ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 2EEUWSCH-VLAANDEREN
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
No, 10.035
WOENSDAG 28 FEBRUARI 1940
80e Jaargang
Binnenland
Feuilleton
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temenzen 1,35 per 3 maanden Bulten Temeuzen
fr. per post 1,65 per 3 maanden Bg vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika 2,10, overige landen 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor het buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIENVan 1 tot 4 regels f 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
KLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, hetwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
II. M. DE KONENGIN VOOR DE RADIO.
H. M. de Koningin zal einde Maart of be
gin April per radio een persoonlijk woord
spreken voor de Foreign Missions Conference
of North America.
Deze .^conference" bestaat uit vertegen-
woordigers van verschillende zendingsgenoot-
schappen, die behooren tot de protestantsche
kerkgenootschappen van de Vereenigde Sta-
ten en Canada.
KONINGIN WILHELMINA HET LANGST
AAN HET REWIND.
De ..Haagsche Post" schrijft:
Wij mogen zeker wel wijzen op enkele ge-
denkdagen, die zich, in 1940 naar den mensch
gesproken, met betrekking tot onze dynastie
zullen voordoen. In de eerste plaats hierop,
dat onze Koningin in het kqmende voorjaar
aan den top van haar dynastie zal komen te
staan, wat het aantal regeeringsjaren foetreft.
Onder de elf Oranjes, die sinds de 16e eeuw
over deize gewesten regeerden, zijn er drie,
die lets meer dan 40 jaren aan het bewind
waren: Prins Maurits (15851625), Koning
Willem in (18491890) en Koningin Wilhel-
mina (sinds 1898).
Aan den top gaat Willem m, hij regeerde
van 18 Maart 1849 tot 23 November 1890, dat
is dus 41 jaren, 8 maanden en 5 dagen. Wel-
nu, deze tijdsduur zal Koningin Wilhelmina in
de eerste week van Mei a.s. hebben bereikt,
en de eenige vrouw uit de dynastie, die tot
dusver aan het bewind is geweest, zal dan
tevens het langst hobben geregeerd. Een feit,
zeer zeker belangrijk genoeg, dat er tijdig de
aandacht op wordt gevestigd. Men weet, dat
geen enkel tegnwoordig staatshoofd In Europa
z66 lang aan het bewind is als zij. W<M is zij
nog niet toe aan de zeer opmerkelijke presta-
tie van wijlen Koningin Victoria, die langer
dan 60 jaren regeerde, maarwie weet!
De tweede omstandigheid, waarop wij met
betrekking tot de dynastie wijzen, is deze, dat
het in het komende najaar een halve eeuw
geleden zal zijn, dat Willem III stierf. Het-
geen dan zal beteekenen: een halve eeuw
vrouwenregeering over ons land. Eerst nam
Koningin Emma toen de regeertaak op zich,
en daarna Koningin Wilhelmina. En ons volk
heaft zeker reden om innig dankbaar te zijn
voor de wijze, waarop die beide vrouwen haar
■ware taak hebben verricht.
LONDEN AI IT DR. COLIJN ALS
VREDESTICHTER.
Volgens een bericht uit Amsterdam van den
correspondent van het Engelsche iblad „Daily
Express" zou onze oud-minister-president, Dr.
H. Colijn, een onfcmoeting hebben met presi
dent Roosevelt's afgezant Sumner Welles. De
bespreking zou dan ook waarschijnlijk, naar
bet bericht luidt, in Duitschland plaats vinden.
De correspondent voegt aan deze mededee-
llng aan zijn blad toe, dat Dr. Colijn reeds
eedert eenige weken bezig is te trachten een
vredestformule te vinden, op de basis waar-
van onderhandelingen tusschen de geallieer-
den en Duitschland begonnen zouden kunnen
worden.
Tevens zegt hjj nog, dat onze oud-premier
beaprekingen gevoerd heeft met Mussolini,
graaf Ciano en politieke leiders in andere
landen. Ten slotte verklaart de berichtgever
vemomen te hebben, dat Dr. Colijn een vre-
desplan gevonden zou hebben, dat aanvaard-
baar geacht zou worden door twee oorlog-
voerende partijen.
Desgevraagd heeft Dr. Colijn aan de ,,Tel."
verklaard, dat bovenstaand bericht in dezen
vorm niet juist is.
Echter zeide Z.Ex. ons, dat hij de laatste
weken wel bezig is geweest met „sterren te
plukken van den hemel".
DE BUITENGEWONE DIENSTPLICHTIGEN
VAN DE LICHTINGEN 1939 EN 1938.
In verband met de buitengewone omstan-
digheden worden de buitengewone dienst-
Roman van
J0HANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
27) Vervoig;
,,'Het wordt een succes, mylord", deelde hij
opgewekt mee. ,,Op het briefje, dat in de
auto gevonden werd zijn ontelbare vingeraf-
drukken van O'Kelly aangetroffen. Hg kan
dus onmogelijk beweren, dat het niet in zijn
bezit is geweest. Daar dienden we rekening
mee te houden met de constructie van het be-
wijs. Maar nu ben ik voor niets meer be-
rreesd. Ik zou geen penny tegen duizend
pond zetten voor zijn wijspraak, mylord..."
Een nuttoloos verhoor.
De 'Eondensche society had in deze dagen,
die samenvielen met de opening van het sei-
aoen, voorzeker niet te, klagen over gebrek
aan stof voor haar conversatie. Allereerst
waren er en deze fatten vcrmden wel den
hoofdschotel van de gesprekken de vlucht
van Margareth Norman, haar geheim en haar
ongelukkige dood. Ook de benoeming van
lord Gordon Trevelyan tot legatiesecretaris in
G-Cravenhage behoccde tot do onderwerpen
van den dag. En tenslotte verwekte het ge-
rucht van de arrestatie van een gevaarlijken
urternationalen spion nogai wat sensatie.
Stof te over dus om een levendigen toon in
de gesprekken gaande te houden...
De officieele mededeeling van de vondst van
plichtigen van de lichtingen 1938 en 1939 en
1940 verplioht tot opkomst in werkelijken
dienst.
De Minister van Defensie is gemachtigd om
dienstplichtigen, te wier aanzien het om bij-
zondere redenen, ter beoordeeling van dien
Minister, gewenscht is hen niet in werke
lijken dienst te doen komen, van die opkomst
vrij te stellen.
Op grond daarvan heeft de Minister vrij-
stelling van opkomst verleend aan de buiten
gewone dienstplichtigen, die:
a. in bet genot zijn van vrijstelling van den
dienstplicht wegens het 'bekleeden van een
geestelijk of een godsdienstig menschlievend
ambt;
b. zijn onderworpen aan den dienstplicht
in Nederlandsch-Indie;
c. sedert 1 Januari 1940 buiten Nederland
woonplaats hebben;
d. de buitenlandsche zeevaart uitoefenen:
e. als buitengewoon dienstplicbtige zijn in-
gelijfd bij de zeemacht in verband met de
omstandigheid, dat zij als vrijwilliger tot de
zeemacht behoorden;
f. reeds in werkelijken dienst zijn bij de
landmacht, de zeemacht of de overzeescbe
weermacht (hieronder o.a. ook begrepen wer
kelgke dienst bij de vrijwillige landstorm-
korpsen, de wegentroepen en de mobiele
transportcolonnes van 't Ned. Roode Kruis).
Voorts zullen niet of voorloopig niet onder
de wapenen komen de buitengewone dienst
plichtigen dor genoemde drie lichtingen die
vallen onder de mobilisatie-vrijstellingsbe-
schikking.
Voor de vrijstelling van opkomst van zee-
varenden (zie d. hierboven) zijn regelen vast-
gesteld voor de beoordeeling of aanspraak
kan worden gemaakt op vrijstelling van op
komst. Deze regelen zijn:
1. Dienstplichtigen, aan bocrd van Neder-
landsche koopvaardijschepen kunnen aan
boord blijven, totdat het schip in een Neder-
landsche haven binnenvalt, of tot het oogen-
blik, dat het schip in een buitenlandsche haven
wordt opgelegd;
2. Dienstplichtigen, afkomstig van een in
een buitenlandsche haven opgelegd schip,
moeten naar Nederland komen om zich zoo
spoedig mogelijk bij hun korps te melden:
3. Dienstplichtigen, aan boord van in Neder-
landsche havens binnenkomende schepen, die
na korten tijd weer zullen uitvaren, kunnen
aan boord blijven en behoeven zich niet te
melden, tenzij door den inspecteur-generaal
van de scheepvaart geen verzoek om vrij
stelling voor hen wordt ingediend, in welk
geval zij onmiddellijk aan den oproep gevolg
moeten geven.
4. Dienstplichtigen, aan boord van in
NederLandsche havens binnenkomende sche
pen, waarvan het niet in de bedoeling ligt,
binnen korten tijd uit te varen, melden ziph
dadelijk nadat zij zijn afgemonsterd.
Buitengewoon dienstplichtigen van de lich
tingen 1938 en 1939 kunnen alleen voor de
opleiding tot reserve-officier of tot onder-
offieier-administrateur worden bestemd, in-
dien zij een verbintenis sluiten om te dienen
op den voet van een gewoon dienstplicbtige.
DE NIEUWE STAATSLEENtNG.
Naar wij van bevoegde zijde vememen, is de
4 pCt. staatsleening 1940, ad /300 millioen,
waarvoor de gelegenheid tot inschrijving tot
Maandag 4 uur openstond, ruim volteekend
zoodat eenige korting op de bedragen, waar
voor werd ingeschreven, zal moeten worden
toegepast.
Naar men weet was dezt staatsleening een
scmi-gedwongen leoning. Was zg niei vol
teekend geworden, dan zou een gedwongen
leening gevolgd zgn tegen een lagere rente,
na.nelijk 3 pCt.
DE EVAOUATIE DER BURGER-
BEVOLKING.
Meer dan 100 genieenten met rulrn
een half millioen inwouers worden in
tijd van nood ontruimd.
Natuurlijk hoopt ieder, schrijft de Midd. Ct.,
dat evacuatie het ontruimen van haar
Margaretb's lgk, waaraan een uitdrukkelijke
verklaring was toegevoegd, dat haar dood aan
een ongeluk te wijten was noodzaakte zelfs
de sensatie- en de schandaalpers tot eenige
bescheidenheid. Het ongeluk wel algemeen
betreurd, het meisje beklaagd en de vlucht
verder verzwegen. En op den dag der begra-
fenis verscheen er zelfs in de algemeen als
zoodanig erkende seoietypers een in mineur
gesteld artikel van twee kolom, dat geheel
gewjjd was aan de nagedachtenls van de
schoonheidskoningin van het vorig seizoen.
Het deed heel smartelijk aan, doch de ware
smart demonstreerde zich niet zoo openlijk.
Zij bleef opgesloten in de harten van slechts
enkele menschen, Margareth's vrienden,
waartoe ook Gordon zich rekende.
Aan den vooravond van de begcafenis ont-
ving deze tot zijn verrassing een lang tele
gram van Flemington. Het kwam zeer ver-
minkt over, doch Gordon begrecp er uit dat
Arthur den vorigen dag pas kennis had ge-
kregen van Margareth's geheimzinnige vlucht
en noodiottig einde. Sommige uitlatingen
bewezen, dat bij zeer geschokt was en einde-
lijk verzocht hij dringend om een brief met
uitvoerige inlichtingen. Een verzoek om voor
zijn rekening voor bloemen te willen zorgen
besloot het telegram.
Gordon voldeed aan zijn wenscben. Den
volgenden morgen lag Flemington's krans
naast de zijne aan den voet van de baar. Er
waren geen kenhisgevingen verzonden, zoo
dat alleen de intiemste vrienden het stoffelijk
overschot naar zijn laatste rustplaats verge-
zelden en hierbij had zich ook lady Allenby
gevoegd. Het schesn dat zij berouw had over
de hardheid waarmeo zij Margareth vroeger
ton cnrechte beschuldigd had naar het Lady-
schip der Trevelyans te hengelen...
De plechtigheid zelf droeg een zeer sober
woonplaatsen door de burgerbevolklng
nooit meer zal worden dan eene ver verwij-
derde mogelijkheid. Er is ook geen enkele
reden om juist nu over evacuatie te schrij-
ven. Maar juist daarom is het moment ge-
schikt. Als de nood aan den man komt, im-
mers, is het te laat voor het inlichten der
bevolking. Dan moet ieder op de hoogte zijn
en weten, wat hem te doen staat. Dan komt
het slechts aan op tucht, saamhoorigheid,
vaderlandsliefde.
De autoriteiten, welke met de voorberei-
ding van de eventueele evacuaties zijn belast,
hebben deze week in een persconferentie ope
ning van zaken gedaan. Zij kan aldus worden
samengesteld:
Voor hen, die zullen worden geevacueerd
is gezorgd. Een uitgebreide organisatie staat
voor hen klaar.
Voor alle anderen geldt: evacueert niet.
Reeds thans hebbpn alien, die in geval van
nood hun woonplaatsen zullen moeten ont
ruimen, daarvan aanzegging gekregen. Wie
dus een dergelijk aanzeggingsbiljet niet ont-
vangen heeft, hoort er niet bij en zal in eigen
en in aller belang goed (loen, daar te blijven
waar hij is.
Eigenrnachtige vlucht heeft geen zin.
Het abc der evacuatlevoorbereiding is, dat
niemand iets anders ondemeemt, dan hem
door de overheid wordt voorgeschreven.
Eigenrnachtige paniekvluchten zijn voor de
vluchtelingen een ramp, voor de eigen weer
macht een ernstige belemmering. Het heeft
ook als men over een auto beschikt, geen zin
een eigenrnachtige vlucht te ondernemen,
want er bestaat geen enkele zekerheld, dat
men inderdaad de zelf gekozen bestemming
zal bereiken.
Den weinigen, die om de een of andere
reden meenen, bijzonder gevaar te loopen bij
een inval van vijandelijke legers en bovendien
in de gelegenheid zijn reeds thans te verhui-
zen, wordt door de overheid geen moeilijk-
heden in den weg gelegd. Indien deze ver-
huizingen echter een zekeren omvang zouden
aannemen, zou, naar ons van bevoegde zijde
werd verzekerd, ook dddr tegen worden op-
getreden.
Wie bij evacuatie betrokken zullen zijn.
Bij een vijandelijken inval zal onze verdedi-
ging op eenige voorbereide linies steunen. Het
spreekt wel vanzelf, dat dan de aanwezigheid
van groote groepen van burgerbevolking in
de zones ongewenscht is. De zones welke
voor ontruiming in aanmerking komen omvat-
ten in het algemeen de inundatie-velden, als-
mede de gebieden, blootgesteld aan de inwer-
king van de eigen vijandelijke en de eigen
vuurorganen, in het bijzonder van de artillle-
rie en van de yliegtuigen. De diepte van deze
zones bedraagt veelal 10 km. en meer.
In de groote steden kan het met het oog
op het luchtgevaar noodig blijken bepaalde
wij ken, gelegen in de nabijheid van vitale pun-
ten zooals stations, emplacementen etc. te
ontruimen. De bevolking moet dan naar
andere wijken of naar randgemeenten wor
den overgebracht. Ook deze verplaatsino- is
in voorbereiding.
Ontruiming van groote steden op den voet,
waarop zij in andere landen geschied is, waar
stadswijken zijn ontvolkt en scholen gesloten,
is in ons land niet mogelijk, aangezien de
bevolkingsdichtheid een dergeljj.ke verplaat-
sing niet toestaat.
Een indruk van den omvang der voorberei-
dingsmaatregelen geven de volgende getallen:
de voorbereide ontruiming voor onze verde-
digingslinie betreft meer dan honderd .^e-
meenten, omvattende ruim een half millioen
personen, verdeeld over een oppervlakte van
meer dan tweeduizend vierkante kilometers.
Uitemard kunnen al deze ontruimingen niet
tegelijk geschieden. Dit is ook niet noodig.
De ontruiming zal daarom in phasen plaats
vinden, welke phasen op machtiging van
den opperbevelhebber van land- en zeemacht
zullen intreden.
De bevolking, die thans reeds een eerste
inlichtingsbiljet bevattende aanwijzingen
over de mede te nemen goederen heeft
karakter. En juist die afwezigheid van alle
vertoon was oorzaak dat de. kleine vrienden-
krlng diep onder den indruk het kerkhof
verliet.
Lord Hendon en Gordon zaten samen in
een auto en de hartelijke intimiteit die de
Hendons en de Trevelyans sinds menschen-
heugenis verbond, bewoog den ouderen vriend
voor de eerste maal zijn hart eens te luchten.
"Als zij toch eens had gewild, Gordon..."
zuchtte hjj treurig.
Gordon begreep terstond waarop hij doelde.
Hij knikte slechts en keek strak naar de
donkergrijze, met mat zilver gebiesde ki'aa,r
van den chauffeur voor hem.
,,Dan was alles heel anders geloopen", ging
lccd Hendon voort. ,,'t Was een schitterende
positie, die haar aangeboden werd. Een voor-
aanstaande in het eigen land en een bevoor-
rechte aan de vreemde Hoven. Mijn verstand
is er altijd bij stil blijven staan als ik aan
baar weigering dacht. En vaak heb ik me
den laatsten tijd afgevraagd.
Hij schudde het hoofd en Gordon blikte hem
recht in het gelaat.
..Wat heeft u zich afgevraagd?" drong hij
aan en zijn stem trilde.
,,Of misschien dat noodiottig geheim haar
niet gedwongen kan hebben je aanzoek van
de hand te wijzen", vulde lord Hendon aan.
„De hemel mag het weten", zuchtte Gor
don. ,,Den laatsten tijd heb ik daar zelf ook
wel eens over gedacht. 'k Wil eerlijk be-
kennen dat ik voordien eerlijk meende dat
zij 'n flirt was met aspiraties, die ver boven
de positie der Trevelyans uitgingen. Het zou
heeremaal zoo'n wonder niet zijn als het
meisje, bedwelmd door de hulde die haar een
heel seizoen door ten deel gevallen was een
hertoginnekroontje was gaan ambieeren. Maar
ik ben van die meaning terug gekomen. Mar-
ontvangen, zal, wanneer de ontruiming op het
punt staat aan te vangen, een tweede waar-
schuwingsbiljet ontvangen. Natuurlijk is het
streven er op gericht, dit tijdstip zoo tijdig
mogelijk te kiezen.
Bevolking in drie klassen verdeeld.
De eigenlijke ontruiming wordt voorbereid
en zoo noodig geeffecteerd door de burge-
meesters der te ontruimen gemesnten. Tot
de voorbereiding behoort het verdeelen der
bevolking in drie klassen A, B en C. Klasse
A bevat de onmisbare personen die zullen
moeten blijven, klasse B bestaat uit per
sonen, die in de eerste plaats moeten ver-
trekken (biertoe bebooren v66r alien de bui
tengewone dienstplichtigen), groep C omvat
de overigen. Maatregelen zijn genomen, dat
ieder weet tot welke klasse hij behoort. Deze
aanwijzing is gegeven op de distributiestam-
kaart, c.q. op speoiaal daarvoor uitgegeven
kaarten.
De burgers zijn thans reeds ingelicht over
de bagage, die zij moeten, en die welke zij
mogen medenemen. In de eerste plaats
dekens, diverse papieren zooals geboorte- en
huwelijksacten, geld, waardepapieren, polis-
sen, distributiekaarten, mondvoorraad.
Een belangrijk vraagstuk vormt uiteraard
de bewaking van verlaten woningen. Deze
zal moeten geschieden door de achtergebleven
politie, in samenwerking met de plaatselijke
militaire commandanten.
Het vervoer.
Het tweede stadium van de evacuatie is bet
vervoer. Voor elke gemeente is een afvoer
station of een afvoerhaven aangewezen.
De gemeente is verdeeld in wijken van 1000
personen (d.i. 66n transport), met een onder-
verdeeling iir groepen van 50 personen, waar-
bij het gezinsverband zooveel mogelijk blijft
gehandhaafd. Voor elk van deze wijken en
groepen zijn wijk- en groepleiders aangewe
zen. Bijzondere aandacht Is besteed aan het
vervoer van gebrekkige personen, ouden van
dagen e.d.
Na aankomst op de afvoerstations of af-
voerhavens geschiedt het verdere vervoer
door de zorg van de militaire-directie van
den etappen- en verkeersdienst (dev), en wel
van de sectie burgerbevolking en krijgsge-
vangenen (sectie bk) welke gesteund wordt
door andere secties.
Voor elke gemeente, die verlaten wordt,
zijn thans reeds de vluchtoorden aangewezen.
Om redenen van militaire geheimhouding
weet de burgerij niet, waar de vluchtoorden
liggen. Tot in de puntjes is de dienstrege
ling naar de vluchtoorden uitgeweckt.
Afhankelijk van de vervoersafstanden en
behoudens onvoorziene omstandigheden rekent
men er op, dat, dag en nacht doorwerkende
het bedrijf in het inlaadstation binnen twee
etmalen afloopt, soms eerder.
Voor het transport te water zal men binnen
zoo kort mogelijken tijd een aantal schepen
inet sleepbooten samenbrengen in en nabrj de
havens, kaden, sbeigers der gemeenten, waaT
de af te voeren burgerbevolking telkens in
groepen wordt verzameld.
Het derde transportmiddel, de auto of bus
vervult de hoofdrol bij een speciaal deel der
evacuatie welks uitvoering ontworpen is v6<5r
die van de hierboven genoemde transporten
(verpleegden van verschillende gesticbten,
zooals blinden, krankzinnigen en andere on-
gelukkigen).
Het onderwerp, dat hier beschouwd is, be
treft soms zeer groote aantallen, hetgeen
duidelijk wordt, als men verneemt dat b.v.
den aanval op ddn der linies, met zich mede-
brengt het vervoeren van circa 150.000 per
sonen naar de vluchtoorden met behulp van
bijna 100 treinstellen en ruim 150 schepen
met een half zoo groot aantal sleepbooten,
ongeacht nog de reeederijbooten, die inge-
schakeld worden. Het zal dan kunnen gebeu-
ren, dat bovendien 75 schepen van bet normale
type met hun sleepbooten in dienst moeten
worden gesteld voor het transport van het
vee. En dit alles moet bg voorkeur op d&n
dag aanvangen.
Huisvesting en verzorging.
De derde phase de huisvesting en ver-
gareth was zoo niet. 't Is mij net of ik dat
nu pas heel zeker weet..."
Hij slikte even en ging voort met een stem
die nu en dan even ovecsloeg van nauw be-
dwongen aandoening.
..Het heeft mij moeite gekost die meening
te herzien. Want bedenk u eens goedhet ge
heim was er toen niet. Het scheen althans
dat het er niet was. Pas toen zij op zekeren
dag mijn toespelingen begreep kwam er een
verkoeling in onze verhouding. Niet terstond,
maar toch slechts 'n paar dagen later. Toen
deed ik aanzoek. Ze zei „neen" en zg scheen
verlegen te zitten om een redelijk motief. Zoo
kwam ik tot mijn eerste meening: dat 'n Tre
velyan nog niet goed genoeg was voor een
schoonheidskoningin, zelfs niet al was zij van
bescheiden afkomst. En vanzelfsprekend be-
schuldigde ik haar toen een onwaardig spel te
hebben bedrevan met mgn mooiste en beste
gevoelens
Gordon zuchtte diep. „Ik ben daarvan terug
gekomen, zei ik zooeven reeds. En omdat ik
geen redelijke verklaring voor haar weigering
kan vinden in een geheim dat nog niet be
st ond, ben ik de laatste weken tot het ver-
moeden gekomen, dat zij mij in haar naiviteit
onbewust aangetrokken heeft en dat zij er
zich later, toen zij zich plotseling voor de
consequentie geplaatst zag, pas rekenschap
van heeft gegeven, dat zg hoogstens zooiets
als vnendschap voor me voelde. Een andere
verklaring die haar de eer Het waarop zij on-
getwgfeld recht had, heb ik niet kunnen vin
den, mylord Hendon..."
t Is zeer te betreuren", mompelde lord
Hendon. „Van heel veel lichtzinnig gesloten
huwelijken kan men van tevoren reeds voor-
spellen, dat zij op een mislukking zullen uit-
loopen. Maar even vaak kan men waarnemen
dat twee menschen die elkaar op volmaakte
zorging van de bevolking in de vluchtoorden
is voor de burgerbevolking de meest be-
langrijke, ook al omdat zij van meer lang-
durigen aard is. De keuze van de vluchtoor
den moet zoo zijn, dat zij strategisch verant-
woord is.
De algemeene leiding gedurende de derde
phase berust bij de commissie burgerbevol
king, die ressorteert onder binnenlandsche
zaken.
Deze commissie is belast met de algemeene
voorbereiding en, mocht het ernst worden,
met de algemeene leiding. van de huisvesting
en verzorging van de geevacueerde bevolking
in de vluchtoorden. Daarnaast zijn echter
ook uitvoeringsorganen noodig. Daarom is
aan de commissie een aantal regionale com-
missarissen toegevoegd.
De onmiddellijke zorg voor de huisvesting
en verzorging der geevacueerden berust bij de
burgemeesters der vluchtoordgemeenten.
Het is van groote toeteekenis, dat de bur
gemeesters der vluchtoordgemeenten en hun-
ne medewerkers reeds nu zooveel mogelijk van
tal van ibijzonderheden op de hoogte komen
van de bevolking, die hun wacht.
Sedert begin September is met kracbt aan
de voorbereiding der evacuatie gewerkt vaak
onder hoogen druk. Gelukkig is de bevolking
geleidelijk aan deze voorbereidingsmaatrege-
len gewoon geraakt. Het zal velen een ge-
ruststelling zijn, dat in geval van nood door
bevoegde personen hun verzorging zoo goed
m'ogelijk is vocc-bereid.
LANG-LOOPEND CREDIET VOOR DEN
MIDDENSTAND.
Dezer dagen is, mede dank zij de mede-
werking van de regeering, een nieuwe cre-
dietregeling ten behoeve van den middenstand
in werking getreden, welke de verstrekking
van credieten op langen termijn (z.g. vaste
voorschotten) mogelijk maakt.
Tot nog toe bestond voor het middenstands-
bankwezen niet de mogelijkheid om aan mid-
denstanders credieten te verleenen met een
looptijd van b.v. vijf of tien jaren, dus credie
ten op langen termijn.
De banken werken met gelden, welke voor
bet overgroote deel zonder of met een betrek-
lcelijk korten termijn van opzegging kunnen
worden opgevraagd; dit is ook bij de Neder-
landsche Middenstandsbank bet geval. Indien
men dit ,,korte" geld zou gaan bgvriezen door
het vast te leggen in ,lange" credieten, zou
de bank niet aan eventueele belangrijke op-
vragingen kunnen voldoen en dus vastloopen.
Tal van middenstanders hebben echter be-
boefte aan crediet met langen looptijd, waar
van behoudens zeer bijzondere omstandig
heden algeheele terugbetaling binnen een
bepaalde periode niet kan worden gevorderd.
Dergelijk crediet kan dan worden aangewend
voor andere doeleinden dan financiering van
voorraden en/of vorderingen; bet z.g. vaste
actief (onroerend goed en verbouwing daar
van, inventaris, machines e.d.) kan er mede
worden gefinancierd.
Dank zij een nieuwen regeeringsmaatregel
is de Nederlandsche Middenstandsbank thans
in de geiegenbeid gesteld lang-loopende cre
dieten, z.g. vaste voorschotten, te gaan ver
leenen. Bij de begrooting voor 1940, welke
kortelings door de Eerste Kamer werd goed-
gekeurd, is n.l. een regeling getroffen, krach-
tens welke de Bank de in vaste voorschotten
gestoken gelden zoo noodig vlottend kan
maken, waardcor het banktechnische betzwaar
van financiering van lange credieten met kor-
te gelden is opgeheven.
Tei vermijding van mogelijk misverstand
zij allereerst opgemerkt, dat de Bank de vaste
voorschotten verstrekt voor eigen rekening
en risico. Bij de verleening van Bijzondere
credieten en Werktuigcredieten komen onver-
hoopte veriiezen voor rekening van den
staat; ten opzichte van de vaste voorschotten
heeft de staat de liquiditeit gewaarborgd,
maar eventueele veriiezen komen ten laste
van de Bank. Dit beteekent, dat voor de
vaste voorschotten dus een zekerheid dient
te worden gesteld, zooals voor nonmale cre-
dietverleening geldt. De staat verleent hier
opnieuw een zeer te waardeeren medewerking
wijze aanvullen en als 't ware voor elkaar ge-
schapen zijn van een gelukkig huwelijk wor
den afgehouden, door een klein misverstand
of omdat zij te zwaartillend zijn. 't Is allebei
te bejammeren maar het laatste het meest.
Want de wereld heeft behoefte aan gelukkige
menschen en zij komen helaas zoo zelden
voor."
Zij spraken verder geen woord meer gedu
rende den rit, ieder hield zich met zijn eigen
smart el ijke indrukken bezig. Een weldoende
afleiding voor Gordon's neerslachtige gedach-
ten vormde dien middag zijn confraniatie met
O'Kelly.
De spion trad zeer zelfbewust op en gaf
blijk van 'n zelfbeheersdhing die bijna respect
afdwong. Maar hij wist nog niets van net
briefje, dat hem noodiottig zou worden.
,,U kent deze heer natuurlijk?" vroeg mr.
Wick hem, terwijl hg op Gordon wees.
O'Kelly wierp een vluchtigen blik op den
laatste, bcog hoffelijk het hoofd en ontkende.
„Ik heb tot mijn spijt niet de eer", gaf hij op
rustigen toon ten antwoccd.
„Kom, kom, herinner u eens goed", spotte
de inspecteur. „Ik kan u verzekeren dat lord
Trevelyan nimmer een vermomming draagt."
De spion schudde krachtig het hoofd. „Ik
herhaal, dat ik hem niet ken, inspecteur."
„'t Is te betreuren, dat uw geheugen zoo
jammerlijk faalt", zei mr. Wick" droog. My
lord Trevelyan, u kent dezen beer we.. Win u
hem eens even voorhouden, waar u hem ont-
moet hebt?"
Gordon sprak van de eerste ontmoeting
aan het Liverpool Street Station, toen O'Kelly
hem waarschijnlijk niet had opgemerkt en van
het weerzien aan de kade in Vlissingen". En
tenslotte bracht hij de treinreis naar Balloch
in herinnering.
(Word vervolgd.)