m rfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN De kracht van Nederland. IN DIPLOMATIEKEN DIENST. AKKERTJES Ho. 10.031 MAANDAG 19 FEBRUARI 1940 80e Jaargang Feuilleton De organisatie van den vrede. Verkouden EERSTE BLAD De wapenen, die onzen vrede beschermen. helpen direct NEUZENSCHE COURANT ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen fr. per post f 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling. Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE GIRO 38150 TELEFOON No. 2073. ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20. ItLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling. Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend. Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave. DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND. „Nederland zal zijn neutraliteit naar alle zijden handbaven", zoo beet bet steeds, als onze positie in de wereld besproken wordt, en in een regeeringscommunique van eenige weken geleden werd bet nog sterker uitge- drukt: een aanvaller zou de voile kracbt onzer wapenen ondervinden. Hoe welsprekend en vastberaden de offi- cieele taal in Nederland ook wordt bij bet aonroeren van bet onderwerp „zelfstandig- heid", tocb is nog welsprekender de taal, welke onze wapenen en verdedigingswerken spreken tot hem, die ze met eigen oogen aanscbouwt. Deze overweging was het, die de militaire overheid over bezwaren van ge- heimbouding been deed stappen en haar, door bemiddeling van den regeerin-gspersdienst, een uitnoodiging deed richten aan de hier te lande vertoevende buitenlandscbe correspondenten en aan de Nederlandsche pers. In de eerste plaats wel waren de buiten- landsche correspondenten genoodigd, met uitsluiting intusschen van degenen, wier land in oorlog was. Voor de buitenlanders was de tocht, die onder de uitmuntende leiding van eenigie stafofficieren door Nederland werd gemaakt, bijzonder leerrrjk, doch ook voor ons Nederlandscbe joumalisten, die sinds September, evenals alle andere niet-militaire landgenooten, van een groei onzer defensie- gordels slechts zeer oppervlakkige symptomen te zien bebben gekregen, was de driedaag- scbe rit een openbaring. Niet dat alle sluiers der geheimhoudirig nu zjjn weggevallen. Wij zagen slecbts frag- menten, telkens ,,ergens anders in Neder land" (bij die plaatsaanduiding moeten we het laten). De f ragmen ten echter waren, naar men ons verzekerde, representatief voor de rest. Suggestief waren ze ook, want na drie dagen lang in autobussen gezworven te heb- ben door meer dan de helft der Nederlandsche provincies en daarbij doorloopend gesteld te zifn voor ltnies, inundaties, accessen, kazemat- ten, versperringen, hinderlagen, geschut, kaz'emes, vestingen, bruggenboofden, gracb- ten, hospitalen en wat al niet meer, na zulk een program te hebben afgewerkt waant men zich in een land, waar den armen burger nau welijks plaats meer gelaten is. Toen verleden voorjaar een der Kamer- leden am tweehonderd kazematten vroeg, zal bij wel niet beseft hebben, boe bescheiden deze wensch een jaar later geacht zou, wor den, bet zou een veelvoud van tweehonderd worden, zei de Minister toen. Deze toezegging is wel vervuldde kazematten en steunpunten Oggen gezaaid1 over onze defensiestrooken, ver ervoor ,en diep erachter. Honderdduizenden soldaten en duizenden burgers hebben er, gebolpen door de modern- site tecbniek, de laatste maanden aan gewerkt. „Wij zijn nog niet klaar, wij gaan door", zoo zeide ons de commandant veldleger, luitenant- generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst. Hij sprak ons zijn waardeering uit voor den troep, die zoo hard heyft gewerkt, en voorai in de wintermaanden onder zoo moeilijke om- standigheden, een waardeering, die gedeeld zal worden door elkeen, die ziet, wat er w e klaar gekomen is. Inderdaad een aanmerke- m veelvoud van tweehonderd. Nederland heeft thans verschillende stroo- ken land, die voor een aanvaller halsbreken- de hindernissen izouden zijn. Het heele verdedigingastelsel is gebaseerd op de gedacbte, dat elke beveiliging zelf weder een beveiliging behoeft. Niets is op een kaart gezet. Telkens zagen we bij deze excur- sie, zoowel in bet klein als in het groot, dit principe toegepast. Zoo is de waterlinie, vroeger vrijwel onze eenige defensiegordel, door verschillende in de diepte gegroepeerde linies gedekt, welke barrieres zich tot dicht bij de landrgrenizen voortplanten. Een vijand, van welken kant hij ook zou komen, zou linie op linie moeten forceeren om tot het centrum te kunnen d<fcrdringen. Men heeft ons van elke soort linies stukken laten zien, stukken van een linie in een grensstreek, van een die meer het centrum des lands nadert, van de waterlinie en van de versterkte kust. Telkens was het gegeven terrein op eigen wijize uit- gebuit. Ergens in een der voorste hoofdlinies, was er een kale moerassige vlakte, met slechts hier en daar een goeden weg. Rond zulk een toegang concentreerde zich dan de kracht der verdedigin-g. De tanks en pantserwagens en het zware materieel, die in het terrein geen schijn van kans badden, waren op of dicht bij de wegen te verwachten, dus waren daar de tankgrachten en versperringen, de kaze matten met anti-tankgeschut en verschillen de achter elkaar gelegen mitrailleumesten en steunpunten, deels in beton, deels van hout en aarde, terwijl de artillerie achterwaarts haar plaats had. Zulk een „acces-verdediging" wacht den vijand op. een vooruit bepaald punt op, wetend, dat hij zijn krachten niet kan en zal verspillen op bet moeras. Elders in die omgeving zagen we de verde- diging van een boschacbti-ge en vlakke zand- streek, hier was de verdediging in de breedte uitgettokken, hermetisch gesloten en ook ver- raderl-ijk gecamoufleerd. Hier zijn de moge- lijkheden gescbakeerd, en de hinderlagen dus eveneens, hier geen openlijke tankgracht, maar valkuilen, verborgen onder een humus- laag. De natuur, het bosch, het struikgewas, levert hier de camouflage. Weer elders was de situatie geheel anders. Daar liep de linie door een bebouwde kom, langs een kanaal, waar aan beide zijden hui- zenrijen naast stonden. De oplossing was hier weer geheel anders. De vijand moet hier op korten afstand, met een stelsel van kruis- vuren, worden opgevangen. De artillerie zal de overkant van. bet kanaal wel bestoken, maar de eigen kant moet tocb door infanterie- wapens tot de waterkant toe bezet blijven, want de opdracht luidt: niemand er door. Die wapens zijn er ook, maar waar? dat schoen- makerswinkeltje met zijn frissche gordijnen bekijk het van nabij, en gij ziet hoe schijn bedriegt. Het gordijn is geschilderd en de baksteenen buitenmuur bedekt meters beton en staal. Ginds is een bijgebouwtje, waar de tulpen voor een vriendelijk venster bloeien De tulpen en het venster zijn geschilderd, de vuurmond evenwel is echt. Een konijnenhok blijkt zware mitrailleurs te bedekken en een huisje, dat men, afgaande op eenige bijbehoo rende gebruiksvoorwerpen, onmiskenbaar als een „zekere plaats" meende te hebben her- kend, blijkt een nog kwaadaardiger innerlijk te verbergen. De constructie van deze kaze matten is stevig: de belendende huizen kun nen er gerust op vallen, ze zullen er slechts steviger door worden. Weer ergens anders is een snijpunt van kanalen. Er is ook een heuvel, die is dus nu een fort geworden, een modeme burcht, die zijn omgeving met tientallen schietgaten be- heerscht en de geweldigste aanvallen zal tarten. Wij gaan verder. Daar is een rivier, een der groote rivieren Mis. Het stroompje. nauwelijks op de kaart te vinden, heeft een breedte van een kilometer gekregen. Het is een kwestie van dammen en sluizen. De hier gestelde inundatie vomit nog een onderdeel van de uitgestrekte linie, waaraan boven- staande voorbeelden zijn ontleend. Wij komen buiten de linie in de richting van de grens. Hier liggen bruggen. De be- woners van grensstreken weten het wel: elke brug is een bolwerk. De wachten ervoor, er achter, de kazematten in front en opzrj, de prikkeldraadversperringen tot ver achter de kazematten, de ,,-asperges" en friesche rui- ters, zij beschermen de brug zelfs van aan vallen van de zijde van het binnenland. En elk beschermingsmiddel wordt weer door een Roman van JOHANN D. DEGREEF. (Nadruk verboden.) 83) Vervolg. Gordon stelde telefonisch de Hendons op de hoogte van het heugelijke nieuws. Zij wa ren zeer verrast en wenschten hem geluk. Hij beloofde 's avon-ds even aan te zullen komen en legde vervolgens de telefoon neer. Nauwelijks had hij zich van het toestel af- gewend, of hij werd opgebeld. Tot zijn verras- sing werd hij opgeroepen door Scotland Yard, liet was een onbekende inspeoteur, met wien hjj sprak. „Mylord, namens lord Rotherbothe moet ik verzoeken, over een half uur even aan de Yard te willen komen..." „Hallo, wat is er aan de hand?", vroeg Gordon ongerust. „Ik weet het niet, mylord", antwoordde de lnspecteur. „Is het misschien in verband met dat ver- dwen-en meisje?" ,,Ook dat is me niet bekend, mylord, Lord Rotherbothe verliet zooevin in haast zijn bu reau en gaf me opdracht tot deze boodschap." „Allright, dan hoor ik er wel van", be- rustte Gordon. Zijn vermoeden, dat hij opgeroepen werd in verband met Margareth's verdwijning, liet hem niet los. En zood-ra hij bij lord Rother bothe toegelaten werd, kreeg hij zekerheid; niet alleen lord Hendon. doch ook overste Williamson bleken aanwezig te zijn. Hun ge- ander beschermd. Over die bruggen komt mensch noch machine. Een alarm van de waarschuwingspost, en de brug gaat dicht met kettingen, asperges, stalen deuren en... mitrailleurvuur. Dreigt het gevaar emstiger, pantserafweerkanonnen vuren. Nog een halve seconde, waarin de brugcommandant het gevaar wikteen druk op de knop ver- nietigt het werk van millioenen. Elke brug in het grensgebied bevat een zorgvuldig be- waakte springlading, die zoo lang de oor- lgstoestand duurt elk oogenblik tot ont- ploffing kan worden gebracht. Zoo stelt elk terrein, elke situatie, een eigen probleem, dat op een eigen wijze wordt op- gelost. Waar de linie gloednieuw is dit is bij de voorste linies nabij de grens meestal het geval, doch ook in het binnenland zijn vele vierkante kilometers volkomen nieuw is het werk „van den grond af" opgebouwd. In streken, waar onze vaderen reeds doende waren met hun enorme verdedigingswerken, bestaat een deel van den arbeid in het ver- zwaren van bestaande forten en liniedijken en in het lardeeren van het oude groen met modeme betonnen werken. Ook hier, waar de waterstand zijn proble- men stelt is de verzette arbeid enorm. De dijken, die ook by beschieting waterkeerend moeten blijven, zijn er verzwaard tot twintig meter dikte en verschillende nieuwe dijken zijn over lengte van kilometers in recordtijd opgeworpen. Spuisluizen zijn aangelegd of verbeterd, zoodat de militaire bevelhebbers den waterstand in de hand hebben. In een enkelen nacht kunnen millioenen kubieke meters water worden overgebracht van de eene kom naar de andere. Bijzonder sterk is de aceesverdediging, d.w.z. de verdediging van de toegangswegen, die tusschen de inundaties doorloopen. Zij zijn bezaaid met kazematten en andere bevei- ligingsmiddelen. Van een hoog punt af konden wij getuigen zijn van een alarmoefening in zulk een acces. Eenige vuurpijilen, hoornsignalein, en alles rende naar zrjn uitrusting en wapen. Vijf minuten later zag men overal op de paadjes groepen en secties in looppas, trokken de paarden in vollen galop de stukken geschut in de opstellingen, spuwden de kazemes en andere verblijven hun troepen uit, daama ver- dwenen geleidelijk de hollende figuren uit het landschap: na twintig minuten waren alle posten in het acces het waren er vele bezet en bedrijfsklaar. Ook de kust is geenszins vergeten, alhoewel deze van nature vrij veilig is. Landings- pogingen immers zijn slechte op zeer weinig punten mogelijk. Is de geheele kust met snel- vurend geschut bezet, deze enkele gevaar- lijke punten zijn tot moderne forten gemaakt. Het duin is omgewoeld en overal dreigen vuurmonden. Wij zagen stukken kustgeschut van zwaar kaliber, die slechts even boven het duin uitstaken. Zij stonden echter verankerd op wat men een onderaardschen toren zou kunnen noemen: op een in het duin verzon- ken betonnen bouwwerk van drie verdiepin- gen, waarin munitiemagazijnen en verblijven voor de bediening waren aangebracht. In een afzonderlijke commandopost, eveneens van metersdik beton, voorzien van de geweldigste optische instrumenten, za\ het vuur van dit geschut worden bediend. Het geschut en de commandopost zijn steeds bezet. Zij worden beschermd door batterijen van kleiner kaliber. Deze worden weer door mitrailleumesten tegen landingspogingen beveiligd. Tegen snelvarende motorbooten is kort halfautomatisch marinegeschut, dat zeer snel vuurt, opgesteld. Batterijen luchtafweerge- schut van alle kalibers staan links en rechts in het duin. Ook naar de landzijde zijn er kazematten, om ook naar dien kant tegen verrassingen gedekt te zijn. Zoo is Nederland een bolwerk geworden en zal het, bij het vorderen van den tijd, steeds meer worden, de weermacht, door burgerlijke aannemingsbedrijven bijgestaan, heeft wonde- ren verricht. Toch kan men niet zeggen. dat zij het aanschijn van onzen bodem veranderd zichtfen stonden somber en# daacuit begreep hij terstond, wat hij te hooren zou krijgen. Margareth Norman was dood Zijn blik verried de schrik, die hem over- vie!. Terwijl hij ging zitten, knikte lord Ro therbothe hem viuchtig toe. En tegelijk vorm- den zijn lippen een stom woord: ,,Dood...". „WaarHoe?...", bracht Gordon uit. ,,Verdronken aan do Pier van Balloch, bij Loch Lomond", antwoordde lord Rotherbothe. Gordon maakte een beweging van verras- sing: Balloch lag laag in het Noorden, in Schotland. Margareth Norman had haar einde wel ver van huis gevonden.... „Hoe is het gebeurd?" vroeg overste Wil liamson schor. „Is zij vermoord, of is het een ongeluk?..." Aan een andere .mogelijkheid scheen hij niet te kunnen, of Vvillen gelooven... Lord Rotherbothe legde zich achterover in zijn bureaustoel. ,,Ik zal u vertellen, dat ik drie kwartier geleden telefonisch vernomen heb, gentlfemen", begon hij ernstig. ,,Vanmorgen om negen uur vond een parelvisscher vas de Clyde in de nabijheid van de pier van Balloch het lijk van een vrcuwelijke drenkeling. Haar gelaat was onherkenbaar geschonden, doch aan den toe- stand van haar kleeren viel te bespeuren, dat zij hoogstens een dag in het water kon heb ben gelegen. De man waarschuwde terstond de politie en deze vond aan den arm dec vrouw een tasch, die verschillende identiteitsbewijzen ,bevatte en een portemonnaie met een paar shilling. Die identiteitsibewijzen stonden alien op naam van Margareth Norman, igeboren te Dublin in Ierland, en woenachtig te Londen. Uit het onderzoek, dat de politie heeft in- gesteld, is toen het volgende gebleken. Giste- renavond omstreeks acht uur hebben vis- schers, die het Loch Lomond invoeren, een vrouw op den pier zien loopen. Het was reeds heeft, want dit is zoo weinig mogelijk ge- schied. Waar het kon, is steeds van de eigenaardigheden van het landschap gebruik gemaakt om de werken zoo onopvallend moge lijk te doen zijn. Ook daarvan heeft men ons frappante staaltjes laten zien. Ergens op een sterk punt van ons verdedigingsstelsel, waar een beboschte heuvelrug uitgebreide inundaties beheerscht, wandelden wij met vij'ftig opletten- de lieden langs een pad door laag sparren- hout. Plotseling barstte vlak achter ons een salvo van een batterij zwaar veldgeschut los. Wij waren midden door de batterij geloopen, niemand had iets gezien. Bij nadere beschou- wing bleek de plek gronds een uitgebreid labyrinth van loopgraven en geschut opstel lingen te bevatten, zeer kundiig afgedekt met gaas, vlechtwerk en sparrengroen. Ergens anders liet men ons raden: waar staat hier een batterij? Wij zagen weiland met hooimijten, kippenhokken, hier en daar een haag, een boerderij, een landweg, maar geen batterij. Toen liet men ons naderbij komen: er was hier en daar iets echts, maar het meeste was bedrog: het vredige land- schapje bevatte gedacht geschut, opgesteld in de pseudo-hooimijt, het pseudo-kippenhok, het slechts schijnbare boschaadje. Als men zoo onder deskundige leiding op dergelijke details opmerkzaam wordt gemaakt en Nederlands landschap leert zien van zijn grimmige zijde, dan kan het niet anders of men is na drie dagen ge'imponeerd en draagt de overtuiging mee, dat sinds September onze nationale veiligheid aanzienlijk is toegenomen. Wij zijn laat begonnen met *>nze linies, doch wij doen het nu met grondigen emst. Initiatief van President Roosevelt: Vrede en Vrtjhandel. Nadat de Amerikaansche Minister van Bui- tenlandsche Zaken, Cordell Hull, had mede- gedeeld, dat informeele diplomatieke bespre- kingen waren begonnen met de neutrale regeeringen, eventueel uit te breiden tot de oorlogvoerenden, met het oog op het duide- lijke verlaftgen van alle neutrale landen naar uiteindelijk herstel van den wereldwede op een gezonde duurzame basis, kwam President Roosevelt onmiddellijk daarop met de aan- kondiging, dat hij zijn onderstaatssecretaris Sumner Welles naar Europa zou zenden om zich door middei van diens persoonlijke be- sprekingen op de hoogte te doen stellen van de gebeurtenissen in Italie, Frankrijk, Enge land en Duitschland. In een nadere toelichting dselde Minister Cordell Hull mede, dat President Roosevelt deze stappen had ondernomen wegens de hui- dige vijandelijkheden in verschillende deelen van de wereld, wegens de gevolgen van die vijandelijkheden voor de neutrale landen en wegens den duidelijken wensch van alle neu trale volkeren den wereldvrede te herstellen op een gezonden, blijvenden grondslag voor alle naties. De doeleinden van den President, aldus de Minister, zijn de vrede, en een ge- zond economisch leven in het tijdperk na den oorlog, welke beiden slechts zijn te bereiken bij aanvaarding door alle leden van een ge zonde vrijhandelspolitiek. Deze doeleinden, zegt de President, moet de wereld nastreven wil er in het tijdvak na den oorlog een gezond economisch leven zijn, en geen autarkie en totalitaire stelsels. Daarom di-ent thans reeds de wij ze van organisatie der werel-d na het sluiten van den vrede ter hand te worden ge- nomen, teneinde de grond-denkbeelden van een programma van vrijhandel en daardoor beperking en stopzetting van de bewapening, voor een gezonde en stabiele periode in de intecnati-onale betrekkingen na den oorlog, levendig te h-ouden. Door vrijhandel tot vrede! Er is in de oor- logvoerende landen reeds veel hards en bit ters gezegd en geschr-even omtrent de grond- slagen, waarop handel en verkeer met de Neem een "AKKERTJE" en kruip vroeg onder de wol. Dan slaapt U rusiig en tien tegen een zij I ge morgen beterl donker, maar bij het licht van den steiger, die daar ter plaatse gebouwd is voor de stoomboot van Inverswald, was zij duidelijk te zien. Ongeveer tien minuten later hoorden de visschers een gil. Twee van hen keerden terug in de verbeelding, dat de vrouw te wa ter was geraakt, d-oc-h toen zij beide kanten van den pier lanigsvoeren was er niets van een drenkeling te zien. Zooals ik echter reeds zei, werd de ongelukkige vanmorgen om negen uur gevonden. Inderdaad schijnt zij dus te water geraakt te zijn. En natuurlijk per ongeluk; was er opzet in het spel geweest, dan zou zrj niet hebben gegild. Zij moet daar- na bijna onmiddellijk het bewustzijn verloren hebben en is toen jammerlijk verdronken...." ,,'t Is vreeselijk..." liet overste Williamson zich met een heesche stem hooren. ,,Dus tot gisteren heeft Margareth nog geleefd..." „Ja, tot gisteren", beaamde lord Rother bothe. ,,De nasporingen der politie hebben echter nog meer aan het licht gebracht. Mar gareth heeft twee dagen na haar verdwijning een tosvlucht gezocht bij een halfblinde vrouw in het d-orpje Perling, ongeveer twee uur van Balloch vandaan. Deze vrouw heeft verklaard, dat zij de laatste dagen erg oprus- tig was en gisteren plotseling ms-edeelde, dat zij tegen het donker zou "vertrekken. Zij is inderdaad heengegaan en h-oewel zij beweerde dat zij zich naar Dumbarton zou begeven, vermoedde de vrouw, dat zij met de nacht- b-oot van elf uur van Baloc-h naar Inverswaid zou vertrekken. Dat -schijnt dan ook haar voomemen geweest te zijn. De politie gelooft nu dat zij, om de verveling te verdrijven, wat ro-ndigewandeld heeft en ook den pier heeft willen afl-oopen. En t-oen meet het n-oodlottige ongeluk gebeurd zijn..." ,,Dat ongelukkSge kind"', zei de overste oo- ni-suw. Zij is ons dus inderdaad ontvlucht. Maar waarvoor, voor wien?" ,,Ja, dat geheim zal zij wel meegenomen vijanden van thans na het sluiten van den vcede moeten worden gevestigd. Wij, voor- standers van den vrijhandel, die in ons door den oorlog gespaard vaderland ons verstand niet behoeven te laten overheerschen door ge- voelens van haat tegen de bewoners van een ons vijandelijk land, kunnen bij het vernemen van de gestelde vergaande eischen slechts droefheid gevoelen, dat men ginds uit den loop der gebeurtenissen zoo weinig heeft ge- leerd. Wamneer dergelijke meeningen mochten zegepralen, dreigt het gevaar, dat bij het sluiten van den vrede reeds weer de grond slag wordt gelegd voor den volgenden oorlog. Men heeft bij deze uitingen niet zuiver te doen met het in toepassing brengen van protec- tionistische theorieen; de voornaamste drijf- veer is de haat tegen de vijanden van heden, welke men wil maken tot vijanden voor de toekomst. Wanneer de geeischte maatregelen werden ingevoerd in elk der oorlogvoerende landen, zouden wij in afzienbaren tijd een nieuwen Europeeschen oorlog beleven, aan welken misschien ook staten, die thans hun onzijdigheid hebbeTl kunnen handhaven, ge- dwongen zouden worden deel te nemen. En met die toekomst voor oogen zouden de vol keren, dadelijk na het sluiten van den vrede, hun krachten niet in de eerste plaats kunnen wijden aan het herstel van hun geknakte wel- vaart, doch zij zouden weder als voorheen groote sommen moeten opbrengen voor hun bewapening, opdat zij in den te verwachten, onvermijdelijken oorlog nog beter gereed zou den zijn. En de verwachting, dat de ramp, waardoor de wereld opndeuw is geteisterd, althans dit £4ne goede resultaat zal hebben, dat men zou hebben'"lngezien tot welke nood- lottige gevolgen de kunstmatige afsluitingen der verschillende staten op den duur m o e s- t e n leiden, is dan een ijdele illusie ge worden. Wij willen niet poseeren voor idealisten, die van de staten verlangen, dat zij zuiver altruls- tisch v-oor elkander werken; wij erkennen, dat de regeering van el'k land in de eerste plaats bedacht moet zijn op de welvaart der eigen onderdanen. Maar een regeering, welke nog meant, dat zij de belangen harer burgers het best dient, door het land zoo weinig mogelijk toegankelijk te maken voor de producten uit andere landen, streeft haar doel voorbij en maa-kt haar burgers juist door haar egoisti- sche politiek tenslotte ongelukkig. Wij behoe ven hier niet nogmaals de zoo herhaaldelijk aangetoonde (en in de practijk juist gebleken) bezwaren tegen het protectionisme te gaan uiteenzetten, voor zoover die betreffen de on- vermijdelijke onbillijkheid tegenover sommige takken van bedrijf in het eigen land:"be- scherming van den industrie leidt tot bena- deeling van een andere en kweekt daarom ontevredenheid en afgunst, welke slechts kun nen worden onderdrukt door bescherfhing ook van de zich verongelijkt gevoelende nijver- h-eid; een en ander met als onvermijdelijk ge- volg: nieuwe ontevredenheid bij de tot ny toe tevreden burgers, en verhoogde afgunst en ontstemming bij hen, die door de -nieuwe pro- tectie niet of niet voldoende bev-oordeeld werden. Gevaarlijk wordt de bescherming dan voor de binnenlandsche rust. Maar dub- bel gevaarlijk wordt zij, wanneer ze boven- hebben in den dood", antwoordde lord Ro- f.erbothe, die zelf ook onder den indruk was van de ongelukkige gesehiedenis. ,,Maar waarom zou ze zich gisteren op- nieuw uit de voeten hebben willen maken, mylord?" hemam de overste bewogen. ,,Vermoedelijk heeft ze zich daartoe ge- dwongen gezien wegens geldgebrek, want van de politie had zij absoluut niets te vreezen. Zij vertoonde zich nooit in het dorp, zij had een valschen naam aangenom-en en zich van al haar eigen kleedingstukken ontdaan, zoo dat het signalement, dat wij uitzonden, ook niet meer klopte. Toen de politie echter de tasch nazocht, die zij in haar hand geklemd hield, vond zij gemakkelijk haar identiteit uit. Het onderzoek in den omtrek leidde toen naar het huisje van de vrouw in Perling. Als men alles nagaat, lijkt het me zeer waar- schijnlijk toe, dat het meisje besloten had in Inverswald een betrekking te zoeken. Allen waren diep onder den indruk van deze mededeelingen. Gordon en lord Hendon had- den nog geen woord gesproken, doch elkander herhaaldelijk ontroerd aangezien. Het was rampzalig, dit einde voor zoo'n jong meisje. Gelooft u dat die Giltay dan t-och onschul- dig is aan Margareth's verdwijning?" vroeg lord Hendon eindelijk. ,,Dat zou ik niet willen beweren", ant woordde lord Rotherbothe bedachtzaam. ,,Het is zeer goe-d mogelijk, dat het meisje zijn be- doelingen den eersten dag reeds doorzien heeft en dat zij toen opnieuw gevlucht is. Voor die veronderstelling pleit ook het feit, dat de man zich op deze herhaalde oproepen niet heeft durven aanmelden." Lord Hendon knikte en ook Gordon leek die veronderstelling aannem-elijk toe. Er bleef een bedrukt zwijgen hangen in het bureau, ieder was ver-diept in zrjn eigen somhere gedach- ten. Overste Williamson varbrak eindelijk de »stilte. ,,Ik meende u te hooren zeggen, dat Marga reth's gelaat geheel verminkt was, mylord. En die visschers hebben een gil gehoord... het is toch misschien niet mogelijk, dat zij vermoord is?" ,,Neen", antwoordde lord Rotherbothe be- slist. „Die verminking is duidelijk het gevolg geweest van een aanraking met den schroef van een der stoombooten, die het Loch Lo mond om het uur op en neer varen. Verwon- dingen van denzelfden aard zijn aangetroffen op haar armen en in haar hals. De politie van Balloch meldde dan ook, dat zij onherkenbaar verminkt was. Als de tasch ongelukkigerwijs verloren was gegaan, zouden wij misschien nimmer te weten zijn gekomen, wat er van het meisje geworden was." „Arm kind...", mompelde overste William son, smavtelijk getroffen door die vreeselijke bijzonderheden. „Op haar dood waren mijn vrouw en ik voorbereid, maar niet op zoo'n jammerlijk ongeluk..." Hij blikte somber voor zich uit en sprak geen woord meer. Na eenige oogenblikken liet lord Rotherbothe een kuchje h-ociren. „Ik had overste Williamson reeds met de hoofdzaak van het noodlottig telefoonbericht op de hoogte gesteld, voor ik u liet ontbie- den", wendde hij zich tot lord Hendon en Gordon. ,,De overste is echter meegekomen naar de Yard, omdat het noodig was o-verleg te plegen aangaande eenige formaliteiten, die morgen vervuld dienen te worden. Daartoe heb ik ook uw medewerking noodig, gentle men." ,,Zeg het maar, Rotherbothe", antwoordde lord Hendon onmiddellijk. „De zaak is d-eze", ging de chef van de Yard voort. „V66r het stoffelijk overschot van miss Norman buiten het r-ec'htsgebied van Balloch gevoerd mag worden, moet ten genoege van den lijkschouwer haar identiteit worden vastgestdld. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1940 | | pagina 1