m rfmffm NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN
De kracht van Nederland.
IN DIPLOMATIEKEN DIENST.
AKKERTJES
Ho. 10.031
MAANDAG 19 FEBRUARI 1940
80e Jaargang
Feuilleton
De organisatie van den vrede.
Verkouden
EERSTE BLAD
De wapenen, die onzen vrede beschermen.
helpen direct
NEUZENSCHE COURANT
ABONNEMENTSPRIJS: Binnen Temeuzen 1,35 per 3 maanden Buiten Terneuzen
fr. per post f 1,65 per 3 maanden By vooruitbetaling fr. per post f 6,per jaar
Voor Belgie en Amerika f 2,10, overige landen f 2,45 per 3 maanden fr. per post
Abonnementen voor bet buitenland alleen bij vooruitbetaling.
Uitgeefster: Firma P. J. VAN DE SANDE
GIRO 38150 TELEFOON No. 2073.
ADVERTENTIEN: Van 1 tot 4 regels 0,80 Voor elken regel meer f 0,20.
ItLEINE ADVERTENTIEN: per 5 regels 50 cent bij vooruitbetaling.
Grootere letters en cliches worden naar plaatsruimte berekend.
Handelsadvertentien bij regelabonnement tegen verminderd tarief, betwelk op aanvraag
verkrijgbaar is. Inzending van advertentien liefst een dag voor de uitgave.
DIT BLAD VERSCHIJNT IEDEREN MAANDAG-, WOENSDAG- EN VRIJDAGAVOND.
„Nederland zal zijn neutraliteit naar alle
zijden handbaven", zoo beet bet steeds, als
onze positie in de wereld besproken wordt,
en in een regeeringscommunique van eenige
weken geleden werd bet nog sterker uitge-
drukt: een aanvaller zou de voile kracbt onzer
wapenen ondervinden.
Hoe welsprekend en vastberaden de offi-
cieele taal in Nederland ook wordt bij bet
aonroeren van bet onderwerp „zelfstandig-
heid", tocb is nog welsprekender de taal,
welke onze wapenen en verdedigingswerken
spreken tot hem, die ze met eigen oogen
aanscbouwt. Deze overweging was het, die
de militaire overheid over bezwaren van ge-
heimbouding been deed stappen en haar, door
bemiddeling van den regeerin-gspersdienst, een
uitnoodiging deed richten aan de hier te lande
vertoevende buitenlandscbe correspondenten
en aan de Nederlandsche pers.
In de eerste plaats wel waren de buiten-
landsche correspondenten genoodigd, met
uitsluiting intusschen van degenen, wier land
in oorlog was. Voor de buitenlanders was de
tocht, die onder de uitmuntende leiding van
eenigie stafofficieren door Nederland werd
gemaakt, bijzonder leerrrjk, doch ook voor
ons Nederlandscbe joumalisten, die sinds
September, evenals alle andere niet-militaire
landgenooten, van een groei onzer defensie-
gordels slechts zeer oppervlakkige symptomen
te zien bebben gekregen, was de driedaag-
scbe rit een openbaring.
Niet dat alle sluiers der geheimhoudirig nu
zjjn weggevallen. Wij zagen slecbts frag-
menten, telkens ,,ergens anders in Neder
land" (bij die plaatsaanduiding moeten we het
laten). De f ragmen ten echter waren, naar
men ons verzekerde, representatief voor de
rest. Suggestief waren ze ook, want na drie
dagen lang in autobussen gezworven te heb-
ben door meer dan de helft der Nederlandsche
provincies en daarbij doorloopend gesteld te
zifn voor ltnies, inundaties, accessen, kazemat-
ten, versperringen, hinderlagen, geschut,
kaz'emes, vestingen, bruggenboofden, gracb-
ten, hospitalen en wat al niet meer, na zulk
een program te hebben afgewerkt waant men
zich in een land, waar den armen burger nau
welijks plaats meer gelaten is.
Toen verleden voorjaar een der Kamer-
leden am tweehonderd kazematten vroeg, zal
bij wel niet beseft hebben, boe bescheiden
deze wensch een jaar later geacht zou, wor
den, bet zou een veelvoud van tweehonderd
worden, zei de Minister toen. Deze toezegging
is wel vervuldde kazematten en steunpunten
Oggen gezaaid1 over onze defensiestrooken,
ver ervoor ,en diep erachter.
Honderdduizenden soldaten en duizenden
burgers hebben er, gebolpen door de modern-
site tecbniek, de laatste maanden aan gewerkt.
„Wij zijn nog niet klaar, wij gaan door", zoo
zeide ons de commandant veldleger, luitenant-
generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst.
Hij sprak ons zijn waardeering uit voor den
troep, die zoo hard heyft gewerkt, en voorai
in de wintermaanden onder zoo moeilijke om-
standigheden, een waardeering, die gedeeld
zal worden door elkeen, die ziet, wat er w e
klaar gekomen is. Inderdaad een aanmerke-
m veelvoud van tweehonderd.
Nederland heeft thans verschillende stroo-
ken land, die voor een aanvaller halsbreken-
de hindernissen izouden zijn.
Het heele verdedigingastelsel is gebaseerd
op de gedacbte, dat elke beveiliging zelf weder
een beveiliging behoeft. Niets is op een
kaart gezet. Telkens zagen we bij deze excur-
sie, zoowel in bet klein als in het groot, dit
principe toegepast. Zoo is de waterlinie,
vroeger vrijwel onze eenige defensiegordel,
door verschillende in de diepte gegroepeerde
linies gedekt, welke barrieres zich tot dicht
bij de landrgrenizen voortplanten. Een vijand,
van welken kant hij ook zou komen, zou linie
op linie moeten forceeren om tot het centrum
te kunnen d<fcrdringen. Men heeft ons van
elke soort linies stukken laten zien, stukken
van een linie in een grensstreek, van een die
meer het centrum des lands nadert, van de
waterlinie en van de versterkte kust. Telkens
was het gegeven terrein op eigen wijize uit-
gebuit.
Ergens in een der voorste hoofdlinies, was
er een kale moerassige vlakte, met slechts
hier en daar een goeden weg. Rond zulk een
toegang concentreerde zich dan de kracht
der verdedigin-g. De tanks en pantserwagens
en het zware materieel, die in het terrein geen
schijn van kans badden, waren op of dicht
bij de wegen te verwachten, dus waren daar
de tankgrachten en versperringen, de kaze
matten met anti-tankgeschut en verschillen
de achter elkaar gelegen mitrailleumesten en
steunpunten, deels in beton, deels van hout en
aarde, terwijl de artillerie achterwaarts haar
plaats had. Zulk een „acces-verdediging"
wacht den vijand op. een vooruit bepaald punt
op, wetend, dat hij zijn krachten niet kan en
zal verspillen op bet moeras.
Elders in die omgeving zagen we de verde-
diging van een boschacbti-ge en vlakke zand-
streek, hier was de verdediging in de breedte
uitgettokken, hermetisch gesloten en ook ver-
raderl-ijk gecamoufleerd. Hier zijn de moge-
lijkheden gescbakeerd, en de hinderlagen dus
eveneens, hier geen openlijke tankgracht,
maar valkuilen, verborgen onder een humus-
laag. De natuur, het bosch, het struikgewas,
levert hier de camouflage.
Weer elders was de situatie geheel anders.
Daar liep de linie door een bebouwde kom,
langs een kanaal, waar aan beide zijden hui-
zenrijen naast stonden. De oplossing was hier
weer geheel anders. De vijand moet hier op
korten afstand, met een stelsel van kruis-
vuren, worden opgevangen. De artillerie zal
de overkant van. bet kanaal wel bestoken,
maar de eigen kant moet tocb door infanterie-
wapens tot de waterkant toe bezet blijven,
want de opdracht luidt: niemand er door. Die
wapens zijn er ook, maar waar? dat schoen-
makerswinkeltje met zijn frissche gordijnen
bekijk het van nabij, en gij ziet hoe schijn
bedriegt. Het gordijn is geschilderd en de
baksteenen buitenmuur bedekt meters beton
en staal. Ginds is een bijgebouwtje, waar de
tulpen voor een vriendelijk venster bloeien
De tulpen en het venster zijn geschilderd, de
vuurmond evenwel is echt. Een konijnenhok
blijkt zware mitrailleurs te bedekken en een
huisje, dat men, afgaande op eenige bijbehoo
rende gebruiksvoorwerpen, onmiskenbaar als
een „zekere plaats" meende te hebben her-
kend, blijkt een nog kwaadaardiger innerlijk
te verbergen. De constructie van deze kaze
matten is stevig: de belendende huizen kun
nen er gerust op vallen, ze zullen er slechts
steviger door worden.
Weer ergens anders is een snijpunt van
kanalen. Er is ook een heuvel, die is dus nu
een fort geworden, een modeme burcht, die
zijn omgeving met tientallen schietgaten be-
heerscht en de geweldigste aanvallen zal
tarten.
Wij gaan verder. Daar is een rivier, een
der groote rivieren Mis. Het stroompje.
nauwelijks op de kaart te vinden, heeft een
breedte van een kilometer gekregen. Het is
een kwestie van dammen en sluizen. De hier
gestelde inundatie vomit nog een onderdeel
van de uitgestrekte linie, waaraan boven-
staande voorbeelden zijn ontleend.
Wij komen buiten de linie in de richting
van de grens. Hier liggen bruggen. De be-
woners van grensstreken weten het wel: elke
brug is een bolwerk. De wachten ervoor, er
achter, de kazematten in front en opzrj, de
prikkeldraadversperringen tot ver achter de
kazematten, de ,,-asperges" en friesche rui-
ters, zij beschermen de brug zelfs van aan
vallen van de zijde van het binnenland. En
elk beschermingsmiddel wordt weer door een
Roman van
JOHANN D. DEGREEF.
(Nadruk verboden.)
83) Vervolg.
Gordon stelde telefonisch de Hendons op
de hoogte van het heugelijke nieuws. Zij wa
ren zeer verrast en wenschten hem geluk. Hij
beloofde 's avon-ds even aan te zullen komen
en legde vervolgens de telefoon neer.
Nauwelijks had hij zich van het toestel af-
gewend, of hij werd opgebeld. Tot zijn verras-
sing werd hij opgeroepen door Scotland Yard,
liet was een onbekende inspeoteur, met wien
hjj sprak.
„Mylord, namens lord Rotherbothe moet ik
verzoeken, over een half uur even aan de
Yard te willen komen..."
„Hallo, wat is er aan de hand?", vroeg
Gordon ongerust.
„Ik weet het niet, mylord", antwoordde de
lnspecteur.
„Is het misschien in verband met dat ver-
dwen-en meisje?"
,,Ook dat is me niet bekend, mylord, Lord
Rotherbothe verliet zooevin in haast zijn bu
reau en gaf me opdracht tot deze boodschap."
„Allright, dan hoor ik er wel van", be-
rustte Gordon.
Zijn vermoeden, dat hij opgeroepen werd in
verband met Margareth's verdwijning, liet
hem niet los. En zood-ra hij bij lord Rother
bothe toegelaten werd, kreeg hij zekerheid;
niet alleen lord Hendon. doch ook overste
Williamson bleken aanwezig te zijn. Hun ge-
ander beschermd. Over die bruggen komt
mensch noch machine. Een alarm van de
waarschuwingspost, en de brug gaat dicht
met kettingen, asperges, stalen deuren en...
mitrailleurvuur. Dreigt het gevaar emstiger,
pantserafweerkanonnen vuren. Nog een
halve seconde, waarin de brugcommandant
het gevaar wikteen druk op de knop ver-
nietigt het werk van millioenen. Elke brug
in het grensgebied bevat een zorgvuldig be-
waakte springlading, die zoo lang de oor-
lgstoestand duurt elk oogenblik tot ont-
ploffing kan worden gebracht.
Zoo stelt elk terrein, elke situatie, een eigen
probleem, dat op een eigen wijze wordt op-
gelost. Waar de linie gloednieuw is dit is
bij de voorste linies nabij de grens meestal
het geval, doch ook in het binnenland zijn
vele vierkante kilometers volkomen nieuw
is het werk „van den grond af" opgebouwd.
In streken, waar onze vaderen reeds doende
waren met hun enorme verdedigingswerken,
bestaat een deel van den arbeid in het ver-
zwaren van bestaande forten en liniedijken
en in het lardeeren van het oude groen met
modeme betonnen werken.
Ook hier, waar de waterstand zijn proble-
men stelt is de verzette arbeid enorm. De
dijken, die ook by beschieting waterkeerend
moeten blijven, zijn er verzwaard tot twintig
meter dikte en verschillende nieuwe dijken
zijn over lengte van kilometers in recordtijd
opgeworpen. Spuisluizen zijn aangelegd of
verbeterd, zoodat de militaire bevelhebbers
den waterstand in de hand hebben. In een
enkelen nacht kunnen millioenen kubieke
meters water worden overgebracht van de
eene kom naar de andere.
Bijzonder sterk is de aceesverdediging,
d.w.z. de verdediging van de toegangswegen,
die tusschen de inundaties doorloopen. Zij
zijn bezaaid met kazematten en andere bevei-
ligingsmiddelen.
Van een hoog punt af konden wij getuigen
zijn van een alarmoefening in zulk een acces.
Eenige vuurpijilen, hoornsignalein, en alles
rende naar zrjn uitrusting en wapen. Vijf
minuten later zag men overal op de paadjes
groepen en secties in looppas, trokken de
paarden in vollen galop de stukken geschut
in de opstellingen, spuwden de kazemes en
andere verblijven hun troepen uit, daama ver-
dwenen geleidelijk de hollende figuren uit het
landschap: na twintig minuten waren alle
posten in het acces het waren er vele
bezet en bedrijfsklaar.
Ook de kust is geenszins vergeten, alhoewel
deze van nature vrij veilig is. Landings-
pogingen immers zijn slechte op zeer weinig
punten mogelijk. Is de geheele kust met snel-
vurend geschut bezet, deze enkele gevaar-
lijke punten zijn tot moderne forten gemaakt.
Het duin is omgewoeld en overal dreigen
vuurmonden. Wij zagen stukken kustgeschut
van zwaar kaliber, die slechts even boven het
duin uitstaken. Zij stonden echter verankerd
op wat men een onderaardschen toren zou
kunnen noemen: op een in het duin verzon-
ken betonnen bouwwerk van drie verdiepin-
gen, waarin munitiemagazijnen en verblijven
voor de bediening waren aangebracht. In een
afzonderlijke commandopost, eveneens van
metersdik beton, voorzien van de geweldigste
optische instrumenten, za\ het vuur van dit
geschut worden bediend. Het geschut en de
commandopost zijn steeds bezet. Zij worden
beschermd door batterijen van kleiner kaliber.
Deze worden weer door mitrailleumesten
tegen landingspogingen beveiligd.
Tegen snelvarende motorbooten is kort
halfautomatisch marinegeschut, dat zeer snel
vuurt, opgesteld. Batterijen luchtafweerge-
schut van alle kalibers staan links en rechts
in het duin. Ook naar de landzijde zijn er
kazematten, om ook naar dien kant tegen
verrassingen gedekt te zijn.
Zoo is Nederland een bolwerk geworden en
zal het, bij het vorderen van den tijd, steeds
meer worden, de weermacht, door burgerlijke
aannemingsbedrijven bijgestaan, heeft wonde-
ren verricht. Toch kan men niet zeggen. dat
zij het aanschijn van onzen bodem veranderd
zichtfen stonden somber en# daacuit begreep
hij terstond, wat hij te hooren zou krijgen.
Margareth Norman was dood
Zijn blik verried de schrik, die hem over-
vie!. Terwijl hij ging zitten, knikte lord Ro
therbothe hem viuchtig toe. En tegelijk vorm-
den zijn lippen een stom woord: ,,Dood...".
„WaarHoe?...", bracht Gordon uit.
,,Verdronken aan do Pier van Balloch, bij
Loch Lomond", antwoordde lord Rotherbothe.
Gordon maakte een beweging van verras-
sing: Balloch lag laag in het Noorden, in
Schotland. Margareth Norman had haar einde
wel ver van huis gevonden....
„Hoe is het gebeurd?" vroeg overste Wil
liamson schor. „Is zij vermoord, of is het een
ongeluk?..."
Aan een andere .mogelijkheid scheen hij
niet te kunnen, of Vvillen gelooven...
Lord Rotherbothe legde zich achterover in
zijn bureaustoel.
,,Ik zal u vertellen, dat ik drie kwartier
geleden telefonisch vernomen heb, gentlfemen",
begon hij ernstig. ,,Vanmorgen om negen uur
vond een parelvisscher vas de Clyde in de
nabijheid van de pier van Balloch het lijk van
een vrcuwelijke drenkeling. Haar gelaat was
onherkenbaar geschonden, doch aan den toe-
stand van haar kleeren viel te bespeuren, dat
zij hoogstens een dag in het water kon heb
ben gelegen.
De man waarschuwde terstond de politie
en deze vond aan den arm dec vrouw een
tasch, die verschillende identiteitsbewijzen
,bevatte en een portemonnaie met een paar
shilling. Die identiteitsibewijzen stonden alien
op naam van Margareth Norman, igeboren te
Dublin in Ierland, en woenachtig te Londen.
Uit het onderzoek, dat de politie heeft in-
gesteld, is toen het volgende gebleken. Giste-
renavond omstreeks acht uur hebben vis-
schers, die het Loch Lomond invoeren, een
vrouw op den pier zien loopen. Het was reeds
heeft, want dit is zoo weinig mogelijk ge-
schied. Waar het kon, is steeds van de
eigenaardigheden van het landschap gebruik
gemaakt om de werken zoo onopvallend moge
lijk te doen zijn.
Ook daarvan heeft men ons frappante
staaltjes laten zien. Ergens op een sterk
punt van ons verdedigingsstelsel, waar een
beboschte heuvelrug uitgebreide inundaties
beheerscht, wandelden wij met vij'ftig opletten-
de lieden langs een pad door laag sparren-
hout. Plotseling barstte vlak achter ons een
salvo van een batterij zwaar veldgeschut los.
Wij waren midden door de batterij geloopen,
niemand had iets gezien. Bij nadere beschou-
wing bleek de plek gronds een uitgebreid
labyrinth van loopgraven en geschut opstel
lingen te bevatten, zeer kundiig afgedekt met
gaas, vlechtwerk en sparrengroen.
Ergens anders liet men ons raden: waar
staat hier een batterij? Wij zagen weiland
met hooimijten, kippenhokken, hier en daar
een haag, een boerderij, een landweg, maar
geen batterij. Toen liet men ons naderbij
komen: er was hier en daar iets echts, maar
het meeste was bedrog: het vredige land-
schapje bevatte gedacht geschut, opgesteld
in de pseudo-hooimijt, het pseudo-kippenhok,
het slechts schijnbare boschaadje.
Als men zoo onder deskundige leiding op
dergelijke details opmerkzaam wordt gemaakt
en Nederlands landschap leert zien van zijn
grimmige zijde, dan kan het niet anders of
men is na drie dagen ge'imponeerd en draagt
de overtuiging mee, dat sinds September onze
nationale veiligheid aanzienlijk is toegenomen.
Wij zijn laat begonnen met *>nze linies, doch
wij doen het nu met grondigen emst.
Initiatief van President Roosevelt:
Vrede en Vrtjhandel.
Nadat de Amerikaansche Minister van Bui-
tenlandsche Zaken, Cordell Hull, had mede-
gedeeld, dat informeele diplomatieke bespre-
kingen waren begonnen met de neutrale
regeeringen, eventueel uit te breiden tot de
oorlogvoerenden, met het oog op het duide-
lijke verlaftgen van alle neutrale landen naar
uiteindelijk herstel van den wereldwede op
een gezonde duurzame basis, kwam President
Roosevelt onmiddellijk daarop met de aan-
kondiging, dat hij zijn onderstaatssecretaris
Sumner Welles naar Europa zou zenden om
zich door middei van diens persoonlijke be-
sprekingen op de hoogte te doen stellen van
de gebeurtenissen in Italie, Frankrijk, Enge
land en Duitschland.
In een nadere toelichting dselde Minister
Cordell Hull mede, dat President Roosevelt
deze stappen had ondernomen wegens de hui-
dige vijandelijkheden in verschillende deelen
van de wereld, wegens de gevolgen van die
vijandelijkheden voor de neutrale landen en
wegens den duidelijken wensch van alle neu
trale volkeren den wereldvrede te herstellen
op een gezonden, blijvenden grondslag voor
alle naties. De doeleinden van den President,
aldus de Minister, zijn de vrede, en een ge-
zond economisch leven in het tijdperk na den
oorlog, welke beiden slechts zijn te bereiken
bij aanvaarding door alle leden van een ge
zonde vrijhandelspolitiek. Deze doeleinden,
zegt de President, moet de wereld nastreven
wil er in het tijdvak na den oorlog een gezond
economisch leven zijn, en geen autarkie en
totalitaire stelsels. Daarom di-ent thans reeds
de wij ze van organisatie der werel-d na het
sluiten van den vrede ter hand te worden ge-
nomen, teneinde de grond-denkbeelden van
een programma van vrijhandel en daardoor
beperking en stopzetting van de bewapening,
voor een gezonde en stabiele periode in de
intecnati-onale betrekkingen na den oorlog,
levendig te h-ouden.
Door vrijhandel tot vrede! Er is in de oor-
logvoerende landen reeds veel hards en bit
ters gezegd en geschr-even omtrent de grond-
slagen, waarop handel en verkeer met de
Neem een "AKKERTJE" en
kruip vroeg onder de wol.
Dan slaapt U rusiig en tien
tegen een zij I ge morgen beterl
donker, maar bij het licht van den steiger,
die daar ter plaatse gebouwd is voor de
stoomboot van Inverswald, was zij duidelijk
te zien. Ongeveer tien minuten later hoorden
de visschers een gil. Twee van hen keerden
terug in de verbeelding, dat de vrouw te wa
ter was geraakt, d-oc-h toen zij beide kanten
van den pier lanigsvoeren was er niets van
een drenkeling te zien. Zooals ik echter reeds
zei, werd de ongelukkige vanmorgen om
negen uur gevonden. Inderdaad schijnt zij dus
te water geraakt te zijn. En natuurlijk per
ongeluk; was er opzet in het spel geweest,
dan zou zrj niet hebben gegild. Zij moet daar-
na bijna onmiddellijk het bewustzijn verloren
hebben en is toen jammerlijk verdronken...."
,,'t Is vreeselijk..." liet overste Williamson
zich met een heesche stem hooren. ,,Dus tot
gisteren heeft Margareth nog geleefd..."
„Ja, tot gisteren", beaamde lord Rother
bothe. ,,De nasporingen der politie hebben
echter nog meer aan het licht gebracht. Mar
gareth heeft twee dagen na haar verdwijning
een tosvlucht gezocht bij een halfblinde
vrouw in het d-orpje Perling, ongeveer twee
uur van Balloch vandaan. Deze vrouw heeft
verklaard, dat zij de laatste dagen erg oprus-
tig was en gisteren plotseling ms-edeelde, dat
zij tegen het donker zou "vertrekken. Zij is
inderdaad heengegaan en h-oewel zij beweerde
dat zij zich naar Dumbarton zou begeven,
vermoedde de vrouw, dat zij met de nacht-
b-oot van elf uur van Baloc-h naar Inverswaid
zou vertrekken. Dat -schijnt dan ook haar
voomemen geweest te zijn. De politie gelooft
nu dat zij, om de verveling te verdrijven, wat
ro-ndigewandeld heeft en ook den pier heeft
willen afl-oopen. En t-oen meet het n-oodlottige
ongeluk gebeurd zijn..."
,,Dat ongelukkSge kind"', zei de overste oo-
ni-suw. Zij is ons dus inderdaad ontvlucht.
Maar waarvoor, voor wien?"
,,Ja, dat geheim zal zij wel meegenomen
vijanden van thans na het sluiten van den
vcede moeten worden gevestigd. Wij, voor-
standers van den vrijhandel, die in ons door
den oorlog gespaard vaderland ons verstand
niet behoeven te laten overheerschen door ge-
voelens van haat tegen de bewoners van een
ons vijandelijk land, kunnen bij het vernemen
van de gestelde vergaande eischen slechts
droefheid gevoelen, dat men ginds uit den
loop der gebeurtenissen zoo weinig heeft ge-
leerd.
Wamneer dergelijke meeningen mochten
zegepralen, dreigt het gevaar, dat bij het
sluiten van den vrede reeds weer de grond
slag wordt gelegd voor den volgenden oorlog.
Men heeft bij deze uitingen niet zuiver te doen
met het in toepassing brengen van protec-
tionistische theorieen; de voornaamste drijf-
veer is de haat tegen de vijanden van heden,
welke men wil maken tot vijanden voor de
toekomst. Wanneer de geeischte maatregelen
werden ingevoerd in elk der oorlogvoerende
landen, zouden wij in afzienbaren tijd een
nieuwen Europeeschen oorlog beleven, aan
welken misschien ook staten, die thans hun
onzijdigheid hebbeTl kunnen handhaven, ge-
dwongen zouden worden deel te nemen. En
met die toekomst voor oogen zouden de vol
keren, dadelijk na het sluiten van den vrede,
hun krachten niet in de eerste plaats kunnen
wijden aan het herstel van hun geknakte wel-
vaart, doch zij zouden weder als voorheen
groote sommen moeten opbrengen voor hun
bewapening, opdat zij in den te verwachten,
onvermijdelijken oorlog nog beter gereed zou
den zijn. En de verwachting, dat de ramp,
waardoor de wereld opndeuw is geteisterd,
althans dit £4ne goede resultaat zal hebben,
dat men zou hebben'"lngezien tot welke nood-
lottige gevolgen de kunstmatige afsluitingen
der verschillende staten op den duur m o e s-
t e n leiden, is dan een ijdele illusie ge
worden.
Wij willen niet poseeren voor idealisten, die
van de staten verlangen, dat zij zuiver altruls-
tisch v-oor elkander werken; wij erkennen, dat
de regeering van el'k land in de eerste plaats
bedacht moet zijn op de welvaart der eigen
onderdanen. Maar een regeering, welke nog
meant, dat zij de belangen harer burgers het
best dient, door het land zoo weinig mogelijk
toegankelijk te maken voor de producten
uit andere landen, streeft haar doel voorbij en
maa-kt haar burgers juist door haar egoisti-
sche politiek tenslotte ongelukkig. Wij behoe
ven hier niet nogmaals de zoo herhaaldelijk
aangetoonde (en in de practijk juist gebleken)
bezwaren tegen het protectionisme te gaan
uiteenzetten, voor zoover die betreffen de on-
vermijdelijke onbillijkheid tegenover sommige
takken van bedrijf in het eigen land:"be-
scherming van den industrie leidt tot bena-
deeling van een andere en kweekt daarom
ontevredenheid en afgunst, welke slechts kun
nen worden onderdrukt door bescherfhing ook
van de zich verongelijkt gevoelende nijver-
h-eid; een en ander met als onvermijdelijk ge-
volg: nieuwe ontevredenheid bij de tot ny toe
tevreden burgers, en verhoogde afgunst en
ontstemming bij hen, die door de -nieuwe pro-
tectie niet of niet voldoende bev-oordeeld
werden. Gevaarlijk wordt de bescherming
dan voor de binnenlandsche rust. Maar dub-
bel gevaarlijk wordt zij, wanneer ze boven-
hebben in den dood", antwoordde lord Ro-
f.erbothe, die zelf ook onder den indruk was
van de ongelukkige gesehiedenis.
,,Maar waarom zou ze zich gisteren op-
nieuw uit de voeten hebben willen maken,
mylord?" hemam de overste bewogen.
,,Vermoedelijk heeft ze zich daartoe ge-
dwongen gezien wegens geldgebrek, want van
de politie had zij absoluut niets te vreezen.
Zij vertoonde zich nooit in het dorp, zij had
een valschen naam aangenom-en en zich van
al haar eigen kleedingstukken ontdaan, zoo
dat het signalement, dat wij uitzonden, ook
niet meer klopte. Toen de politie echter de
tasch nazocht, die zij in haar hand geklemd
hield, vond zij gemakkelijk haar identiteit uit.
Het onderzoek in den omtrek leidde toen
naar het huisje van de vrouw in Perling. Als
men alles nagaat, lijkt het me zeer waar-
schijnlijk toe, dat het meisje besloten had in
Inverswald een betrekking te zoeken.
Allen waren diep onder den indruk van deze
mededeelingen. Gordon en lord Hendon had-
den nog geen woord gesproken, doch elkander
herhaaldelijk ontroerd aangezien. Het was
rampzalig, dit einde voor zoo'n jong meisje.
Gelooft u dat die Giltay dan t-och onschul-
dig is aan Margareth's verdwijning?" vroeg
lord Hendon eindelijk.
,,Dat zou ik niet willen beweren", ant
woordde lord Rotherbothe bedachtzaam. ,,Het
is zeer goe-d mogelijk, dat het meisje zijn be-
doelingen den eersten dag reeds doorzien
heeft en dat zij toen opnieuw gevlucht is.
Voor die veronderstelling pleit ook het feit,
dat de man zich op deze herhaalde oproepen
niet heeft durven aanmelden."
Lord Hendon knikte en ook Gordon leek die
veronderstelling aannem-elijk toe. Er bleef een
bedrukt zwijgen hangen in het bureau, ieder
was ver-diept in zrjn eigen somhere gedach-
ten. Overste Williamson varbrak eindelijk de
»stilte.
,,Ik meende u te hooren zeggen, dat Marga
reth's gelaat geheel verminkt was, mylord.
En die visschers hebben een gil gehoord...
het is toch misschien niet mogelijk, dat zij
vermoord is?"
,,Neen", antwoordde lord Rotherbothe be-
slist. „Die verminking is duidelijk het gevolg
geweest van een aanraking met den schroef
van een der stoombooten, die het Loch Lo
mond om het uur op en neer varen. Verwon-
dingen van denzelfden aard zijn aangetroffen
op haar armen en in haar hals. De politie van
Balloch meldde dan ook, dat zij onherkenbaar
verminkt was. Als de tasch ongelukkigerwijs
verloren was gegaan, zouden wij misschien
nimmer te weten zijn gekomen, wat er van
het meisje geworden was."
„Arm kind...", mompelde overste William
son, smavtelijk getroffen door die vreeselijke
bijzonderheden. „Op haar dood waren mijn
vrouw en ik voorbereid, maar niet op zoo'n
jammerlijk ongeluk..."
Hij blikte somber voor zich uit en sprak
geen woord meer. Na eenige oogenblikken
liet lord Rotherbothe een kuchje h-ociren.
„Ik had overste Williamson reeds met de
hoofdzaak van het noodlottig telefoonbericht
op de hoogte gesteld, voor ik u liet ontbie-
den", wendde hij zich tot lord Hendon en
Gordon. ,,De overste is echter meegekomen
naar de Yard, omdat het noodig was o-verleg
te plegen aangaande eenige formaliteiten, die
morgen vervuld dienen te worden. Daartoe
heb ik ook uw medewerking noodig, gentle
men."
,,Zeg het maar, Rotherbothe", antwoordde
lord Hendon onmiddellijk.
„De zaak is d-eze", ging de chef van de
Yard voort. „V66r het stoffelijk overschot
van miss Norman buiten het r-ec'htsgebied
van Balloch gevoerd mag worden, moet ten
genoege van den lijkschouwer haar identiteit
worden vastgestdld. (Wordt vervolgd.)