ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN
No. 10.038
WOENSDAG 6 MAART 1940
80e Jaargang
Binnenland
Buitenland
EERSTE BLAD
HET LUOHTGEVEOHT BOVEN BELGIE.
TER NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,10, overige landen 2.45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0.80 Voor elken regel meer 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
DIENSTPLICHT.
Uitspraak inzake vrijstelllng.
De Burgemeester van TERNEUZEN, breng,.
ter algemeene ksnnis, dat een uitspraak op
aanvrage om vrijstelling van den Dienst-
plicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een
ieder ter inzage is nedergelegd.
Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen
na den dag van deze bekendmaking in beroep
worden gekomen.
a. door den ingeschrevene wien de uitspraak
geldt of door diens wettelijke vertegen-
woordiger.
b. door elk der overage voor deze gemeente
voor dezelfde lichting ingeschreven per-
sonen of door hun wettelijke vertegen-
woordigers.
Het verzoekschrift moet met redenen om-
kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn.
Het moet worden gericht aan de Koningin,
doch worden ingediend bij den Burgemeester,
ter secretarie dezer gemeente.
De Burgemeester zorgt voor de doorzending.
Temeuzen, den 5 Maart 1940.
De Burgemeester voornoemd,
P. TELLEGEN.
MGR. HOPMANS ONDFRSCSHEIDEN.
De Belgische gezant in Den Haag, de heer
Leon Nemry, heeft zioh Maandag met den
Belgischen gezantschapsraad, baron Ruzstte,
naar Bceda begeven om den bisschop, mgr. A.
P. W. Hopmans, de versierselen u.it te reiken
van grootofficier van de Kroonorde van
Belgie.
Deze plechtlgheid had plaats in een van de
zalen van het bisschoppelijk paleis. Ook de
heer Ch. Smit, consul van Belgie in Breda,
was hierbij aanwezig.
KOOP. VERKOOP EN DISTRIBUTIE VAN
LATE AARDAPPELEN.
De minister van Economische Zaken heeft
ingesteld een commissie, welke het bestuur
der Stichting Nederlandsche Akkecbouwcen-
trale, gevestigd te 's Gravenhage, hetizij eige-
ner beweging, hetzij op verzoek van dit be
stuur, zal adiviseeren omtrent het nemen van
nieuiwe maatregelen, zoomede omtrent het
aanfbrengen van wijzigingen in reeds bestaan-
de maatregelen op het gebied van den aan-
koap, den verkoop en de distcibutie van late
aardappelen in het binnenland.
Tot lid, tevens voorzitter dezer commissie
is benoemd R. W. Janssen be Roosendaal
(N.-Br.) en tot leden zijn benoemd J. Bekius
te Leeuiwarden, J. Bouwman te Amsterdam,
Tj. Hetteima te Beetgum (Fr.), W. de Kroes
te Overschie, J. Mol te Dordrecht en A. Troost
te Ajmsterdam.
DE VERMISSING V1AN DE RIJNSTROOM.
HMnsdagochtend is, komende van Caen, het
Nederlandsche stoomschip Vrede te IJmuiden
gearriveerd, dat een ledig vlot, afkomstig van
het stoomschip Rijnstroocm, had opgepikt.
Dit vlot was reeds eerder door andere sche-
pen op de Noordzee gesignaleerd.
Over de Rijnstroom zijn bij de Hollandsche
Stoomboot maatschappij geen nadere berich-
ten ontvangen. Aan de Nedeclandsche marine
is Maandag verzocht zoo mogelijk maatrege
len be nemen ter opsporing van het schip. Ook
tot de Britsche autoriteiten is een dergelijk
verzoek gericht.
DE AANVALLEN UIT DE LUCHT OP
NEIDERLANDSCflE SCHEPEN.
Het A.N.P. meldt:
Naar aanleiding van de aanvallen van
vreemde vliegtuigen op Nederlandsshe sche-
pen in de Noordzee hebben wij te bevoegder
plaatse geinformeecd naar hetgeen de regee-
rinig zich voorsbslt ter zake te verrichten.
Naar wij vernamen, beschikt de regeering op
het ojgenblik nog niet over andere gegeven3
dan de mededeelingen in de pers over het ge-
beurde vecspreid. Zij zal echter niet nalaten
om, zoodra haar authentieke gegevens ben
dienste staan, de stappen te ondememen,
welke ter beschenming van onze scheepvaart
tegen dergelijke aanvallen noodig kunnen
blijken.
DE NABESTAANDEN VAN OMGEKOMEN
GEMOBILISEERDEN.
Op vragen van het lid der Tweede Kamer,
mevrouw Bakker-Nort (v.d.) betreffende het
pensicen van weduwen en weazen van in mili-
tairen dienst omgeko nen dienstplichtigen en
de regeling van de begrafeniskosten van die
dienstplichtigen, heeft de minister van defen-
sie als volgt geanfcwoord:
1. Den minister zjjn sleehts enkele geval
len hekend, dat gezinnen van onbemiddelde
dienstplichtigen, die tijdens de mobilisatie in
Gienst zijn omgekomen, in komervolle
omstandigh'Cden verkeeren.
„2'„,In dcze enkele gevallen kan de minister
j aanleiding vinden, voorstellen
In te dienen tot wijziging ten behoeve van
van weezen van getroffenen
d€zer zake bestaande wett°liike
pensioenregeUngen. Wei ligt het in het vcor-
necnen, om indien en zoolang - zudL
wen ffn.Zle, de hif" '^dceide wedu-
van hM- vmi gernoet te komen door middel
van het veileenen van een iaarliiks-hp —sti
ftcatie boven het wettelijk pmsioen ln enkele
gevallen 19 zulks reods ^-eschied
.3- Ingeval het stoffelijk overschot van een
m en door den dienst omgekomen dienstnlbh
tige niet van rjjkswege, doch door den zore
van nabestaanden wordt begraven. wordt hun
op grond van art. 2 van de wet van 9 JuU
1906 een vecgoed'mg toegekend tot het bedrag
hetwelk zou zijn bstaa.d, indien de staat zelf
voor da begrafenis had gezorgd.
Indien de door da nabestaanden gemaakte
kosten hooger zijn dan bedoelde vergoeding
en zij den minister daarmede in kennis stel-
lan, wordt een gratificatie toegekend, waar
mede als regel da gedane meardere uitgaven
geheel kunnen worden bestceden.
Op grond van het vorenstaande kan de mi
nister geen aanleiding vinden cm wijziging
van de bestaands wettelijke regeling te be-
vorderen.
HEX VOORTDTJREN VAN DEN STAAT
VAN BELEG.
In ean nota naar aanleid'ng van het ver-
slsg over het wetsontwerp inzake bet doan
vocrtduren van den bij Koninklijke besluiten
van 1 en 6 November 1939 afgekondigde
etaat van beleg, schrijft de Minister van
Defensie, dat hij met voldoening kennis nam
van de mededeeling, dat men zich algemeen
met het wetsvoorstel kan vereenigen.
Ten aanzien van het ontslag van den op-
perbevelhebfcer van land- en zeemacht, gene-
raal Reynders, verwijst de Minister naar het
geen de regeering inmiddels heeft gsantwoord
op de schriftelijke vraag van het lid der
Kamer den heer Van Poll. Het spreekt na
dat antwoord vanzelf, dat de cntslagaanvrage
van den opperbevelhebber van land- en zee
macht niet verband houdt met de toepassing
van de oorlogswet. Anders had de regeering
niet mogen verklaren, dat het verleenen van
de verzochte inlicbtingen strijdig zou zijn
met het belang van den staat, noch dat het
hier bptreft vragen van militair beleid „waar-
over in het openbaar geen gedachtenwisselipg
gevoerd en zelfs geen aanduidin-g gegeven
kan worden zonder het staatsbelar.g te scha-
den". Uit dit antwoord is duidelijk dat het
hier vragen van de hoogste ords betrof, niet
zaken, waarover men gerust in het openbaar
kan debatteeren.
Het is de regeering niet bekend, dat van
de bevoegdheden, welke de militaire autoritei
ten krachtens den staat van beleg bezitten
misbruik wordt gemaakt en wel met name
tot het voeren van politieke actie in het leger
en tot het bestrijden van hun onwelgevallige
politieke groepen. Zooals reed3 in de memo-
rie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake
de defensiebegrooting 1940 werd gezcgd, kan
de regeering thans nog niet overgaan tot op-
heffing van de ten aanzien van de nationaal
socialistische beweging geldende bepalingen.
GEEN WIJZIGING VAN DE PACHTWET.
Minister Gerbrandy zegt in zijn memorie
van antwoord aan de Eerste Kamer, dat hij
noch vpor een algeheele, noch voor een par-
tieele herrfening van de Pachtwet het oogen-
blik gekomen acht.
Wel is de Minister in overleg gstreden met
Staatsraad Mr. Limburg, voorzitter der
Qtaatscommis3ie, welke naar hem pleegt te
worden genoemd, teneinde diens gemotiveer-
de inzicht te vememen over de noodzaak tot
wijiziging van de formuleering van het over-
gangsrecht.
Naar het oordeel van den Minister biedt de
tekst van de Pachtwet geen grond voor de
opvatting, dat tot nietigverkiaring van de
pachtovereenkomst aanleiding zou kunnen
bestaan op grond van een pachtprijs, welke
noch buitensporig is, noch ook zoodanig is
vastgesteld, dat hij den pachter, ook bij bij-
zondere bekwHamheid en ijver, niet de moge-
lijkaeid van een redelijk bast aan uit de op-
brengst van het gepachte goed laat, terw^l
nochtans de pachter zulk een beotaan uit de
opbrer.gst van het gepachte goed reieljker-
wijze meg verwachten.
Op het verzoek, den pachtbureaux een rui-
mer subsidie te verstrekken, heeft de Minister
de aandacht van den Minister van Economi
sche Zaken gevestigd. De Minister deelt
voorts mede, dat de kosten van de pacht-
rechtspraak, voor zooveel zij tot heden be
kend zijn, ruim 38.300 hebben bedragen.
WEER VREEMDE VLIFGTUIGEN
BOVEN BELGIE.
Zondagochtend omstreeks 11 uur werd de
bevolk.ng van de Belgische hoofdotad opge-
schrikt door het vuur van de luchtdoal-
artillerie, die verscheidene vliegtuigen van
onhekende. maar vreemde nationaliteit, be-
schcot, wake op zeer groote hcogte de agglo-
meratie overvlogen. Een der toestellen werd
gezien boven het militaire vliegveld van
Haren-Brussel. Onm'ddellijk stegen talrijke
Belgische jagers op, doch zij slaagden er niet
in de vreemde vliegtuigen te bereiken. Ook
elders in het Oosten en het midden van
Belgie, werden buitenland3che vliegers door
de afweerartillerie onder vuur genomen.
Komende na de trsgische ontmoeting boven
de provincie Luxemburg bracht deze nieuwe
schending van het Belgische luchtruim door
vliegtuigen, ongetwijfeld beboorende tot een
belligerente mogendheid, in officiesle krin-
gen een zeer pijnlijken indruk teweeg, Bij de
bevolkmg domineerde, vosral een gevoel van
begrijpelijke verontwaardiging.
Het Maandagmiddag door het dcpartement
van buitenlar.dsolie za'ken gepublieeerde com
munique, mel'dende, dat de Daitsche aniba3-
cadeur te Brus3el uit naam van z'jn regeering
a.an minister Spaak zijn innig lesdwezen had
fcetulgd over het tragische voorval bij Sent
Hubert, dat het lerven kosttc aan een Be'gi-
schen luitenant-vlieger, en tevens uiting had
gegeven aan de bare',d villigheid van de Du'.t-
sohe r-geering, zoidiir vcr.vjl icier verzoek
om schade'vergoed'n""' te onderzoeken en in te
willigen, bracht, meldt do correspondent der
N. R. Crt. te Brussel Maindaja/o.id, overal
in de Belgische hoofdstad een duidel'jk zicht-
bare en hoorbare ontspanning te weeg.
Maandagavond lieten veracheidene couran-
ten, waaronder ook de Vingtieme S^cle, vaak
door mini3ter-pre3ident Pierlot als spreck-
buis gebruikt, zich in verontwaardigde ter-
men uit over de daad1 van den Daitschen'
vlieger. Maandagavond p„bl..cecrden a'lle
bladen, de measte vet gedrukt, het officieele
communique op hun vc'orpagina. Z'j knoop-
ten er eOhter geen commentaar aan vast.
Koning Leopold heeft in den loop van den
dag een ondernoud gehad met oen minister
van lan'dsverdedtging, generaal Denis, dat
ongetwijfeld ook verband hield met dit
incident.
De teraardebestelling van het stoffelijk
oversohot van den vlieger Hanrard, die een
zoon is van den direetear-generaal van het
departement van arbeid, had hedenochtend
plaats.
Maandag liep te Brussel het gerucht, dat
een Duitsoh bombarde nentsvliegtuig tjden3
een luchtgevecht boven de vailei van de
Semois tusschen Neufchateau en Florenville
dcor een Engelschen jager was neergeschoten.
Dit gerucht werd1 later offlcieel gelogen-
straft. Wel was de Belgische luchtdoelartil-
lerie bij .Florenville in actile geweest tegen een
toestel van onbekende natioaaliteit, dat zich
boven het Belgische rechtsgebied bevond. Dit
vliegtuig werd echter niet getroffen en ver-
wijderde zich spoedig in de.richting van de
Fransche grens. Van een luchtgevecht was
geen sprake.
HET BEZOEK VAN SUMNER WELLES.
Sumner Welles, de onder-minister van bui-
tenlandsche zaken der Ver. Staten is na een
bezoek van drie dagen uit Berlijn vertrokken.
Hij heeft gesproken met Hitler, met Goring,
met den plaatsvervanger van Hitler, diens
vertrouwde minister Hess, en wellicht met dr.
Schacht, den vroegeren president van de
•Duitsche Rijks'bank.
Het bezoek aan Berlijn van den Amerikaan-
schen staatsman, die zijn regeering rapport
zal uitbrengen over den toestand in de oorlog-
voerends landen, heeft zich gekenmerkt door
het ontbreken van festiviteiten en groote
plechtigheden, welke de Duitsche regeering
anders zoo graag organiseert.
Officieel is er niets bekend over wat Welles
met de leiders der Duitsche politiek bespro-
ken heeft. In de Duitsche regeeringskringen
bewaart men daarover het diepste stilzwijgen,
evenals Welles zelf deed.
Volgens den correspondent van het Fran
sche blad .Journal" te Ziirich, wordt van ver-
schillende kanten bevestigd, dat Hitler bij
zijn onderhoud met Sumner Welles beslist
heeft geweigerd, ook maar een deel van het
in Polen en Tsjecho-Slowakije bezette gebied
terug te geven. Hij heeft restitutie van de
kolonien geeischt en beschuldigde Engeland
er van, sleehts de vemietiging van het Duit
sche rijk en de verdelging van het Duitsche
volk als doel te hebben.
Het was echter, aldus deze correspondent,
niet mogelijk vast te stellen, of Hitler, zooals
het gerucht wilde, er in had toegestemd meer
bftzonderheden over de krijgsoperaties, waar-
mede hij Engeland en Frankrijk bedreigt,
mede te deelen.
De correspondent verklaart echter te ge-
looven, dat er aanleiding is om aan te nemen
dat Hitlers plan in hoofdzaak berust op het
bombardeeren en verwoesten van de Brit
sche Oostkust.
Hij schrijft: „Wij zijn er niet alleen zeker
van, dat dit plan bestaat. Wij zijn er ook
van overtu'igd, dat de Duitschers gedurende
den winter een speciale vloot van groote
bombardementsvliegtuigen hebben gebouwd.
waarmede zij alle havens aan Engeland's
Oostkust denken te vernietigen, om de ravi-
tailleering van het land te belemmeren.
Militaire kringen in Duitschland zouden er
toe geneigd zijn het optimisme der nationaal-
socialistische leiders te deelen".
SUMNER WELLES POLST.
Sumner Welles, de Amsrikaansch-e onder-
staatssscretaris van buitenlandsehe zaken,
heeft Berlijn verlaten, om zich naar Parijs te
begeven. Zooals men west, schrijft de N. R.
Cc-t., vertceft hij in opdracht van President
Roosevelt in Europa om zich op de hoogte te
stellen vdn de doeleinden der oorlogvosrende
mogendhsden en van de opvattingen van het
niet-oorlogvoerende, maar vooralsnog zeker
niet anti-Duitsehe Italie. In laatstgenoemd
land is hij zifn reis begonnen en zijn eerste
bezoek gold Berlijn. Hij is nu dus op de hoogte
van de opvattingen der bside totalltaire lan
den en zal die van de beide Westersche demo-
ccatieen spoedig vernemen.
Welles heeft dadelijk bij z'jn komst op
Europeeschsn bodem verklaard, dat hij uit-
sluitend gekomen is om poolshoogte te nemen
en Roosevelt rapport uit te brengen, zoodat
hij van zrjn hevindingen in Europa niets zal
meedeelen. Over zijn besprekingen te Rome is
dan ook niets uitigelekt, daar de Italiaansche
regeering te d:en aanzien een even groote
reserve aan den dag heeft gelegd als de Ame-
rikaan. Wat Berlijn betreft staan de zaken
evenwel anders. Weliswaar zwijgt men daar
'*van officieele z'jde en zegt men reeds hij voor-
baat, dat alle berichteu, vermoedsns en com-
binaties over den inhoud van de ge3prekken
onjulst zijn, maar tevens geeft men min of
meer officleu.s te kennen. dat men aan Wel
les het standpunt heeft uiteemgezst, dat men
ook reeds in het openbaar heeft ingenomen
en dat neerkomt op erkenning van de Duit
sche veroveringen, teruggaaf van. de Duitoehe
kelo-nien waarbij men zoo inconsequent
schijnt te zijn niet het gebied terug te eischen
dat Jauan als mandaatgebisd beheert en
vemietiging van de Engelsche hegemonie ter
zee. Wat dan neer zou komen op het opgeven
dcor Elngsland van .steunpunten als Gi'oralLar,
Malta, Aden en Singapore, welke dienen om
de groote Engelsche verbindingswegen te bs-
schermen.
Wanneer 't Roosevelt's bedoeling inderdaad
zou zijn om uit het rapport, dat Welles mee
zal brengen, een conclusie te trekken over de
mogelijkheid van bemiddeling, zien de kansen
daarop er bij een dergeljjk antwoord inder
daad zeer slecht uit, te meer, omdat men van
geallieerde zijde meer dan oolt overtuigd
schijnt, dat een duurzame vrede onmogelijk
is, zoolang ec geen eind is gemaakt aan het
nat.-soc. bewind in Duitschland, een overtui-
girng, welke door de jongste uitlatimgen nopens
de Duitsche osrloigsdoeleinden nog sleehts
versterkt is. Sir John Simon, de man, die als
minister van financien in het Britsche kabinet
de tweede plaats bekleedt, heeft dit Zaterdag
ncg eens uitdrukkelijk gezegd.
Engeland en Frankrijk leiden uit de Duit
sche oorlogseischen af, dat Duitschland streeft
naar de weeeldhegemonie. Zij zien in den eisch
van teruggave der kolonien sleehts een mili
tair doel, het verkrijgen van steunpunten bij
een mogelijk nieuwe poging om. Engeland de
heerschappij ter zee te ontwringen. En als
Duitschland werkelijk den eisch zou stellen
van het opigeven van de groote Engelsche
vlootsteunpunten, kan men daar van geallieer
de zijde moeilijk anders in zien dan een be-
vestiiging van dit vermceden.
Als de Duitsche eischen inderdaad overeen-
stemmen met hetgeen onze Berlijnsche corres
pondent dienaangaande meldt volgens be-
richten van andere zijden zouden deze eischen
zelfs nog verder gaan en o.a. ook inhouden,
dat Engeland voortaan in Scandinavie ,,niet
meer mag intrigeeren of trachten invloed uit
te osfenen" mag men aannemen, dat zij bij
den Amerikaanschen president geen gewillig
oor zullen vinden. In zijn boodschap aan den
Paus, doer zijn specialen gezant Myron Tay
lor overgebracht, sprak Roosevelt de hoop uit
„dat ons gemeenschappelijk ideaal van gods-
dienst en menschelijkheid tot uitdrukking kan
komen door het tot stand brengen van een
duurzameren vrede op de grondslagen van
vrijheJd en levensveiligheid voor alle volken
onder Gods bescherming". Een dergelijlf
standpunt is moeilijk overeen te brengen met
het berusten in de overheersching van vreem
de volken als Tsjechen en Polen door de Duit-i
schers, of met de verdrukking, waaraan de
Jcden in het Duitsche Rijk z'jn blootgesteld.
Bemoedigend zal het rapport, dat Sumner
Welles bij den president indient, wel niet zrjn.
Voorzoover tot dusver bekend is, stellen beide
partijen voor den vrede eischen, welke alleen
v.ervuld kunnen worden na een nederlaag van
hun teigenstander. Met andere woorden, beide
partijen wanen zich militair sterk genoeg om
deze over-winning te behalen of doen althans
alsof, omdat zij vreezen, dat hun houding
anders door den tegenstandsr als zwa'kheid.
zou worden uitgemaakt.
Zoolang die waan niet door de kracht der
feiten ineen is gestort, zien de kansen op be
middeling er niet gunstig uit. De Vereeniigde
Staten kunnen echter ook nog op andere wijze
dan door bemiddeling hun invloed op den
oor log in Europa laten gelden. Zij doen dit al
eenigszins door den indirecten steun, dien zij
met het z.g. stelsel van halen en betalen ver
strekken aan de geallieerden, met wie zij zich
in ideologiseh opzicht toch in ieder geval
meer verbonden gevoelen dan met de totali-
taire staten. Als het antwoord van Duitsch
land juist geinterpreteerd is, zal het deze
stemming zeker niet veczachten en misschien
zelfs de vraag doen rijzen, of men niet meer
kan doen dan tot dusver om de zaak der ge
allieerden te steunen en te beletten, dat het
Duitsche standpunt de zege zal wegdragen, al
zal een dergelijke hulp vsoreerst zeker niet
een deelneming aan den oorlog zelf betee-
kenen.
Het is een wrjd verbreide opvatting in
Duitschland en Italie, dat alleen het bazit
van kolonien beide landen uit hun economi
sche moeiliikheden zal kunnen vec-lossen. Men
mag veronderstellen, dat althans deze oovat-
ting te Rome ook aan Welles is mee-gedeeld.
Het is echter de vraag, of zij in de Vereenigde
Staten vsel indruk zal maken. Niet alleen
heeft dit land zonder koloniaal bezit van be-
teekenis een periode van ongekendsn bloei
doorgemaakt, doch men is daar, zoo min a!s
in de overige neutrale wereld vergeten, dat
Duitschland voor den occlog een rijk en
bloeiend land is geweest, hoewel het nochtans
van de kolonien, waarover het beschikte en
welke het thans terugeischt, niet het minste
profijt trok.
Men zal dan ook in de Ver. Staten eerder
geneigd zijn, de economische moeilijkheden
van landen als Duitschland en Italie toe te
schrijven aan de overmatige uitgaven voor de
bewapening en aan bet stelssl van autarkie
dat ter wille van die wapening, dus indirect
wegens de nationale doelstellingen, het eco
nomische bestel, niet alleen van die landen
zelf, doch van de geheele wet-eld veratoord
heeft.
Ook ten aanzien van de klachten over het
misbruik van Engelands hegemonie ter zee
zal men vermoedelijk in de Ver. Staten scep-
tisch gestemd Jgn, aapgezien dcZe hegemonie
alleen in geval van oorlog tot uiting pleegt te
komen en in den tijd van vrede, welken men
in de Ver. Staten ncg altijd al3 den normalen
tijd pleegt te beschouwen ondanks empire-
preferences als de cvereenkomst van Ottawa
niemando handel of scheepvart in die mate
bedreigt of beienrmect, als het geval is met de
bevoorreehtingen van nationale ondernemin-
gen, welke sommige totalitaire staten in tijd
van vollen vrede hebben toegepast.
SCHERPE ITALIAANSOHE NOTA AAN
LONDEN.
Stefani meldt, volgens de N. R. Crt., uit
Rome:
De tekst van de nota, welke de Italiaansche
regeern0' tot de Britsche regeering heeft ge
richt, luidt als volgt:
De fascistische regeering refereert aan de
mededeeling van de Britsche regeerir.j.
volgens welke elk met Duitsche steenkooi
•jeladen schip, dat de haven van inlading
verlaat, na 1 Maart 1940 onderworpen is aan
de controle-maatregelen. Met het oog op
dezen maatregel, welke de Duitsche belangen
emstig schaadt, vernieuwt de fascistische
regeering in de meest krachtige bewoordin-
gen het door haar reeds geformuleerde
protest en voorbehoud ten aanszien van de
bC'ginselen, welke ten grondslag liggen aan de
bepalin-jen van de Britsche regeering nopens
den ceconomischen oorlog, en betreffende de
middelen, waarmede die bepalingen worden
toegepast, jegens de niet-oorlogvoerende
landen.
De door de Britsche regeering op dit stuk
genomen maatregelen zijn naar letter en
geest in strijd met het volkenrecht, dat
binnen welomlijnde grenzen de rechten van
de oorlogvoerenden vaststelt tot bescherming
van de belangen van derde staten en der
vrijheid van hun wettigen handel. Bij be-
schouwirg van de geldende internationale
voorschriften is het een kennelijik wederrech-
telijk gebruik den geheelen handel ter zee
van de niet-oorlogvoerende landen aan een
»/aak hinderlijke contrSle te onderwarpen en
van hen een lastige en buitensporige docu-
menteering te eischen, welke niet vereenig-
baar is met de gebruikelijke geheimhouding
van handelscontracten. Daarbij komt in den
regel het maken van een omweg en een vaak
dagen en weken durend oponthoud voor de
schepen in de controle-haven3, waarmede
zeer emstig nadeel berokkend wordt aan de
nc'heepvaart, aan de regelmatighaid van de
diensten en het handelsverkeer, met het
gevolg, dat de aanvoer der niet-oorlogvoe
rende landen wordt belemmerd, beperkt en
vaak lamgelegd, hetgeen terstond zijn terug-
slag heeft op de industrieen en op het werk
der arbeiders.
De van kracht zijnde bepalingen ten aan
zien van goederen, welke tot contrabande
verklaard zijn, schakelen in de practijk het
onderscheid uit tusschen absolute en voor-
waardelijke contrabande, hetgeen openlijk in
strijd is met het volkenrecht, dat op dit
onderscheid de mcgelijkheid gebaseerd heeft
tot verzekering van het normale handelsver
keer voor de behoeften der burgerbevolking.
De wijze, waarop controle wordt geoefend op
de post, zelfs indien het correspondentie
betreft van Italianen aan Italianen, vormt
een flagrante schending van het postgeheim,
Hat gewaarborgd is door de elide conventie
van Den Haag van 1907.
Vooral onvereenigbaar met de fundamen-
teele beginselen van het internationale recht
en in het bijzonder met de Parijsche ver-
klaring van 16 April 1856, is de maatregel
van 28 November j.l., welke slaat op den uit-
voer van Duitsche goederen naar neutrale
landen. Welke ook de beweegredenen zijn
waarom men gemeend heeft dien maatregel
te moeten nemen, in geen geval kunnen zij
een vermindering van de rechten der niet-
oorlogvoerende mogendheden wettigen. De
bovengenoemde maatregel is bovendien bui-
tengewoon ernstig, gelet op den oeconomi-
•3chen wiserslag, want de toepassing daarvan
belemmert ten zeerste de werking van het
internationale handelsverkeer, neemt voor-
raadsbronnen weg en vermindert de produc-
tie-mogelijkheid voor de niet-oorlogvoerende
landen.
De fascistische regeering wenscht in het
bijzonder den grootsten nadruk te leggen op
de onwettigheid en den emst van het door
de Britsche regeering genomen besluit, om
den invoer over zee van Duitsche steenkooi
in Italie aan controle-maatregelen te onder-
werpen, temeer daar de Britsche regeering
weet, dat de betreffende steenkooi tot de
absolute levensnoodzakelijkheid en arbeid van
het Italiaansche volk behoort.
In die omstandigheden is de door de Brit
sche regeering genomen maatregel van dien
aard, dat hierdoor de oeconomische en poli
tieke betrekkir.gen tusschen Italie en Groot-
Brittannie, zooals vastgelegd in de overeen-
komsten van 16 April 1938, verstoord en in
gevaar gebracht worden.
Terwijl de fascistische regeering haar for-
meel protest vernieuwt, wil zij van heden af
nauwkeurig de gegevens en feiten vastleggen
voor de verantwoordelijkheid ten aanzien van
de ontwikkeling van den toestand.
Reuter vemeemt, dat de Italiaansche nota
aan een ,,zoo snel mogelijke, zorgvuldige
overweging" zal worden onderworpen en dat
de Engelsche regeering, met het oog op de
vriendschappelijke betrekkingen met Italie
zal trachten zoo behulpzaam mcgelijk te zijn.
•Men verzkert daarb'j echter tevens, dat men
gezien den meedoogenloozen aard van de
Duitsche oorlogvoering tegenover de neu-
tralen, zoowel als de geallieerden, niet moet
denken, dat de geallieerden afstand kunnen
doen van welk recht ook, dat hun volgens het
volkenrecht toekomt.
Zes Italiaansche kolenschepen ait
Rotterdam vertrokken.
Maandagnacht om twaalf uur heeft een
Italiaansch schip, geladen met kolen, den
Waterweg verlaten. Dit schip, de Orata,
was het eerste, dat na de Britsche aankon-
diglng, dat de Italiaansche kolentransoor-
ten niet langer ongemoeid zouden worden
gelaten, in zee is gegaan.
De Orata behoorde bij het viertal schepen,
dat in den nacht van Vriidag op Zaterdag de
Rotterdamsche haven verliet, welke schepen,
zooals gemeld is, varends in den Waterweg
order kregen de reis af te breken en naar
Rotterdam terug te keeren.
Intusschen ziin thans al deze vie- sc><eren
en nog twee andere naar zee vertrokken.
Nadat namelijk de Orata om 12 uur den
Waterweg had verlaten, stoomden Maandag-
morgeo de Liana, de Numidia en de Absirtea
den Waterweg af. Deze scheren waren om
recen uur in zee. Hisron volgden nog de
Felce en de Pozzaioli. die om half tien in° zee
VV° T-n rjyg
Mogelijk kan het feit, dat de Orata als
eerste or.geveer tien uur eerder vertrok dan