straatlantaarns bleef hetzelfde.
In enkele straten in Axel en in Temeuzen
werd het hoofdbuizennet uitgebreid.
Het nieuwe raadhuis dat op 23 Januari 1939
in gebruik is genomen voldoet aan de gestelde
verwachtingen.
Ook de centrale verwarming in het raad
huis heeft in dezen strengen winter uitste-
kend voldaan.
Het jaar 1939 en zeer zeker de tweede helft
van 't jaar is van het gemeentepersoneel veel
gevraagd, vooral van het secretarie- en werk-
loozenbureau-personeel in verband met de
zeer vele administratieve werkzaamheden ten
gevolge van de buitengewone omstandig
heden.
Belangeloos werden vele overuren gemaakt.
Voor hun arbeid en toewijding breng ik hen
gaarne dank.
Heeren raadsleden en heeren wethouders.
U alien breng ik dank voor de aangename
en prettige wijze, waarop wij in deze mooie
zaal de gemeentebelangen met elkander heb
ben mogen behartigen.
Moge dit in het jaar 1940 bestendigd
blijven.
En thans, mijne heeren, staan wij aan het
begin van het jaar 1940. Niemand kan zeg
gen wat het ops brengen zal. Wel weten wij
dat wij in een zeer emstigen tijd, een zeer
gespannen tijd, leven.
Europeesche staten beoorlogen en bekam
pen elkander en de strijd wordt steeds feller.
Gelukkig en Gode zij dank, dat ons land niet
in den oorlog is betrokken en dat wij nog voor
den gruwel van dien oorlog zijn bewaard.
Niettemin ondervinden wij de gevolgen van
den oorlog, zoowel in het land als in de ge
meente. Het wordt steeds moeilijker. En nu
dat wij geroepen zijn de belangen van onze
gemeente en die der inwoners te behartigen,
spreek ik de hoop uit, dat wij dat zullen doen
in eensgezindheid, schouder aan schouder
staande.
Moge God onze dierbare gemeente voor
rampen en onheilen behoeden en geven dat de
vrede, de zoo vurig verlangde vrede, spoedig
moge terugkomen.
De heer DIELEMANMijnheer de Voor
zitter, ik twijfel er geen oogeniblik aan, of ik
spreek namens den geheelen raad, wanneer
ik u dank zeg voor de goede woorden die u
tot ons gericht hebt. Wij hopen van harte,
dat het u en uiw gezin gegeven moge zijn, de
gemeente in 1940 naar de krachten die u ge
geven zijn, te leiden. Wij hopen, dat God u
daartoe de kracht moge geven.
De VOORZITTER: Mijnheer Dieleman, ik
dank u zeer voor de goede woorden en goede
wenschen die u namens den raad tot mij hebt
gericht.
1. Notulen.
Wordt voorgesteld, de notulen der vergade-
ringen van 28 November en 21 December
1939 vast te stellen, zooals deze in druk zijn
verschenen.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
2. Ingekomen stukken en mededeelingen.
a. Het raadsbesluit van 28 November
1939, tot vaststelling van een verordening op
de heffing van opcenten op de gemeentefonds-
belasting, voorzien van bewijs van koninklijke
goedkeuring.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Bericht van Gedeputeerde Staten, dat:
le. de beslissing op de begrooting 1940 is
verdaagd;
2e. machtiging aan het gemeentebestuur
wordt verleend om te beschikken over de
helft van de op die begrooting voor gewone
uitgaven gebraohte sommen en te innen de op
die begrooting geraamde inkomsten, voor zoo-
ver die uitgaven en inkomsten ook op die be
grooting voor het loopende jaar voorkomen.
Aangenomen voor kennisgeving.
c\ Gedeputeerde Staten zenden:
1. goedgekeurd terug het raadsbesluit tot
onderfhandsche verhuur van de woning van
het hoofd der school aan den heer J. Buma
voor den tijd van een jaar;
2. idem de wijlziging van de begrooting der
gemeente voor het dienstjaar 1939;
3. idem tot verkoop van bouwgrond aan
den heer L. P. Marijs;
4. het ontvangstibericht van de wijziging
van de algemeene politieverordening.
Aangenomen voor kennisgeving.
d. Berichten van aanneming van benoe-
ming door alle leden van de commissie tot
wering van schoolverzuim.
Aangenomen voor kennisgeving.
e. Berichten van aanneming van benoe-
ming van de heeren I. de Feijter en Joz.
Scheele als leden van het Burgerlijk Arm-
bestuur.
Aangenomen voor kennisgeving.
f. Verslag van de brandweer over 1939,
luidende
Hierbij hebben wij de eer Uedele aan te bie-
den een rapport over de werkzaamheden van
de brandweer in het jaar 1939.
Door de beamtoten is driemaal vetgaderd en
is geregeld toezicht gehouden op het onder-
houd der materialen.
13 Maart is de brandweer actief opgetreden
bij een brand die was uitgebroken bjj de
vlasserij van den heer Alf. de Waele op het
zoogenaamde Plaatje.
5 Juni werd de brandweer gealarmeerd om
een brand in de Nieuwstraat, dit bleek bij
aankomst loos alarm te zijn.
20 Juni werd de brandweer gealarmeerd om
een brand in de Emmastraat, die was uitge
broken in de woning van de wed. Ch. de Kaij-
zer; hier heeft de brandiweer niet op behoeven
te treden, wijl de brand door omwonenden in-
middels was gebluscht.
1 Juli werd de brandweer gealarmeerd voor
een brand aan de gemeentelijke gasfabriek,
hier kon de brand met een waterleidingslang
worden gebluscht, na een gedeelte der pan-
nen van het dak te hebiben afgenomen.
21 Juli is er een oefening gehouden op de
Axelsche Sassing.
2 Augustus is er een vergadering gehouden
met het bestuur der brandweer te Zaamslag,
teneinde aan de gemeentebesturen van Zaam
slag en Axel een plan voor te leggen en van
advies te dienen inizake een brandweerpost
op het Spui, hetwelk om de hooge kosten
niet tot uitvoering is gebracht.
8 September werd er een Iuchtbescher-
mingsoefening gehouden, waarbij werd ver-
ondersteld, dat drie branden tegelijk waren
uitgebroken, een in de Prins Hendrikstraat,
een aan het station der Maatschappij Meche-
len- Terneuzen en een, de zwaarste, aan de
R.K. kerk.
Verder is door den opperbrandmeester een
toespraak gehouden voor de Axelsche Radio-
Centrale over luchtbescherming en brahd-
gevaar.
Viermaal zijn er brandwacht-diensten ge
daan bij fihnvoorstellingen in de Chr. bewaar-
school en in de Ned. Hervormde Zondag-
school.
De materialen bleken telkens in orde te zijn.
De manschappen, waaronder door de mobili
satie enkele Veranderingen kwamen, bleken
steeds trouw op hun post en altijd zeer actief
te zijn, wat de samenwerking en een snel
handelen zeer ten goede kwam, zoodat U
Edelachtbare uit een en ander moge blijken,
dat de brandweer steeds waakzaam is om aan
de haar gestelde eischen te kunnen voldoen.
Aangenomen voor kennisgeving.
g. Een missive van Gedeputeerde Staten
van Zeeland, inzake den aanleg van een
rijwielpad langs den Provincialen weg Kijkuit-
Hulst, luidende:
Voorshands bestaat, mede vanwege de daar
aan verbonden hooge kosten, bezwaar, tot den
aanleg van een rijwielpad langs nevengenoemd
wegvak over te gaan.
Burgemeester en Wethouders berichten
hierbij
Destijds is aan de Provinciale Staten van
Zeeland het verzoek van de gemeenteraad
uitgegaan om een rijwielpad naast den weg
AxelKijkuitHulst aan te brengen.
Dit verzoek is in handen van heeren Gede
puteerde Staten gesteld om advies.
Aangezien het rapport over deze aangele
genheid aan de Prov. Staten nog niet is uit-
gebracht, zullen wij dit moeten afwachten en
stellen U voor deze mededeeling voorloopig
voor kennisgeving aan te nemen.
Aangenomen voor kennisgeving.
h. Evenals vorige jaren is van het bestuur
van de Kath. Middelbare Handelsdagschool te
Hulst een verzoek ingekomen om een extra
subsidie te mogen ontvangen, teneinde het
tekort over 1938 te dekken.
Wordt voorgesteld evenals vorige jaren
hierop afwijzend te beschikken.
De gemeente draagt jaarlijks in den vorm
van een subsidie van f 300 bij, berekend naar
f 75 per leerling tot een maximum van ,f 300.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
i. Adres van het Hoofdbestuur van den
Algem. Nederl. Politiebond om te bevorderen,
dat de salarissen van het politie-personeel
zullen worden herzien.
Aangezien de noodzakelijkheid van herzie-
ning van de salarissen van die ambtenaren, in
verband met de stijging van de levensmidde
len, door ons nog niet wordt ingezien, wordt
door ons voorgesteld op dit verzoek afwijzend
te beschikken.
Wanneer de stijging van het indexcijfer
voor noodzakelijk levensonderhoud voortgaat
binden wij met bovengenoemd voorstel ons
niet om in de toekomst met een voorstel te
komen voor een tijdelijke verhooging over de
geheele linie.
De heer SYTEMA deelt mede, dat sprekers
fractie het althans voorloopig eens is
met de conclusie van het Dagelijksch Bestuur
om dit verzoek af te wijzen.
Zij doet dit niet omdat zij het met de strek-
king niet eens zou zijn, doch is van meening,
dat langzamerhand de stijging van den ge
heelen levensstandaard aanleiding kan geven
de salarissen van de ambtenaren onder de
loupe te nemen. Zij stemt in met het voor
stel van Burgemeester en Wethouders, omdat
zij er niet voor is, de salarieering van edn
categorie van ambtenaren te herzien.
Zij is het eens met Burgemeester en Wet
houders, dat de politie niet tot de minst-
bezoldigde groep van ambtenaren behoort, en
niet in de eerste plaats en uitzonderlijk, daar-
voor aan de beurt moet komen.
Dit sluit niet uit, dat bij voortduring van
de stijging van den levensstandaard, over-
wogen behoort te worden de salarissen van
het gemeentepersoneel te herzien en nader te
bekijken. Allen weten, dat de stijging voort-
duurt en een zoodanigen omvang heeft aan
genomen, dat de salarissen nauwelijks vol
doende zijn om te leven volgens den levens
standaard waarin men gewoon was te leven.
Sprekers fractie hoopt dan ook, dat Burge
meester en Wethouders niet lang zullen wach
ten met voorstellen in dien geest te komen,
en zjj behoudt zich het recht voor, in een der
eerstvolgende vergaderingen met een voorstel
in die richting te komen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
j. Burgemeester en Wethouders deelen
mede, dat kraphtens verkregen machtiging
van den raad door Burgemeester en Wethou
ders met goedkeuring van Gedeputeerde Sta
ten twee perceelen bouwgrond in de Pieter
Paulusstraat zijn verkocht aan den heer M.
van Doeselaar c.a. De oppervlakte bedraagt
in totaal 208 c.A. en de vastgestelde prijs voor
dien grond was f 2,50.
Aangenomen voor kennisgeving.
De VOORZITTER (terwijl de leden zich
van hun zetels verheffen)En thans, mjjnj
heeren, heb ik U de droeve mededeeling te
doen van het ontvangen bericht van overlijden
van onzen gemeente-bode, den heer Fermont.
Op 1 Juli 1932 werd bij benoemd tot
gemeentebode. Bijna 8 jaren heeft hij onaf-
gebroken deze betrekking met eere bekleed.
Gedurende dien tijd heeft hij zich doen ken
nen als een niet veel zeggend, maar eerlijk en
trouw ambtenaar, met een buitengewone
plichtbetrachting.
Met groote liefde heeft hij zijne betrekking
vervuld. Het werk waarmede hij was belast,
was hem nooit te veel eh steeds was hij op
zijn post.
De gemeente verliest in hem een buiten-
gewoon goed ambtenaar.
Ik ben er van overtuigd, dat ik thans
namens den raad en namens Burgemeester en
Wethouders spreek, wanneer ik thans vanaf
deze plaats dank, ja grooten dank uitspreek,
voor al datgene, wat hij in zijne betrekking
voor de gemeente heeft gedaan.
Ook persoonlijk heb ik behoefte mijn dank
te brengen voor datgene, wat hij voor mij is
geweest.
Ook voor zijn vrouw zal dit overlijden een
groot verlies zijn, maar te weten, dat hij
steeds zijn plicht heeft gedaan, zal zeer zeker
ook voor haar een troost zijn.
Laten wij eenige ocgenblikken stilte in acht
nemen.
3. Vaststelling van het bedrag per leer-
ling over 1939 uitgegeven wegens be-
looning voor de vakonderwjjzers der
O. L. school en vaststelling der voor-
schotten voor de vakonderwijzeressen
aan de bijzondere scholen voor het jaar
1940.
Burgemeester en Wethouders stellen voor:
a. het in art. lOlbis, le lid der L. O. wet
1920 bedoelde bedrag voor het gewoon lager
onderwijs (vakonderwijsover het jaar 1939
vast te stellen op 1,66 per leerling;
b. het voorschot, bedoeld in artikel lOlbis
7e lid der L. O. wet 1920 voor het jaar 1940
vast te stellen voor de Vereeniging voor Chr.
Nat. schoolonderwijs (Nieuwstraat) op
313,50, voor het R.K. Kerkibestuur (Wal-
straat) op 234,06 en voor de Hulpvereeni-
ging voor Geref. schoolonderwijs (Spui) op
f 194,22.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
4
4. Vaststelling van de voorschotten op de
exploitatievergoeding voor de bijzon
dere scholen voor het jaar 1940.
Door Burgemeester en Wethouders wordt
voorgesteld het voorschot aan de Vereeniging
voor Chr. Nat. schoolonderwijs te bepalen op
3557,16, aan het R.K. kerkbestuur op
1359,24 en aan de Hulpvereeniging voor
Geref. schoolonderwijs op 1127,88.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
(Wordt vervolgd.i