Ter Neuzensche Courant
Binnenland
No.10.038
Woensdag 6 Maart 1940
TWEEDE BLAD
MARNIX VAN ST. ALDEGONDE-
HERDENKING.
GEMEENTERAAD VAN
ZAAMSLAG.
VAN
DIT JAAR GEEN VIERDAAGSCHE
AFSTANDSM ARSCHEN
Het la thans, volgens de N. R. Crt., zeker,
dat de intemationale vierdaagsche afstands-
marschen, welke reeds vele jaren aehtereen
In de omstreken van Nijmegen worden gehou-
den, dit jaar geen doorgang zullen vinden. De
organisatorische moeilijkheden, welk-e reeds in
1939 door den internationalen toestand en de
daaruit voortvioeiende militaire maatregelen
in eigen land, nlet gering waren, zijn dit jaar
dermate groot en veelsoortig, dat een eenigs
zins bevredigende oplossing niet zal kun-
nen worden gevonden. Er zijn geen ge-
bouwen beschikbaar, geen tenten, geen
dekens en zelfs geen helpers, terwijl ook
de heer Roessenkool, de secretaris en mede-
werker van majoor Breunese, den leider dezer
marschen, gemobiliseerd is.
•Eaten we hopen, dat de vierdaagsche het
volgend jaar in voile glorie zal herleven!
Staatsblad no. 380 bevat een besluit van
21 Februari 1940, tot uitgifte van bijzondere
briefkaarten, ten bate van het nationaal
comite ter herdenking van Philips van Mar-
nix van St. Aldegonde.
Deze briefkaarten worden van rijkswege
beschikbaar gesteld. Zij worden uitgegeven
gedurende een nader te bepalen tijdvak in de
frankeerwaarden van 3 en 7% cent en ver-
kocht met een toeslag van onderscheidenlijk
3 en 2% cent per kaart boven de frankeer-
waarde.
De opbrengst van de briefkaarten wordt,
na aftrek van de fcankeerwaarde, de kosten
van aanmaak en andere bijzondere kosten uit
de uitgifte voortvioeiende, ter beschikking ge
steld van bovengenoetmd comitd.
DE V. P. R. O.
Door de ontwikkeling van zijn werk daar-
toe gedwongen, heeft de VPRO het besluit
genomen, over te gaan tot het bouwen van
een nieuwe studio. Door enkele vrienden daar-
toe in staat gesteld, heeft de VPRO in Hilver-
sum een terrein gekocht.
Aangezien de VPRO zijn week altijd heeft
beschouwd in verband met het geheele vrij-
zinnige protestantisme, is ook nu het contact
voortgezet met de vrijzinnig-protestantsche
groepen in ona land teneinde te onderzoeken,
of en in hoeverre ook dit nieuwe gebouw
dienstbaar zou zijn te maken aan de belangen
van het vrijzinnig protestantisme in zijn ge-
heel.
Zondagavond om 6.30 zal de voorzitster van
den VPRO, dr. Nicolette A. Bruining, voor
den microfoon van den VPRO de luisteraars
nader inlichten over de bedoeling van dit be
sluit en over de plannen, die het VPRO-
bestuur daaromtrent koestert.
Vergadering van Maandag 5 Februari 1940,
des namiddags half twee uur.
Voorzitter de heer S. van Hoeve, Burge
meester.
Tegenwoordig de leden A. Haak, A, de
Koeijer, F. C. Wisse, C. de Jonge, M. Florusse,
L. W. de Regt, C. K. Herrebout, C. Maas, H.
de Feijfer, A. J. de Visser en de Secretaris
J. W. Kusee.
Afwezig de heer D. G. Koopman.
(•2. Slot.)
9. Vasts-telling voorschotten aan de bij
zondere lagere scholen overeenkomstlg
art. 103 der L. O. wet 1920.
Naar aanleldlng van Ingekomen verzoeken
stellen Burgemeester en Wethouders voor,
het navolgende besluit te neanen:
de Raad der gemeente Zaamslag;
gezien de verzoeken van de Vereeniging tot
bevordering van Geref. lager onderwijs en de
Vereenlging voor Chr. Volksonderwijs te
Zaamslag om voorschot op de gemeentelrjke
vergoeding overeenkomstig art. 103, 6e lid der
L. O. wet 1920 ten behoeve van hare scholen
Riemenstraat,.Reuzenhoek, Othene en Polder-
straat, over het jaar 1940;
overwegende, dat het bedrag per leerling
bedoeld In art. 55bis der L. O. wet 1920 voor
genoemd jaar is bepaald op 11,03; f
dat het aantal leerlingen volgens de maat-
staf van art. 28 der L. Q> wet 1920 In het af-
geloopen jaar bedroeg: voor de school Rie-
menstraat 1142/3, Reuzenhoek 76%, Othene
342/3 en Polderstraat 158;
besluit
het bedrag van het voorschot over het jaar
1940 vast te stellen als volgt voor:
de Vereeniging tot bevordering van Geref.
lager onderwijs voor haar school Riemen-
straat op 1264,77, Reuzenhoek op f 841,95 en
Othene op 382,37
de Vereeniging voce Chr. Volksonderwijs
voor haar school Polderstraat op 1742,74.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
10. Voorst©] tot wijziging van de Alge
meene Polltieverordening.
In verband met een circulaire van Ged.
Staten van Zeeland van 24 Februari 1939, no.
198, 3e Afd. en een circulaire van den Com-
mlasaris der Koningin in Zeeland dd. 19 De
cember 1939, no. 7830, 3e Afd. (Doss. A 69)
stellen Burgemeester en Wethouders voor, de
Algemeene Polltieverordening dezer gemeente
als volgt te wijzigen:
Na artikel 17 worden toegevoegd de voleren-
de artikelen
Artikel 17a: Het is venboden zonder schrif-
telgke vergunning van Burgemeester en Wet
houders
ft. twilde dieren, wier aanwezigheid voor
hun omgeving gevaar kan opleveren,
aanwezig te hebben;
h. een dierenpark in te richten;
o. circusvoorsteilingen te geven met wUde
dieren.
Aan de vergunning kunnen voorwaarden
worden veribonden.
ua^^,C' n,>; 1,Het verboden door middel
van radiotoestellen of andere instrumenten
a. muziek hoorbaar te maken op zoo-
damge wpe dat zulks voor and
hmderlrjk is;
h. de menschelijke stem hoorbaar te ma
ken op zoodanige wijBS dat deze op den
openbaren weg woccdelijk verstaan-
Van het hepaalde in dit artikel kan door den
Burgemeester ontheffing worden verleend.
In artikel 64 wordt in het laatste lid tus-
schen ,,15" en „20" ingevoegd: ,,17a, 17b".
De VOORZITTER deelt mode, dat, zooals
de heeren gelezen hebben, er aanvankelijk
een circulaire van Gedeputeerde Staten ont-
vangen is verband met de bepalingen ten aan-
zien van wilde dieren, terwijl later van den
Commissaris der Koningin een aanschrijving
is gekomen in verband met de radio-aange-
legenheden.
De heer FDORUSSE merkt op, dat hier van
enkele artikelen een wijziging wordt voorge-
steld. Hij vraagt zich af, of het niet in het
belang der gemeente zou zijn, indien de poll
tieverordening werd herzien. Van den veld-
wachter heeft spreker vernomen, dat er ver-
schillende dingen zijn, waarvoor hij geen pro-
ces-verbaal kan opmaken, in verband met de
saanenstelling der verordening. In de laatste
jaren is de polltieverordening in verschillende
gemeenten herizien. Hij vraagt zich in ver
band hiermede af, of het geen aanbeveling
zou verdienen, het geheel te herzien. Vorige
week heeft spreker het hierover gehad met
oud-wethouder De Feijter. Deze zeide hem,
dat hij niet wist, wanneer de verordening ge-
wijzigd was. De verordening zelf kan wel 109
jaar of nog ouder zijn. Hij is van meening,
dat deze in die samenstelling in de huidige
samenleving niet meer past.
De heer MAAS merkt op, dat de tegen-
woocdige polltieverordening dateert van 28
Juni 1904.
De VOORZITTER moet naar aanleiding
van de woorden van den heer Florusse, als
zou de huidige politieverordening niet meer
voldoen, opmerken, dat deze woorden wel in
eenigszins overdreven trant zjjn geuit. De
heer Florusse heeft het gehad over overtre-
dingen die niet vervolgd konden worden, dit
is hem niet bekend. Er zijn enkele wijzigingen
zoo had men vroeger geen trottoirs, doch
voetpaden en dergelijke dingen meer. Het
leeft bij Burgemeester en Wethouders reeds
geruimen tijd om de politieverordening op de
helling, te brengen, het college is er ook al mee
bezig geweest. De heer Florusse zal evenwel
met spreker er van overtuigd zijn, dat er de
laatste jaren zooveel werk is geweest, dat dit
niet mc<gelijk was. Zoodra het mogelijk is, zal
de verordening bekeken worden en getoetst
aan de verschillende omstandigheden waar-
onder men thans leeft. Spreker hoopt, dat ook
de buitengewone omstandigheden van thans
eens zullen luwen. Hij stemt toe, dat er in de
verordening verschillende dingen zijn, die ver-
ouderd zijn. Niettemin is de verordening nog
goed bruikbaar, deze is nog eerste klas.
De heer DE JONGE heeft omtrent artikel
17a nlet zooveel te zeggen, doch omtrent arti
kel 17b moet hij enkele opmerkingen maken.
Het komt hem voor, dat er een heel corps
politie noodig zal zijn, indien aan deze bepa-
ling de hand gehouden zou moeten worden.
Vooral 's zcwners kan men op straat heel ver
de radio hooren spelen. Het kan dan voor-
komen, dat er iemand last van heeft, dat het
hinderlijk is. Indien evenwel deze hepaiing
moet uitgevoerd worden, zooals die er staat,
zal er een heel corps politie noodig zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit arti
kel voorgesteld wordt naar aanleiding van een
aanschrijving van hoogerhand, waarin ver-
zocht werd in verband met den precairen toe-
stand, waanbij misbruik van de radio op
grond van de huidige verordening niet beteu
geld zou kunnen worden, deze bepaling op te
nemen. Spreker zegt niet, dat dit in Zaam
slag gebeurt. De bedoeling hiervan is, dat in
dien iemand zich te buiten zou gaan met he
paalde propaganda, hieraan paal en perk te
kunnen stellen. De bedoeling is nlet, het doen
hooren van radio strafibaar te stellen, men
moet zijn best doen, in alias zoo neutraal mo
gelijk te zijn en ongepast gebruik van de radio
te vermrjden. Daarom staat er ook op dui-
delijke wijze in het voorstel „woordelijk hoor
baar". Dit moet. indien noodig, beteugeld kun
nen worden.
De heer DE PEIJTER kan zich best ver-
eenigen met art. 17b. Spreker heeft ook ver
nomen, dat het is voorgekomen, dat iemand
ziek was, een buurman had, die de radio eens
flink aanzette. Toen hem verzocht werd, deze
wat zachter te laten spelen, werd dit niet ge-
daan. Men kon het ook niet verbieden. Indien
dit thans zou gebeuren, kan dit opgegeven
worden, en beteugeld worden.
De VOORZITTER vindt een dergelijke om-
standigheid heel jammer en ongepast. Op een
dergelijk felt zou deze bepaling zeker kunnen
slaan. Men moet begrijpen, dat, indien er
ergens een zieke is, men zich naar die om
standigheden moet regelen.
Met algemeene stemmen wordt het voorstel
van Burgemeester en Wethouders aanvaard.
11. Wijziging begrooting dienst 1939.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
de begrocting voor den dienst 1939 te wijzi
gen als volgt:
Gewone dienst.
Onder de Inkomsten te verhoogen de posten:
Ontvangsten rijtijdenbesluit 23; ontvangst
te weinig genoten vergoeding art. 56 L. O.
wet 12,33; restltutie teveel betaalde pen-
sioenbijdrage f 109,43; afrekening art. 101 L.
O. wet 1934/37 403,15; extra hulp aan werk-
lcozen 306.18; restitutie telefoonkosten ar-
beidsbemiddeling 12,66; totaal 866,75;
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
Jaarwedden ambtenaren 156,82; kosten
officieele ontvangsten 7; subsidie Ver. Burg,
en Seer, in O. Z.-Vl. /0.02; uitgaven inzake
rijtijdenbesluit 3,75; kosten opheffing zeker-
heidsstelling ontvanger 15,30; kleeding en
uitrusting gem. veldwaehter 36,15; bijdrage
vrijw. brandweer 40,14; jaarwedden onder-
v/ijzers 26.54; vergoeding vakonderwijzeres
90; drinkwater schoolgebouwen 7,70; res
titutie betaalde portokosten 2,30; bijdrage
ooenb. ulo-sch-ool f 108,99; vergoeding art.
101 'Li. O. wet f 1813,37teruggaaf schoolgeld
37.88; Kosten R.H.B.S. 243,40; uitgaven
volksfeesten 139,20; kosten verpl. krankzin-
nisen 25,07; kosten werkversch. 784,25;
extra hulp aan werkloozen 468,18; restitutie
teveel genoten opcenten P. B. 570,98; bijdr
hoofdstuk XVI K. D. 20,15; totaal 4552,19;
onder de uitgaven te verlagen de posten:
Jaarwedde secretaris /1100; gratificatie
rijksveldwachter 75; steun aan werkloozen
/1800; subsidie aan werkloozenkassen /600;
onvoorziene uitg. 110,44; totaal 3685,44.
Kapitaaldienst.
Onder de inkomsten te verhoogen de posten:
Geldleening overgebr. van hoofdst. XVI K.
D. 630; vergoeding aanleg waterl. gemeente-
huis 15geldleening overgebracht van hfdst.
XVI K. D. 400; idem 20869; idem /459;
vergoeding aanleg waterl. o. 1. school /7,50;
geldl. overgebracht van hoofdst. XVI K. D.
/1660; bijdrage van hoofdst. XV G. D. 20,15;
totaal 24042,65;
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
Kosten aanleg waterl. gemeentehuis /645;
aandeelen waterleiding /400; nadeelig slot
van hoofdst. I f 5455,75; aandeel in de kosten
van verbetecing van den weg St. Annapolder-
Zaamslag Veer 15404,25; kosten van stich-
ting, uitbreiding, verbetering, verandering van
inrichting enz. schoolgebouwen 457,50; idem
1660; kosten sluiten enz. geldleening 20,15;
totaal 24042,65.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
12. Wijziging begrooting dienst 1940.
Gedeputeerde Staten van Zeeland schrijven,
dat het, ten gevolge van nieuwe uitgaven (o.a.
door de aangegane geldleening groot f 24000)
en van mogelijk andere nog stijgende uit
gaven, mede in verband met het nadeelig ver-
schil tusschen de ingebrachte saldi van vorige
jaren, gewenscht wordt geacht, dat het getal
der opcenten op de gemeentefondsbelasting
weer wordt geibracht op 75.
Burgemeester en Wethouders stellen voor,
hiertoe te besluiten, met intrekking van het
besluit van 30 October 1939.
Verder wenschen Ged. Staten over te gaan
tot het op een andere wijze verantwoorden
van de batige saldi van vorige dienstjaren,
dan tot dusverre gebruikelijk was. Het niet
voor den gewonen dienst 1940 benoodigde ge-
deelte van het batig slot 1937, ad f 9000, moet
aan den kapitaaldienst worden biigedragen
voor de vorming van een algemeene reserve,
terwijl het ook wenschelijk wordt geacht het
niet benoodigde deel van het batig slot 1938,
ad /6500, voor bovengenoemd doel naar den
kapitaaldienst over te brengen.
Ten aanzien van het bedrag ad 9000, kun
nen Burgemeester en Wethouders voorstellen
daartoe over te gaan. Betreffende het bedrag
ad f 6500 van het batig slot 1938, wordt voor
gesteld daarvan een bedrag ad 2500 toe te
voegen aan de algemeene reserve.
Een en ander is opgenomen in het onder-
staande wijzigingsbesluit, dat ter vaststelling
wordt aangetooden:
Gewone dienst.
Onder de inkomsten te verhoogen de posten:
Batig slot (restant) 1936 /4500; restant
batig slot 1937 11000; verhaal pensioens-
brjdragen 3,33; precariorechten 271; 75 op
centen op de gemeentefondsbelasting 800;
totaal 16.574,33;
en te verlagen de posten:
(Batig slot voor vorigen dienst f 3806,33;
batig slot 1938 ged. 193,67verhaal pen-
sioensbijdragen 1,52annuiteiten woningb.
0,30; recognition /96; totaal 4097,82;
onder de uitgaven te verhoogen de posten:
Bijdrage aan kapitaaldienst voor vorming
alg. reserve f 11.500; rente van geldleeningen
26,78; aflossing van geldleeningen 26,25;
rente 17aflossing 16,59; rente 874,55;
aflossing 869,09; rente 19,12; aflossing
18,75; rente 70,55; aflossing 69,32; on
voorziene uitgaven 68,81; totaal 13576,81.
en te verlagen de posten;
Annuiteiten woningbouw /0,30; kosten van
de haven 600; subs, aan werkloozenkassen
500; totaal 1100,30.
Kapitaaldienst.
Onder de inkomsten te verhoogen de post
bijdrage gewonen dienst voor vorming alg.
reserve 11.500;
(Onder de uitgaven te verhoogen de post
overhoeklng naar den volgenden dienst van de
alg. reserve 11.500.
Sommige der hierboven aangegeven posten
betreffen adminlstratieve wijzigingen.
De heer DE VISSER deelt mede, dat zijn
vereeniging met dit voorstel niet dan zeer
noodgedwongen is. Hij had gehoopt, dat de
vaststelling der opcenten op de gemeente
fondsbelasting gehandhaafd had kunnen blrj-
ven. Na de toetsing der begrooting door Ged.
Staten bleek dit niet wel mogelijk, daarvan-
daan berust spreker er ook in, dat men met
de opcenten tot aan het maximum komt.
Spreker heeft ook de verschillende dingen die
hiermede verband houden, bekeken, en heeft
naar aanleiding daarvan een vraag. Hoe stel
len Burgemeester en Wethouders zich de uit-
voering hiervan voor? Voor den dienst 1937
wordt de wensch van Gedeputeerde Staten
overgenomen, doch ten aanzien van den dienst
1938 wenscht het college niet verder te gaan
dan f 2500. Kunnen Burgemeester en Wet
houders hem ook inlichten, wat hiervan de
oorzaak is?
De VOORZITTER antwoordt, dat er ver
schillende manieren zijn om reserve te vor-
men. Men heeft een algemeene reserve, doch
daamaast bestaat ook een slapende reserve,
m.ajw., dat de gelden die van den eenen
dienst niet gebruikt worden, overgaan op een
volgend dienstjaar. De toepassing brengt de
zaak op denzelfden voet, doch boekhoudkun-
dig heeft het een anderen naam.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
13. V©rzoek Waterkeering der CaCamiteuze
polders Serlippens enz.
Ingekomen is een verzoek van de Water
keering van de Calamiteuze polders Ser Lip-
pens c.a., luidende als volgt:
Wij nemen beleefd de vrijheid het navolgen
de onder de aandacht van uw college to
brengen
In verband met door de Waterkeering der
Calamiteuze polders Ser Lippens c.a. uit te
voeren dijksvecbeteringswerken in den Klei-
nen Huijssenspolder, zal o.m. ook de binnen-
berm verandering ondergaan. Door plaatse-
lijke venbreeding en verhooging wordt den op
dezen berm liggenden keiweg opgenomen; na
de verhooging en verbreeding zal deze op-
nieuw wcrden aangebracht over het midden
van den berm.
Daarenboven zal langs de dijkzijde een
greppeltje worden aangebracht, terwijl vang-
putten en buizen naar de woningen een goed
functionneerende rioleering zullen waar-
borgen.
Deze afwaterlngsgreppel, alsmede het bui-
zenstelsel, wordt doer de bovengenoemde
waterkeering in onderhoud genomen. Boven-
dien zal de oprit naar de haven de Griete
door omlegging van den dijk een verflauwing
in de bocht ondergaan, zulks ter bevordering
en tot gemak van het verkeer. De verruiming
zal daar dan pl.m. 7 meter bedragen. Deze
bestrating zal eveneens worden opgenomen
en meer dijkwaarts worden gelegd. Door de
verbreeding van den berm nu, zal ter weers-
zijden van de verharding een zijkant overblij-
ven, evenals dat het geval is aan een zijde van
den oprit.
Een en ander nu is aanleiding geweest tot
dit schrijven. Wlj meenden dat thans zich wel-
licht de gelegenheid voordeed, om de bestra
ting in plaats van 2.75 meter te brengen op
4.50 meter tusschen de kantsteenen.
Het zou dan in de bedoeling liggen de keien
in een aaneengesloten vak te verwerken en
het resteerende gedeelte te bestraten met
eerste soort straatklinkers, dikke klinkers of
klinkerkeien.
De oppervlakte van het resteerende ge
deelte wordt door deze wr'ze van bestrating
gec-aamd op pl.m. 1300 vierk. meters.
Wij meenden nu de vrijheid te mogen
nemen, aangezien een en ander toch ook in het
belang der gemeente geacht .mag worden, uw
college te verzoeken ons wel de daarvoor
noodige middelen, welke worden begroot op
f 2500, hiervoor beschikbaar te willen stellen.
De kosten van verwerken, het aanleggen
van het zandbed, benevens het onderhoud ge-
ducende de uitvoering van het werk zouden
voor rekening der waterkeering kunnen ge-
schieden.
De onderhoudskosten der wederzijdsche
bermen, welke wel is waar zeer miniem zullen
worden, meenden wij voor rekening der ge
meente te mogen stellen.
Gaacne zien wij thans Uw beslissing, zoo
mogelijk eenigszins spoedig, tegemoet. Even-
tueele inlichtingen van technischen aard zul
len gaarne door den waterbouwkundige der
waterkeering worden verstrekt.
Naar aanleiding van het bovenstaande
schrijven verzoeken Burgemeester en Wethou
ders den raad him machtiging te verleenen
om over het verzoek nader te onderhandelen.
De VOORZITTER deelt mede, dat een
verzoek is ingekomen van den calamiteuzen
polder Serlippens c.a., waarin wordt mede-
gedeeld, dat in verband met een verandering
aan den dijk het straatje dat den heeren
ongetwijfeld alien bekend is en dat naar de
haven leidt, zal moeten worden veranderd.
De heeren hebben alle in de stukken gelezen
wat hierover geschreven is. Spreker twijfelt
er niet aan, of alien zullen er veel vooc ge-
voelen dat er daar een verbetering in den
toestand ontstaat, de weg was een gewone
polderveg, zooals die indertijd algemeen
gelegd werden, de bedoeling is dat deze
eenigszins verbreed zal worden. Er kleven
aan dit verzoek nog heel wat wenschen en ook
beramen Burgemeester en Wethouders in dit
verband, hoe een eventueele bijdrage van de
gemeente gefinancierd moet worden, om deze
niet al te drukkend te maken voor de
gemeentefinancien. Burgemeester en Wet
houders zullen trachten, er iets op te vinden,
waarom het college machtiging verzoekt, om
hierover nader met den polder te onderhan
delen. Algemeen zal ingestemd worden, dat
er hier iets gebeuren moet.
De heer DE VISSER merkt op, dat de
Voorzitter gezegd heeft, dat het toegejuicht
zal worden dat er een verbetering tot stand
gebracht wordt. Dat is ook zoo, afgezien
van de financieele zijde van de kwestie. Dan
vraagt spreker zich af, of het wel juist is,
dezen weg te verbeteren, gezien het geringe
verkeer, dat er aan die zjjde is. Is het wel
verantwoord, om hiervoor gelden beschikbaar
te stellen, waar er aan den weg niets zou
gebeuren indien bet Waterschap niets deed.
Indien dat niet het geval was, zou men hier
over waarschijnlijk niets hooren! Nu er
echter een verandering komen moet wordt er
getracht dit op de goedkoopste manier voor
den polder tot stand te brengen.
Sprekers vraag is, is verbetering noodig,
zooals de weg er thans bij ligt? En daarop
moet hij zeggen, er zijn stukken in de ge
meente, die meer gebruikt worden en er min
der hij liggen. Indien men dus die vraag stelt
kan spreker voor zich persoonlijk wel zeggen,
dat hij niet overtuigd is van de noodzakelijk-
heid van verbetering van dit stukje weg.
Indien men ziet, dat de belasting zooeven op
het maximum is gebracht, en in aanmerking
neemt, dat er in den tijd waarin wij leven
nog meer offers zullen worden gevergd, acht
hij het niet juist, gelden te voteeren voor
verbetering van een weg die in het algemeen
niet druk bereden wordt, tenzij dan geduren
de de bietencampagne. Spreker meent, dat
een paar jaar geleden ook een verbetering
is aangebracht. Als het noodzakelijk werk
is, dan moet het gebeuren, en dan moeten
ook de kosten gevonden worden. Spreker is
er echter van overtuigd, dat dit niet nood
zakelijk is.
De heer DE REGT merkt op, dat de heer
De Visser dacht dat een verbetering niet
noodzakelijk was, doch als hij er in de bieten
campagne komt, dan zal wel blijken, dat het
wel noodzakelijk is. De toestand is daar zoo,
dat 't gevaarlijk is, op dien weg te rijden. De
polder stelt voor, den weg te varbre-eden tot
4,75 M. tusschen de kantsteenen. Is dit
echter wel noodig? Indien een verbreeding
tot 4 Meter plaats vindt, dan is dit ook een
behoorlijke breedte, en zullen de kosten ook
minder zijn. Spreker kan zich verder wel
voorstellen, dat het bedrag van f 2500 dat
aangenomen is, aan den ruimen kant is.
Overigens vindt hij het wel noodzakelijk,
dat de weg verbeterd wordt.
De VOORZLTTER geeft te kennen, dat
men het aldus moet beschouwen. De heer De
Visser heeft opgemerkt, dat men er niet aan
moet beginnen om den weg te veranderen.
Doch het geval doet zich voor, dat de zeedijK
verzwaard moet worden, de weg die er ligt
vervalt, en wordt op den berm gelegd. Deze
moet dus toch gelegd worden. 'Men zal toe-
stemmen, dat de weg zooals die er thans ligt,
als 'n minimum beschcuwd moet wooden. Deze
is slechts 2.75 M. breed. Nu deze verandering
zich voordoet, verdient het toch aanbevelirg,
dat er een weg liggen zal zooals die voor
gesteld wordt, dus breeder dan den weg die
er thans ligt. Of die breedte nu 4 Meter, 4,50
of 4,75 Meter moet zijn, daar valt nog over
te praten.
Spreker meent, dat het te betreuren zou
zijn, als de weg gewoon zonder meer op de
oude breedte herlegd werd, dan zou men
het later algemeen jammer vinden. De weg
is in onderhoud bij de gemeente, het is de
toegangsweg voor de haven, die ook van de
gemeente is. Nu evenwel aan den dijk een
verandering moet worden aangebracht, vra-
gen Burgemeester en Wethouders of de raad
er mee accoord gaat, dat Burgemeester en
Wethouders onderhandelen om te trachten
tot een accoord te komen. Het waterschap
wil in verband met de verbetering die het
zelf aan den dijk moet aanbrengen, trachten
om den weg te doen aanpassen aan de huidige
omstandigheden.
De heer De Visser heeft gewezen op de
tijdsomstandigheden. Burgemeester en Wet
houders hebben in dit verband ook gezegd,
dat men zich geen te grcote offers mag ge-
troosten, men kar^ thans deze verbetering
laten loopen, doch spreker veronderstelt, dat
men daarmede ook geen vrede zou hebben.
De heer De Regt merkt op, dat de polder
vraagt, den weg te brengen op 4,50 M., doch
veronderstelt, dat 4 Meter voldoende zal zjjn.
4 Meter is ook een mooie breedte.
De heer DE VISSiER: 6 ook!
De VOORZITTER: 6 ook, doch niemand
zal het in zijn hoofd halen, om daar een weg
van 6 Meter breed te gaan leggen. Over de
breedte valt ook nog te praten. Gezien het
doel waarvoor de weg gebruikt wordt, moet 4
Meter voldoende geacht worden, 4,59 Meter
is echter beter. Daarover kan evenwel ook
onderhandeld worden. De weg is in onderhoud
bij de gemeente, indien de weg breeder wordt,
kost deze relatief ook minder in onderhoud.
Spreker meent, dat zoo ongeveer deze aan-
gelegenheid in het college is besproken.
De heer HAAK deelt mede, dat de Voor
zitter terecht heeft uiteengezet hoe de zaak
in het college besproken is. Burgemaeste,•
en Wethouders hebben deze kwestie van alle
kantsn bekeken, de ideeen, zooals de heer
De Visser die heeft uitgedrukt, zijn ook doo
burgemeester en Wethouders besproken. E?
!s ook gezegd, het is een wtg tegen een zee-
dijk, waaroo niet zooveel verkeer is en is het
dan verantwoord, om hiervoor deze kosten te
maken. De heeren zullen hieruit kunnen
zien, dat Burgemeester en Wethouders ook
niet over ddn nacht ijs gegaan zjjn. Burge
meester en Wethouders zijn verantwoordelijk,
en vragen daarom den raad machtiging om
te onderhandelen en dan te zijner tjjd met
een afgerond voorstel in den raad te komen.
Ook het idee dat de heer De Regt uiteenzette,
is door Burgemeester en Wethouders naar
voren gebracht en ook om zich heelemaal
onbetuigd te laten, meenden Burgemeester en
Wethouders niet te kunnen verantwoorden.
De weg is in onderhoud hij de gemeente en
zooals de Voorzitter heeft gezegd, kost een
breedere weg niet zooveel in onderhoud als
een smalle. Burgemeester en Wethouders
zijn voornemens, als de raad machtiging ver-
leent, te onderhandelen met den polder, en
dan is het niet onmogelijk, dat ten slotte een
ander bedrag naar voren komt, dat niet be-
zwarend is voor de gemeente en waarbij een
iets breedere weg wordt verkregen.
Zooals de heeren hieruit zullen zien, is
deze zaak, door Burgemeester en Wethouders
van alle kanten bekeken en besproken.
De heer De Regt heeft gesproken over een
breedte van 4 Meter, men weet niet wat naar
voren zal komen als resultaat van de onder-
handelingen met den calamiteuzen polder.
Verder heeft spreker weinig aan de wooraen
van den Voorzitter toe te voegen. In dien
geest is door Burgemeester en Wethouders
geredeneerd. Indien het een weg was met
een druk verkeer, zou er voor Burgemeester
en Wethouders aanleiding kunnen zijn, een
stapje verder te gaan.
De heer FDORUSSE vindt het bedrag
tamelijk hoog en kan hierop direct ook geen
beslissing nemen. Indien er stappen onder-
nomen moeten worden, zou spreker het op
prijs stellen, dat er inlichtingen van tech
nischen aard verstrekt werden. Wellicht be
staat de mogelijkheid de situatie eens met
den opzichter te bekijken.
De VOORZITTER antwoordt, dat het hier
meer een geval is, hoe de voorgestelde ver
betering zal gemaakt worden. De heer Flo
russe vroeg om een technische inlichting door
den opzichter, doch in de stukken staat de
mededeeling, dat door de dijkverzwaring de
weg die er ligt verdwijnen zal, ook de polder-
waterleiding verdwijnt en wordt een 3040
meter verder gelegd. Ook de breede sloot die
er aan de Griete ligt, en niet geriefelijk is,
verdwijnt en wordt vervangen door een goot
met zinkputten. Dit alles is afgezien van de
wegsverbetering, daar het waterschap dit
alles bekostigt.
De heer FLORUSSE constateert, dat de
gemeente hieraan dus niet mee te werken
heeft. Spreker hoopt, dat de menschen er
voor bewaard worden, dat er een' natten poei
ontstaan zal.
De VOORZITTER antwoordt, dat de ge
meente daar buiten staat. Het gaat hier uit-
sluitend om den weg en den weg als zoodanig.
De vraag is, of het noodzakelijk geacht moet
worden, dat deze 1.50 meter of iets meer ver
breed wordt. Mt is het kardinale punt in
deze zaak.
De heer DE REGT is van meening, dat een
weg van 2,75 M. te moeilijk is, temeer daar
deze langs een slootje zal loopen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de heeren
zich van de situatie ongeveer wel een voor-
stelling kunnen maken. Aan den Eendragt-
polder is ook zooiets gemaakt. Daar is de
dijk ook verzwaard en is de weg ook omge-
legd. Er zijn daar ook zinkputjes aangebracht
en op die manier heeft men daar ook een har
den keiweg gekregen inplaats van een weg
van steenslag.
De heer DE VISSER merkt op, dat inder
tijd omtrent de Polderstraat en de Axelsche-
straat in overweging gegeven werd, zich tot
Gedeputeerde Staten van Zeeland te wenden.
Deze wegen lagen in het tertiaire wegenplan,
en er bestond gelegenheid, deze met subsidie
te doen verbeteren. Spreker meent, dat het
noodig is, de wegen waarvoor het 't meest
noodig is, eens aan te pakken. Ook deze weg
kan daarvoor naar hij meent in aanmerking
komen, want deze loopt niet dood op een zee-
dijk, doch leidt naar een haven. Spreker
vraagt zich af, of, indien dit plan zou door-
gaan, terwijl later voor een verbetering sub
sidie zou kunnen verkregen worden, het geen
zonde zou moeten worden geacht, als die te-
loor ging.
Indien binnen 2 of 3 jaar het tertiaire
wegenplan in uitvoering zou komen hiervoor,
dan zou, indien thans tot verbetering wordt
overgegaan, daarmede een flinke subsidie te-
loor gaan. Zoo stelt spreker het zich althans
voor. Hij meent, dat in het tertiaire wegen
plan een heel stuk van dezen weg begrepen
kan zijn.
De VOORZLITER antwoordt, dat de heer
De Visser veronderstelt, dat de weg van
Zaamslag naar de haven op het tertiaire
wegenplan voorkomt, doch dat is niet zoo.
Deze weg leidt van den Axelschendijk, over
Reuzenhoek, en verder over den dijk naar
Terneuzen. Het stuk weg, dat thans in be-
spreking is, valt er buiten. Wat er later zal
gebeuren, weet men niet, doch zooals thans
de toestand is, is deze weg niet in het tertiaire
wegenplan opgenomen. Hetgeen de heer De
Visser naar voren brengt, zouden Burgemees
ter en Wethouders ongetwijfeld doen. Indien
het mogelijk was, een bedrag hiervoor op te
vangen, zouden zij dit zeker niet nalaten!
De heer WISSE meent, dat Burgemeester
en Wethouders met hun voorstellen een prac-
tisch plan tot uitvoering willen brengen.
Spreker vindt het een prachtig plan, indien
het uitgevoerd kan worden, dan kan de'weg
goed verbeterd worden, het is er een troep,
reeds van over jaren terug. Spreker is er
dan ook voor, dat aan Burgemeester en Wet
houders de gevraagde machtiging wordt ver
leend. Men moet vartrouwen hebben in Bur
gemeester en Wethouders, dat zij zullen
trachten, zoo voordealig mogelijk te werken.
De heer HAAK geeft te kennen, dat de heer
Flcru.sse terscht heeft opgemerkt, dat er bij
de stukken geen teekening aanwezig was, en
de vraag gesteld heeft of /2500 verantwoord
was. Het college staat op het standpunt, dat
2500 niet verantwoord is, dit is de meening,
zoowel van den Voorzitter als van de leden
van Burgemeester en Wethouders. Het
spreekt vanzelf, dat men hier in deze open-
bare zitting thans geen bedrag kan noemen,
doch de heeren kunnen er gerust op zijn, dat
Burgemeester en Wethouders niet te var zul
len gaan. Het moet verantwoord zijn, dat
geeft spreker direct toe. De betreffende weg
is een weg langs een zeedijk met weinig ver
keer, tenzij dan in de campagne. Wat ba-
treft het dampen van de sloot, dit gebeurt
toch, doch daarmede heeft de gemeente niets
te maken. Er wordt alleen een bijdrage ge-
vraagd voor de verbetering van den weg.
Da heer FDORUSSE constateert, dat de
bedoeling dus is, dat de bijdrage van de ge
meente alleen dient voor de verbetering van
den weg en dat de sloot daar dus ook ge-
dempt wordt.
De gevraagde machtiging wordt met alge
meene stemmen verleend.
De VOORZITTER schorst hierop de open-
bare vergadering, welke overgaat in een zit
ting met gesl-oten deuren.
Na heropening stelt de VOORZITTER aan
de crde de