ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANOEREN No. 10.038 WOENSDAG 6 MAART 1940 80e Jaargang Binnenland Buitenland EERSTE BLAD HET LUOHTGEVEOHT BOVEN BELGIE. TER NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen fr. per post 1,65 per 3 maanden Bij vooruitbetaling fr. per post 6,per jaar Voor Belgie en Amerika 2,10, overige landen 2.45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor het buitenland alleen by vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0.80 Voor elken regel meer 0,20. KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. DIENSTPLICHT. Uitspraak inzake vrijstelllng. De Burgemeester van TERNEUZEN, breng,. ter algemeene ksnnis, dat een uitspraak op aanvrage om vrijstelling van den Dienst- plicht, ter Secretarie dezer gemeente, voor een ieder ter inzage is nedergelegd. Tegen deze uitspraak kan binnen tien dagen na den dag van deze bekendmaking in beroep worden gekomen. a. door den ingeschrevene wien de uitspraak geldt of door diens wettelijke vertegen- woordiger. b. door elk der overage voor deze gemeente voor dezelfde lichting ingeschreven per- sonen of door hun wettelijke vertegen- woordigers. Het verzoekschrift moet met redenen om- kleed zijn. Het behoeft niet gezegeld te zijn. Het moet worden gericht aan de Koningin, doch worden ingediend bij den Burgemeester, ter secretarie dezer gemeente. De Burgemeester zorgt voor de doorzending. Temeuzen, den 5 Maart 1940. De Burgemeester voornoemd, P. TELLEGEN. MGR. HOPMANS ONDFRSCSHEIDEN. De Belgische gezant in Den Haag, de heer Leon Nemry, heeft zioh Maandag met den Belgischen gezantschapsraad, baron Ruzstte, naar Bceda begeven om den bisschop, mgr. A. P. W. Hopmans, de versierselen u.it te reiken van grootofficier van de Kroonorde van Belgie. Deze plechtlgheid had plaats in een van de zalen van het bisschoppelijk paleis. Ook de heer Ch. Smit, consul van Belgie in Breda, was hierbij aanwezig. KOOP. VERKOOP EN DISTRIBUTIE VAN LATE AARDAPPELEN. De minister van Economische Zaken heeft ingesteld een commissie, welke het bestuur der Stichting Nederlandsche Akkecbouwcen- trale, gevestigd te 's Gravenhage, hetizij eige- ner beweging, hetzij op verzoek van dit be stuur, zal adiviseeren omtrent het nemen van nieuiwe maatregelen, zoomede omtrent het aanfbrengen van wijzigingen in reeds bestaan- de maatregelen op het gebied van den aan- koap, den verkoop en de distcibutie van late aardappelen in het binnenland. Tot lid, tevens voorzitter dezer commissie is benoemd R. W. Janssen be Roosendaal (N.-Br.) en tot leden zijn benoemd J. Bekius te Leeuiwarden, J. Bouwman te Amsterdam, Tj. Hetteima te Beetgum (Fr.), W. de Kroes te Overschie, J. Mol te Dordrecht en A. Troost te Ajmsterdam. DE VERMISSING V1AN DE RIJNSTROOM. HMnsdagochtend is, komende van Caen, het Nederlandsche stoomschip Vrede te IJmuiden gearriveerd, dat een ledig vlot, afkomstig van het stoomschip Rijnstroocm, had opgepikt. Dit vlot was reeds eerder door andere sche- pen op de Noordzee gesignaleerd. Over de Rijnstroom zijn bij de Hollandsche Stoomboot maatschappij geen nadere berich- ten ontvangen. Aan de Nedeclandsche marine is Maandag verzocht zoo mogelijk maatrege len be nemen ter opsporing van het schip. Ook tot de Britsche autoriteiten is een dergelijk verzoek gericht. DE AANVALLEN UIT DE LUCHT OP NEIDERLANDSCflE SCHEPEN. Het A.N.P. meldt: Naar aanleiding van de aanvallen van vreemde vliegtuigen op Nederlandsshe sche- pen in de Noordzee hebben wij te bevoegder plaatse geinformeecd naar hetgeen de regee- rinig zich voorsbslt ter zake te verrichten. Naar wij vernamen, beschikt de regeering op het ojgenblik nog niet over andere gegeven3 dan de mededeelingen in de pers over het ge- beurde vecspreid. Zij zal echter niet nalaten om, zoodra haar authentieke gegevens ben dienste staan, de stappen te ondememen, welke ter beschenming van onze scheepvaart tegen dergelijke aanvallen noodig kunnen blijken. DE NABESTAANDEN VAN OMGEKOMEN GEMOBILISEERDEN. Op vragen van het lid der Tweede Kamer, mevrouw Bakker-Nort (v.d.) betreffende het pensicen van weduwen en weazen van in mili- tairen dienst omgeko nen dienstplichtigen en de regeling van de begrafeniskosten van die dienstplichtigen, heeft de minister van defen- sie als volgt geanfcwoord: 1. Den minister zjjn sleehts enkele geval len hekend, dat gezinnen van onbemiddelde dienstplichtigen, die tijdens de mobilisatie in Gienst zijn omgekomen, in komervolle omstandigh'Cden verkeeren. „2'„,In dcze enkele gevallen kan de minister j aanleiding vinden, voorstellen In te dienen tot wijziging ten behoeve van van weezen van getroffenen d€zer zake bestaande wett°liike pensioenregeUngen. Wei ligt het in het vcor- necnen, om indien en zoolang - zudL wen ffn.Zle, de hif" '^dceide wedu- van hM- vmi gernoet te komen door middel van het veileenen van een iaarliiks-hp —sti ftcatie boven het wettelijk pmsioen ln enkele gevallen 19 zulks reods ^-eschied .3- Ingeval het stoffelijk overschot van een m en door den dienst omgekomen dienstnlbh tige niet van rjjkswege, doch door den zore van nabestaanden wordt begraven. wordt hun op grond van art. 2 van de wet van 9 JuU 1906 een vecgoed'mg toegekend tot het bedrag hetwelk zou zijn bstaa.d, indien de staat zelf voor da begrafenis had gezorgd. Indien de door da nabestaanden gemaakte kosten hooger zijn dan bedoelde vergoeding en zij den minister daarmede in kennis stel- lan, wordt een gratificatie toegekend, waar mede als regel da gedane meardere uitgaven geheel kunnen worden bestceden. Op grond van het vorenstaande kan de mi nister geen aanleiding vinden cm wijziging van de bestaands wettelijke regeling te be- vorderen. HEX VOORTDTJREN VAN DEN STAAT VAN BELEG. In ean nota naar aanleid'ng van het ver- slsg over het wetsontwerp inzake bet doan vocrtduren van den bij Koninklijke besluiten van 1 en 6 November 1939 afgekondigde etaat van beleg, schrijft de Minister van Defensie, dat hij met voldoening kennis nam van de mededeeling, dat men zich algemeen met het wetsvoorstel kan vereenigen. Ten aanzien van het ontslag van den op- perbevelhebfcer van land- en zeemacht, gene- raal Reynders, verwijst de Minister naar het geen de regeering inmiddels heeft gsantwoord op de schriftelijke vraag van het lid der Kamer den heer Van Poll. Het spreekt na dat antwoord vanzelf, dat de cntslagaanvrage van den opperbevelhebber van land- en zee macht niet verband houdt met de toepassing van de oorlogswet. Anders had de regeering niet mogen verklaren, dat het verleenen van de verzochte inlicbtingen strijdig zou zijn met het belang van den staat, noch dat het hier bptreft vragen van militair beleid „waar- over in het openbaar geen gedachtenwisselipg gevoerd en zelfs geen aanduidin-g gegeven kan worden zonder het staatsbelar.g te scha- den". Uit dit antwoord is duidelijk dat het hier vragen van de hoogste ords betrof, niet zaken, waarover men gerust in het openbaar kan debatteeren. Het is de regeering niet bekend, dat van de bevoegdheden, welke de militaire autoritei ten krachtens den staat van beleg bezitten misbruik wordt gemaakt en wel met name tot het voeren van politieke actie in het leger en tot het bestrijden van hun onwelgevallige politieke groepen. Zooals reed3 in de memo- rie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de defensiebegrooting 1940 werd gezcgd, kan de regeering thans nog niet overgaan tot op- heffing van de ten aanzien van de nationaal socialistische beweging geldende bepalingen. GEEN WIJZIGING VAN DE PACHTWET. Minister Gerbrandy zegt in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer, dat hij noch vpor een algeheele, noch voor een par- tieele herrfening van de Pachtwet het oogen- blik gekomen acht. Wel is de Minister in overleg gstreden met Staatsraad Mr. Limburg, voorzitter der Qtaatscommis3ie, welke naar hem pleegt te worden genoemd, teneinde diens gemotiveer- de inzicht te vememen over de noodzaak tot wijiziging van de formuleering van het over- gangsrecht. Naar het oordeel van den Minister biedt de tekst van de Pachtwet geen grond voor de opvatting, dat tot nietigverkiaring van de pachtovereenkomst aanleiding zou kunnen bestaan op grond van een pachtprijs, welke noch buitensporig is, noch ook zoodanig is vastgesteld, dat hij den pachter, ook bij bij- zondere bekwHamheid en ijver, niet de moge- lijkaeid van een redelijk bast aan uit de op- brengst van het gepachte goed laat, terw^l nochtans de pachter zulk een beotaan uit de opbrer.gst van het gepachte goed reieljker- wijze meg verwachten. Op het verzoek, den pachtbureaux een rui- mer subsidie te verstrekken, heeft de Minister de aandacht van den Minister van Economi sche Zaken gevestigd. De Minister deelt voorts mede, dat de kosten van de pacht- rechtspraak, voor zooveel zij tot heden be kend zijn, ruim 38.300 hebben bedragen. WEER VREEMDE VLIFGTUIGEN BOVEN BELGIE. Zondagochtend omstreeks 11 uur werd de bevolk.ng van de Belgische hoofdotad opge- schrikt door het vuur van de luchtdoal- artillerie, die verscheidene vliegtuigen van onhekende. maar vreemde nationaliteit, be- schcot, wake op zeer groote hcogte de agglo- meratie overvlogen. Een der toestellen werd gezien boven het militaire vliegveld van Haren-Brussel. Onm'ddellijk stegen talrijke Belgische jagers op, doch zij slaagden er niet in de vreemde vliegtuigen te bereiken. Ook elders in het Oosten en het midden van Belgie, werden buitenland3che vliegers door de afweerartillerie onder vuur genomen. Komende na de trsgische ontmoeting boven de provincie Luxemburg bracht deze nieuwe schending van het Belgische luchtruim door vliegtuigen, ongetwijfeld beboorende tot een belligerente mogendheid, in officiesle krin- gen een zeer pijnlijken indruk teweeg, Bij de bevolkmg domineerde, vosral een gevoel van begrijpelijke verontwaardiging. Het Maandagmiddag door het dcpartement van buitenlar.dsolie za'ken gepublieeerde com munique, mel'dende, dat de Daitsche aniba3- cadeur te Brus3el uit naam van z'jn regeering a.an minister Spaak zijn innig lesdwezen had fcetulgd over het tragische voorval bij Sent Hubert, dat het lerven kosttc aan een Be'gi- schen luitenant-vlieger, en tevens uiting had gegeven aan de bare',d villigheid van de Du'.t- sohe r-geering, zoidiir vcr.vjl icier verzoek om schade'vergoed'n""' te onderzoeken en in te willigen, bracht, meldt do correspondent der N. R. Crt. te Brussel Maindaja/o.id, overal in de Belgische hoofdstad een duidel'jk zicht- bare en hoorbare ontspanning te weeg. Maandagavond lieten veracheidene couran- ten, waaronder ook de Vingtieme S^cle, vaak door mini3ter-pre3ident Pierlot als spreck- buis gebruikt, zich in verontwaardigde ter- men uit over de daad1 van den Daitschen' vlieger. Maandagavond p„bl..cecrden a'lle bladen, de measte vet gedrukt, het officieele communique op hun vc'orpagina. Z'j knoop- ten er eOhter geen commentaar aan vast. Koning Leopold heeft in den loop van den dag een ondernoud gehad met oen minister van lan'dsverdedtging, generaal Denis, dat ongetwijfeld ook verband hield met dit incident. De teraardebestelling van het stoffelijk oversohot van den vlieger Hanrard, die een zoon is van den direetear-generaal van het departement van arbeid, had hedenochtend plaats. Maandag liep te Brussel het gerucht, dat een Duitsoh bombarde nentsvliegtuig tjden3 een luchtgevecht boven de vailei van de Semois tusschen Neufchateau en Florenville dcor een Engelschen jager was neergeschoten. Dit gerucht werd1 later offlcieel gelogen- straft. Wel was de Belgische luchtdoelartil- lerie bij .Florenville in actile geweest tegen een toestel van onbekende natioaaliteit, dat zich boven het Belgische rechtsgebied bevond. Dit vliegtuig werd echter niet getroffen en ver- wijderde zich spoedig in de.richting van de Fransche grens. Van een luchtgevecht was geen sprake. HET BEZOEK VAN SUMNER WELLES. Sumner Welles, de onder-minister van bui- tenlandsche zaken der Ver. Staten is na een bezoek van drie dagen uit Berlijn vertrokken. Hij heeft gesproken met Hitler, met Goring, met den plaatsvervanger van Hitler, diens vertrouwde minister Hess, en wellicht met dr. Schacht, den vroegeren president van de •Duitsche Rijks'bank. Het bezoek aan Berlijn van den Amerikaan- schen staatsman, die zijn regeering rapport zal uitbrengen over den toestand in de oorlog- voerends landen, heeft zich gekenmerkt door het ontbreken van festiviteiten en groote plechtigheden, welke de Duitsche regeering anders zoo graag organiseert. Officieel is er niets bekend over wat Welles met de leiders der Duitsche politiek bespro- ken heeft. In de Duitsche regeeringskringen bewaart men daarover het diepste stilzwijgen, evenals Welles zelf deed. Volgens den correspondent van het Fran sche blad .Journal" te Ziirich, wordt van ver- schillende kanten bevestigd, dat Hitler bij zijn onderhoud met Sumner Welles beslist heeft geweigerd, ook maar een deel van het in Polen en Tsjecho-Slowakije bezette gebied terug te geven. Hij heeft restitutie van de kolonien geeischt en beschuldigde Engeland er van, sleehts de vemietiging van het Duit sche rijk en de verdelging van het Duitsche volk als doel te hebben. Het was echter, aldus deze correspondent, niet mogelijk vast te stellen, of Hitler, zooals het gerucht wilde, er in had toegestemd meer bftzonderheden over de krijgsoperaties, waar- mede hij Engeland en Frankrijk bedreigt, mede te deelen. De correspondent verklaart echter te ge- looven, dat er aanleiding is om aan te nemen dat Hitlers plan in hoofdzaak berust op het bombardeeren en verwoesten van de Brit sche Oostkust. Hij schrijft: „Wij zijn er niet alleen zeker van, dat dit plan bestaat. Wij zijn er ook van overtu'igd, dat de Duitschers gedurende den winter een speciale vloot van groote bombardementsvliegtuigen hebben gebouwd. waarmede zij alle havens aan Engeland's Oostkust denken te vernietigen, om de ravi- tailleering van het land te belemmeren. Militaire kringen in Duitschland zouden er toe geneigd zijn het optimisme der nationaal- socialistische leiders te deelen". SUMNER WELLES POLST. Sumner Welles, de Amsrikaansch-e onder- staatssscretaris van buitenlandsehe zaken, heeft Berlijn verlaten, om zich naar Parijs te begeven. Zooals men west, schrijft de N. R. Cc-t., vertceft hij in opdracht van President Roosevelt in Europa om zich op de hoogte te stellen vdn de doeleinden der oorlogvosrende mogendhsden en van de opvattingen van het niet-oorlogvoerende, maar vooralsnog zeker niet anti-Duitsehe Italie. In laatstgenoemd land is hij zifn reis begonnen en zijn eerste bezoek gold Berlijn. Hij is nu dus op de hoogte van de opvattingen der bside totalltaire lan den en zal die van de beide Westersche demo- ccatieen spoedig vernemen. Welles heeft dadelijk bij z'jn komst op Europeeschsn bodem verklaard, dat hij uit- sluitend gekomen is om poolshoogte te nemen en Roosevelt rapport uit te brengen, zoodat hij van zrjn hevindingen in Europa niets zal meedeelen. Over zijn besprekingen te Rome is dan ook niets uitigelekt, daar de Italiaansche regeering te d:en aanzien een even groote reserve aan den dag heeft gelegd als de Ame- rikaan. Wat Berlijn betreft staan de zaken evenwel anders. Weliswaar zwijgt men daar '*van officieele z'jde en zegt men reeds hij voor- baat, dat alle berichteu, vermoedsns en com- binaties over den inhoud van de ge3prekken onjulst zijn, maar tevens geeft men min of meer officleu.s te kennen. dat men aan Wel les het standpunt heeft uiteemgezst, dat men ook reeds in het openbaar heeft ingenomen en dat neerkomt op erkenning van de Duit sche veroveringen, teruggaaf van. de Duitoehe kelo-nien waarbij men zoo inconsequent schijnt te zijn niet het gebied terug te eischen dat Jauan als mandaatgebisd beheert en vemietiging van de Engelsche hegemonie ter zee. Wat dan neer zou komen op het opgeven dcor Elngsland van .steunpunten als Gi'oralLar, Malta, Aden en Singapore, welke dienen om de groote Engelsche verbindingswegen te bs- schermen. Wanneer 't Roosevelt's bedoeling inderdaad zou zijn om uit het rapport, dat Welles mee zal brengen, een conclusie te trekken over de mogelijkheid van bemiddeling, zien de kansen daarop er bij een dergeljjk antwoord inder daad zeer slecht uit, te meer, omdat men van geallieerde zijde meer dan oolt overtuigd schijnt, dat een duurzame vrede onmogelijk is, zoolang ec geen eind is gemaakt aan het nat.-soc. bewind in Duitschland, een overtui- girng, welke door de jongste uitlatimgen nopens de Duitsche osrloigsdoeleinden nog sleehts versterkt is. Sir John Simon, de man, die als minister van financien in het Britsche kabinet de tweede plaats bekleedt, heeft dit Zaterdag ncg eens uitdrukkelijk gezegd. Engeland en Frankrijk leiden uit de Duit sche oorlogseischen af, dat Duitschland streeft naar de weeeldhegemonie. Zij zien in den eisch van teruggave der kolonien sleehts een mili tair doel, het verkrijgen van steunpunten bij een mogelijk nieuwe poging om. Engeland de heerschappij ter zee te ontwringen. En als Duitschland werkelijk den eisch zou stellen van het opigeven van de groote Engelsche vlootsteunpunten, kan men daar van geallieer de zijde moeilijk anders in zien dan een be- vestiiging van dit vermceden. Als de Duitsche eischen inderdaad overeen- stemmen met hetgeen onze Berlijnsche corres pondent dienaangaande meldt volgens be- richten van andere zijden zouden deze eischen zelfs nog verder gaan en o.a. ook inhouden, dat Engeland voortaan in Scandinavie ,,niet meer mag intrigeeren of trachten invloed uit te osfenen" mag men aannemen, dat zij bij den Amerikaanschen president geen gewillig oor zullen vinden. In zijn boodschap aan den Paus, doer zijn specialen gezant Myron Tay lor overgebracht, sprak Roosevelt de hoop uit „dat ons gemeenschappelijk ideaal van gods- dienst en menschelijkheid tot uitdrukking kan komen door het tot stand brengen van een duurzameren vrede op de grondslagen van vrijheJd en levensveiligheid voor alle volken onder Gods bescherming". Een dergelijlf standpunt is moeilijk overeen te brengen met het berusten in de overheersching van vreem de volken als Tsjechen en Polen door de Duit-i schers, of met de verdrukking, waaraan de Jcden in het Duitsche Rijk z'jn blootgesteld. Bemoedigend zal het rapport, dat Sumner Welles bij den president indient, wel niet zrjn. Voorzoover tot dusver bekend is, stellen beide partijen voor den vrede eischen, welke alleen v.ervuld kunnen worden na een nederlaag van hun teigenstander. Met andere woorden, beide partijen wanen zich militair sterk genoeg om deze over-winning te behalen of doen althans alsof, omdat zij vreezen, dat hun houding anders door den tegenstandsr als zwa'kheid. zou worden uitgemaakt. Zoolang die waan niet door de kracht der feiten ineen is gestort, zien de kansen op be middeling er niet gunstig uit. De Vereeniigde Staten kunnen echter ook nog op andere wijze dan door bemiddeling hun invloed op den oor log in Europa laten gelden. Zij doen dit al eenigszins door den indirecten steun, dien zij met het z.g. stelsel van halen en betalen ver strekken aan de geallieerden, met wie zij zich in ideologiseh opzicht toch in ieder geval meer verbonden gevoelen dan met de totali- taire staten. Als het antwoord van Duitsch land juist geinterpreteerd is, zal het deze stemming zeker niet veczachten en misschien zelfs de vraag doen rijzen, of men niet meer kan doen dan tot dusver om de zaak der ge allieerden te steunen en te beletten, dat het Duitsche standpunt de zege zal wegdragen, al zal een dergelijke hulp vsoreerst zeker niet een deelneming aan den oorlog zelf betee- kenen. Het is een wrjd verbreide opvatting in Duitschland en Italie, dat alleen het bazit van kolonien beide landen uit hun economi sche moeiliikheden zal kunnen vec-lossen. Men mag veronderstellen, dat althans deze oovat- ting te Rome ook aan Welles is mee-gedeeld. Het is echter de vraag, of zij in de Vereenigde Staten vsel indruk zal maken. Niet alleen heeft dit land zonder koloniaal bezit van be- teekenis een periode van ongekendsn bloei doorgemaakt, doch men is daar, zoo min a!s in de overige neutrale wereld vergeten, dat Duitschland voor den occlog een rijk en bloeiend land is geweest, hoewel het nochtans van de kolonien, waarover het beschikte en welke het thans terugeischt, niet het minste profijt trok. Men zal dan ook in de Ver. Staten eerder geneigd zijn, de economische moeilijkheden van landen als Duitschland en Italie toe te schrijven aan de overmatige uitgaven voor de bewapening en aan bet stelssl van autarkie dat ter wille van die wapening, dus indirect wegens de nationale doelstellingen, het eco nomische bestel, niet alleen van die landen zelf, doch van de geheele wet-eld veratoord heeft. Ook ten aanzien van de klachten over het misbruik van Engelands hegemonie ter zee zal men vermoedelijk in de Ver. Staten scep- tisch gestemd Jgn, aapgezien dcZe hegemonie alleen in geval van oorlog tot uiting pleegt te komen en in den tijd van vrede, welken men in de Ver. Staten ncg altijd al3 den normalen tijd pleegt te beschouwen ondanks empire- preferences als de cvereenkomst van Ottawa niemando handel of scheepvart in die mate bedreigt of beienrmect, als het geval is met de bevoorreehtingen van nationale ondernemin- gen, welke sommige totalitaire staten in tijd van vollen vrede hebben toegepast. SCHERPE ITALIAANSOHE NOTA AAN LONDEN. Stefani meldt, volgens de N. R. Crt., uit Rome: De tekst van de nota, welke de Italiaansche regeern0' tot de Britsche regeering heeft ge richt, luidt als volgt: De fascistische regeering refereert aan de mededeeling van de Britsche regeerir.j. volgens welke elk met Duitsche steenkooi •jeladen schip, dat de haven van inlading verlaat, na 1 Maart 1940 onderworpen is aan de controle-maatregelen. Met het oog op dezen maatregel, welke de Duitsche belangen emstig schaadt, vernieuwt de fascistische regeering in de meest krachtige bewoordin- gen het door haar reeds geformuleerde protest en voorbehoud ten aanszien van de bC'ginselen, welke ten grondslag liggen aan de bepalin-jen van de Britsche regeering nopens den ceconomischen oorlog, en betreffende de middelen, waarmede die bepalingen worden toegepast, jegens de niet-oorlogvoerende landen. De door de Britsche regeering op dit stuk genomen maatregelen zijn naar letter en geest in strijd met het volkenrecht, dat binnen welomlijnde grenzen de rechten van de oorlogvoerenden vaststelt tot bescherming van de belangen van derde staten en der vrijheid van hun wettigen handel. Bij be- schouwirg van de geldende internationale voorschriften is het een kennelijik wederrech- telijk gebruik den geheelen handel ter zee van de niet-oorlogvoerende landen aan een »/aak hinderlijke contrSle te onderwarpen en van hen een lastige en buitensporige docu- menteering te eischen, welke niet vereenig- baar is met de gebruikelijke geheimhouding van handelscontracten. Daarbij komt in den regel het maken van een omweg en een vaak dagen en weken durend oponthoud voor de schepen in de controle-haven3, waarmede zeer emstig nadeel berokkend wordt aan de nc'heepvaart, aan de regelmatighaid van de diensten en het handelsverkeer, met het gevolg, dat de aanvoer der niet-oorlogvoe rende landen wordt belemmerd, beperkt en vaak lamgelegd, hetgeen terstond zijn terug- slag heeft op de industrieen en op het werk der arbeiders. De van kracht zijnde bepalingen ten aan zien van goederen, welke tot contrabande verklaard zijn, schakelen in de practijk het onderscheid uit tusschen absolute en voor- waardelijke contrabande, hetgeen openlijk in strijd is met het volkenrecht, dat op dit onderscheid de mcgelijkheid gebaseerd heeft tot verzekering van het normale handelsver keer voor de behoeften der burgerbevolking. De wijze, waarop controle wordt geoefend op de post, zelfs indien het correspondentie betreft van Italianen aan Italianen, vormt een flagrante schending van het postgeheim, Hat gewaarborgd is door de elide conventie van Den Haag van 1907. Vooral onvereenigbaar met de fundamen- teele beginselen van het internationale recht en in het bijzonder met de Parijsche ver- klaring van 16 April 1856, is de maatregel van 28 November j.l., welke slaat op den uit- voer van Duitsche goederen naar neutrale landen. Welke ook de beweegredenen zijn waarom men gemeend heeft dien maatregel te moeten nemen, in geen geval kunnen zij een vermindering van de rechten der niet- oorlogvoerende mogendheden wettigen. De bovengenoemde maatregel is bovendien bui- tengewoon ernstig, gelet op den oeconomi- •3chen wiserslag, want de toepassing daarvan belemmert ten zeerste de werking van het internationale handelsverkeer, neemt voor- raadsbronnen weg en vermindert de produc- tie-mogelijkheid voor de niet-oorlogvoerende landen. De fascistische regeering wenscht in het bijzonder den grootsten nadruk te leggen op de onwettigheid en den emst van het door de Britsche regeering genomen besluit, om den invoer over zee van Duitsche steenkooi in Italie aan controle-maatregelen te onder- werpen, temeer daar de Britsche regeering weet, dat de betreffende steenkooi tot de absolute levensnoodzakelijkheid en arbeid van het Italiaansche volk behoort. In die omstandigheden is de door de Brit sche regeering genomen maatregel van dien aard, dat hierdoor de oeconomische en poli tieke betrekkir.gen tusschen Italie en Groot- Brittannie, zooals vastgelegd in de overeen- komsten van 16 April 1938, verstoord en in gevaar gebracht worden. Terwijl de fascistische regeering haar for- meel protest vernieuwt, wil zij van heden af nauwkeurig de gegevens en feiten vastleggen voor de verantwoordelijkheid ten aanzien van de ontwikkeling van den toestand. Reuter vemeemt, dat de Italiaansche nota aan een ,,zoo snel mogelijke, zorgvuldige overweging" zal worden onderworpen en dat de Engelsche regeering, met het oog op de vriendschappelijke betrekkingen met Italie zal trachten zoo behulpzaam mcgelijk te zijn. •Men verzkert daarb'j echter tevens, dat men gezien den meedoogenloozen aard van de Duitsche oorlogvoering tegenover de neu- tralen, zoowel als de geallieerden, niet moet denken, dat de geallieerden afstand kunnen doen van welk recht ook, dat hun volgens het volkenrecht toekomt. Zes Italiaansche kolenschepen ait Rotterdam vertrokken. Maandagnacht om twaalf uur heeft een Italiaansch schip, geladen met kolen, den Waterweg verlaten. Dit schip, de Orata, was het eerste, dat na de Britsche aankon- diglng, dat de Italiaansche kolentransoor- ten niet langer ongemoeid zouden worden gelaten, in zee is gegaan. De Orata behoorde bij het viertal schepen, dat in den nacht van Vriidag op Zaterdag de Rotterdamsche haven verliet, welke schepen, zooals gemeld is, varends in den Waterweg order kregen de reis af te breken en naar Rotterdam terug te keeren. Intusschen ziin thans al deze vie- sc><eren en nog twee andere naar zee vertrokken. Nadat namelijk de Orata om 12 uur den Waterweg had verlaten, stoomden Maandag- morgeo de Liana, de Numidia en de Absirtea den Waterweg af. Deze scheren waren om recen uur in zee. Hisron volgden nog de Felce en de Pozzaioli. die om half tien in° zee VV° T-n rjyg Mogelijk kan het feit, dat de Orata als eerste or.geveer tien uur eerder vertrok dan

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1