Buitenland
HET DUITSCHE PROTEST IN2AKE DE
ALTMARK EN HET GEVAL-VENLO.
voor de eerste kwaliteit, 54 voor de tweede
kwaliteit en 50 voor de derde kwaliteit, bjj
levering franco binnen 10 km van het bedrijf
v£in den verkooper, of een daarmede overeen-
stemmenden prijs bij andere leveringscon-
dities;
het binnen bet rijk in Europa uit de latere
hand te koop aanbieden en verkoopen van
weidehooi, lucetmehood en rood klaverhooi
voor een prijs, welke meer bedraagt dan
bovengenoemde prjjzen, verhoogd met een
redelijk bedrag voor kosten en winst.
DE PRIJSPOLITIEK ONZER REGEERING.
De Minister van Economische Zaken deelt
met betrekking tot de prijspolitiek het vol-
gende mede:
Na het uitbreken van den oorlog is bekend
gemaakt, dat geen bezwaar bestond tegen een
verhooging van den verkoopprijs boven het
peil, dat in de maand Augustus 1939 gold,
voorzoover deze verhooging door een aan-
toonbare verhooging van den kostprijs werd
gemotiveecd. Nadat de oude voorraden in het
algemeen waren opgeruimd, is vervolgens op
de persconferentie van 3 November 1939,
alsook bij de sehriftelijke behandeling van de
begrooting van het departement van econo
mische zaken medegedeeld, dat ten aanzien
van de prijsbepaling door het bedrijfsleven
accoord kon worden gegaan met een calculatie
op basis van de vervangdngswaarde, indien
en voorzoover normale handelsvoorraden
werden aangevuld.
Het is intusschen wenschelijk gebleken
deze richtsnoeren te verduidelijken met be
trekking tot de handelsmarges. In sommige
gevallen blijkt men er namelijk van te zijn
uitgegaan dat bij de herziening van de prijzen
de procentueele bruto-winst marges konden
worden gehandhaafd. Dit standpunt moet als
onjuist worden beschouwd. Ook voor den han-
del geldt, dat prijsverhooging door een aan-
toonbare kostprijsstijging moet worden ge-
motiveerd.
Bij de prijsbepaling door den handel mag
dus het totale geldsbedrag van de bruto-
winstmarge slechts worden verhoogd, indien
en voorzoover een aantoonbare verhooging
van de handelskosten heeft plaatsgevonden.
De minister doet een beroep op het bedrijfs
leven om deze aanwijzingen nauwgezet na te
leven, teneinde zonder dat van de bijzondere
bevoegdheden van de prijsopdrijvings- en
hamsterwet 1939 gebruik behoeft te worden
gemaakt, een verhooging van de prijzen en
daarmede van de kosten van levensonderhcud
zooveel mogelijk te beperken.
Tenslotte wccdt de aandacht erop geves-
tigd, dat voorlichting met betrekking tot de
materie der prijzen wordt verleend door de
afdeeling nijverheid en de afdeeling midden-
stand van de directie van handel en nijver-
heid van het departement van economische
zaken.
HET MILTVUUR.
Beantwoording van vragen van
Tweede Kamerleden.
De Minister van Economische Zaken heeft
geantwoord op sehriftelijke vragen van het
Lid der Tweede Kamer, den heer Dieters in
verband met het heerschen van „miltvuur",
onder het vee, dat het niet juist is, dat aan
een of meer fabrieken van mengvoeders de
haar door het rijksbureau voor veevoedervoor-
ziening in oorlogstijd verleende mengvergun-
ning ontnomen is op grond van het feit, dat
niet ontlijmd beendermeel zou zijn verwerkt
in mengvoeders.
Wei is aan de door de Nederlandsche Meel-
oentrale erkende fabrikanten van mengvoe
ders vei'boden, hun voor de vervaardiging
dezer mengvoeders voorgeschreven mineraal-
mengsels te betrekken van een bepaalden
fabrikant van mineraalmengsels, die, in
strijd met de geldende voorschriften, zijn mi-
neralen met niet ontlijmd beendermeel in
plaats van met ontljjmd beendermeel had
samengesteld.
Het staat niet met absolute zekerheid vast,
dat de thans heerschende besmettelijke vee-
ziekte „miltvuur" is veroorzaakt door de ver-
werking van niet ontljjmd beendermeel in
mengvoeders. Wei staat vast, dat alle ge
vallen van miltvuur met uitzondering van
enkele gevallen zijn voorgekomen op bedrij-
ven, waar mengvoeders, waarin mineralen
waaronder beendermeel waren verwerkt,
afkomstig van het boven'bedoeld bedrjjf aan
het vee waren verstrekt.
In antwoord op de vraag of een maatregei
in overweging is genomen, welke den eigena-
ren van aan miltvuur gestorven dieren een
vengoeding verzekert wegens deze niet uit
eenig normaal bedrijfsrisico voortvloeiende
schade, wijst de Minister op de mogelijkheden,
welke de veewet ten aanzien van sehadeloos-
etelling geeft. Daamaast zullen de voor
raden besmettelijke stoffen ter vernietiging
tegen de waarde worden overgenomen.
Op vragen van het lid der Tweede Kamer,
den heer Bierema, betreffende hetzelfde on-
derwerp, heeft de Minister van Economische
Zaken o.m. nog geantwoord, dat zoodra ge
bleken was, dat de recente gevallen van milt-
vuhr zeer waarschijnlijk veroorzaakt waren
door de vermenging van geimporteerd been
dermeel, heeft de Minister onverwijld bevor-
derd, dat maatregelen van ver strekkenden
aard met betrekking tot den import zijn ge
nomen.
Daar maatregelen getroffen zijn, de be-
smette partijen te blokkeeren en van de be-
drijven te verwijderen en anderzijds de vee-
voederfabrikanten en ook de landbouwccs in
de gelegenheid zijn gesteld, door een soepele
toepassing van de geldende voorschriften ten
aanzien van het vervoer (verstrekking van
extra bestelbonnen) hun voorraad aan te vul-
len, kan de Minister geen aanleiding vinden,
den veehouders bovendien toe te staan uit
.eiigen voorraad meer voeder te gebruiken,
dan waarvoor reeds toestemming is verleend
v66r het optreden van de miltvuur-eruptie.
Het geval van de Altmark heeft, merkt de
N. R. Crt. <op, voce ons, Nederlanders, n6g
een kant. Bij ons komt de naam ,,Venlo" on-
willekeurig op de lippen. Bij Venlo is 66k on-
zijdig rechtsgebied ge3chonden, bij Venlo zijn
66k dooden gevallen zelfs Nederlandsche,
onzijdige, dooden bij Venlo werden 66k
menschen met geweld over de grens gesleurd
doch dit geschiedde toen niet om weder-
rechtelij'k gevangen gehouden Duitschers te
bevrijden, maar om Nedeclanders en Britten
wederrechtelijk in gevangenschap te brengen.
Wellicht dus, dat het geval van de Altmark
te Berlijn de oogen opent voor het veel groo-
tere onrecht, dat in November 1939 te Venlo
is geschied.
ITALIAANSOHE KOLENSCHEPEN
TE ROTTERDAM.
In het Engelsche Lagerhuis heeft minister
Cross op de vraag of de regeering wist dat
Italiaansche schepen te Rotterdam Duitsche
kolen voor Italie laadden, geantwoord dat de
regeering aan de Italiaansche regeering had
meegedeeld, dat deze tran3porten na een
zekeren datum, die thans niet ver meer ver-
wijderd was, niet meer ongehinderd zouder
kunnen geschieden.
De reden om een zekeren termijn te stellen
was in de eerste plaats geweest om de moei-
lijkheden der neutralen, in dit geval Neder-
land niet te vergrooten en vervolgens om de
Italiaansche regeering gelegenheid te geve-
naar een andere transportmogelijkheid uit
zien. De minister zou den datum nog nader
meedeelen van dat oogenblik af zouden ook
deze schepen aangehouden worden al3 zij
zouden trachten voort te gaan met het ver-
voeren van Duitsche steenkool.
DE STRANDING VAN DE „ALKMAAR".
Het stoomschip „Farmsum" van de Stoom-
vaart Maatschappij „Oostzee", welk schip op
weg is van Zuid-Amerika naar Nederland,
heeft de geheele bemanning van het stoom
schip ,,Alkmaar" van de K.N.S.M., dat Zater-
dag na'bij de Kaap Verdische eilanden is ge-
strand, Maandagmiddag van een rots, waar-
heen zij met een boot was overgebracht, af-
gehaald.
De ,,Farmsum" is thans op weg naar het
eiland Sint Vincent, waar heden (Dinsdag)
het stoomschip ,,Stuyvesant" de bemanning
van de ,,Alkmaar" zal overnemen om haar
naar Nederland te brengen.
ACHT AMERIKAANSCHE SCHEPEN AAN
BELGISCHE REEDERIJ VERKOCHT.
Acht schepen, o.m. de ..President Har
ding" (13.869 ton) van de United States Line
zijn verkocht aan de Belgische reederij So-
ci6t6 Maritime Anversoise te Antwerpen.
De schepen zullen dienst doen op de route
New-York, Belgie, Engeland en Frankrijk.
De koopsom zou ongeveer 4 millioen dollars
bedragen.
MAATREGELEN TEGEN EXTREMIS-
TISCHE BEINVLOEDING VAN HET
BELGISCHE LEGER EN DE BEVOLKING.
Een Belgisch ministerieel besluit verbiedt
het verschijnen van het Vlaamsche nationa-
lfstische „Dietsch opvoedkundig tijdschrift",
aangezien dit een nadeeligen invloed zou kun
nen uitoefenen op het moreel van leger en
bevolking. Het parket zet zijn onderzoek
in communistische krir.gen in de provincie
voort. In Namen en Luik zijn documenten
in beslag genomen. In Luik werd drukkers-
materiaal in beslag genomen.
HET EINDE VAN DE REXISTISCHE
PARTI J IN BELGIE?
Volgens geruchten welke in politieke krin
gen de ronde doen, zouden, naar de Brussel-
sche correspondent van de N. R. Crt. meldt,
onderhandelingen gaande zijn tusschen De-
gcelle, den leider van de fel gcdunde rexistl-
sche partij en het bestuur van het Blok van
Belgische katholieken.
Degrelle zou, mits inachtneming van zekere
voorwaarden en het behoud van zijn kamer-
zetel, voorgesteld hebben naar de Katholieke
Staatspartij terug te keeren. De rexistische
partij zou in dit geval definitief worden ont-
bonden.
ENGELAND'S ACTIE IN DE NOORSCHE
WATEREN.
Het Britsche ministerie van buitenlandsche
zaken heeft Zondagavond het volgende com
munique gepubliceerd:
..Halifax heeft Zaterdag bij den Noorschen
gezant geprotesteerd tegen het feit, dat de
Noorsche autoriteiten niet de aanwezigheid
van 300 tot 400 Britsche gevangenen aan
boord van de .Altmark" hebben vastgesteld,
toen dit schip te Bergen doorzocht werd.
Den Noorschen gezant werd verzocht, met
spoed inlichtingen in te winnen omtrent de
omstandigheden, die aanleiding tot deze
kflacht hebben gegeven. Hem werd medege
deeld, dat, naar het de Britsche regeering toe-
seheen, de Noorsche regeering in deize aan-
gelegenheid te kort was geschoten in haar
plicht als neutraal land en dat de Britsche
regeering van oordeel was, dat de zaak tegen
dit bijzondere schip Van dien aard was, dat
zij met recht er op kon aandringen, dat de
.Altmark" werd geintemeerd.''
De Engelsche regeering heeft de Noorsche
regeering een mededeeling toegezonden be
treffende de wijze waarop de Noorsche auto
riteiten ten aanzien van de Altmark" zijn
opgetreden, toen dit schip in de Noorsche
wateren vertoefde. De mededeeling heeft den
volgenden inhoud:
,,Het was algemeen bekend, dat de .Alt-
mark" deel genomen heeft aan de rooftochten
van de .Admiral Graf Spee", waarvoor het
schip optrad als hulpvaartuig. Wii hadden
zeer goede redenen, bevestigd door de Engel
sche onderdanen, die van de „Graf Spee" ge-
haaid zijn en die te Voren op de Altmark"
gevangen hadden gezeten, om te weten, dat
er ongeveer drie tdt Vierhonderd Britsche
onderdanen aan boord waren, die geruimen
tjjd geleefd hadden onder ondraaglijke om
standigheden. Men geloofde ook op aanneme-
ljjke gronden, dat de „Altmark" offensieve
bewapeningen bezat. De geschiedenis van dit
schip moet de Noorsche regeering welbekend
izijn geweest en naar de opvatting der Engel
sche regeering was het plicht van de Noorsche
autoriteiten toen dit schip Bergen binnenliep
Sn doorvaart verzocht door Noorsche terri-
toriale wateren om het aan een uiterst zorg-
vuldig onderzoek te onderwerpen. De Engel
sche regeering zou dankbaar zijn voor alle brj-
zonderheden ten aanzien van de vraag hoe dit
onderzoek werd geleid en welke feiten ont-
dekt werden.
De door de Engelsche regeering ontvangen
berichten gaven aan, dat het onderzoek vluch-
tig is verricht, gelrjk blijkt uit het feit, dat er
geen gevangenen zijn ontdekt. Voor zoover
de feiten op dit oogenblik de Engelsche re
geering bekend waren, leek het haar toe, dat
de Noorsche regeering in gebreke was geble-
ven ten opzichte van haar plichten als neu
traal land. Wanneer zij in feite de Britsche
gevangenen aan boord gevonden had, wat zou
zij dan met hen gedaan hebben? Zij zou hen
hebben vrijgelaten, of in ieder geval ze aan
gehouden hebben, hangende een volledig om
derzoek der positie. De Engelsche regeering
was daarom van gevoelen, dat zij alle rechten
had om zich te beklagen over niet-optreden
der Noorsche regeering. Zooal3 hierboven ver-
klaard is, waren driehonderd Engelsche onder
danen iweken en maanden in nauwe opsluiting
gehouden en wanneer deze gebracht waren
naar een kamp in Duitschland, zou de Noor
sche regeering verantwoordelijk zijn geweest
voor het lot dezer mannen. Intusschen was
het geval met het schip van dien aard, dat
de Engelsche regeering recht had aan te drin-
gen op interneering van de „Altmark".
Reuter verneemt, dat de Britsche minister
van buitenlandsche zaken, Lord Halifax,
reeds besloten had een protest in te dienen
bij de Noorsche regeering ten aanzien van de
.Altmark" lang voor er sprake was van een
protest van Noorwegen.
In diplomatieke kringen denkt men, dat de
Britsche autoriteiten gerechtvaardigd waren
om te doen, hetgeen zq gedaan hebben, ge-
zien het feit, dat de Noorsche autoriteiten
niet tot optreden waren overgegaan ondanks
de tot haar gerichte verzoeken.
Natuurlijk wortd erkend, dat men krijgs-
gevangenen van deze soort niet over land
door Noorwegen zou hebben laten gaan. Een
andere kwestie, die zich voordoet, is of de
Britsche onderdanen aan boord van de „Alt-
mark" als krrjgsgevangenen werden be
schouwd. Wanneer deze punten zouden wor
den opgehelderd zou dat kunnen dienen om
licht te brengen in de kwestie of Noorwegen
al dan niet schuldig was aan onneutraal ge-
drag door te veroorlooven, dat de .Altmark"
haar reis vervolgde.
Wat het Duitsche protest betreft, wordt er
op gewezen, dat er niet de minste twijfel be-
staat, dat de .Altmark" een hulpoorlogsschip
was, terwijl het Duitsche optreden bij het tot
zinken brengen, zoowel van Engelsche 'als
neutrale koopvaarders in Noorsche territo-
riale wateren Duitschland in deze aangelegen-
heid geen enkel recht van spreken geeft.
Het Noorsche Telegrambureau meldt uit
Oslo:
De bladen van alle richtingen veroordeelen
eenstemmig de ernstige schending van de
Noorsche wateren door de Britsche vloot. Zij
vertolken de verontwaardiging, die algemeen
in Noorwegen heerscht.
De conservatieve Morgtenbladet schrijft:
,,Het Noorsche optreden ten aanzien van de
„Altmark" was volkomen correct. Noor
wegen had volgens het internationale recht
de bevoegdheid de Altmark" vrijen door-
tocht toe te staan, als het schip zich overigens
aan de reglementen hield. Wij hadden noch
het recht noch den plicht de Britsche gevan
genen te bevrijden. Inderdaad is de .Alt-
mark" niet te Bergen doorzocht. Het schip
is slechts aangehouden en de papieren zijn
gecontroleerd, toen de „Altmark" in de Noor
sche wateren kwam. Het schip voer het
Kanaal in en kwam langs Bergen doch is de
haven van Bergen niet binnengeweest en heeft
er het anker niet uitgeworpen; het heeft zich
gehouden aan de voorschriften voor een .pas
sage inoffensif".
Indien de Engelsche schepen buiten de
Noorsche wateren hadden gewacht, zou de
Duitsche boot vroeg of laat die wateren heb
ben moeten verlaten, doch dan waren wellicht
Duitsche schepen en vliegtuigen verschenen.
Het was inderdaad eenvoudiger de zaak op
te lossen door de Noorsche wateren te schen-
den! Niemand zal de Britsche daad als een
heldhaftige toejuichen, zooals de Engelschen
doen. Het Noorsche volk neemt er met ont-
moediging kennis van, dat de schennis is ge-
pleegd door een Westelijke mcgendheid, die
er aanspraak op maakt, de verdedigster van
de kleine neutrale landen, hun vrijheid en on-
afhankelijkheid te zijn."
De eveneens conservatieve Aftenposten
zegt: ,,Het kan zijn, dat de kapitein van de
.Altmark" de Noorsche autoriteiten misleid
heeft, doch het Duitsche schip heeft de Noor
sche neutraliteit niet geschonden. Wij be-
treuren het, dat de aanval den dood van
Duitsche zeelieden veroorzaakt heeft, evenals
wij het betreuren, dat een ruwe oorlogvoering
ter zee honderden Noorsche zeelieden het
leven kost. Tot Engeland zeggen wij, dat dit-
maal blijkbaar de overweging, dat met de
kleine Noorsche natie geen rekening behoeft
te worden gehouden, den doorslag heeft ge
geven. Het is te betreuren, dat ook Enge
land thans bevestigd heeft, dat niet het recht,
maar de macht in een moeilijke positie telt."
Duitsch commentaar op Engeland's
optreden.
De correspondent der N. R. Crt. te Berlqn
telefoneerde Zondagavond
Over het geval „Altmark" is zakelijk
nieuws hier heden nauwelijks bekend gewor-
den, maar er is een vloed van oordeelvellingen,
natuurlijk in scherp afkeurenden zin. Zoo
gaf men ons, met de toevoeging, dat zij als
officieel kon worden beschouwd, een verkla-
ring, volgens welke de Britsche regeering
niet, zooals zij dat zelf wil laten voorkomen,
uit verdedigers van recht en moraal bestaat,
doch uit rechtsverkrachters en moraalvertre-
ders.
De inbreuk op de Noorsche neutraliteit
moet niet alleen aan Duitschland, zoo hoort
men, maar ook aan de andere aan de zee
liggende neutrale staten te denken geven.
Want kan men voortaan, zoo wordt hier te
ingelichter plaatse betoogd, na dit voorval
niet alles van Engeland verwachten? Wie
waarborgt, dat niet Engeland's zeestrrjd-
krachten, gelijk zij in de Josingfjord zijn ge-
drongen om gevangenen te bevrijden, in een
andere neutrale haven zullen binnendringen
om zich bijvoorbeeld van documenten mees-
ter te maken of om een dergelijk doel te be-
reiken.
Gezien het feat, dat Noorwegen officieel
te kennen heeft gegeven, dat het tegen de
Engelsche overmacht machteloos was, moet
Duitschland dus de mogelijkheid in het oog
vatten, dat Engeland in andere neutrale kust-
landen een d-eirgelijke raid uitvoert, terwrjl de
neutrale landen zich dan met onmacht ver-
ontschuldigen, zoo zegt men hier. Dit kan
onder omstandigheden voOr de houding van
Duitschland ten opzichte van hetgeen ter
voorkoming van het intreden van dergelijke
gevallen moet worden gedaan, van veel ge-
wichit zijn. Zoo laat men zich hier in inge-
lichte kringen uit.
Men ziet, dat het in deze redeneering zoo
wordt voorgesteld, alsof het antwoord van
Noorwegen op het Duitsche protest uit naam
en in opdracht van alle andere neutrale kust-
staten zou zijn gegeven. Een grond voor deze
veronderstelling is niet te ontdekken.
Intusschen wenscht men hier scherp on-
derscheid gemaakt te zien tusschen het be-
slechten van de kwestie tusschen Noorwegen
en Duitschland die tusschen Noorwegen en
Engeland en die tusschen Engeland en
Duitschland.
Met Engeland is Duitschland in oorlog en
het zal om het juiste antwoord op deze En
gelsche zeeschuimersstreek" niet verlegen
zijn. Wat de kwestie met Noorwegen be
treft, deze verlangt een nauwkeurig, rustig,
en dus tijdroovend onderzoek. Vooreerst is
het dus het tusschen Engeland en Noorwegen
gerezen conflict hetwelk de meeste belang-
stelling verdient.
Dit is stellig juist. Gedurende iederen oor
log plegen er incidenten voor te vallen tus
schen de oorlogvoerenden en de neutralen.
Deze incidenten kunnen nog zoo emstig of
veelvuldig zijn, zij zullen toch geen r.oodlot-
tige oonsequenties hebben, zoolang aan beide
zijden den wil bestaat om die te /ermijden.
Wenscht men echter aan een van beide zijden
die consequenties wel, dan is ook spoedig het
incident gesehapen, dat daartoe moet voeren.
Daarom is het van belang om na te gaan,
welke handelingen na het incident geschie
den, omdat daaruit kan worden opgemaakt,
welken kant men uit wil. Duitschland heeft
bij Noorwegen wel een uiterst scherp protest
ingediend, maar dit protest richt zich meer
tegen de handelwijze van Engeland dan tegen
Noorwegen zelf. Duitschland wil het geval
Noorwegen aan een onderzoek onderwerpen
en is blijkbaar niet van zins nu dadelijk rigou-
reus tegen dit land op te treden.
Maar hoe is het met Engeland? Volgens
hier ingekomen berichten eischt Engeland
van Noorwegen, in antwoord op den Noor
schen eisch tot weder goedmaking, nu ook
nog de interneering van de Altmark. Deze
eisch van Engeland zweemt al heel weinig
naar een excuus of naar een poging om de
zaak op een dood spoor te brengen. Hij schijnt
veeleer een aanwijzing te zijn, dat Engeland
een uitgangspunt zoekt om zich, ten behoeve
van zfln oorlog tegen Duitschland, op zijn
minst bijzondere voorrechten in de Noorsche
wateren te verzekeren.
Dit meent men hier te kunnen zeggen,
zonder de teugels van zijn fantasie te vieren
of op de gebeurtenissen vooruit te loopen. In
verband met dit een en ander wordt hier bjj
herhaling met nadruk verzekerd, dat de
ondergang van de drie bekende Engelsche
schepen in de Noorsche wateren niet te wij ten
is geweest aan maatregelen van de Duitsche
marine.
De zwerftocht van de Altmark",
Een van de gevangenen, die van de Altmark
is bevrijd, heeft over zijn avonturen o.m. het
volgende verteld: Op 27 September 1939 ver-
trokken wij met de New Beach van Kaap-
stad. Het schip is door de Graf Spee op 5
October in den grond geboord. De bemanning
werd aan boord van de Graf Spee genomen.
De bemanningen van de Huntsman en de
Ashlea, in totaal 153 man, werden aan boord
van de Altmark gebracht. De Altmark wij-
zigde haar naam en werd de Sogne uit Oslo.
Op 23 October werd de Trevanion door de
Graf Spee in den grond geboord. De beman
ning werd aan boord van de Altmark gezet.
Dien dag vertrok de Graf Spee op jacht. Het
schip kwam op 26 November terug met 26
gevangenen. Op 28 November verliet de Alt-
mark de Graf Spee naar een onbekende
haven. Op 1 December werd de Doric Star-
tot zinken gebracht. Op 3 December de Tai-
roe, waarbij vijf man werden gewond. De ge
heele bemanning met uitzondering van den
kapitein werd aan boord van de Altmark ge
nomen. De Doric Star en de Tairoe hadden
resp. 83 en 85 man aan boord. De Altmark
nam toen den naam van Chequita aan en werd
geheel grjjs geschilderd. Na den ondergang
van de Graf Spee voer de Altmark op 22 Ja-
nuari naar het Noorden. Op 31 Januari werd
koers gezet naar Duitschland en op 14 Febr.
zag men land. Het schip voer een haven bin
nen, maar bleef ver van de kaden. Op 15 Fe-
bruari trachtte het te ontsnappen. Tenslotte
kwam dan de aanval vein de Cossack.
De Engelschen aan boord van de
„Altmark".
Volgens het D.N.B. heeft het Engelsche
entercommando aan boord van de Altmark de
verblijven van de officieren en van de beman
ning vrijwel leeggehaald. Zij zouden groote
hoeveelheden alcohol, zilveren voorwerpen,
horloges, linnengoed en kleedingstukken heb
ben meegenomen.
Een Belgische persstem inzake
de „Altmark".
De Libre Belgique schrijft:
Het incident met de Altmark is betreurens-
waardig, maar de verontwaardiging vol
vertoon in Duitschland, maakt op niemand
indruk. De schending van neutraal territoir
door 66n oorlogvoerende rechtvaardigt niet,
zelfs niet als repressaille, een schending van
hetzelfde territoir door een anderen oorlog
voerende, maar er is niets gemeenschppelijks
tusschen het optreden van den Britschen
torpedobootjager, die een gewapend Duitsch
schip aanvalt, dat heimelijk krijgsgevangenen
door neutrale wateren vervoert en het optre
den van een Duitsche duikboot, die een
Nederlandsoh schip torpedeert, dat tusschen
neutrale havens vaart. De afleiding die door
de Altmark gewekt is, hoe handig ook in
Berljjn georkestreerd, zal de aandacht niet
afwenden van het geval met de Burgerdijk.
EEN ZWARTE WEEK VOOR DE
SCHEEPVAART.
In de week welke Zondag te middernacht
eindigde, zijn volgens de officieele Engelsche
mededeeling tengevolge van vijandelqke actie
vijf Engelsche en vijftien neutrale schepen
van bij elkaar 86.077 ton verloren gegaan, n.l.
39.276 ton Britsche en 46.801 ton neutrale
scheepsruimte.
Onder de neutrale schepen -zijn er twee,
waarvan het verlies nog niet eerder werd
vermeld, het Finsche schip Wilja (3396 ton),
dat tengevolge van een ontploffing zonk en
waarvan alle opvarenden werden gered, en
het Noorsche schip Sangstad (4297 ton), dat
getorpedeerd werd en waarvan 28 leden der
bemanning en een passagier werden gered.
De tonnage is nog geen enkele week zoo
groot geweest als de vorige week. Zij over-
treft nog het getal van 78.193 ton uit de
tweede week van den oorlog. Door vijande-
ljjke handelingen is nu meer dan een millioen
ton scheepsruimte verloren gegaan, n.l.
1.059.766 ton.
Ter vergelijking met den onbeperkten duik-
bootoorlog diene, dat in April 1917 869.000
ton in een maand verloren ging het gemid-
delde was 203.000 per week.
De Britsche admiraliteit merkt op, dat de
vorige week de Duitsche regeering opnieuw
den onbeperkten duikbootoorlog heeft afge-
kondigd, zulks tengevolge van Churchill's
verklaring, dat de geallieerde koopvaarders
gewapend zouden worden. Het heeft er ech
ter alien schijn van, dat Duitschland dezen
vorm van ocrlog reeds eenigen tijd voert en
wel voornamelijk tegen neutrale schepen,
welke zeker niet Zijn gewapend.
De admiraliteit schat, dat vermoedelijk 13
van de 15 neutrale schepen door duikbooten
zonder waarschuwing zijn getorpedeerd. De
Britsche regeering heeft echter haar jacht op
duikbooten verschenpt en in zes dagen tijds
de vorige week zijn vier duikbooten zeker
door de Britsche vloot tot zinken gebracht
en, naar men vermoedt, ook nog twee andere
doer de vloot of de luchtmacht.
Tot 14 Februari werden 8969 schepen ge-
convooieerd, waarvan er 19 verloren gingen,
1 op de 472.
De Sultan Star en de Gretafield, die ver-
leden week verloren gingen, voeren toen niet
in convooi.
Grieksch schip getorpedeerd.
Het van Engeland naar Griekenland onder-
weg zijnde Grieksche s.s. Ellin, 4917 ton, is op
60 mijl van kaap Finisterre getorpedeerd. De
uit 26 koppen bestaande bemanning werd
gered.
Nadat de bemanning van de Ellin in de boo-
ten was gegaan, lanceerde de duikboot de
tweede torpedo, die het met kolen geladen
schip deed zinken. De 26 opvarenden die ge
red werden door een visschersvaartuig uit la
Coruna, zijn alien naar een ziekenhuis over
gebracht.
BEPERKING VAN STROOMVERBRUIK IN
NOORWEGEN.
De Noorsche regeering heeft een beroep
gedaan op het publiek, het verbruik van elec-
trischen stroom vrijwillig te beperken, ten
einde stopzetting van fabrieken te voor
komen. In sommige deelen des lands onder-
vindt men n.l. tijdelijk moeilijkheden met de
stroomlevering. Voorts heeft de regeering den
bisschoppen verzocht de godsdienstoefeningen
te beperken, teneinde het gebruik van ge-
importeerde brandstoffen te verminderen.
TIENDUIZEND GARIBALDIANEN NAAR
FINLAND.
Tienduizend Garibaldianen zullen volgens
Havas naar Finland vertrekken, onder bevel
van Marabini, president van de Garabaldia-
nen, die den slag in de Argonnen overleefd
hebben.
Marabini heeft tegenover een medewerker
van de Intransigeant verklaard:
,,De Garibaldiaansche traditie maakt het
ons tot een plicht, aan de izijde der Finnen
te»gen de Sovjet-aanvallers te strijden. Wij
doen thans een beroep op alle in het buiten
land wonende Italianen. Wij zeggen tot hen:
Als geestelijke erfgenamen van Guiseppe
Garibaldi hebt gij niet het recht, een vrlj en
trotsch, doch zwak volk te laten wurgen door
een vijftig maal zoo sterken tegenstander..
Wij gehoorzamen, zoo verklaarde Marabini
nog, aan een oude traditie, zonder op welke
wijze ook te handelen in tegenstelling met de
regeering van ons land.
BEPERKING VAN DEN ROEMEENSCHEN
PETROLEUMUITVOER.
Volgens een bericht van Reuter uit Boeka-
rest is een belangrijke ontwikkeling ingetre-
den in het Roemeensche petroleumvraagstuk,
doordat de Roemeensche regeering den uit-
voer verboden zou hebben naar alle landen
van hoogwaardige benzine voor vliegtuigen.
Het gevolg van dit verbod zou zijn, dat alle
voor export beschikbare petroleum slechts in
ruwen staat kan worden uitgevoecd. Na de
distillatie blrjft hiervan slechts 20 pet. over
voor de hoogwaardige benzine, welke uitslui-
tend voor vliegtuigen kan worden gebruikt.
Nader wordt gemeld:
Het bericht omtrent het Roemeensche be
sluit, dat den uitvoer van benzine van hoog
octaangehalte (vliegtuigbenzine) naar alle
landen verbiedt, zal naar alle waarschijnlijk-
heid de Duitsche afnemers het meest treffen.
Het is bekend, dat ten behoeve van de Duit
sche voorraadvorming gedurende het vorige
jaar groote ladingen benzine, speciaal be-
sfemd voor vliegtuigmotoren, uit de Ver. Sta
ten rechtstreeks per schip naar Duitschland
werden vervoerd.
De Duitsche petroleumindustrie beschikt
over slechts twee installaties waarin ruwe
benzine door een speciaal distillatieproces tot
hoogwaardige vliegtuigbenzine kan worden
verwerkt. Deze installaties bevinden zich te
Harburg, een van de voorhavens van Ham
burg. Het is ook niet zonder reden, dat bjj
de verkenningsvluchten van de Engelsche
luchtmacht boven Duitschland aan de zich
daar bevindende raffinaderijen bijzondere aan
dacht wordt besteed.
OUD METAAL IN FRANKRIJK.
Het ophalen van metaalafval is te Parijs
methodisch ter hand genomen, met behulp
van padvinders wordt de eene na de andere
wijk afgegraasd en aan deur na deur ge-
klopt. De een geeft zijn oude kachel, de ander
een ledikant, varroest gereedschap, ijzerdraad,
pannen, blikken van verduurzaamde gcoenten
enz. Men heeft recht op frs. 15 de 100 kilo,
maar velen maken hier geen aanspraak op.
De voornaamste bron van oudroest of wat
ermee gelijk gesteld mag worden zijn een
automobielfabciek, scheepswerf, een werktuig
van krijgstuig, die dagelijks een berg aan af-
val opleveren. Dit alles wordt geplet, ultge-
rekt tot rails en binten of versmeed tot ka-
nonnen, assen, wielen, pantserplaten. De be arte
stukken gaan in den electrischen oven, die
het staal van hooge kwaliteit levert.
INVAL VAN MILITAIREN IN HOTEL TE
DUBLIN.
150 gewapende soldaten hebben het Meath
Hotel in Pamell Square te Dublin omsingelri
en er vervolgens een invo.1 in gedaan. Dertien
vooraanstaande leden der Ira zijn gearre3-
teerd. Voor het gebouw waren twee machine-
geweren opgesteld.
Deze raid was de eerste krachtens de
nieuwe Emergency Powers Act. Er zij aan
herinnerd, dat het Opperste Hof onlangs deze
noodwet in overeenstemming met de grond-
wet heeft verklaard, waarbjj dus het gevangen
houden van Iersche nationalisten zoowel als
buitenlanders zonder proces wettig is.
Te Cavan heeft de Valera voor een plaatse-
lijke vergadering van zijn partij het woord
gevoerd. Hij veroordeelde energiek de houding
der leden van het Iersche Republikeinsche
Leger, die zoo zeide hq door de natio-
nale instellingen aan te vallen, de vrijheid des
volks aanvallen. rHij wees er op dat de leden
dezer organisatie geenszins bijdragen tot een
oplossing van het probleem der Iersche dee-
ling. Spreker bestreed een motie, waarin in-
vrijheidstelling van alle politieke gevangenen
werd voorgesteld. Deze motie werd verwor-
pen en een amendement aangenomen, waarin
de Iersche jongeren worden aangespoord de
regeering te steunen.
DEENSOHE STEM OVER DE
VERNIETIGING VAN NEUTRALE
SOHECEN.
In de Berlingske Tidende schrijft professor
Gunmund Hatt, volgens het Deensche corres-
pendentie bureau Ritzau, een artikel, waarin
hij vraagt: Heeft Duitschland voordeel van
de vernietiging der neutrale scheepvaart, van
het afsnijden van den handel van zijn neutrale
buurstaten en het insluiten van Denemarken
en Nederland van de zeezijde? Zal dat geluk-
ken? Amper. Doch stellen wij ons een oogen
blik voor, dat het Duitschland werkeljjk ge-
lukken zou de zee voor Nederland en Dene
marken te versperren. Wat zouden dan de ge-
volgen zijn? Wie zou er het meeste onder
lijden? Stellig de Nederlanders en Denen.
Deze kant van de kwestie interesseert de oor
logvoerenden echter niet bqzonder.
Belangrijker is de vraag: „Welke beteeke-
nis zal de vernietiging van het Nederland
sche en Deensche bedrjjfsleven en productie-
vermogen op den loop van den oorlog heb
ben? Engeland zal niet verhongecen als het
geen Deensche boter en Hollandsche kaas
meer krijgt. Door het afsnijden der overzee-
sche verbindingen van Nederland en Dene
marken verhindert Duitschland den toevoec
van grondstoffen, welke noodig zijn voor de
handhaving der productie van levensmiddelen.
Kan vermeden worden, dat een dergelijke loop
van zaken in Duitschlands nadeel geschiedt?
Kan het slecht gevoede en slecht georgani-
seerde Oost-Eucopa Duitschland schadeloos
stellen? Zou het niet voor Duitschland zelf
beter zijn, indien het Nederland en Dene-