Buitenland HET DUITSCHE PROTEST IN2AKE DE ALTMARK EN HET GEVAL-VENLO. voor de eerste kwaliteit, 54 voor de tweede kwaliteit en 50 voor de derde kwaliteit, bjj levering franco binnen 10 km van het bedrijf v£in den verkooper, of een daarmede overeen- stemmenden prijs bij andere leveringscon- dities; het binnen bet rijk in Europa uit de latere hand te koop aanbieden en verkoopen van weidehooi, lucetmehood en rood klaverhooi voor een prijs, welke meer bedraagt dan bovengenoemde prjjzen, verhoogd met een redelijk bedrag voor kosten en winst. DE PRIJSPOLITIEK ONZER REGEERING. De Minister van Economische Zaken deelt met betrekking tot de prijspolitiek het vol- gende mede: Na het uitbreken van den oorlog is bekend gemaakt, dat geen bezwaar bestond tegen een verhooging van den verkoopprijs boven het peil, dat in de maand Augustus 1939 gold, voorzoover deze verhooging door een aan- toonbare verhooging van den kostprijs werd gemotiveecd. Nadat de oude voorraden in het algemeen waren opgeruimd, is vervolgens op de persconferentie van 3 November 1939, alsook bij de sehriftelijke behandeling van de begrooting van het departement van econo mische zaken medegedeeld, dat ten aanzien van de prijsbepaling door het bedrijfsleven accoord kon worden gegaan met een calculatie op basis van de vervangdngswaarde, indien en voorzoover normale handelsvoorraden werden aangevuld. Het is intusschen wenschelijk gebleken deze richtsnoeren te verduidelijken met be trekking tot de handelsmarges. In sommige gevallen blijkt men er namelijk van te zijn uitgegaan dat bij de herziening van de prijzen de procentueele bruto-winst marges konden worden gehandhaafd. Dit standpunt moet als onjuist worden beschouwd. Ook voor den han- del geldt, dat prijsverhooging door een aan- toonbare kostprijsstijging moet worden ge- motiveerd. Bij de prijsbepaling door den handel mag dus het totale geldsbedrag van de bruto- winstmarge slechts worden verhoogd, indien en voorzoover een aantoonbare verhooging van de handelskosten heeft plaatsgevonden. De minister doet een beroep op het bedrijfs leven om deze aanwijzingen nauwgezet na te leven, teneinde zonder dat van de bijzondere bevoegdheden van de prijsopdrijvings- en hamsterwet 1939 gebruik behoeft te worden gemaakt, een verhooging van de prijzen en daarmede van de kosten van levensonderhcud zooveel mogelijk te beperken. Tenslotte wccdt de aandacht erop geves- tigd, dat voorlichting met betrekking tot de materie der prijzen wordt verleend door de afdeeling nijverheid en de afdeeling midden- stand van de directie van handel en nijver- heid van het departement van economische zaken. HET MILTVUUR. Beantwoording van vragen van Tweede Kamerleden. De Minister van Economische Zaken heeft geantwoord op sehriftelijke vragen van het Lid der Tweede Kamer, den heer Dieters in verband met het heerschen van „miltvuur", onder het vee, dat het niet juist is, dat aan een of meer fabrieken van mengvoeders de haar door het rijksbureau voor veevoedervoor- ziening in oorlogstijd verleende mengvergun- ning ontnomen is op grond van het feit, dat niet ontlijmd beendermeel zou zijn verwerkt in mengvoeders. Wei is aan de door de Nederlandsche Meel- oentrale erkende fabrikanten van mengvoe ders vei'boden, hun voor de vervaardiging dezer mengvoeders voorgeschreven mineraal- mengsels te betrekken van een bepaalden fabrikant van mineraalmengsels, die, in strijd met de geldende voorschriften, zijn mi- neralen met niet ontlijmd beendermeel in plaats van met ontljjmd beendermeel had samengesteld. Het staat niet met absolute zekerheid vast, dat de thans heerschende besmettelijke vee- ziekte „miltvuur" is veroorzaakt door de ver- werking van niet ontljjmd beendermeel in mengvoeders. Wei staat vast, dat alle ge vallen van miltvuur met uitzondering van enkele gevallen zijn voorgekomen op bedrij- ven, waar mengvoeders, waarin mineralen waaronder beendermeel waren verwerkt, afkomstig van het boven'bedoeld bedrjjf aan het vee waren verstrekt. In antwoord op de vraag of een maatregei in overweging is genomen, welke den eigena- ren van aan miltvuur gestorven dieren een vengoeding verzekert wegens deze niet uit eenig normaal bedrijfsrisico voortvloeiende schade, wijst de Minister op de mogelijkheden, welke de veewet ten aanzien van sehadeloos- etelling geeft. Daamaast zullen de voor raden besmettelijke stoffen ter vernietiging tegen de waarde worden overgenomen. Op vragen van het lid der Tweede Kamer, den heer Bierema, betreffende hetzelfde on- derwerp, heeft de Minister van Economische Zaken o.m. nog geantwoord, dat zoodra ge bleken was, dat de recente gevallen van milt- vuhr zeer waarschijnlijk veroorzaakt waren door de vermenging van geimporteerd been dermeel, heeft de Minister onverwijld bevor- derd, dat maatregelen van ver strekkenden aard met betrekking tot den import zijn ge nomen. Daar maatregelen getroffen zijn, de be- smette partijen te blokkeeren en van de be- drijven te verwijderen en anderzijds de vee- voederfabrikanten en ook de landbouwccs in de gelegenheid zijn gesteld, door een soepele toepassing van de geldende voorschriften ten aanzien van het vervoer (verstrekking van extra bestelbonnen) hun voorraad aan te vul- len, kan de Minister geen aanleiding vinden, den veehouders bovendien toe te staan uit .eiigen voorraad meer voeder te gebruiken, dan waarvoor reeds toestemming is verleend v66r het optreden van de miltvuur-eruptie. Het geval van de Altmark heeft, merkt de N. R. Crt. <op, voce ons, Nederlanders, n6g een kant. Bij ons komt de naam ,,Venlo" on- willekeurig op de lippen. Bij Venlo is 66k on- zijdig rechtsgebied ge3chonden, bij Venlo zijn 66k dooden gevallen zelfs Nederlandsche, onzijdige, dooden bij Venlo werden 66k menschen met geweld over de grens gesleurd doch dit geschiedde toen niet om weder- rechtelij'k gevangen gehouden Duitschers te bevrijden, maar om Nedeclanders en Britten wederrechtelijk in gevangenschap te brengen. Wellicht dus, dat het geval van de Altmark te Berlijn de oogen opent voor het veel groo- tere onrecht, dat in November 1939 te Venlo is geschied. ITALIAANSOHE KOLENSCHEPEN TE ROTTERDAM. In het Engelsche Lagerhuis heeft minister Cross op de vraag of de regeering wist dat Italiaansche schepen te Rotterdam Duitsche kolen voor Italie laadden, geantwoord dat de regeering aan de Italiaansche regeering had meegedeeld, dat deze tran3porten na een zekeren datum, die thans niet ver meer ver- wijderd was, niet meer ongehinderd zouder kunnen geschieden. De reden om een zekeren termijn te stellen was in de eerste plaats geweest om de moei- lijkheden der neutralen, in dit geval Neder- land niet te vergrooten en vervolgens om de Italiaansche regeering gelegenheid te geve- naar een andere transportmogelijkheid uit zien. De minister zou den datum nog nader meedeelen van dat oogenblik af zouden ook deze schepen aangehouden worden al3 zij zouden trachten voort te gaan met het ver- voeren van Duitsche steenkool. DE STRANDING VAN DE „ALKMAAR". Het stoomschip „Farmsum" van de Stoom- vaart Maatschappij „Oostzee", welk schip op weg is van Zuid-Amerika naar Nederland, heeft de geheele bemanning van het stoom schip ,,Alkmaar" van de K.N.S.M., dat Zater- dag na'bij de Kaap Verdische eilanden is ge- strand, Maandagmiddag van een rots, waar- heen zij met een boot was overgebracht, af- gehaald. De ,,Farmsum" is thans op weg naar het eiland Sint Vincent, waar heden (Dinsdag) het stoomschip ,,Stuyvesant" de bemanning van de ,,Alkmaar" zal overnemen om haar naar Nederland te brengen. ACHT AMERIKAANSCHE SCHEPEN AAN BELGISCHE REEDERIJ VERKOCHT. Acht schepen, o.m. de ..President Har ding" (13.869 ton) van de United States Line zijn verkocht aan de Belgische reederij So- ci6t6 Maritime Anversoise te Antwerpen. De schepen zullen dienst doen op de route New-York, Belgie, Engeland en Frankrijk. De koopsom zou ongeveer 4 millioen dollars bedragen. MAATREGELEN TEGEN EXTREMIS- TISCHE BEINVLOEDING VAN HET BELGISCHE LEGER EN DE BEVOLKING. Een Belgisch ministerieel besluit verbiedt het verschijnen van het Vlaamsche nationa- lfstische „Dietsch opvoedkundig tijdschrift", aangezien dit een nadeeligen invloed zou kun nen uitoefenen op het moreel van leger en bevolking. Het parket zet zijn onderzoek in communistische krir.gen in de provincie voort. In Namen en Luik zijn documenten in beslag genomen. In Luik werd drukkers- materiaal in beslag genomen. HET EINDE VAN DE REXISTISCHE PARTI J IN BELGIE? Volgens geruchten welke in politieke krin gen de ronde doen, zouden, naar de Brussel- sche correspondent van de N. R. Crt. meldt, onderhandelingen gaande zijn tusschen De- gcelle, den leider van de fel gcdunde rexistl- sche partij en het bestuur van het Blok van Belgische katholieken. Degrelle zou, mits inachtneming van zekere voorwaarden en het behoud van zijn kamer- zetel, voorgesteld hebben naar de Katholieke Staatspartij terug te keeren. De rexistische partij zou in dit geval definitief worden ont- bonden. ENGELAND'S ACTIE IN DE NOORSCHE WATEREN. Het Britsche ministerie van buitenlandsche zaken heeft Zondagavond het volgende com munique gepubliceerd: ..Halifax heeft Zaterdag bij den Noorschen gezant geprotesteerd tegen het feit, dat de Noorsche autoriteiten niet de aanwezigheid van 300 tot 400 Britsche gevangenen aan boord van de .Altmark" hebben vastgesteld, toen dit schip te Bergen doorzocht werd. Den Noorschen gezant werd verzocht, met spoed inlichtingen in te winnen omtrent de omstandigheden, die aanleiding tot deze kflacht hebben gegeven. Hem werd medege deeld, dat, naar het de Britsche regeering toe- seheen, de Noorsche regeering in deize aan- gelegenheid te kort was geschoten in haar plicht als neutraal land en dat de Britsche regeering van oordeel was, dat de zaak tegen dit bijzondere schip Van dien aard was, dat zij met recht er op kon aandringen, dat de .Altmark" werd geintemeerd.'' De Engelsche regeering heeft de Noorsche regeering een mededeeling toegezonden be treffende de wijze waarop de Noorsche auto riteiten ten aanzien van de Altmark" zijn opgetreden, toen dit schip in de Noorsche wateren vertoefde. De mededeeling heeft den volgenden inhoud: ,,Het was algemeen bekend, dat de .Alt- mark" deel genomen heeft aan de rooftochten van de .Admiral Graf Spee", waarvoor het schip optrad als hulpvaartuig. Wii hadden zeer goede redenen, bevestigd door de Engel sche onderdanen, die van de „Graf Spee" ge- haaid zijn en die te Voren op de Altmark" gevangen hadden gezeten, om te weten, dat er ongeveer drie tdt Vierhonderd Britsche onderdanen aan boord waren, die geruimen tjjd geleefd hadden onder ondraaglijke om standigheden. Men geloofde ook op aanneme- ljjke gronden, dat de „Altmark" offensieve bewapeningen bezat. De geschiedenis van dit schip moet de Noorsche regeering welbekend izijn geweest en naar de opvatting der Engel sche regeering was het plicht van de Noorsche autoriteiten toen dit schip Bergen binnenliep Sn doorvaart verzocht door Noorsche terri- toriale wateren om het aan een uiterst zorg- vuldig onderzoek te onderwerpen. De Engel sche regeering zou dankbaar zijn voor alle brj- zonderheden ten aanzien van de vraag hoe dit onderzoek werd geleid en welke feiten ont- dekt werden. De door de Engelsche regeering ontvangen berichten gaven aan, dat het onderzoek vluch- tig is verricht, gelrjk blijkt uit het feit, dat er geen gevangenen zijn ontdekt. Voor zoover de feiten op dit oogenblik de Engelsche re geering bekend waren, leek het haar toe, dat de Noorsche regeering in gebreke was geble- ven ten opzichte van haar plichten als neu traal land. Wanneer zij in feite de Britsche gevangenen aan boord gevonden had, wat zou zij dan met hen gedaan hebben? Zij zou hen hebben vrijgelaten, of in ieder geval ze aan gehouden hebben, hangende een volledig om derzoek der positie. De Engelsche regeering was daarom van gevoelen, dat zij alle rechten had om zich te beklagen over niet-optreden der Noorsche regeering. Zooal3 hierboven ver- klaard is, waren driehonderd Engelsche onder danen iweken en maanden in nauwe opsluiting gehouden en wanneer deze gebracht waren naar een kamp in Duitschland, zou de Noor sche regeering verantwoordelijk zijn geweest voor het lot dezer mannen. Intusschen was het geval met het schip van dien aard, dat de Engelsche regeering recht had aan te drin- gen op interneering van de „Altmark". Reuter verneemt, dat de Britsche minister van buitenlandsche zaken, Lord Halifax, reeds besloten had een protest in te dienen bij de Noorsche regeering ten aanzien van de .Altmark" lang voor er sprake was van een protest van Noorwegen. In diplomatieke kringen denkt men, dat de Britsche autoriteiten gerechtvaardigd waren om te doen, hetgeen zq gedaan hebben, ge- zien het feit, dat de Noorsche autoriteiten niet tot optreden waren overgegaan ondanks de tot haar gerichte verzoeken. Natuurlijk wortd erkend, dat men krijgs- gevangenen van deze soort niet over land door Noorwegen zou hebben laten gaan. Een andere kwestie, die zich voordoet, is of de Britsche onderdanen aan boord van de „Alt- mark" als krrjgsgevangenen werden be schouwd. Wanneer deze punten zouden wor den opgehelderd zou dat kunnen dienen om licht te brengen in de kwestie of Noorwegen al dan niet schuldig was aan onneutraal ge- drag door te veroorlooven, dat de .Altmark" haar reis vervolgde. Wat het Duitsche protest betreft, wordt er op gewezen, dat er niet de minste twijfel be- staat, dat de .Altmark" een hulpoorlogsschip was, terwijl het Duitsche optreden bij het tot zinken brengen, zoowel van Engelsche 'als neutrale koopvaarders in Noorsche territo- riale wateren Duitschland in deze aangelegen- heid geen enkel recht van spreken geeft. Het Noorsche Telegrambureau meldt uit Oslo: De bladen van alle richtingen veroordeelen eenstemmig de ernstige schending van de Noorsche wateren door de Britsche vloot. Zij vertolken de verontwaardiging, die algemeen in Noorwegen heerscht. De conservatieve Morgtenbladet schrijft: ,,Het Noorsche optreden ten aanzien van de „Altmark" was volkomen correct. Noor wegen had volgens het internationale recht de bevoegdheid de Altmark" vrijen door- tocht toe te staan, als het schip zich overigens aan de reglementen hield. Wij hadden noch het recht noch den plicht de Britsche gevan genen te bevrijden. Inderdaad is de .Alt- mark" niet te Bergen doorzocht. Het schip is slechts aangehouden en de papieren zijn gecontroleerd, toen de „Altmark" in de Noor sche wateren kwam. Het schip voer het Kanaal in en kwam langs Bergen doch is de haven van Bergen niet binnengeweest en heeft er het anker niet uitgeworpen; het heeft zich gehouden aan de voorschriften voor een .pas sage inoffensif". Indien de Engelsche schepen buiten de Noorsche wateren hadden gewacht, zou de Duitsche boot vroeg of laat die wateren heb ben moeten verlaten, doch dan waren wellicht Duitsche schepen en vliegtuigen verschenen. Het was inderdaad eenvoudiger de zaak op te lossen door de Noorsche wateren te schen- den! Niemand zal de Britsche daad als een heldhaftige toejuichen, zooals de Engelschen doen. Het Noorsche volk neemt er met ont- moediging kennis van, dat de schennis is ge- pleegd door een Westelijke mcgendheid, die er aanspraak op maakt, de verdedigster van de kleine neutrale landen, hun vrijheid en on- afhankelijkheid te zijn." De eveneens conservatieve Aftenposten zegt: ,,Het kan zijn, dat de kapitein van de .Altmark" de Noorsche autoriteiten misleid heeft, doch het Duitsche schip heeft de Noor sche neutraliteit niet geschonden. Wij be- treuren het, dat de aanval den dood van Duitsche zeelieden veroorzaakt heeft, evenals wij het betreuren, dat een ruwe oorlogvoering ter zee honderden Noorsche zeelieden het leven kost. Tot Engeland zeggen wij, dat dit- maal blijkbaar de overweging, dat met de kleine Noorsche natie geen rekening behoeft te worden gehouden, den doorslag heeft ge geven. Het is te betreuren, dat ook Enge land thans bevestigd heeft, dat niet het recht, maar de macht in een moeilijke positie telt." Duitsch commentaar op Engeland's optreden. De correspondent der N. R. Crt. te Berlqn telefoneerde Zondagavond Over het geval „Altmark" is zakelijk nieuws hier heden nauwelijks bekend gewor- den, maar er is een vloed van oordeelvellingen, natuurlijk in scherp afkeurenden zin. Zoo gaf men ons, met de toevoeging, dat zij als officieel kon worden beschouwd, een verkla- ring, volgens welke de Britsche regeering niet, zooals zij dat zelf wil laten voorkomen, uit verdedigers van recht en moraal bestaat, doch uit rechtsverkrachters en moraalvertre- ders. De inbreuk op de Noorsche neutraliteit moet niet alleen aan Duitschland, zoo hoort men, maar ook aan de andere aan de zee liggende neutrale staten te denken geven. Want kan men voortaan, zoo wordt hier te ingelichter plaatse betoogd, na dit voorval niet alles van Engeland verwachten? Wie waarborgt, dat niet Engeland's zeestrrjd- krachten, gelijk zij in de Josingfjord zijn ge- drongen om gevangenen te bevrijden, in een andere neutrale haven zullen binnendringen om zich bijvoorbeeld van documenten mees- ter te maken of om een dergelijk doel te be- reiken. Gezien het feat, dat Noorwegen officieel te kennen heeft gegeven, dat het tegen de Engelsche overmacht machteloos was, moet Duitschland dus de mogelijkheid in het oog vatten, dat Engeland in andere neutrale kust- landen een d-eirgelijke raid uitvoert, terwrjl de neutrale landen zich dan met onmacht ver- ontschuldigen, zoo zegt men hier. Dit kan onder omstandigheden voOr de houding van Duitschland ten opzichte van hetgeen ter voorkoming van het intreden van dergelijke gevallen moet worden gedaan, van veel ge- wichit zijn. Zoo laat men zich hier in inge- lichte kringen uit. Men ziet, dat het in deze redeneering zoo wordt voorgesteld, alsof het antwoord van Noorwegen op het Duitsche protest uit naam en in opdracht van alle andere neutrale kust- staten zou zijn gegeven. Een grond voor deze veronderstelling is niet te ontdekken. Intusschen wenscht men hier scherp on- derscheid gemaakt te zien tusschen het be- slechten van de kwestie tusschen Noorwegen en Duitschland die tusschen Noorwegen en Engeland en die tusschen Engeland en Duitschland. Met Engeland is Duitschland in oorlog en het zal om het juiste antwoord op deze En gelsche zeeschuimersstreek" niet verlegen zijn. Wat de kwestie met Noorwegen be treft, deze verlangt een nauwkeurig, rustig, en dus tijdroovend onderzoek. Vooreerst is het dus het tusschen Engeland en Noorwegen gerezen conflict hetwelk de meeste belang- stelling verdient. Dit is stellig juist. Gedurende iederen oor log plegen er incidenten voor te vallen tus schen de oorlogvoerenden en de neutralen. Deze incidenten kunnen nog zoo emstig of veelvuldig zijn, zij zullen toch geen r.oodlot- tige oonsequenties hebben, zoolang aan beide zijden den wil bestaat om die te /ermijden. Wenscht men echter aan een van beide zijden die consequenties wel, dan is ook spoedig het incident gesehapen, dat daartoe moet voeren. Daarom is het van belang om na te gaan, welke handelingen na het incident geschie den, omdat daaruit kan worden opgemaakt, welken kant men uit wil. Duitschland heeft bij Noorwegen wel een uiterst scherp protest ingediend, maar dit protest richt zich meer tegen de handelwijze van Engeland dan tegen Noorwegen zelf. Duitschland wil het geval Noorwegen aan een onderzoek onderwerpen en is blijkbaar niet van zins nu dadelijk rigou- reus tegen dit land op te treden. Maar hoe is het met Engeland? Volgens hier ingekomen berichten eischt Engeland van Noorwegen, in antwoord op den Noor schen eisch tot weder goedmaking, nu ook nog de interneering van de Altmark. Deze eisch van Engeland zweemt al heel weinig naar een excuus of naar een poging om de zaak op een dood spoor te brengen. Hij schijnt veeleer een aanwijzing te zijn, dat Engeland een uitgangspunt zoekt om zich, ten behoeve van zfln oorlog tegen Duitschland, op zijn minst bijzondere voorrechten in de Noorsche wateren te verzekeren. Dit meent men hier te kunnen zeggen, zonder de teugels van zijn fantasie te vieren of op de gebeurtenissen vooruit te loopen. In verband met dit een en ander wordt hier bjj herhaling met nadruk verzekerd, dat de ondergang van de drie bekende Engelsche schepen in de Noorsche wateren niet te wij ten is geweest aan maatregelen van de Duitsche marine. De zwerftocht van de Altmark", Een van de gevangenen, die van de Altmark is bevrijd, heeft over zijn avonturen o.m. het volgende verteld: Op 27 September 1939 ver- trokken wij met de New Beach van Kaap- stad. Het schip is door de Graf Spee op 5 October in den grond geboord. De bemanning werd aan boord van de Graf Spee genomen. De bemanningen van de Huntsman en de Ashlea, in totaal 153 man, werden aan boord van de Altmark gebracht. De Altmark wij- zigde haar naam en werd de Sogne uit Oslo. Op 23 October werd de Trevanion door de Graf Spee in den grond geboord. De beman ning werd aan boord van de Altmark gezet. Dien dag vertrok de Graf Spee op jacht. Het schip kwam op 26 November terug met 26 gevangenen. Op 28 November verliet de Alt- mark de Graf Spee naar een onbekende haven. Op 1 December werd de Doric Star- tot zinken gebracht. Op 3 December de Tai- roe, waarbij vijf man werden gewond. De ge heele bemanning met uitzondering van den kapitein werd aan boord van de Altmark ge nomen. De Doric Star en de Tairoe hadden resp. 83 en 85 man aan boord. De Altmark nam toen den naam van Chequita aan en werd geheel grjjs geschilderd. Na den ondergang van de Graf Spee voer de Altmark op 22 Ja- nuari naar het Noorden. Op 31 Januari werd koers gezet naar Duitschland en op 14 Febr. zag men land. Het schip voer een haven bin nen, maar bleef ver van de kaden. Op 15 Fe- bruari trachtte het te ontsnappen. Tenslotte kwam dan de aanval vein de Cossack. De Engelschen aan boord van de „Altmark". Volgens het D.N.B. heeft het Engelsche entercommando aan boord van de Altmark de verblijven van de officieren en van de beman ning vrijwel leeggehaald. Zij zouden groote hoeveelheden alcohol, zilveren voorwerpen, horloges, linnengoed en kleedingstukken heb ben meegenomen. Een Belgische persstem inzake de „Altmark". De Libre Belgique schrijft: Het incident met de Altmark is betreurens- waardig, maar de verontwaardiging vol vertoon in Duitschland, maakt op niemand indruk. De schending van neutraal territoir door 66n oorlogvoerende rechtvaardigt niet, zelfs niet als repressaille, een schending van hetzelfde territoir door een anderen oorlog voerende, maar er is niets gemeenschppelijks tusschen het optreden van den Britschen torpedobootjager, die een gewapend Duitsch schip aanvalt, dat heimelijk krijgsgevangenen door neutrale wateren vervoert en het optre den van een Duitsche duikboot, die een Nederlandsoh schip torpedeert, dat tusschen neutrale havens vaart. De afleiding die door de Altmark gewekt is, hoe handig ook in Berljjn georkestreerd, zal de aandacht niet afwenden van het geval met de Burgerdijk. EEN ZWARTE WEEK VOOR DE SCHEEPVAART. In de week welke Zondag te middernacht eindigde, zijn volgens de officieele Engelsche mededeeling tengevolge van vijandelqke actie vijf Engelsche en vijftien neutrale schepen van bij elkaar 86.077 ton verloren gegaan, n.l. 39.276 ton Britsche en 46.801 ton neutrale scheepsruimte. Onder de neutrale schepen -zijn er twee, waarvan het verlies nog niet eerder werd vermeld, het Finsche schip Wilja (3396 ton), dat tengevolge van een ontploffing zonk en waarvan alle opvarenden werden gered, en het Noorsche schip Sangstad (4297 ton), dat getorpedeerd werd en waarvan 28 leden der bemanning en een passagier werden gered. De tonnage is nog geen enkele week zoo groot geweest als de vorige week. Zij over- treft nog het getal van 78.193 ton uit de tweede week van den oorlog. Door vijande- ljjke handelingen is nu meer dan een millioen ton scheepsruimte verloren gegaan, n.l. 1.059.766 ton. Ter vergelijking met den onbeperkten duik- bootoorlog diene, dat in April 1917 869.000 ton in een maand verloren ging het gemid- delde was 203.000 per week. De Britsche admiraliteit merkt op, dat de vorige week de Duitsche regeering opnieuw den onbeperkten duikbootoorlog heeft afge- kondigd, zulks tengevolge van Churchill's verklaring, dat de geallieerde koopvaarders gewapend zouden worden. Het heeft er ech ter alien schijn van, dat Duitschland dezen vorm van ocrlog reeds eenigen tijd voert en wel voornamelijk tegen neutrale schepen, welke zeker niet Zijn gewapend. De admiraliteit schat, dat vermoedelijk 13 van de 15 neutrale schepen door duikbooten zonder waarschuwing zijn getorpedeerd. De Britsche regeering heeft echter haar jacht op duikbooten verschenpt en in zes dagen tijds de vorige week zijn vier duikbooten zeker door de Britsche vloot tot zinken gebracht en, naar men vermoedt, ook nog twee andere doer de vloot of de luchtmacht. Tot 14 Februari werden 8969 schepen ge- convooieerd, waarvan er 19 verloren gingen, 1 op de 472. De Sultan Star en de Gretafield, die ver- leden week verloren gingen, voeren toen niet in convooi. Grieksch schip getorpedeerd. Het van Engeland naar Griekenland onder- weg zijnde Grieksche s.s. Ellin, 4917 ton, is op 60 mijl van kaap Finisterre getorpedeerd. De uit 26 koppen bestaande bemanning werd gered. Nadat de bemanning van de Ellin in de boo- ten was gegaan, lanceerde de duikboot de tweede torpedo, die het met kolen geladen schip deed zinken. De 26 opvarenden die ge red werden door een visschersvaartuig uit la Coruna, zijn alien naar een ziekenhuis over gebracht. BEPERKING VAN STROOMVERBRUIK IN NOORWEGEN. De Noorsche regeering heeft een beroep gedaan op het publiek, het verbruik van elec- trischen stroom vrijwillig te beperken, ten einde stopzetting van fabrieken te voor komen. In sommige deelen des lands onder- vindt men n.l. tijdelijk moeilijkheden met de stroomlevering. Voorts heeft de regeering den bisschoppen verzocht de godsdienstoefeningen te beperken, teneinde het gebruik van ge- importeerde brandstoffen te verminderen. TIENDUIZEND GARIBALDIANEN NAAR FINLAND. Tienduizend Garibaldianen zullen volgens Havas naar Finland vertrekken, onder bevel van Marabini, president van de Garabaldia- nen, die den slag in de Argonnen overleefd hebben. Marabini heeft tegenover een medewerker van de Intransigeant verklaard: ,,De Garibaldiaansche traditie maakt het ons tot een plicht, aan de izijde der Finnen te»gen de Sovjet-aanvallers te strijden. Wij doen thans een beroep op alle in het buiten land wonende Italianen. Wij zeggen tot hen: Als geestelijke erfgenamen van Guiseppe Garibaldi hebt gij niet het recht, een vrlj en trotsch, doch zwak volk te laten wurgen door een vijftig maal zoo sterken tegenstander.. Wij gehoorzamen, zoo verklaarde Marabini nog, aan een oude traditie, zonder op welke wijze ook te handelen in tegenstelling met de regeering van ons land. BEPERKING VAN DEN ROEMEENSCHEN PETROLEUMUITVOER. Volgens een bericht van Reuter uit Boeka- rest is een belangrijke ontwikkeling ingetre- den in het Roemeensche petroleumvraagstuk, doordat de Roemeensche regeering den uit- voer verboden zou hebben naar alle landen van hoogwaardige benzine voor vliegtuigen. Het gevolg van dit verbod zou zijn, dat alle voor export beschikbare petroleum slechts in ruwen staat kan worden uitgevoecd. Na de distillatie blrjft hiervan slechts 20 pet. over voor de hoogwaardige benzine, welke uitslui- tend voor vliegtuigen kan worden gebruikt. Nader wordt gemeld: Het bericht omtrent het Roemeensche be sluit, dat den uitvoer van benzine van hoog octaangehalte (vliegtuigbenzine) naar alle landen verbiedt, zal naar alle waarschijnlijk- heid de Duitsche afnemers het meest treffen. Het is bekend, dat ten behoeve van de Duit sche voorraadvorming gedurende het vorige jaar groote ladingen benzine, speciaal be- sfemd voor vliegtuigmotoren, uit de Ver. Sta ten rechtstreeks per schip naar Duitschland werden vervoerd. De Duitsche petroleumindustrie beschikt over slechts twee installaties waarin ruwe benzine door een speciaal distillatieproces tot hoogwaardige vliegtuigbenzine kan worden verwerkt. Deze installaties bevinden zich te Harburg, een van de voorhavens van Ham burg. Het is ook niet zonder reden, dat bjj de verkenningsvluchten van de Engelsche luchtmacht boven Duitschland aan de zich daar bevindende raffinaderijen bijzondere aan dacht wordt besteed. OUD METAAL IN FRANKRIJK. Het ophalen van metaalafval is te Parijs methodisch ter hand genomen, met behulp van padvinders wordt de eene na de andere wijk afgegraasd en aan deur na deur ge- klopt. De een geeft zijn oude kachel, de ander een ledikant, varroest gereedschap, ijzerdraad, pannen, blikken van verduurzaamde gcoenten enz. Men heeft recht op frs. 15 de 100 kilo, maar velen maken hier geen aanspraak op. De voornaamste bron van oudroest of wat ermee gelijk gesteld mag worden zijn een automobielfabciek, scheepswerf, een werktuig van krijgstuig, die dagelijks een berg aan af- val opleveren. Dit alles wordt geplet, ultge- rekt tot rails en binten of versmeed tot ka- nonnen, assen, wielen, pantserplaten. De be arte stukken gaan in den electrischen oven, die het staal van hooge kwaliteit levert. INVAL VAN MILITAIREN IN HOTEL TE DUBLIN. 150 gewapende soldaten hebben het Meath Hotel in Pamell Square te Dublin omsingelri en er vervolgens een invo.1 in gedaan. Dertien vooraanstaande leden der Ira zijn gearre3- teerd. Voor het gebouw waren twee machine- geweren opgesteld. Deze raid was de eerste krachtens de nieuwe Emergency Powers Act. Er zij aan herinnerd, dat het Opperste Hof onlangs deze noodwet in overeenstemming met de grond- wet heeft verklaard, waarbjj dus het gevangen houden van Iersche nationalisten zoowel als buitenlanders zonder proces wettig is. Te Cavan heeft de Valera voor een plaatse- lijke vergadering van zijn partij het woord gevoerd. Hij veroordeelde energiek de houding der leden van het Iersche Republikeinsche Leger, die zoo zeide hq door de natio- nale instellingen aan te vallen, de vrijheid des volks aanvallen. rHij wees er op dat de leden dezer organisatie geenszins bijdragen tot een oplossing van het probleem der Iersche dee- ling. Spreker bestreed een motie, waarin in- vrijheidstelling van alle politieke gevangenen werd voorgesteld. Deze motie werd verwor- pen en een amendement aangenomen, waarin de Iersche jongeren worden aangespoord de regeering te steunen. DEENSOHE STEM OVER DE VERNIETIGING VAN NEUTRALE SOHECEN. In de Berlingske Tidende schrijft professor Gunmund Hatt, volgens het Deensche corres- pendentie bureau Ritzau, een artikel, waarin hij vraagt: Heeft Duitschland voordeel van de vernietiging der neutrale scheepvaart, van het afsnijden van den handel van zijn neutrale buurstaten en het insluiten van Denemarken en Nederland van de zeezijde? Zal dat geluk- ken? Amper. Doch stellen wij ons een oogen blik voor, dat het Duitschland werkeljjk ge- lukken zou de zee voor Nederland en Dene marken te versperren. Wat zouden dan de ge- volgen zijn? Wie zou er het meeste onder lijden? Stellig de Nederlanders en Denen. Deze kant van de kwestie interesseert de oor logvoerenden echter niet bqzonder. Belangrijker is de vraag: „Welke beteeke- nis zal de vernietiging van het Nederland sche en Deensche bedrjjfsleven en productie- vermogen op den loop van den oorlog heb ben? Engeland zal niet verhongecen als het geen Deensche boter en Hollandsche kaas meer krijgt. Door het afsnijden der overzee- sche verbindingen van Nederland en Dene marken verhindert Duitschland den toevoec van grondstoffen, welke noodig zijn voor de handhaving der productie van levensmiddelen. Kan vermeden worden, dat een dergelijke loop van zaken in Duitschlands nadeel geschiedt? Kan het slecht gevoede en slecht georgani- seerde Oost-Eucopa Duitschland schadeloos stellen? Zou het niet voor Duitschland zelf beter zijn, indien het Nederland en Dene-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 2